HELDERSCHE COURANT
azen huis
gl
De gezondheidstoestand van
Den Held er
I
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
500 man werkt!
Jeugdige boefjes
ZATERDAG 9 JUNI 1945
HOOFDREDACTEURJ. BIJLSMA
ADVERTENTIES 11 CT. PER MM.
ABONNEMENT PER KWARTAAL: Stad en
omgeving f 2.25, Postabonnementen f 2.70
In een
i.
Host
van Tonningen c.s.
Door op deze wijze, zonder aan-
en des persoons te handelen, zal
het
Het is nog altijd een onaantastbare
waarheid, dat de beste stuurlui aan
wal staan. Wij merken dat in deze
tijd. Er zijn, in verhouding tot het
geheel, weinig mensen aan de arbeid
en velen staan aan de kant en becri-
tiseren het werk en hen, die het
werk verrichten. En het is natuurlijk,
dat men het zelf altijd anders en...
beter zou doen.
Nemen we eens enkele van die
punten van critiek onder de loupe.
Daar zijn dan in de eerste plaats de
aanmerkingen op het Mil. Gezag.
Een werkelijk dankbaar onderwerp,
want het Mil. Gezag heeft de taak
om niet alleen orde te scheppen in de
chaos, die de Duitsers hebben achter
gelaten maar het moet ook het
economische leven weer op gang
helpen, het moet ook de zuivering
toepassen en iedereen ziet toe, hoe
het in deze schier bovenmenselijke
taak slaagt.
Een van de leidende figuren van
het M. G. in Den Helder zei ons deze
week: „Het is nodig dat we snel
handelen en we zijn er van be
wust, dat we fouten maken, maar
toch geloven we, cfet van de tien
dingen die we doen, er acht goed
zijn." Precies, zo zal het zijn, acht
goed, dus twee minder goed of fout
misschien. En het grote publiek ziet
dan meteen de acht goede dingen
twee, die fout gedaan werden. En
niet meer, doch let alleen op de
daar komt dan een storm van critiek
op los en dan deugt er van het hele
militaire apparaat natuurlijk niets
meer en dan wenst men het burger
lijk bestuur terug, want daarbij zou
dit en zou dat niet gebeuren.
Het is voor een overgangsapparaat
als het M. G. een uiterst moeilijke
taak om het ieder naar de zin te
maken. Men is zich daarvan bewust.
Men heeft ons eens eerlijk bekend,
dat men de overtuiging had, dat,
wanneer men straks zijn taak zou
overdragen aan het burgerlijk ge
zag, er dan zeker velen zouden zijn,
die het M. G. met vreugde zouden
zien heengaan. Deze eerlijke beken
tenis moet voor de leiding van het
M. G. toch niet prettig zijn. Wij
hebben de indruk, dat de militairen,
die uit het Zuiden gekomen zijn,
om ons te helpen het leven weer op
te bouwen, in eerlijke objectiviteit
hun werk verrichten. Zij laten zich
voorlichten door commissies, die uit
de bevolking zijn samengesteld. En
hier snijden we meteen weer een
punt van critiek aan, want ook over
de samenstelling van die commissies
Is het oordeel verschillend. Men is er
niet van overtuigd, dat alle leden het
volle vertrouwen van het publiek
hebben.
Men zij ook in dat opzicht gerust.
Als er werkelijk gerechtvaardigde
critiek is op een of meerdere leden
van commissies, dan zal die critiek
jcser het M. G. bereiken en dan zal
ongetwijfeld niet aarzelen, een
crgelijk lid te vervangen.
jn dat opzicht herinneren wij aan
net geval Groenier, een commandant
o'ah de bewakingstroepen van de B.
te Amsterdam, die gearresteerd
werd 0p grond van het feit, dat aan
licht gekomen was, dat de man
rokken was geweest bij de over
dacht van Nederlands kapitaal aan
"e beruchte Oost-Compagnie van
vertrouwen van de bevolking in
h
M. G. versterkt worden. Zou men
dzelen om in te grijpen, dan zou
gemotiveerd zijn.
j. Men twijfele er echter niet aan of
M. G. zal in strikte eerlijkheid
Geen slachtoffers van de
honger
In een onderhoud, dat wij hadden
met den Directeur van de Gemeen
telijke Geneeskundige Dienst, den
heer M. Büchli Fest, over de ge
zondheidstoestand van de Helderse
burgerij gedurende de oorlog, ver
telde deze ons het volgende:
Den Helder telt geen slachtoffers
van de honger, hongeroedeem werd
alleen geconstateerd bij sommigen
die uit Duitsland terug keerden.
