De Stadsnieuws 11 Dolfijn" op de werf Een der befaamste duikboten van onze marine Afscheid ds. Van Twillert De kerk in Indië Cabaretavond van A.B.C. „Hermes jubileert" HET VERHAAL VAN MIENTJE EN SAARTJE PEPERNEUT Met zeer stille trom is Zondagmiddag ongeveer 5 uur een der befaamdste onderzeeboten van onze Marine de' haven binnengelopen. Het schip is direct de werf opgegaan, waar het voor kleine reparaties, het schilderen van de buiten huid en het periodieke onderhoud in het dok zal worden opgenomen. Wü zfln gisteren aan boord van deze smalle sigaar gestapt en hebben een praatje gemaakt met één der officieren, die sinds de indienststelling van de „Dolfijn" in 1942 aan boord van deze kleine „jaohthond der zee" heeft gevaren. Hij vertelde ons, dat het schip reeds door de Nederlandse Marine werd over genomen, toen het nog op de werf in afbouw was. Na de. indienststelling volgde een lange periode van varen, varen en nog eens varen, soms trips van meer dan 20 dagen aan één stuk, in de aanvang onder commando van den luitenant ter zee der 1ste klasse Van Oostrom Siede. Achttien maanden lang heeft de „Dolfijn" (met grote letters staat onder dqze aantrekkelijke naam de aanduiding „P 47") dienst gedaan op de blauwe wateren van de Middel landse Zee, op jacht naar vijande lijke transportschepen, en zo moge lijk ook naar gevaarlijker buit. Men moet uit deze opmerking niet op maken, dat men „dagwerk" had met het in de grond boren vn dergelijke schepen, want het kwam dikwijls voor, dat dagen en dagen voorbij gingen voordat een vijandelijk schip aan de kim verscheen. En dat was dan stom-vervelend. Maar het ging hurry-up, wanneer er werkelijk een prooi in zicht was. Dan kwam de spanning er pas recht in en vlogen alle hens met spoed op hun posten, om de zaak even kort en goed af te wikkelen. Slachtoffers. Verscheidene vijandelijke schepen hebben dank zij de activiteit van de „Dolfijn" en haar kranige bemanning nimmer de plaats van hun bestemming bereiktDoor kanonvuur werden minstens een zestal vijandelijke, meest- Italiaanse kooovaardij- en transport schepen tot zinken gebracht, terwijl door torpedotreffers schepen van 10000, 5000 en 3000 en een aantal kleinere naar de kelder werden gejaagd. Het spreekt vanzelf, dat die karwei tjes niet altijd even gesmeerd verliepen. Maar in oorlogstijd rekent de beman ning van een onderzeeboot nu eenmaal op dieptebommen en dergelijk tuig.... We herinneren ons uit de Duitse oor logspropaganda nog maar al te goed, hoe van die zijde op de grote trom werd geslagen, wanneer een ,,U-boot*-com- niandant zo ^heldhaftig geweest was om zomaar een vijandelijke haven binnen te dringen. De actie van een zekeren Prien in de haven van Scapa Flow staat ons nog helder voor de geestMen moet echter niet menen, dat de man nen van onze en de Engelse marine dergelijke karweitjes nooit hebben op geknapt. Integendeel. Honderden keren waagde men zich in vijandelijke havens, ai leen werd daarvan aan geallieerde zijde niet zo'n ophef gemaakt. Ook de „Dolfijn" is enige keren op visite in een minder gastvrije haven geweest. Ustica.-. De minst prettige herinnering heeft men aan boord aan de haven van Ustica, even benoorden Palermo. De eerste keer, dat men daar een be zoek bracht, was men van plan om een in de haven liggende schoener te verschalken. De kust werd tot op een afstand van een paar honderd meter genaderd, en het 7,5 cm kanon werd in stelling gebracht, maar dit weigerde. Aan boord van het vijandelijke schip zag men blijkbaar de „Dolfijn" voor een Italiaanse onderzeeboot op oefening aan, want men ging daar rustig door met zon nebaden. Toen het kanon bleef weigeren, heeft de „Dolfijn" rustig de aftocht geblazen, en de Italianen hebben waarschijnlijk nooit beseft dat ze door het oog van een naald gekropen waren In een vijandelijke haven. De tweede maal werd Ustica met een bezoek vereerd, omdat een sleepboot en een schoener in de haven lagen. Het was echter niet onmogelijk, dat in een verborgen hoekje ook een E-boot (een soort „Schnellboot) ligplaats had. Om daarover zekerheid te krijgen werd on der water de haven binnengevaren.. Laat er nu toch zo'n E-boot liggen.... Dan maar rechtsomkeert! Bij de draai- manoeuvre liep de „Dolfijn" echter vast tegen de wal, en men was genoodzaakt, boven water