DOT SMAAKT
kahrel
PR0DE
HM
r
De jongeren in het Frans Hals-museum.
BUSSINK
STROOP
N.C.V.
Stormen over vredig land.
DE STOPPER
tandpasta
met dispergon
tegen tandsteen
Richard Heuckeroth
als dirigent en componist.
Letterkundige Kroniek
T TIJDLOOZE EN 'T TIJDLIJKE.
J
Deventer koek
W. A. Schol ten"
KOmESORROGAAT VAN
Melba beteekent extra
voedsel, óók versterkend
voedsel. - Ze drinken
Melba graag, omdat 't
zoo lekker is.
De Varslerkenda
Kinderdrank
Voor ieder kind - tot
13 jaar - een pak.
EEN WIJS MAN
HEfFf ifn SPAARBRIEf
Een Spaarbrief van de
te 's-Gravenhage Is eert
uiterst soliede belegging
Looptijd 14 jaar.
Grootte 1500.., 1000.- en 2500.-.
Storting vanaf 8.- per maand.
Korting bij betaling ineens 76.-,
f 15(}.- en 876.-. Ultkeerlng kas
1928 in 1943:
hoogste 898... 1792.- en 4480.-.
laagste 650.-, f 1300.- en 3260.-.
Soliditeit: Rijkstoezicht (Verz.k.).
Nadere inlichtingen, mede om-
trent een vertegenwoordiging,
verstrekt de N.C.V. Spaarver-
zekering, Zeestr. 88. Den Haag.
De kwaliteitsvlag blijft
bij den VIVO-kruidenier in
top. Hij garandeert per
soonlijk de zuiverheid van
alles wat hij verkoopt I
LEVENSMIDDELEN-WINKELS
HEDERLANDSCH
FABRIKAAT
P 171
tn de eerle ..Vervoersproblemen snno
1944" lanceeren wij hier oplossing num
mer twee: de diligence Alkmaar—Sint
Pancras. De verbindingsmogelijkheden
van de Kaasstad met het oude Vrone
waren tot op voor enkele jaren vele: de
trein, het „Broekertje", de bus, de flets
en de taxi doch mede door den oorlogs
toestand zijn verschillende hiervan ge
heel of gedeeltelijk uitgevallen. „Geen
nood", zelde een Pancrassenaar, die
toonde Vroeg-op te zijn en hij stelde een
dillgencedlenst in, door onzen teekenear
hierboven op geestige wijze tn beeld ge
bracht. Het vervoermiddel is niet snel,
doch wel knus en veilig is het ook: het
wekt illusies aan oude tijden, doch het
heeft een modernen inslag, welke hier
mede lichtelijk disharmonieert. Nochtans
„dat mag 'm niet hinderen" zegt men
tegenwoordig en velen maken ven den
nood een deugd door zich tn den 2 P. K.-
er te hijschen en zich te leten meevoe
ren door het Zes Wielen-land. En de di
ligence heeft één voordeel bij de electri-
sohe: mocht U eens heel op 't nip
pertje komen en is het vehikel reeds in
beweging, dan moeten Uw botten al zeer
stram zijn, wanneer U 't toch nog niet
haalt
Onder de Nederlandsche dirigenten en
componisten neemt Richard Heuckeroth,
in de allereerste plaats als dirigent, een
voorname positie in.
De naam Heuckeroth heeft voor de
lezers en lezeressen van ons „Dagblad"
geen onbekenden klank. De jaren dat hij
te Hoorn gevestigd was, leidde hij o.a.:
De Orkest- en Zangvereen'. „Sappho,"
Kunst na Arbeid," het Stedelijk Orkest
te Purmerend, „Amicitia" te Landsmeer
enz. die hij alle, onder zijn leiding, tot
grooten bloei bracht en menige muziek
liefhebber en kenner zal dit nog versch
in het geheugen liggen.
Heuckeroth ontving zijn muzikale op
leiding te Breslau, dirigeerde vervolgens
als 1ste' kapelmeester te Passau, Offen-
burg en Duisburg.
De ouderen onder ons kennen hem
speciaal uit de bloeiperiode van de Ne
derlandsche Operette, de Nationale Opera
en van zijn muzikale samenwerking met
den grooten Willem Royaards, in den
glanstijd van ons toonéel.
