zecdzam
KAHREL
REMBRANDTDAG 1944
MELBA
STROOP
||||I,MI|||
Uit een korte maar succesvolle opera-carrière. j
In TILBURG
j, DURYEA/
(lllllti a.-1111
Toeval Is het niet, dat U
zoo goed wordt bediend
in een ViVO-winkel. De
VIVOkruidenier heefthart
voor zijn kleinste klantl
De geestelijke kracht
van het platteland.
LAND, VOLK EN TAAL.
Een oude fietsband
vertelt
AMSTERDAM
GERDA PONS VERTELT.
Rembrandt van Rijn.
wmam
DIT ALLES OP UW
W. A. Scholten''
wijzea it ranke
«pitsen ran de
(riaie Henrelachc
Kerk U Tan Terre
al den wej. Ook
daar leren tradi-
Hei roort, door en
door Nederlaadseh,
gelijk die san het
genrige hakje
troost, dat we oog
dagelijks genieten
door
koffiesurrogaat
GEEF UW KINDEREN
WEERSTANDS
VERMOGEN.
Geef ze Melba. - Melba
Is de onmisbare bijvoe
ding in ieder gezin waar
groeiende kinderen zijn.
Melba kunt ge koopen op
de bon voor kinderdrank,
elke acht weken een pak,
voor ieder kind tot 13 jaar.
de versterkende kinderdrank
RECEPT r^LL)
levensmiddelen-winkels
,VAN OEN KOFFIEVAKMAN
Ter gelegenheid van de viering van den
eersten Rembrandtdag op i5 Juli a.s. zul
len de volgende week in tal van ge
meenten cultureele gebeurtenissen plaats
vinden waarover door het Departement
van Volksvoorlichting en Kunsten een
uitvoerig programma is uitgegeven.
Daaruit blijkt, dat er niet alleen offi-
cieele vieringen zullen zijn, maar ook
vele, die een plaatselijk karakter dragen.
Bovendien worden er op tal van plaatsen
tentoonstellingen gehouden en concerten
gegeven, terwijl ook
aan de radio en film spsss
een plaats van betee- ^sssm
kenis is ingeruimd.
De officieele vierin
gen zijn natuurlijk de
belangrijkste gebeur
tenissen. Zij zullen op
den Rembrandtdag te
Amsterdam, Gronin
gen en Maastricht
worden gehouden. In
de hoofdstad spreken
des middags om 3 uur
in de aula van het
Koloniaal Instituut
prof. dr. Snijder, de
president van den
Ned. Kultuurraad en
Jhr. mr. de Ranitz
Wz„ secretaris-gene
raal van bovenge
noemd departement.
Daar zal ook de uit
reiking van de leg
penning plaats heb
ben. In de Stads
schouwburg In Gro
ningen wordt het
woord gevoerd door
den heer Gerdes,
hoofd van de afd.
Beeldende Kunsten
van het departement
en door den Com
missaris der Provincie. In Maastricht
wordt in de Oude Dominicus Kerk
het woord gevoerd door de heeren
Bindels en Delsing, resp. bestuurder der
Centr. Werkgemeenschap en de Gewes
telijke bestuurder der Ned. Kultuurka
mer ter plaatse.
Plaatselijke vieringen vinden o.a. plaats
in Den Haag groote zaal van den Die
rentuin om half acht des avonds waar
de burgemeester en de departementssec
retaris Phoen zullen spreken; in Rotter
dam houdt dr. Hanneman een lezing
in het Museum Boymans; in Amsterdam
wordt o.a. een volksbijeenkomst gehou
den en schrijft het N.A.F. een cultureele
prijsvraag uit; in Maastricht stast een
tooneelwedstrijd op het programma en
wordt het „Dinghuis" feestelijk in ge
bruik genomen; in Kerkrade wordt een
oudheidkundig en mijnbouwkundig mu
seum geopend; ln Roermond, Sittard
Valkenburg, Nijmegen, Lochem, Winters
wijk, Eindhoven. Breda, Gouda, Zutphen,
Assen en diverse andere gemeenten zijn
feestelijke herdenkingen, voordrachten
voor de schooljeugd en andere gebeurte
nissen reeds vastgesteld of ln voorbe
reiding. Natuurlijk nemen op een
herdenkingsdag van Rembrandt de
tentoonstellingen een groote paats in
op het feestprogram
ma.
