Lezende mensen gelukkige mensen i a®t De V. S. zijn den groten man nog niet vergeten P„CHANTAGET| DAMRUBRIEK ÉB m IP B m Hf Van boekfoiboek Ia de weken die aan Sint Nicolaas vooraf gaan plegen de uitgevers een ctroom nieuwe uitgaven over de redac ties van dag- en weekblad uit te storten welke, hoe welkom ook, bezwaarlijk binnen een korte spanne tijds door den beoordeelaar te verwerken is Deze heeft de keus tussen twee wijzen van doen; hij kan zich beperken tot een greep uit de boekenschat, een enkel werk aan een nauwkeurige critiek on derwerpen en de overige uitgaven ter- rijde leggen. Hij kan ook een vluchtig overzicht geven van het voornaamste dat bij hem op tafel komt. Ik geloof dat de laatste werkwijze uitgever en lezer het meest bevredigen moet. Op de be langrijkste uitgaven toch kan de criti cus altijd later nog terugkomen. t'ïM' y*sfi siKremmwEMA'Ai m m w m m MM y/m Als Sint dit eens bracht! 'Ir jEBr.j I mm* PUZZLE-RUBRIEK Zijn laatste dagen De zuivering van het provinciaal personeel FEUILLETON Er komen weer sinaasappelen Poincaré als walskoning hp üf MP m ■f jjj jfj j§ Hg§ HP 8 Sü 99 Aan Euripides' drama „Alkeftis" is In Öeze oorlogstijd door meer dan één auteur aandacht gewijd en dit is be grijpelijk, want het werk is een spel der opstanding en tijdens de bezetting en Duitse onderdrukking droeg ieder Ne derlander het verlangen naar opstan ding in het hart. Ir> 1943 verscheen bij H J Paris, Amsterdam, een vertaling door dr J M van Buytenen, in de oor spronkelijke versmaten. Dit jaar zag een vertaling door Eric van der Steen het licht (bij C V Uitgeverij v.h. C de Boer Jr; Amsterdam). Deze vertaling, die door dr J C Kamerbeek is ingeleid, werd, blijkens de datum onder deze in leiding, ook in 1943 of eerder voltooid.- Eric vari der Steens vers volgt het Griekse minder op de voet dan dat van J M van Buytenen maar heeft het voor deel van ruimere bewogenheid. Wie ech ter de strenge verzen en de hoge toon van Boutens' vertalingen in het oor heeft zal docr Van der Steens poëzie te leurgesteld worden. Waarom hij zijn heldin Alcestis en niet Alkestis noemt, Alcmene en Heracles schrijft inplaats van Alkmene en Herakles enz is mij niet duidelijk. „Vlce-Versa" is de titel van een son nettenbundel, door Eric van der Steen en Max Schuchart, verschenen bij de zelfde uitgeverij. Men ontbeert in deze bundel de strenge wet waaraan het son- -t f tSJ c ,«sfc z* -V'- -kSd y". Hoe vindt U deze kleine skiër? Niet alleen in de Zwitserse bergen zal dit pakje buitengewoon voldoen, ook in ons landje zullen peuters tussen twee en zes jaar zich allerbehaaglijkst voelen in deze kledij. In tegenstelling met het gebruikelijke trainingspak is dit skipakje zowel ge kleed als sportief, dus voor alle doel einden geschikt. Voor jongens kan het borduursel desgewenst worden wegge laten. Alle soorten stof kunnen worden gebruikt, zelfs met een oude gabardine regenjas is veel te bereiken. Misschien is dit een goede tip voor Sint Nicolaas, om op zijn verjaardag dit snoezige pak je voor Uw kleine puk te „rijden".... net beantwoorden moet, wil het zijn erenaam verdienen. Maar strengheid van vorm hebben deze schrijvers ook niet beoogd Zij hebben zich in broe derlijke samenwerking aan een speels jongleren met verzen en met typografi sche details overgegeven de jong-ge- storveri Vlaamse dichter Paul van Os- tayen heeft hun klaarblijkelijk tot voor beeld gediend en aan een excentriek opgetuigde zetspiegel meer aandacht ge wijd dan aan de ernst der poëzie. Het is hun goed recht Maar het is het goed recht van den itnnnaar der poëzie te wraken dat de