In Engeland leeft men boven zijn stand idmm R fTE DE JONGEN Het verhaal van een blinden zeehond 142 afstammelingen van één echtpaar ■„CHANTAGE"n Al net als bij ons Verliefd, verloofd, bijna getrouwd en.... in de cel Maaltijd voor elke dag VRIJDAG: 3) Het instinct lokte hem naar de Poolzee Elf kinderen van ruim 771 jaar oud Wij luisteren morgen naar FEUILLETON an Grazen Londensen correspondent) Ik heb een auto gekocht. En ik neb onbedwingbare zin om U van alles over die auto te vertellen. Hoe fijn hij start na een nacht in deijs» koude garage gestaan te hebben; hoe ik gisteravond door Hyde Park rijdend met een flink vaartje een weg insloeg die er niet w as en hob» belend over het gras. bijna een on« tijdige verdrinkingsdood in de vij» ver had gevonden. Maar jonge mannen, die over hun ras verwor» ven auto's loskomen, zijn bijna even vervelend als grootmoeders, die van haar kleinkinderen opge» ven. Ik wou alleen maar zeggen; ik heb een auto gekocht, en al is het dan maar een heel kleintje, het is toch een auto en zodoende leef ik nu boyen mijn •tand. Want daar ging het mij om: dui« delijk te maken, dat ik mij willens en wetens, of althans met open ogen heb geschaard bij dat steeds groeiende le> fier van mensen, die boven hun stand leven. Misschien ia dat, na deze oor» log, wel overal in de wereld zo. Ik kan alleen maar over Engeland oorde» len. Het zou misschien wel zo overtui» gend klinken,wanneer ik met statis» Jieken en grafieken kon aankomen, wanneer ik precies kon zeggen: zo en zo veel mensen leven hier zo en zo erg boven hun stand. Maar ik ben geen socioloog en heb bovendien een erg slecht hoofd voor cijfers en getallen. Maar ik heb kennissen en van die ken« nissen is Kay er een. Haar vader is ambtenaar in een klein provinciestadje niet ver van Londen. Vóór de oorlog kon hij van zijn salaris netjes rondko* men. Nu, met verdubbelde kosten van levensonderhoud en een kleine duurte* toeslag op zijn salaris, kan hij nog steeds met heel veel moeite netjes, maar éigenlijk niet meer rondkomen. Kay zelf is in 1943 met een luitenant» vlieger getrouwd, heeft een gelukkig huwelijksleven van 10 dagen achter zich, en is sedert de winter van 1944 oorlogsweduwe. Haar pensioen is nog geen 1 per week en door verschil» lende administratieve moeilijkheden, kan ze daar op het ogenblik niet aan» komen. Ze werkt als technisch assis» tente bij de B.B.C. en verdient daar £414 in de week, waarvan ze meer dan de helft betaalt voor een klein sous» terrain*flatje (één kamer plus gecom» bineerde badkamer en keuken) en bo< ven dien iedere week trouw 1 aan haar moeder afdraagt, die deze som Het gebeurde onlangs „ergens" op de Veluwe. Een kapitein uit het voor» malig 0.»I. Leger repatrieerde naar Ne» derland, vergezeld van zijn levensgezel» lin. De huwelijksband was niet, wat men pleegt te noemen, erg hecht meer. Pa zocht wat verstrooiing en kwam in contact met een dame, voor wie hij meer genegenheid begon te gevoelen. Het was wederzijds en zo kon het be» staan, dat het „jonge paar" Pa had wijselijk niet verteld dat hij reeds in het bezit van een trouwboekje was tot een verloving besloot. Het was nu werkelijk tussen het tweetal koek en ei. De „zij" had een rotsvast vertrouwen gekregen in haar aanstaande, voor wie ze alles, maar dan ook alles over had, zelfs wilde zij hem haar laatste cent wel geven. De „hij" maakte hiervan dan ook een dankbaar gebruik en wist in betrekkelijk korte tijd een behoorlijk bedrag los te klop» pen, dat hij voor alle mogelijke doel» einden nodig had. Waarom zou ze het