DAGBLAD VOOR Rome door de Geallieerden „veroverd Dr. Posthuma en graaf Grote herdacht. Max Blokzijl en de „tramstrateeg Führer wenschte, dat er in de stad niet gevochten zou worden. Verduister van 22.00-5.30 u. Geallieerden ontzien Rome niet. Amerikanen lokten verbitterde straat gevechten uit. Distributienieuws. Nieuws in 't kort. Opnieuw terreinwinst bij Jassy. Slachtoffer van sluipmoord begraven. Den haatzaaiers en droogstoppels een spiegel voorgehouden. Beroemde vaders Anderhalve ton voor Frontzorg. VRIJE VAART VOOR EUROPA. Uitgave: Dagblad voor Noord-Holland N.V, Alkmaar - Voordam C 9. Bureau der Helderscbe Editie: Den Helder: Koningstraat 78, Telefoon 2345 (2 lijnen). Postrekening 449041. DINSDAG 6 JUNI 1944. HELDERSCHE EDITIE NOORD-HOLLAND 88e Jaargang, No. 130, 2 pagina's. Hoofdredacteur; H. M. C. SCHR5DER, Alkmaar. Deze Conrant verschijnt dagelijks. Advertentie-tarief: Prijs der gewone advertenties in deze Editie 11 ct. per m.m. Bij contract binnen een jaar tc gebruiken belang rijke korting. Tarieven voor de gebeele oplage op aanvrage. v ff on^Derbevelifehho-onzer Maandagedities heeft men kunnen lezen, hoe de Kesselrine vanhet. Duitsche leger in Italië, generaal-veldmaarschalk „npn ,|.1 ^®mid<ieling van het Vaticaan getracht heeft, Rome tot eeen mllH.- v.erkIaren- Het Duitsche opperbevel wilde zich verplichten frnen^hi, '"stallaties en troepen te hebben in Rome, alsmede geen wegingen in de stad uit te voeren. Evenmin zouden vernielings- egeien getroffen worden. Slechts één voorwaarde stelde Kesselring: ae onbeperkte verzekering van wederkeerigheid. Direct daarop beval de Fiihrcr, dat de Duitsche troepen noordwestelijk van Home zouden terugtrekken, teneinde het oudste cultuurcentrum der wereld niet in de recbtstreeksche gevechtshandelingen te betrekken. Het antwoord der Amerikanen was een proclamatie van generaal A an der, gericht tot de bevolking van Rome, waarin hij de bewoners opwekte, om de geallieerden te steunen tegen „de gemeenschappelijke vijanden, de Duitschers en de fascisten". Initiatief bleef in Duitsche handen. De diplomatieke correspondent van het DNB, dr. Siegfried Horn, schrijft dat de verdediging van Rome heel goed uitvoerbaar geweest zou zijn. Men heeft die echter nagelaten, omdat zij gelijk gestaan zou hebben met de ver nietiging van onvervangbare cultuur goederen. Het afzien van een verdediging dezer stad bewijst dat de Duitsche leiding zich volstrekt niet het initiatief door den vijand laat voorschrijven, zelfs niet wanneer deze daaruit voor zich zelf een prestigesucces zou maken. Vele netelige kwesties, die tot aan da inneming van Rome warsn uitgesteld, gaan thans een opheldering vereischen o.a. de kwestie van het aftreden van Victor Emanuel en de daarmede ver band houdende vraagstukken. Op het Duitsche initiatief, Rome tot open stad te verklaren, heeft de tegenpartij nog niet geantwoord, en volgens de ontvangen inlichtingen schijnt zij ook niet meer te willen antwoorden. De veronderstelling, dat hier blijkbaar sprake is van een Duitsche „truc" zegt genoeg. De oproep van den En- gelsch—Amerikaanschen bevelhebber tot de Romeinsche bevolking, gewa pend verzet te bieden aan de Duitsche bondgenooten. kenmerkt een vernieti- gingswil, die zich evenmin bekommert om het behoud van onvervangbare cul tuurmonumenten, als om het ontzien van de burgerbevolking. Rome vormt ean nieuw voorbeeld voor de reeds vol doende bekende strekking van de En- gelschAmerikaansche oorlogvoering. Verbitterde straatgevechten. De Amerikanen hebben het niet noodig geacht, de Europeesche cultuurmonumenten te sparen. Zondag trokken zij Rome binnen en in de oostelijke wijken der stad ontstonden verbitterde gevechten tusschen de Duitsche troepen en de opdringende Amerikaansche pantserformaties. Hoever het rekening houden van het Duitsche opperbevel met de Romeinsche bevolking en de cul tuurmonumenten der stad ging, blijkt o.a. uit het feit, dat 's avonds de bruggen over den Tiber nog niet waren opgeblazen, een verde digingsmaatregel, die met het oog op het binnendringen van Ameri kaansche