poëzie tot zulk spel ver nederd wordt. Als typografische curio siteit zal het boekje echter zijn weg wel vinden. Drukker en uitgever leggen er eer mee in. Chrlstiaan Terpstra heeft zijn gedich ten, voor en tijdens de oorlog geschre ven, in drie bundels saamgevat. Zij he ten: „Het Klokhuis"; „Koper en Tin"; „Koudvuur". (Eveneens verschenen bij C V Uitgeverij v h C de Boer Jr). Wij hopen gelegenheid te vinden op deze verzen zij zijn zeer ongelijk terug te komen. Nederland heeft een groot verleden, dank zij mannen van karakter en on dernemingsgeest. Het is goed dat wij daaraan, Juist in deze tijd, worden her innerd. Daarom noem ik het verschijnen van een serie biografieën van grote Ne derlandse persoonlijkheden een verheu gend verschijnsel. Vijf deeltjes van de reeks dia order de leus: „Die grootste van dit volck" bij de N.V Amsterdamse Boek- en Courantmaatschappij het licht heeft gezien, liggen thans voor ons. Deze uitgave over „Leven en Werken van groote Nederlanders" staat onder redac tie van dr H Brugmans, dr J C H de Pater, J N Pattist, G J Rooymans en G Scholten. „Een Nederl. Wacht aan de Rijn", door dr P C Boeren verhaalt uit het leven van Jan de eerste, hertog van Brabant, Dr J Haantjes schetst Jan van Riebeeck, de „verkenner in koopmans land". Max van Amstel, tekent onder de titel: „Een timmermanszoon wint land", de figuur van Jan Adriaanszoon Leegh- water. Mr W J van Balen neemt ons met Jan Huyghen van Linschoten mee „Naar de Indische onderwereld" en D Hans be schrijft het leven van Johan Rudolf Thorbecke: „Een man als uit ijzer ge goten". Het papier waarop deze boekjes gedrukt zijn is niet fraai, maar daardoor kon de prijs ook zeer laag worden ge steld. Zij liggen nu binnen ieders bere'k. Bij denzelfden uitgever verscheen een bundel verzen van Albert Helman, on der de titel „Ontsporing". Een onheil spellende titel. Het is een merkwaardig verschijnsel dat zoveel Nederlandse proza-schrijvers sinds of tijdens de oor log de vlucht genomen hebben in de poëzie, auteurs als Ina Boudier Bakker, Top Naeff, Arthur van Schendel, om enkele namen te noemen Nu ook Albert Helman. Wij moeten ons voorlopig tot deze vermelding bepalen. Van Heimans boeiende roman „De Rancho der X Mysteries", die in Juni 1941 verscheen en die tijdens en ondanks de bezetting herhaaldelijk clandestien werd herdrukt, heeft, eveneens bij de Amsterdamse Boek- en Courantmaat schappij, een zevende druk het licht ge zien. Goede wijn behoeft geen krans. Tenslotte vermeld ik nog het order- houdende meisjesboek van G E Potharst- Gimberg: „De Maaier waakt" een ver haal van een Amsterdams kind, dat in de hongerwinter bij goedgezinde boeren in de Wieringermeer bijgevoed wordt en wier lotgevallen vcor en tijdens de on dergang van de Meer op levendige wijze worden verteld. Het boek verscheen bij C V Uitgeverij v h C de Boer Jr, Am sterdam en is door Rie Koopman geïl lustreerd. Maurits Uyldert AAN ONZE CORRESPONDENTEN In verband met vereenvoudiging van administratieve werkzaamheden, ver zoeken wij onze correspondenten dringend, om direct ra afloop van iedere maand hun nota's in te leve ren. De administratie Een Duitse eenmans-onderzeeboot, de „Bever" is te bezichtigen in het Impe- rial Oorlogsmuseum te Londen, dat deser dagen voor het publiek werd opengesteld. De „Bever" kan twee tor pedo's meevoeren. Het vaartuigje is bijna 9 meter lang, bijna 1 meter breed (zonder de torpedo's) en kan duiken tot op 4S meter diepte. Ass Press P. Oplossing puzzle f. De deling der achten en negens. Ofschoon deze opgave wat moeilijker was, ontvingen wij wederom een zeer groot