niet aan haar aanstaanden man geven, ze zouden binnenkort immers toch in het huwelijksbootje stappen. Men stelle zich de trots voor van het aanstaande bruidje, toen ze met de beste voornemens voor de toekomst naar den notaris stapten, om de acte van huwelijkse voorwaarden te laten opmaken, want de zaak zou werkelijk „af" zijn. Hierbij is het evenwel gebleven, want het huwelijk, waarnaar ze zo verlan» gend uitzag, werd niet voltrokken, om» dat de „hijnog steeds getrouwd is en zich niet aan bigamie heeft willen schuldig maken. Het raadsel werd nu opgelost, het was haar „aanstaande" •lechts om de centen te doen geweest. De politie, die het geval eens nader onder de loupe nam, vond alle reden, om den voormaligen kapitein in te re» kenen en thans zit deze, nadenkend over zijn handelingen, in alle eenzaam, held in het Huis van Bewaring te Zut» fen. om zich binnenkort wegens oplich» ting voor de rechtbank te verantwoor» den. buitengewoon goed kan gebruiken. Zo heeft Kay, die er altijd in de puntjes verzorgd uitziet, maar vaak het mid» dagmaal laten lopen „omdat ze toch geen erge trek heeft" precies een tien» tje in de week over om van te eten. kleren te kopen, bus en trein te beta» icn, uit te gaan. kortom, om zichzelf min of meer in het leven te houden. Kay is geen uitzondering en is nog in de betrekkelijk gezegende positie geen gezin te hebben. Op de honderdduizenden, die min f meer in dezelfde positie verkeren als zij maar die bovendien nog van dag tot dag verantwoordelijk zijn voor een wederhelft en spruiten, drukt de depressie waar dit land zo moedig en geduldig doorheen wor» stelt, dubbel zwaar. Toegegeven, d». meeste Engelsen hebben in de verste verte geen besef van wat het bete» kent zes jaar lang op het vasteland c-moede te hebben geleden en zij.i rijk" vergeleken bij de millioener,, die op het ogenblik weinig beter le* ven dan de dieren. Zij zijn aan de andere kant allerminst blind voor wat er in de wereld wordt geitden, daarvan is b.v. hun houding tegenover het Duitse probleem wel een duidelijk bewijs, een houding, waaraan anderen in bepaalde opzichten een voorbeeld zouden kunnen nemen. Maar de dagelijks terugkerende tobberijen over de weerspannige eindjes die im» mer maar weer aan elkaar geknoopt moeten worden, worden er niet min* der zwaar door omdat men weet. dat er elders groter armoe wordt geleden Ha'f Engeland leeft tegenwoordig Ho* ven zijn stand zonder het te kunnen helnen. En daarom voel ik me een heel k>'n beetie schuldig met mijn auto'tje en heeft deze brief, die zo vrolijk be» gon, een veel minder opgewekt einde gekregen. L1LI MARLEEN OVERTROFFEN De Engelse bandleider Victor Silves* ter heeft „Lili Marleen" van het veer» tiende leger overtroffen met een slow» fox, „terang boelan" geheten. Brieven uit Birma hadden hem al een tijd geleden ingelicht over deze in» heerase, folkloristische melodie van Ja» va, welke de troepen als hun lijflied hadden aangenomen. Zoute snijbonen met witte bonen, aardapelen, gebakken bloedworst Gortmout met stroop. De „Zaandam" is wel een goed schip. Een behoorlijk, degelijk, betrouwbaar Hollands schip. Het doet ook erg z'n best om het iedereen naar de zin te maken, hoewel dat lang niet altijd lukt. En het is vast van plan de mannen die met haar meevaren veilig af te leveren, als tenminste de voorzienigheid een handje meehelpt. Het heeft in die twee oorlogsjaren al Max Schlederer en zijn vrouw, die hun gehele huwelijksleven hebben door» gebracht op eenzame vuurtorens aan de Californische kust, hebben eigen» lijk een vreemde