DAGBLAD VOOR Een oorlogvoering op verkleinde schaal. Bezei Nederland. Nieuws in 't kort. DUITSCHE TROEPEN HIELDEN STAND TEGEN OVERMACHTIGEN VIJAND. Aan het Oostfront sterke tegenaanvallen bij Jassy afgeslagen. WIE ZEE HOUDT, WINT DE REIS. De toespraak van den Paus. Gezondheid „Voorwaarts kameraden"* Uitgave: Dagblad voor Noord-Holland N.V, Alkmaar - Voordam C 9. Bureau der Ueldersche Editie: Den Helder: Koningstraat 78. Telefoon 2345 (2 lijnen). Postrekening 449041. ZATERDAG 3 JUNI 1944. HELDERSCHE EDITIE. NOORD-HOLLAND 88e Jaargang, No. 128, 4 pagina's. Hoofdredacteur; H. M. C. SCHRöDER, Alkmaar. Deze Courant verschijnt dagelijks. Advertentie-tarief: Prijs der gewone advertenties in deze Editie 11 ct. per m.m. Bij contract binnen een jaar te gebruiken belang rijke korting. Tarieven voor de gebeele oplage op aanvrage. Schr. Sedert vier jaren is Nederland thans bezet gebied. Tal van maatregelen zijn door de bezettende macht getroffen en hebben al naar hun aard bij de be volking een meer of minder gunstig ont haal gevonden. Om rechtuit te zijn, in de meeste gevallen een ongunstig onthSal. Dit is te verklaren uit het feit, dat men de maatregelen niet op zich zelf beoordeelt, doch den bezetter verwijt, dat hij deze maatregelen neemt, terwijl hij er in feite geen recht toe heeft. Deze meening is ge baseerd op 'n volkomen gebrek aan ken nis van datgene waartoe een bezettende macht in het algemeen recht heeft en plicht heeft. pROF. Mr. J. j. Schrieke, secretaris generaal van het Departement van Justitie, heeft thans bij de N.V. Drukkerij Elsevier te Amsterdam een boekje iiet licht doen zien, getiteld „Bezet NederUnd en het Haagsche Landoorlogreglement van 1907". In zijn voorwoord zegt prof. Schrieke het volgende: „De druk. welke de bezet ting op zich zelf beschouwd ongetwijfeld voor ons volk beteekent, zal in zijn ge volgen immers worden verzacht, wanneer ieder zich meer dan te voren rekenschap zou willen geven van den aard der bezet ting, van de wettelijke bevoegdheden der bezettende macht en van de hieruit voor ambtenaren en burgerij voortvloeiende plichten". ÏNDERDAAD is het zoo, dat wanneer A men kennis neemt van de verschillen de artikelen van dit Landoorlogsregle ment, een beter begrijpen ontstaat t.a.v. de bezettende overheid. En een beter begrijpen beteekent een betere verstandhouding, waarvan bezetter en bezette profijt kunnen trekken. Het mag als bekend worden veronder steld, aldus de schrijver, dat de bezetten de macht zich in het algemeen stelt op den grondslag van het zgn. Landoorlogs reglement. d.i. het op de tweede Vredes conferentie te 's-Gravenhage op 18 Octo- ber 1907, onder medewerking van Duitsch- land, bjj verdrag vastgestelde reglement betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land, waarvan Afdeeling Til: „Van het militair gezag op het grondge bied van den vijandelijken staat" (welke de artt. 42-56 omvat) hier van belang is. In deze artikelen ligt de rechtsgrondslag, waarop de bezettende macht staat en waaruit zij handelt, klaar omlijnd gëtee- kend. Een grondgebied wordt volgens art. 42 als bezet beschouwd, wanneer het zich feitelijk bevindt onder het bezag van het vijandelijke leger. Dit is onloochen baar de staat, waarin Nederland zich se dert half Mei 1940 bévindt. Dan is al dus art. 43 het gezag varr de wettelijke overheid feitelijk overgegaan in handen van dengene, die het gebied heeft bezet. Het gezag is feitelijk overgegaan, of, zooals de bekende door de uitgeweken regeering nagelaten „Geheime Aanwij zingen" het uitdrukken, al verbinden deze er niet de juiste gevolgtrekking aan: de uitoefening van de souvereiniteit d.i. de volle regeeringsmacht is, zoolang de bezetting duurt, feitelijk in handen van den bezetter. „Elke handeling" aldus de Aanwij zingen „van overheid of bevolking, ge- richL tegen de belangen van het bezet tingsleger, elke vijandelijke daad m.a.w. zal door den bezetter worden beschouwd als krijgsverraad en doet de schuldigen terecht staan vt>or den vreemden krijgs raad." „De in functie gebleven Nederlandsche ambtenaar zal zich van deelneming aan dergelijke handelingen onthouden." De artt. 112, 56, 57 en 58 Grondwet, die benalen, dat de wetgevende macht gezamenlijk door den Koning en de Staten-Generaal wordt uitgeoefend: de uitvoerende macht bij den Koning berust: door den Koning algeme'ene maatrege len van bestuur worden vastgesteld: en de Koning het opoerbestuur heeft der buitenlandsche betrekkingen, zijn door den feitelijken overgang der souvereiniteit ten aanzien van het bezette gebied automa tisch buiten werking getreden. Daarmede heeft het grondwettelijk en wettelijk gezag der uitgeweken overheid, in zijn vollen omvang, ten