De geschiedenis van zijn loopbaan als
dirigent is zoo veelomvattend en zou
kolommen in dit blad kunnen vullen dus
zal ik volstaan hier in 't kort een en
ander, speciaal uit zijn Amsterdamschen
tijd, te memoreeren.
Bij de Operette, onder leiding van
Desirè Pauwels en Bart Kreeft in den
Hollandschen Schouwburg en later onder
de directie van Martin Heuckeroth, Pau
wels en Kreeft in het Rembrandt-
Theater te Amsterdam, heeft Heuckeroth
prachtig werk gedaan.
De Schwung en bezieling waarmede
Heuckeroth de opera-voorstellingen leid
de, fascineerde het publiek dermate,
dat avond aan avond de schouwburg tot
den nok gevuld was. Ik herinner mij een
enthousiast, stukje van één onzer be
kendste tooneelcritici uit dien tijd, die
s avonds een voorstelling onder Heucke-
roth's leiding had bijgewoond en in zijn
ochtendblad schreef: „Heuckeroth haalt
uit een orkest van stokvisschen nog
muziek!"
Na de operette kwam Heuckeroth als
dirigent aan de Nationale Opera van G.
Koopman, waar hij triomfen gevierd
heeft.
„De Juweelen van de Madonna" van
Wolf—Ferrari, toén een noviteit voor
Amsterdam. „Louise" van Charpentier,
Puccirii's„Butterfly," /„Cavalleria-Busti-
cana" en „Paljas" waren muzikale
hoogtepunten, onder zijn bekwamé en
artistieke leiding.
Na een uitvoering van Mascagni's „Ca-
valleria-Rusticana," in den Stadsschouw
burg, was het publiek dol van enthou
siasme, zooals men dit alleen bij de
Italianen kent, men „brak de zaal af"
en brulde om den dirigent die „zoek
was" en lang op zich liet wachten, alvo
rens hij, door de zangers en zangeressen
omstuwd, voor het voetlicht kwam om
de hulde van het opgewonden publiek in
ontvangst te nemen. Een opera-avond,
die ik nimmer zal vergeten en nooit
meer heb meegemaakt, zelfs niet bij een
Ttaliaansche voorstelling onder leiding
van den beroemden componist, Pietro
Mascagni!
Heuckeroth's uitvoeringen stonden op
een zeer hoog peil, waren muzikaal en
technisch, èf. Temperamentvol en met
vaste hand leidde hij het geheel tot een
climax van ongekende schoonheid, waar
in hij het publiek meesleepte en het
zelfs tot tranen toe, bewoog.
Een in Amsterdam zeer bekend belas
tingambtenaar, die uit hoofde van zijn
beroep nooit sentimentaliteit kon etalee-
ren, heb ik onder de schitterende uit
voering van „Madame „Butterfly" tranen
zien storten, laat ik erbij zeggen dat het
een kunstzinnig man was.
Na de débacle van de Nationale Opera
(stakingen enz.), werd Heuckeroth's Am-
sterdamsche periode onderbroken en
nam hij, in de plaats van Peter van An-
rooy, de leiding van de Arnhemsche
Orkestvereeniging op zich. Hij debu
teerde daar o.a. met „Dé Vogels" van
Alphons Diepenbrock waarvan hij een
superieure uitvoering gaf, den grooten
componist en vriend van hem. waardig.
Royaards had voor zijn Shakespeare-
opvoeringen de muzikale medewerking
noodig van een eerste^ klasse dirigent en
had daarvoor Heuckeroth op het oog. die
aanvankelijk, geliefd en gewaardeerd als
hij was, door het Arnhemsche concert
publiek, daar niet veel ooren naar had.
Tenslotte is het Royaards gelukt, met
heel veel moeite, hem toch voor Amster
dam te engageeren en is de combinatie
van deze beide groote kunstenaars een
openbaring geworden voor het kunstlie
vend publiek en beleefde Amsterdam
een hoogconjuctuur in de kunst.
Ik noem u o.a. de opvoeringen van
Shakespeare's „Midzomernachtsdroom,"
„Die lustige Weiber von Windsor," „Drie
koningenavond" waar Humperdinck vier
stukjes voor componeerde, Heuckeroth
schreef er nog dertien bij, tot groote
vreugde van het „Utrechtsch Dagblad",
dat de opmerking maakte dat de muziek
van Humperdinck nu eindelijk eens
.volledig" tot uitvoering werd gebracht.