pantserwagens in de stad om militaire redenen volkomen ge rechtvaardigd geweest zou zijn. Over de in Rome aangerichte ver woestingen zijn eveneens nog geen nadere berichten ontvangen. Alle ver nielingen komen echter op ondubbel zinnige wijze ten laste van de invasie troepen. Over den «lgeheelen militairen toe stand is bekend geworden, dat de Duitsche formaties aan den Beneden- Tiber er overal in geslaagd zijn zich te distancieeren naar de bevolen ach- terwaartsche linies, zonder dat de Amerikaansche en Britsche aanvals- formaties in staat geweest zouden zijn de stelselmatigheid van deze bewegin gen te beïnvloeden. Ook ten n.o. van de stad konden de Duitsche verdedigingslinies overal naar gunstigere stellingen worden te ruggeschoven ondanks den sterken vijandelijken druk. Duitsche troepen vernielden niets. Ondanks hun aanzienlijke overmacht waren de Amerikaansche aanvalsfor- maties niet in staat, binnen den voor- zienen korten termijn, de Duitsche li nies omver te loopen. In methodischen. taaien strijd vormden de Duitsche gre nadiers veeleer overal langs het Ame rikaansche aanvalsgebied steeds nieuwe haarden van verzet, zoodat eerst in den loop van den middag de oostelijke districten van Rome in de onmiddel lijke nabijheid der gevechtszone lagen. In vertragende gevechten trokken de Duitsche gevechtsgroepen zich dan ge leidelijk terug op de Tiber-overgangen, waarbij zij zich streng aan het bevel hielden van hun kant elke vernieling aan historische bouwwerken en cul tuurmonumenten te vermijden. Zelfs de Tiberbruggen werden, nadat de af tocht van het gros der Duitsche for maties naar den noordelijken oever der rivier voltooid was, niet opgebla zen, teneinde iedere vernieling van historische of uit kunstzinnig oogpunt waardevolle bouwwerken te vermijden. Herhaalde pogingen der Anglo-Ameri- kanen, om de Duitsche achterhoeden, die vertragende gevechten leverden, door operaties ver op den vleugel uit het lood te slaan, stortten door den taaien tegenstand der strijdvaardige Duitsche steunpunten bloedig ineen, hoewel de geallieerden door een mas saal gebruik van slagvliegtuigen en jachtbommenwerpers telkens weer den weg voor hun troepen trachtten te ba nen. Oproep van den Duce. j De Duce heeft, naar aanleiding van het binnenrukken van de Ang- lo-Amerikanen in Rome, een op roep uitgevaardigd, waaraan wij het volgende ontleenen: „Italianen! De Anglo-Amerikaan- sche indringers, voor wie door het verraad van de monarchie op Sicilië en in Saierno de poorten van het vaderland zijn geopend, zijn Rome binnengerukt. Wij willen de draagwijdte van deze gebeurtenis niet verzwakken en ook niet den nadruk leggen op de vertraging waarmede dit tot stand is gekomen. De Duitsche weermacht heeft stap voor stap met heldenmoed ieder duimbreedte Ita- liaanschen grond verdedigd. In eer bied voor hetgeen Ro.ne in de ge schiedenis en in de cultuur der vol ken beteekent. heeft het Duitsche opperbevel, teneinde de bevolking nog zwaardere offers te besparen, er van afgezien de stad te verdedi gen, hetgeen het had kunnen doen. Wij zeggen tot de Romeinen: blüft moreel standvastig jegens d.. indrin gers, die binnen uw stadsmuren de mannen van de onvoorwaardelijke capitulatie en een regeering terug brengen, die door een agent van Moskou geleid wordt. U, broeders in Zuid-Italië, die reeds verscheidene maanden lijdt onder d*n wreeden druk en de smadelijke Anglo-Ame- rikaansche onderdrukking, zeggen wij: draagt er met alle middelen toe bij om het leven van de indringers steeds moeilijker en onveiliger te maken. Den Italianen in de provin cies der Italiaansche Sociale Repu bliek roepen wij als hoogste ver maning toe: de val van Rome ver zwakt onze afweerkracht niet nog veel minder onzen wil, die erop gericht is de voorwaarde voor de bevrijding te scheppen. Den bondgenooten, aangesloten bjj het Pact van Drie en in het bijzon der den Duitschen kameraden, geven wjj opnieuw de verzekering van onzen onwrikbaren wil om met hen den strijd tot de overwinning voort te zetten." SMEERMIDDELEN. Van 1 Juni tot en met 31 October '44 geeft