Lezende mensen
gelukkige mensen
i a®t
De V. S. zijn den groten man
nog niet vergeten
P„CHANTAGET|
DAMRUBRIEK
ÉB
m
IP
B
m
Hf
Van boekfoiboek
Ia de weken die aan Sint Nicolaas
vooraf gaan plegen de uitgevers een
ctroom nieuwe uitgaven over de redac
ties van dag- en weekblad uit te storten
welke, hoe welkom ook, bezwaarlijk
binnen een korte spanne tijds door den
beoordeelaar te verwerken is Deze
heeft de keus tussen twee wijzen van
doen; hij kan zich beperken tot een
greep uit de boekenschat, een enkel
werk aan een nauwkeurige critiek on
derwerpen en de overige uitgaven ter-
rijde leggen. Hij kan ook een vluchtig
overzicht geven van het voornaamste
dat bij hem op tafel komt. Ik geloof dat
de laatste werkwijze uitgever en lezer
het meest bevredigen moet. Op de be
langrijkste uitgaven toch kan de criti
cus altijd later nog terugkomen.
t'ïM'
y*sfi
siKremmwEMA'Ai
m
m
w
m
m
MM
y/m
Als Sint dit eens bracht!
'Ir jEBr.j
I mm*
PUZZLE-RUBRIEK
Zijn laatste dagen
De zuivering van het
provinciaal personeel
FEUILLETON
Er komen weer sinaasappelen
Poincaré als walskoning
hp
üf
MP
m
■f
jjj
jfj
j§
Hg§
HP
8
Sü
99
Aan Euripides' drama „Alkeftis" is In
Öeze oorlogstijd door meer dan één
auteur aandacht gewijd en dit is be
grijpelijk, want het werk is een spel der
opstanding en tijdens de bezetting en
Duitse onderdrukking droeg ieder Ne
derlander het verlangen naar opstan
ding in het hart. Ir> 1943 verscheen bij
H J Paris, Amsterdam, een vertaling
door dr J M van Buytenen, in de oor
spronkelijke versmaten. Dit jaar zag een
vertaling door Eric van der Steen het
licht (bij C V Uitgeverij v.h. C de Boer
Jr; Amsterdam). Deze vertaling, die
door dr J C Kamerbeek is ingeleid,
werd, blijkens de datum onder deze in
leiding, ook in 1943 of eerder voltooid.-
Eric vari der Steens vers volgt het
Griekse minder op de voet dan dat van
J M van Buytenen maar heeft het voor
deel van ruimere bewogenheid. Wie ech
ter de strenge verzen en de hoge toon
van Boutens' vertalingen in het oor
heeft zal docr Van der Steens poëzie te
leurgesteld worden. Waarom hij zijn
heldin Alcestis en niet Alkestis noemt,
Alcmene en Heracles schrijft inplaats
van Alkmene en Herakles enz is mij
niet duidelijk.
„Vlce-Versa" is de titel van een son
nettenbundel, door Eric van der Steen
en Max Schuchart, verschenen bij de
zelfde uitgeverij. Men ontbeert in deze
bundel de strenge wet waaraan het son-
-t f
tSJ
c ,«sfc z*
-V'- -kSd y".
Hoe vindt U deze kleine skiër?
Niet alleen in de Zwitserse bergen
zal dit pakje buitengewoon voldoen, ook
in ons landje zullen peuters tussen
twee en zes jaar zich allerbehaaglijkst
voelen in deze kledij.
