In Engeland leeft men boven
zijn stand
idmm R fTE
DE JONGEN
Het verhaal van een blinden zeehond
142 afstammelingen van één echtpaar
■„CHANTAGE"n
Al net als bij ons
Verliefd, verloofd, bijna
getrouwd en.... in
de cel
Maaltijd voor elke dag
VRIJDAG:
3)
Het instinct lokte hem naar
de Poolzee
Elf kinderen van ruim 771 jaar oud
Wij luisteren morgen naar
FEUILLETON
an Grazen Londensen correspondent)
Ik heb een auto gekocht. En ik
neb onbedwingbare zin om U van
alles over die auto te vertellen. Hoe
fijn hij start na een nacht in deijs»
koude garage gestaan te hebben;
hoe ik gisteravond door Hyde Park
rijdend met een flink vaartje een
weg insloeg die er niet w as en hob»
belend over het gras. bijna een on«
tijdige verdrinkingsdood in de vij»
ver had gevonden. Maar jonge
mannen, die over hun ras verwor»
ven auto's loskomen, zijn bijna
even vervelend als grootmoeders,
die van haar kleinkinderen opge»
ven.
Ik wou alleen maar zeggen; ik heb
een auto gekocht, en al is het dan
maar een heel kleintje, het is toch een
auto en zodoende leef ik nu boyen mijn
•tand. Want daar ging het mij om: dui«
delijk te maken, dat ik mij willens en
wetens, of althans met open ogen heb
geschaard bij dat steeds groeiende le>
fier van mensen, die boven hun stand
leven. Misschien ia dat, na deze oor»
log, wel overal in de wereld zo. Ik
kan alleen maar over Engeland oorde»
len. Het zou misschien wel zo overtui»
gend klinken,wanneer ik met statis»
Jieken en grafieken kon aankomen,
wanneer ik precies kon zeggen: zo en
zo veel mensen leven hier zo en zo erg
boven hun stand. Maar ik ben geen
socioloog en heb bovendien een erg
slecht hoofd voor cijfers en getallen.
Maar ik heb kennissen en van die ken«
nissen is Kay er een. Haar vader is
ambtenaar in een klein provinciestadje
niet ver van Londen. Vóór de oorlog
kon hij van zijn salaris netjes rondko*
men. Nu, met verdubbelde kosten van
levensonderhoud en een kleine duurte*
toeslag op zijn salaris, kan hij nog
steeds met heel veel moeite netjes,
maar éigenlijk niet meer rondkomen.
Kay zelf is in 1943 met een luitenant»
vlieger getrouwd, heeft een gelukkig
huwelijksleven van 10 dagen achter
zich, en is sedert de winter van 1944
oorlogsweduwe. Haar pensioen is nog
geen 1 per week en door verschil»
lende administratieve moeilijkheden,
kan ze daar op het ogenblik niet aan»
komen. Ze werkt als technisch assis»
tente bij de B.B.C. en verdient daar
£414 in de week, waarvan ze meer dan
de helft betaalt voor een klein sous»
terrain*flatje (één kamer plus gecom»
bineerde badkamer en keuken) en bo<
ven dien iedere week trouw 1 aan
haar moeder afdraagt, die deze som
Het gebeurde onlangs „ergens" op
de Veluwe. Een kapitein uit het voor»
malig 0.»I. Leger repatrieerde naar Ne»
derland, vergezeld van zijn levensgezel»
lin. De huwelijksband was niet, wat
men pleegt te noemen, erg hecht meer.
Pa zocht wat verstrooiing en kwam in
contact met een dame, voor wie hij
meer genegenheid begon te gevoelen.
Het was wederzijds en zo kon het be»
staan, dat het „jonge paar" Pa had
wijselijk niet verteld dat hij reeds in
het bezit van een trouwboekje was
tot een verloving besloot.
Het was nu werkelijk tussen het
tweetal koek en ei. De „zij" had een
rotsvast vertrouwen gekregen in haar
aanstaande, voor wie ze alles, maar dan
ook alles over had, zelfs wilde zij hem
haar laatste cent wel geven. De „hij"
maakte hiervan dan ook een dankbaar
gebruik en wist in betrekkelijk korte
tijd een behoorlijk bedrag los te klop»
pen, dat hij voor alle mogelijke doel»
einden nodig had. Waarom zou ze het
niet aan haar aanstaanden man geven,
ze zouden binnenkort immers toch in
het huwelijksbootje stappen.