elk der bonnen „periode e" recht op het op de bonnen vermelde aantal eenheden smeermiddelen. B« het duiken halswervel gebroken. - Zondag is in een ziekenhuis te Hilver sum overleden de 25-jarige B. Mayer, die met Pinksteren in een der zweminrich tingen te Loosdrecht bij het duiken zoo ongelukkig terecht kwam, dat hij een halswervel brak. Knaapje verdronken, - Gisterochtend is in de Delfshavensche Schie te Rotter dam drijvende gevonden het lijkje van den 6-jarigen S. Spaan, welk knaapje sinds Vrijdag uit de ouderlijke woning werd vermist. De „voorloopige regeering der Fran- sche republiek". - Het dissidentencomité te Algiers deelt mede, dat het voortaan den naam „voorloopige regeering der Fransche republiek" zal voeren. Op 3 Juni werd de uit een hinderlaag neergeschoten beheerder van het kindertehuis „De Beele de 60-jarige Rijksduitscher Singenstreu, bijgezet. De Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss-lnquart en de Leiter van het Arbeitsbereich der NSDAP, Oberdienstleiter Ritterbusch, leggen een krans op het graf Arbeitsbereich der NSDAP/Stapf/Pax m UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER. 5 Juni. (DNB). - Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: „Ondanks het aanbod van de Duitsche leiding, de stad Rome niet bij de gevechtshandelingen te betrekken, teneinde haar cultu- reele waarden te behouden, zijn Amerikaansche pantserformaties in de middaguren van den vierden Jnni tot in het stadscentrum door gedrongen, om zich in het bezit te stellen van de bruggen over den Tiber. Er ontstonden verbitterde straatgevechten, die in de avond uren nog voortduurden. Met het oog op deze houding van den vijand was het onvermijdelijk, dat Rome tegen de duidelijk verkon digde Duitsche bedoelingen, toch tot strijdgebied werd. De Duitsche leiding zal echter ook thans nog ernaar streven, de gevechten in en om Rome tot de voor de oor logvoering onvermijdelijke afme ting te beperken. Ten noordoosten van de stad zijn hevige gevechten met sterke vijandelijke aanvals groepen aan den gang. In den zwaren strijd ten zuiden van Rome hebben zich de formaties lucht doelgeschut van den generaal der vlie gers Ritter von Pohl bijzonder onder scheiden. Bij en ten zuidoosten van Cave, ten zuiden van Guarcino en ten noorden van Sora hebben onze troepen sterke door pantserwagens en slagvliegers ondersteunde vijandelijke aanvallen bloedig afgeslagen. In de zware ge vechten der laatste weken heeft zich de 71e divisie infanterie onder bevel van den luitenant-generaal Raapke bijzonder onderscheiden. Italiaansche torpedovliegtuigen vie- Zaterdagmiddag is te Arnhem ter aarde besteld het stofdelijk overschot van den Rijksduitscher Singenstreu, beheerder van het kindertehuis de Beele in Voorst, die op 30 Mei uit een hinderlaag doodge schoten, is aangetroffen. Toen zich van Musis Sacrum uit de be grafenisstoet in beweging zette, stond het anders zoo drukke leven in de straat, die naar het Duitsche Kriegerfriedhof leidt, sterk onder den indruk van deze plechtigheid. Onder de klanken van treurmuziek marcheerden behalve poli tieke leiders, afdeelingen van de weer macht, van den Rijksarbeidsdienst, van de Reichsbahn, de posterijen, de Hitier Jugend en van de B.D.M. Vóór den lijk wagen werden de plaggen der partij en de organisaties gedragen. Véle mannen en vrouwen volgden de baar. Op het kerkhof in het bosch, de laat ste rustplaats van vele Duitsche soldaten, was nu ook een graf gedolven voor Richard Singenstreu. Toen de lijkstoet was opgesteld en de kist onder de klan ken van het lied der goede kameraden in het graf was neergelaten, sprak Ober dienstleiter Ritterbusch de volgende af scheidswoorden: „Wij willen aan deze open groeve niet klagen, doch den man gedenken, die van zijn prilste jeugd af in trouwe plichtsvervulling zijn weg is ge gaan. Zijn dienst aan het Duitsche va derland en de hierheen getrokken volks- genooten eischten van hem een arbeid, dien hij, ondanks zijn leeftijd nog in het volledige bezit van zijn lichamelijke en geestelijke spankracht, met vreugde ver vulde. Wie zoo