aanzien van het bezette gebied zijn voorloopig einde genomen: dat van den bezetter is daar voor in de nlaats getreden. Dit kan ook niet anders, want practiscb zou in het bezette gebied een geordend leven niet meer mogelijk zijn, indien daar niet één gezag met kracht van wet voor allen heersehte. Met dit gezag is 'ook de bevoegdheid tot 'regeeren. met name die om aan bevolking en ambtenaren bevelen en opdrachten te geven, aan de vroegere regeering. wa?r deze zich ook moge be vinden, ontvallen: die bevoegdheid komt nu alleen toe aan de bezettende macht Hiermede is het voorschrift onzer grond wet. dat de zetel der regeering ingeen geval buiten Nederland kan worden ver plaatst. in overeenstemming. Indien de bezetter in staat is elk oogen- blik zijn wil met geweld door te zetten, dan aldus verder de Aanwijzingen „zal het plaatselijk bestuur zich aan diens gezag moeten onderwerpen". Als instri^ctie voor de ambtenaren hebben die zeer geheime Aanwijzingen dan ook op alle punten, waar zij in strnd komen met de regelingen en bevelen der bezet tende "•acht. haar kracht verloren. Misdaad tegenover het eigen volk. HET js allerminst een geheim, dat de naar Engeland gevloden regeering zich aan deze voorschriften niet houdt. Zij tracht zelfs herhaaldelijk, uit haar vluchtoord, door middel van de radio op drachten en bevelen aan de achtergela ten ambtenaren en bevolking te geven en schendt daarmede het in het Landoor logsreglement belichaamde Volkenrecht. Wat nog erger is: zii driift dengene, die aan haar inblazingen gehoor geeft, tot handelingen, die strijdig zijn met de hem door het feit der bezetting ten opzichte der nieuwe Overheid opgelegde rechts plichten. Waar het -gezag op deze laatste is overgegaan, hebben ambtenaren en bevolking deze, en deze alleen, te ge hoorzamen. Slechts onder erkenning van dezen regel zijn onder de bezetting geor dende toestanden en verhoudingen be staanbaar. Iedereen kan weten, welk lot dengene wacht, die in strijd met dezen regel handelt, en daarom is het bedrijf van hen die, zelf buiten het bereik van den bezetter, tusschen dezen en de hem onderworpen bevolking stoken, niet an ders dan een misdaad tegenover 't eigen volk. De bezettende macht is ook in dit op zicht voor de vroegere regeering in de plaats getreden, dat op haar met de re- geeringsbevoegdheden ook de daaraan onafscheidenlijk verbonden verantwoor delijkheid voor den gang. van zaken in en voor het wel en wee van het bezette ge bied is overgegaan. Zij beoordeelt naar eigen inzicht, wat wèl en wat niet "Oh- dig is. Door artikel 43 van het Land oorlogsreglement is zij daarbij in het be lang der bevolking aan een zeker mini mum gebonden en moet zij alle maat regelen nemen, die in haar vermogen staan, ten einde voor zooveel mogelijk de openbare orde en het openbare leven te verzekeren. Belangrijk is, dat, wanneer deze laat ste er onder zékere omstandigheden toe moet overgaan om tot herstel of verze kering der openbare orde het politie- standrecht af te kondigen en de daaruit voortvloeiende maatregelen te nemen, daarmede slechts datgene geschiedt, wat het Landoorlogsreglement uitdrukkelijk eischt. Openbare orde en openbaar leven. DES te meer reden is er om wat nader op de beteekenis der geheimzinnige woorden: openbare orde en openbaar le ven in te gaan. Voor de juristen en militaire deskundi gen, die in 1907 het reglement behandel den. deden zich hierbij geen moeilijkhe den voor Hun stonden eenerzijds de orde op straat anderzijds de normale gang «ran zaken 4n de ambtelijke diensten en ^ie bureaux. alsmede in het particuliere bedrijfsleven voor oogen. Het is in onaen tijd wei ander» gewor den! Want hoe was in enkele penne- streken de toestand, waarin Neder land zich in Mei 1940 bevond? Daar waren door oorlog en bezetting vrijwel de geheele overzeesche handel en groote scheepvaart verloren gegaan, en dat terwijl te voren niet minder dan 1/5 van ons, pl.m. f5 milliard per jaar be- loopende, nationale inkomen alleen uit ,de bronnen handel en scheepvaart vloei de. Daar simden pl.m. 300.000 man werk loos, aan wier onderhoud in 1939 pl.m. f 123 millioen moest worden ten koste gelegd, naast f 90 millioen voor algemee- ne armenzorg. Daar moest een leger van 250.000 man ontbonden en teruggevoerd worden in een geheel ontwricht bedrijfsleven. Het algemeene - prijzenpeil was sinds 1936 langzaam, doch bestendig stijgertd. Jaarlijks had Nederland voor de ver zorging van zijn bevolking groote hoe veelheden goederen moeten invoeren en nog in 1939 had men daartoe kunnen be schikken over invoeroverschotten ter waarde van f 160 millioen aan landbouw- en veeteeltvoortbrengselen, en omstreeks f 90 millioen aan mijnproducten, van f 36 