Er zijn schilde
rijententoonstellingen
in Den Haag (Pul-
chri), in Amsterdam
(Rijksmuseum), in
Assen (Gymnasium),
in Rotterdam (Mu
seum Boymans) en in
tal van andere ge
meenten en ook aan
de muziek is natuur
lijk bij een feestelij
ke herdenking een
extra plaats inge
ruimd, waarbij o.a.
het Concertgebouw-
Orkest en het Resi
dentie-Orkest, bene
vens tal van plaatse
lijke orkesten en
muziekcorpsen zich
zullen laten hooren.
Te Haarlem laat o.a.
het Sweelinck-kwar-
tot zich hooren in
het Concertgebouw
en zal een vrouwen
koor zingen onder
leiding van onzen mu
ziekrecensent, den
heer Jac. Jansen.
In diverse steden
wordt door het N.A.F.
voor werkpauze-concerten gezorgd.
Natuurlijk is het programma van de
N.R.O. in de komende week voor een be
langrijk deel aan de Ned. Kultuurweek
en den Rembrandtdag gewijd en vanaf
7 Juli zal in het bijprogramma van alle
bioscoop-theaters een documentaire film
Rembrandtdag 1944" draaien, welke rol
prent door de Wervelfilm speciaal voor
die gelegenheid is vervaardigd en die op
duidelijke wijze de beteekenis van Neer-
lands grootste kunstenaar in het licht stelt.
Voor de cultureele ontspanning der ge-
evacueerden zijn verscheidene tournées
georganiseerd en uit dit alles blijkt dus
wel, dat ons land in de week die. nu
komen gaat zijn grooten zoon Rembrandt
op alleszins waardige wijze zal herden
ken.
St. Pancras, het mooie, nabij Alkmaar
gelegen tuindersdorp, waarvan de over
levering vertelt, dat daar eens de. rijke
koopstad Vrone heeft gelegen, staat
thans, in den. tijd van den aardappel-
nood, wel sterk in de belangstelling der
stadsbewoners. Het is een droevig beeld
van den tijd als men de door en door
vermoeide vrouwen en kinderen daar met
de zakjes aardappelen ziet sjouwen. Het
stemt echter tot voldoening, te ervaren,
dat deze tuindersbevolking daar oog voor
heeft en gaarne enkele K.G. van het zoo
begeerde product tegen veilingsprijs aan
deze stadsche zwoegers afstaat. Wij zien
daarin uitingen van menschelijke saam-
hoorigheid, die uit de betere gevoelens
in den mensch ontstaan.
Bijzonder werden wij daar echter ge
troffen door een geestelijke uiting van
saamhoori'gheid. Aan een zanderig zij
weggetje van een der keurige geasfal
teerde wegen van St. Pancras, den Be-
nedenweg, staat n.1. temidden van op
gaand groen een oude boerderii, bewoond
door de loondorschers gebr. Booy. Deze
harde werkers hebben met dit loon-
dorschen wat extra's verdiend en dit
geld aangewend voor het inrichten van
een muziekkamer, waarin zij door den
kerkorgelbouwer Pels uit Alkmarr een
juweel van een pijporgel met speeltafel
en twee klavieren, geïntoneerd voor de
hulskamer, hebben laten bouwen. Het is
voornamelijk de ongetroirwde broer, die
daarop des avonds na den zwaren land
arbeid zijn muzikale aspiraties uitleeft.
Ook de gehuwde broer en zijn vrouw,
die zeer religieus zijn, bespelen dit orgel,
dat zij trouwens voor lederen liefhebber
van het kerkorgelspel, die anders r»w
in de gelegenheid zou zijn een dergelijk
kostbaar orgel te bespelen, ter beschik
king stellen.
Toen wij deze eenvoudige, smaakvolle
muziekkamer, waarvan het orgel een
want van 4 M. in beslag neemt, betraden,
gevoelden wij ons in een tempel van
hooger orde. De organist werkte nog op
het land. maar zijn broer, die thans de
dorschmachines voor de komende oogst
in orde brengt, was zoo vriendelijk om
zich in zijn blauwe overall achter het
klavier te zetten, waarboven een door
een amateurschilder uit de familie ge
schilderd portret hing van César Frank
bezig met het orgelspel. Wij konden reeds
toen constateeren, welke wondermooie
tonen uit dit orgel gehaald kunnen wor
den en begrepen, dat hier de muziekavon
den voor de familie en de belangstel
lenden, avonden van hoog geestelijk ge
not zouden zijn.