Toch, door de aanzienlijke verslech
tering van de voedseldistributie,
vooral sinds de spoorwegstaking,
werd de gezondheidstoestand ook hier
ter stede zo slecht, dat de oorlog
bijtijds geëindigd is, ander zou Den
Helder ook zijn hongerslachtoffers
gekend hebben.
De groep, die er het ergst aan toe
was was die der ouden van dagen,
die door hun leeftijd er niet opuit
konden gaan om zich van het hoog
nodige te voorzien.
De voedseldistributie voor zieken
werd buitengewoon bemoeilijkt: extra
melk en meel kon nauwelijks meer
verstrekt worden, zodat speciaal zij,
die op dieet leefden, het zeer moei
lijk kregen.
Het aantal ziekten nam toe.
De gevallen van tuberculose namen
in ernstige mate toe, vooral in de
groep, welke altijd het meest vat
baar voor deze ziekte is geweest: de
jonge meitsen tussen 20 en 40 jaar.
Zoals tijdens elke oorlog mani
festeerde een aanzienlijk aantal ge
slachtsziekten zich. Door een doel
matige en krachtige bestrijding is
het mogelijk de uitbreiding ervan
volkomen meester te worden-
Tengevolge van de slechte hygiëni
sche toestanden, gebrek aan zeep en
noodzakelijke reinigingsmiddelen, en
door de minder gunstige woningtoe
standen, vooral de laatste tijd, con
stateerde iedere arts een belangrijke
toename van huidinfecties. Veel ge
vallen van schurft kwamen voor-
Door de veranderde voeding nam
het aantal maagpatiënten sterk toe.
De schoolartsendienst deed
goed werk.
Naast de kleerluis, welke vroeger
zelden voorkwam, manifesteerde zich
de hoofdluis. Vooral werd de be
strijding op de scholen krachtig ter
hand genomen. Terwijl dit vroeger
hoofdzakelijk in het gezin kon ge
beuren, werd dit moeilijker toen
bleek, dat men daar niet meer over
de anti-middelen beschikte. Voor de
bestrijding werd in 1943 de Sociale
Werkster ingeschakeld, die bijgestaan
werd door een tweetal verplegers.
Zij controleerden, onder auspiciën
van de Schoolartsendienst, de kinde
ren op de scholen. De ouders wer
den in de gelegenheid gesteld hun
kinderen, zo zij besmet waren, te
en rechtvaardigheid zijn werk doen
en er niet voor terugdeinzen om ook
te zuiveren al was het in de zuive
ringscommissie zelf. Men hebbe ech
ter vertrouwen in de leiding en tone
begrip voor de zware taak, die op de
schouders van deze mensen is gelegd.
Zonder dat vertrouwen zou het wer
ken dubbel moeilijk worden.
In een volgend artikel zullen wij
nog enige punten van critiek onder
het mes nemen.
B.
laten behandelen op de Geneeskun
dige Dienst. Een politieverordening
steunde bovendien de bestrijding van
de hoofdluis.
De laatste tijd kon tegen de hoofd
luis minder gedaan worden, aange
zien men door het sluiten van de
scholen sinds September 1944, geen
voldoende controle meer op de kin
deren kon uitoefenen. Zodra het on
derwijs hervat wordt, en dat ge
schiedt spoedig, zal de Schoolartsen
dienst eerst een onderzoek naar de
hoofdluis instellen.
Inenting bemoeilijkt.
De inenting tegen roodvonk en
diphtheritis, welke tijdens de oorlog
plaats vond, was voor enkele jaren
voldoende- De typhusinenting had
het bezwaar dat na een eerste serie
van drie inspuitingen ieder jaar op
nieuw een injectie nodig is. Door de
evacuatie en de import van een be
langrijk aantal arbeiders, waardoor
een geheel andere bevolkingskern
ontstond, werd het lastig, de bevol
king van Den Helder tegen deze
ziektte immuun te houden. Van een
nieuwe inspuiting, welke daarvoor
nodig geweest zou zijn, zag men af
doordat het gevaar voor typhus in
onze stad niet urgent was, terwijl
bovendien de bevolkingskern niet
stationnair bleef.
In Amsterdam minder suikerziekte.
Merkwaardig is "het feit, dat de
statistieken in Amsterdam bijvoor
beeld aantonen, dat het aantal sui
kerziektegevallen is teruggelopen.
Dit is niet geheel verklaarbaar. Ii\
Den Helder heeft men hiervan ech
ter niets gemerkt.
In vergelijking met de-grote ste
den heeft de gezondheidstoestand
van de Helderse burgers veel minder
te lijden gehad van de vijfjarige oor
logstoestand. Wij zullen hopen, dat
het hoge gezondheidspeil van vroeger
v/eer weldra bereikt zal zijn.
