DAGBLAD VOOR
Rome door de Geallieerden „veroverd
Dr. Posthuma en graaf Grote herdacht.
Max Blokzijl en de „tramstrateeg
Führer wenschte, dat er in de stad
niet gevochten zou worden.
Verduister van 22.00-5.30 u.
Geallieerden ontzien Rome niet.
Amerikanen lokten verbitterde straat
gevechten uit.
Distributienieuws.
Nieuws in 't kort.
Opnieuw terreinwinst
bij Jassy.
Slachtoffer van sluipmoord
begraven.
Den haatzaaiers en droogstoppels een
spiegel voorgehouden.
Beroemde vaders
Anderhalve ton voor
Frontzorg.
VRIJE VAART VOOR EUROPA.
Uitgave:
Dagblad voor Noord-Holland N.V,
Alkmaar - Voordam C 9.
Bureau der Helderscbe Editie:
Den Helder: Koningstraat 78,
Telefoon 2345 (2 lijnen).
Postrekening 449041.
DINSDAG 6 JUNI 1944.
HELDERSCHE EDITIE
NOORD-HOLLAND
88e Jaargang, No. 130, 2 pagina's.
Hoofdredacteur; H. M. C. SCHR5DER, Alkmaar.
Deze Conrant verschijnt dagelijks.
Advertentie-tarief:
Prijs der gewone advertenties in deze
Editie 11 ct. per m.m. Bij contract
binnen een jaar tc gebruiken belang
rijke korting. Tarieven voor de gebeele
oplage op aanvrage. v
ff
on^Derbevelifehho-onzer Maandagedities heeft men kunnen lezen, hoe de
Kesselrine vanhet. Duitsche leger in Italië, generaal-veldmaarschalk
„npn ,|.1 ^®mid<ieling van het Vaticaan getracht heeft, Rome tot
eeen mllH.- v.erkIaren- Het Duitsche opperbevel wilde zich verplichten
frnen^hi, '"stallaties en troepen te hebben in Rome, alsmede geen
wegingen in de stad uit te voeren. Evenmin zouden vernielings-
egeien getroffen worden. Slechts één voorwaarde stelde Kesselring:
ae onbeperkte verzekering van wederkeerigheid.
Direct daarop beval de Fiihrcr, dat de Duitsche troepen noordwestelijk
van Home zouden terugtrekken, teneinde het oudste cultuurcentrum der
wereld niet in de recbtstreeksche gevechtshandelingen te betrekken.
Het antwoord der Amerikanen was een proclamatie van generaal A an
der, gericht tot de bevolking van Rome, waarin hij de bewoners opwekte,
om de geallieerden te steunen tegen „de gemeenschappelijke vijanden,
de Duitschers en de fascisten".
Initiatief bleef in Duitsche handen.
De diplomatieke correspondent van
het DNB, dr. Siegfried Horn, schrijft
dat de verdediging van Rome heel goed
uitvoerbaar geweest zou zijn. Men
heeft die echter nagelaten, omdat zij
gelijk gestaan zou hebben met de ver
nietiging van onvervangbare cultuur
goederen.
Het afzien van een verdediging dezer
stad bewijst dat de Duitsche leiding
zich volstrekt niet het initiatief door
den vijand laat voorschrijven, zelfs
niet wanneer deze daaruit voor zich
zelf een prestigesucces zou maken.
Vele netelige kwesties, die tot aan da
inneming van Rome warsn uitgesteld,
gaan thans een opheldering vereischen
o.a. de kwestie van het aftreden van
Victor Emanuel en de daarmede ver
band houdende vraagstukken. Op het
Duitsche initiatief, Rome tot open
stad te verklaren, heeft de tegenpartij
nog niet geantwoord, en volgens de
ontvangen inlichtingen schijnt zij ook
niet meer te willen antwoorden. De
veronderstelling, dat hier blijkbaar
sprake is van een Duitsche „truc"
zegt genoeg. De oproep van den En-
gelsch—Amerikaanschen bevelhebber
tot de Romeinsche bevolking, gewa
pend verzet te bieden aan de Duitsche
bondgenooten. kenmerkt een vernieti-
gingswil, die zich evenmin bekommert
om het behoud van onvervangbare cul
tuurmonumenten, als om het ontzien
van de burgerbevolking. Rome vormt
ean nieuw voorbeeld voor de reeds vol
doende bekende strekking van de En-
gelschAmerikaansche oorlogvoering.
Verbitterde straatgevechten.
De Amerikanen hebben het niet
noodig geacht, de Europeesche
cultuurmonumenten te sparen.
Zondag trokken zij Rome binnen
en in de oostelijke wijken der stad
ontstonden verbitterde gevechten
tusschen de Duitsche troepen en
de opdringende Amerikaansche
pantserformaties.