millioen aan textielgoederen, zoomede van f 230 millioen aan metaalwaren. Vrij wel met één slag vielen deze toevoeren voor de toekomst uit Zij, die het destijds nog niet inzagen, moeten 't langzamerhand toch wel hebben leeren begrijpen, dat hier een algemeene catastrophe voor de deur.stond, die zelfs door de binnenlandsche voorraadvorming der laatste oorlogsjaren de cijfers, die men elkander thans daarover pleegt voor te tooveren, behooren in het rijk der fa bels thuis niet had kunnen worden af gewend. Ware zij ingetreden, het zou met de openbare orde en het openbare leven voorgoed gedaan zijn geweest, zöo- dat alleen al de verzekering daarvan een krachtig ingrijpen in de productie, de consumptie en de distributie onafwijs baar maakte. Naast de hooger aangewezen algemeene verantwoordelijkheid voor den gang van zaken in het bezette gebied, die op de schouders der bezettende macht komt te rusten, moest een dergelijke practische overweging haar wel noodzaken om, al thans ten aanzien van het binnenlandsch beleid, in de volle breedte op den leeg- gelaten regeerïngszetel plaats te nemen Volkenrechtelijk kan deze haar niet wor den betwist. Plaats van ambtenaren en burgerij. UORMT de bezettende macht de eené pool der uit de bezetting ontstane ver houdingen. zoo maken ambtenaren en burgerij de tegenpool uit. Ook over hun plaats daarin valt het een en ander op te merken. Waar door de bezetting het gezag dor wettelijke overheid feitelijk op den bezetter is overgegaan, zijn amb tenaren en bevolking, door en voor den duur der bezetting onder een nieuwe overheid komen te staan. Voor hen ontstond daardoor de rechtsplicht om bij uitsluiting aan de ftteuwe over heid te gehoorzamen. Voor de wet binnen het bezette gebied kan slechts ais beginsel de erkenning gelden van naakte en harde feiten, waarin de bevolking moet berusten. Deze staat tegenover een gezag, dat voor haar kracht van wet heeft en zich ook als zoodanig laat gelden Algemeen wordt door de deskundigen op vol kenrechtelijk ,rebied aangenomen, dat de rechtsgevolgen van de maatrege len, welke de bezettende macht bin-t nen den kring van haar bevoegdheid heeft genomen, zelfs na de bezetting, moeten worden erkend, waaruit volgt, dat hier wel degelük van een rechts verhouding sprake is. Dat de ambtenaren gedurende den be zettingstijd hun ambt blijven vervullen, wordt o.a. door mr. ,T. p. A. Frangois (Handboek over het Volkenrecht, blz. 445) als een voor de hand liggend verschijnsel vermeld. Geen wonder, want hun aftre den zou gelijk staan met het verwekken van een wanorde, waarvoor zij de be volking zooveel en zoolang mogelijk zul len willen sparen. Zoo wilden het ook de Aanwijzingen, die als algemeenen regel vooropstelden, dat personen, deel uitma kend van bestuursorganen van het Hijk. de provinciën, gemeenten, waterschappen en veenpolders. en het bij die organen in dienst zijnde personeel, alsmede het personeel in dienst bij spoor- en tram wegen. ookyonder de gewijzigde omstan digheden, hun taak zouden blijven ver vullen. Bezettingsrecht boven Ned. recht. WAN belang is tevens het inzicht, dat v# de bezettende macht en haar organen, waar zij de in het land geldende wetten eerbiedigen, daaraan zelf niet zijn onder worpen, en dat zij, ook wanneer zij de wet niet veranderen, bevoegd zijn, krachtens eigen' recht aan onder hen staande Nederlandsche ambtenaren op- drachteA te geven van verdere strek king dgln de Nederlandsche wet zob toe laten. Steeds gaat het bezettingsrecht boven het Nederlandsche recht, zoodat in het algemeen tegenover opdrachten of vorderingen, die zich op het eerstge noemde gronden, ieder beroep op het Nederlandsche recht moet falen. Daar komt bij. dat het bezettingsrecht niet aan bepaalde vormen gebonden is. Het moge zich uiten in een verordening, een besluit van den Rijkscommissaris, een regeling of een aanwijzing van een der Commissarissen-Generaal, een een voudig schriftelijk of mondeling bevel, zijn. kracht is steeds dezelfde, en slechts de doelmatigheid beslist over de wijze, waarop het tot ons komt. Aan dit bezettingsrecht leggen overi gens de artt. 46. 