HET ELFTAL VAN H.R.C.
Stadsnieuws
Duizenden hectaren Wieringermeer-
land vielen droog
Zondagsoverdenhing
De laatste maand
Predikbeurten.
700 bunder geploegd, 500 bunder wintertarwe ingezaaid,
1000 arbeiders werken in het nieuwe land
Het water trekt een schijn
heilig gezicht
In het Noorden en Noord-oosten staat
het water nog in de Wieringermeerpol-
der. Het ligt daar stil en wijd over het
vruchtbare land. Een matte herfstzon
legt een levend pad van zuiver goud,
zover het oog reikt. Slechts een enkele
rimpeling trekt over het watervlak, trilt
tegen de muur van een wankele boer
derij. Het water ziet er vriendelijk uit,
het is of het vandaag uitrust van het
vernielingswerk, dat het in enkele
maanden verrichtte, 't Ziet er nu schijn
heilig-onschuldig uit. Maar het is niet
zo vriendelijk als het zich nu voordoet.
Toen het zeven maanden geleden, met
donderen geweld, door de vals geslagen
gaten sloeg en op zijn prooi afstormde,
toen zag het er minder vriendelijk uit,
toen was datzelfde water een monster,
dat zijn boosaardig vernietigingswerk
grondig ging verrichten. Het sloeg met
razend* geweld tegen de nieuwe boerde
rijen aan, het kroop tussen deuren en
nen steunen. Van ver lijken het Ba
linese huisjes op palen. Je kan aan de
woningen, die blijven staan en aan de
bomen langs de wegen zien, hoe hoog
het water gestaan heeft. Er is een lichte
afscheiding, waarboven donkerder de
toppen zijn.
Een sinister beeld.
Vooral de dorpen maken een sinistere
indruk. Het slijk ligt centimeters dik
op de wegen en de ingestorte huizen
blokkeren tal van paden. Zo is het in
Middenmeer, vóór de ramp het handels
centrum van de Wieringermeer, zo is
het in Wieringerwerf, het officiële cen
trum van de polder, of nee, van Wie
ringerwerf is practisch niets meer over.
We kunnen er met de auto niet komen,
het water verspert, van Slootdorp uit,
de toegang, maar in de verte zien we
het liggen. De kerktorens staan er nog,
dat is zo goed als alles. Van het oudste
dorp, Slootdorp, is ook niet veel meer
over. De „Emmahoeve" staat er over
eind en de pachter, de heer Slachter, is
bezig met herstel van zijn woning. De
kozijnen door naar binnen, het nestelde knecht spoelt buiten de modder van de
zich in kasten en kamers, het vrat aan
stevige muren, het grijnslachte tegen de
grote graanschuren bij Middenmeer en
wierp zich op de kerken van Slootdorp
en Wieringerwerf. Het omsloot het al en
stoeide grimmig met het meubilair van
duizenden mensen, die hier een geluk
kige tijd hadden gewoond en nu over
haast op de v'ucht waren geslagen, voor
dit vernielend geweld.
Wat aanvankelijk weerstand bood
werd langzaam ondermijnd. En ook de
storm sprak nog een woordje mee, die
zwiepte deze waterzee met woest ge
weld tegen muren, die nog weerstand
hadden geboden, zodat ze wankelden.
Daken stortten in en als armen, die ten
hemel geheven worden over zoveel
schreiend onrecht, stonden de betonnen
spanten nog overeind.
Het water deed zijn werk radicaal.
Het water deed zijn werk in de Wie-
ringermeerpolder radicaal. Er zijn maar
weinig woningen en gebouwen, die ge
deeltelijk gespaard bleven. Het water
vernielde radicaler dan de tien-ton bom
men van de Engelsen. Het was vasthou
dender, nam geen genoegen met half
werk, vrat door en spoelde het alles
weg, eerst als de muren wankelden en
het dak instortte, scheen het tevreden
te zijn.
De Moffen hebben geweten wat ze
deden, toen ze het Hollandse land, met
den aartsvijand van eeuwen, gingen
bestrijden. Ze hebben het geweten en
ze hebben er duivels veel plezier in
gehad. Ze zouden zo de geest en de
weerstand van die verwenste Hollan
ders wel breken. En ze hebben bereikt
dat menig Wieringermeerbewoner, met
tranen in de ogen, maar met de tan
den op elkaar en de vuisten gebald,
het werk van jaren verloren zag
gaan.
Een eindeloos land van grijze slib.