met de gemeenschap, waarin de Schepper hem geplaatst heeft, verbonden is, en in deze gemeenschap werkt, die vervult de Goddelijke Wet. Het leven van dezen waren strijder moet ons een lichtend voorbeeld zijn. Met zijn naam zal zijn geest in ons voortleven". Nadat Oberdienstleiter Ritterbusch den dank en de groeten van den Führer had overgebracht, legden de Rijkscom missaris, Rijksminister Seyss Inquart, SS Obergruppenführer en General der Poli zei Rauter, de Beautragte voor de pro vincie Gelderland, dr. Schneider, Kreis- leiter Wunderlich, de Ortskommandant, kameraden der NSB en vele anderen kransen neer op het graf. De belachelijke anoniemen. Aan het gisteravond door Max Blokzijl over de radio gehouden politiek week- praatje ontleenen wij het volgende: Daar zit ik onlangs in de tram die een van onze groote steden met dorpen in den omtrek verbindt Tegenover me zit mr. Prikkeldraad, het klassieke type van de soort Nederlanders, die Multatuli, ware hij nog in leven, tot e^n satyre, waar de gal van afdroop, zou verleid hebben. Hemelsche goedheid. Dat zulke men- schen onder ons leven, allen onzin, alle kleinburgerlijke stompzinnigheid, allen krentenwegershaat kon je van dat laffe en onbeduidende gezicht aflezen Onze weg voerde langs kortelings door weer- machtsonderdeelen overdruk bewoonde streken, zoodat er op elke honderd me ter weer iets anders, dat met oorlog te maken heeft, te zien viel. 's Mans oogen puilden uit van intense nieuwsgierigheid. Elke schildwacht, elke groep jonge SS- mannen, die met naakt, gebruind boven lijf aan het marcheeren w aren, elke sec tie mitrailleurschutters of tirailleurs in het open veld, was voor dezen droog stoppel aanleiding om zijn gebrek aan humor en geest, zi.i- hopelooze burger mansmentaliteit en zijn zucht naar suc ces bij zijn helaas voor hen alleen maar stompzinnig ja-knikkende medereizigers schaamteloos bloot te geven. Hij is niet het eenige voorbeeld van zijn jammerlijk gilde. Tienduizenden van deze soort sjokken tot berstens toe zelfvoldaan door Nederlands dreven en wachten met smart op een bewijs van onze instem ming en onze bewondering voor hun be schimmelde intelligentie van kleine haat- zaaiers We zitten tot ver over onze ooren in den gcweldigsten van alle oor logen morgen kan Nederland in brand staan' en deze kikvorsch meende, dat het nog van pas is, zijn schamele cr|- tiek uit te oefenen op wat hij smalend als „soldaatje spelen" meende te moeten kenschetsen. Niet te gelooven, hoe goed deze arme ziel over de strategische plan- nen der geallieerden en over de wanhoops- stemming in het kamp der nazi's geïn formeerd bleek. Natuurlijk kende hli ook een Duitsch officier, die hem in strikt vertrouwen had verteld, dat de Duitsche weermacht schoon genoeg heeft van den oorlog, en dat in Duitschland alleen nog maar een stelletje partijbon zen, die niet meer terug kunnen en al les op één kaart gezet hebben, nog ach ter den Führer staan. „Het is nog maar tt een kwestie van weken meer meneer, en dan zijn deze soldaatjesspelers daar naast ons in geen velden of wegen meer te zien". Ja, ja, knikte de omgeving En toen bleek ineens, dat die omgeving ook al het een en ander wist, waarvan men voordien moest aannemen, dat hei alleen maar in de hoogste regionen der wederzijdsche weermachten bekend kon zijn. Natuurlijk luisterde ik met stijgende belangstelling. Ik mocht dan vaststellen, dat deze bra ve burgerij van droogstoppels en slijme- rikken warempel nog aan bevrijdingsdata gelooft en blijmoedig alle stijgende onge makken van deze weken op zich neemt, omdat„het toch maar een kwestie van hoogstens een paar weken is". „Laat 't nou maar gauw komen, dan zijn we er tenminste doorheen, en dan kunnen die versperringen en controles opgeruimd worden", meende een als heer vermomde kleine bureaucraat bij het passeeren van een afgesloten woonwijk. „Drie weken meneer", zei mr. Prikkel draad stralend, „en we zullen dien zooge- naamden strijders eens laten zien, hoe een Nederlander optreedt, als hem de kans gegeven wordt". Op dat oogenblik stopte de tram aan de volgende