vrijage gehad. Toen zij elkaar voor het eerst ontmoetten, was Max met verlof en toen hij weer was teruggekeerd op zijn eenzame post op de Farallon»eilanden, 40 k.m. buiten San Francisco, begon hij zijn Jackie schriftelijk het hof te maken. Om» streeks die tijd het was April kwam de grote kudde zeehonden voor zijn jaarlijks bezoek aan Farallon. La» ter, zoals altijd, ging die kudde, 8000 stuks sterk, weer op weg naar de Pool» zee, maar liet een kleine, blinde zee» hond op de kust achter. Max hoorde het klagend gekef op een avond en vond de baby in een rots» spleet. Een blik was voor Max genoeg om te constateren, dat Oscar de enige geschikte naam was voor een zeehond met zoveel persoonlijkheid. Dat nu was het begin van de lange brieven, die aan Jackie gescreven werden over de op» voeding van Oscar tot een onafhanke* lijke, echte zeehond! Allereerst was er Oscar's blindheid, die behandeld moest worden! Oscar zou zo graag willen zien! Op zorgvul» dige wijze „bedokterde" Max zijn von* deling en legde o.a. compressen, ge» drenkt in boorwater op diens ogen. Het geneesmiddel hielp! Intussen was er een ernstig probleem gerezen over de voeding. Gedurende de eerste zes weken is een kleine zee* hond in dat opzicht geheel afhankelijk van zijn moeder: een dun membraan, dat de tong met de onderkaak ver» bindt, is er de oorzaak van, dat geen vast voedsel gegeten kan worden. De keuze voor Oscar was dus een opera* tie of de hongerdood. Het eerste ge* schiedde: met behulp van Max' zak» mes en leden van de Kustwacht als operatiezusters. Een paar minuten la» ter toonde de kleine patiënt zijn dank* baarheid door voor de eerste maal in zijn korte zeehonden»bestaan wat melk en brood te gaan eten. In de wolken over dit alles schreef Max een lange brief aan Jackie Toen Oscar voor de volle 100 pro* cent kon zien, was hij niet meer van plan in het kolenhok te slapen; hij blafte en be„neusde" zijn baas net zo» lang tot deze toegaf en hem meenam naar boven, waar hjj zeer tevreden een plaatsje uitzocht onder het bed. Van brood en melk werd het dieet uitge» breid tot visch. Toen Oscar groter werd Oscar groeide en groeide en Max schreef aan zijn geliefde over de zor» gen die hij had en of hij zijn vondeling wel alles leerde wat een jonge zeehond moet wetenZijn grootste vrees werd bewaarheid, toen hij Oscar in een vijver liet vallen en de jonge hond naar de diepte zonk als een baksteen. Max sprong hem na en kon hem maar net op het nippertje redden. Nadien volg» der er vele brieven over de resultaten van de zwemlessen en hoe Oscar ten» slotte zijn leermeester in die edele kunst verre overtroefde. Inmiddels wist Oscar langzamerhand meer van de vuurtoren dan Max zelve. Hij was niet in staat om de 382 treden, die in de rotsen waren uitgehakt van het strand naar de toren, te beklaute* ren, maar hij ontdekte zelf een pad naar boven. Steeds dacht hij een kor» tere weg over de klippen uit, met het gevolg, dat»ie een keer klem zat op 'n zo van alles vervoerd. Stukgoed, erts voedsel, munitie, wapens, maar vooral mensen. Daarvoor is het ook troepen» transportschip geworden. Een hele eer voor zo'n schip. Tenslotte is een lading mensen meer waard dan een lading vliegtuigmotoren of jeeps, ofschoon er ook wel beweerd wordt, dat het men» senmateriaal het goedkoopste is. De „Zaandam" is een trouw schip en omdat het trouw is filosofeert het niet. Het doet maar één ding: varen. Maar dat doet het dan ook verduiveld goed. Kapitein Stamperius mag blij zijn dat hij zo'n kiel onder zich heeft. Er va» ren wel beroerder stinkpramen tussen Kaapstad en New York, vraag het den zeelui maar. De „Zaandam" vaart naar haar thuis» haven. 