zecdzam KAHREL REMBRANDTDAG 1944 MELBA STROOP ||||I,MI||| Uit een korte maar succesvolle opera-carrière. j In TILBURG j, DURYEA/ (lllllti a.-1111 Toeval Is het niet, dat U zoo goed wordt bediend in een ViVO-winkel. De VIVOkruidenier heefthart voor zijn kleinste klantl De geestelijke kracht van het platteland. LAND, VOLK EN TAAL. Een oude fietsband vertelt AMSTERDAM GERDA PONS VERTELT. Rembrandt van Rijn. wmam DIT ALLES OP UW W. A. Scholten'' wijzea it ranke «pitsen ran de (riaie Henrelachc Kerk U Tan Terre al den wej. Ook daar leren tradi- Hei roort, door en door Nederlaadseh, gelijk die san het genrige hakje troost, dat we oog dagelijks genieten door koffiesurrogaat GEEF UW KINDEREN WEERSTANDS VERMOGEN. Geef ze Melba. - Melba Is de onmisbare bijvoe ding in ieder gezin waar groeiende kinderen zijn. Melba kunt ge koopen op de bon voor kinderdrank, elke acht weken een pak, voor ieder kind tot 13 jaar. de versterkende kinderdrank RECEPT r^LL) levensmiddelen-winkels ,VAN OEN KOFFIEVAKMAN Ter gelegenheid van de viering van den eersten Rembrandtdag op i5 Juli a.s. zul len de volgende week in tal van ge meenten cultureele gebeurtenissen plaats vinden waarover door het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten een uitvoerig programma is uitgegeven. Daaruit blijkt, dat er niet alleen offi- cieele vieringen zullen zijn, maar ook vele, die een plaatselijk karakter dragen. Bovendien worden er op tal van plaatsen tentoonstellingen gehouden en concerten gegeven, terwijl ook aan de radio en film spsss een plaats van betee- ^sssm kenis is ingeruimd. De officieele vierin gen zijn natuurlijk de belangrijkste gebeur tenissen. Zij zullen op den Rembrandtdag te Amsterdam, Gronin gen en Maastricht worden gehouden. In de hoofdstad spreken des middags om 3 uur in de aula van het Koloniaal Instituut prof. dr. Snijder, de president van den Ned. Kultuurraad en Jhr. mr. de Ranitz Wz„ secretaris-gene raal van bovenge noemd departement. Daar zal ook de uit reiking van de leg penning plaats heb ben. In de Stads schouwburg In Gro ningen wordt het woord gevoerd door den heer Gerdes, hoofd van de afd. Beeldende Kunsten van het departement en door den Com missaris der Provincie. In Maastricht wordt in de Oude Dominicus Kerk het woord gevoerd door de heeren Bindels en Delsing, resp. bestuurder der Centr. Werkgemeenschap en de Gewes telijke bestuurder der Ned. Kultuurka mer ter plaatse. Plaatselijke vieringen vinden o.a. plaats in Den Haag groote zaal van den Die rentuin om half acht des avonds waar de burgemeester en de departementssec retaris Phoen zullen spreken; in Rotter dam houdt dr. Hanneman een lezing in het Museum Boymans; in Amsterdam wordt o.a. een volksbijeenkomst gehou den en schrijft het N.A.F. een cultureele prijsvraag uit; in Maastricht stast een tooneelwedstrijd op het programma en wordt het „Dinghuis" feestelijk in ge bruik genomen; in Kerkrade wordt een oudheidkundig en mijnbouwkundig mu seum geopend; ln Roermond, Sittard Valkenburg, Nijmegen, Lochem, Winters wijk, Eindhoven. Breda, Gouda, Zutphen, Assen en diverse andere gemeenten zijn feestelijke herdenkingen, voordrachten voor de schooljeugd en andere gebeurte nissen reeds vastgesteld of ln voorbe reiding. Natuurlijk nemen op een herdenkingsdag van Rembrandt de tentoonstellingen een groote paats in op het feestprogram ma. Er zijn schilde rijententoonstellingen in Den Haag (Pul- chri), in Amsterdam (Rijksmuseum), in Assen (Gymnasium), in Rotterdam (Mu seum Boymans) en in tal van andere ge meenten en ook aan de muziek is natuur lijk bij een feestelij ke herdenking een extra plaats inge ruimd, waarbij o.a. het Concertgebouw- Orkest en het Resi