Men stelle zich de trots voor van
het aanstaande bruidje, toen ze met de
beste voornemens voor de toekomst
naar den notaris stapten, om de acte
van huwelijkse voorwaarden te laten
opmaken, want de zaak zou werkelijk
„af" zijn.
Hierbij is het evenwel gebleven, want
het huwelijk, waarnaar ze zo verlan»
gend uitzag, werd niet voltrokken, om»
dat de „hijnog steeds getrouwd is en
zich niet aan bigamie heeft willen
schuldig maken. Het raadsel werd nu
opgelost, het was haar „aanstaande"
•lechts om de centen te doen geweest.
De politie, die het geval eens nader
onder de loupe nam, vond alle reden,
om den voormaligen kapitein in te re»
kenen en thans zit deze, nadenkend
over zijn handelingen, in alle eenzaam,
held in het Huis van Bewaring te Zut»
fen. om zich binnenkort wegens oplich»
ting voor de rechtbank te verantwoor»
den.
buitengewoon goed kan gebruiken. Zo
heeft Kay, die er altijd in de puntjes
verzorgd uitziet, maar vaak het mid»
dagmaal laten lopen „omdat ze toch
geen erge trek heeft" precies een tien»
tje in de week over om van te eten.
kleren te kopen, bus en trein te beta»
icn, uit te gaan. kortom, om zichzelf
min of meer in het leven te houden.
Kay is geen uitzondering en is nog in
de betrekkelijk gezegende positie geen
gezin te hebben.
Op de honderdduizenden, die min
f meer in dezelfde positie verkeren
als zij maar die bovendien nog van
dag tot dag verantwoordelijk zijn
voor een wederhelft en spruiten,
drukt de depressie waar dit land zo
moedig en geduldig doorheen wor»
stelt, dubbel zwaar. Toegegeven, d».
meeste Engelsen hebben in de verste
verte geen besef van wat het bete»
kent zes jaar lang op het vasteland
c-moede te hebben geleden en zij.i
rijk" vergeleken bij de millioener,,
die op het ogenblik weinig beter le*
ven dan de dieren.
Zij zijn aan de andere kant allerminst
blind voor wat er in de wereld wordt
geitden, daarvan is b.v. hun houding
tegenover het Duitse probleem wel een
duidelijk bewijs, een houding, waaraan
anderen in bepaalde opzichten een
voorbeeld zouden kunnen nemen. Maar
de dagelijks terugkerende tobberijen
over de weerspannige eindjes die im»
mer maar weer aan elkaar geknoopt
moeten worden, worden er niet min*
der zwaar door omdat men weet. dat
er elders groter armoe wordt geleden
Ha'f Engeland leeft tegenwoordig Ho*
ven zijn stand zonder het te kunnen
helnen. En daarom voel ik me een heel
k>'n beetie schuldig met mijn auto'tje
en heeft deze brief, die zo vrolijk be»
gon, een veel minder opgewekt einde
gekregen.
L1LI MARLEEN OVERTROFFEN
De Engelse bandleider Victor Silves*
ter heeft „Lili Marleen" van het veer»
tiende leger overtroffen met een slow»
fox, „terang boelan" geheten.
Brieven uit Birma hadden hem al
een tijd geleden ingelicht over deze in»
heerase, folkloristische melodie van Ja»
va, welke de troepen als hun lijflied
hadden aangenomen.
Zoute snijbonen met witte bonen,
aardapelen, gebakken bloedworst
Gortmout met stroop.
De „Zaandam" is wel een goed schip.
Een behoorlijk, degelijk, betrouwbaar
Hollands schip. Het doet ook erg z'n
best om het iedereen naar de zin te
maken, hoewel dat lang niet altijd lukt.
En het is vast van plan de mannen die
met haar meevaren veilig af te leveren,
als tenminste de voorzienigheid een
handje meehelpt.