En nu valt de Wieringermeer weer
droog. Duizenden hectaren zijn weer
van het water verlost. Een eindeloos
land van grijze slib, zo zagen we het
van de week, toen we voor het eerst
over de dijk bij Aartswoud, de Wie-
ringermeerpolder inreden. Een land
waar de bonte kraaien nog meester zijn,
waar de meeuwen rondwieken en de
kauwtjes druk kwetterend in de kale
bomen zitten.
Het is een troosteloos gezicht dit eer
tijds rijke land a's een grauwe woestijn
te zien. Alleen de randboerderijen zijn
gespaard, van de rest van de prachtige
behuizingen en de aardige moderne wo
ningen, is prachtisch weinig over. Een
muur hier en een brok muur daar en
van een aantal woningen, dat te tellen
is, de bovenverdieping Vooral de wo
ningen hebben het moeten ontgelden,
het is of ze zo van de schuren zijn
weggeslagen. Ze liggen in puin, vol
komen. En van de schuren hangen soms
de daken nog scheefgezakt op de beton
ramen.
,,De modder zat zo dik tegen de muren
in de kamer", zegt de heer Slachter, dat
we die er als 't ware af hebben moeten
bikken. Maar nu ziet die kamer er toch
ook weer toonbaar uit." 't Is er ge
schuurd en geboend en boven is het
huis bewoonbaar. Het water drong hier
niet door en de bewoners hopen dan
ook zo spoedig mogelijk terug te keren.
De weg terug....
In Middenmeer is kapper Zwart bezig
zijn woning schoon te maken. Zwarts
vrouw is er ook. Ze heeft een overall
aan en stapt op gummi laarzen door de
prut om haar woning. „Maar binnen
ziet het er alweer knap uit, meneer",
zegt ze trots en we moeten door de
modder om het te zien. We stappen over
plassen en kuilen, we klimmen over de
rommel, die om het huis ligt.
„Heb je een mat voor de deur liggen
vrouw", grapt de kapper.
„Ja, hoor", lacht z'n vrouw....
We staan achter de woning. „Kijk",
zegt de kappersvrouw, „daar ligt m'n
dressoir en dat is onze boekenkast en
dat was de divan." Het zijn brokstukken
van meubelen, die we daar zien liggen,
diep onder de modder, vormeloos. Maar
het is of het de mensen niet raakt.
„We willen zó weer terug", zegt mevr.
Zwart en haar man beaamt het. „Over
twee of drie maanden, meneer, dan is
het hier weer vol leven".
We kijken om ons heen. 't Is een
chaos, waar je ziet. Er is geen enkel
bewoonbaar huis. Waar halen deze men
sen dit optimisme vandaan? Ze willen
terug, terug al is het op de puinhopen
van het huis, waar ze de beste tijd van
hun leven werkten.
Naast de kapperswinkel staat hotel
Smit, enkele muren, neerhangende pla
fonds, vergane vloeren, kromgetrokken
balken. Een ruïne. Dit was het- hart van
de Wieringermeer. Hier was de graan-
beurs. Hier werd voor duizenden ver
handeld
De hoop leeft.
De hoop is levend bij de Wieringer-
meerbevolking. Kijk van de kerktoren
van de gereformeerde kerk in Mid
denmeer waait een stuk van een vlag.
Die vlag werd gehesen op de dag van
de bevrijding, door een Wieringer-
meerder, die met een schuit hier heen
voer, in de toren klom en de vlag
liet klapperen boven het golvende
water als een symbool van de vaste
wil om dit land weer aan het water
te ontworstelen en dat is bijna ge
beurd. Dag en nacht malen de gema
len Leemans en Lely en iedere minuut
worden ongeveer 2600 M3 water weg-
gemalen. Er zijn dagen, dat er hon
derden hectaren droogvallen.
De vernieling aan land en wegen valt
mee. De wegen zijn uitstekend begaan
baar en al ziet het land er troosteloos
uit, bij een lichte bewerking is het weer
bruikbaar.
Reeds werden 700 bunder omge
ploegd en werd in 500 bunder de win
tertarwe gezaaid. Sloten worden weer
uitgediept, alleen de kanten waren
aangeslibt. De verkaveling valt mee.
De beplanting heeft veel geleden.
Slechts de sterkere boomsoorten zullen
het misschien houden, de wilg, de eik
en de iep, de heesters zijn dood.
Maar dit zal herstellen. 500 arbeiders
zijn bezig met het cultuurtechnische
werk, 300 geschoolde en ongeschoolde
arbeiders zijn druk aan de gang met
het herstelwerk aan boerderijen en
woningen. Men hoopt er voor de win
ter nog een 100-tal klaar te hebben.