Hoever het rekening houden van
het Duitsche opperbevel met de
Romeinsche bevolking en de cul
tuurmonumenten der stad ging,
blijkt o.a. uit het feit, dat 's avonds
de bruggen over den Tiber nog
niet waren opgeblazen, een verde
digingsmaatregel, die met het oog
op het binnendringen van Ameri
kaansche pantserwagens in de stad
om militaire redenen volkomen ge
rechtvaardigd geweest zou zijn.
Over de in Rome aangerichte ver
woestingen zijn eveneens nog geen
nadere berichten ontvangen. Alle ver
nielingen komen echter op ondubbel
zinnige wijze ten laste van de invasie
troepen.
Over den «lgeheelen militairen toe
stand is bekend geworden, dat de
Duitsche formaties aan den Beneden-
Tiber er overal in geslaagd zijn zich
te distancieeren naar de bevolen ach-
terwaartsche linies, zonder dat de
Amerikaansche en Britsche aanvals-
formaties in staat geweest zouden zijn
de stelselmatigheid van deze bewegin
gen te beïnvloeden.
Ook ten n.o. van de stad konden de
Duitsche verdedigingslinies overal
naar gunstigere stellingen worden te
ruggeschoven ondanks den sterken
vijandelijken druk.
Duitsche troepen vernielden niets.
Ondanks hun aanzienlijke overmacht
waren de Amerikaansche aanvalsfor-
maties niet in staat, binnen den voor-
zienen korten termijn, de Duitsche li
nies omver te loopen. In methodischen.
taaien strijd vormden de Duitsche gre
nadiers veeleer overal langs het Ame
rikaansche aanvalsgebied steeds nieuwe
haarden van verzet, zoodat eerst in
den loop van den middag de oostelijke
districten van Rome in de onmiddel
lijke nabijheid der gevechtszone lagen.
In vertragende gevechten trokken de
Duitsche gevechtsgroepen zich dan ge
leidelijk terug op de Tiber-overgangen,
waarbij zij zich streng aan het bevel
hielden van hun kant elke vernieling
aan historische bouwwerken en cul
tuurmonumenten te vermijden. Zelfs
de Tiberbruggen werden, nadat de af
tocht van het gros der Duitsche for
maties naar den noordelijken oever
der rivier voltooid was, niet opgebla
zen, teneinde iedere vernieling van
historische of uit kunstzinnig oogpunt
waardevolle bouwwerken te vermijden.
Herhaalde pogingen der Anglo-Ameri-
kanen, om de Duitsche achterhoeden,
die vertragende gevechten leverden,
door operaties ver op den vleugel uit
het lood te slaan, stortten door den
taaien tegenstand der strijdvaardige
Duitsche steunpunten bloedig ineen,
hoewel de geallieerden door een mas
saal gebruik van slagvliegtuigen en
jachtbommenwerpers telkens weer den
weg voor hun troepen trachtten te ba
nen.
Oproep van den Duce.
j De Duce heeft, naar aanleiding
van het binnenrukken van de Ang-
lo-Amerikanen in Rome, een op
roep uitgevaardigd, waaraan wij het
volgende ontleenen:
„Italianen! De Anglo-Amerikaan-
sche indringers, voor wie door het
verraad van de monarchie op Sicilië
en in Saierno de poorten van het
vaderland zijn geopend, zijn Rome
binnengerukt.
Wij willen de draagwijdte van
deze gebeurtenis niet verzwakken
en ook niet den nadruk leggen
op de vertraging waarmede dit tot
stand is gekomen. De Duitsche
weermacht heeft stap voor stap met
heldenmoed ieder duimbreedte Ita-
liaanschen grond verdedigd. In eer
bied voor hetgeen Ro.ne in de ge
schiedenis en in de cultuur der vol
ken beteekent. heeft het Duitsche
opperbevel, teneinde de bevolking
nog zwaardere offers te besparen,
er van afgezien de stad te verdedi
gen, hetgeen het had kunnen doen.
Wij zeggen tot de Romeinen: blüft
moreel standvastig jegens d.. indrin
gers, die binnen uw stadsmuren de
mannen van de onvoorwaardelijke
capitulatie en een regeering terug
brengen, die door een agent van
Moskou geleid wordt. U, broeders in
Zuid-Italië, die reeds verscheidene
maanden lijdt onder d*n wreeden
druk en de smadelijke Anglo-Ame-
rikaansche onderdrukking, zeggen
wij: draagt er met alle middelen toe
bij om het leven van de indringers
steeds moeilijker en onveiliger te
maken. Den Italianen in de provin
cies der Italiaansche Sociale Repu
bliek roepen wij als hoogste ver
maning toe: de val van Rome ver
zwakt onze afweerkracht niet
nog veel minder onzen wil, die
erop gericht is de voorwaarde voor
de bevrijding te scheppen.