aantal correcte oplossingen. In cijfers zag de deling er als volgt uit: 3792 2280728738 601458 22752 INTERLÖCALE TELEFOONGIDS WORDT AFGELEVERD* Te beginnen met de volgende week zal een aanvang gemaakt worden met het afleveren van het eerste deel van de 188.000 exemplaren der naamlijst voor de lnterlocale telefoondienst (A t'm G). ARBEIDERS NEMEN LEIDING VAN FABRIEK. PARIJS, Nov 1946. Dinsdag j.1 besloten verscheidene dui zenden arbeiders van de „Brach Renault" fabrieken in staking te gaan, omdat de directie weigerde over te gaan tot het ge ven van ontslag aan een bedrijfsleider, wiens houding door de arbeiders on sociaal werd geacht. De directie sloot daarop de fabriek tot nader order. Thans hebben de arbeiders de fabriek bezet en zelf de leiding in handen genomen. 5528 3792 17387 15168 21993 18960 30336 30336 Na loting order de goede oplossers is de wekelijkse prijs 5 ten deel geval len aan den heer R Duursma, Wilhel- minastraat 83, Den Helder. Da prijs zal worden toegezonden. En nu volgt de "nieuwe opgave weer met dezelfde prijs. Vóór Donderdag moet uw oplossing in het bezit zijn van de Redactie van Uw Courant. Puzzle 10- De zin uit de roman. Hieronder vindt een zin uit een roman, waarvan alle woorden aan elkaar zijn geschreven en daarna het geheel in 41 stukken is verdeeld. Deze 41 stukken geven wij hieronder in alphabetische volgorde. Zij moeten in de Juiste volg orde worden gezet. Welke zin krijgt gij dan te lezen? De zin begint met het woordje „Toen". Letterstukken. alha xand arl aro arpo cht dwar edat emer enbe end ende ende eopo gel gen gin grav hirha hop hteh Inb ingve kken kt nha ninen ntvlu nver otte otzij ri rijdel schi slo tó toto udev ulpva wac zie. Denkt om tijdige inzending uwer op lossing! Op Harry Truman, de president dér Verenigde Staten rust een schier ondra gelijke taak. Hl) leeft in de schaduw van zijn groten voorganger en naarmate zUn populariteit slinkt, neemt de verering voor den helaas te vroeg ontslapen Roo- sevelt toe. Men noemt en schrijft diens naam niet meer, maar volstaat met de initialen F.D.R. ledereen weet, wie daar mee bedoeld wordt. In Amerika wordt nog ongelooflijk veel over Roosevelt gesproken en deze gs- sprekken hebben nieuwe stof gekregen door een boek, geschreven door Roose- veit's lijfarts vice-admlraai Ross T. Mc Intire, onder de titel „A White House Physiclan". Allerlei dingen vertelt Mclntire, die ook niet Amerikaan belang inboezemen. Zo is het merkwaardig, dat niemand oo.t met Roosevelt in contact kwam en hem als een kreupele bleef beschouwen. Zijn verbazingwekkende vitaliteit en opge wektheid overstemde het klikken van zijn duraluminlum beensteunen, overschaduw, de zelfs zijn rolstoel. En niemand was meer „verguld" dan de president, toen mevr. Tsjang Kal Tsjek zijn conditie zo zeer vergat, dat zij hem verzocht niet op te staan om haar tot de deur uitgeleide te doen! Mclntire gelooft, dat zonder de oorlog, die het hem onmogelijk maakte zijn dagelijkse oefenschema te blijven volgen, F. D. R het volledige gebruik van zijn beide benen zou hebben her kregen De laatste maanden. In vele opzichten bevat het boek nieuw». s „Als zij schrijven over Teheran en Yalta", zegt hij, „is het voor vele redac teuren en artikelenschrijver een vaste ge woonte geworden, zonder enig bewijs te beweren, dat Roosevelt een zieke, Ja zelfs een stervende man was in die periode. In werkelijkheid, zegt Mclntire, was hj vermoeid en afgetobd, ondermijnd doo- overwerktheld, maar organisch gezond afgezien van een chronische „sinua con dition" Eensklaps verbreidde zich echter het gerucht van zijn