21 October is ze van Kaapstad vertrokken met behalve haar 130 kop* pen bemanning 299 passagiers, plus een zware lading. 299 passagiers. Natuur» lijk geen échte passagiers. Wie passa» giers zegt denkt aan welgestelde men* sen die een cruise naar de Azoren of Hawai of Madeira maken, maar op de „Zaandam" varen andere passagiers. Die 299 zeelui bestaan uit de overleven» bijna onbereikbare plek. Met levens» gevaar werd Oscar naar boven ge» haald, omdat een der leden van de vuurtorenbemanning zich aan een touw langs de rotsen liet zakken. Toen deze naar boven kwam, likte Oscar zijn ge» zicht Op zoek naar de kudde. Toen Oscar acht maanden oud was, zocht Max hem op een avond tever» geefs. Verontrust omdat de zeehond niet op tijd voor zijn avondhapje ver» scheen. Maar iedereen had die dag voelen aankomen: Max vond zijn Oscar niet meer. Ergens tussen die donkere golven in de verte was Oscar op zoek naar de grote kudde, instinctief koers zettend naar de Poolzee... Maar al verloor Max zijn Oscar, hij verwierf zich een vrouw, want Jackie was tot de overtuiging gekomen, dat de vriendelijke en zachte natuur, die ge» sproken had uit de brieven over Oscar, precies behoorden bij een man, waar» mede zij verlangde te trouwen. Jackie woont nu met Max op de vuur» toren en in April van elk jaar ,als de zeehonden het strand bevolken, staan zij daar en kijken en praten over Os» car. Zij denken, dat hij iedere lente weer terugkomt, om te zien hoe zij het maken. Maar zij weten het niet. p DE KOUDSTE WINTERS SINDS 1849/1850. (gemeten in utrecht-de bilt.) §2 Sö jlf '5%%0 '69/>D '7^ o •e^'öo '9« «900 oa/'K) '48/ "20 '2a/"30 -39 40 «»t3 m bi o -5 -5 -IO -j -Ib jé -20 F 6£MID DEL DE MAAND TEMPERA TUREN i' de-clmdch JANUARI FEBRUARI - 4 3.1- C. 4» 2.3* C 4 .1 n° r -1ikHll -2b SUL den van 6 bemanningen van in de grond geschoten schepen van allerlei nationa» liteiten. Ze hebben allemaal hun rob» bertje met de dood gevochten maar het was blijkbaar hun tijd nog niet. In Kaapstad zijn ze aan wal gebracht en nu worden ze met de „Zaandam" te» ruggebracht naar Gods Own Country, om zo spoedig mogelijk opnieuw een schip te krijgen en verder te varen in dienst der vloot van de Vrije Volkeren. Het zijn Amerikanen, Hollanders, Brit» ten en Australiërs. Er zijn een paar ma* trozen bij die driemaal op n nacht getorpedeerd waren. Dat is net een paar keer teveel om prijs op heldhaf» tigheid te stellen of om het nut van de oorlog te erkennen. De „Zaandam" koerst naar haar thuishaven. Ieder uur is ze daar 17 mijl dichter bij, maar de South Atlantic meet hopeloos veel maal 17 mijl. Dat vindt kapitein Stamperius, dat vinden de stuurlieden Karssen en De Lange, dat vinden die honderden zeelieden en dat vindt Kees van der Slot, de olie» man aan de reling. En dat vindt Nico Hoogendam. Wie is Nico Hoogendam? Nico Hoogen» dam is nog geen man, want hij is pas 17 jaar. 17 Jaar is niet veel maar in twee jaar oorlog kun je zo het een en ander meemaken en Nico hééft het een en ander meegemaakt. Veel te veel voor 17 jaren. Hij kent het leven, hij heeft het „door" en geen enkele ervaring of ondervinding is hem meer vreemd. Nico is wel een aardige jongen. En de meisjes van de bunkerhavens aan de kusten van alle landen der aarde vin» den hém zelfs een lieve jongen. Maar ze kunnen hem beter uit de weg gaan, want hij is bar wild. Vanwege die twee jaar oorlog. Wie is eigenlijk Nico Hoogendam? Hij kwam van de driestuiversschool zó op