Den bondgenooten, aangesloten bjj
het Pact van Drie en in het bijzon
der den Duitschen kameraden,
geven wjj opnieuw de verzekering
van onzen onwrikbaren wil om met
hen den strijd tot de overwinning
voort te zetten."
SMEERMIDDELEN.
Van 1 Juni tot en met 31 October '44
geeft elk der bonnen „periode e" recht
op het op de bonnen vermelde aantal
eenheden smeermiddelen.
B« het duiken halswervel gebroken. -
Zondag is in een ziekenhuis te Hilver
sum overleden de 25-jarige B. Mayer, die
met Pinksteren in een der zweminrich
tingen te Loosdrecht bij het duiken zoo
ongelukkig terecht kwam, dat hij een
halswervel brak.
Knaapje verdronken, - Gisterochtend
is in de Delfshavensche Schie te Rotter
dam drijvende gevonden het lijkje van
den 6-jarigen S. Spaan, welk knaapje
sinds Vrijdag uit de ouderlijke woning
werd vermist.
De „voorloopige regeering der Fran-
sche republiek". - Het dissidentencomité
te Algiers deelt mede, dat het voortaan
den naam „voorloopige regeering der
Fransche republiek" zal voeren.
Op 3 Juni werd de uit een hinderlaag neergeschoten beheerder van het
kindertehuis „De Beele de 60-jarige Rijksduitscher Singenstreu, bijgezet.
De Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss-lnquart en de Leiter van het
Arbeitsbereich der NSDAP, Oberdienstleiter Ritterbusch, leggen een
krans op het graf Arbeitsbereich der NSDAP/Stapf/Pax m
UIT HET HOOFDKWARTIER VAN
DEN FÜHRER. 5 Juni. (DNB). - Het
opperbevel van de weermacht maakt
bekend:
„Ondanks het aanbod van de
Duitsche leiding, de stad Rome
niet bij de gevechtshandelingen te
betrekken, teneinde haar cultu-
reele waarden te behouden, zijn
Amerikaansche pantserformaties
in de middaguren van den vierden
Jnni tot in het stadscentrum door
gedrongen, om zich in het bezit te
stellen van de bruggen over den
Tiber. Er ontstonden verbitterde
straatgevechten, die in de avond
uren nog voortduurden. Met het
oog op deze houding van den
vijand was het onvermijdelijk, dat
Rome tegen de duidelijk verkon
digde Duitsche bedoelingen, toch
tot strijdgebied werd. De Duitsche
leiding zal echter ook thans nog
ernaar streven, de gevechten in
en om Rome tot de voor de oor
logvoering onvermijdelijke afme
ting te beperken. Ten noordoosten
van de stad zijn hevige gevechten
met sterke vijandelijke aanvals
groepen aan den gang.
In den zwaren strijd ten zuiden van
Rome hebben zich de formaties lucht
doelgeschut van den generaal der vlie
gers Ritter von Pohl bijzonder onder
scheiden.
Bij en ten zuidoosten van Cave, ten
zuiden van Guarcino en ten noorden
van Sora hebben onze troepen sterke
door pantserwagens en slagvliegers
ondersteunde vijandelijke aanvallen
bloedig afgeslagen. In de zware ge
vechten der laatste weken heeft zich
de 71e divisie infanterie onder bevel
van den luitenant-generaal Raapke
bijzonder onderscheiden.
Italiaansche torpedovliegtuigen vie-
Zaterdagmiddag is te Arnhem ter aarde
besteld het stofdelijk overschot van den
Rijksduitscher Singenstreu, beheerder
van het kindertehuis de Beele in Voorst,
die op 30 Mei uit een hinderlaag doodge
schoten, is aangetroffen.
Toen zich van Musis Sacrum uit de be
grafenisstoet in beweging zette, stond het
anders zoo drukke leven in de straat,
die naar het Duitsche Kriegerfriedhof
leidt, sterk onder den indruk van deze
plechtigheid. Onder de klanken van
treurmuziek marcheerden behalve poli
tieke leiders, afdeelingen van de weer
macht, van den Rijksarbeidsdienst, van
de Reichsbahn, de posterijen, de Hitier
Jugend en van de B.D.M. Vóór den lijk
wagen werden de plaggen der partij en
de organisaties gedragen. Véle mannen
en vrouwen volgden de baar.
Op het kerkhof in het bosch, de laat
ste rustplaats van vele Duitsche soldaten,
was nu ook een graf gedolven voor
Richard Singenstreu. Toen de lijkstoet
was opgesteld en de kist onder de klan
ken van het lied der goede kameraden
in het graf was neergelaten, sprak Ober
dienstleiter Ritterbusch de volgende af
scheidswoorden: „Wij willen aan deze
open groeve niet klagen, doch den man
gedenken, die van zijn prilste jeugd af in
trouwe plichtsvervulling zijn weg is ge
gaan. Zijn dienst aan het Duitsche va
derland en de hierheen getrokken volks-
genooten eischten van hem een arbeid,
dien hij, ondanks zijn leeftijd nog in het
volledige bezit van zijn lichamelijke en
geestelijke spankracht, met vreugde ver
vulde. Wie zoo met de gemeenschap,
waarin de Schepper hem geplaatst heeft,
verbonden is, en in deze gemeenschap
werkt, die vervult de Goddelijke Wet.