Instorting en bitter merkt Mclntire op: Voorheen waren de fotografen zonder uitzondering vriendelijk en attent. Nooit verrasten zij hem in een onprettige hou ding. Tegen het einde evenwel knipten zij hem uit iedere hoek en schenen zij er de voorkeur aan te geven hem te nemen met open mond en voorover gezakt.... Geen vrees voor aanslagen. Mclntire had vele zorgen. Hij slaagde er in, uit de dikte van Roosevelt's acten- tas en de hoogte van „de was", zoals F. D R. de stapel documenten noemde, die van zijn handtekening moesten wor den voorzien, op te maken, hoeveel uur de president zou moeten werken en deel de dan zijn dag daarnaar in. Hij leerde de mensentypen onderscheiden, die Roo sevelt het meest vermoeiden. In het voordeel van „Oom Joe" Stalin pleitte, dat hij een vroeg-naar bed-gaander was. „Winnie" Churchill echter doet een middagdutje en was, omdat hij Roosevelt tot diep in de nacht bezig hield „staats vijand nummer één".... Achteloos was Roosevelt, waar het zijn -persoonlijke veiligheid betrof. „Als iemand me wil doden, kan niets hem dat beletten," was zijn standpunt En toen hij Uruguay bezocht en presi dent Gabriël Terra, herstellende van een schotwond, opgelopen bij een aanslag, hem waarschuwde, dat hij liever geen rij toer door Montevideo moest maken .barstte F. D. R. in lachen uit „Ik zie niet in, waarom ik enig risico zou lopen." riep hij uit. „JU bent de president die ze te pakken willen ne men!" TK daalde ln een IJselijke stemming de blauwe «toep af Twintig gulder. of ^tien dagen was niet veel, maar "t idee vond ik onverdragelijk. Waarom was 't nu zo vreselijk wat ik gedaan had" Een textielkaart verkocht. omdat mijn vrouw geld nodig had en die duvelse peuters nieuwe schoenen. Ik stak mijn handen in de zakken van mijn geverfie buitenmodel en beende naar huis. Het was koud en ik voelde me moe. Toen stond daar ineens Flip Katoen voor me Flip, begrafenisman, verzekeringsagent en lid van de particuliere nachtveilig heidsdienst. „Ik heb Je nodig," nodigde hij. „Ik jou ook," zei ik. Zeker of ik een „sjekkie" heb Maar ik heb net *n bezoek daar gebracht, en ik wees naar het gerechtsgebouw dat me waarschijnlijk een r«ar weken roken zal kosten „Nee, het is me ernst," piechtigde Flip. „Heilige ernst." Dat laatste sloeg op zijn aanstaande heilig heid'. Maar dat wist ik toen nog niet. „Morgen", zei hij en het speet mij, dat hij zijn begrafenisuniform nog droeg, want daar paste zijn vrolijke ge zicht niet bij morgen is er Sinter klaasfeest op de kleuterschool. Ze heb ben mij gevraagd het dak te beklimmen en toespraken te houden. Maar er moet nog een knecht zijn, die cadeautjes uit deelt. Wil jij dat doen?" „Ia er wat aan te verdienen?" vroeg ik materialistisch. Hij' schoof zijn hoed naar achte ren en zei: „Als je me 's avonds ook helpt, dan moet ik bij een deftige fa milie Sinterklaas spelen, zit er een tientie aan. Je be hoeft niets anders te doen dan Je te verkleden,, te strooien en te grijnzen. En als je wat neger-engels weet te vertellen ga je je gang maar." Het lokte me aan. En al9 adsplrant- zwarte Piet nam ik afscheid van Flip, over wien ik' mij altijd heb afgevraagd waarom hij niet ook nog lantaarnopste ker, huwelijksmakelaar en schoenpoet ser geworden is.... De middag verliep succesvol. We werden op chocolademelk, sigaretten en eerbeid onhaald, iets dat mijn in de rechtszaal opgedane minderwaardig heidscomplex geheel compenseerde. En ik trad veerkrachtig door de donkere straten op huis aan. In mijn broekzak wat stiekum achtergehouden strooimop- pen voor m'n peuters. Mijn vrouw trachtte mij uit te horen omtrent