Drs. Van Rossem verlaat Den Helder
Herfst in Holland
Een leraar gaal heen
Julianadorp.
Wieringen.
Herdenking spoorwegstaking
Uit de natuur
De heer C. van Rossum, sedert 1925
als leraar Aardrijkskunde en Ge
schiedenis aan het Lyceum (voor
heen de Handelsschool) verbonden,
zal per 1 October a.s. niet meer als
leraar aan deze onderwijsinrichting
verbonden zijn.
De heer Van Rossum, eerst als
geoloog aan de Geologische Dienst in
Nederlands Indië verbonden, werd
in '25 tot leraar aardrijkskunde aan
de Helderse Handelsschool benoemd.
Tevens doceerde hij in dit vak aan
de Alkmaarse Handelsschool en la
ter aan de H.B.S. aldaar.
In 1940 promoveerde de heer Van
Rossum tot dr. in de sociologie
(aardrijkskunde en geschiedenis).
Ook gedurende de oorlog bleef hij
zijn lessen geven aan het Helderse
Lyceum, aan de Alkmaarse Handels
school en R.H.B.S. Vrijdag 28 Sep
tember a.s. zal de laatste dag zijn,
dat de heer Van Rossum les geeft
in Den Helder.
Dit vertrek betekent een verlies. In
de eerste plaats voor het middelbaar
enderwijs in onze stad, daarnaast voor
de leerlingen. Met den heer v. Rossem
Verdwijnt een figuur uit onze onderwijs
wereld, die in menig opzicht karakteris
tiek genoemd mag worden. Wij spreken
Uit persoonlijke ervaring als wij hier
neerschrijven, dat hij stellig tot de bes
te krachten gerekend mag worden, die
het toch reeds te goeder faam bekend
Staande lyceum bezit.
Hij was een leraar, die kans zag zijn
betoog te verheffen boven een dor en
geestloos theoretiseren. Als de heer Van
Rossem sprak, zwegen de leerlingen; als
hij, bezield met een machtig enthousias
me, begon te putten uit zijn rijke her-
inneringsschat, dan zag hij kans ons mee
te nemen op de vleugelen van zijn be
geestering. Hij voerde ons via dat ma
gische Indië naar de wonderen van het
Oude Europa. Hij zwierf met ons over
"de zeven zeeën en het was altijd nieuw,
altijd levend, altijd interessant. In de
eerste klassen vonden we het wel eens
een „rare" leraar. Later gingen we iets
beseffen van zijn „systeem" en in de
hoogste regionen der school adoreerden
Wij hem als een al-weter en een per-
feeten leraar.
Hoevele duizenden leerlingen uit de
kop van Noord-Holland heeft de heer
Van Rossem liefde en begrip bijgebracht
Voor die parel aan de kroon van Neêr-
lands imperium: Indië! Hij sprak uit er
varing. Hij was er geweest en hij zag
kans het nog al te vaak onbeschrever
bord van onze jeugdige fantasie te ma
ken tot een palet van felgekleurde her
innering. Hij werkte niet „volgens roos
ter", geloof ik, maar hij wist terdege
hoe hij jonge mensen moest leiden naar
het hoogste, wat m.i. een leraar kan
bereiken: belangstelling voor zijn vak
en voor het leven-zelf.
Dezen man, Indië-kenner bij uitne
mendheid, danken wij, oud-leerlingen,
heel veel. Hij legde voor een belangrijk
deel de basis voor een brede belang
stelling in talrijke vraagstukken, hij
kweekte algemene ontwikkeling en wist
zijn lessen te maken tot heerlijk-frisse
oasen in de woestijn der lesuren.
Menig oud-leerling, die dit leest zal
zich opnieuw de figuur van Van Rossem
herinneren en wellicht met weemoed
vaststellen, dat bij de verliezen, die Den
Helder in deze jaren leed thans ook het
vertrek van den leraar Van Rossem ge
rekend moet worden.