dentie-Orkest, bene vens tal van plaatse lijke orkesten en muziekcorpsen zich zullen laten hooren. Te Haarlem laat o.a. het Sweelinck-kwar- tot zich hooren in het Concertgebouw en zal een vrouwen koor zingen onder leiding van onzen mu ziekrecensent, den heer Jac. Jansen. In diverse steden wordt door het N.A.F. voor werkpauze-concerten gezorgd. Natuurlijk is het programma van de N.R.O. in de komende week voor een be langrijk deel aan de Ned. Kultuurweek en den Rembrandtdag gewijd en vanaf 7 Juli zal in het bijprogramma van alle bioscoop-theaters een documentaire film Rembrandtdag 1944" draaien, welke rol prent door de Wervelfilm speciaal voor die gelegenheid is vervaardigd en die op duidelijke wijze de beteekenis van Neer- lands grootste kunstenaar in het licht stelt. Voor de cultureele ontspanning der ge- evacueerden zijn verscheidene tournées georganiseerd en uit dit alles blijkt dus wel, dat ons land in de week die. nu komen gaat zijn grooten zoon Rembrandt op alleszins waardige wijze zal herden ken. St. Pancras, het mooie, nabij Alkmaar gelegen tuindersdorp, waarvan de over levering vertelt, dat daar eens de. rijke koopstad Vrone heeft gelegen, staat thans, in den. tijd van den aardappel- nood, wel sterk in de belangstelling der stadsbewoners. Het is een droevig beeld van den tijd als men de door en door vermoeide vrouwen en kinderen daar met de zakjes aardappelen ziet sjouwen. Het stemt echter tot voldoening, te ervaren, dat deze tuindersbevolking daar oog voor heeft en gaarne enkele K.G. van het zoo begeerde product tegen veilingsprijs aan deze stadsche zwoegers afstaat. Wij zien daarin uitingen van menschelijke saam- hoorigheid, die uit de betere gevoelens in den mensch ontstaan. Bijzonder werden wij daar echter ge troffen door een geestelijke uiting van saamhoori'gheid. Aan een zanderig zij weggetje van een der keurige geasfal teerde wegen van St. Pancras, den Be- nedenweg, staat n.1. temidden van op gaand groen een oude boerderii, bewoond door de loondorschers gebr. Booy. Deze harde werkers hebben met dit loon- dorschen wat extra's verdiend en dit geld aangewend voor het inrichten van een muziekkamer, waarin zij door den kerkorgelbouwer Pels uit Alkmarr een juweel van een pijporgel met speeltafel en twee klavieren, geïntoneerd voor de hulskamer, hebben laten bouwen. Het is voornamelijk de ongetroirwde broer, die daarop des avonds na den zwaren land arbeid zijn muzikale aspiraties uitleeft. Ook de gehuwde broer en zijn vrouw, die zeer religieus zijn, bespelen dit orgel, dat zij trouwens voor lederen liefhebber van het kerkorgelspel, die anders r»w in de gelegenheid zou zijn een dergelijk kostbaar orgel te bespelen, ter beschik king stellen. Toen wij deze eenvoudige, smaakvolle muziekkamer, waarvan het orgel een want van 4 M. in beslag neemt, betraden, gevoelden wij ons in een tempel van hooger orde. De organist werkte nog op het land. maar zijn broer, die thans de dorschmachines voor de komende oogst in orde brengt, was zoo vriendelijk om zich in zijn blauwe overall achter het klavier te zetten, waarboven een door een amateurschilder uit de familie ge schilderd portret hing van César Frank bezig met het orgelspel. Wij konden reeds toen constateeren, welke wondermooie tonen uit dit orgel gehaald kunnen wor den en begrepen, dat hier de muziekavon den voor de familie en de belangstel lenden, avonden van hoog geestelijk ge not zouden zijn. Op onze vraag, hoe ze tot het houwen van een kerkorgel, zooals er slechts twee in het land zijn, waren gekomen, vertel de de heer Booy ons, dat zijn onge trouwde broer reeds als kind een grooten muzikalen aanleg had getoond. Toen hij 11 jaar was fungeerde