WIERINGERMEER
Met een verkenningsvliegtuig
Een onbaatzuchtig werk Uit Donkere Tijd
boven de-
Speciale verslaggeving
Een treurig schouwspel
i.
Met een „good appetite" treden we
binnen in de mess-room van enkele
Canadese vliegerofficieren, die juist
hun ontbijt gebruiken. We willen de
Wieringermeer zien, vertellen we en
brengen de inundatie ter sprake. Ja,
ze weten ervan en aan de hand van
meegebrachte foto's zitten we direct
midden in een gesprek over het droog
leggen van de Zuiderzee. Daaruit bleek
ons, hoe groot hun belangstelling is
voor dit grote Nederlandse onder
nemen. Kaarten komen voor de dag
over de toekomstplannen. Gelukkig de
Noord-Oostpolder bleef gespaard, de
plannen der Duitsers werden verijdeld.
En wanneer kunnen de beide Zuidelijke
polders gereed zijn? We verklaren, dat
dit nog wel jaren zal duren en het al
leen afhangt van het ter beschikking
komende materiaal en de arbeids
krachten. Veel materiaal werd. inder
tijd door de Duitsers uit de Noordoost
polder weggesleept ten behoeve van de
Organisatie-Todt
De radio speelt Hongaarse muziek,
een meeslepende wijs uit het land van
de Puszta's. Er liggen interessante tijd
schriften met kleurenfoto's op tafel.
■We zien Shirley Temple temidden van
een groep lachende soldaten. Ook een
boek over Rusland.
Dan komt de kapitein-vlieger bin
nen, die mij zal vliegen. Hij is gereed
voor het vertrek We nemen afscheid.
Het is opmerkelijk hoe weinig officiéél
alles hier toegaat. Wat een verschil
met de ,,lawaai"-houding, die we al
tijd van de 'Duitsers te zien kregen.
Met een „jeep" rijden we naar het
kleine hulp-vliegveld ergens op een
Hollandse wei- Binnen enkèle minuten
zijn we er. De jeep keert terug en wij
lopen het boerenweggetje af naar de
vliegwei. Vier verkenners staan naast
elkaar opgesteld. We zullen met de
laatste vliegen. Het is een tweeper
soons-verkenner, juist geschikt voor
ons doel. De twee zitplaatsen zijn naast
elkaar. Ik neem rechts van den vlie
ger plaats. De banden worden om ons
vastgesnoerd, de deurtjes klappen
dicht. We zijn gereed.
Contactoff
Twee leden van het grondpersoneel
staan bij de toppen van de vleugels,
een ander draait de propeller. Con
tact off roept de piloot, De pro
peller krijgt een zet, maar de motor
slaat niet aan. Contact off nog
enkele malen. Dan slaat de propeller
haar razende roffel door de lucht. Even
nog wachten we totdat het vereiste
aantal toeren bereikt is. Een hand
zwaai van den vlieger. De blokken
voor de wielen worden weggetrokken,
het toestel draait en taxiet over het
hobbelige terrein. Een grutte op een
paal van een damhek blijft rustig toe
zien. Hij is wellicht al gewend ge
raakt aan die vreemde vogels op zijn
wei. We keren nu, staan met de kop
in de wind en dan neemt het toestel
zijn ren. Het gras slaat neer. een frisse
luchtstroom komt door het openstaande
raampje naar binnen we hobbelen igrg
wat en los zijn we. Snel stijgt ons
toestel, we maken een scherpe draai
over de straatweg, klimmen nog hoger
en liggen dan rustig in noord-ooste
lijke richting.
We vliegen niet hoog en met een
kalm gangetje, 120 km. De donkere
lijn van de duinen verflauwt. We ko
men boven de Langedijk. Nu eerst
kun je zien hoe deze streek naar alle
kanten door vaarten en sloten door
sneden wordt. Met recht heeft men het
dan ook wel eens het land van de
duizend eilanden genoemd. We pas
seren de spoorlijn, dan weiden en dor
pen. dorpen en weiden Op sommige
graslanden is men al met de maai-
machine bezig. Er wordt naar ons toe
stel gewuifd, we zwaaien terug. Dan
komt de zee in zichten daarmee
raken onze gedachten vervuld met het
geen we zullen gaan zien.