fiet avondbezoek, maar ik zei, dat ik daar eerlijk niets van afwist hoe wel het in ieder geval een deftige boel zou zijn, gezien het feit. dat ik met witte handschoenen aan moest strooien „Gelukkig, dat je zwart bent", zei Nel nerveus, „Jij weet toch al pooit, hoe je je houden jnoet..., en in zo'n def tige familie...." Ik lachte haar bezwaren weg. „Hoor eens kind," zei ik, mijn vader was kolenboer en grote manieren heb ik niet geleerd, maar ik geloof niet, dat ik daarom minder ben Waarop ze me over m'n zwarte kroes pruik streek en vroeg of we er nu voor de twee kleintjes echt niets aan doen moesten dit Jaar Om acht uur werd ik gehaald in een rasecht aapje, met op de bok Arie Pool, een jongen, die in gevarieerde baantjes niet voor Flip Katoen onder- deed. Ik voelde me wat je noemt op mijn gemak. „Heilige Nicolaas." zei ik verge noegd, „van alle soorten zwarte Pieten bevalt deze me het beste. Als ik vroe ger met m'n broertje zwarte plette, verloor ik altijd en wat ik me gis teren met m'n zwarte kaartverkoop op te hals haalde, weet je-... geef mij dit maar! Toen stopte de koets en we stapten uit voor een royaal huls, w ar door de gordijnen warm rood licht n -sar buiten kierde en jolige stemmen door elkaar schalden. Een geheimzinnig lis pelende 'diensbode opende de deur en duwde mij een ongelooflijk grote ze': in mijn handen. „Hier zit strooigoeó in," zei ze. „En naast het toilet staat de zak met ca deautjes. Op elk pakje staat de naam. En hier hebt u esfi briefje met bij zonderheden, mijnheer, eh (ze glchelde) Sinterklaas.... gaat U maar naar bin nen." Ik sloeg mijn knokkels zeer op de harde deurpost en stapte met dreigend gebrul naar binnen. Ik ontwaar:» niets dan grote mensen. Heren in smoking en dames in wolken van zijd» en kant. „Fauwe aardigheid", dacht ik. „M ar enfin, ieder zijn lol...." Toen zag ik het. „Verdulleme," Vreet ik „Naar'ing van een Katóen. Die vent daar, dat is, dat is de officier van justitie...." „Stil!" dreigde Katoen „Hij is <m-i gastheer. En je blijft netjes, hoor!" Ik dacht aan het vinnige requisito waarin hij mij als een benadeler V; j mijn gezin had uitgekreten. Op de di van hing een fat terig Jongmens, dat vroeg of er niets te roken was.... Met enige plechtige woorden verwelkomde de officier ons. Ik stond duizend ang sten uit. dat hij mij zou herkennen en de deur uitja gen. Maar het viel mee. Het is ook dat een gerechts dienaar alle gedagvaarden herkent. Vooral niet wanneer hun gezicht met zwartsel is ingesmeerd. Hij wenkte me, nu maar te gaan strooien. Ze nuwachtig grijnsde ik: „Jawelle, Edel achtbare...." Toen greep ik in de zak „Voorzich tig", fluisterde de officier veelbete kenend. En ik strooide.... Als in een koortsdroom zag ik mezelf handenvol Engelse sigaretten de kamer inwer pen, die gretig door dames en heren werden opgegrabbelö. De officier in cluis. En in mijn oren klonken de wel overwogen volzinnen uit het requisi toir. constateer ik, dat de zwarte handel een zweer is, welke nodig dient te worden uitgeknepen.... Toen deed ik het waanzinnige. Ik smeet zak op de grord en vertrapte me mijn flu welen muilen de ene sigaret na de an dere, met overslaande stem gillend: „Nou kunnen Jullie ook peuken rapen, net «1® wij." Toen werd ik aangestoten. Naast me klonk de rustige stem van Flip Katoen „Je zat te pitten. Pieterbaas. Kom op, we zijn er." En nu hield het rijtuig werkelijk stil. Als een slaapwandelaar ben ik achter Flip het huis van een HBS-leraar blnnengeachuifeld, waar zes kleine kleuters liedjes zongen en vrolijk van onze strooimoppen aten. Ik kan me moeilijk herinneren