47, 50 ev, van het Land oorlogsreglement in den vorm van een aantal verboden en geboden in het be lang der bevolking, eenige beperking op. waarvan de voornaamste drie hier vol gen: Vooreerst moeten de eer en de rechten van het gezin, het leven der personen en de bijzondere eigendom, alsmede gods dienstige overtuiging en de uitoefening van eerediensten worden ontzien Het be hoeft wel geen betoog, dat dit niet een terziidestelling beteekent van de artt. 174 en 177 der Grondwet, die. met de eer biediging van ieders godsdienstige over tuiging en toelating van de openbare godsdienstoefening als uitgangspunt, ook op dit terrein voor de bescherming der maatschappij en harer leden tegen de overtreding der strafwet en voor de ver zekering der openbare orde en rust zorg dragen. Tn de tweede plaats mag geenerlei ge meenschappelijke straf, in geld of van anderen aard worden uitgevaardigd te gen de bevolkingen op grond van per soonlijke handelingen, waarvoor zij in haar geheel niet als hoofdelijk aanspra kelijk kunnen worden beschouwd Dat de uitlegging en tóepassing van dit voor schrift. meer dan menig andej\ onder den invloed staan van de eischen van 't oorlogsbedrijf en den oorlogstoestand ligt voor de hand. En ten slotte kunnen requisitiën in na- tura en persoonlijke diensten van de ge meenten of van de bewoners niet wor den geëischt dan ter voorziening in de behoeften van het bezettingsleger, waar bij zii in verhouding moeten staan tot de hulpmiddelen van 't land en van dien aard zijn. dat zij voor de bevolkingen niet de verplichting medebrengen om aan de krijgsverrichtingen tegen haar vader land deel te nemen Briketten van stroo. - De Duitsche techniek is ei thans in geslaagd van stroo briketten samen te stellen, zonder dat een bindmiddel wordt toegevoegd. Hierdoor is het mogelijk geworden, stroo als stookmatertaal voor generators te gebruiken. (C.D.) Doodelijk ongeval bU voetbalwedstrijd. De 26-jarige BVV-speler W. Lurling uit 's-Hertogenbosch kwam dezer dagen tij dens een bedrijfsvoetbalwedstrijd in botsing met een speler van de tegen partij. waardoor hij ernstige verwondin gen opliep. Hij is thans aan de gevol gen overleden. UfT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FüHRER, 2 Juni (DNB). Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: Bij de zware gevechten in Italië, die gisteren vooral in het gebied van Velletri en Valmontone tot de grootste hevigheid zijn opgevoerd, heeft de strijdvaardigheid van onze troepen zich altijd weer weten te handhaven tegen de numerieke cn materieele overmacht van den vij and. Zoo werd daar ook gisteren weer de met geconcentereerde in fanterie- en pantserstrijdkrachten en met ondersteuning van zeer ster ke luchtstrijdkrachten aanvallende vijand tot staan gebracht. Een iu- tusschen afgegrendelde penetratie, die de vijand ten noordoosten van Velletri kon bereiken, kostte hem uiterst zware bloedige verliezen. In dezen frontsector hebben zich de 65e divisie infanterie onder luitenant- generaal Pfeiffer, de door deelen van de vierde divisie valschermjagers ver sterkte divisie pantsergrenadiers onder generaal-majoor Hecker en een uit een heden van het leger en van de val schermtroepen samengestelde gevechts groep onder luitenant-generaal Greiner, uitmuntend ondersteund door artillerie en door luchtdoelartillerie van de lucht macht, zich bijzonder onderscheiden. Des nachts opereerende slagvlicg- tuigen vielen vijandelijke batterijen en colonnes in het gebied van Ar- tena, alsmede de plaats zelf, met bommen en boordwapens aan. Aan de noordelijke helling van de Le- piner bergen hebben onze divisies zich na het afweren van talrijke vijandelijke aanvallen gedistanci- eerd op den noordelijken oever van de rivier De Sacco. In het gebied van Sora werden voor onze nieuwe stellingen alle aanvallen van den vijand afgeslagen. Lichte Duitsche zeestrijdkraehten brachten voor Livorno een Britsche torpedomotorboot tot zinken en be schadigden een andere boot ernstig. Voor de kust van Dalmatië brachten zij zes volledig bezette kustmotorschepen en één tankboot tot zinlgen. Er werden talrijke gevangenen gemaakt. Felle strijd bij Jassy. Aan het Oostelijke front sloegen sterke Duitsche en Roemeensche troe pen ten noorden van Jassy vrij sterke tegenaanvallen van de Sovjets af en zuiverden eenige penetratieplekken. Sterke Duitsche en Roemeensche for maties gevechts- en slagvliegtuigen brachten hierbij den vijand zware ver liezen toe aan menschen en materiaal. Aan de rest van het front ontstonden er bulten plaatselijke gevechten ia het voorterrein van de Karpathen. geen gevechtshandelingen van b'eteekenis. In den afgeloopen nacht ondernamen forrrfaties sterke Duitsche gevechts vliegtuigen geconcentreerde aanvallen op de spoorw.egknooppunten Kasatin en Fastof. In de Flnsche Golf is een Sovjet- Russisch bewakingsvaartuig na mijn- treffers gezonken. Bij een aanval door veertig Britsche vliegtuigen op een Duitsch convooi voor de Westkust van Noorwegen, werden door escortevaartuigen en luchtdoelge schut aan boord der koopvaardijschepen elf vliegtuigen vernietigd, terwijl twee andei% toestellen in brand werden ge schoten. DE TOESTAND AAN HET OOSTELIJKE FRONT. Voorbereidingen voor een. grooten strijd. Het Internationale Informationsburo meldt over