Voor „Figaro" schreef hij o.a. de mu
ziek waarvan 66 opvoeringen in den
Stadsschouwburg gingen. Van 1924—19?R
had Heuckeroth de muzikale leiding bij
de „Ufa" in het Rembrandt-Theater. Hij
illustreerde en dirigeerde daar de groote
films o.a. „Nibelungen" en „Michael
Slrogoff" enz. Ook op dit gebied heeft
hij zijn sporen verdiend. Zijn kolossale
muziekkennis en vaardigheid stelden
hem daar ruimschoots toe in staat.
Als directeur van de Nederlandsche
Kamer-opera heeft hij veel en mooi
werk gedaan.
Weber's „Aboe Hassan." „Martha" van
von Flotow, „Czar und Zimmermann" van
Lortzing en zijn Zangspel „Reinalda"
waarvoor zijn vrouw de tekst geschreven
had en waarin op geestige, amusante
wijze de geschiedenis van een opera
opvoering wordt weergegeven, hebben
enorm veel succes gehad.
Daarna heeft Heuckeroth enkele jaren
van rust gekend In zijn landhuisje op de
Veluwe. Na 1940 vestigt hij zich opnieuw
te Arnhem waar hem een nieuwe taak
wacht en waar hij zijn jongste com
positie, het ballet: „Tanz um Luise"?
vorigen zomer voltooid heeft.
Met belangstelling zien wij Heuckeroth's
jongste schepping tegemoet en hopen
dat de opvoering van dit werk voor den
componist en uitvoerenden een succes
moge worden!
Wanneer zullen wij dezen eminenten
dirigent weer eens voor een opera- of
symphonie-orkest zien verschijnen?
„Bescheidenheid ist eine Zier doch
weiter kommt man ohne „i""hr", is zeker
op Richard Heuckeroth van toepassing.
A. J. S.—Z.
De roman, dien Elsa Bernewitz ge
schreven heeft en die door den heer J.
W. Crom onder den titel „Stormen over
vredig land" in het Nederlandsch ver
taald werd, bezit zonder twijfel beko
ringen. Het boek is teer en doorzichtig
als dun kristal en soms doet het in zijn
broosheid zelfs aan een zeepbel denken.
Tusschen titel en inhoud gaapt danook
een kloof en men mag m. i. met alle
recht de vraég stellen of de naam van
den roman wel gelukkig gekozen is.
Christiaan Beckrath, zoon uit een oud
geslacht, voert Elisabeth, professorsdoch
ter uit Lijfland, als echtgenoote naar zijn
Letlandsche pastorie. Zij heeft een over
gevoelige, droomerige natuur en gaat
geheel op in de liefde voor haar man,
Het Haarlemsche Frans Hals-museum
ligt, als men het zoo zeggen mag, een
beetje buiten den tijd; het droomt aan
den oever der voortstroomende jaren.
Van binnen en van buiten vertoont het
gebouw de rust der bezonkenheid; de
stijl der kalmte overheerscht het.
De Regionale tentoonstelling van
Beeldende Kunst, die tot 5 Juli a.s. ge
opend blijft, heeft er een voorname en
waardige behuizing gevonden.
Deze kunstzinnige openbaring der
Noordhollandsche jongeren verdient
stellig de aandacht, ook al zal men al
les wat in de beide expositiezalen een
plaats gevonden heeft, niet gelijkelijk
kunnen waardeeren en bewonderen.
Van Piëtro Armati (men vi"aagt zich
af welke schilder zich onder dezen wel-
lUidenden schuilnaam verborgen heeft)
is er een klein Italiaansch landschap,
dat treft door zijn teere, wazige kleu
ren. Frissche bloemen schilderde J. F.
v. d. Broecke. In zijn „Atelierhoek" be
reikte de Hoornsche schilder Jan Ho-
man een uiterst suggestief effect; de
koperen kan is waarlijk voortreffelijk
geslaagd. Op het stilleven, dat mevr.
R. NagtegaalBosnsk inzond, staat me'
haast handelende kracht het gehavende
papier. J. W. A. Westerhoven zorgde
met „Achter de coulissen" voor een
boeiend pastel.