Het was in de eerste weken van
April van dit jaar. Vele polders waren
in de afgelopen maandén reeds door
de Duitsers geïnundeerd- Boerderijen,
boomgaarden, weiden en bouwakkers
werden aangetast door het dodende en
vernielende water. Tijdens de gevech
ten in het oosten van ons land waren
we al reuze bang geweest voor de
Noordoostpolder. We kenden de Duit
sers maar al te goed en wfcten. welke
waarde zij altijd aan deze polder als
productieland hadden gehecht. Wij be-
De Wieringermeerpolder is niet
meer. Nadat successievelijk een
groot aantal gebieden van ons
land door de Duitsers onder wa
ter werden gezet of tengevolge
van oorlogshandelingen een prooi
werden van de vernieling door
water en storm, viel ook als
laatste offer dat waarin Neder
landse ingenieurs en boeren het
hoogste van hun kennen en kun
nen hadden neergelegd: De Wie
ringermeerpolder, ten offer aan
de Duitse waanzin.
We waren in de gelegenheid
per vliegtuig een indruk op te
doen van de huidige stand van
zaken. De dijk bij de Oude Zeug
vertoont nog de gaten, zoals ze
er in geslagen werden. We hopen
er niet aan te mogen twijfelen,
als we zeggen dat er spoedig aan
gepakt zal worden aan het her
stel van de dijk-
Want ook de Wieringermeer
polder moet herrijzen en liefst zo
spoedig mogelijk!
grepen, dat zij ook deze polder niet
zouden sparen. Maar gelukkig, hun op
zet de polder te vernietigen, mislukte.
Toen kwamen de geruchten binnen
over de Wieringermeer. Zou nu toch
de Wieringermeerpolder aan hun mis
dadige plannen ten offer vallen? We
trachten elkaar nog gerust te stellen
met de gedachte, dat „de Meer" toch
van geen enkel strategisch belang voor
de Duitsers kon zijn.
Nog een laatste poging werd aange
wend door de Nederlandse autoriteiten
om het gevaar te keren, maar. helaas,
de Duitsers bleken voor geen rede
vatbaar. De ramp was niet meer te
voorkomen. Dinsdag 17 April werd nog
met man en macht gewerkt om te red
den wat te redden viel. Vóór twaalf
uur moest de polder ontruimd zijn. Een
vriend schreef ons:
„Ik was in de Wieringermeerpolder
op de dag, dat de polder onderging. Ik
zag een droeve lange stoet van men
sen, die eruit moesten. De polder was
op zijn mooist; het koolzaad bloeide
reeds, alles was even mooi door het
ongekend zachte weer. Vier jaren heb
ik de polder betreden. Ik heb hem
doorkruist van Aartswoud tot Rob
benoord, van Nieuwesluis tot de Oude
Zeug, nooit zag ik de polder zo mooi
als op deze stralende zomerdag. Ik
hoorde om 12.15 uur de doffe dreun
van de ontploffing in de dijk bij de
Oude Zeug en mijn hart bloedde
Hier ging het grootste werk van ons
land ten onder, totaal onnodig. Het
was de ergste misdaad ons land en
volk aangedaan. Een oppervlakte van
22.000 h.a. kostbare cultuurgrond van
een volk, dat reeds 5 jaar lang was
uitgeschud, ging in één dag ten onder."
Zo voltrok zich in die Aprildagen
de ramp. Het water steeg snel. De
prachtige polder met alle ingezaaide en
reeds ontkiemende gewassen verdween
onder het dodende water
W. Kok.
(Slot volgt-)
De pers wordt gezuiverd
Voor de zuivering van de pers is
door den militair commissaris, majoor
prof. dr. M. Bokhorst, een commissie
benoemd, die als volgt is samenge
steld: D. L. Daalder, oud-directeur
R.H.B.S. te Alkmaar, voorzitter; le
den: R. Valkhof, letterkundige, Alk
maar; P. Ot, Schagerbrug, J. Bijlsma,
hoofdredacteur Helderse Crt, en
M. J. Roggeveen, directeur Vrije
Alkmaarder, Alkmaar.