In tegenstelling met het gebruikelijke
trainingspak is dit skipakje zowel ge
kleed als sportief, dus voor alle doel
einden geschikt. Voor jongens kan het
borduursel desgewenst worden wegge
laten. Alle soorten stof kunnen worden
gebruikt, zelfs met een oude gabardine
regenjas is veel te bereiken. Misschien
is dit een goede tip voor Sint Nicolaas,
om op zijn verjaardag dit snoezige pak
je voor Uw kleine puk te „rijden"....
net beantwoorden moet, wil het zijn
erenaam verdienen. Maar strengheid
van vorm hebben deze schrijvers ook
niet beoogd Zij hebben zich in broe
derlijke samenwerking aan een speels
jongleren met verzen en met typografi
sche details overgegeven de jong-ge-
storveri Vlaamse dichter Paul van Os-
tayen heeft hun klaarblijkelijk tot voor
beeld gediend en aan een excentriek
opgetuigde zetspiegel meer aandacht ge
wijd dan aan de ernst der poëzie. Het
is hun goed recht Maar het is het goed
recht van den itnnnaar der poëzie te
wraken dat de poëzie tot zulk spel ver
nederd wordt. Als typografische curio
siteit zal het boekje echter zijn weg wel
vinden. Drukker en uitgever leggen er
eer mee in.
Chrlstiaan Terpstra heeft zijn gedich
ten, voor en tijdens de oorlog geschre
ven, in drie bundels saamgevat. Zij he
ten: „Het Klokhuis"; „Koper en Tin";
„Koudvuur". (Eveneens verschenen bij
C V Uitgeverij v h C de Boer Jr). Wij
hopen gelegenheid te vinden op deze
verzen zij zijn zeer ongelijk terug
te komen.
Nederland heeft een groot verleden,
dank zij mannen van karakter en on
dernemingsgeest. Het is goed dat wij
daaraan, Juist in deze tijd, worden her
innerd. Daarom noem ik het verschijnen
van een serie biografieën van grote Ne
derlandse persoonlijkheden een verheu
gend verschijnsel. Vijf deeltjes van de
reeks dia order de leus: „Die grootste
van dit volck" bij de N.V Amsterdamse
Boek- en Courantmaatschappij het licht
heeft gezien, liggen thans voor ons. Deze
uitgave over „Leven en Werken van
groote Nederlanders" staat onder redac
tie van dr H Brugmans, dr J C H de
Pater, J N Pattist, G J Rooymans en G
Scholten.
„Een Nederl. Wacht aan de Rijn",
door dr P C Boeren verhaalt uit het
leven van Jan de eerste, hertog van
Brabant, Dr J Haantjes schetst Jan van
Riebeeck, de „verkenner in koopmans
land". Max van Amstel, tekent onder de
titel: „Een timmermanszoon wint land",
de figuur van Jan Adriaanszoon Leegh-
water. Mr W J van Balen neemt ons met
Jan Huyghen van Linschoten mee „Naar
de Indische onderwereld" en D Hans be
schrijft het leven van Johan Rudolf
Thorbecke: „Een man als uit ijzer ge
goten". Het papier waarop deze boekjes
gedrukt zijn is niet fraai, maar daardoor
kon de prijs ook zeer laag worden ge
steld. Zij liggen nu binnen ieders bere'k.
Bij denzelfden uitgever verscheen een
bundel verzen van Albert Helman, on
der de titel „Ontsporing". Een onheil
spellende titel. Het is een merkwaardig
verschijnsel dat zoveel Nederlandse
proza-schrijvers sinds of tijdens de oor
log de vlucht genomen hebben in de
poëzie, auteurs als Ina Boudier Bakker,
Top Naeff, Arthur van Schendel, om
enkele namen te noemen Nu ook Albert
Helman. Wij moeten ons voorlopig tot
deze vermelding bepalen.
Van Heimans boeiende roman „De
Rancho der X Mysteries", die in Juni
1941 verscheen en die tijdens en ondanks
de bezetting herhaaldelijk clandestien
werd herdrukt, heeft, eveneens bij de
Amsterdamse Boek- en Courantmaat
schappij, een zevende druk het licht ge
zien. Goede wijn behoeft geen krans.