den toestand aan het oos telijke front het volgende: De gevechtspauze, die sedert ver scheidene we"ken aan het O. front heerscht, is dezer dagen door de Duit sche operatie ten noorden van Jassy onderbroken, daar de Duitsche leiding er waarde aan hechtte om enkele be langrijke heuvelstellingen te verkrijgen, waardoor men een goed uitzicht krijgt op de noordelijk daarvan gelegen laag vlakten. Van een groote bolsjewistische activiteit was echter, afgezien dan van enkele plaatselijke verkenningsaanval len en acties van stoottroepen, aan het geheele O. front niets te bespeuren. Des te intensiever waren de bolsjewisten in de afgeloopen dagen en weken bezig troepen en materiaal te sturen naar de bekende zwaartepunten, die vooral aan den Z. vleugel van het O. front gezocht moeten worden. Hier wil de Sovjet leiding schijnbaar door een concentri- schen aanval via den Beneden-Dnjestr in westelijke richting en van het ge bied van den middenloop van de Sereth uit in zuidelijke richting den uitersten rechtervleugel van het Duitsch-Roe- meensche front aan het wankelen bren gen. Een andere sterke bolsjewistische strijdgroep, waaraan nog in de afge loopen dagen nieuwe formaties per trein en autotransporten zijn toege voegd, staat gereed in het gebied Tar- nopol-Brody voor een aanval in de richting Lemberg. Zij heeft ongetwijfeld opdracht om in over het algemeen wes telijke richting zoo diep mogelijk door te dringen in het gouvernement-gene raal, terwijl een iets zwakkere strijd groep in het gebied van Kowel in over het algemeen N.W. richting waar schijnlijk in den strijd zal worden ge worpen 'voor een aanval op het gebied rond Brest-Litowsk. In den centralen sector van het O. front zijn geen Sovjet-aanvalskampen in grooten omvang waar te nemen. Daarentegen teekenen zich in het ge bied van Witebsk. bij Pleskau en in bet gebied van Narwa duidelijk enkele nieuwe zwaartepunten af. Hier hebben de bolsjewisten in de afgeloopen weken talrijke divisies infanterie en gemoto riseerde eenheden samengetrokken. De offensieve plamjen op den noordelijken vleugel zijn geheel óndubbelzinnig ge richt op de Oostzee-Staten. waarbij on getwijfeld bepaalde politieke reacties P. C.) Meldt U voor de Kriegsmarine Indiensttreding bij de Kriegsmarine is mogelijk voor iederen Nederlander tusschen jaar. Aanmelding en inlichtingen bij de Marineannahmestelle West. Plompetorengracht 24, Utrecht; alle Ha^en- en Ortskommandanturen en de ver schillende il-Meldestellen in Nederland in het geheele Oostzee-gebied verwacht worden. Dit geldt in de eerste plaats Y?or .Fhhland, aan welks front in u -ie de bolsjewisten sedert ver scheidene dagen een bijzonder intensieve activiteit van stoot- en verkennings troepen ontploöien. Men hoopt echter in Moskou ongetwijfeld ook op be paalde reacties in Zweden, waar in den jongsten tijd ook de Anglo-Amerikaan- sche diplomatie bijzonder actief is. DE AMERIKAANSCHE TERREUR- AANVALLEN IN DUITSCHLAND. De Duitsche bisschoppen hebben uit talrijke kerkelijke gemeenten, vooral uit landelijke gemeenten, brieven van ge- loovigen ontvangen, waarin een beeld gegeven wordt van de aanvallen door Anglo-Amerikaansche vliegtuigbeman ningen op kerkbezoekers ondernomen. De bisschoppen van eenige Westduit- sche kerkgemeenten hebben door de priesters dergelijke brieven van den kansel laten voorlezen. Naar uit deze brieven blijkt hebben Amerikaansehe vliegers meermalen kapellen, waarin wandelaars voor de kogels bescherming zochten, minutenlang met de boord wapens beschoten. 23 gevallen van aanvallen op in groepen ter kerk gaan de kinderen zijn ter kennis van het Duitsche Episcopaat gebracht. In voor aanstaande katholieke kringen is ver nomen, dat deze aanvallen met alle bijzonderheden en met opgave van nameri aan het Vaticaan zijn meege deeld. Het Bisschoppelijke Ordinariaat van Berlijn houdt aanteekening van alle aanvallen van Anglo-Amerikaansche vliegers op kerkgangers. De voortdurend toenemende aanvallen hebben ertoe ge leid, dat de bisschdppen besloten heb ben thans ook in landelijke gebieden af te zien van processies en andere kerkelijke plechtigheden in de open lucht. In kerkelijke katholieke kringen neemt men aan, dat het Duitsche Epis copaat zich op zijn conferentie zal bezighouden met deze nieuwe methoden van den Anglo-Amerikaanschen lucht oorlog. ROME, 2 Juni (DNB). De Paus heeft heden een toespraak gehouden tot de leden van het college van kar dinalen, die hem bij monde van den deken van het college, hun gelukwen- schen hadden aangeboden ter gelegen heid van 's Pausen naamdag. De Paus begon zijn toespraak met de groote smarten te memoreeren, die door dezen oorlog zijn teweeggebracht. Wat enkele jaren of maanden