halte. Een afdeeling solda ten met veel bagage moest mee. Plaats was er niet. Waarop de conducteur ge lastte, een halven wagen onmiddellijk vrij te maken. Mr. Prikkeldraad zette zich in postuur. Niet dan over mijn lijk, kon men van zijn rood aangeloopen ge zicht aflezen. Tot de bevelvoerende on derofficier juist achter hem tegen de ruit tikte met een gebaar, dat niet ver keerd te begrijpen was. En toen had U mr Prikkeldraad moeten zien dringen om naar buiten te komen. Maar zijn wraak zal zeker verschrikkelijk zijn, mocht hij ooit op honderd meter achter een Engelsche voorhoede aanloopen. We hebben met z'n allen de volgende tram genomen Helaas heb ik mijn vriend daarbij uit het oog verloren. Hij zou mij zeker nog kostelijk materiaal hebben verschaft. Maar ook zóó ben ik hem dankbaar. Hem en zijn tienduizenden evenbeelden Ik weet wel, dat het niets zal helpen of ik ook een gesprek met hem begin Ik wil het toch doen, omdat ik er een voudig het zwijgen niet toe kan doen. Kleine zielen van Nederlanders, wil ik tot hen zeggen, houdt er mee op. Ge maakt U hopeloos belachelijk. Uzelf, en het volk, waar ge toe behoort. En dat zelfde zeg ik tot die nu weer heel wat talrijker wordende anonieme briefschrij vers, die opnieuw een offensief tegen den armen radiospreker hebben ingezet. Oor log voeren in dezen tijd is een technisch beroep, dat een enorme kennis en erva ring vereischt. Om van aangeboren ta lent maar niet eens te spreken. Letter lijk alle onderdeelen der wetenschap ko men er bij kijken, en verlangen een meesterlijke beheersching van het ge heel en van de details. Kennis van pae- dagogie, van het uithoudingsvermogen, van het hoog houden van het moreel, zijn even onontbeerlijk als strategisch en tactisch inzicht. Omdat de moderne oor log wat wij plegen te noemen een totaal karakter heeft aangenomen, komen voor de aanvoerders van weermacht en volk nog nieuwe taken, die zich veel meer dan vroeger uitstrekken over vragen van transport, voedselvoorziening, omstelling van bedrijven, decentralisatie van weer machtsindustrie, en honderd en meer an dere factoren. Wat in een oorlog als de tegenwoordi ge aan de verschillende fronten ge schiedt, mag niet plaatselijk worden be oordeeld en is niet beslissend voor den eindstrijd. De strijdende partijen plegen te beschikken over' zeer deskundige spe cialisten, meestal hooge of opperofficie- ren, die in krant en radio regelmatig voorlichten en natuurlijk slechts loslaten wat zonder gevaar voor de eigen positie mag worden gezegd. Zij weten in vele gevallen meer dan de knapste koppen onder ons leeken, zeker weten zij hon derd maal meer dan mr. Prikkeldraad en consorten, maar deze strategische tin negieters vervelen ons desondanks dage lijks met hun zieligen onzin en hun tramgeleerdheid. Lacht ze uit, waar ze U lastig komen vallen. Ze weten niets, ze snappen er geen jota van, zij zijn al leen maar belachelijk en vervelend. Laat ze in koffiesurrogaat stikken en verdwij nen, nog voordat er een Duitsche onder officier met een afdeeling vroolijke SS- mannen in de buurt komt. In dezen oorlog is nog niets, maar dan ook niets beslissends gebeurd. Noch in het Oosten, noch in Italië, noch onder den invloed der luchtaanvallen, en zeker allerminst in het Westen. Het is wel in hooge mate waarschijnlijk, dat dezen zo mer nieuwe botsingen der wederzijdsche weermachten van nog niet bij benadering te schatten omvang zal brengen, maar het is volkomen nuttelooze tijdsverspil- ling daarom nu maar vast met voor spellingen te komen aandragen. Komt het tot een invasie in het Westen, waar dan ook, en tot schijn-invasies op andere punten, dan volgt daarop geen plotselin ge beslissing maar een hardnekkige strijd van niet te schatten duur en he vigheid. Alles, wat in Europa weerbaar is of ia dienst van de weerbaarheid staat, vecht daarbij om leven of vernietiging. Het is niet aan te nemen, dat zulk een strijd binnen weinig maanden beslist zou zijn. Mr. Prikkeldraad kent het nationaal- socialisme, en in het bijzonder het natio- naal-socialistisehe Duitschland niet. En blijkbaar