Tenslotte vermeld ik nog het order-
houdende meisjesboek van G E Potharst-
Gimberg: „De Maaier waakt" een ver
haal van een Amsterdams kind, dat in
de hongerwinter bij goedgezinde boeren
in de Wieringermeer bijgevoed wordt en
wier lotgevallen vcor en tijdens de on
dergang van de Meer op levendige wijze
worden verteld. Het boek verscheen bij
C V Uitgeverij v h C de Boer Jr, Am
sterdam en is door Rie Koopman geïl
lustreerd.
Maurits Uyldert
AAN ONZE CORRESPONDENTEN
In verband met vereenvoudiging van
administratieve werkzaamheden, ver
zoeken wij onze correspondenten
dringend, om direct ra afloop van
iedere maand hun nota's in te leve
ren.
De administratie
Een Duitse eenmans-onderzeeboot, de
„Bever" is te bezichtigen in het Impe-
rial Oorlogsmuseum te Londen, dat
deser dagen voor het publiek werd
opengesteld. De „Bever" kan twee tor
pedo's meevoeren. Het vaartuigje is
bijna 9 meter lang, bijna 1 meter breed
(zonder de torpedo's) en kan duiken tot
op 4S meter diepte. Ass Press P.
Oplossing puzzle f.
De deling der achten en negens.
Ofschoon deze opgave wat moeilijker
was, ontvingen wij wederom een zeer
groot aantal correcte oplossingen. In
cijfers zag de deling er als volgt uit:
3792 2280728738 601458
22752
INTERLÖCALE TELEFOONGIDS
WORDT AFGELEVERD*
Te beginnen met de volgende week zal
een aanvang gemaakt worden met het
afleveren van het eerste deel van de
188.000 exemplaren der naamlijst voor de
lnterlocale telefoondienst (A t'm G).
ARBEIDERS NEMEN LEIDING VAN
FABRIEK.
PARIJS, Nov 1946.
Dinsdag j.1 besloten verscheidene dui
zenden arbeiders van de „Brach Renault"
fabrieken in staking te gaan, omdat de
directie weigerde over te gaan tot het ge
ven van ontslag aan een bedrijfsleider,
wiens houding door de arbeiders on
sociaal werd geacht. De directie sloot
daarop de fabriek tot nader order. Thans
hebben de arbeiders de fabriek bezet en
zelf de leiding in handen genomen.
5528
3792
17387
15168
21993
18960
30336
30336
Na loting order de goede oplossers is
de wekelijkse prijs 5 ten deel geval
len aan den heer R Duursma, Wilhel-
minastraat 83, Den Helder.
Da prijs zal worden toegezonden.
En nu volgt de "nieuwe opgave weer
met dezelfde prijs. Vóór Donderdag
moet uw oplossing in het bezit zijn van
de Redactie van Uw Courant.
Puzzle 10-
De zin uit de roman.
Hieronder vindt een zin uit een roman,
waarvan alle woorden aan elkaar zijn
geschreven en daarna het geheel in 41
stukken is verdeeld. Deze 41 stukken
geven wij hieronder in alphabetische
volgorde. Zij moeten in de Juiste volg
orde worden gezet. Welke zin krijgt gij
dan te lezen? De zin begint met het
woordje „Toen".
Letterstukken.
alha xand arl aro arpo
cht dwar edat emer enbe
end ende ende eopo gel
gen gin grav hirha hop
hteh Inb ingve kken kt nha
ninen ntvlu nver otte otzij
ri rijdel schi slo tó toto
udev ulpva wac zie.
Denkt om tijdige inzending uwer op
lossing!
Op Harry Truman, de president dér
Verenigde Staten rust een schier ondra
gelijke taak. Hl) leeft in de schaduw van
zijn groten voorganger en naarmate zUn
populariteit slinkt, neemt de verering
voor den helaas te vroeg ontslapen Roo-
sevelt toe. Men noemt en schrijft diens
naam niet meer, maar volstaat met de
initialen F.D.R. ledereen weet, wie daar
mee bedoeld wordt.
