KOMT DE MARINE
- in de Helderse haven?
Vriendschap.
Marine-opleiding voorlopig in Engeland
leder zette zich in voor de eindstrijd tegen Japan
HELDERSCHE COURANT
HOOFDREDACTEUR: J. BIJLSMA
WOENSDAG 16 MEI 1945
Houdt Uw eer hoog
Er is een hemelsbreed verschil tussen de
binnenkomst van de Duitse troepen op 15
Mei 1940, toen ze het wilden doen voorko
men onze „vrienden" te zijn en de binnen
komst va* de Canadese troepen op 9 Mei
1945.
Aan de pers werd in Mei 1940 voorge
schreven vooral te wijzen op het verzorgde
uiterlijk van de binnentrekkende troepen en
op hun uitstekend moreel.
In Mei 1945 werd niets voorgeschreven.
Wij zagen en wisten.
In Mei 1940 kwamen gedrilde troepen,
strak en stram, er kon geen lach af. Het
was alles parade, de pas, de houding, het
gezicht. Dat moest indruk maken. Wij za
gen toe, met verbeten gezichten, zagen het
ergerlijke en belachelijke van de mannen,
die zich aandienden als onze „vrienden".
Op deze vriendschap waren, we niet gesteld,
ze was verachtelijk en op een klein percen
tage uitzonderingen na, negeerde de bevol
king den Duitsen militair.
In Mei 1945 kwamen troepen, op grote
auto's, op daverende motorrijwielen de stad
binnen.
Voor hot meerendeel jonge kerels zaten
op de wagens. Ze lachten, en met die brede
lach lieten zo een mond vol prachtig witte
tanden zien. Ze wuifden en door hun hou
ding toonden ze gemoedelijkheid, geen strak
militair gedoe, geen parade. Eu wij stonden
daar, juichend en dansend van vreugde. On
ze bevrijders, our liberators. Onze vrienden
reden de stad binnen en hun auto's werden
bedolven onder confetti en verse bloemen.
Het regende ervan uit de vensters van de
woningen en er werd geworpeD door de drom
men mensen langs de weg.
Onze vriendenDe auto's werden bestormd.
Al spoedig zag men niet anders dan lachen
de gezichten van Hollandse jongens en meis
jes en daar ergens in de cabine was nog
een Canadees gezicht te zien.
Onze geallieerde vrienden zijn met diepe
vreugde ontvangen, omdat we voelden, dat
deze jonge mensen, stuk voor stuk, hun le
ven hadden ingezet voor onze bevrijding
ouder het slavenjuk vandaan. Ze hebben
dus recht op onze dankbaarheid en op on
ze vriendschap. Onze huizen moeten voor
hen openstaan. Zij moeten ervaren de Hol-
landse gastvrijheid.
Vriendschap moet echter niet opdringend
zijn. We hebben helaas ook reeds gevallen
gezien, die we betreuren. Ze zjjn misschien
te verontschuldigen door de golf van en
thousiasme, die zich van de bevolking had
meester gemaakt en in het bizonder de jon
ge mensen had aangestoken, maar we mots
ten er voor waarschuwen. Wij bedoelen de
epdringerige vriendschap van sommige Hol-
audsche meisjes, die niet konden volstaan
met een hartelijke handdruk, met een pla
gerig tikje op de wang van zo'n lachende
anadees, maai die op de schoot van zo'n
vrijheidsheld kropen, hun armen om de hals
\an de soldaten. Dat was niet juist, dat
*as ook niet behoorlijk, en we zagen
h°e er soldaten waren, die deze al te gro
te intimiteit met lachend gebaar afwezen.
"ij hebben ons geërgerd aan de houding
van zeer veel Hollandse meisjes ten opzich
te van de Duitse militairen, geërgerd niet
alleen omdat ze met den vijand heulden,
maar ook omdat ze hun eer te grabbel
gooiden door de wijze waarop ze zich had-
Interview met den Chef van het
Militair Gezag
Tot chef van het Militair Gezag
Den Helder is benoemd Kapitein
ter Zee H. J. Bueninck.
Kolonel H. J. Bueninck, hoewel niet in
Den Helder geboren, is toch met vele ban
den aan deze stad gebonden. Hij ontving
zijn opleiding als adelborst aan het Koninklijk
Instituut en heeft tal van jaren in onze stad
gewoond. In 1938 vertrok hij als overste
naar Indië, waar hij bij het uitbreken van
de oorlog het commando voerde over Hr.
Ms. De Kuyter. Kolonel Bueninck maakte
de slag in do Javazee niet mee, aangezien
hij juist een transport adelborsten vervoerde
vanaf Soerabaja.
Na October 1944 ondernam hjj verschil
lende tochten naar het vasteland van Europa
en hij regelde o.a. de loodsdiensten bij de
vrijmaking van de Schelde, üp 22 October
betrad hij voor het eerst weer Nederlandse
bodem, u.1. in Zeeuws-Vlaauderen.