Stillevens vormen wel de hoofdscho
tel van dezen artistieken disch. Het
is opmerkelijk, dat de schilders, die
naar het grootere gebaar gestreefd
hebben, over het algemeen minder ge
lukkig geweest- zijn In „De Afschelds-
JAN HOMAN.
brief" van A. S. Timmermans mist men
de stuwing van het gevoel, zooals men
in W. Siedenburgs „Landschap bij
Amsterdam" leven en levendigheid
ontbeert.
Maar hoe dan ook, de jongere schil
dersgeneratie heeft haar vuist getoond.
'HOEKJE. VMJ 6E TENTOOWST£l.t>K/G
HtuAnvieort
(Teekeningen G Dekker).
De dennen wiegen de eeuwig groene kronert
In 't zachte blauw, dat aarde en al omspant,
Er: tn de diepte voor ons ligt het land,
Waar duizend nijvren hof bij hof bewonen:
Hier drijft een landman niet de kracht'ge hand
De vore' in de aard, die tijd en arbeid loonen.
Oogst reeds een ander 't ooft welks, roode koonen-
De almachtige zomerzon heeft rijp gebrand.
En de ovens langs, waar roode steenen drogen
In 't zelfde zonlicht, kronkt de blauwe stroom,
Dien booten met een zacht geraas bevaren;
Zoo zag Ik, wie maar even leven mogen,
Met wat reeds daar was meer dan duizend jaren.
't Tijdlooze en 't tijdlijke als droom van een droom.
FRANS BASTIAANSE.
dien tij ln haar achaarsche oogenblik-
ken van practische bezinning somi té
lief vreest te hebben. Dominee Beckrath
ia door vele en sterke banden verbon
den met zijn ouderlijk huis. Wetzemuit-
sche, dat doorloopend den achtergrond
blijft vormen, waartegen de gebeurte
nissen zich afspelen. Het wordt voor
Elisabeth de eerste ontgoocheling wan
neer zij bemerkt een vreemde te zijn,
zoodra haar man gaat spreken over dat
geliefde Wetzemuitsche, dat zij. nooit ge
kend heeft; haar stille ziel ondergaat dit
als een pijnlijke leemte. Een nieuwe
smart baart haar de wetenschap, dat tij
nooit een eigen kind zal krijgen. Maar
de groote crisis komt in haar leven als
zij bemerkt, dat de man, dien zij aan
bidt, haar zijn samenkomsten in het
bosch met M*rie von Guhr, verzwijgt,
een vrouw* tien jaar ouder dan hij, die
als jong meisje op Christiaan, toen deze
nog een kind was, reeds een grooten in
druk gemaakt had. „Hij lag. een kind
van zes of zeven jaar. in den bloemen
tuin te huilen op het smalle pad tus
schen de rozeperken. De groote broers
hadden hem. den jongste, geplaagd. Een
van de catechisatiemeisjes, een lang
knap meisje in een witte zomerjurk, had
hem opgetild. Op de bank onder de se
ringenstruiken had ze hem op de knie
genomen, zijn hoofd tegen haar borst
gedrukt en met vriendelijke woorden ge
troost. Met een goede, krachtige hand
had ze hem, toen hij geheel overstuur
snikkend haar zijn leed had geklaagd,
over het haar gestreeld en hem zacht
toegesproken, tot hij opgehouden had te
huilen en alle narigheid geweken was
voor een gevoel van veilig zijn en ge
lukkige uitputting".
Deze crisis verwerkt Elisabeth geheel
in de lijn van haar duldende persoon
lijkheid. Voor en na is er weinig of
geen verschil in haar, en dit is
wellicht de hoofdoorzaak, dat de figuur
van de teedere predikantsvrouw in het
boek zoo ijl is gebleven, zwevend en on
grijpbaar, misschien ook een beetje on
werkelijk, maar toch ik zinspeelde er
boven reeds op bekorend - als een
edele, vervluchtende geur.
Het is waar. dat naderhand haar rol
in het landelijke predikantsbestaan wat
^geaccentueerder wordt vooral de wij
ze, waarop Elisabeth op gevorderden
leeftijd moedig en met een hart vol
dankbaarheid voor alles wat God hSar
geschonken heeft, naast haar man d?n
dood tegemoet rijdt, is van een aangrij
pende soberheid doch men blijft het
als een bezwaar en een gemis gevoelen,
dat deze Elisabeth met haar ongetwijfeld
rijke gemoedsleven niet dieper reüef
heeft gekregen; dit zou den geheelen
roman ongetwijfeld waardevoller en
boeiender gemaakt hebben.