Het leven van dezen waren strijder moet
ons een lichtend voorbeeld zijn. Met zijn
naam zal zijn geest in ons voortleven".
Nadat Oberdienstleiter Ritterbusch den
dank en de groeten van den Führer
had overgebracht, legden de Rijkscom
missaris, Rijksminister Seyss Inquart, SS
Obergruppenführer en General der Poli
zei Rauter, de Beautragte voor de pro
vincie Gelderland, dr. Schneider, Kreis-
leiter Wunderlich, de Ortskommandant,
kameraden der NSB en vele anderen
kransen neer op het graf.
De belachelijke anoniemen.
Aan het gisteravond door Max Blokzijl
over de radio gehouden politiek week-
praatje ontleenen wij het volgende:
Daar zit ik onlangs in de tram die een
van onze groote steden met dorpen in
den omtrek verbindt Tegenover me zit
mr. Prikkeldraad, het klassieke type van
de soort Nederlanders, die Multatuli,
ware hij nog in leven, tot e^n satyre,
waar de gal van afdroop, zou verleid
hebben.
Hemelsche goedheid. Dat zulke men-
schen onder ons leven, allen onzin, alle
kleinburgerlijke stompzinnigheid, allen
krentenwegershaat kon je van dat laffe
en onbeduidende gezicht aflezen Onze
weg voerde langs kortelings door weer-
machtsonderdeelen overdruk bewoonde
streken, zoodat er op elke honderd me
ter weer iets anders, dat met oorlog te
maken heeft, te zien viel. 's Mans oogen
puilden uit van intense nieuwsgierigheid.
Elke schildwacht, elke groep jonge SS-
mannen, die met naakt, gebruind boven
lijf aan het marcheeren w aren, elke sec
tie mitrailleurschutters of tirailleurs in
het open veld, was voor dezen droog
stoppel aanleiding om zijn gebrek aan
humor en geest, zi.i- hopelooze burger
mansmentaliteit en zijn zucht naar suc
ces bij zijn helaas voor hen alleen maar
stompzinnig ja-knikkende medereizigers
schaamteloos bloot te geven. Hij is niet
het eenige voorbeeld van zijn jammerlijk
gilde. Tienduizenden van deze soort
sjokken tot berstens toe zelfvoldaan door
Nederlands dreven en wachten met
smart op een bewijs van onze instem
ming en onze bewondering voor hun be
schimmelde intelligentie van kleine haat-
zaaiers We zitten tot ver over onze
ooren in den gcweldigsten van alle oor
logen morgen kan Nederland in brand
staan' en deze kikvorsch meende, dat
het nog van pas is, zijn schamele cr|-
tiek uit te oefenen op wat hij smalend
als „soldaatje spelen" meende te moeten
kenschetsen. Niet te gelooven, hoe goed
deze arme ziel over de strategische plan-
nen der geallieerden en over de wanhoops-
stemming in het kamp der nazi's geïn
formeerd bleek. Natuurlijk kende hli
ook een Duitsch officier, die hem in
strikt vertrouwen had verteld, dat de
Duitsche weermacht schoon genoeg heeft
van den oorlog, en dat in Duitschland
alleen nog maar een stelletje partijbon
zen, die niet meer terug kunnen en al
les op één kaart gezet hebben, nog ach
ter den Führer staan. „Het is nog maar
tt
een kwestie van weken meer meneer,
en dan zijn deze soldaatjesspelers daar
naast ons in geen velden of wegen meer
te zien". Ja, ja, knikte de omgeving
En toen bleek ineens, dat die omgeving
ook al het een en ander wist, waarvan
men voordien moest aannemen, dat hei
alleen maar in de hoogste regionen der
wederzijdsche weermachten bekend kon
zijn.
Natuurlijk luisterde ik met stijgende
belangstelling.
Ik mocht dan vaststellen, dat deze bra
ve burgerij van droogstoppels en slijme-
rikken warempel nog aan bevrijdingsdata
gelooft en blijmoedig alle stijgende onge
makken van deze weken op zich neemt,
omdat„het toch maar een kwestie
van hoogstens een paar weken is".
„Laat 't nou maar gauw komen, dan
zijn we er tenminste doorheen, en dan
kunnen die versperringen en controles
opgeruimd worden", meende een als heer
vermomde kleine bureaucraat bij het
passeeren van een afgesloten woonwijk.
„Drie weken meneer", zei mr. Prikkel
draad stralend, „en we zullen dien zooge-
naamden strijders eens laten zien, hoe een
Nederlander optreedt, als hem de kans
gegeven wordt".