geldt dat voor 95% van alle Ne derlanders. Gelukkig is het slechts een klein percentage, dat desondanks den moed heeft zichzelf a la Prikkeldraad te blameeren door het rondcolporteeren met eigen domheid. Kenden de prikkeldra- ders het Duitsche volk en vooral de Duitsche jeugd van heden wel, dan zou den ze het uit hun hart laten, zich nog verder aan ons stilzwijgende medelijden prijs te geven. Ik zou al dezen surrogaat-strategen en coupé-politici den raad willen geven, steeds te bedenken, dat het aantal Ne derlanders uit alle groepen van ons volk, dat verstandig genoeg is om de dingen nuchter te beoordeelen en eigen onver mogen om het geheel te overzien toe te geven, allesbehalve gering is. Van de acht of tien reizenden in een coupé tweede of derde klasse zijn er naar alle waarschijnlijkheid altijd wel een of twee, die, zij het dan ook niet openlijk, op een overwinning van de nieuwe ordening hopen, en een onbeperkt vertrouwen in de verdedigers van Europa hebben. Die lachen U in stilte uit. prikkeldraders, als ze al niet het geduld verliezen en U van duidelijke repliek dienen, in welk laat ste geval ge dan, dat weet ik, de ge woonte hebt er verder het zwijgen toe te doen, ge weet niets, en Uw mede reizigers weten evenmin iets. Alleen de hoogste leiders der staten en weermach ten weten het juiste, en dan in hoofd zaak wat hun eigen kant betreft, aange vuld met wat hun deskundigheid en hun inlichtingendienst mogelijk maken. van de andere zijde te weten of voor waar schijnlijk te houden. Alles, wat daarbuiten valt, is domheid of kwaadwilligheid, zucht om zich be langrijk te maken, in het ergste geval neiging tot ophitsing. Met alle persoon lijke risico voor den betweter. Het is natuurlijk dwaasheid te bewe ren, dat alleen maar de voortreffelijk ingelichte en hoogste staats- en weer machtsinstanties het recht zouden heb ben, een meening te bezitten over den stand van zaken, wij allen, al dan niet onmiddellijk betrokkenen, hebben onzen persoonlijken kijk op de situatie. Maar wie nog een grein gezond verstand heeft bewaard, zal zich niet blameeren door, zooals de dingen er heden voorstaan, te gaan dazen over een spoedig einde, een onmiddellijk op handen zijn van een her stel van het oude en meer van dat fraais. Het oude keert niet terug. Het einde is niet in zicht. Een militair overwicht van een van beide kanten is zelfs niet In de verte te ontdekken. Alleen de strategen van den kouden grond weten het beter. Maar we behouden ons het recht voor, hen te allen tijde in het gezicht uit te lachen. len in den afgeloopen nacht scheeps- doelen in de Baai van Gibraltar aan, beschadigden vier vrachtschepen met 'n gezamenlijken inhoud van 30.000 brt. ernstig, en plaatsten treffers op twee andere vrachtschepen. Bij aanvallen van formaties Ameri kaansche bommenwerpers op het noord-Italiaansche gebied en op het frontgebied, werden door luchtdoel artillerie der luchtmacht, jagers en marineluchtdoelgeschut negentien vij andelijke vliegtuigen neergeschoten. Een Duitsche duikbootjager heeft in de Egeïsche Zee een vijandelijke on derzeeboot tot zinken gebracht. Aan het Oostelijk front. Aan het Oostelijke front won de aanval der Duitsch-Roemeensche troe pen in het strijdgebied ten N. W. van Jassy, ondanks hevigen vijandelijken tegenstand en herhaalde tegenaanval len, verder terrein. Sterke formaties Duitsch-Roemeensche vliegtuigen mengden zich voortdurend met goede uitwerking in den strijd en vernietig den in luchtgevechten 42 vijandelijke vliegtuigen. In het verloop van verscheidene nachtelijke gevechten hebben escorte strijdkrachten der Duitsche marine in de Finsche Golf vier Sovjet-Russische torpedomotorbooten tot zinken ge bracht en gevangenen gemaakt. Enkele Britsche vliegtuigen wierpen in den afgeloopen nacht bommen op het stadsgebied van Keulen". De heer Ben Royaards is artistiek leider geworden van het voornaam ste en beste tooneelgezelschap van ons land. Ik wensch hem kracht. Niet in de eerste plaats om op te roeien tegen de dames en heeren ac teurs en actrices die sedert de dagen van het oude