Zo worstelt en werkt men om te her
stellen wat de bezetter in een van zijn
waanzinnige buien vernielde. En vol
gend jaar zal het koren weer buigend
staan op de eindeloze akkers....
B.
LUTH. GEMEENTE DEN HELDER.
Men verzoekt ons de aandacht te vesti
gen op de in dit nummer voorkomende
advertentie inzake het niet doorgaan
van een gemeentevergadering op Zondag,
9 December a.s.
JEUGDVERENIGING „VIJZELSTRAAT".
Maandag 10 Dec. a.s. zal in het Evan
gelisatiegebouw Vijzelstraat de vierde
lezing gehouden worden over Jezus, nl.
Jezus, de harmonische mens. Voor bij
zonderheden zie men de advertentie.
KERSTMIS NADERT.
Uit een stal aan de Rijksweg werd
een wit konijn verduisterd, terwijl een
bewoner van de Huygensstraat aan
gifte deed van de ontvreemding van
twee konijnen.
H. R. C. I—D. T. S. I.
Aanvang 2 nur.
Het giftal van H. R. C. I, dat D. T. S. ontvangt, ziet er als volgt uit:
Boogaard
Bijl Koster
de Werker de Jong Bakker
Roomeijer Nieuwstadt de Vries Heeris Dissel
H. R. C. II vertrekt om 9.25 uur naar Amsterdam om Volewijckers IV te
gaan bekampen.
HERMES-NIEUWS.
Heren: Terrein Sportlaan, aanv. 2 u.
HERMES—ALKMAAR III.
De eerste ontmoeting eindigde in 'n
gelijk spel, doch wij verwachten dit
maal een duidelijke overwinning voor
Hermes. daar Alkmaar III stellig de
minst sterke ploeg uit deze afdeling is.
Dames: Terrein Sportlaan. aanv. 3.15 u.
HERMESFAHC (Amsterdam).
De eerste ontmoeting eindigde in *n
overwinning voor FAHC, dat evenals
Ijsvogels nog steeds ongeslagen is.
Zouden de Hermesdames voor een ver
rassing kunnen zorgen?
Schagen: UVO I—HERMES II.
Willen de Hermesdames dit jaar 'n
gooi naar het kampioenschap doen,
dan zal er a.s. Zondag gewonnen moe
ten worden. Onmogelijk lijkt dit niet,
maar dan zal men ook alle krachten
moeten inspannen.
Handbal.
HAV-NIEUWS.
De voor de heren vastgestelde wed
strijd tegen Rapiditas is uitgesteld,
daar er te Amsterdam a.s. Zondag se
lectiewedstrijden zullen worden ge
houden. Voor deze wedstrijden zijn de
HAV heren Bakker en Huitinga uitge
nodigd.
Dames I gaan een zware wedstrijd
tegemoet te Wieringerwaard tegen
Olympia I*
Dames II spelen thuis en ontvangen
de Zwaluwen uit Kolhorn. Deze wed
strijd wordt gespeeld om 2.30 uur.
Helder B-terrein. De wedstrijd te Wie
ringerwaard wordt gespeeld om 11 u-,
vertrek per trein 9.25 uur.
Zo zitten we weer in de laatste maand
van het jaar en naderen wij de donkere
dagen, die aan het Kerstfeest voorafgaan.
Wat gaat het snell
O, zeker, daar waren jaren, toen wij
jong en fris waren, dat wij met de golf
jes van de tijd speelden, dat wij ons
geheel onderdompelden in de lust van
de voortgang en voorbijgang. Toen wens
ten wij, dat de tijd nog sneller zou gaan.
Die speeldagen zijn voorbij en door jaren
van ernst vervangen.
Nu horen wij, als wij spreken over de
laatste maand, het lied der vergankelijk
heid. Dat bijvoeglijk naa.nwoord „laat
ste" kan ik in het leven voor veel din
gen zetten. Daar is een man, die de
gewoonte heeft elke dag een glaasje te
drinken. U weet wel wat ik bedoel. Maar
één slokje zal het „laatste" zijn.
Zal de nasmaak (zoals het oude Boek
zegt) bitter zijn? Men heeft de goede ge
woonte elke Zondag naar de kerk te
gaan. Eén preek zal de „laatste" zijn, die
ge horen zult. Daarom is er aan elke
preek een waarschuwing verbonden. Mis
schien zegt ge: „Met preken houd ik me
niet op, ik doe aan economie of politiek.