hij al al* organist in het dorpskerkje en mocht hij als te genprestatie in zijn vrijen tijd het orgel bespelen. Er kwam een nieuw orgel en de kerkeraad was daar zoo zuinig op, dat mijn broer daarop voor eigen oefening niet langer dan een uur mocht spelen. Wanneer hij achter het orgel fantaseert dan vergeet hij den tijd. Ook nu komt het voor, dat hij 's avonds denkt da* het 10 uur is, terwijl het allang twaalf heeft geslagen. Het hem in de kerk toe gestane uurtje werd dan ook dikwijls meer dere uren, zoodat hij organist-af raakte en het thuis met een harmonium moest doen. De orgelconcerten van Jan Zwart in Alk maar, die door ons, evenals die van Fiike Asma, regelmatig bezocht werden (Fijke Asma komt hier ook aan huis om dit orgel te bespelen) hebben de liefde voor het orgelspel bij mijn broer zoo aange-* wakkerd, dat hij vele jaren les nam bij den muziekleeraar Kuiper te Alkmaar en thans daar les ontvangt van Bram Bruin. Aanvankelijk knoopte hij met den heer Pels onderhandelingen aan om het harmonium tot een pijporgel om te hou wen en deze onderhandelingen hebben er toe geleld dat dit kerkored hier tot stand kwam. lederen avond, behalve Woensdags, wanneer mijn broer naar de zang gaat, kunt u hem. die met ziin orgel getrouwd is, achter het klavier vinden en het is ontroerend hem ln vol le overgave, fantaseerende de religleuse muziek uit het orgel te hooren halen. Wij hebben dan ook geen minuut spijt de kostbare stap gedaan te hebben. De buren houden ook van muziek on als wij met hen en andere belangstel lenden naar hem luisteren, gevoelen wij ons in een hoogere wereld. Juist omdat mijn broer het leedge voel heeft van het verbod het kerk orgel te mogen bespelen. is het zijn wensch. voor ieder waarlijk beoefenaar dit orgel gratis beschikbaar te stellen Soms komen er zoovelen, dat hij geen gelegenheid heeft zelf te spelen, maar ook dit neemt hii gelaten, want tussohen hem en de beoefenaars is een geesteliike band ontstaan en de muziekavonden ziin ook voor ons waardevolle avonden ge worden. Gaarne namen wij de uitnoodlging aan een dergelijken avond eens bil te won*»n overtuigd als wij waren dat In onze plattelandsbevolking krachten schuilen, dia men daar niet zou zoeken. D. A. KLOMP. Ik hou van mijn land. Van zijn bosch en zijn strand, Van zijn grazige groenende weide Met het zwart-bonte vee, Van zijn dorpen en steê, Van zijn geurige kleurige heide. Ik hou van mijn taal, Die soms hard is als staal, Maar die ook zoo heel zachtkens kan vloeien, Van de taal, die als tolk Van wat leeft in 'het volk, Mij altijd en immer zal boelen. Mijn volk, fier en sterk, In zijn woord, in zijn werk, Vooral ook mijn volk blijf ik minnen. Ik hou van den boer, Die wat stug is. maar stoer En vooral van de struische boerinnen. Ik hou van mijn land, Van ziin zee en zijn strand. Van zijn water, zijn wind en zijn' wolken, Van zijn wiegelend riet En ik moest in een lied Mijn liefde voor Neêrland vertolken. JAC. B. Toen ik Jong was, was ik een mooie fietsband. Ja, dat mag je misschien niet gelooft n, als je naar mijn kale plekken, mijn Etften en bultjes, mijn onoogelijke huid, versierd met tientallen roode, grij ze en zwarte pleisters kijkt. Maar toch verzeker ik je, dat ik de mooiste, duurste en beste band onder mijn broers en zus ters was, die opgestapeld lagen in de fa briek, waar we geboren waren. Ik had toen een prachtige, zachtgele kleur, mijn huid had de mooiste teekening, die je maar bedenken kunt. allemaal rib bels en golfjes, en van binnen was ik zoo zijachtig en glanzend schoon, dat ik me hazst binnenstebuiten keerde uit louter trots. Het beviel me dan ook heelemaal niet in die groote fabriek, waar we met dui