In Amerika wordt nog ongelooflijk veel
over Roosevelt gesproken en deze gs-
sprekken hebben nieuwe stof gekregen
door een boek, geschreven door Roose-
veit's lijfarts vice-admlraai Ross T. Mc
Intire, onder de titel „A White House
Physiclan".
Allerlei dingen vertelt Mclntire, die
ook niet Amerikaan belang inboezemen.
Zo is het merkwaardig, dat niemand oo.t
met Roosevelt in contact kwam en hem
als een kreupele bleef beschouwen. Zijn
verbazingwekkende vitaliteit en opge
wektheid overstemde het klikken van zijn
duraluminlum beensteunen, overschaduw,
de zelfs zijn rolstoel. En niemand was
meer „verguld" dan de president, toen
mevr. Tsjang Kal Tsjek zijn conditie zo
zeer vergat, dat zij hem verzocht niet op
te staan om haar tot de deur uitgeleide
te doen! Mclntire gelooft, dat zonder de
oorlog, die het hem onmogelijk maakte
zijn dagelijkse oefenschema te blijven
volgen, F. D. R het volledige gebruik
van zijn beide benen zou hebben her
kregen
De laatste maanden.
In vele opzichten bevat het boek
nieuw». s
„Als zij schrijven over Teheran en
Yalta", zegt hij, „is het voor vele redac
teuren en artikelenschrijver een vaste ge
woonte geworden, zonder enig bewijs te
beweren, dat Roosevelt een zieke, Ja zelfs
een stervende man was in die periode.
In werkelijkheid, zegt Mclntire, was hj
vermoeid en afgetobd, ondermijnd doo-
overwerktheld, maar organisch gezond
afgezien van een chronische „sinua con
dition" Eensklaps verbreidde zich echter
het gerucht van zijn Instorting en bitter
merkt Mclntire op:
Voorheen waren de fotografen zonder
uitzondering vriendelijk en attent. Nooit
verrasten zij hem in een onprettige hou
ding. Tegen het einde evenwel knipten zij
hem uit iedere hoek en schenen zij er de
voorkeur aan te geven hem te nemen met
open mond en voorover gezakt....
Geen vrees voor aanslagen.
Mclntire had vele zorgen. Hij slaagde
er in, uit de dikte van Roosevelt's acten-
tas en de hoogte van „de was", zoals
F. D R. de stapel documenten noemde,
die van zijn handtekening moesten wor
den voorzien, op te maken, hoeveel uur
de president zou moeten werken en deel
de dan zijn dag daarnaar in. Hij leerde
de mensentypen onderscheiden, die Roo
sevelt het meest vermoeiden.
In het voordeel van „Oom Joe" Stalin
pleitte, dat hij een vroeg-naar bed-gaander
was. „Winnie" Churchill echter doet een
middagdutje en was, omdat hij Roosevelt
tot diep in de nacht bezig hield „staats
vijand nummer één"....
Achteloos was Roosevelt, waar het zijn
-persoonlijke veiligheid betrof.
„Als iemand me wil doden, kan niets
hem dat beletten," was zijn standpunt
En toen hij Uruguay bezocht en presi
dent Gabriël Terra, herstellende van een
schotwond, opgelopen bij een aanslag,
hem waarschuwde, dat hij liever geen rij
toer door Montevideo moest maken
.barstte F. D. R. in lachen uit
„Ik zie niet in, waarom ik enig risico
zou lopen." riep hij uit. „JU bent de
president die ze te pakken willen ne
men!"