Vaster omlijnd is de teekening van
den predikant zelf. hoewel men ook hier
meermalen het verlangen kan hebben
naar een grootere mate van helderheid
Dé eenige gestalte, die in het boek
eigenlijk goed op de voeten staat, Is die
van den ruigen, lawaaierigen dokter
Wiedemann. Hier aanschouwt men den
volledigen mensch: den vrijgezel, die
trouw blijft aan zijn hopelooze liefde:
den geneesheer, die zijn taak verricht
met de genegenheid van zijn hart: den
man, die op de zwaarste oogenblikken
van zijn leven zijn tranen wegslikt en
zijn lippen tot bloed bijt boven de leid
sels van zijp paard: den eenvoudigen
menscb, die kinderlijk gelooft in zijn
God; den maskerdrager, die met zijn
zuster, gedreven door den weerzin van
het oogeriblik. moet ruziën en bekvech
ten. In de schets van dezen merkwaar-
digen man heeft de schrijfster een scherp
realisme bereikt.
Ook elders is dit het geval. Zoo zou
men kunnen zeggen, dat deze roman iets
tweeslachtigs biedt: werkelijkheid en
dichterlijkheid. Maar een blaam mag men
dit niet noemen, want ook het leven zelf
is een verweving van waarheid en droo-
men, van realisme en poezie
Dit boek is goed ook de Neder
landsche vertaler kweet zich met inzicht
en gevoel van zijn taak omdat het iets
„eigens" heeft, een eigen „toon".
De illustraties, die tusschen den tekst
opgenomen zijn, kunnen over het alge
meen mijn bewondering niet wegdragen.
H P. VAN DEN AARDWEG.
door TJEF,RD ADEMA-
Lang geleden het was nog vóór den
oorlog werd er ergens in Nederland
een .courant uitgegeven waarvan de di
recteur zoo nu en dan tot zijn leedwe
zen constateerde, dat de advertentiepagi
na niet heelemaal met annonces gevuld
was.
De courant zag er overigens best uit,
want de directeur was een prima vak
man en wist precies welke lettercombi
naties men moest gebruiken en hoe men
het zetsel moest verdeelen, om van elke
advertentie een kunstzinnig stukje
drukwerk te maken.
Het zat dus niet in den directeur, dat
er te weinig geadverteerd werd, maar
het zat in de lezers speciaal in de
winkeliers die nog opgevoed moesten
worden in de leer, dat het geld voor een
advertentie nuttiger besteed is dan voor
een strooibiljet of een bioscoopreclame.
Bij het opmaken van de advertentie
pagina bleef er hier en daar vaak een
hoekje over en om dat niet te sterk te
doen opvallen en tevens den winkeliers
op vriendelijke wijze een wenk te geven,
dat zij in hun plichten tegenover de cou
rant tekort waren geschoten, had de di
recteur een zoogenaamden stopper ge
maakt, een advertentie van de courant
zelf. die het plekje vulde, dat men an»
anders onbedrukt zou moeten laten.
Hij was na rijp beraad tot den volgen
den, zijns inziens zeer opvoedkundigen
tekst gekomen:
Waarom staat er op
deze plaats van U
geen advertentie?
V»J
De chef van de zetterij had het land
aan dien stopper, die telkens kleiner of
grootet" gezet moest worden en altijd
extra tijd en moeite kostte.
Wanneer hij er maar eenigszins kans
toe zag, plaatste hij wat van de traditlo-
neele rijmpjes tusschen den advertentie
tekst in den vorm van:
Ziet gU muggen, lang van pooL
Aarzelt niet, maar slaat ze dood!
Het was nog een stoppertje uit den ma
laria-tijd, maar het was al voorgekomen,
dat men de waarschuwing tegen de
langpooten midden in den winter had
opgenomen en om aan dergelijke vergis
singen voor goed een einde te maken,
had de directeur bevolen, dat voortaan
wanneer er in een advertentiekolom
een plaatsje ongevuld bleef alleen de
stopper met den opvoedkundigen tekst
mocht worden geplaatst.