Op onze vraag, hoe ze tot het houwen
van een kerkorgel, zooals er slechts twee
in het land zijn, waren gekomen, vertel
de de heer Booy ons, dat zijn onge
trouwde broer reeds als kind een grooten
muzikalen aanleg had getoond. Toen hij
11 jaar was fungeerde hij al al* organist
in het dorpskerkje en mocht hij als te
genprestatie in zijn vrijen tijd het orgel
bespelen. Er kwam een nieuw orgel en
de kerkeraad was daar zoo zuinig op, dat
mijn broer daarop voor eigen oefening
niet langer dan een uur mocht spelen.
Wanneer hij achter het orgel fantaseert
dan vergeet hij den tijd. Ook nu komt
het voor, dat hij 's avonds denkt da*
het 10 uur is, terwijl het allang twaalf
heeft geslagen. Het hem in de kerk toe
gestane uurtje werd dan ook dikwijls meer
dere uren, zoodat hij organist-af raakte en
het thuis met een harmonium moest doen.
De orgelconcerten van Jan Zwart in Alk
maar, die door ons, evenals die van Fiike
Asma, regelmatig bezocht werden (Fijke
Asma komt hier ook aan huis om dit
orgel te bespelen) hebben de liefde voor
het orgelspel bij mijn broer zoo aange-*
wakkerd, dat hij vele jaren les nam bij
den muziekleeraar Kuiper te Alkmaar
en thans daar les ontvangt van Bram
Bruin. Aanvankelijk knoopte hij met den
heer Pels onderhandelingen aan om het
harmonium tot een pijporgel om te hou
wen en deze onderhandelingen hebben
er toe geleld dat dit kerkored hier tot
stand kwam. lederen avond, behalve
Woensdags, wanneer mijn broer naar de
zang gaat, kunt u hem. die met ziin
orgel getrouwd is, achter het klavier
vinden en het is ontroerend hem ln vol
le overgave, fantaseerende de religleuse
muziek uit het orgel te hooren halen.
Wij hebben dan ook geen minuut spijt
de kostbare stap gedaan te hebben.
De buren houden ook van muziek on
als wij met hen en andere belangstel
lenden naar hem luisteren, gevoelen wij
ons in een hoogere wereld.
Juist omdat mijn broer het leedge
voel heeft van het verbod het kerk
orgel te mogen bespelen. is het zijn
wensch. voor ieder waarlijk beoefenaar
dit orgel gratis beschikbaar te stellen
Soms komen er zoovelen, dat hij geen
gelegenheid heeft zelf te spelen, maar
ook dit neemt hii gelaten, want tussohen
hem en de beoefenaars is een geesteliike
band ontstaan en de muziekavonden ziin
ook voor ons waardevolle avonden ge
worden.
Gaarne namen wij de uitnoodlging aan
een dergelijken avond eens bil te won*»n
overtuigd als wij waren dat In onze
plattelandsbevolking krachten schuilen,
dia men daar niet zou zoeken.
D. A. KLOMP.
Ik hou van mijn land.
Van zijn bosch en zijn strand,
Van zijn grazige groenende weide
Met het zwart-bonte vee,
Van zijn dorpen en steê,
Van zijn geurige kleurige heide.
Ik hou van mijn taal,
Die soms hard is als staal,
Maar die ook zoo heel zachtkens kan
vloeien,
Van de taal, die als tolk
Van wat leeft in 'het volk,
Mij altijd en immer zal boelen.
Mijn volk, fier en sterk,
In zijn woord, in zijn werk,
Vooral ook mijn volk blijf ik minnen.
Ik hou van den boer,
Die wat stug is. maar stoer
En vooral van de struische boerinnen.
Ik hou van mijn land,
Van ziin zee en zijn strand.
Van zijn water, zijn wind en zijn'
wolken,
Van zijn wiegelend riet
En ik moest in een lied
Mijn liefde voor Neêrland vertolken.
JAC. B.
Toen ik Jong was, was ik een mooie
fietsband. Ja, dat mag je misschien niet
gelooft n, als je naar mijn kale plekken,
mijn Etften en bultjes, mijn onoogelijke
huid, versierd met tientallen roode, grij
ze en zwarte pleisters kijkt. Maar toch
verzeker ik je, dat ik de mooiste, duurste
en beste band onder mijn broers en zus
ters was, die opgestapeld lagen in de fa
briek, waar we geboren waren.
Ik had toen een prachtige, zachtgele
kleur, mijn huid had de mooiste teekening,
die je maar bedenken kunt. allemaal rib
bels en golfjes, en van binnen was ik zoo
zijachtig en glanzend schoon, dat ik me
hazst binnenstebuiten keerde uit louter
trots.