TK daalde ln een IJselijke stemming de
blauwe «toep af Twintig gulder. of
^tien dagen was niet veel, maar "t idee
vond ik onverdragelijk. Waarom was 't
nu zo vreselijk wat ik gedaan had" Een
textielkaart verkocht. omdat mijn
vrouw geld nodig had en die duvelse
peuters nieuwe schoenen. Ik stak mijn
handen in de zakken van mijn geverfie
buitenmodel en beende naar huis. Het
was koud en ik voelde me moe. Toen
stond daar ineens Flip Katoen voor me
Flip, begrafenisman, verzekeringsagent
en lid van de particuliere nachtveilig
heidsdienst. „Ik heb Je nodig," nodigde
hij. „Ik jou ook," zei ik. Zeker of ik
een „sjekkie" heb Maar ik heb net *n
bezoek daar gebracht, en ik wees
naar het gerechtsgebouw dat me
waarschijnlijk een r«ar weken roken
zal kosten „Nee, het is me ernst,"
piechtigde Flip. „Heilige ernst." Dat
laatste sloeg op zijn aanstaande heilig
heid'. Maar dat wist ik toen nog niet.
„Morgen", zei hij en het speet mij,
dat hij zijn begrafenisuniform nog
droeg, want daar paste zijn vrolijke ge
zicht niet bij morgen is er Sinter
klaasfeest op de kleuterschool. Ze heb
ben mij gevraagd het dak te beklimmen
en toespraken te houden. Maar er moet
nog een knecht zijn, die cadeautjes uit
deelt. Wil jij dat doen?"
„Ia er wat aan te verdienen?" vroeg
ik materialistisch.
Hij' schoof zijn
hoed naar achte
ren en zei: „Als je
me 's avonds ook
helpt, dan moet ik
bij een deftige fa
milie Sinterklaas
spelen, zit er een
tientie aan. Je be
hoeft niets anders
te doen dan Je te
verkleden,, te
strooien en te
grijnzen. En als je
wat neger-engels weet te vertellen ga
je je gang maar."
Het lokte me aan. En al9 adsplrant-
zwarte Piet nam ik afscheid van Flip,
over wien ik' mij altijd heb afgevraagd
waarom hij niet ook nog lantaarnopste
ker, huwelijksmakelaar en schoenpoet
ser geworden is....
De middag verliep succesvol. We
werden op chocolademelk, sigaretten en
eerbeid onhaald, iets dat mijn in de
rechtszaal opgedane minderwaardig
heidscomplex geheel compenseerde. En
ik trad veerkrachtig door de donkere
straten op huis aan. In mijn broekzak
wat stiekum achtergehouden strooimop-
pen voor m'n peuters.
Mijn vrouw trachtte mij uit te horen
omtrent fiet avondbezoek, maar ik zei,
dat ik daar eerlijk niets van afwist hoe
wel het in ieder geval een deftige boel
zou zijn, gezien het feit. dat ik met
witte handschoenen aan moest strooien
„Gelukkig, dat je zwart bent", zei Nel
nerveus, „Jij weet toch al pooit, hoe
je je houden jnoet..., en in zo'n def
tige familie...."
Ik lachte haar bezwaren weg.
„Hoor eens kind," zei ik, mijn vader
was kolenboer en grote manieren heb
ik niet geleerd, maar ik geloof niet, dat
ik daarom minder ben
Waarop ze me over m'n zwarte kroes
pruik streek en vroeg of we er nu voor
de twee kleintjes echt niets aan doen
moesten dit Jaar
Om acht uur werd ik gehaald in een
rasecht aapje, met op de bok Arie
Pool, een jongen, die in gevarieerde
baantjes niet voor Flip Katoen onder-
deed. Ik voelde me wat je noemt op
mijn gemak.
„Heilige Nicolaas." zei ik verge
noegd, „van alle soorten zwarte Pieten
bevalt deze me het beste. Als ik vroe
ger met m'n broertje zwarte plette,
verloor ik altijd en wat ik me gis
teren met m'n zwarte kaartverkoop op
te hals haalde, weet je-... geef mij dit
maar! Toen stopte de koets en we
stapten uit voor een royaal huls, w ar
door de gordijnen warm rood licht n -sar
buiten kierde en jolige stemmen door
elkaar schalden. Een geheimzinnig lis
pelende 'diensbode opende de deur en
duwde mij een ongelooflijk grote ze':
in mijn handen.