De chef van de zetterij had daarop wat
in Zijn baard gemompeld en het is nooit
bekend geworden of hij het al dan niet
expres heeft gedaan, maar toen de di
recteur den volgenden dag zijn courant
openvouwde zag hij, dat zijn beroemde
stopper netjes van een rouwrandje
voorzien midden tusschen de doods-
advertenties geplaatst was.
OFFICIEELE PUBLICATIES.
Reichskarte für Urlauber.
De bonnen van de Reichskarte für Ur
lauber, welke blijkens het daarop gestelde
opschrift geldig zijn tot 14 Nov. 1943 en
welker geldigheidsduur intusschen is ver
lengd tot en met 23 Juli 1944, moeten niet
alleen in hotels, restaurants enz., doch
ook in winkels worden aangeno
men. Daar het blijkt voor te komen, dat
detaillisten weigeren deze bonnen aan te
nemen, wordt er met nadruk op gewe
zen, dat voor het niet leveren op deze
bonnen geen verontschuldiging wordt
aanvaard en de betrokken winkeliers
zich bij weigering aan zeer ernstige
moeilijkheden blootstellen. De ..Urlau-
ber"-bonrten kunnen op geheel dezelfde
wijze bij de distributiediensten voor toe
wijzingen worden omgewisseld als Hol-
landsche consumentenbonnen, indien het
aantal „Urlauber"-bonnen te klein is
voer een toewijzing reikt de distributie-
dienst rantsoenbonnen uit. De bonnen der
I^ichskarte für Urlauber zijn uitgevoerd
in groene kleur, met als opdruk een geel
witte ,,U." welke op een schildje is ge
plaatst. Zij dienen wel te worden onder
scheiden van de „Reise- und Gaststatte-
marken." welke uitsluitend in hotels,
restaurants enz. en niet in winkels
mogen worden aangeboden.
Het houden van varkens.
Als gevolg van het groote aantal big
gen, dat dit voorjaar is geboren,
de varkensstapel in verhouding tot het
aanwezige voer een te grooten omvang
-aan te nemen. Mede wijl de vooruitzich
ten voor den oogst, tengevolge van de
inundaties, ongunstiger zijn dan vorig
Jaar, dienen ingrijpende maatregelen ge
nomen te worden ten einde uitbreiding
van den varkensstapel tegen te gaan.
Daarom zullen, in afwijking van hetgeen
in het begin van dit Jaar is medegedeeld,
omtrent het aantal toornen, dat per *J>k-
zeug mocht worden gemerkt, na 1 Nov.
1944 tot een nader vast te stellen datum
geen biggenmerken meer worden aange
bracht. Dit houdt ln, dat houders van
fokzeugen deze niet meer kunnen laten
dekken. Een uitzondering is gemaakt
voor sterzeugen, in het bezit van per
sonen. die reeds op 1 Januari 1944 lid
waren van een erkend varkensstamboek.
Van deze zullen alle in 1944 geboren too
rnen gemerkt kunnen worden
Bij de bekende regeling was het aan eiken
fokzeugenhouder toegestaan om naast zijn
fokzeug een jong zeugje op een z.g. op-
fokvergunning aan te houden.
Bepaald is thans, dat de fokker na 1
September slechts één van beide zal mo
gen aanhouden, d.w.z. óf zijn fokzeug óf
wel het jonge opfokzeugje. De andere
dient vóór dien datum te zijn verkocht
resp. op een mestcontract of een huis-
slachtingsvergunnlng te zijn onderge
bracht. Deze bepaling geldt slechts voor
degenen, die op 1 Januari 1944 nog geen
lid waren van een erkend varkensstam
boek. Alle varkens boven 25 kg mogen
hetzij op een fokzeugenvergunning, hetzij
een opfokvergunning. hetzij een boven
tallige vergunning, een huisslachtingsver-
gunning of wel een mestcontract, worden
aangehouden. Een varken, zwaarder dan
25 kg, dat op een bedrijf wordt aange
troffen, zonder dat een vergunning of
een mestcontract aanwezig is, wordt ter
stond in beslag genomen. Indien men dus
boven het toegestane aantal nog varkens
met een gewicht van 25 kg of meer op
zijn b'edrijf aanhoudtJ dient hiervoor een
mestcontract te zijn afgesloten, hetwelk
zoo noodig boven het reeds opgelegde
aantal mestcontracten komt. Het Be
drijfschap voor Vee en Vleesch behoudt
te allen tijde de bevoegdheid contract
varkens op een door hem te bepalen ge
wicht voor levering af te roepen.