En ten slotte. 28 September schijnt
de laatste dag te tjjn, dat dr. Van
Rossem doeert in Den Helder. Mag
ik, als oud-leerling van die oude,
maar onvergetelijke Handelsschool
alle jongens en meisjes van Den Hel-
I der, die thans zijn lessen volgen, de
verzekering geven, dat zq die dag
afscheid nemen van een leraar, die
in zijn leerlingen altjjd méér gezien
heeft dan alleen maar „nummers".
Hij zag in elk van hen de groeiende,
i opkomende mens en hij behandelde
hen navenant daaraan.
A. C. VAN KAMPEN.
J.V.C.-NIEUWS.
Zondag had J.V.C. een goede dag.
JVC I moest uit naar HRC 4 voor de
vrijheidsbeker en won met 31. De
straffe wind over het veld was geen
beletsel voor onze jongens om goed te
combineren. Goed zo jongens!
Hierna kwam HRC a tegen JVC a.
Met 40 overwonnen zij Racing a.
'6 Middags ontving JVC II Geel
Zwart II. Dit werd gelijk spel 11.
Hier ontbrak alle combinatie. Pietje
Stins, die meespeelde, was de ster van
't veld.
Zondag a.s. JVC 2BKC 3 om 2.30
uur en JVC a—BKC a om 1.30 uur.
Door de marechaussee te Den Oever
is in de fabriek van de firma N. en
M eon complete olie-raffinaderij aan-
3e*- ffen voor het frauduleus verwer
ker, van oliehoudende zaden. De over
treders zijn zonder medeweten van de
ze firma de fabriek binnen gedrongen,
zodat h-o- waarschijnlijk in dubbele zin'
misdrijf gepleegd. De installatie, als
mede epo partij olie is in beslag ge-
nemzn. Tegen de daders is proces
verbaal ongemaakt.
Naar wij vernemen zal Ds. van Dijk
uit Zaandam op 3 October hier komen
spreken over de leergeschillen in de
Gereformeerde kerk.
RECTIFICATIE.
De opera-concertzanger Jan Willems
zingt niet Woensdag a.s., doch volgen
de week Woensdag in de Lutherse kerk
ZANGUITVOERING IN DE
LUTHERSE KERK.
Donderdagavond aj. te 7.30 uur zal in
de Lutherse Kerk een muziek- en zang
uitvoering gegeven worden door- het
Leger des Heils onder leiding van mej.
G. Claeys, uit Amsterdam, die het orgel
zal bespelen.
Maandagavond vond in de Raadszaal
van het Helderse stadhuis een stem
mige herdenking plaats van de spoor
wegstaking, die op die dag juist een
jaar geleden werd geproclameerd door
de regering in Londen.
Aanwezig waren, behalve het Hel
derse Spoorwegpersoneel met zijn da
mes, het voltallige gemeentebestuur, de
heer Lever en een lid der directie van
de N. S.
Door het gemeentebestuur was de
raadszaal voor deze samenkomst be
schikbaar gesteld en dit was wel het
overtuigende bewijs van de goede sa
menwerking en wederzijdse waardering
tussen Spoorwegen en Overheid.
Na een korte aankondiging van de heer
De Steenwinkel luisterde men geza
menlijk naar Z. Ex. min. van Schaik,
die door middel van de radio de spoor
wegmannen toesprak, en ir. Hupkes,
president der Nederlandse Spoorwegen.
Vervolgens nam de chef, de heer
Schneiders, het woord. Hij heette alle
aanwezigen welkom en bedankte het
gemeentebestuur voor de vriendelijke
geste van het afstaan van de raadszaal
voor deze herdenkingsbijeenkomst.
Speciaal richtte spr. zich tot de vrou
wen der spoorwegmannen, aangezien
het aan hun morele, steun en hun opof
feringsgezindheid te danken is, dat de
staking eéh groot succes werd en daar
door de Duitse oorlogvoering bemoei
lijkte. De heer Schneiders memoreerde
de velen, die in handen vielen van de
terroristen, „wij mogen hen niet ver
geten!"
Tot slot riep de chef allen op tezamen
te bouwen aan een nieuwe en schone
toekomst voor de Spoorwegen, die zo'n
belangrijk onderdeel van het Nederland
se eonomische leven vormen.