Op dat oogenblik stopte de tram aan
de volgende halte. Een afdeeling solda
ten met veel bagage moest mee. Plaats
was er niet. Waarop de conducteur ge
lastte, een halven wagen onmiddellijk
vrij te maken. Mr. Prikkeldraad zette
zich in postuur. Niet dan over mijn lijk,
kon men van zijn rood aangeloopen ge
zicht aflezen. Tot de bevelvoerende on
derofficier juist achter hem tegen de
ruit tikte met een gebaar, dat niet ver
keerd te begrijpen was. En toen had U
mr Prikkeldraad moeten zien dringen
om naar buiten te komen. Maar zijn
wraak zal zeker verschrikkelijk zijn,
mocht hij ooit op honderd meter achter
een Engelsche voorhoede aanloopen. We
hebben met z'n allen de volgende tram
genomen Helaas heb ik mijn vriend
daarbij uit het oog verloren. Hij zou mij
zeker nog kostelijk materiaal hebben
verschaft.
Maar ook zóó ben ik hem dankbaar.
Hem en zijn tienduizenden evenbeelden
Ik weet wel, dat het niets zal helpen
of ik ook een gesprek met hem begin
Ik wil het toch doen, omdat ik er een
voudig het zwijgen niet toe kan doen.
Kleine zielen van Nederlanders, wil ik
tot hen zeggen, houdt er mee op. Ge
maakt U hopeloos belachelijk. Uzelf, en
het volk, waar ge toe behoort. En dat
zelfde zeg ik tot die nu weer heel wat
talrijker wordende anonieme briefschrij
vers, die opnieuw een offensief tegen den
armen radiospreker hebben ingezet. Oor
log voeren in dezen tijd is een technisch
beroep, dat een enorme kennis en erva
ring vereischt. Om van aangeboren ta
lent maar niet eens te spreken. Letter
lijk alle onderdeelen der wetenschap ko
men er bij kijken, en verlangen een
meesterlijke beheersching van het ge
heel en van de details. Kennis van pae-
dagogie, van het uithoudingsvermogen,
van het hoog houden van het moreel,
zijn even onontbeerlijk als strategisch en
tactisch inzicht. Omdat de moderne oor
log wat wij plegen te noemen een totaal
karakter heeft aangenomen, komen voor
de aanvoerders van weermacht en volk
nog nieuwe taken, die zich veel meer
dan vroeger uitstrekken over vragen van
transport, voedselvoorziening, omstelling
van bedrijven, decentralisatie van weer
machtsindustrie, en honderd en meer an
dere factoren.
Wat in een oorlog als de tegenwoordi
ge aan de verschillende fronten ge
schiedt, mag niet plaatselijk worden be
oordeeld en is niet beslissend voor den
eindstrijd. De strijdende partijen plegen
te beschikken over' zeer deskundige spe
cialisten, meestal hooge of opperofficie-
ren, die in krant en radio regelmatig
voorlichten en natuurlijk slechts loslaten
wat zonder gevaar voor de eigen positie
mag worden gezegd. Zij weten in vele
gevallen meer dan de knapste koppen
onder ons leeken, zeker weten zij hon
derd maal meer dan mr. Prikkeldraad
en consorten, maar deze strategische tin
negieters vervelen ons desondanks dage
lijks met hun zieligen onzin en hun
tramgeleerdheid. Lacht ze uit, waar ze
U lastig komen vallen. Ze weten niets,
ze snappen er geen jota van, zij zijn al
leen maar belachelijk en vervelend. Laat
ze in koffiesurrogaat stikken en verdwij
nen, nog voordat er een Duitsche onder
officier met een afdeeling vroolijke SS-
mannen in de buurt komt.
In dezen oorlog is nog niets, maar dan
ook niets beslissends gebeurd. Noch in
het Oosten, noch in Italië, noch onder
den invloed der luchtaanvallen, en zeker
allerminst in het Westen. Het is wel in
hooge mate waarschijnlijk, dat dezen zo
mer nieuwe botsingen der wederzijdsche
weermachten van nog niet bij benadering
te schatten omvang zal brengen, maar
het is volkomen nuttelooze tijdsverspil-
ling daarom nu maar vast met voor
spellingen te komen aandragen. Komt het
tot een invasie in het Westen, waar dan
ook, en tot schijn-invasies op andere
punten, dan volgt daarop geen plotselin
ge beslissing maar een hardnekkige
strijd van niet te schatten duur en he
vigheid.
Alles, wat in Europa weerbaar is of ia
dienst van de weerbaarheid staat, vecht
daarbij om leven of vernietiging. Het is
niet aan te nemen, dat zulk een strijd
binnen weinig maanden beslist zou zijn.