„Hier zit strooigoeó in," zei ze. „En
naast het toilet staat de zak met ca
deautjes. Op elk pakje staat de naam.
En hier hebt u esfi briefje met bij
zonderheden, mijnheer, eh (ze glchelde)
Sinterklaas.... gaat U maar naar bin
nen."
Ik sloeg mijn knokkels zeer op de
harde deurpost en stapte met dreigend
gebrul naar binnen. Ik ontwaar:»
niets dan grote mensen. Heren in
smoking en dames in wolken van zijd»
en kant.
„Fauwe aardigheid", dacht ik. „M ar
enfin, ieder zijn lol...."
Toen zag ik het. „Verdulleme," Vreet
ik „Naar'ing van een Katóen. Die
vent daar, dat is, dat is de officier
van justitie...."
„Stil!" dreigde Katoen „Hij is <m-i
gastheer. En je blijft netjes, hoor!"
Ik dacht aan het vinnige requisito
waarin hij mij als een benadeler V; j
mijn gezin had uitgekreten. Op de di
van hing een fat
terig Jongmens,
dat vroeg of er
niets te roken
was.... Met enige
plechtige woorden
verwelkomde de
officier ons. Ik
stond duizend ang
sten uit. dat hij
mij zou herkennen
en de deur uitja
gen. Maar het viel
mee. Het is ook
dat een gerechts
dienaar alle gedagvaarden herkent.
Vooral niet wanneer hun gezicht met
zwartsel is ingesmeerd. Hij wenkte
me, nu maar te gaan strooien. Ze
nuwachtig grijnsde ik: „Jawelle, Edel
achtbare...."
Toen greep ik in de zak „Voorzich
tig", fluisterde de officier veelbete
kenend. En ik strooide.... Als in een
koortsdroom zag ik mezelf handenvol
Engelse sigaretten de kamer inwer
pen, die gretig door dames en heren
werden opgegrabbelö. De officier in
cluis. En in mijn oren klonken de wel
overwogen volzinnen uit het requisi
toir. constateer ik, dat de zwarte
handel een zweer is, welke nodig dient
te worden uitgeknepen.... Toen deed
ik het waanzinnige. Ik smeet zak
op de grord en vertrapte me mijn flu
welen muilen de ene sigaret na de an
dere, met overslaande stem gillend:
„Nou kunnen Jullie ook peuken rapen,
net «1® wij."
Toen werd ik aangestoten. Naast me
klonk de rustige stem van Flip Katoen
„Je zat te pitten. Pieterbaas. Kom op,
we zijn er." En nu hield het rijtuig
werkelijk stil. Als een slaapwandelaar
ben ik achter Flip het huis van een
HBS-leraar blnnengeachuifeld, waar
zes kleine kleuters liedjes zongen en
vrolijk van onze strooimoppen aten.
Ik kan me moeilijk herinneren hoe ik
de verdere avond heb doorgebracht,
maar terwijl we terugreden vertelde ik
m'n wonderlijke droom aan Flip. „Nou
jongen," suste hij, het zal wel schik
ken met dien officier. Ik zie hem wel
eens in mijn stamcafétje, maar voor
zover ik weet, rookt hij nooit zwarte
shag. En in de oorlog had' hij bocht.."
Ondanks de verklaring van Flip
wantrouw ik sinds deze avond al die
solide en eerlijke „hoge omes". "Want
ik denk zomaar, dat wij, „kleine zon
daars" de ergste nog niet zijn....
niet te verwachten
Op 15 November wai de stand van het
zuiveringsproces van het Provinciaal
personeel van Noord-Holland aldus: 27
ontslagen, waaronder 21 met verlies van
rechten; 6 zijn nog voorgedragen voor
ontslag.
Tegen 87 personen ls een disciplinaire
maatregel genomen, waaronder 16 met een
terugzetting in rang, inhouding of stil
stand van bezoldiging, uitsluiting van be
vordering of overplaatsing, 45 kregen een
openbare berisping, 28 een niet openbare.