Een herdenkingswoord werd gespro
ken door den heer Lever. Hij legde de
nadruk op het feit, dat het voor het
Spoorwegpersoneel bizonder moeilijk
was aan de staking gehoor te geven,
daar de uitgangen van de stad Maandag,
volgende op de afkondiging van de sta
king, afgezet waren. Men verwachtte
in het vijandelijk kamp de staking reeds
in de zomer van 1944, getuige een 0D-
roepingsadvertentie in Volk en Vader
land.
Dikwijls werd critiek geleverd op de
regering in Londen, doch achteraf, nu
gebleken is dat de Duitse bezetter' de
totale afbraak van de Spoorwegen be
gon, blijkt hoe juist de toen genomen
beslissing van de regering was.
„Wij gaan, al is het langzaam, de weg
voorwaarts", er wordt met man en
macht gearbeid aan de wederopbouw
\an het Spoorwegbedrijf.
Spr. besloot met de woorden: „Het
reizen per trein zal straks weer zijn:
Vlug, veilig en voordelig!"
Na een pauze, waarin men onder
stemmige muziek, verzorgd door de
geluidsinstallatie van Scheltis, enige
versnaperingen genoot, trad de burge
meester als volgende spreker op.
Hij noemde de spoorwegmannen
spoorwegkerels en haalde vervolgens
momenten uit de voorgeschiedenis der
staking aan. Speciale nadruk legde de
burgemeester op het feit, dat alleen
werken, hard werken ons land en ook
de spoorwegen er weer bovenop kunnen
helpen. „Het gaat vooruit en hard
vooruit".
Voor onze stad belangrijk was de
overtuiging, welke spr. uitdrukte ten
aanzien van ons oude station, een sta-
in-de-weg. Binnen drie jaar zal het oude
station verdwenen zijn, dat is de wil
en overtuiging van het gemeentebestuur.
De burgemeester eindigde met de
woorden: „Laat ons tezamen arbeiden,
opdat ons vaderland moge groeien,
bloeien en herrijzen".
Daarna sprak de heer Ekkers namens
de verenigde spoorwegmannen.
De bizonder geslaagde avond werd
besloten door een woord van dank aan
aUe aanwezigen, die deze avond deden
slagen, gesproken door den chef. HÜ
hoopte, dat het optimisme^ van den
burgemeester ten aanzien van het sta
tion in vervulling zou gaan. Hij legde
de nadruk op het feit, dat samenwer
king tussen overheid en spoorwegen
noodzakelijk zal blijken bij de arbeid,
die nog verricht moet worden om de
spoorwegen te maken tot een bedrijf,
dat tenvolle zijn taak kan vervullen in
het Nederland van morgen.
r
l
Onder de lage luchten van Holland
doet in deze dagen de herfst "haar in
trede.
De zon staat merkbaar lager boven
onze horizonten, nóg oostenwinden
waaien vreemdsoortige wolkenstoeten
aan, het blad van boom en struik gaat
kleursn, de kleine roofdieren leggen
reeds een wintervoorraadje aan en in
de vogelwereld is al wekenlang het
mysterieuze trekken begonnen.
In de stadstuinen prijken de warme
kleuren van asters, dahlia's en late ro
zen, maar daartussen zie je ook al
bottels en rode en witte besjes aan de
heesters, ritselt het van dorrend blad.
Boven de weiden wordt het minder
druk, verscheidene soorten vogels zijn
reeds verdwenen, de roep van koekoek,
scholekster en tureluur wordt niet
meer gehoord en de uitbundige bloei
van kleurige bloemen vermindert snel.
Toch zijn de weiden nog lang niet
dood! Het gras is bijna groener dan
in het voorjaar, het insectenleven
tiert nog welig, vele planten bloeien
na en paddestoelen trekken ook op de
weide hun mysterieuze cirkels en slin
gers. Boven de wuivende stengels en
pluimqn dartel sn nog talrijke vlinders,
scheren nog altijd zwaluwen en buite
len in dolle spelevluchten de kieften.