geleden nog als een onschendbare wet gold, wordt thans in strijd met alle geboden van het Christendon met voeten ge treden. In dit verband maakte de Paus speci aal gewag van de steeds herhaalde En- gelsch-Amerikaansche luchtaanvallen op de stad Rome en zeide hij, dat deze volstrekt niet alleen op de omgevihg van de Eeuwige Stad gemunt waren geweest. Rome mag echter in geen ge val tot tooneel van den strijd worden. Volkomen onpartijdig zeide de paus met grooten naruk te willen zeggen, dat elkeen die de hand tegen de Eeuwige Stad waagt op te heffen, zoowel voor het oordeel van de menschheid als ook voor den rechterstoel der goddelijke gerechtigheid zai staan als een moeder moordenaar. Vervolgens herinnerde de Paus aan de zware beproevingen, die ook in vroegere perioden der historie aan de stad Rome niet bespaard zijn gebleven en hij memoreerde de inspanningen, die vroegere pausen zich gegeven heb ben om den toen ontstanen nood te lenigen. Geen belegering, geen plunde ring, geen epidemie van vroegere tij den kan echter vergeleken worden met den tegenwoordigen nood der inwo ners van Rome. De Paus gaf de hoop te kennen, dat aan de wereld een verdere verlenging van dezen oorlog met de daarmede ge aard gaande verscherping der oorlogs methoden bespaard moge blijven. Hij beëindigde zijn toespraak met den wensch uit te spreken, dat voor de we reld door Gods genade spoedig weer het morgenrood van den vrede zal mo ge schijnen. De mensch kan het niet altijd krijgen, zooals hij het hebben wil. Maar ook als hij het niet kan krij gen, wil hij het toch vaak heb ben. Een kantoorbediende wil een dag vrij zijn, maar juist die dag schikt zijn patroon niet. De bediende past er eeA mouw aan en meldt zich ziek. Zich ziek houden is een bemind en gretig toegepast voorwendsel. Voor menschen, diein werke lijkheid nog nooit ziek geweest zijn. Iemand, die den geesel der ziekte heeft leeren kennen, hetzij bij zich- j zelf, hetzij bij een geliefd mede- mensch, heeft eens en voor altijd afgeleerd met zijn gezondheid te spotten. Ik moest hieraan denken toen de zer dagen een controleerend ge neesheer van een groote organisatie mij vertelde, dat in bepaalde maan den wanneer de dagen mooi en zonnig plegen te zijn de verschil lende employé's periodiek ziek wor den. Een keer heeft hij zelfs een zóóveelsten boekhouder tegen een anderen zóóveelsten boekhouder hooren zeggen: „Denk er om, dat het volgende week mijn beurt is om een paar dagen ziek te worden!" Wie zijn gezondheid de van God geschonken parel in ons per soonlijk leven misbruikt, is even karakterloos als degeen, die zijn vrouw beschimpt. Wanneer gij vandaag over drie weken een dag vrij wilt hebben, dien gij normaal niet kunt krijgen, zeg dan liever nu dadelijk al, dat gij op dien dag dringendnaar een begrafenis moet! Dan liegt ge óók, maar dan liegt ge nog grappig. OVIDIUS. J De Persdienst van den Nederland- schen Omroep deelt ons mede, dat in de uitzending „Voorwaarts kameraden", waarin SS.oorlogsverslaggevers berich ten over den strijd aan en den opbouw achter het front, een aantal Nederland sche vrijwilligers groeten zullen doen aan hun familie in Nederland. Aanstaanden Zondag komen de vol gende vrijwilligers voor de microfoon: SS-Uscha Liebe, SS-Rottenführer Bak- SS-Uscha W. Kooper, SS-Uscha Hens- sens, S.S-Uscha Johan de Leeuw, SS- Rottenführer v. d. Molen, SS-Sturm- mann Smulders Jongejan, SS-Sturm- mann Boogaard, J. var^ Gisteren (rang onbekend), SS-Sturmmann v. d. Heide, SS-Uscha Liebe, SS-Rottenführer Bak ker, SS-Sturmmann Schaffer. SS-Uscha De Graaf, SS-Sturmmann Gerrits en SS-Rottenführer Hans Bleyers-Berg. De uitzendingen van deze groeten geschiedt a.s. Zondag 11.1512 uur v.m. via den zender en het draadnet Hil versum I. EERSTE UITVOERINGEN VAN NEDERLANDSCHE COMPOSITIES. Het dooU verscheidene dilettanten- muziek- en zangvereenigingen getoonde loffelijke initiatief eerste uitvoeringen van Nederlandsche werken te brengen, is voor het Dept. van Volksvoorlichting en Künsten aanleiding geweest in den vervolge op bijzondere wijze van zijn waardeering voor dit initiatief te doen blijken. Voor iedere Nederlandsche compositie, die voor de eerste maal uitgevoerd wordt, zal, indien het hoofd van de afdeeling muziek van genoemd departement de desbetreffende compo sitie cultureel waardevol acht, een bij zondere vergoeding beschikbaar worden gesteld. Deze vergoeding, welke f 25. tot f 50.bedraagt, zal voor gelijke deelen aan den componist en den diri gent worden uitgekeerd. NIEUWE REGEERING IN BULGARIJE Minister-president Boschiloff heeft Donderdag het c ntslag van zijn kabinet aangeboden, dat door den regentschaps- raad is aangenomen. De oud-minister Iwan Bagrianof