Het beviel me dan ook heelemaal niet
in die groote fabriek, waar we met dui
zenden en nog eens duizenden verbleven
moesten. Gelukkig duurde het niet lang
of een klein aantal, waaronder ook ik be
hoorde, werd netjes in papier gepakt en
op een groote auto geladen. Eindelijk zou
dan het volle leven beginnen.
Zooals ik al vertelde, was ik niet alleen
de mooiste onder mijn broers en zusters,
maar ook de duurste. Zoo kwam het, dat
velen van hen door onzen pleegvader ver
kocht werden en ik na ongeveer drie
maanden nog steeds geen baas of bazin
gevonden had
Nu ja, niet dat ik met hen had willen
ruilen, o neen! Zij waren per slot van
rekening maar heel gewone, grijze, huis-,
tuin- en keukenbanden, met het logische
gevolg, dat ze ook heel gewone bazen
vonden kantoorbedienden, renteniers, bur
gerjuffrouwen, enz.
Neen, i k droomde me een heel andere
toekomst!-
Op zekeren dag zou er een piekfijne
mijnheer, minstens een grajf of een ba
ron, den winkel binnen stappen en om
den besten band vragen, die er te krij
gen was. Natuurlijk zou zijn oog dade
lijk op mij vallen en omdat ik hem met
mijn mollige zachtheid, mijn zachtgele
kleur en mijn prachtig geteekende huid
zeer zeker bekoren zou, zou mijn pleegva
der zich haasten me zoo gauw mogelijk om
het wiel van 'n flonkerend nikkelen rij/-
wiel te leggen. Mijn nieuwe baas woonde
vanzelfsprekend in een prachtig kasteel
en eiken morgen zou hij een ochtendrit
met mij maken. We gingen dan over een
lichten vroolijken betonweg, zoodat ik
weizingen móést van blijdschap, om daar
na door het park, langs het frissche jonge
groen, weer naar het kasteel terug te
keeren. Daar zou dan een knecht gereed
staan om het adellijke rijwiel in ontvangst
te nemen en als hij voorzichting het vuil
van mij verwijderde, zou de baron zeg
gen: ,,Ja, ja, een best bandje, Johan, een
best bandje".
Hoe benijdde ik in dien tijd mijn stille,
grijze broers en zusters, die, hoewel min
der mooi dan ik, nu een heerlijk beza
digd leventje leidden bij een rustïgen
kantoorbediende, die-alleen-maar-ficlste-
als-het-niet zoo-druk was!
Het werd winter, vervolgens zomer., die
weer in winter veranderde. Hoeveel
zuchten had ik niet geslaakt gedurende
dien tijd! En na elke zucht die ik gaf,
werd er een pleister op mijn huid ge
plakt, soms een roode, soms een grijze
of een zwarte, zoodat het wel leek of ik
de mazelen onder m'n canvas had. De
winter met z'n koude sneeuw, die steeds
in viezen modder overging, ontnam mijn
eens zon prachtige huid
kening. Hier en daar kreeg ik al kale plek
ken en in die dagen gebeurde het. dat de
slagersknecht me van het wiel pfslootpte
en me voor een krats verkocht aan den
eigenaar van een klein donker tweede-
handsch zaakje, waar het rook naar
kamfer, schimmel en mui/pn Alle moge
lijke en onmogelijke artikelen stonden,
hingen of lagen op, over of naast elkaar
in de kleine ruimte, zoodat de oude baas
zich slechts met moeite door dezen rom
mel een pad kon banen, als hij van het
achterkamertje naar de toonbank slofte.
Ik zag er oude kleeren, meubelen, waar
in de houtworm knaagde, roestige uur
werken. oude schilderijen, waarvan de
voorstelling door de tand des tijds be-
knaagd was, vazen en beelden, die zelden
nog heelemaal gaaf waren, borden en te
gels, roestige fietsen en ook heel wat
In deze poort heb lk als kind gespeeld
een vreemde vroeg: Is Rembrandt
hier geboren?
Ik knikte maar; hij heeft mijn haar
gestreeld:
Je kon zijn zoon zijn klonk het
in mijn ooren
Op elke gracht staar ik naar 't zelfde beeld
in 't schijnsel van de spiegel zwemt
de voren;
de knaap, die 's middags met het
schepnet speelt,
wordt 's avonds ouder bij de Westertoren.
Er fl^dd'ren duiven; donker drijft de stad
de sterren hangen boven steen en water
aan oude muren sterft het klimopblad.
Wat wil je worden? vroeg vandaag
mijn vader;
ik keek van *t boek op. voelde mij betrapt
dat ik wou dichten van die stad eens
later
ED. DOORNIK
oude banden, waarvan «ommige er nog
beroerder en versletener uitzagen dan ik.