zenden en nog eens duizenden verbleven moesten. Gelukkig duurde het niet lang of een klein aantal, waaronder ook ik be hoorde, werd netjes in papier gepakt en op een groote auto geladen. Eindelijk zou dan het volle leven beginnen. Zooals ik al vertelde, was ik niet alleen de mooiste onder mijn broers en zusters, maar ook de duurste. Zoo kwam het, dat velen van hen door onzen pleegvader ver kocht werden en ik na ongeveer drie maanden nog steeds geen baas of bazin gevonden had Nu ja, niet dat ik met hen had willen ruilen, o neen! Zij waren per slot van rekening maar heel gewone, grijze, huis-, tuin- en keukenbanden, met het logische gevolg, dat ze ook heel gewone bazen vonden kantoorbedienden, renteniers, bur gerjuffrouwen, enz. Neen, i k droomde me een heel andere toekomst!- Op zekeren dag zou er een piekfijne mijnheer, minstens een grajf of een ba ron, den winkel binnen stappen en om den besten band vragen, die er te krij gen was. Natuurlijk zou zijn oog dade lijk op mij vallen en omdat ik hem met mijn mollige zachtheid, mijn zachtgele kleur en mijn prachtig geteekende huid zeer zeker bekoren zou, zou mijn pleegva der zich haasten me zoo gauw mogelijk om het wiel van 'n flonkerend nikkelen rij/- wiel te leggen. Mijn nieuwe baas woonde vanzelfsprekend in een prachtig kasteel en eiken morgen zou hij een ochtendrit met mij maken. We gingen dan over een lichten vroolijken betonweg, zoodat ik weizingen móést van blijdschap, om daar na door het park, langs het frissche jonge groen, weer naar het kasteel terug te keeren. Daar zou dan een knecht gereed staan om het adellijke rijwiel in ontvangst te nemen en als hij voorzichting het vuil van mij verwijderde, zou de baron zeg gen: ,,Ja, ja, een best bandje, Johan, een best bandje". Hoe benijdde ik in dien tijd mijn stille, grijze broers en zusters, die, hoewel min der mooi dan ik, nu een heerlijk beza digd leventje leidden bij een rustïgen kantoorbediende, die-alleen-maar-ficlste- als-het-niet zoo-druk was! Het werd winter, vervolgens zomer., die weer in winter veranderde. Hoeveel zuchten had ik niet geslaakt gedurende dien tijd! En na elke zucht die ik gaf, werd er een pleister op mijn huid ge plakt, soms een roode, soms een grijze of een zwarte, zoodat het wel leek of ik de mazelen onder m'n canvas had. De winter met z'n koude sneeuw, die steeds in viezen modder overging, ontnam mijn eens zon prachtige huid kening. Hier en daar kreeg ik al kale plek ken en in die dagen gebeurde het. dat de slagersknecht me van het wiel pfslootpte en me voor een krats verkocht aan den eigenaar van een klein donker tweede- handsch zaakje, waar het rook naar kamfer, schimmel en mui/pn Alle moge lijke en onmogelijke artikelen stonden, hingen of lagen op, over of naast elkaar in de kleine ruimte, zoodat de oude baas zich slechts met moeite door dezen rom mel een pad kon banen, als hij van het achterkamertje naar de toonbank slofte. Ik zag er oude kleeren, meubelen, waar in de houtworm knaagde, roestige uur werken. oude schilderijen, waarvan de voorstelling door de tand des tijds be- knaagd was, vazen en beelden, die zelden nog heelemaal gaaf waren, borden en te gels, roestige fietsen en ook heel wat In deze poort heb lk als kind gespeeld een vreemde vroeg: Is Rembrandt hier geboren? Ik knikte maar; hij heeft mijn haar gestreeld: Je kon zijn zoon zijn klonk het in mijn ooren Op elke gracht staar ik naar 't zelfde beeld in 't schijnsel van de spiegel zwemt de voren; de knaap, die 's middags met het schepnet speelt, wordt 's avonds ouder bij de Westertoren. Er fl^dd'ren duiven; donker drijft de stad de sterren hangen boven steen en water aan oude muren sterft het