hoe ik de verdere avond heb doorgebracht, maar terwijl we terugreden vertelde ik m'n wonderlijke droom aan Flip. „Nou jongen," suste hij, het zal wel schik ken met dien officier. Ik zie hem wel eens in mijn stamcafétje, maar voor zover ik weet, rookt hij nooit zwarte shag. En in de oorlog had' hij bocht.." Ondanks de verklaring van Flip wantrouw ik sinds deze avond al die solide en eerlijke „hoge omes". "Want ik denk zomaar, dat wij, „kleine zon daars" de ergste nog niet zijn.... niet te verwachten Op 15 November wai de stand van het zuiveringsproces van het Provinciaal personeel van Noord-Holland aldus: 27 ontslagen, waaronder 21 met verlies van rechten; 6 zijn nog voorgedragen voor ontslag. Tegen 87 personen ls een disciplinaire maatregel genomen, waaronder 16 met een terugzetting in rang, inhouding of stil stand van bezoldiging, uitsluiting van be vordering of overplaatsing, 45 kregen een openbare berisping, 28 een niet openbare. Tegen 95 personen werd geconcludeerd geen maatregelen te nemen Van i la het dossier nog ln behandeling! Dit betreft het personeel dat op 10 Mei 1940 reeds ln dienst was Van het personeel na 10 Mei 1940 aange steld zijn er 49 ontslagen, waarvan 44 met verlies van rechten. 14 personen zijn nog voor ontslag voorgedragen Tegen 16 per sonen zijn disciplinaire maatregelen ge nomen. In 26 gevallen werd geconclu deerd geen maatregelen te treffen door J. S FLETCHER 37) „Zou u niet graag de plek zien, waar het ongeluk gebeurd ts?" vroeg hij. .Het ls vlak bij, binnen de 5 minuten ls u er Een ogenblik aarzelde Collingwood, dan draaide hij zich om. Het was wél zo goed, overdacht hij, dat hij kennis nam van' al de omstandigheden van bet ongeluk, al leek het ook nog zo eenvoudig. „Ja graag", stemde hij toe. „Als het toch zo vlak in de buurt ls". „Hierheen, mijnheer, wees hem Pratt Hij ging met zijn metgezel vóór, langs den voorgevel van het huis, door het struikgewas aan het einde van de rech tervleugel, en zo in een bosje van pijn bomen. Het pad was dicht met naalden bedekt, zodat hun voetstappen absoluut onhoorbaar waren. Na korte tijd kruis ten zij een ander pad, dat dieper het bos in voerde. Nog een paar honderd meter en zij kwamen aan een barricade, schijnbaar kortgeleden in elkaar gezet Pratt wees met zijn hard. „Daar is het bruggetje, mijnheer". Collingwood zag dat zij aan de rand van een dicht bosje stonden, en tien meter verder bevond zich een der gelijk bosje, van dennen en sparren door elkaar Daar tussen lag een kloof, waarover het bruggetje zich spande. Het was een licht, zwak ding van planken met een leuning van takken. In het midden was een gat, zowel in de leuning als in het loopvlak. Het was goed te begrijpen, dat het rotte oude hout zich plotseling begeven had. Na enige ogenblikken zei de klerk: „Ik zal u even uitleggen. Ik ben goed met dit park bekend Voordat de vorige mijnheer Maliathorpe het kocht, ben ik er meermalen doorgewandeld. Het pad aan de andere kant van de brug is de naaste weg naar het sta tion, beneden in het dal. Het loopt door de bossen en het lager gelegen gedeelte van het park. Verleden Za terdag liep ik langs dat pad, met het plan over de brug naar het Huis te gaan, waar ik particuliere zaken te bespreken had. Toen ik aan gene zijde van het bruggetje kwam, zag ik het gat middenin. Daaron keek ik naar beneden, in het ravijn, er is daar een weg, een bestrate weg, en ik zag.... hem. Ik ben toen zo goed en zo kwaad als het ging naar beneden ge klauterd. ik kan u vertellen. mijn- heen, dat viel niet mee. Toen ik bij hem kwam, was hij al dood. Abso luut dood. Toch ben