Het heeft in die twee oorlogsjaren al
Max Schlederer en zijn vrouw, die
hun gehele huwelijksleven hebben door»
gebracht op eenzame vuurtorens aan
de Californische kust, hebben eigen»
lijk een vreemde vrijage gehad. Toen
zij elkaar voor het eerst ontmoetten,
was Max met verlof en toen hij weer
was teruggekeerd op zijn eenzame post
op de Farallon»eilanden, 40 k.m. buiten
San Francisco, begon hij zijn Jackie
schriftelijk het hof te maken. Om»
streeks die tijd het was April
kwam de grote kudde zeehonden voor
zijn jaarlijks bezoek aan Farallon. La»
ter, zoals altijd, ging die kudde, 8000
stuks sterk, weer op weg naar de Pool»
zee, maar liet een kleine, blinde zee»
hond op de kust achter.
Max hoorde het klagend gekef op een
avond en vond de baby in een rots»
spleet. Een blik was voor Max genoeg
om te constateren, dat Oscar de enige
geschikte naam was voor een zeehond
met zoveel persoonlijkheid. Dat nu was
het begin van de lange brieven, die aan
Jackie gescreven werden over de op»
voeding van Oscar tot een onafhanke*
lijke, echte zeehond!
Allereerst was er Oscar's blindheid,
die behandeld moest worden! Oscar
zou zo graag willen zien! Op zorgvul»
dige wijze „bedokterde" Max zijn von*
deling en legde o.a. compressen, ge»
drenkt in boorwater op diens ogen.
Het geneesmiddel hielp!
Intussen was er een ernstig probleem
gerezen over de voeding. Gedurende
de eerste zes weken is een kleine zee*
hond in dat opzicht geheel afhankelijk
van zijn moeder: een dun membraan,
dat de tong met de onderkaak ver»
bindt, is er de oorzaak van, dat geen
vast voedsel gegeten kan worden. De
keuze voor Oscar was dus een opera*
tie of de hongerdood. Het eerste ge*
schiedde: met behulp van Max' zak»
mes en leden van de Kustwacht als
operatiezusters. Een paar minuten la»
ter toonde de kleine patiënt zijn dank*
baarheid door voor de eerste maal in
zijn korte zeehonden»bestaan wat melk
en brood te gaan eten. In de wolken
over dit alles schreef Max een lange
brief aan Jackie
Toen Oscar voor de volle 100 pro*
cent kon zien, was hij niet meer van
plan in het kolenhok te slapen; hij
blafte en be„neusde" zijn baas net zo»
lang tot deze toegaf en hem meenam
naar boven, waar hjj zeer tevreden een
plaatsje uitzocht onder het bed. Van
brood en melk werd het dieet uitge»
breid tot visch.
Toen Oscar groter werd
Oscar groeide en groeide en Max
schreef aan zijn geliefde over de zor»
gen die hij had en of hij zijn vondeling
wel alles leerde wat een jonge zeehond
moet wetenZijn grootste vrees
werd bewaarheid, toen hij Oscar in een
vijver liet vallen en de jonge hond naar
de diepte zonk als een baksteen. Max
sprong hem na en kon hem maar net
op het nippertje redden. Nadien volg»
der er vele brieven over de resultaten
van de zwemlessen en hoe Oscar ten»
slotte zijn leermeester in die edele
kunst verre overtroefde.
Inmiddels wist Oscar langzamerhand
meer van de vuurtoren dan Max zelve.
Hij was niet in staat om de 382 treden,
die in de rotsen waren uitgehakt van
het strand naar de toren, te beklaute*
ren, maar hij ontdekte zelf een pad
naar boven. Steeds dacht hij een kor»
tere weg over de klippen uit, met het
gevolg, dat»ie een keer klem zat op 'n
zo van alles vervoerd. Stukgoed, erts
voedsel, munitie, wapens, maar vooral
mensen. Daarvoor is het ook troepen»
transportschip geworden. Een hele eer
voor zo'n schip. Tenslotte is een lading
mensen meer waard dan een lading
vliegtuigmotoren of jeeps, ofschoon er
ook wel beweerd wordt, dat het men»
senmateriaal het goedkoopste is.
De „Zaandam" is een trouw schip en
omdat het trouw is filosofeert het niet.