werd door de regenten belast met de vorming van de nieuwe regeering. Deze is inmiddels samen gesteld. Buitenlandsch overzicht. -kff- Pinksteren is voorbij gegaan. Zonder invasie. Hoewel deze juist door velen omstreeks Pinksteren verwacht werd. Want om den oorlog over het doode punt heen te brengen, waarop hij zich nog steeds' bevindt, zijn operaties noodzakelijk van den omvang der aan gekondigde invasieof is het nood zakelijk dat er van de invasie in 't ge heel niets komt? Kan de invasie nog een kansspel zijn met verrassingen en mogelijkheden? Zoo. het uitstel der ope raties (tot midden Juni naar het heet) tot afstel leidt, komt de oorlog welis waar over het doode punt heen, maar dan verandert de politieke situatie ook zoodanig dat het de vraag is of het voor de geallieerden dan nog zin heeft den oorlog voort .te zetten. Het ontstaan van zulk een situatie, wat onherroe pelijk volgt uit het afgelasten der in vasie, beteekent dat de geallieerden hun machteloosheid om den oorlog actief voort te zetten, moeten toegeven. Het wachten is dus nog steeds op een acti veering in de oorlogvoering, waarbij Duitschland nog steeds aan zijn tegen standers de gelegenheid laat om, den eersten stap te zetten. Op het oogenblik verkeert de oorlog nog steeds in het passieve stadium, dat aanbrak bij het intreden van rust aan het oostelijk front. Alleen de in vasie kan hierin verandering brengen. Op geen enkele andere wijze ié dit mogelijk, noch door diplomatieke acties, noch door verscherpte luchtaanvallen, noch door den strijd op een enkelen sector, hoe hevig die ook moge zijn, zooals thans in Italië. Hoogstens zou men hierbij kunnen spreken van een oorlog op verkleinde schaal. Uiteraard is dit een beoordeeling in het kader der algeheele oorlogvoering. Want natuurlijk kunnen diplomatieke acties plaatselijk een hevige spanning verwekken. Natuurlijk doet dit niets af aan de beteekenis, welke de lucht aanvallen, waaronder vooral Frankrijk en België juist met Pinksteren hevig te lijden hadden, op zich zelf hebben en ook wordt hierdoor helaas het leed niet verkleind, dat deze misdadige aan vallen op weerlooze burgers, vrouwen en kinderen veroorzaken. En natuur lijk blijft desondanks het oorlogstooneel in Italië onze aandacht ten volle ver dienen. Maar het aspect der algeheele oorlogvoering verandert ar niet door. Daarom blijft dit alles toch maar een oorlogvoering op verkleinde schaal. De wijze waarop deze oorlog gevoerd wordt. Bezien wij thans de wijze, waarop deze oorlog op verkleinde schaal ge voerd wordt, eens nader. De rede, welke Churchill op 23 Mei voor het Lager huis gehouden heeft, leert ons aller eerst hoe vergankelijk lof en blaam zijn, die den pleinen neutralen van de zijde der groote geallieerden ten deel valt: thans was het Spanje, da.t lof, Turkije, dat blaam ontving. Maar niet zoolang geleden nog waren de rollen juist omgekeerd en verheugde Turkije zich in een uitermate vriendelijke be jegening. terwijl Spanje harde woorden moest aanhooren. Vervolgens en dat is belangrijker doet deze rede ons de vraag stellen: wie voert nu eigenlijk den oorlog tegen Duitschland. de geal lieerden of de neutralen? De ophef, die door de geallieerden steeds weer ge maakt wordt over de positie der neu trale kleine mogendheden en over hun „moreele" verplichting zich aan de zijde van Duitschlands vijanden- te scharen, zou bijna het vermoeden doen rijzen, dat de geallieerden den neutra len ofwel hun neutraliteit benijdan, ofwel in de paradoxale meening verkeeren, dat kleine mogendheden wel succes zouden hebben in een oorlog, waarin dat succes aan de groote mogendheden onthouden blijft. De luchtaanvallen op West- Europa. Niet minder paradoxaal zijn de vra gen, die de verscherpte Anglo-Ameri kaansche luchtaanvallen op West- Europa doen rijzen. Zijn deze aanvallen het onmiddellijke voorspel der invasie? Zoo ja, waarom kan er dan op het zelfde oogenblik dat de doodende bom men op Fransche en Belgische steden vallen, sprake zijn van een uitstel der invasie? Of moet deze luchtterreur als eep wanhoopsoffensief worden opgevat, nu veel er reeds op duidt, dat Engeland zelf een slachtoffer dreigt te worden van de zenuwachtige spanning die het rondom de invasie heeft ontketend? Doch hoe het ook zij, vast staat, dat de geallieerden door deze militair onge motiveerde bombardementen op de burgerbevolking ip de bezette weste lijke gebieden, zichzelf de toch aUüd nog belangrijke troef uit handen slaan van de sympathie, welke zij bij belangrijke gedeelten der bevolking in die landen nog bezaten. Op het oogenblik moge van de verandering in de gezindheid jegens de geallieerden, die zich thans onder den indruk der bombardementen overal