Wil ik mij ontspannen, dan ga ik naar
de bioscoop of naar de danszael." Ver
geet dan evenmin, dat één rede de „laat
ste" zal zijn, die ge hoort, één film de
„laatste", die ge ziet, en één dans de
„laatste", die ge dansen zult. O, ik wens
U allen groot en klein, een lang leven toe.
Maar al wordt ge honderd jaar, één jaar
moet het „laatste" zijn. Eens zult ge de
„laatste" wandeling maken in het zon
netje. Ge denkt: „Dat zal mij opknap
pen, zonneschijn! De mensen kijken U
aan en denken: „Wat wordt hij oud!"
Thuisgekomen hijgt ge er van. „Ga wat
liggen!", raden uw huisgenoten bezorgd.
Ze zeggen. „Morgen ben Je weer be
ter!", maar ze denken: „Hij kon wel
eens niet meer van zijn bed afkomen'
De dokter komt en zegt* „Het drankje
zal u opknappen!" Maar bij het ver
laten van uw huis zegt hij tot één van
de huisgenoten: „Hij haalt de morgen
niet meer." Weldra geeft ge de „laat
ste" zucht, slaat de „laatste" polsslag.
Misschien hebt ge nog gelegenheid uw
„laatste" wens kenbaar te maken, uw
„laatste" woord te spreken vóór men u hult
in uw „laatste" kleed en brengt naar uw
„laatste" rustplaats. En dan? ~a en dan?
De Bijbel zegt: dan komt net „laatste"
oordeel: Ook voor hen, die Jezus ken
nen, komt die „laatste" levensdag, die
„laatste" ure, waarin zij ontmoeten de
„laatste" vijand, de dood. Ook voor hen
geldt Btlderdijk's woord, dat van opgaan,
blinken en verzinken spreekt, als het lot
van ieder mens. Ook voor hen is 't:
Als ik de doodsvallei betreën
Laat mij elk aardse vriend alléén.
Maar zij weten:
De trouwste Vriend in nood,
Geleidt hen over graf en dood.
Een oud moedertje, dat erg ongelukkig
liep, werd eens in Amsterdam door den
vriendelijken tramconducteur bij het in
stappen van de tram geholpen. Tramcon
ducteurs zijn meestal innemende men
sen. Op het achterbalcon stonden een
paar heren, die tegen elkaar (wat te hard»
zeiden: „Die heeft óók haar beste dagen
gehad!" De oude keerde zich om en zei
met een tinteling van vreugde in haar
ogen en stem: „Neen, heren, mijn beste
dagen moeten nog komen!"
Ze wist, dat haar „laatste" leveusuur
zou worden gevolgd door een eeuwig leven
in storeloze zaligheld, een eeuwig wonen
in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
DEN HELDER. Ned. Herv. Gem. Nieu
we kerk: 10 uur ds. Elink Schuurman;
Palmstraat: vm. geen dienst, nm. 5 uur
ds. Borghardt. Geref. kerk. Bethel-
kerk, vm. 10 uur ds. H. v. Twillert, Hei
lig Avondmaal, nm. 5 uur ds. H. v. Twil
lert, H.A. Dankzegging; Rehobothkerk,
vm. 10 uur ds. F. Tollenaar, Heilig
Avondmaal, nm. 5 uur ds. F. Tollenaar,
H.A. Dankzegging. Leger des Heils
(Spoorgracht 35): 10 uur Heiligingsdienst,
7.30 uur Opwekkingssamenkomst. Maan
dag 10 Dec., 2.15 uur, Dameskrans. Don
derdag 13 Dec., 7.30 uur, Bidstond. Deze
samenkomsten worden geleid door kap.
H Winter. Hersteld Evang. Luth. gem.,
Weezenstraat, vm. 10.30 uur ds. W. J. F.
Meiners van Amsterdam. Doopsgez.
gem. 10.30 uur, da. Schepman. Chr.
Geref. kerk a. d. Steengracht,, vm. 10 en
nm. 5 uur, ds. J. Rebel. Evangelisatie
(Vijzelstraat): vm. 10 en nm. 7 u., evang.
Hall, nm. 2.30 uur Zondagsschool.
Woensdag nm. 7.45 uur Bijbelkring. Don
derdag nm. 7.30 uur Vrouwenkrans. Za
terdag nm. 7.30 uur Bidstond. Oud-
kath. kerk, vm. 0.30 uur H.Dienst (past.
H. J. Verhey). Oud-Ge-, Gem. (Hoog*
straat/ 10 en 5 uur leesdienst.