Het doet maar één ding: varen. Maar
dat doet het dan ook verduiveld goed.
Kapitein Stamperius mag blij zijn dat
hij zo'n kiel onder zich heeft. Er va»
ren wel beroerder stinkpramen tussen
Kaapstad en New York, vraag het den
zeelui maar.
De „Zaandam" vaart naar haar thuis»
haven. 21 October is ze van Kaapstad
vertrokken met behalve haar 130 kop*
pen bemanning 299 passagiers, plus een
zware lading. 299 passagiers. Natuur»
lijk geen échte passagiers. Wie passa»
giers zegt denkt aan welgestelde men*
sen die een cruise naar de Azoren of
Hawai of Madeira maken, maar op de
„Zaandam" varen andere passagiers.
Die 299 zeelui bestaan uit de overleven»
bijna onbereikbare plek. Met levens»
gevaar werd Oscar naar boven ge»
haald, omdat een der leden van de
vuurtorenbemanning zich aan een touw
langs de rotsen liet zakken. Toen deze
naar boven kwam, likte Oscar zijn ge»
zicht
Op zoek naar de kudde.
Toen Oscar acht maanden oud was,
zocht Max hem op een avond tever»
geefs. Verontrust omdat de zeehond
niet op tijd voor zijn avondhapje ver»
scheen. Maar iedereen had die dag
voelen aankomen: Max vond zijn Oscar
niet meer. Ergens tussen die donkere
golven in de verte was Oscar op zoek
naar de grote kudde, instinctief koers
zettend naar de Poolzee...
Maar al verloor Max zijn Oscar, hij
verwierf zich een vrouw, want Jackie
was tot de overtuiging gekomen, dat de
vriendelijke en zachte natuur, die ge»
sproken had uit de brieven over Oscar,
precies behoorden bij een man, waar»
mede zij verlangde te trouwen.
Jackie woont nu met Max op de vuur»
toren en in April van elk jaar ,als de
zeehonden het strand bevolken, staan
zij daar en kijken en praten over Os»
car. Zij denken, dat hij iedere lente
weer terugkomt, om te zien hoe zij het
maken. Maar zij weten het niet.
p
DE KOUDSTE
WINTERS SINDS 1849/1850. (gemeten in utrecht-de bilt.)
§2
Sö
jlf
'5%%0
'69/>D
'7^
o •e^'öo
'9«
«900
oa/'K)
'48/ "20
'2a/"30
-39
40
«»t3
m bi
o
-5
-5
-IO
-j
-Ib
jé
-20
F 6£MID
DEL DE MAAND TEMPERA TUREN
i'
de-clmdch
JANUARI
FEBRUARI
- 4 3.1- C.
4» 2.3* C
4 .1 n° r
-1ikHll
-2b
SUL
den van 6 bemanningen van in de grond
geschoten schepen van allerlei nationa»
liteiten. Ze hebben allemaal hun rob»
bertje met de dood gevochten maar het
was blijkbaar hun tijd nog niet. In
Kaapstad zijn ze aan wal gebracht en
nu worden ze met de „Zaandam" te»
ruggebracht naar Gods Own Country,
om zo spoedig mogelijk opnieuw een
schip te krijgen en verder te varen in
dienst der vloot van de Vrije Volkeren.
Het zijn Amerikanen, Hollanders, Brit»
ten en Australiërs. Er zijn een paar ma*
trozen bij die driemaal op n nacht
getorpedeerd waren. Dat is net een
paar keer teveel om prijs op heldhaf»
tigheid te stellen of om het nut van de
oorlog te erkennen.
De „Zaandam" koerst naar haar
thuishaven. Ieder uur is ze daar 17 mijl
dichter bij, maar de South Atlantic
meet hopeloos veel maal 17 mijl. Dat
vindt kapitein Stamperius, dat vinden
de stuurlieden Karssen en De Lange,
dat vinden die honderden zeelieden en
dat vindt Kees van der Slot, de olie»
man aan de reling.