Tegen 95 personen werd geconcludeerd
geen maatregelen te nemen Van i la het
dossier nog ln behandeling!
Dit betreft het personeel dat op 10
Mei 1940 reeds ln dienst was
Van het personeel na 10 Mei 1940 aange
steld zijn er 49 ontslagen, waarvan 44 met
verlies van rechten. 14 personen zijn nog
voor ontslag voorgedragen Tegen 16 per
sonen zijn disciplinaire maatregelen ge
nomen. In 26 gevallen werd geconclu
deerd geen maatregelen te treffen
door J. S FLETCHER
37)
„Zou u niet graag de plek zien, waar
het ongeluk gebeurd ts?" vroeg hij. .Het
ls vlak bij, binnen de 5 minuten ls u er
Een ogenblik aarzelde Collingwood, dan
draaide hij zich om. Het was wél zo goed,
overdacht hij, dat hij kennis nam van' al
de omstandigheden van bet ongeluk, al
leek het ook nog zo eenvoudig.
„Ja graag", stemde hij toe. „Als het
toch zo vlak in de buurt ls".
„Hierheen, mijnheer, wees hem Pratt
Hij ging met zijn metgezel vóór, langs
den voorgevel van het huis, door het
struikgewas aan het einde van de rech
tervleugel, en zo in een bosje van pijn
bomen. Het pad was dicht met naalden
bedekt, zodat hun voetstappen absoluut
onhoorbaar waren. Na korte tijd kruis
ten zij een ander pad, dat dieper het
bos in voerde. Nog een paar honderd
meter en zij kwamen aan een barricade,
schijnbaar kortgeleden in elkaar gezet
Pratt wees met zijn hard.
„Daar is het bruggetje, mijnheer".
Collingwood zag dat zij aan de rand
van een dicht bosje stonden, en tien
meter verder bevond zich een der
gelijk bosje, van dennen en sparren
door elkaar Daar tussen lag een kloof,
waarover het bruggetje zich spande.
Het was een licht, zwak ding van
planken met een leuning van takken.
In het midden was een gat, zowel in
de leuning als in het loopvlak. Het
was goed te begrijpen, dat het rotte
oude hout zich plotseling begeven had.
Na enige ogenblikken zei de klerk:
„Ik zal u even uitleggen. Ik ben
goed met dit park bekend Voordat de
vorige mijnheer Maliathorpe het kocht,
ben ik er meermalen doorgewandeld.
Het pad aan de andere kant van de
brug is de naaste weg naar het sta
tion, beneden in het dal. Het loopt
door de bossen en het lager gelegen
gedeelte van het park. Verleden Za
terdag liep ik langs dat pad, met het
plan over de brug naar het Huis te
gaan, waar ik particuliere zaken te
bespreken had. Toen ik aan gene zijde
van het bruggetje kwam, zag ik het
gat middenin. Daaron keek ik naar
beneden, in het ravijn, er is daar een
weg, een bestrate weg, en ik zag....
hem. Ik ben toen zo goed en zo
kwaad als het ging naar beneden ge
klauterd. ik kan u vertellen. mijn-
heen, dat viel niet mee. Toen ik bij
hem kwam, was hij al dood. Abso
luut dood. Toch ben ik er van over
tuigd, dat hij nog maar heel kort ge
leden gestorvén was, een minuut of
vijf. denk ik".
„Ja, Ja, en hij zou helemaal niet
dood bijn, de jonge meneer, as ze
moar noar mijn geluisterd hadöe". zei
een stem achter hen. „Hij zou leven
dig geweest zijn, as ze moar gedoan
hadde, wat Ik zei, dat ze doen moeste,
dat zou-d-ie".
Beiden draaiden zich haastig om en
stonden voor een ouden man, klaar
blijkelijk eer.i arbeider van het land
goed, die hen achterop gekomen was,
onhoorbaar op het zachte pad van den
nennaalden. Pratt wierp een onderzoe
kenden blik op den ouden man, en was
onmiddellijk klaar met een vraag
„Wat bedoel, je?" vroeg hU. „Waar
heb je het over?"