ik er van over tuigd, dat hij nog maar heel kort ge leden gestorvén was, een minuut of vijf. denk ik". „Ja, Ja, en hij zou helemaal niet dood bijn, de jonge meneer, as ze moar noar mijn geluisterd hadöe". zei een stem achter hen. „Hij zou leven dig geweest zijn, as ze moar gedoan hadde, wat Ik zei, dat ze doen moeste, dat zou-d-ie". Beiden draaiden zich haastig om en stonden voor een ouden man, klaar blijkelijk eer.i arbeider van het land goed, die hen achterop gekomen was, onhoorbaar op het zachte pad van den nennaalden. Pratt wierp een onderzoe kenden blik op den ouden man, en was onmiddellijk klaar met een vraag „Wat bedoel, je?" vroeg hU. „Waar heb je het over?" „Ik weet heel goed, woar ik het over heb, jongmins", zei de oude, ze ker van zijn zaak. „Denk je, dat ik veertig joar op het goed gewerkt heb van kleine Jonge af, tot nou toe, en niet zou wete, woar ik het over heb? Ik heb mevrouw Vrijdagmiddag, hier op deze plek al gezeid, dat de ouwe brug in mekoar zou valle, as ze niet gemaakt wier. Ik stond hier met 'r te proaten. op dez e eigeste ploas en heb hoar late zien, dat het niet veilig meer was, er over te lope. Ik zei d'r, dat ze het af mos loate moa- ke. Al joare heeft die ouwe brug hange te rotte, toch weet ik nog wel. wanneer ie voor hej loatst gemoakt geworre is. En dat was joare voordat de vorige meneer het goed gekoch het", (Wordt vervolgd). Binnenkort zal er weer ,een rantsoen sinaasappelen worden verstrekt van 500 gram Daartoe moeten de bonnen 40—6 en 50—ingeleverd worden bij den détail list Deze Inlevering moet geschieden vóór 7 December aanstaande Uiteraard gaan zij, wier vorige bonnen nog niet gehonoreerd werden, vóór bij de afle vering Poincaré, de bekendj Franse poli ticus en president der Republiek; die op de latere geschiedenis van Europa zulk een buitengewone iri- vloed had, was nog een onbekend advocaat, toen de „Société des auteur» dramatiques" in Parijs een bal organiseerde met prijsdansen. Poincaré geïntroduceerd door in vloedrijke kennissen, nam aan dit bal deel en daar hij een voortreffelijk danseur was, werd hij tot „Walsko ning" gekozen. Die avond moest hij meer dan 50 Walsen met de meest vooraanstaande dames van Parijs dansen en werd hierdoor in> finan ciële, politieke en uitgaande kringen bekend. Hier had hij de grondslag gelegd voor zijn latere schitterende loopbaan. Oplossing probleem 9, Stand: Zwart 9 schijven op: 8, 10, 13, 17, 22, 23, 25, 28, 31. Wit 10 schijven op: 26, 30, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 40, 47. Wit speelt: 1 30—24 (31x42), 2 24—20 (25x14), 3 34—29 (23x32), 4 47x20 (28x39), 5 20—14 (10x19), 6 40—34 (39x30), 7 35x2!! Zet nu nog even vlug het volgende standje op het bord: Zwart 5 schijven op: 3, 11, 12, 13, 21 en dam op 31. Wit 8 schijven op: 22, 29, 32, 33, 34, 35, 38, 44. Wit speelt: 33—28 (31x18), 29—24 (18x49), 32—27 (49x30) 27x9 (3x14), 35x24 en wint. Door tussenkomst van den heer O G v d Veen te Alkmaar ontvingen wij een tweetal problemen van den heer J. Visser Jr. te Apeldoorn, hoofdredacteur van „De Gelderse Dammer" en voor zitter van de technische commissie van oe Ned. Problemisten Bond. Hij is één der voornaamste figuren op gebied van damproblematiek in Nederland. Wij geven gaarne aan het volgende mooie vraagstuk eeri plaats, met dank voor de toe zending. Ter oplossing: PROBLEEM 10 van J. VISSER Jr. te Apeldoorn Zwart 11 schijven op: 1, 6, 10, 13, 14, 19, 20, 29, 36, 38, 40. Wit 10 schijven op: 17, 21, 25, 26, 27, 31, 32, 43, 47, 50. Wit sjjeelt en wint

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1946 | | pagina 6