Athene den naam genieten, dat zij tot de lastigste cate gorie menschen behooren, die denk baar is maar vooral tegen de her innering aan zijn beroemden vader, Doctor Willem. Beroemde vaders bewijzen hun ta lentvollen zonen altijd een kwaden dienst, want zij belasten hen met de verplichting eener schier bovenmen- schelijken arbeid. Want in het oog van het publiek wordt de beroemde vader zelden geëvenaard, en nog méér zelden overtroffen, door zijn zoon, ook al heeft deze groote en grootere begaafdheden. De zoon betaalt voor den roem van zijn vader. Wat wellicht billijk is, want de vader zal vroeger, dank zij zijn roem, een heeleboel voor zijn zoons hebben kunnen betalen. En dan is het voor den vader ook niet altijd een pretje, wanneer een zoon zijn eigen ambacht kiest. Onze goede Joost van den Vondel was een dichter. Zijn lieve zoon was óók dichter. Die dichtte namelijk het eene gat met het andere, en het laatste gat moest pa met zijn roem en zijn duiten weer dichten. Inmiddels, Ben Royaards, nog maals sterkte! OVIDIUS. J De Leider voerde het woord. Op initiatief van den Gemachtigde voor Landbouw en Visschertf is Za terdagmiddag te Arnhem een bijeen komst gehouden ter eere van de na gedachtenis van dr. F. E. Posthuma en F. F. Graf Grote, Landesbauern- führer en leider van Geschaftsgruppe Ern&hrung und Landwirtschaft bij het Rijkscommissariaat. In herinnering zij gebracht, dat dr. Posthuma op 3 Juni 1943 door moor denaarshand om het leven kwam, zoo dat deze dag de eerste verjaardag van zijn dood was. Graf Grote sneu velde in Maart 1942 aan het Oostfront. Van Duitsche zijde werd de bijeen komst o.a. bijgewoond door den Be- auftragte voor Gelderland van den Rijkscommissaris, dr. Schneider. De aanwezigen waren voornamelijk van den Landstand. Een herdenkingsrede werd uitgesproken door den Gemach tigde vöor Landbouw en Visscherij, den heer Tammens, burgemeester van Groningen. In zijn schets over de verdiensten van dr. Posthuma, die, behalve de grootste zuiveldeskundige van Nederland, ook een voortreffelijk kenner van onzen land bouw in het algemeen was. kwam tot uiting op hoe groote moeilijkheden deze in den eersten wereldoorlog als minister van Landbouw is gestuit. Toen de huidige oorlog in zicht kwam, heeft hij in steeds duidelijker bewoordingen o.m. het scheuren van grasland bepleit, doch er werd niet voldoende naar hem geluisterd. Zoo- dra de huidige oorlog over ons land kwam. voelde hij zich verplicht, han delend op te treden en door zijn ar beid mogen wij nog altijd zeggen, dat ons volk geen honger lijdt, ondanks onze groote bevolkingsdichtheid: van 1 H.A. moeten gemiddeld circa vier menschen leven. Graf Grote heeft zich groote verdien sten verworven door de voorbereiding der eenheid in de landbouworganisatie van ons land. Reeds op 21 Mei 1940 zocht hij contact met dr. Posthuma en sinds dien heeft tusschen hen een vruchtbare samenwerking bestaan.. Aan het slot der rede hebben de aan wezigen beide gevallenen staande her dacht. Mussert herdenkt de heide dooden. Daarna voerde de leider van het Ne- derlandsche volk, Mussert, het woord. Dr. Posthuma was, aldus Mussert, een man van uitzonderlijk formaat, 'n Godge- loovig man, eerlijk en eenvoudig van ka rakter, ijverig en bekwaam, doorstraald van liefde voor zijn volk en voor zijn vaderland. Daarom moest hij den weg gaan van den grijzen van Oldenbarne- veldt en de gebroeders De Witt, die door het grauw werden vermoord. .Principieel," zoo schreef hij op 22 Fe bruari 1937, „sta ik op het standpunt, dat wij niets uit onszelf hebben, maar dat ons geheele kennen en kunnen het ge volg is van ontvangen gaven; ik meen, dat wij van die gaven moeten doen blij ken door het belang en het welzijn van het algemeen om niet te willen bevorde ren." Posthuma wist zich een werktuig in Gods hand, woekerend met de hem geschonken gaven en talenten, werkend zoolang het dag was. In de oorlogsjaren 19141918 had Nederland op zijn smalst dr. Posthuma uitverkoren tot „hoofd van jut", zooals nu de N.S.B. van alles de schuld krijgt was het toen dr. Posthuma, die voor alle