PROVINCIALE
PUBLICATIE VAN HET
DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN
VISSCHERIJ.
Ausweise.
Aan landbouwers en dorpsambachtslie
den, voor wie in April of Mei 1943 door
den P.B.H. een Ausweis is uitgeschreven,
kunnen deze Ausweise thans uitgereikt
worden, waartoe zij zich bij den P.B.H.
dienen te vervoegen.
ia ons» fBbrloe.r«
doende 1®» r,|ili "9
ooi® "ln* t.
.lm* voorraden
tritl ®»»r
KSO de Sr0°*!,.0 «U OOR 0®eT
t.rusS®e»'#0 .JM» 1* 01'A
Öi* eectt
van den mengers
„dat ghy sult doen tot
eenen vaete seemes
(honing) vier pondt pep
pers (peper) ende drie
quarte waeters ende an
ders daerynne opreght
handelen"
Toen al, ln 1693. bestond
Bussink en het befaamde re
cept, nu nog het geheim en
uw waarborg voor de onover
troffen kwaliteit en den
aparten, heerlijken smaak
vanBussInk'aDeventerKoek.
Later weer volop
m verkrijgbaar.
Hop Mrtrianneke f
„Stroop in 't Kanneke'"
Onder dien tit'el werd een
serie allersmakelijkste
strooprecepten uit der»
ouden tijd voor U ver-
zameld. Vraagde recep
ten aan bij W. A. Scholter*
de fabrikant van de fijne»
Groninger stroop.
PROVINCIALE PUBLICATIE
De Provinciale Voedselcommissaris voor
Noord-Holland deelt aan de telers van
vlas het volgende mede. In het tijdvak
van 19 Juni t m 30 September 1944 r.at de
teler met inachtneming van de gesteld»
regelen het vlas te velde dan wel reeds
geoogst vlas vrij mogen verkoopen. Ook Is
toegestaan dat tn deze periode op deze
wijze wordt verkocht, terwijl de levering
pas na 30 September 1944 zal plaats
vinden. De teler, zoowel als de kooper
zullen er rekening mee dienen te hou
den. dat zij het vlas verkoopen resp. koo-
pen ten hoogste tegen een prijs, berekend
op basis van een bedrag van 131/, ct.
per kg voor gerepeld vlas van goede
middenkwaliteit. Taxatie vindt plaats van
alle partijen, welke na 30 September 1944
worden verkocht. De uit te reiken aan
koopvergunningen zijn slechts geldig tot
1 Januari 1945. Na dien datum zal 't vlas
op andere wijze door het Bedrijfschap
voor Vlas *eh Hennep worden gedistri
bueerd onder diegenen, die nog niet in
de gelegenheid waren hun aankoopver
gunning vol te koopen. Er wordt nog
eens op gewezen, dat het verkoopbrlefjo
zoo spoedig mogelijk, doch uiterlijk bin
nen 5 dagen na verkoop In viervoud (dus
niet zooals voorheen ln tweevoud) door
kooper en verkooper geteekend ingezon
den dient te worden bi) mijn bureau. Het
aanvragen van een vervoerbewljs dient
evenals vorige Jaren door den afzender
te geschieden bij den desbetreffenden
P.B.H. Het vervoeren zonder vervoerbe
wljs Is op grond van de Vlasverordening
1942 strafbaar Het vervoerbewljs zal ech
ter alleen worden uitgereikt indien het
verkoopbriefje door den teler aan mijn
bureau is Ingezonden. Het vervoer van
het land naar de bedrijfsgebouwen is
vrij, mits de afstand van het land naar
de bedrijfsgebouwen niet meer bedraagt
dan 10 km. Indien de afstand meer be
draagt. moet het vervoer door een ver
voerbewljs zijn gedekt. Verder is bepaald,
dat het ln verband met de groote ver
keersmoeilijkheden verboden is om het
stroovlas. hetwelk door telers, die in
Zceuwsch-Vlaanderen zijn gevestigd, in
dat gebied Is geteeld, te verkoopen san
bedrijven, welke bulten Zeeuwsch-Vlaan-
deren zijn gevestigd.