in West-Europa voltrekt, nog niet veel te bespeuren zijn, later zal Engeland do gevolgen van de ellende, die het thans aanricht, nog hevig aan den lijve te voelen krijgen. Voor talloos velen in West-Europa rust thans immers een vloek op al wat Engelsch is, een vloek, die ook de tijd en ook straks de vrede niet snel zal kunnen uitwisschen. Geen beslissende verandering. Dat de oorlog op verkleinde schaal in het algeheele porlogsbeeld geen be slissende verandering kan brengen blijkt nergens zoo duidelijk als in Italië. Op den 12en Mei ontbrandde daar op het hoofdfront, dat tusschen Rome en Napels het Apennijnsche schiereiland dwars doorsnijdt het geallieerde offen- sief. Het tweede stadium hiervan leidde tot enkele Duitsche frontverkortingen, in het kader waarvan o.a. het zoo lang durig en taai verdedigde Cassino werd opgegeven, maar verder niet tot be langrijke veranderingen. Met dit ge- vaar van stagnatie voor oogen gingen de Anglo-Amerikanen op 23 Mei tot den aanval over vanuit het noordelijker geïsoleerd gelegen bruggehoofd van Nettuno en Anzio. dat zwaar met troe pen en materieel was versterkt. Op 24 Mei werd Cisterna, halverwege aan de Via Appia tusschen Rome en Terracina gelegen, door de geallieerden bezet. Had de Duitsche frontlijn tusschen het bruggehoofd en het hoofdfront reeds sedert eind Januari een uitstulping ver toond, met de beztting Van Cisterna en de afsnijding der Via Appia werd het gevaar voor deze uitstulping afgesneden te worden al te groot en besloot maar schalk Kesselring de kuststrook tus schen Anzio en Terracina op te geven en zijn stellingen naar de Lepinische bergen, achter de geïnundeerde en on gezonde Pontijnsche kustmoerassen te verlegen. De uitstulping verdween dus en vanuit de kust distancieerend, werd een nieuwe frontsector in de bergen ge vormd, die in het westen aansloot bij het Nettunofront, in het oosten bij het hoofdfront, dat werd vastgelegd op den westelijken oever van de Melfa, een zij- rivierje van de Liri. Terwijl er op de hoekpijleïs van den nieuwen front sector Cisterna en Pontecorvo hevig gevochten werd. kon de distan- cieering vanuit de kust naar de bergen ongestoord plaats vinden. Voor de ge allieerden leverde deze DuitjiChe 1'ront- verkorting het tactische voordeel op van een vereeniging van de zuidelijke hoofdfrontlijn met het bruggehoofd; dat dit echter pas 122 dagen na de vor ming van het bruggehoofd geschiedde, gaf het voordeel den wrangen bijsmaak, die nog eens aan het verloop van het slakkengangoffensief bij den zoo totaal mislukten geallieerden 'stormloop naar Rome herinnerde. Nog aan den verkeerden kant. Met dat al staan bovendien de ge allieerden nog altijd aan den voor hen verkeerden kant van den bergengordel ten zuidoosten van Rome: de Albaan- sche bergen, de Lepinisch» bergen en de Monte Cairo, terwijl de Duitschers het achter die bergen Noord-zuid loo- pende Liridal en het west-oost loopende Saccodal bezet houden. De geallieerden móeten thans pogen, met de om malaria en muskieten beruchte Pontijnsche moe rassen in den rug den toegang tot deze dalen te forceeren. Dit is dan de 3de phase van het offensief, waarvan de lste bestond yit den aanval op het hoofdfront en de 2e uit den aanval vanuit het bruggehoofd. Zoo bezien, blijkt met deze 3e phase het eigenlijke offensief eerst recht te beginnen; al wat er aan voorafging was voorberei ding. Hier stuiten de geallieerden ech ter overal op sterke Duitsche, verdedi gingslinies, in de eerste plaats tusschcn de Albaansche bergen en de kust, waar een vlakte van 20 km. wel voor aan vallen geschikt is, maar waar een ge allieerde als verkenning bedoelde lan dingspoging reeds werd afgeslagen; dan bu Velletri en Valmontone tussehen de Albaansche en Lepinische bergen en ten slotte bij Ceprano in het Liridal. Na tuurlijk zijn geallieerde penetraties tus schen deze stellingen steeds mogelijk, met name in de^ Lepinische bergen, maar zoolang de Duitsche verbindingswegen, d.w.z. de groote rivierdalen niet kun nen worden afgesneden, beteekenen deze weinig. Moet men dezen strijd nu opvatten als een strijd rechtstreeks om het bezit van Rome? Geenszins, want de door de natuur gewezen aanvalsrichtingen, met name naar Valmontone. wijzen in noor delijke richting aan Rome voorbij, ter wijl bovendien de bergcomplexen, die de Eeuwige Stad beschermen, vast in Duitsche hand zijn. Hoe betrekkelijk dus van beteekenis voor het verloop van den oorlog, verdient deze strijd in Italië toch den naaft^ van het militaire wonder van deze eeuw. indien men In aanmerking neemt met hoe weinig troe pen veldmaarschalk Kesselring dezen afweerstrijd voert. i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1944 | | pagina 1