De tennissport herleeft
Verleden week vond in het Casino
een algemene ledenvergadering
plaats van de plaatselijke tennisclub
H. T. C. De vergadering was openge
steld voor leden, donateurs, alsmede
belangstellenden; een flink aantal
personen had gehoor gegeven aan
de oproep.
Het verloop van deze bijeenkomst
was geanimeerd en de goede geest in
de vereniging vormt zeer zeker een
stimulans voor het werk in de toe
komst. Men was het er algemeen
over eens, dat zich in de toekomst
nog vele moeilijkheden zullen voor
doen. Vooral* het banenvraagstuk
wordt hoogst belangrijk naast het
materialenprobleem.
Het bestuur werd in zijn geheel
herkozen, terwijl het tevens werd
uitgebreid met een commissaresse.
Het bestuur is als volgt: J. G. de
Groot, voorzitter; J. J. Gorissen, se
cretaris; R. J. Kousbroek, penning
meester en de dames dr. L. Werkhof-
ven en G. S. Kuiper, commissaressen.
Daarnaast werden er nog verschil
lende commissies benoemd n.1. een
ballotage-commissie, één voor kas
controle, een wedstrijdcommissie en
een redactie-commissie.
De tennisclub leeft weer, wij ver
onderstellen dat het bestuur zeer ze
ker zijn uiterste best zal doen zo
vlug mogelijk tot geregelde wedstrij
den te komen. Br.
OP DE MARINEWERF
Het aantal arbeiders, dat mo
menteel, met een normale ar
beidstijd op de Marinewerf
werkt, bedraagt 500. Dit is nog
wel ver beneden de normale be
zetting, maar daarvan is de oor
zaak, dat de werftrein nog niet
rijdt en dat nog duizenden men
sen buiten de stad zijn, die hun
keren naar het ogenblik, waarop
ze weer hun woning kunnen be
trekken en hun werk normaal
hervatten. Want dat verlangen
is er.
De directie van de Marinewerf
zal niets onbeproefd laten om de
werf weer normaal te laten
draaien en het aantal van 500
zal spoedig moeten groeien tot
1000 en tot 1500, want er is werk
en er komt méér werk.
Toen we deze week een
wandeling over de werf maakten,
lagen er in het dok twee Engelse
schepen, z.g. landingsvaartuigen,
die nog hadden deelgenomen aan
de landingen in Normandië. Ze
werden gerepareerd. Alle repara-
tiewerk kan op de Marinewerf
worden verricht, zelfs van de
grootste schepen- Alleen het dok-
werk van de grote schepen kan
niet worden uitgevoerd; overigens
staat men nergens voor. Natuur
lijk zit men, als overal elders,
met materiaalmoeilijkheden, maar
die zijn zeker niet groter dan
ergens anders. En er komt ver
betering. De eerste Engelse boot
met kolen werd reeds gelost, die
selolie werd reeds ontvangen,
benzine is op komst- tjét zijn
alles wel geen grote hoeveelhe
den, maar de zaak draait.
Er gaat een bus rijden op Wie-
ringen, er rijdt een autobus tus
sen Den Helder en de bollen
schuur, waar de administratie zit
en waar ook 60 man werkt. En
de geest is goed, men heeft weer
zin in de arbeid, de lijntrekkerij,
zoals die er was onder de Duitse
bezetting, is er uit.
Zo wordt er weer een Marine
werf in gebruik genomen waarop
we trots zijn, een Nederlandse
werf, waarvan de Nederlandse
vlag waait en waar een Neder
landse geest heerst.
De werf bleef intact, de ma
chines kunnen draaien, er werd
door de bombardementen, in ver
houding tot het geheel, weinig
vernield, de haven bleef ge
spaard, zodat we gegronde hoop
hebben, dat Den Helder binnen
afzienbare tijd weer vol Marine
leven zal zijn.
Gevaarlijk speelgoed
Op de Zanddijk hielden leden van
de B. S. vijf jongens aan, die de
omgeving onveilig maakten met een
geweer en een groot aantal scherpe
patronen. Zij hadden het geweer, dat
toebehoord had aan de Duitse weer
macht, in een bunker gevonden en
verzuimd het op de daartoe bestemde
plaats in te leveren.
Op een land achter de Ambon-
straat is door de politie eln grote
hoeveelheid munitie aangetroffen, die
de jongens als speelgoed gebruikten.
Zeven jongens werden aangehou
den als verdacht van diefstal van
levensmiddelen. Zij hebben het hun
ten laste gelegde bekend.