En dat vindt Nico Hoogendam. Wie
is Nico Hoogendam? Nico Hoogen»
dam is nog geen man, want hij is pas 17
jaar. 17 Jaar is niet veel maar in twee
jaar oorlog kun je zo het een en ander
meemaken en Nico hééft het een en
ander meegemaakt. Veel te veel voor
17 jaren. Hij kent het leven, hij heeft
het „door" en geen enkele ervaring of
ondervinding is hem meer vreemd.
Nico is wel een aardige jongen. En de
meisjes van de bunkerhavens aan de
kusten van alle landen der aarde vin»
den hém zelfs een lieve jongen. Maar
ze kunnen hem beter uit de weg gaan,
want hij is bar wild. Vanwege die twee
jaar oorlog.
Wie is eigenlijk Nico Hoogendam?
Hij kwam van de driestuiversschool zó
op de haringlogger en daar leerde hij
de zee kennen. Aan wal kwam hij in de
Hogeschool van het Leven en hij was
een vlotte leerling, zeker niet achter»
lijk.
Hij kwam in de oorlog en wat hij al*
lemaal precies deed is niet bekend. Hij
belandde tenslotte op een Yankee*schip
dat volgens de regelen der kunst getor»
pedeerd werd en zó snel zonk, dat de
sloepen niet eens bemand konden
worden. Nico had geluk. Hij kon een
vlot te pakken krijgen en met 14 over»
levenden werd hij, na twee dagen en
twee nachten rondgezwalkt te hebben,
door een Engelse destroyer opgepikt.
In Kaapstad werd hij aan wal gebracht
en nu voer hij met al die aangespoelde
en opgepikte zeelui naar New York.
Nico Hoogendam ligt bij de reling
te zonnebaden. Hij soest maar zo wat
en denkt aan vele prettige dingen. Niet
aan near misses, niet aan bellenbanen
van torpedo's of zelfmoordvliegtuigen
van de Jappen. Hij denkt aan heel an«
dere dingen. In New York kent hij een
naar aardige meisjes. Hij weet waar ze
wonen. Hij weet ook een soda fountain
en een bioscoop waar ze moorddadig
spannende cowbov»films draaien. En hij
weet nog veel meer van het paradijs dat
New York heet. ParadijsZeker
als je getorpedeerd bent en het zoute
water hebt geproefd. Zeker, als je, eer»
lijk gezegd, al afgerekend had met het
leven. En danNico Hoogendam
van Vlaardingen is pas 17 jaar. Dat is
de leeftijd van een kind zou men zeg»
gen, maar vergeet niet dat Nico Hoo»
gendam, de visserszoon uit Vlaardin»
gen, zo het een en ander in het leven
opgevreten heeft en dat hij niets moet
hebben van de dingen waarvan de land*
krabben zeggen dat ze het leven goed,
mooi en edel maken.
Laat Nico Hoogendam maar lopen!
Die redt zich zelf wel. Die heeft nie»
mand nodig. Vraag dat z'n maats
maar of de meisjes waarmee hij ver»
keerd en gesr'-arreld heeft.
Nico Hoogendam ligt zich te zonnen.
Hij rekt zich af en toe uit en kreunt
van lijfelijk welbehagen. Achdie
oorlog is zo ver en ieder uur komen ze
17 mijl dichter bij New York...
Hij moet die film zien, waarin die
nieuwe actrice speelt, hoe heet dat lieve
kind ook weer
De „Zaandam" boort zich door de
deining van de South Atlantic.
Ze zoekt haar thuishaven.
Ieder uur komt die 17 mijl naderbij.
(wordt vervolgd)
Het echtpaar Klaassen te Arnhem
is 87 jaar oud geworden, voordat het
afscheid nam van dit aardse leven.
Maar de elf kinderen van deze twee
leven voort en op 31 December 1946
hopen zij samen 771 jaar en 246 dagen
oud te worden. Bovendien, deze ze»
ven broers en zusters hebben bij el»
kaar opgeteld, 42 kinderen, 86 klein»
kinderen en 3 achterkleinkinderen.