klimopblad. Wat wil je worden? vroeg vandaag mijn vader; ik keek van *t boek op. voelde mij betrapt dat ik wou dichten van die stad eens later ED. DOORNIK oude banden, waarvan «ommige er nog beroerder en versletener uitzagen dan ik. Na een Jaar ongeveer, ontdekte ik, dat de zaak vooruitging: er kwamen n.1. meer menschen, die den weg vonden naar het stoffige, droomerige winkeltje, waarin het eenige levende het getik van de groote staande Frlesche klok scheen te zijn. Ook de gesprekken van de koo pers met den ouden winkelbaas veran derden van onderwerp. Het was niet meer het weer. de malaise of de werk loosheid, die de menschen b«zi<* thans was het de oorlogsbacil waarmee iedereen besmet was. Wat het woord ..oorlos". dat hz* ren greep de menschen gevangen hield, nu eigenlijk beteekende? Ik zou het niet kunnen zeggen. Je moet echter niet ver geten, dat ik maar een oude band ben onze soortgenooten zijn niet begaafd met zoo'n goed verstand als dat van den mensch. dat hem in staat stelt allerlei vernuftige en prachtige dingen uit denken. Maar dat dit nieuws iets goeds is, daar ben ik van overtuigd, want het heeft met één slag miir» verderen ïewnv-- loop veranderd en verbeterd; het heeft me zelfs van adel gemaakt, doch daa over vertel ik straks wel meer, want op zekeren dag geschiedde een wonder. Het gebeurde n.1. dat de droom, die ik eens in mijn ieutfd gedroomd had. maar die ik bijna al weer vergeten was, wer kelijkheid werd. Op een ochtend kwam er een deftig heer het winkeltje binnen, die vroeg om den besten band, die er te krijgen was. Toen geschiedde het won der zijn oog viel op mij! Voor een onmogelijk hoogen prijs, waarvan de kooper echter niets afdong, werd ik het eigendom van mijn tegenwoordigen baas, die werkelijk van adel is. Ik behoor dus nu ook tot den adel stand en ik leid een prachtleven. Een en kele keer fietsen we; dan wordt ik ver zorgd. zooals nog nooit te voren. Da m'n baas me eigenhandig oppompt en het vuil van me afveegt, omdat knechten schaarsch schijnen te zijn, doet niets ter Want Is het niet het voornaamste ln iemands leven als droomen waarheid wor den? G. A. Kamper. ,,Die anjers zijn van „De verkochte bruid", die rozen van Paljas" en hier deze veldbouquet is van „Boheme". Gerda Pons, de jonge Nederlandsche opera-diva zit ln de zonnige kamer van haar woning in een van de buitenwijken van Amsterdam en wijst ons lachend op de bloemenweelde, die aan dit vertrek een feestelijk aanzien geeft. „En ik kan er niemand voor bedanken, want ik weet niet eens van wie ze komen", zegt ze. „Nu eens is er geen kaartje bij, dan weer wel, maar dan ken je den naam weer niet en soms krijg je het naam weer niet en soms krijg je het zoo". Ze laat ons een briefje zien waarop geschreven staat: „Van een paar bewon deraars. die genoten hebben van uw spel. Wel bedankt, 't Was prachtig." „U hebt toch geen bezwaar tegen zoo'n spontane hulde?" vraagt de verslaggever, die gekomen is om een praatje te maken voor de krant. .Bezwaar?", lachte Gerda Pons. „Ik ben er alleen maar blij mee. 't Is een bewijs, dat je nubliek met .1e meeleeft. En eigenlijk geeft het ook wel een gevoel van voldoening, omdat je weet, dat je de menschen toch hebt kunnen boeien." „Hebt U dit vroeger ook gedroomd?" „Heelemaal niet. Ik heb zelfs nooit aan een opera-carriére gedacht. Trouwens, toen 1k de Mulo verliet, was er niemand die mij bloemen aanbood... „Ja. ik was wel eens een enkelen keer een beetje ondeugend en daarom stelde de directie me voor. het eens op een andere Mulo te probeeren. Nou. dat was precies de gelegenheid, waaron ik had gewacht. Ik wou namelijk veel liever mu ziek studeeren en ik begon dus prompt mijn vader te overtuigen