te komen. Het was meteen een schietpartij tussen de onzen en de E-boot, die klonk als een klok De laat ste durfde echter niet los te gooien, zodat de „Dolfijn" ongehinderd de haven kon verlaten. Twee leden der bemanning waren echter gewond, en men heeft deze in de haven van Malta aan wal gezet. In een volgend artikeltje zullen we meer over de „Dolfijn" en haar be levenissen vertellen. Sinds begin Juli van het vorige jaar heeft ds. Van Twillert de Geref. kerk van Den Helder als hulpprediker ge diend. Aan deze arbeid is nu een einde gekomen, doordat hij een beroep naar Wildervank heeft aangenomen. Zon dagmorgen heeft ds. Van Twillert in de Bethelkerk zijn afscheidspredikatie ge houden, met als tekst Matth. 28 20. Na de preek richtte hij een persoon lijk woord tot de gemeene, waarin hij herinnerde aan de overstroming van de Wieringermeer, die hem noodzaakte, te evacueren naar Kolhorn. Hij was ver heugd, toen kort daarna een deputatie van de Geref. Kerk te Den Helder hem kwam uitnodigen, het hulppredikerschap aldaar op zich te nemen. Hij heeft deze uitnodiging aanvaard, en hij kan nu te rugzien op een periode vari zeer goede samenwerking tussen kerkeraad en pre dikanten. Hij betreurde het, dat er een scheuring in de gemeente was gekomen, die naar hij hoopte, spoedig weer zou worden hersteld. Ds. Van Twillert nam nu wel afscheid, maar hij zal toch jjpg korte tijd hier blijven, om enige onder delen van zijn arbeid af te wikkelen, waarna hij op 22 Mei a.s. den beroepen predikant, ds. Hamming, in het ambt zal bevestigen. De jeugd-ouderling, de heer Joh. W. Stevenson, sprak den scheidenden pre dikant namens de kerkeraad toe. De grote opkomst in deze morgendienst was wel een bewijs van de waardering, die de gemeente heeft voor hetgeen ds. v. T. heeft gedaan. Het officiële afscheid van de kerke raad zal plaats vinden op 22 Mei a.s. PASSAGIERSLIJSTEN» De passagierslijsten van de beide volgende schepen liggen op ons bu reau ter inzage. De Oranje, die met 719 repa- triërenden aan boord op 16 Mei te Rotterdam wordt verwacht en de Sloterdijk, die met 1075 passa giers op 20 Mei te Rotterdam wordt verwacht. Dr. L. W. Kuilman, uit Buitenzorg, thans tijdelijk wonende te Amsterdam, heeft voor de afd. Den Helder van de Ned. Chr. Vrouwenbond een lezing ge houden over het onderwerp: „Onder Ja panse druk, maar niet overweldigd". In het bijzonder stond hij stil bij het geen de kerk in Indie heeft moeten doormaken. Reeds toen Nederland bezet gebied werd, kwam de Indische kerk voor grote moeilijkheden te staan, ten gevolge van het verbroken contact. Niettemin heeft, dank zij de grote of fervaardigheid, het werk op de zen- dingsvelden normaal voortgang kunnen vinden, totdat de Japanse bezetting over Indië kwam. en alles wat „blank" was geïnterneerd werd. „Ik ben in verschei dene kampen geweest", aldus spr„ „maar overal bleek het, dat Gods werk door gaat. Heerlijke en soms verrassende dingen vonden er in die kampen plaats. Duidelijk is gebleken, dat niet wij bou wen, maar dat God bouwt, en dat wij slechts medebouwers zijn". De toestanden in de vrouwenkampen waren over het algemeen veel ongunsti ger dan in de kampen voor krijgsgevan genen. „Maar", aldus besloot dr. Kuil man, „we kunnen -naast veel leed en ellende gewagen van rijke zegen, omdat ons geestelijk goed door geen Japanner kon worden geroofd en God Zijn kerk, ook Zijn kerk in Indië, ondanks hevige druk in stand heeft gehouden." Samenwerkende buurtverenigin gen Van TuindorpAnemonen- straat, Anjelierstraat, Bloemstr., Brakkeveldweg en Crocusstraat gaven op Donderdagavond j.1. in Ca sino een cabaret-avond, die als zeer geslaagd kan worden beschouwd De ei-volle zaal heeft uitbundig geno ten van het hier gebodene amateurs- werk, dat over het algemeen geno men niet onverdienstelijk kan wor- den genoemd. Na een kort schetsje en een ietwat goedkoop zangnum mertje van den conferencier, waar bij hij o.i. toonde hoe men een zaal niet moet bezig houden, begon de avond eerst recht te vlotten met een originele en vrolijke klompendans, waarin de Volendammer boertjes en boerinnetjes lustig rondklepperden Ook het zangklasje van Jacob Ha mel was vertegenwoordigd met een reeks vóór-oorlogse debutantjes en dientengevolge danig uit de kluiten gewassen we zagen er bij van om en nabij