Na een Jaar ongeveer, ontdekte ik, dat
de zaak vooruitging: er kwamen n.1.
meer menschen, die den weg vonden
naar het stoffige, droomerige winkeltje,
waarin het eenige levende het getik van
de groote staande Frlesche klok scheen
te zijn. Ook de gesprekken van de koo
pers met den ouden winkelbaas veran
derden van onderwerp. Het was niet
meer het weer. de malaise of de werk
loosheid, die de menschen b«zi<*
thans was het de oorlogsbacil waarmee
iedereen besmet was.
Wat het woord ..oorlos". dat hz*
ren greep de menschen gevangen hield, nu
eigenlijk beteekende? Ik zou het niet
kunnen zeggen. Je moet echter niet ver
geten, dat ik maar een oude band ben
onze soortgenooten zijn niet begaafd met
zoo'n goed verstand als dat van den
mensch. dat hem in staat stelt allerlei
vernuftige en prachtige dingen uit
denken. Maar dat dit nieuws iets goeds
is, daar ben ik van overtuigd, want het
heeft met één slag miir» verderen ïewnv--
loop veranderd en verbeterd; het heeft
me zelfs van adel gemaakt, doch daa
over vertel ik straks wel meer, want op
zekeren dag geschiedde een wonder.
Het gebeurde n.1. dat de droom, die ik
eens in mijn ieutfd gedroomd had. maar
die ik bijna al weer vergeten was, wer
kelijkheid werd. Op een ochtend kwam er
een deftig heer het winkeltje binnen, die
vroeg om den besten band, die er te
krijgen was. Toen geschiedde het won
der zijn oog viel op mij! Voor
een onmogelijk hoogen prijs, waarvan
de kooper echter niets afdong, werd ik
het eigendom van mijn tegenwoordigen
baas, die werkelijk van adel is.
Ik behoor dus nu ook tot den adel
stand en ik leid een prachtleven. Een en
kele keer fietsen we; dan wordt ik ver
zorgd. zooals nog nooit te voren. Da
m'n baas me eigenhandig oppompt en het
vuil van me afveegt, omdat knechten
schaarsch schijnen te zijn, doet niets ter
Want Is het niet het voornaamste ln
iemands leven als droomen waarheid wor
den? G. A. Kamper.
,,Die anjers zijn van „De verkochte
bruid", die rozen van Paljas" en hier
deze veldbouquet is van „Boheme".
Gerda Pons, de jonge Nederlandsche
opera-diva zit ln de zonnige kamer van
haar woning in een van de buitenwijken
van Amsterdam en wijst ons lachend op
de bloemenweelde, die aan dit vertrek
een feestelijk aanzien geeft. „En ik kan er
niemand voor bedanken, want ik weet
niet eens van wie ze komen", zegt ze.
„Nu eens is er geen kaartje bij, dan
weer wel, maar dan ken je den naam
weer niet en soms krijg je het
naam weer niet en soms krijg je het
zoo". Ze laat ons een briefje zien waarop
geschreven staat: „Van een paar bewon
deraars. die genoten hebben van uw spel.
Wel bedankt, 't Was prachtig."
„U hebt toch geen bezwaar tegen zoo'n
spontane hulde?" vraagt de verslaggever,
die gekomen is om een praatje te maken
voor de krant.
.Bezwaar?", lachte Gerda Pons. „Ik
ben er alleen maar blij mee. 't Is een
bewijs, dat je nubliek met .1e meeleeft.
En eigenlijk geeft het ook wel een gevoel
van voldoening, omdat je weet, dat je de
menschen toch hebt kunnen boeien."
„Hebt U dit vroeger ook gedroomd?"
„Heelemaal niet. Ik heb zelfs nooit aan
een opera-carriére gedacht. Trouwens,
toen 1k de Mulo verliet, was er niemand
die mij bloemen aanbood...
„Ja. ik was wel eens een enkelen keer
een beetje ondeugend en daarom stelde
de directie me voor. het eens op een
andere Mulo te probeeren. Nou. dat was
precies de gelegenheid, waaron ik had
gewacht. Ik wou namelijk veel liever mu
ziek studeeren en ik begon dus prompt
mijn vader te overtuigen van mijn honger
naar de kunst. Gelukkig had ik niet veel
moeite en korten tijd later was ik een
ijverige leerlinge van h«*t
Conservatorium, waar lk zang en piano
studeerde."