„Ik weet heel goed, woar ik het
over heb, jongmins", zei de oude, ze
ker van zijn zaak. „Denk je, dat ik
veertig joar op het goed gewerkt
heb van kleine Jonge af, tot nou toe,
en niet zou wete, woar ik het over
heb? Ik heb mevrouw Vrijdagmiddag,
hier op deze plek al gezeid, dat de
ouwe brug in mekoar zou valle, as ze
niet gemaakt wier. Ik stond hier met
'r te proaten. op dez e eigeste ploas
en heb hoar late zien, dat het niet
veilig meer was, er over te lope. Ik
zei d'r, dat ze het af mos loate moa-
ke. Al joare heeft die ouwe brug
hange te rotte, toch weet ik nog wel.
wanneer ie voor hej loatst gemoakt
geworre is. En dat was joare voordat
de vorige meneer het goed gekoch
het", (Wordt vervolgd).
Binnenkort zal er weer ,een rantsoen
sinaasappelen worden verstrekt van 500
gram Daartoe moeten de bonnen 40—6 en
50—ingeleverd worden bij den détail
list Deze Inlevering moet geschieden
vóór 7 December aanstaande Uiteraard
gaan zij, wier vorige bonnen nog niet
gehonoreerd werden, vóór bij de afle
vering
Poincaré, de bekendj Franse poli
ticus en president der Republiek;
die op de latere geschiedenis van
Europa zulk een buitengewone iri-
vloed had, was nog een onbekend
advocaat, toen de „Société des
auteur» dramatiques" in Parijs een
bal organiseerde met prijsdansen.
Poincaré geïntroduceerd door in
vloedrijke kennissen, nam aan dit bal
deel en daar hij een voortreffelijk
danseur was, werd hij tot „Walsko
ning" gekozen. Die avond moest hij
meer dan 50 Walsen met de meest
vooraanstaande dames van Parijs
dansen en werd hierdoor in> finan
ciële, politieke en uitgaande kringen
bekend. Hier had hij de grondslag
gelegd voor zijn latere schitterende
loopbaan.
Oplossing probleem 9,
Stand: Zwart 9 schijven op: 8, 10, 13,
17, 22, 23, 25, 28, 31.
Wit 10 schijven op: 26, 30, 33, 34, 35,
37, 38, 39, 40, 47.
Wit speelt: 1 30—24 (31x42), 2 24—20
(25x14), 3 34—29 (23x32), 4 47x20 (28x39),
5 20—14 (10x19), 6 40—34 (39x30), 7 35x2!!
Zet nu nog even vlug het volgende
standje op het bord:
Zwart 5 schijven op: 3, 11, 12, 13, 21
en dam op 31.
Wit 8 schijven op: 22, 29, 32, 33, 34, 35,
38, 44.
Wit speelt: 33—28 (31x18), 29—24
(18x49), 32—27 (49x30) 27x9 (3x14), 35x24
en wint.
Door tussenkomst van den heer O G
v d Veen te Alkmaar ontvingen wij
een tweetal problemen van den heer J.
Visser Jr. te Apeldoorn, hoofdredacteur
van „De Gelderse Dammer" en voor
zitter van de technische commissie van
oe Ned. Problemisten Bond. Hij is één
der voornaamste figuren op gebied van
damproblematiek in Nederland.
Wij geven gaarne aan het
volgende mooie vraagstuk eeri
plaats, met dank voor de toe
zending.
Ter oplossing:
PROBLEEM 10
van J. VISSER Jr. te Apeldoorn
Zwart 11 schijven op: 1, 6, 10,
13, 14, 19, 20, 29, 36, 38, 40.
Wit 10 schijven op: 17, 21, 25,
26, 27, 31, 32, 43, 47, 50.
Wit sjjeelt en wint