Mr. Prikkeldraad kent het nationaal-
socialisme, en in het bijzonder het natio-
naal-socialistisehe Duitschland niet. En
blijkbaar geldt dat voor 95% van alle Ne
derlanders. Gelukkig is het slechts een
klein percentage, dat desondanks den
moed heeft zichzelf a la Prikkeldraad te
blameeren door het rondcolporteeren met
eigen domheid. Kenden de prikkeldra-
ders het Duitsche volk en vooral de
Duitsche jeugd van heden wel, dan zou
den ze het uit hun hart laten, zich nog
verder aan ons stilzwijgende medelijden
prijs te geven.
Ik zou al dezen surrogaat-strategen en
coupé-politici den raad willen geven,
steeds te bedenken, dat het aantal Ne
derlanders uit alle groepen van ons volk,
dat verstandig genoeg is om de dingen
nuchter te beoordeelen en eigen onver
mogen om het geheel te overzien toe te
geven, allesbehalve gering is. Van de
acht of tien reizenden in een coupé
tweede of derde klasse zijn er naar alle
waarschijnlijkheid altijd wel een of twee,
die, zij het dan ook niet openlijk, op een
overwinning van de nieuwe ordening
hopen, en een onbeperkt vertrouwen in
de verdedigers van Europa hebben. Die
lachen U in stilte uit. prikkeldraders, als
ze al niet het geduld verliezen en U van
duidelijke repliek dienen, in welk laat
ste geval ge dan, dat weet ik, de ge
woonte hebt er verder het zwijgen toe
te doen, ge weet niets, en Uw mede
reizigers weten evenmin iets. Alleen de
hoogste leiders der staten en weermach
ten weten het juiste, en dan in hoofd
zaak wat hun eigen kant betreft, aange
vuld met wat hun deskundigheid en hun
inlichtingendienst mogelijk maken. van
de andere zijde te weten of voor waar
schijnlijk te houden.
Alles, wat daarbuiten valt, is domheid
of kwaadwilligheid, zucht om zich be
langrijk te maken, in het ergste geval
neiging tot ophitsing. Met alle persoon
lijke risico voor den betweter.
Het is natuurlijk dwaasheid te bewe
ren, dat alleen maar de voortreffelijk
ingelichte en hoogste staats- en weer
machtsinstanties het recht zouden heb
ben, een meening te bezitten over den
stand van zaken, wij allen, al dan niet
onmiddellijk betrokkenen, hebben onzen
persoonlijken kijk op de situatie. Maar
wie nog een grein gezond verstand heeft
bewaard, zal zich niet blameeren door,
zooals de dingen er heden voorstaan, te
gaan dazen over een spoedig einde, een
onmiddellijk op handen zijn van een her
stel van het oude en meer van dat
fraais. Het oude keert niet terug.
Het einde is niet in zicht.
Een militair overwicht van een van
beide kanten is zelfs niet In de verte te
ontdekken. Alleen de strategen van den
kouden grond weten het beter.
Maar we behouden ons het recht voor,
hen te allen tijde in het gezicht uit te
lachen.
len in den afgeloopen nacht scheeps-
doelen in de Baai van Gibraltar aan,
beschadigden vier vrachtschepen met
'n gezamenlijken inhoud van 30.000 brt.
ernstig, en plaatsten treffers op twee
andere vrachtschepen.
Bij aanvallen van formaties Ameri
kaansche bommenwerpers op het
noord-Italiaansche gebied en op het
frontgebied, werden door luchtdoel
artillerie der luchtmacht, jagers en
marineluchtdoelgeschut negentien vij
andelijke vliegtuigen neergeschoten.
Een Duitsche duikbootjager heeft in
de Egeïsche Zee een vijandelijke on
derzeeboot tot zinken gebracht.
Aan het Oostelijk front.
Aan het Oostelijke front won de
aanval der Duitsch-Roemeensche troe
pen in het strijdgebied ten N. W. van
Jassy, ondanks hevigen vijandelijken
tegenstand en herhaalde tegenaanval
len, verder terrein. Sterke formaties
Duitsch-Roemeensche vliegtuigen
mengden zich voortdurend met goede
uitwerking in den strijd en vernietig
den in luchtgevechten 42 vijandelijke
vliegtuigen.
In het verloop van verscheidene
nachtelijke gevechten hebben escorte
strijdkrachten der Duitsche marine in
de Finsche Golf vier Sovjet-Russische
torpedomotorbooten tot zinken ge
bracht en gevangenen gemaakt.
Enkele Britsche vliegtuigen wierpen
in den afgeloopen nacht bommen op
het stadsgebied van Keulen".
De heer Ben Royaards is artistiek
leider geworden van het voornaam
ste en beste tooneelgezelschap van
ons land.
Ik wensch hem kracht.
Niet in de eerste plaats om op te
roeien tegen de dames en heeren ac
teurs en actrices die sedert de
dagen van het oude Athene den naam
genieten, dat zij tot de lastigste cate
gorie menschen behooren, die denk
baar is maar vooral tegen de her
innering aan zijn beroemden vader,
Doctor Willem.