van mijn honger naar de kunst. Gelukkig had ik niet veel moeite en korten tijd later was ik een ijverige leerlinge van h«*t Conservatorium, waar lk zang en piano studeerde." „Maar hoe kwam U aan Uw opera- aspiraties?" „Ik ben in de opera-klas van het con servatorium bij Mr. den Hertog terecht gekomen en toen had ik al heel gauw den smaak te pakken. Een aardige tijd was dat. Greet Koeman was er ook en Jo van de Meent en Chris Reumer. Maar het belangrijkste was, dat we er ontzet tend veel leerden." „U hebt toch eerst nog veel op con certen gezongen?" „O, Ja. Ik heb aan allerlei concerten meegewerkt en ik doe dat trouwens noc Ik heb ook gezongen in tal van orkestvereenlging, met de Arnhemsche Orkestvereeniging, met het orkest van Maastricht. Ik heb onder Ed. van Beinum meegewerkt aan een Grieg-matinee van het Concertgebouworkest in Amsterdam Ik heb ook gezongen in een heelebop' plaatsen in Noord-Holland en ik ben al* soliste opgetreden in oratoria. Voor de microfoon heb ik regelmatig gezongen en daar werkte ik ook mee aan opera-uit zendingen." „Maar Uw debuut op de nlanken?" „Dat was bii de Opera-stichting, toen onder auspiciën van de Wagner-vereeni- gin „Le Nozze di Figaro" werd opgevoerd Willem van Otterloo had de muzikale lei ding en Cees La*eur dp regie. Ik heb daar voor het eerst Cherubino gespeeld en die rol heb ik ook gehoudpn. toen de Am- sterdamsche Opera de Figaro op het re pertoire nam. „Dan was het dus een goed debuut". ..Tk kreeg tenminste heel behoorlijke critieken en toen ging het een beet.1e al* vanzelf. Ik was opera-zangerres vóór het wist. In 1941 begon de Amsterdamsche Opera en ik werd geëngageerd. Dat was hrt brrrln en ik heb er tot nu toe geen •pijt van gehad." ,.U hebt ook veel en mooi werk gehad, nietwaar?" .Dat zou ik denken. Eerst „Gianni Schiccchi" van Puccini. toen Mozarts „Figaro", toen Nedda ln „Paljas", eerst naast Chris Reumer en later naast Jan van Mantgem, toen Musette ln „La Bo hème", Violette in „La Traviata", Marijke in „De verkochte bruid" en tenslotte Prinses Elisabeth in „Don Carlos". Nee, ik mag inderdaad niet mopperen." „En dat doet U ook niet." „Geen sprake van. Ik ben blij, dat al les zoo prachtig loopt en dat we in zoo'n prettige sfeer kunnen werken met alle collega's. En den Hertog bewonder ik 't Is ongeloofelijk, zoo hard als die werkt. Hij doet alles, wat er maar te doen is. Zonder hem zou de Amsterdamsche Ope ra ook nooit zoo snel zijn gegroeid. Per soonlijk ben ik hem heel dankbaar, want ik kan gerust zeggen, dat ik alles van hem heb geleerd." „En hebt U nu voor goed Uw hart aan de Opera verpand?" „Ik wil natuurlijk opera-zangeres blij ven. Maar ik geloof toch niet, dat mijn hart alleen met de opera tevreden is. Ik zou mijn werk meer willen afwisselen. Naast de opera dus ook concerten en vooral oratoria. Ik houd het meest van Bach, Mozart en Haydn, ziet U. En ja. eigenlijk heb Ik nog een ideaal, maar of dat ooit verwezenlijkt wordt, weet ik niet. Ik zou dolgraag liederen willen zin gen. maar dat moet Je volmaakt kunnen doen en liederen zingen is ontzettend moeilijk. Ik heb dat wel heel goed ge merkt bij mijn lessen, die ik heb gehad bij mevrouw Noorderwier." „Nog idealen op het gebied van de opera?" „Ja. Octavian in ..De Rosenkavaller" van Richard Strauss. Ik hoop, dat ik die rol nog eens kan spelen." En dan moet aan het praatje met Gerda Pons een einde komen, want het werk van de opera-zangeres wacht. Eerst repe titie, dan zelf de concertmuziek voor morgen nog eens doornemen, vriendelijke brieven beantwoorden en vanavond „De verkochte bruid" spelen. Het leven van een opera-diva stelt zoo zijn eigen eischen Marr de opera-diva is er mee