Ontsnapt
Vrijheid van korte duur.
Een arrestante uit het kamp aan
de Herzogstraat, die in het Gemeen
teziekenhuis verpleegd wordt, wist
uit het ziekenhuis te ontsnappen.
Epige uren later', toen men haar ont
dekte, sprong zij in de Binnenhaven.
Zij werd gevat en weer naar het
ziekenhuis teruggebracht.
De prachtige taak van de
Transportcolonne van het
Ned. Rode Kruis.
De militaire commissaris van het
Ned. Rode Kruis, in de stelling Den
Helder, de heer S. Jaring, is in an
ciënniteit de oudste commissaris in
ons land. Achttien jaar lang heeft
de heer Jaring deze verantwoorde
lij ke-post bekleed en hij deed dat
niet alleen in serieuze plichtsbetrach-
ting, maar ook met grote animo. En
nog heeft het Rode Kruis de liefde
van z'n hart.
„Ik hoop, als het enigszins moge
lijk is, de twintig jaar vol te ma
ken", zegt hij ons als we hem vra
gen naar het werk van het Rode
Kruis.
„Over het werk kan ik erg kort
zijn", zegt de militair commissaris.
„U weet, dat de taak van het Rode
Kruis is: de hulp aan zieken en ge
wonden in oorlogstijd en U hebt ge
zien, hoe ruim deze taak wordt op
gevat en hoeveel meer het Rode
Kruis in de afgelopen jaren heeft
gedaan en nog doet."
„En als U schrijft over het werk
aan oorlogsgewonden, dan moet U in
de eerste plaats wijzen op het prach
tige werk van de Transportcolonne
Den Helder, want die heeft in de
oorlogsdagen van 1940 blijk gegeven
volkomen voor haar taak berekend
te zijn-"
„Zij heeft o.m. de taak gehad de
gewonden van de Afsluitdijk te ha
len. De auto's waarmee gereden werd
en die behoorlijk van het embleem
van het Rode Kruis waren voorzien,
werden op de Afsluitdijk door Duit
se vliegtuigen gemitrailleerd. Twee
van de gemitrailleerde wagens wer
den direct na de capitulatie door de
Duitsers in beslag genomen en die
hebben we nooit meer teruggezien.
Ze vonden het zeker verstandig dit
corpus delicti uit de weg te ruimen.
En nu de beschieting was men één
van de leden van de colonne kwijt,
die later lopende naar Den Helder is
teruggekeerd.
Op de dag van de capitulatie
kwam de colonne, die onder militair'
gezag stond en in Julianadorp was
gestationneerd, 's avonds naar Den
Helder, juist op het moment, dat het
capitulatie-bombardement plaats had
en ook toen hebben de leden zich
uitstekend geweerd en hebben op
uitnemende wijze gezorgd voor het
transport van de gewonden, naar de
hoofdverbandplaats op de Polder
weg, de St. Lidwinastichting.
De toenmalige chef van de Ge
neeskundige dienst, de kolonel Dr. L.
Hendriks, heeft na de oorlogsdagen
in een hartelijk schrijven zijn dank
gebracht aan de Transportcolonne-
Hij zegt daarin o.m.:
„De grote plichtsbetrachting en
ijver, waarvan onafgebroken blijk
werd gegeven, waren voor mij het
bewijs, dat het Ned. Rode Kruis te
Den Helder aan de gestelde ver
wachtingen heeft voldaan en haar
moeilijke taak naar beste weten en
kunnen heeft vervuld."
,Na de grote uittocht uit Den Hel
der zijn de leden ook verspreid."
vertelt de heer Jaring verder. „Ik
zelf heb me in verbinding gesteld
met de afd. Alkmaar en ik ben er
getuige van geweest hoe actief deze
afdeling de gehele oorlog door ge
weest is en hoeveel goed werk zij
heeft verricht. En u moet niet ver
geten, dat al dit werk vrijwillig ge
beurt."