„Maar hoe kwam U aan Uw opera-
aspiraties?"
„Ik ben in de opera-klas van het con
servatorium bij Mr. den Hertog terecht
gekomen en toen had ik al heel gauw
den smaak te pakken. Een aardige tijd
was dat. Greet Koeman was er ook en
Jo van de Meent en Chris Reumer. Maar
het belangrijkste was, dat we er ontzet
tend veel leerden."
„U hebt toch eerst nog veel op con
certen gezongen?"
„O, Ja. Ik heb aan allerlei concerten
meegewerkt en ik doe dat trouwens noc
Ik heb ook gezongen in tal van
orkestvereenlging, met de Arnhemsche
Orkestvereeniging, met het orkest van
Maastricht. Ik heb onder Ed. van Beinum
meegewerkt aan een Grieg-matinee van
het Concertgebouworkest in Amsterdam
Ik heb ook gezongen in een heelebop'
plaatsen in Noord-Holland en ik ben al*
soliste opgetreden in oratoria. Voor de
microfoon heb ik regelmatig gezongen en
daar werkte ik ook mee aan opera-uit
zendingen."
„Maar Uw debuut op de nlanken?"
„Dat was bii de Opera-stichting, toen
onder auspiciën van de Wagner-vereeni-
gin „Le Nozze di Figaro" werd opgevoerd
Willem van Otterloo had de muzikale lei
ding en Cees La*eur dp regie. Ik heb daar
voor het eerst Cherubino gespeeld en die
rol heb ik ook gehoudpn. toen de Am-
sterdamsche Opera de Figaro op het re
pertoire nam.
„Dan was het dus een goed debuut".
..Tk kreeg tenminste heel behoorlijke
critieken en toen ging het een beet.1e al*
vanzelf. Ik was opera-zangerres vóór
het wist. In 1941 begon de Amsterdamsche
Opera en ik werd geëngageerd. Dat was
hrt brrrln en ik heb er tot nu toe geen
•pijt van gehad."
,.U hebt ook veel en mooi werk gehad,
nietwaar?"
.Dat zou ik denken. Eerst „Gianni
Schiccchi" van Puccini. toen Mozarts
„Figaro", toen Nedda ln „Paljas", eerst
naast Chris Reumer en later naast Jan
van Mantgem, toen Musette ln „La Bo
hème", Violette in „La Traviata", Marijke
in „De verkochte bruid" en tenslotte
Prinses Elisabeth in „Don Carlos". Nee,
ik mag inderdaad niet mopperen."
„En dat doet U ook niet."
„Geen sprake van. Ik ben blij, dat al
les zoo prachtig loopt en dat we in zoo'n
prettige sfeer kunnen werken met alle
collega's. En den Hertog bewonder ik
't Is ongeloofelijk, zoo hard als die werkt.
Hij doet alles, wat er maar te doen is.
Zonder hem zou de Amsterdamsche Ope
ra ook nooit zoo snel zijn gegroeid. Per
soonlijk ben ik hem heel dankbaar, want
ik kan gerust zeggen, dat ik alles van
hem heb geleerd."
„En hebt U nu voor goed Uw hart aan
de Opera verpand?"
„Ik wil natuurlijk opera-zangeres blij
ven. Maar ik geloof toch niet, dat mijn
hart alleen met de opera tevreden is. Ik
zou mijn werk meer willen afwisselen.
Naast de opera dus ook concerten en
vooral oratoria. Ik houd het meest van
Bach, Mozart en Haydn, ziet U. En ja.
eigenlijk heb Ik nog een ideaal, maar of
dat ooit verwezenlijkt wordt, weet ik
niet. Ik zou dolgraag liederen willen zin
gen. maar dat moet Je volmaakt kunnen
doen en liederen zingen is ontzettend
moeilijk. Ik heb dat wel heel goed ge
merkt bij mijn lessen, die ik heb gehad
bij mevrouw Noorderwier."
„Nog idealen op het gebied van de
opera?"
„Ja. Octavian in ..De Rosenkavaller"
van Richard Strauss. Ik hoop, dat ik die
rol nog eens kan spelen."
En dan moet aan het praatje met Gerda
Pons een einde komen, want het werk
van de opera-zangeres wacht. Eerst repe
titie, dan zelf de concertmuziek voor
morgen nog eens doornemen, vriendelijke
brieven beantwoorden en vanavond „De
verkochte bruid" spelen.
Het leven van een opera-diva stelt zoo
zijn eigen eischen Marr de opera-diva is
er mee content. En dat is tenslotte he
voornaamste.
