HELDERSCHE COURANT
Nederland en Engeland zijn het eens!
De lang verwachte regeringsverklaring
NIEUWSBLAD VOOR DEN HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WEERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Tweede Kamer
Zal nu de hemel der meningen opklaren?
Hef weerbericht
Sockarno ondergedoken?
Het handvest van
San Francisco
Zuid-Afrikaanse steun
voor Nederland
Mei c/e meeste spoed versterkingen
naar Java
De berechting der N.S.B.-ers
WOENSDAG 17 OCTOBEK 1945.
3e Jaargang No- 543.
VERSCHIJNT DAGELIJKS
Advertenties 11 cent per millimeter
HOOFDREDACTEURJ. BIJLSMA
ABONNEMENT PER KWARTAAL: Stad en
omgeving 2.60Postabonnementen t 3.00
De Minister van Overzeese gebieds
delen, de heer Prof. Logemann, heeft
gistermiddag in de Tweede Kamer een
verklaring afgelegd over Indonesië,
waarin hij uitvoerig de politieke ach
tergrond en ontwikkeling van de laatste
5 jaren schetste. De Minister herinner
de aan de actie van de Gaboengan Po
litik Indonesia. welke in 1939 een vol
waardig parlement eiste. De Ned. Re
gering en het Parlement achtten de tijd
toenmaals nog niet rijp voor ingrijpende
hervorming. Na Mei 1940 heeft de In
dische Regering de voortgezette aan
drang steeds afgeweerd met het recht
vaardig argument, dat een verandering
van de structuur van het Koninkrijk
eerst in behandeling kon worden geno
men na de bevrijding van Nederland.
Ondertussen had H.M. de Koningin
in Haar radiorede van 10 Mei 1941 de
aanpassing van de structuur der Over
zeese Gebiedsdelen en de bepaling van
de plaats in het Koninkrijk aan de ge
wijzigde omstandigheden aan de orde
gesteld.
Op 16 Juni d.a v. kondigde de G.G.
bij de opening van de Volksraadzitting
een Rijksconferentie aan welke bijeen
zou worden geroepen direct na terug
keer van de regering in 't moederland.
Op 27 Januari 1942 schetste de Lon-
dense Regeringsverklaring de samen
stelling der Rijksconferentie welke alle
wensen en opvattingen der verscheidene
gebiedsdelen zou kunnen bespreken
binnen Rijksverband.
De Nationalistische Leiders, aldus de
Minister, waren dus allerminst onbekend
met de bereidheid tot herziening der ver
houdingen, hoewel aangenomen kan wor
den dat de fundamentele radiorede van
de Koningin van 6 Dec. 1943 in Indië niet
genoegzaam bekend geworden is. Even
min zal de eenheid tijdens het verzet bier
te lande gegroeid tussen Nederlanders en
radicale Indonesische Nationalisten vol
doende bekend geworden zijn. Des te
meer te betreuren is het, dat enkele In
donesische Leiders zich hebben laten ver
leiden om aan een Japanse haatcampagne
tegen de Nederlanders mee te doen. Tra
gisch ook, dat bekwamen Parindra en Ge-
rindo Leiders zich hebben laten meesle
pen in deze revolutionaire opzet, zodat
wij van het eerste moment af stonden
tegenover een geest, die verstandhouding
met deze mannen uitsloot.
De minister vervolgt dan zijn feiten
exposé, waarbij hij de bezettingstijd voor
Indonesië schetste. De Nederlanders
werden geheel, de Indo-Nederlanders
grotendeels uit administratie, justitie en
bedrijfsleven weggevaagd, geïnterneerd,
vernederd en mishandeld. Maar ook de
andere bevolkingsgroepen werden zwaar
beproefd. Voorraden werden op grote
schaal weggesleept, importen werden
stopgezet enz.
Tegen deze achtergrond moet men de
activiteit der Japanners zien en men
kan zich indenken, dat de binnenkomen
de geheime rapporten de indruk ble
ven wekken, dat de veroveraars er mei
'n geslaagd waren de sympathie der be
volking te winnen.
In de ochtend plaatselijke nevel of
mist, overdag licht tot halfbewolkt,
droog weer, iets warmer. In het
Zuidwesten matige wind tussen Oost
en Zuid, in het overige gedeelte van
bet land zwakke wind.
JAPPEN MAAKTEN ZICH VAN DE
JEUGD MEESTER.
Indien wij, aldus de minister, de kracht
en het anti-Nederlands karakter van de
uoor Japan ontketende revolutionnaire
beweging hebben onderschat, dan komt
dit voornamelijk door twee factoren.
De eerste factor is: We hebben onvol
doende inzicht gekregen in intensiteit
en omvang van de jeugdbeweging. De
Japanners hebben zich meester gemaakt
van de jeugd, deze vervuld van een ver
bit nationalisme en volgegoten met
blankenhaat. Het is naar mijn overtui
ging haar breidelloze emotionaliteit, die
thans het regime van Soekarno mede-
sleept.