de haringlogger en daar leerde hij de zee kennen. Aan wal kwam hij in de Hogeschool van het Leven en hij was een vlotte leerling, zeker niet achter» lijk. Hij kwam in de oorlog en wat hij al* lemaal precies deed is niet bekend. Hij belandde tenslotte op een Yankee*schip dat volgens de regelen der kunst getor» pedeerd werd en zó snel zonk, dat de sloepen niet eens bemand konden worden. Nico had geluk. Hij kon een vlot te pakken krijgen en met 14 over» levenden werd hij, na twee dagen en twee nachten rondgezwalkt te hebben, door een Engelse destroyer opgepikt. In Kaapstad werd hij aan wal gebracht en nu voer hij met al die aangespoelde en opgepikte zeelui naar New York. Nico Hoogendam ligt bij de reling te zonnebaden. Hij soest maar zo wat en denkt aan vele prettige dingen. Niet aan near misses, niet aan bellenbanen van torpedo's of zelfmoordvliegtuigen van de Jappen. Hij denkt aan heel an« dere dingen. In New York kent hij een naar aardige meisjes. Hij weet waar ze wonen. Hij weet ook een soda fountain en een bioscoop waar ze moorddadig spannende cowbov»films draaien. En hij weet nog veel meer van het paradijs dat New York heet. ParadijsZeker als je getorpedeerd bent en het zoute water hebt geproefd. Zeker, als je, eer» lijk gezegd, al afgerekend had met het leven. En danNico Hoogendam van Vlaardingen is pas 17 jaar. Dat is de leeftijd van een kind zou men zeg» gen, maar vergeet niet dat Nico Hoo» gendam, de visserszoon uit Vlaardin» gen, zo het een en ander in het leven opgevreten heeft en dat hij niets moet hebben van de dingen waarvan de land* krabben zeggen dat ze het leven goed, mooi en edel maken. Laat Nico Hoogendam maar lopen! Die redt zich zelf wel. Die heeft nie» mand nodig. Vraag dat z'n maats maar of de meisjes waarmee hij ver» keerd en gesr'-arreld heeft. Nico Hoogendam ligt zich te zonnen. Hij rekt zich af en toe uit en kreunt van lijfelijk welbehagen. Achdie oorlog is zo ver en ieder uur komen ze 17 mijl dichter bij New York... Hij moet die film zien, waarin die nieuwe actrice speelt, hoe heet dat lieve kind ook weer De „Zaandam" boort zich door de deining van de South Atlantic. Ze zoekt haar thuishaven. Ieder uur komt die 17 mijl naderbij. (wordt vervolgd) Het echtpaar Klaassen te Arnhem is 87 jaar oud geworden, voordat het afscheid nam van dit aardse leven. Maar de elf kinderen van deze twee leven voort en op 31 December 1946 hopen zij samen 771 jaar en 246 dagen oud te worden. Bovendien, deze ze» ven broers en zusters hebben bij el» kaar opgeteld, 42 kinderen, 86 klein» kinderen en 3 achterkleinkinderen. Amsterdam, Arnhem, Bielefeld, Eind» hoven en Nijmegen zijn de steden, waarin thans de kinderen wonen van dat ene echtpaar Klaassen. Verreweg het grootste deel van hen leeft in de provincie Gelderland. Wanneer we ech» ter bedenken, dat de 42 kinderen van deze zusters en broers weer hun eigen weg hebben gezocht, en geleidelijk de elf ouderlijke woningen verlieten om zelf vaak in andere plaatsen zich te vestigen, mogen we veilig aannemen, dat de leden van deze ene, maar heel uitgebreide familie over een groot deel van ons vaderland verspreid wonen. Aangezien er zeven broers zijn, die elk weer verschillende zoons hebben, ziet het er in het geheel niet naar uit, dat hun familienaam spoedig zal uitsterven. Wat dat betreft, er zijn natuurlijk nog heel wat mensen, die Klaassen heten, maar die geen directe familieleden van deze 142 zijn. Het opmerkelijke is, dat tussen al de» ze afstammelingen van het echtpaar Klaassen de familieband nog lang niet schijnt te