JAAP VALK.
yan tien tot vijftien Juli a.s. zal Neder
land zijn kunstschepingen herdenken en
op den achtergrond dier feestelijkheden zal
de groote, centrale figuur van Rembrandt
van Rijn staan.
Men kan niet beweren, dat het leven
van dezen grooten Nederlandschen zeven-
tiende-eeuwer zich gekenmerkt heeft
door veel geluk en publieke en officieele
erkentelijkheid. Rembrandt was in zeke
ren zin een profeet en deze pleegt in
het eigen land en in den eigen tijd wei
nig geëerd te worden. Ook de geniale
Leidenaar, de man, die naar eigen wil
en welbehagen tooverde met licht en
donker ontkwam niet aan dit noodlot,
Leven van Rembrandt.
Rembrandt Harmensz. van Rijn werd
op 15 Juli 1606 geboren in Leiden, waar
zijn vader molenaar was, die in goeden
doen verkeerde. De levensbeschrijvers
van Rembrandt beweren, dat hij er al
zeer vroeg met papier en teekengerei op
uit trok. Zijn vader heeft er blijkbaar
niet althans niet ernstig aan
gedacht om zijn zoon, die andere we
gen wilde gaan als die welke hijzelf ge
kozen had, te dwingen het molenaarsvak
te kiezen. Want als veertienjarige knaap
werd Rembrandt reeds in de leer gedaan
bij den Leidschen schilder Jacob van
Swanenburgh. Drie jaren later verwis
selde hij de Sleutelstad voor de stad arn
het Y, waar hij de lessen ging volgen van
Pieter Lastman. Dit verblijf In Amster
dam was geen lange duur beschoren en
hij keerde spoedig weer terug naar zijn
geboortstad.
Invloeden op zijn werk
In 1631 vestigde hij zich voorgoed in
Amsterdam. Hij leerde Thomas de Keijser
kennen, wiens invloed hij in hooge mate
onderging. Drie jaar later huwde hij met
de Friezin Saskia van Uylenburg een
bekoorlijke vrouw, wier herinnering voor
het nageslacht bewaard Is gebleven in
één van Rembrandts meesterlijkste schil
derijen.
Na haar, betrekkelijk spoedigen. dood
geraakte Rembrandt in kommervolle om
standigheden. Zijn monumentale huls in
de Amsterdamsche St. Anthonie Bree-
straat kwam onder den hamer. Van zijn
Drachtige verzameling kunstschatten
bleef zoo goed als niets over. Hij stierf
in een woning aan de Rozengracht op
8 October 1669 en werd in de Wester-
kerk begraven. Er zouden echter nog
eenige eeuwen verstrijken alvorens men
er toe overging een gedenkteeken op zijn
graf te plaatsen.
Rembrandt en Vondel
Dikwijls worden beiden in één adem
genoemd. Rembrandt en Vondel, als de
korte aanduiding van Hollands hoogsten
bloei. De één dichtte onovertroffen Hol-
landsche verzen, de ander schiep in Hol
land zijn onovertroffen schilderkunst. Tii-
dens hun leven kwamen tal van verschil
len naar voren, zoowel in maatschappe
lijke positie als in de uiterliikheden van
hun werk. Dit verhindert, echter in het
mmst niet een innerlijke harmonie. 1)
Vondel en Rembrandt woonden beiden
in Amsterdam en tóch zijn zij en het
mag een schaduw op de Gouden Eeuw
worden genoemd nooit met elkander
in aanraking geweest. Minnaars van Am
sterdam werden het beiden, maar elk op
een onafgebroken hymne: niets, of het
eigen wijs. Vondels poëzie stijgt op als
wordt ondergeschikt gemaakt aan die
ééne allesomvademende liefde: Amster
dam! Rembrandt daarentegen zoekt min
der naar uitingen van aanhankelijkheid.
Vondel heeft vele kunstenaars, en ook
wel kwasi-kunstenaars gehuldigd in vlot
te dichten. Voor Rembrandt heeft hij ech
ter nooit ziin talent gebruikt. Waarom?
Klaarblijkelijk beschouwde Vondel en
geheel ten onrechte zijn tijdgenoot niet
als een roem van stad en land. De eenige
keer. dat Vondel Rembrandt noemt, is ir>
het volgende, nu niet bepaald verheven
rljmsel:
Op Kornelis Anslo.
Ay. Rembrand, mael Kornelis stem.
Het zichtbre deel is 't minst van hem:
't Onzichtbre kent men slechts door
rd'ooren
Wie Anslo zien wil. moet hem hooren.