Kolonel Bueninck stond ons een kort
interview toe, dat wij hieronder laten volgen.
Was het niet mogelijk, kolonel, dat U
per schip in Den Helder arriveerde
Helaas was dit niet mogelijk en het
spijt mij heel erg, dat ik hier zo door de
achterdeur ben binnengekomen. Als marine
officier had ik het veel prettiger gevonden
de haven binnen te varen.
Hoe vond U Den Helder eruit zien?
Toen ik zag, wat hier is vernield, kreeg
ik tranen in mijn ogen. Natuurlijk had ik
het reeds op de kaart gezien, maar dat is
toch nog een groot verschil met de werke
lijkheid. De enige troost is, dat wij Den
Helder mooier kunnen opbouwen dan het
vroeger was, maar daar hebben de mensen,
wier huizen afgebroken zijn, natuurlijk bit
ter weinig aan.
Waaz loopt onze Marine binnen
Er lopen geruchten, kolonel, dat een
heden van onze Marine binnenkort in Neder
landse havens zullen binnenlopen. Wat is
hiervan waar?
Waar de Marine zal binnenvaren,
moet nog nader geregeld worden. Dit
zal waarschijnlijk samenvallen met de
officiële intocht van H.M.de Kon ingin.
Voor zoover ik weet is er nog geen plan
of dit binnenvaren in Rotterdam, Amster
dam of een onzer andere havens zal
plaats vinden.
den opgedrongen aan deze militairen, wier
houding tegenovcx onze vrouwen en meis
jes daar geep aanleiding toe gaf.
Nu zien we hetzelfde en daar waarschu
wen we tegen. Laat onze meisjes hun eer
en de eer van onze bevrijders te hoog ach
ten, om zich als deernen te gedragen.
Vriendschap, maar gezonde vriendschap,
die onze Canadians bewaart voor kroeg en
andere plaatseu waar hun morele gevaren
bedreigen.
Is er U iets van bekend, of Den Helder
weer vlootbasis zal worden
Daar kan ik nog niet over spreken,
dat is een kwestie, die nog rustig over
wogen moet worden.
Een grot* vloot?
Wordt de vloot uitgebreid, kolonel?
Ja, voor zover dat mogelijk is, ongetwij
feld. Daar zal zeer zeker reden voor zijn,
zolang wij nog oorlog voeren tegen Japan.
Er werd indertijd dikwijls gesproken
over de z.g. harmonische vlootopbouw. Na
Mei 1940 werd er in Indië veel klein materieel
gebouwd, terwijl het grootste deel van de
Nederlandse grote boven-water-schepen
tijdens de oorlog is verloren gegaan. Bestaat
er reeds een vlootplau, dat voorziet in de
harmonische vlootopbouw
Een vlootplan kan niet gemaakt
worden zonder dat de regering geraadpleegd
is. Door het bestaan van de leen- en pacht
wet zal het Nederland mogelijk zijn, Ameri
kaanse of Britse oorlogsbodems in bruikleen
te ontvangen. Wat de harmonische vloot
opbouw betreft, kan ik zeggen, dat wij daar
vóór de oorlog nog maar net mee begonnen
waren twee grote kruisers, „De Eendracht"
en „De Zeven Provinciën", zouden gebouwd
worden. Door het uitbreken van de oorlog
met Duitsland is hier natuurlijk niets van
gekomen. Het is echter van grote waarde,
dat wij nu eerst een nieuw plan krijgen.
De luchtstrijdkrachten zullen een belangrijke
plaats innemen.
Zullen die nieuwe vaartuigen gebouwd
worden in Engeland of Amerika of zal dit
ook op Nederlandse werven kunnen ge
beuren
Bouwen in "Nederland is, voor zover
ik weet, op het ogenblik met beperkte
middelen mogelijk op de Koninklijke Maat
schappij De Schelde. Van Rotterdam weet
ik het nog nietdat moet eerst nog be
keken worden. Ik weet nog niet, of marine-
dan wel koopvaardijschepen voorgaan; het
is moeilijk hiervoor nu al volledige plannen
te maken, aangezien wij eerst moeten weten
wat wij kunnen doen, dan pas kunnen wjj
uitstippele.n, wat het beste is.
Hoe zal de verdeling zijn van ons
Marine-materieel over de verschillende zeeën
en hoe de bevelvoering?
De Koninklijke Marine is Staatsmarine.
Het hangt van de krachtsverhoudingen en de
plaats, welke wij in die krachtsverhoudingen
innemen, af, waar het grootste gedeelte van
onze Marine gestationueprd zal worden. De
drie machten, zee-, lucht- en landmacht, zijn
bijv. in Amerika onder één opperbevel ver
enigd. Naar hun voorbeeld zou dit bij ons
natuurlijk evengoed mogelijk zijn.
De oorlog met Japan.
Kolonel, kuut antwoord geven op de
moeilijke vraag hoelang de oorlog met Japan
nog zal duren zie vervolg p*g- 2