zijn verbroken. Het is zelfs zo, dat ieder jaar een staatje wordt ge» drukt, waarop de elf zusters en broers staan aangeduid met hun leeftijd en 't totaal, dat ze op 31 December hebben bereikt. Of ze het nog zullen beleven, samen 800 jaar te worden, moet wor» den afgewacht, terwijl het bereiken van een totaal van duizend jaar eerder zal zijn weggelegd voor hun 42 kinderen- In ieder geval, het tegenwoordige to< taal van 771 jaar is reeds een grote bij" zonderheid. De broers en zusters vra« gen zich af of ergens in Nederland een familie bestaat, die op iets dergelijk» kan bogen. Hilversum I, 301 m. 7,8.13, 18,20,23.Nieuws. 8.18 VARA. Opera*programma. 9.30 Piano»concert 10. VPRO. morgenwijding. 10.20 VARA De Regenboog. 11.15 Voor de vrouw. 14.40 AVRO Ons volk en zijn dich» ters. 15.20 Herhaling hoorspel. 16.30 VARA Tussen twaalf en zestien. 18.15 Reportage. 19.30 VPRO. 21. VARA Men vraagt en wij draaien. 22.40 A« vondwijding. 23.15 VARA symphonie» concert Hilversum 415 m. 7,8,13, 19,20,22,Nieuws. 7.45 KRO ge» wijde muziek. 9.05 Pluk de dag. 11.30 Als de ziele luistert. 12.03 Vioolrecital. 15 Voor de vrouw. 16.30 Vuurduivels. 18.15 Wat het buitenland leest. 20.15 „Moord in de pauze", hoorspel. 22.20 Muziek uit Canada. 23.30 Vrolijk moza» iek. door J. S ÏLETCHEH. 49) Bleek van verontwaardiging en vol vastberadenheid zei Nesta: „Als u mijn vraag niet beantwoordt, en wel dade'ijk, zal ik het nog eens zeg gen, op een manier, die u wel eens minder aangenaam kon zijn, niet te gen u, maar tegen de politie." Pratt glimlachte op een langzame, vreemde manier, die zijn bezoekster een plotselinge schrik deed krijgen „O neen," zei hij zoetsappig, „dat is een grotere fout dan uw eerste, mejuffrouw Mallathorpe. De politie. O, neen, niet de politie, mejuffrouw Mallathorpe. Ziet u, andere lui kon den ook wel eens naar de politie lo pen, over wat anders Onder die nauwelijks verborgen bedreiging koelde Nesta's opwinding spoedig af. Het gezicht van Pratt. van zijn zelfvoldaanheid, van zijn keurige kantoren, hadden haar zo op gewonden, dat haar toch al gespan nen zenuwen haar bijna de baas ge worden waren. Nu echter deden die glimlach en de blik, die haar ver gezelde, haar inzien, dat boosheid misplaatst en gevaarlijk was en dat zij in de tegenwoordigheid was van een man, die rustig aangepakt moest worden als zij tenminste iets met haar bezoek wilde bereiken. Toch herhaalde zij haar woorden, zij het ook op een andere toon. „Ik zal heel zeker naar de politie gaan, tenzij ik een uitleg van u krijg. Ik heb geen andere keus. U dwingt mij er toe. U heeft mijn moeder ge dwongen een overeenkomst met haar aan te gaan en ik kan er geen an dere reden voor bedenken dan wat ik al gezegd heb, geld afpersen. U heeft, of u denkt, dat u heeft, de een of andere vat op haar. En ik ben van plan daar achter te komen, het kan mij niet schelen hoe." „Mejuffrouw Mallathorpe", zei Pratt U slaat helemaal de verkeerde weg in. Zo moet u mij niet aanpakken. Nu, wie raadde u aan hier te ko men en mij aan te vallen alsof ik een gewone misdadiger was? Mijnheer Collingwood, denk ik, of mijnheer Robson misschien? Als een van die twee. „Mijnheer Collingwood evenmin als mijnheer Kobson weten er iets van," viei Nesta hem in de rde „Niemand heeft er iets mee te maken. Ik ben goed in staat om mijn eigen zaken te doen. Ik wil weten waarom mijn moeder er toe gedwongen is, deze schikking met u aan te gaan, want ik ben er zeker van, dat zij gedwongen is. Als u hei mij niet wilt zeggen, welnu, dan doe ik wat ik gezegd heb „Dan gaat