Nu gagel bruint en thijm en heidebloemen
Gekruide geuren stuwen in het laat getijd'
Nu blinde bij-an in het zonlicht zoemen
En 't kouter door de stoppelvelden snijdt,
Praat nu niet over ergerlijke dingen
(N. E. M. Parreau)
eenden en meerkoeten verzamelen zich
om de grotere watervlakten op te zoe
ken De witte winden, die hun ran
ke stengels omhoog werkten langs het
riet, vallen terug naar het water, de
zwanebloemen zijn uitgebloeid, het
kunstige nestje van de karakiet, de
vrolijke zanger. hangend tussen de
heen en weer zwaaiende riethalmen,
waait los in een herfststorm. En straks
komen de rietsnijders in hun ranke
bootjes. Met hun hoge laarzen stap
pen zij door het stille water, zij zwaai
en hun zeisen en hun messen en de
ruisende rietzomen verstommen. Waar
eens het rietland een bloelende en
blije levensgemeenschap was. blijft een
afgesneden rietkraag over en klotst
alleen het donker wordende water
met schuimende ringen
In boomgaard en bouwakker worden
de vruchten van het jaar gegaard. Het
ooft wordt geplukt %n verzameld. Sap
pen, geuren en kleuren van het najaar.
Wat overblijft wordt- ras geconsumeerd
of weggesleeptp door vogel en dier
In de bouwpolder is het dorsen nu aan
J>rd?,van de dag. Van het eerste
ochtendgloren tot het late avonduur
huTeent TkaSt,en te schudden, klinkt
hun eentonig geluld ver over de
jaarsvelden
Het rietland.
In het rietland gaat een weemoedig
ruisen door de hoge zwaargetopte
6tengels, in het rietland prevelt de
wind woorden van afscheid. De zwar
te stern, die er broedde, gaat op reis,
eestaitor, Waar kruiPende mannen-
gestalten langzaam gaan over de
Il^dan lgendÜ aarde' Zij rooien late
reeel? u f*®" Uien die ln ,an«e
zlin h„ ggen, te drogen Jongens
z,g met het ontkoppen van voer-
fn- ,Een Paar kopmeeuwtjes, al in
winterkleed maar met nog opvallend
rode snavels maken ruzie langs de
slootkant. De grote boerenplaatsan lig
gen rustig onder de schaduw van rui
send geboomte en bewaren een
van waardigheid en macht. Bij het
huisje van een boerenarbeider hangen
bonen te drogen, snateren een pa«
tamme eenden en huilt een kind.
Herfst in Holland
In de bossen en het duingebied zi
ook het weemoedige neurieën van e
najaarslied. Het volle zomergroen
veranderd in verdrogend, verkleur
en verschrompelend blad. dat ges
loslaat en neerdwarrelt naar de zac
bosbodem of soms wel blijft hange"
de lange rode vruchtjesdragende s
gels van kamperfoelie of de ziiverg
ze reuzenwebben.
Op het witte duin."
Eén dezer dagen waren we nog en
kele uren in de weldadige rus
de beboste duinen. We zochtsn
proefden heerlijke sappige brame"'oU(j,
snoven de geuren op van het j
we luisterden naar het doffe s
van de houtduiven en keken riaa^n(jer
nijvere gedoe van rode mieren
de dopheistruiken va»
Na ons kampvuur, waarbij e" aC|jt
onze vrienden o wonder! de^ een
van Vondels verzen sprak evoorlaS
meisjesstem eeuwige woorden ntf
uit het Hoofdstuk der Liefde^ ^e-
blijft geloof, hoop en liefde, de
doch de meeste van deze 16 w|t-
de beklommen wij het a' de
9e duin, dat hoog oprijst
velden en de bossen. Daar s o' #aar
en zagen uit over de pold> dre-
kleine lichtjes als vurige v'"^ ;lf vef
ven op een donker meer. oVCr
weg het geratel van wagen*'
een straatweg ging. Toen oVef
de rug naar het land -en de ver-
de golvende duinen heen n]jcht*B
re zee, waarover de
v,"Ur De zee."
hun witte banen draaiden. ster'
We keken naar boven, na -^gar J®
die daar blonken, onaa"
En
zoveel
majesteitelijke pracht,
stil boven op die witte e
dankten God. dat ®1, ,on,,chênke0'
luk en schoonheid wilde - ^qjC.
W.