de veertig. Tot grote hilari teit bleek er een last te hebben van microfoon-koorts met niet nader te noemen gevolgen. Verder zagen we nog voor het voetlicht Jan Seegers met een daverende harmonica medley, het danspaar inwie in een slepende tango, een Gezelschapje met diverse leuke schetsjes, heel goéd was b.v de schets: „De Oplos sing", een toneel vol Hawaiïan- girls, die enkele liedjes van hun eiland brachten, een telepaath met verbluffende staaltjes van gedach- tenlezen, de twee Fernando's met pitttig harnomica-sppl en in het bij zonder willen wij noemen de Paro la's, die een uitstekend stukje acro batiek toonden, waarbij vooral de leider van dit troepje Koos de Bruin goed werk verridhtte, terwijl zij later nog eens versterkt terug- be. met aan kwamen met een drietal ju^ die op hun beurt eveneens aanr werk lieten zien. Een grote v loting besloot-de avond, waarna e?" druk en gezellig bal de feestvieren" den nog enige tijd bij elkaar hield Casino werd Zaterdagavond volkt door Hermes-vrienden hun genodigden. Onder de wezigen merkten we o.a. op het Col" lege van B. en W, in het bijzonder welkom geheten door den voorzitter van de Helderse Hockey Club „Her mes", den heer K. Tompot, in diens openingsrede. Tevens nam deze de felicitaties in ontvangst bij het eer. ste lustrum. Als eerste spreker feli citeerde de heer van Loo namens het gemeentebestuur in een geestig speechje, waarin hij het initiatief en de durf roemde van de club, ondanks bezettingsweeën en technische moei. li.ikheden, Daarna kwam ook HRC KVH- en HTC hun felicitaties verge' zeld van een bloemstuk aanbieden. Later in de avond werden nog meer bloemstukken binnengebracht, ter. wijl het feestprogramma nog door een aardige attentie werd onderbro- ken, n.1. de overhandiging van een nieuwe club-vlag, een geschenk van de familie van Straten. Het feestprogramma zelf bestond uit een non-stop-variatie van zang en schetsjes, voorafgegaan door een originele proloog, waarin op figuur, lijke wijze het wel en wee van Her mes werd uitgebeeld, we zagen de heren b.v- in somber gepeins met de kous op hun kop rondlopen Los Equapos met Alwine Meijer brach ten hun liedjes; er was een snel tekenaar met vrolijk^ krabbels; de Minstreels zongen oud-Hollandse liedekens heel aardig klonk b.v. het liedje: „De weverkens van Ant werpen"; Jan van Loo, viool en Wim Hollenberg, piano, brachten een drietal Franse werkjes ten gehore, oa. de Aria van Jean Marie le Clair werd met gevoel en warmte gespeeld. Ook Theo Strobel ontbrak niet met twee Franse Chansons, die beide met werkelijk élan werden ge zongen. Een Hollands levensliedje „De Meisjes" van Pisuisse sloeg in, terwijl een tweetal Spaanse liedjes met voortreffelijke guitaarbegelei- ding zijn optreden besloot. Koos Tompot hield een daverende propaganda-rede voor de Partij van de Hockey niet te verwarren met die van de Hokkies, welke er vol gens zijn betoog al genoeg waren met geestige woordspelingen. Bij zonder aardig gevonden en gespeeld werden ook de diverse schetsjes. De tonelisten gaven ook nu weer blijk van hun kunnen. Er volgde nog een verloting met aantrekke- lijke prijzen de laatste???? -~ waarna een gezellig bal met de be kende band van Henny v. d. Water deze genotvolle avond besloot. S Koning, Directeur; J. Bijlsma, Hoofd- redacteur; W. Kok, Opmaak en Algemene Reportage; C. A. Dekkers, Stadsverslag gever; J. Bremer, Sportredacteur, Hoofdcorrespondenten. Texel. H. J. Reï' Anna Paulowna: Ph. de Wilde. Wie- ringen: J. Bals. door G. TH. ROTMAN. (Nadruk verboden.) 19. Ik keek ook. Jawel, hoor! Het was een vracht rijderspakhuis; de wagen stond er, en de pot stond er nog steeds op. Daar de deur niet afgesloten was, slopen we naar bin nen. Na de deur voor zichtig achter ons dicht gedaan te hebben, liepen we regelrecht naar de wagen toe. Maarnet wilden we dé pot pakken, toen er opeens bulten aari de deur gemorreld werd. 20. Snel doken we in een der lege kisten, waarvan er 'n hele stapel stond. De man, die op de wagen Be zeten had, blijkbaar de vrachtrijder zelf, kwam binnen, gevolgd door zijn knecht. „Kijk eens!" riep da vrachtrijder uit, „daar staat zowaar een bloempot op de wagen! Hoe komt die daar nou? Die had ik nog niet eens gezien!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1946 | | pagina 2