Beroemde vaders bewijzen hun ta
lentvollen zonen altijd een kwaden
dienst, want zij belasten hen met de
verplichting eener schier bovenmen-
schelijken arbeid. Want in het oog
van het publiek wordt de beroemde
vader zelden geëvenaard, en nog
méér zelden overtroffen, door zijn
zoon, ook al heeft deze groote en
grootere begaafdheden.
De zoon betaalt voor den roem van
zijn vader. Wat wellicht billijk is,
want de vader zal vroeger, dank zij
zijn roem, een heeleboel voor zijn
zoons hebben kunnen betalen.
En dan is het voor den vader ook
niet altijd een pretje, wanneer een
zoon zijn eigen ambacht kiest. Onze
goede Joost van den Vondel was
een dichter. Zijn lieve zoon was óók
dichter. Die dichtte namelijk het eene
gat met het andere, en het laatste
gat moest pa met zijn roem en zijn
duiten weer dichten.
Inmiddels, Ben Royaards, nog
maals sterkte!
OVIDIUS. J
De Leider voerde
het woord.
Op initiatief van den Gemachtigde
voor Landbouw en Visschertf is Za
terdagmiddag te Arnhem een bijeen
komst gehouden ter eere van de na
gedachtenis van dr. F. E. Posthuma
en F. F. Graf Grote, Landesbauern-
führer en leider van Geschaftsgruppe
Ern&hrung und Landwirtschaft bij het
Rijkscommissariaat.
In herinnering zij gebracht, dat dr.
Posthuma op 3 Juni 1943 door moor
denaarshand om het leven kwam, zoo
dat deze dag de eerste verjaardag
van zijn dood was. Graf Grote sneu
velde in Maart 1942 aan het Oostfront.
Van Duitsche zijde werd de bijeen
komst o.a. bijgewoond door den Be-
auftragte voor Gelderland van den
Rijkscommissaris, dr. Schneider. De
aanwezigen waren voornamelijk van
den Landstand. Een herdenkingsrede
werd uitgesproken door den Gemach
tigde vöor Landbouw en Visscherij,
den heer Tammens, burgemeester van
Groningen.
In zijn schets over de verdiensten van
dr. Posthuma, die, behalve de grootste
zuiveldeskundige van Nederland, ook een
voortreffelijk kenner van onzen land
bouw in het algemeen was. kwam tot
uiting op hoe groote moeilijkheden deze
in den eersten wereldoorlog als minister
van Landbouw is gestuit.
Toen de huidige oorlog in zicht
kwam, heeft hij in steeds duidelijker
bewoordingen o.m. het scheuren van
grasland bepleit, doch er werd niet
voldoende naar hem geluisterd. Zoo-
dra de huidige oorlog over ons land
kwam. voelde hij zich verplicht, han
delend op te treden en door zijn ar
beid mogen wij nog altijd zeggen, dat
ons volk geen honger lijdt, ondanks
onze groote bevolkingsdichtheid: van 1
H.A. moeten gemiddeld circa vier
menschen leven.
Graf Grote heeft zich groote verdien
sten verworven door de voorbereiding
der eenheid in de landbouworganisatie
van ons land. Reeds op 21 Mei 1940 zocht
hij contact met dr. Posthuma en sinds
dien heeft tusschen hen een vruchtbare
samenwerking bestaan..
Aan het slot der rede hebben de aan
wezigen beide gevallenen staande her
dacht.
Mussert herdenkt de heide dooden.
Daarna voerde de leider van het Ne-
derlandsche volk, Mussert, het woord.
Dr. Posthuma was, aldus Mussert, een
man van uitzonderlijk formaat, 'n Godge-
loovig man, eerlijk en eenvoudig van ka
rakter, ijverig en bekwaam, doorstraald
van liefde voor zijn volk en voor zijn
vaderland. Daarom moest hij den weg
gaan van den grijzen van Oldenbarne-
veldt en de gebroeders De Witt, die door
het grauw werden vermoord.