Inderdaad, dit is het mooiste, dat
van al deze arbeid gezegd kan wor
den, dat het geschiedt in onbaat
zuchtigheid, alleen met het oogmerk
de lijdende mensheid te dienen. Wie
zo de roeping van zijn leven ver
staat, die heeft waarlijk niet tever
geefs geleefd en als dit voorbeeld
van naastenliefde meer in practijk
wojdt gebracht, dan is er toch waar
lijk hoop, dat we een betere wereld
opbouwen. De oorlogstaak van het
Rode Kruis is geëindigd, de vredes
taak wacht. Steunt allen deze prach
tige instelling, hetzij door u per
soonlijk aan te sluiten, hetzij door
Uw gaven-
Er is in de jaren, die achter ons
liggen, ontzaglijk geleden. De ene
mens is daardoor cynisch en hard
geworden, de ander heeft in deze
verdrukkingstij d geestelijke winst
geboekt.
In het najaar van 1943 is illegaal
verschenen „Het Geuzenliedboek"
dat een verzameling gedichten be
vat vervaardigd door Nederlanders,
die in concentratiekamp en gevan
genis hebben gezucht onder het on
recht, hun door den bezetter aange
daan.
Niet velen kennen deze verzen,
waaronder er zijn, die in brede
kring bekendheid verdienen.
Wij zullen, onder het kopje „Uit
donkere tijd" zo nu en dan één van
deze liederen opnemen. Hier volgt
dan als eerste:
DE WUIVENDE.
Geschreven door een geïnterneerde
van St- Michielsgestel na een bezoek
van zijn vrouw.
Mijn vrouw is de wuivende, die met
haar zakdoek
In het licht van het korenveld gaat.
Zij zendt mij een uiterlijk teken van
liefde
Nu zij mij gedwongen verlaat.
Wie weet voor hoe lang zij vertrekt?
Ik blijf eenzaam.
Doch jubel slaat op in mijn bloed.
Ik voel mij niet langer gevangen,
rondom mij
Is alom haar wuivende groet.
Mijn God in de hemel, die ziet en
die weet
Hoe ik nooit voor mij zeiven iets vroeg,
A! wat Gij mij gaaft heb ik dankbaar
aanvaard
En Gij gaaft mij geluk genoeg.
Verhoor voor vandaag en de rest van
mijn leven
Een enkele bede van mij.
Dat altijd mijn vrouw, als een teken
van liefde,
Voor mij deze wuivende zij.
Haar simpel bewegen der hand bij
haar afscheid
Zond mij het geheim tegemoet.
Waarom gij een engel zijn boodschap
liet zenden
Beginnende met „Wees gegroet!"
Want al wat beweegt hier op aarde,
in de zee.
Langs Uw heemlen vol heerlijkheid.
Is niets dan een wuivende groet aan
de ziel
Om te zeggen, hoe Gij zijt.
Wie God wil begrijpen die heeft niet
genoeg
Aan het vorsende mensenverstand,
Hij ziet naar het dansen van sterren
en golven
En het wuiven der dierbaarste hand.
Al wat ik geloof en beliid vat ik samen
In deze mijn opperste wet:
Mijn ziel zij een wuivende groet aan
mijn God.
Want ik heb geen volmaakter gebed.
Mijn ziel zij een ziel aan de stroom
der genade.
En een wuivende golfslag, die spoelt
Langs de zoetheid der kust,
en een graanveld in zon.
Dat de tocht van de zomerwind voelt-
Mijn ziel is gelijk aan de ziel van
de Vrouw
Die mij toezond Uw goddelijke groet,
Want zij is de wuivende.
die Gij mij
En ik dank U. Het leven is goed.
Burgerlijke stand Den Helder
van 31 Mei 1945 t/m 5 Juni l»45-
Bevallen: J. Zwaneveld
(z.) J. van Til—Stompedissel (d-1i
J. Smitvan Trierum (z.) A- Rwa,^
Marsman (d.) W. H. Hoogland
Streicher (z.) H. van Gelder
Boutelje (z-) jj
Ondertrouwd: J. de Man en
Hofland. A. Ehbel en E. Bos.
Verburgt en E. A. Horsman.
Mulder en Th. C. Grootendorst.
Engelsman en C. J. J. de Beurs-
Overleden: M. Ouwerkerk.
Zondagsdienst Apotheken
Zondag 10 Juni A- P. Hooi»3"3
(Koningstraat).