De tweede factor is: De elementaire
Kracht der nationalistische verlangens.
De leiders van de revolutionnaire be
weging hebben geweten, dat de Japanse
maarschalk Tirautsji het er om te doen
was hier, evenals in Birma, Indo-China
en de Filippijnen de United Nations nog
zo groot mogelijke politieke moeilijkhe
den in de weg te leggen. Maar mis
schien juist toen de inheemse leiders
bemerkten, dat Japan ineenstortte, heb
ben zij gemeend de onafhankelijkheid te
mogen en moeten aannemen uit bezoe
delde handen.
De minister zette vervolgens uiteen,
dat. hoe de toestand zich in de naaste
toekomst zich ook ontwikkelen moge,
naar zijn mening deze Indonesische lei
ders de verkeerde weg hebben gekozen,
welke Stellig niet leiden zal tot waar
achtige waardevolle nationale zelfstan
digheid noch tot nationale gezondheid.
Voor de capitulatie zond de G.G. een
kleine groep hoofdambtenaren naar
Australië, waar zij zich te Melbourne
a's Ned.-Indische Commissie hebben ge
vestigd, om al hun aandacht te beste
den aan het toekomstig herstel van In
dië. Het plan van den te vroeg overleden
Sitsen, het enige gesloten herstelplan,
naar men zegt, ter wereld, is grondslag
geworden en gebleven. De rest van onze
strijdkrachten bleven aan de oorlog te
gen Japan deel nemen, toen een Ned.-
Pandit Nehru heeft volgens „Mer-
deka" Soekarno's uitnodiging aan
vaard. Soekarno heeft sinds elf dezer
Batavia verlaten. Volgens geruchten
is hij ondergedoken of wel „Gekid-
napped", zoals radio-Sydney heeft
verklaard. Hoewel het nationalisti
sche hoofdkwartier weigert zich over
Soekarno's afwezigheid uit te laten,
lijken beide genoemde veronderstel
lingen ongegrond. Vandaag hingen
tal van Indonesische vlaggen half
stok.
Indische regering reeds niet meer func
tioneerde. In September 1944 werd met
de benoeming van dr. Van Mook tot
11 -G.G. de Ind. regering weer hersteld.
Deze zetten te Brisbane het werk der
N.I.-Commissie voort. Eerst na onze be
vrijding konden wij er aan beginnen
ambtenaren en strijdkrachten te orga
niseren. Aan strijd tegen Indonesiërs
dacht niemand. Allen waren bereid het
bloed te offeren voor hun bevrijding.
Voorts zette de minister uiteen, waar
om wij thans niet over een noemens
waardige strijdkracht kunnen beschik
ken.
Bij de Tweede Kamer is inge
diend een wetsontwerp tot goedkeu
ring van het handvest der Ver-
enigde Naties, ondertekend te San
Francisco op 26 Juni 1945.
Aan boord van het s.s. „Thalatta", mo
menteel itj Antwerpen, bevindt zich een
lading goederen, geschonken door Neder
landers en vrienden van Nederland In
Zuid-Afrika, bestemd voor Nederland.
In Durban werden ingeladen 2364 kisten,
waarvan 34 kisten kleren, 200 kisten zeep
en 2.130 kisten met soep, melk, enz. ge
schonken door het Zuid-Afrikaanse Roode
Kruis. In Kaapstad werden ingescheept
25.475 Ibs. toilet- en babypoeder, 4.408
gallons gevitaminiseerde levertraan, 2.000
dekens. 100.000 Ibs. rozijnen, ongeveer 4.000
paar schoenen en 20 kisten met diverse
artikelen, zoals jam, cacao, koffie, mai-
zena enz.
In een radiotoespraak voor „Herrij
zend Nederland" sprak Dinsdagavond
de geallieerde officier over de Engelse
houding ten opzichte van de ontwikke
lingen op Java.
Hij zei o.a<:
Ik wil hier nu enkel ter kennis bren
gen de factoren, waarmede wij nu
rekening hebben te houden:
le. Met de meeste spoed worden ver
sterkingen naar Java gebracht.
2e. De Nederlandse autoriteiten en het
Britse opperbevel in de Stille Zuidzee
zijn het eens over de te volgen gedrags
lijn.
3e- Luitenant-gouverneur-generaal dr.
Van Mook heeft verklaard, dat hij be
reid is met de nationalistische leiders te
spreken, op het ogenblik, dat de orde
en de rust zijn weergekeerd, en de me
ningsvrijheid weer is gegarandeerd.
4e. Het is nu ook gebleken, dat de
toestand, zoals deze in Londen werd be
oordeeld, zeer- dicht de werkelijkheid
naderde, n.1., dat de nationalistische be
weging in Nederlands Indië sterker was
dan men ooit voor de aanval op Pearl
Harbour vermoedde. Met deze ontwik
keling heeft men rekening moeten hou
den. zowel in Nederlandse als in Britse
kringen. Het is tevens nu gebleken,
dat de Indonesische bevolking niet be
kend was met de belofte door Koningin
Wilhelmina in 1942 gedaan, waarin zij
een groter deelname aan het bestuur
door de inheemse bevolking toezegde.