u naar het politiebureau?" vroeg Pratt. „Laten we liever eerst de zaak eens wat nader bezien. Om te beginnen: wie zegt, dat er iets afge dwongen is? Ik ken een persoon, die zal zeggen, dat het niet zo is en dat is uw moeder zelf." Nesta voelde, dat zij dit niet kon te genspreken. Pratt glimlachte voldaan en ging verder. „Zij zal u zeggen, dat zij heel blij is, zich van mijn diensten ver zekerd te hebben. Zij weet, dat ik haar goed zal behandelen. Het doet haar genoegen een arm familielid een goede dienst te kunnen bewijzen. En daar ik familie van uw moeder ben, juffrouw Mallathorpe, ben ik het ook van u. Ik ben een verre neef van u. U kon dus wel een beetje meer vriendschappelijke gedachten over mij hebben." „Is dat alles, wat ik te horen zal krijgen?" vroeg Nesta, vast besloten Pratt schokschouderde en gebaarde met zijn handen. „Wat kan ik u verder nog veel ver tellen," zei hij. „Het is een feit, dat er een zakelijke overeenkomst is tussen uw moeder en mij en dat u daar op te gen is. Natuurlijk spijt mij dat, maar ik moet voor mijn eigen belangen op komen „Dus, u wilt mij niet zeggen, wat het was, dat mijn moeder er toe bracht het stuk te tekenen, dat u een paar dagen geleden van haar loskreeg?" vorste Nesta. „Kan ik u meer zeggen dan dat het een zakelijk stuk was?" pleitte Pratt. ,Er steekt toch zeker niets bijzonders in, dat de ene partij een volmacht ver leent aan de andere? Niets." „Heel goed," zei Nesta en stond op „U wilt me niets zeggen. Dan ga ik.... nunaar de politie. Wat die doen zal, weet ik niet. Ik zal haar vertellen, wat ik weet en wat ik denk, want ik ben er even zeker van als ik hier sta, dat er iets mis is, en zij keek heel vastberaden en van uit de hoogte op Pratt neer Deze besefte ineens, dat rij uit de phase van gloeiende verontwaar diging geraakt was in de veel gevaar lijker toestand van onwrikbare vastbe radenheid. Toen zij dan naar de deur ging riep hij haar terug, de uitkomst van een vliegensvlugge beraadslaging met zich zelf. „Mejuffrouw Mallathorpe," begon hij weer. „Wees zo vriendelijk nog even te gaan zitten Het kan mij absoluut niet schelen of u naar de politie gaat of niet. Maar ik weet bij ondervin ding, dat als men die lui eens ergens inhaalt, het dikwijls uiterst lastig is, ze weer kwijt te raken en dat er al lerhande onaangenaamheden aan vast zitten, praatjes en verdachtmakingen en zo meer. Ik wil dat liever vermijden. Ga dus nog even zitten en laat mij een ogenblik nadenken. Dan zal ik zien of ik u kan vertellen.... wat u wilt weten." Nesta had de deurknop al in haar hand. Na Pratt een paar seconden te hebben aangekeken, keerde zij zich om en nam haar vorige plaats weer in. En Pratt, nog aan zijn bureau gezeten, staK z n handen diep in de zakken, wipte zijn stoel achterover en staarde minuten lang met gefronste wenkbrauwen op zijn vloeiblok Er heerste een benau wende stilte in het kantoor. Er waren dubbele ramen, zodat er geen rumoer van de straat in doordrong het hele gebouw was rustig en stil. Al leen op de schoorsteenmantel tikte scherp een pendule, tikte en tikte, zo dat Nesta ten laatste een gevoel kreeg, oat, als het zo nog langer doorging, zij het niet uithield en het ding zou op nemen en tegen de grond slingeren. Pratt was ln de positie van een kaart speler, die, op een zeker punt van het spel gekomen, overweegt, of hij niet be ter zou doen met de kaarten op tafel te gooien en zo de overwinning, waar hij Z'ch toch al zeker van voelde, vlugger te behalen (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1946 | | pagina 3