Het officieele zeventiende-eeuwsche
Holland heeft van Rembrandt niets wil
len weten. Of de Meester er onder ge
leden heeft? Wie zal het zeggen? Ten
slotte is elke menschenzlel in diepste
wezen een onbereisde, en dus onont
dekte. wereld. Maar ook de groote kunst
broeder, Vondel, heeft het bestaan van
Rembrandt van Riin genegeerd. Mis
schien dat dit Rembrandt smartelijker
geweest is. Maar ook hier: wie zal het
zeggen? Nu beseffen wij wel. dat Von
del en Rembrandt geen verwante zielen
waren en dat daaruit hun onderlinge
meer dan koele, verhouding verklaard
moet worden. Rembrandt was stellig
en het worde hier gezegd met den diep-
sten eerbied voor Vondels poétlsrh genie
méér persoonlijkheid, méér karakter
dan Vondel. Iets wat uiteraard op veel
-"-n verhelderend licht kan werpen.
11) Dr. Schmldt Degener ln „Rembrandt
en Vondel-*
1e Jam in glas of bekers
2e Kunsiboning verpakl
3e Keukenstroop in flesscben
4e Appelstroop in bekers
5e Boterhamstrooisei
Boterhamstrooisel en Kunst-
honing zijn beperkt voorradig.
Besteed daarom hiervoor
slechts 'n deel van Uw bonnen.
Wij kunnen dan allen gerieven
EIGEN WINKELS MET RUIME KEUS
PUDDINGPOEDERSPECIALISTE Nf
SINDS 1907
Kapiteynskost
Een gerecht uit den oucfeni
tijd, dat u thans kunt
klaarmaken met behulp
vanW. A.Scholten's stroop
de fijne, voedende Gro^
ninger stroop, 'n Boekje
vol ouderwetsche recep
ten zendt W. A. Scholten
u op aanvraag.
PROVINCIALE PUBLICATIE VAN HET
DEPARTEMENT VAN LANDBOUW
EN VISSCHERÏJ.
Evenals verleden jaar zal In het alge
meen noch aan den loondorscher, noch
aan den teler persdraad beschikbaar wor
den gesteld voor het persen van kool-
zaadstroo. Slechts in de gevallen waarbij
het koolzaadstroo verkocht zal worden of
verkocht is voor industrieele doeleinden
in binnen- of buitenland, zal een zekere
hoeveelheid persdraad worden toegewe
zen.
OFFICIEELE PUBLICATIE
van het Aan. en Verkoopbureau van
Tuinbouw en "Sierteeltproducten (A.V.T.)
Het A.V T. maakt bekend, dat het met
ingang van Maandag 10 Juli '44 verhuist
van Surinamestraat 18 Den Haag, naar
Hooftskade 1 Den Haag Het telefoonnum
mer wordt voorloopig 399900. Telefonisch
contact met veilingen, verladers en ont
vangers kan vanaf Maandag via boven
genoemd telefoonnummer plaats vinden,
doch de administratieve afdeelingen zullen
gedurende enkele dagen niet bereikbaar
zijn.
Alle correspondentie moet vanaf Zater
dag 8 Juli naar het nieuwe adres gezonden
worden.
Distributie grutterswaren.
van 10 t/m 14 Juli a.s. reiken de distri
butiediensten bij inlevering van bonnen
.Algemeen 157" (een rantsoen havermout)
toewijzingen havermout uit. Tezamen met
deze bonnen kunnen ten hoogste negen
restantbonnen „Algemeen 147" (250 gram
peulvruchten) worden ingeleverd.
Grossierstoewiizingen vette kaas.
De verzameltoewijzingen voor vette kaas
(dat zijn dus kaastoewijzingen voorzien
van een distributiezegel met het stempel
van den distributiedienst) met een ver
valdatum, gelegen in het tijdvak van 8
Juli tot en met 29 Juli 1944. worden ver
lengd tot en met 29 Juli 1944.
Inzameling eindjes touw bij dorschen.
Tedere landbouwer is verolicht bij het
dorschen van granen, welke met den
graanmaaier-zelfbinder gemaaid zijn, de
vrijkomende eindles bindtouw in te za
melen en deze bij zijn touwhandelaar te
gen overgave van een o;ficieel inleve-
ringsbewijs in te leveren. Bij de vaststel
ling van toewijzingen bindtouw voor een
volgend seizoen mogen degenen, die niet
of niet voldoende eindjes touw gezame'd
hebben, er niet op rekenen. da* zl1 toe
wijzingen voor bindtouw zullen krijgen,-