content. En dat is tenslotte he voornaamste. JAAP VALK. yan tien tot vijftien Juli a.s. zal Neder land zijn kunstschepingen herdenken en op den achtergrond dier feestelijkheden zal de groote, centrale figuur van Rembrandt van Rijn staan. Men kan niet beweren, dat het leven van dezen grooten Nederlandschen zeven- tiende-eeuwer zich gekenmerkt heeft door veel geluk en publieke en officieele erkentelijkheid. Rembrandt was in zeke ren zin een profeet en deze pleegt in het eigen land en in den eigen tijd wei nig geëerd te worden. Ook de geniale Leidenaar, de man, die naar eigen wil en welbehagen tooverde met licht en donker ontkwam niet aan dit noodlot, Leven van Rembrandt. Rembrandt Harmensz. van Rijn werd op 15 Juli 1606 geboren in Leiden, waar zijn vader molenaar was, die in goeden doen verkeerde. De levensbeschrijvers van Rembrandt beweren, dat hij er al zeer vroeg met papier en teekengerei op uit trok. Zijn vader heeft er blijkbaar niet althans niet ernstig aan gedacht om zijn zoon, die andere we gen wilde gaan als die welke hijzelf ge kozen had, te dwingen het molenaarsvak te kiezen. Want als veertienjarige knaap werd Rembrandt reeds in de leer gedaan bij den Leidschen schilder Jacob van Swanenburgh. Drie jaren later verwis selde hij de Sleutelstad voor de stad arn het Y, waar hij de lessen ging volgen van Pieter Lastman. Dit verblijf In Amster dam was geen lange duur beschoren en hij keerde spoedig weer terug naar zijn geboortstad. Invloeden op zijn werk In 1631 vestigde hij zich voorgoed in Amsterdam. Hij leerde Thomas de Keijser kennen, wiens invloed hij in hooge mate onderging. Drie jaar later huwde hij met de Friezin Saskia van Uylenburg een bekoorlijke vrouw, wier herinnering voor het nageslacht bewaard Is gebleven in één van Rembrandts meesterlijkste schil derijen. Na haar, betrekkelijk spoedigen. dood geraakte Rembrandt in kommervolle om standigheden. Zijn monumentale huls in de Amsterdamsche St. Anthonie Bree- straat kwam onder den hamer. Van zijn Drachtige verzameling kunstschatten bleef zoo goed als niets over. Hij stierf in een woning aan de Rozengracht op 8 October 1669 en werd in de Wester- kerk begraven. Er zouden echter nog eenige eeuwen verstrijken alvorens men er toe overging een gedenkteeken op zijn graf te plaatsen. Rembrandt en Vondel Dikwijls worden beiden in één adem genoemd. Rembrandt en Vondel, als de korte aanduiding van Hollands hoogsten bloei. De één dichtte onovertroffen Hol- landsche verzen, de ander schiep in Hol land zijn onovertroffen schilderkunst. Tii- dens hun leven kwamen tal van verschil len naar voren, zoowel in maatschappe lijke positie als in de uiterliikheden van hun werk. Dit verhindert, echter in het mmst niet een innerlijke harmonie. 1) Vondel en Rembrandt woonden beiden in Amsterdam en tóch zijn zij en het mag een schaduw op de Gouden Eeuw worden genoemd nooit met elkander in aanraking geweest. Minnaars van Am sterdam werden het beiden, maar elk op een onafgebroken hymne: niets, of het eigen wijs. Vondels poëzie stijgt op als wordt ondergeschikt gemaakt aan die ééne allesomvademende liefde: Amster dam! Rembrandt daarentegen zoekt min der naar uitingen van aanhankelijkheid. Vondel heeft vele kunstenaars, en ook wel kwasi-kunstenaars gehuldigd in vlot te dichten. Voor Rembrandt heeft hij ech ter nooit ziin talent gebruikt. Waarom? Klaarblijkelijk beschouwde Vondel en geheel ten onrechte zijn tijdgenoot niet als een roem van stad en land. De eenige keer. dat Vondel Rembrandt noemt, is ir> het volgende, nu niet bepaald verheven rljmsel: Op Kornelis Anslo. Ay. Rembrand, mael Kornelis stem. Het zichtbre deel is 't minst van hem: 't Onzichtbre kent men