Ook dit brengt met zich mede. dat een
grootscheepse actie van voorlichting op
Java moet worden op touw gezet.
Wat is nu de houding van het Britse
volk voor de toekomst? Zoals ik u ver
leden week heb gezegd, gaan Britse
jongens naar Nederlands-Indië. Ik heb u
toen ook gezegd, dat hun familie over
tuigd wenst te zijn, dat zij hun plicht
doen voor een goede zaak. Gaan zij om
overheersing van een land of over
grondgebied te vestigen? Ik heb de
Britse pers zeer nauwkeurig gelezen en
de voorlichting gevolgd en kan thans
verklaren, dat in Groot-Brittannië ieder
een weet, dat het hier niet gaat om im
perialistische doeleinden te dienen,
maar om een bondgenoot, die zich
schitterend tijdens de donkerste uren
gedragen heeft, een helpende hand te
reiken.
Onze lezers
aan hel woord
V. (Slot).
De heer A. Potjewijd, leraar in de
geschiedenis en staatswetenschappen
schrijft ons:
„Het kamp van politieke gevangenen
„worde tot opvoedingsinstituut,
„geve een herscholing tot sociaal
„mens, een voorbereiding tot terug-
„keer in de maatschappij",
dit is de weg voor de straks resterende
(als alle z.g. kopstukken en zware
jongens zijn ter dood gebracht) 90.009
sociaal ontspoorde mensen, die als
N. S. B.-ers in onze geschiedenis ver
meld staan. Laat de Nederlandse rech
ters zo spoedig mogelijk hun strafza
ken behandelen en de vonnissen vellen
(wellicht een aantal jaren dwangarbeid
met verlies van enkele rechten) en dan
voorbereiding tot een terugkeer in on
ze maatschappij. „Reclasseren" noemen
we dat in de wereld van den „gewonen"
misdadiger.
Waarom deze weg? Omdat het de
weg is die het Nederlandse volk reeds
lang gekozen had, reeds lang had on
derkend, als de enig juiste weg voor
onze zwakke broeders: opvoeding tot
weer bruikbare leden in de maatschap
pij. Ziehier een grote traditie van ons
volk, dat een goed volk is en dat ook
gaarne wil blijven.
Bedenkt wel, tussen hen en ons is
uiteindelijk geen principieel verschil
maar een gradueel. Immers waarom
handelden die 90.000 mensen gelijk zij
gedaan hebben? Waarom werden zij lid
van de N.S.B. en waarom gaven zij
geldelijke bijdragen aan deze partij?
Dit. wilt hier goed op letten, is onge
veer de inhoud van het requisitoir dat
tegen hen gericht zal worden. Wat zul
len zij daarop antwoorden? Misschien
dat zij het deden in de naam van een
nieuwe en gelukkiger maatschappelijke
orde, in wier komst zij geloofden, als
Duitsland zijn missie in de wereld kon
volbrengen, al» „Herrenvolk".
„Onzinnig", zult gij zeggen. „Geluk
kig wel", zouden wij er aan toe willen
voegen, maarzij geloofden er in en
handelden in de naam van dat geloof.
Misschien hadden vele andere N.S.B.-
ers (de meeste?) dit geloof ook weer
niet, maar traden zij op in de naam van
het gouden kalf: hun portemonnaie, of
van een goede betrekking of vette
baan, of in de naam van hun haat
jegens een maatschappij waarin zij door
zóvele teleurstellingen waren getroffen,
dat zij hun betere gevoelens in bitter
heid hadden omgezet.
En in wiens naam leverden de „goede"
Nederlanders hun koper in en hun ra
dio's? In wiens naam. vragen wij U,
tekenden tienduizenden ambtenaren de
z.g. ariërverklaring? En in wiens naam
bewezen tal van arbeiders geheel vrij
willig handlangersdiensten bij het bou
wen van versterkingen of het slopen
van de woningen hunner medeburgers?
Zullen we de prent met deze onver
kwikkelijke beelden nog verder voor II
ontrollen?
Wij begrijpen intussen, dat het ons
volk nog heel erg moeilijk moet vallen,
de dingen onbevangen te zipn. het leed
is te schrijnend nog. de schade te voel
baar. Maar haat gij Frankrijk en de
toenmalige Patriotten nóg, omdat ons
land eens 18 (achttien) jaar lang (1795-
1813) werd uitgeklopt en Napoleon
15.000 van onze jongens deed omkomen
in de kille wateren van de Berezina?
Wij bezweren U. laat het bloed van
een Blokzijl, een Genechten. van een
Mussert en zoveel anderen nog straks,
een bloedig zoenoffer ook, voldoende
zijn op het altaar van ons vaderland:
't is al verschrikkelijk genoeg voor ons
goed Nederland, waarin sinds 1855 do
doodstraf practisch al geen toepassing
(Zie vervolg pag. 3:4