oorlogsellende verantwoor delijk werd gesteld. Alleen sterke ka rakters kunnen zulk een spervuur door staan: Posthuma is er glansrijk in ge slaagd. Posthuma was er de man niet naar te bukken voor de goden van zijn tijd, daarom durfde hij storm te loopen tegen de ontaarde democratie. Vanaf 1932, aldus de Leider, werd van verschillende zijden geprobeerd dr. Posthuma te be wegen de leiding van een herstelbewe ging op zich te nemen. Dat er echter alleen van onder af aan iets te bereiken zou zijn en het niet alleen ging om het wegnemen van misbruiken en hervorming van ons staatsbestel zagen deze heeren niet in. Posthuma voelde een en ander instinctmatig zeer goed aan en zag er dan ook geen heil in. Weliswaar leed hij onder de verwording en worstelde er te gen met heel de sterkte van zijn per soonlijkheid, maar hij achtte het nog te vroeg om met succes dit volk in zijn ge zapige rust wakker te schudden. Ik kan mü zijn innerlijk leed zoo goed begrijpen, riep de Leider uit, ik heb er zelf mee geworsteld, zes lange jaren, van 1925 tot 1931. tot ik het be sluit nam de N.S.B. te stichten. En nog zijn wij niet volledig geslaagd. De trieste waarheid is nu eenmaal, dat een deel van ons volk eerst wakker woïdt wanneer negerpiloten hun mi trailleurs leegschieten op rijdende treinen. Maar ook zelfs dit moet ons een aansporing zijn, vol te houden tot de eindstreep is bereikt, opdat ons volk zal leven. Ondanks hoon en verdachtmaking leef de Posthuma voor zijn volk. Reeds lang nationaal-socialist naar den geest, aar zelde hij dan ook niet, na de Meidagen van 1940 zijn rijke ervaring in dienst te stellen van dit volk. Zulks in nauwe samenwerking met den helaas te vroeg gestorven Graf Grote, dezen edelman met zijn boerenziel, die voor znn eigen volk het hoogste offer heeft gebracht, maar ook ons volk een warm hart toedroeg. Zoo zullen beide groote mannen in onze herinnering blijven voortleven; aan onze hoogachting voor hun karakter paren wij onzen dank voor hun medewerking en hun offer. In den smeltkroes van dezen oorlog worden wij allen beproefd. Moge het ons gegeven zijn in hun voetsporen te treden, vertrouwende op hoogere macht, woekerende met onze talenten en ons volk dienende in hoogste overgave. De heer Zijlma, hoofd van de afdeeling Agrarische Zaken der N.S.B., heeft deze zeer plechtige bijeenkomst op de gebrui kelijke wijze gesloten. Het zesde couplet van het Wilhelmus werd gezongen. De persdienst van de NSB meldt: Thans kan reeds worden bekend gemaakt, dat de eerste landelijke frontzorgcollecte, welke, als besluit van de WA-frontzorgactie 1943-1944, op 27 Mei j.1. is gehouden, bij voor loopige telling honderdvijftig dui zend gulden heeft opgebracht. Dit resultaat, dat iedere schatting heeft overtroffen, spreekt wel een duidelijke taal. Het Nederlandsche volk heeft zich van zijn beste zijde doen kennen. BIJ HET VERVOER VAN GROENTEN Het is bij controle door den Centra- len Controledienst gebleken, dat de veilingbrieven, welke door den handel te vervoeren groenten moeten verge zellen op hun reis, door de veilingen niet worden ingevuld op de wijze, zoo als is voorgeschreven in art. 3, 4 en 5 van het „Tuinbouwvervoersbesluit '44". Aan de veilingen en aan de handela ren wordt nu medegedeeld, dat met in gang van 5 Juni de controle zal wor den verscherpt en proces-verbaal zal worden opgemaakt wanneer de papie ren niet volledig zijn ingevuld. Het is dus wel aan te bevelen, dat er met de bovenvermelde voorschriften rekening wordt gehouden bij het uitschrijven der nota's. VOORPOSTENBOOTEN OP PATROUILLEVAART. Dag en nacht paraat onder de moeilijkste omstandigheden, bij stormweer :n zwaren zeepan** en zwaren zeegang.... Ook daar staan Nederlandsche vrijwilligers! Volgt hun voorbeeld: zorgt voor aflossing van de wacht, meldt U bij de Kriegsmarine. u. Aanmelding bij de Kriegsmarine: Marineannahmestelle-West, Plompetorengracht 24, Utrecht. Alle Hafen- en Ortskommandanturen en de verschillende SS-Meldestellen in Nederland. (£010 All/g. Rm.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1944 | | pagina 1