slechts door rd'ooren Wie Anslo zien wil. moet hem hooren. Het officieele zeventiende-eeuwsche Holland heeft van Rembrandt niets wil len weten. Of de Meester er onder ge leden heeft? Wie zal het zeggen? Ten slotte is elke menschenzlel in diepste wezen een onbereisde, en dus onont dekte. wereld. Maar ook de groote kunst broeder, Vondel, heeft het bestaan van Rembrandt van Riin genegeerd. Mis schien dat dit Rembrandt smartelijker geweest is. Maar ook hier: wie zal het zeggen? Nu beseffen wij wel. dat Von del en Rembrandt geen verwante zielen waren en dat daaruit hun onderlinge meer dan koele, verhouding verklaard moet worden. Rembrandt was stellig en het worde hier gezegd met den diep- sten eerbied voor Vondels poétlsrh genie méér persoonlijkheid, méér karakter dan Vondel. Iets wat uiteraard op veel -"-n verhelderend licht kan werpen. 11) Dr. Schmldt Degener ln „Rembrandt en Vondel-* 1e Jam in glas of bekers 2e Kunsiboning verpakl 3e Keukenstroop in flesscben 4e Appelstroop in bekers 5e Boterhamstrooisei Boterhamstrooisel en Kunst- honing zijn beperkt voorradig. Besteed daarom hiervoor slechts 'n deel van Uw bonnen. Wij kunnen dan allen gerieven EIGEN WINKELS MET RUIME KEUS PUDDINGPOEDERSPECIALISTE Nf SINDS 1907 Kapiteynskost Een gerecht uit den oucfeni tijd, dat u thans kunt klaarmaken met behulp vanW. A.Scholten's stroop de fijne, voedende Gro^ ninger stroop, 'n Boekje vol ouderwetsche recep ten zendt W. A. Scholten u op aanvraag. PROVINCIALE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW EN VISSCHERÏJ. Evenals verleden jaar zal In het alge meen noch aan den loondorscher, noch aan den teler persdraad beschikbaar wor den gesteld voor het persen van kool- zaadstroo. Slechts in de gevallen waarbij het koolzaadstroo verkocht zal worden of verkocht is voor industrieele doeleinden in binnen- of buitenland, zal een zekere hoeveelheid persdraad worden toegewe zen. OFFICIEELE PUBLICATIE van het Aan. en Verkoopbureau van Tuinbouw en "Sierteeltproducten (A.V.T.) Het A.V T. maakt bekend, dat het met ingang van Maandag 10 Juli '44 verhuist van Surinamestraat 18 Den Haag, naar Hooftskade 1 Den Haag Het telefoonnum mer wordt voorloopig 399900. Telefonisch contact met veilingen, verladers en ont vangers kan vanaf Maandag via boven genoemd telefoonnummer plaats vinden, doch de administratieve afdeelingen zullen gedurende enkele dagen niet bereikbaar zijn. Alle correspondentie moet vanaf Zater dag 8 Juli naar het nieuwe adres gezonden worden. Distributie grutterswaren. van 10 t/m 14 Juli a.s. reiken de distri butiediensten bij inlevering van bonnen .Algemeen 157" (een rantsoen havermout) toewijzingen havermout uit. Tezamen met deze bonnen kunnen ten hoogste negen restantbonnen „Algemeen 147" (250 gram peulvruchten) worden ingeleverd. Grossierstoewiizingen vette kaas. De verzameltoewijzingen voor vette kaas (dat zijn dus kaastoewijzingen voorzien van een distributiezegel met het stempel van den distributiedienst) met een ver valdatum, gelegen in het tijdvak van 8 Juli tot en met 29 Juli 1944. worden ver lengd tot en met 29 Juli 1944. Inzameling eindjes touw bij dorschen. Tedere landbouwer is verolicht bij het dorschen van granen, welke met den graanmaaier-zelfbinder gemaaid zijn, de vrijkomende eindles bindtouw in te za melen en deze bij zijn touwhandelaar te gen overgave van een o;ficieel inleve- ringsbewijs in te leveren. Bij de vaststel ling van toewijzingen bindtouw voor een volgend seizoen mogen degenen, die niet of niet voldoende eindjes touw gezame'd hebben, er niet op rekenen. da* zl1 toe wijzingen voor bindtouw zullen krijgen,-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1944 | | pagina 3