.Principieel," zoo schreef hij op 22 Fe
bruari 1937, „sta ik op het standpunt, dat
wij niets uit onszelf hebben, maar dat
ons geheele kennen en kunnen het ge
volg is van ontvangen gaven; ik meen,
dat wij van die gaven moeten doen blij
ken door het belang en het welzijn van
het algemeen om niet te willen bevorde
ren." Posthuma wist zich een werktuig
in Gods hand, woekerend met de hem
geschonken gaven en talenten, werkend
zoolang het dag was. In de oorlogsjaren
19141918 had Nederland op zijn smalst
dr. Posthuma uitverkoren tot „hoofd van
jut", zooals nu de N.S.B. van alles de
schuld krijgt was het toen dr. Posthuma,
die voor alle oorlogsellende verantwoor
delijk werd gesteld. Alleen sterke ka
rakters kunnen zulk een spervuur door
staan: Posthuma is er glansrijk in ge
slaagd. Posthuma was er de man niet
naar te bukken voor de goden van zijn
tijd, daarom durfde hij storm te loopen
tegen de ontaarde democratie. Vanaf 1932,
aldus de Leider, werd van verschillende
zijden geprobeerd dr. Posthuma te be
wegen de leiding van een herstelbewe
ging op zich te nemen. Dat er echter
alleen van onder af aan iets te bereiken
zou zijn en het niet alleen ging om het
wegnemen van misbruiken en hervorming
van ons staatsbestel zagen deze heeren
niet in. Posthuma voelde een en ander
instinctmatig zeer goed aan en zag er
dan ook geen heil in. Weliswaar leed hij
onder de verwording en worstelde er te
gen met heel de sterkte van zijn per
soonlijkheid, maar hij achtte het nog te
vroeg om met succes dit volk in zijn ge
zapige rust wakker te schudden.
Ik kan mü zijn innerlijk leed zoo
goed begrijpen, riep de Leider uit, ik
heb er zelf mee geworsteld, zes lange
jaren, van 1925 tot 1931. tot ik het be
sluit nam de N.S.B. te stichten. En
nog zijn wij niet volledig geslaagd. De
trieste waarheid is nu eenmaal, dat
een deel van ons volk eerst wakker
woïdt wanneer negerpiloten hun mi
trailleurs leegschieten op rijdende
treinen. Maar ook zelfs dit moet ons
een aansporing zijn, vol te houden tot
de eindstreep is bereikt, opdat ons
volk zal leven.
Ondanks hoon en verdachtmaking leef
de Posthuma voor zijn volk. Reeds lang
nationaal-socialist naar den geest, aar
zelde hij dan ook niet, na de Meidagen
van 1940 zijn rijke ervaring in dienst te
stellen van dit volk. Zulks in nauwe
samenwerking met den helaas te vroeg
gestorven Graf Grote, dezen edelman met
zijn boerenziel, die voor znn eigen volk
het hoogste offer heeft gebracht, maar
ook ons volk een warm hart toedroeg.
Zoo zullen beide groote mannen in onze
herinnering blijven voortleven; aan onze
hoogachting voor hun karakter paren wij
onzen dank voor hun medewerking en
hun offer. In den smeltkroes van dezen
oorlog worden wij allen beproefd. Moge
het ons gegeven zijn in hun voetsporen
te treden, vertrouwende op hoogere
macht, woekerende met onze talenten en
ons volk dienende in hoogste overgave.
De heer Zijlma, hoofd van de afdeeling
Agrarische Zaken der N.S.B., heeft deze
zeer plechtige bijeenkomst op de gebrui
kelijke wijze gesloten.
Het zesde couplet van het Wilhelmus
werd gezongen.
De persdienst van de NSB meldt:
Thans kan reeds worden bekend
gemaakt, dat de eerste landelijke
frontzorgcollecte, welke, als besluit
van de WA-frontzorgactie 1943-1944,
op 27 Mei j.1. is gehouden, bij voor
loopige telling honderdvijftig dui
zend gulden heeft opgebracht.
Dit resultaat, dat iedere schatting
heeft overtroffen, spreekt wel een
duidelijke taal. Het Nederlandsche
volk heeft zich van zijn beste zijde
doen kennen.
BIJ HET VERVOER VAN GROENTEN
Het is bij controle door den Centra-
len Controledienst gebleken, dat de
veilingbrieven, welke door den handel
te vervoeren groenten moeten verge
zellen op hun reis, door de veilingen
niet worden ingevuld op de wijze, zoo
als is voorgeschreven in art. 3, 4 en 5
van het „Tuinbouwvervoersbesluit '44".
Aan de veilingen en aan de handela
ren wordt nu medegedeeld, dat met in
gang van 5 Juni de controle zal wor
den verscherpt en proces-verbaal zal
worden opgemaakt wanneer de papie
ren niet volledig zijn ingevuld. Het is
dus wel aan te bevelen, dat er met de
bovenvermelde voorschriften rekening
wordt gehouden bij het uitschrijven der
nota's.
VOORPOSTENBOOTEN OP PATROUILLEVAART.
Dag en nacht paraat onder de moeilijkste omstandigheden, bij stormweer
:n zwaren zeepan**
en zwaren zeegang....
Ook daar staan Nederlandsche vrijwilligers!
Volgt hun voorbeeld: zorgt voor aflossing van de wacht, meldt U bij de
Kriegsmarine. u.
Aanmelding bij de Kriegsmarine:
Marineannahmestelle-West, Plompetorengracht 24, Utrecht. Alle Hafen- en
Ortskommandanturen en de verschillende SS-Meldestellen in Nederland.
(£010 All/g. Rm.)