Amsterdam, Arnhem, Bielefeld, Eind»
hoven en Nijmegen zijn de steden,
waarin thans de kinderen wonen van
dat ene echtpaar Klaassen. Verreweg
het grootste deel van hen leeft in de
provincie Gelderland. Wanneer we ech»
ter bedenken, dat de 42 kinderen van
deze zusters en broers weer hun eigen
weg hebben gezocht, en geleidelijk de
elf ouderlijke woningen verlieten om
zelf vaak in andere plaatsen zich te
vestigen, mogen we veilig aannemen,
dat de leden van deze ene, maar heel
uitgebreide familie over een groot deel
van ons vaderland verspreid wonen.
Aangezien er zeven broers zijn, die elk
weer verschillende zoons hebben, ziet
het er in het geheel niet naar uit, dat
hun familienaam spoedig zal uitsterven.
Wat dat betreft, er zijn natuurlijk nog
heel wat mensen, die Klaassen heten,
maar die geen directe familieleden van
deze 142 zijn.
Het opmerkelijke is, dat tussen al de»
ze afstammelingen van het echtpaar
Klaassen de familieband nog lang niet
schijnt te zijn verbroken. Het is zelfs
zo, dat ieder jaar een staatje wordt ge»
drukt, waarop de elf zusters en broers
staan aangeduid met hun leeftijd en 't
totaal, dat ze op 31 December hebben
bereikt. Of ze het nog zullen beleven,
samen 800 jaar te worden, moet wor»
den afgewacht, terwijl het bereiken van
een totaal van duizend jaar eerder zal
zijn weggelegd voor hun 42 kinderen-
In ieder geval, het tegenwoordige to<
taal van 771 jaar is reeds een grote bij"
zonderheid. De broers en zusters vra«
gen zich af of ergens in Nederland een
familie bestaat, die op iets dergelijk»
kan bogen.
Hilversum I, 301 m. 7,8.13,
18,20,23.Nieuws. 8.18 VARA.
Opera*programma. 9.30 Piano»concert
10. VPRO. morgenwijding. 10.20 VARA
De Regenboog. 11.15 Voor de vrouw.
14.40 AVRO Ons volk en zijn dich»
ters. 15.20 Herhaling hoorspel. 16.30
VARA Tussen twaalf en zestien. 18.15
Reportage. 19.30 VPRO. 21. VARA
Men vraagt en wij draaien. 22.40 A«
vondwijding. 23.15 VARA symphonie»
concert
Hilversum 415 m. 7,8,13,
19,20,22,Nieuws. 7.45 KRO ge»
wijde muziek. 9.05 Pluk de dag. 11.30
Als de ziele luistert. 12.03 Vioolrecital.
15 Voor de vrouw. 16.30 Vuurduivels.
18.15 Wat het buitenland leest. 20.15
„Moord in de pauze", hoorspel. 22.20
Muziek uit Canada. 23.30 Vrolijk moza»
iek.
door J. S ÏLETCHEH.
49)
Bleek van verontwaardiging en
vol vastberadenheid zei Nesta: „Als
u mijn vraag niet beantwoordt, en
wel dade'ijk, zal ik het nog eens zeg
gen, op een manier, die u wel eens
minder aangenaam kon zijn, niet te
gen u, maar tegen de politie."
Pratt glimlachte op een langzame,
vreemde manier, die zijn bezoekster
een plotselinge schrik deed krijgen
„O neen," zei hij zoetsappig, „dat
is een grotere fout dan uw eerste,
mejuffrouw Mallathorpe. De politie.
O, neen, niet de politie, mejuffrouw
Mallathorpe. Ziet u, andere lui kon
den ook wel eens naar de politie lo
pen, over wat anders
Onder die nauwelijks verborgen
bedreiging koelde Nesta's opwinding
spoedig af. Het gezicht van Pratt.
van zijn zelfvoldaanheid, van zijn
keurige kantoren, hadden haar zo op
gewonden, dat haar toch al gespan
nen zenuwen haar bijna de baas ge
worden waren. Nu echter deden die
glimlach en de blik, die haar ver
gezelde, haar inzien, dat boosheid
misplaatst en gevaarlijk was en dat
zij in de tegenwoordigheid was van
een man, die rustig aangepakt moest
worden als zij tenminste iets met
haar bezoek wilde bereiken.
Toch herhaalde zij haar woorden,
zij het ook op een andere toon.
„Ik zal heel zeker naar de politie
gaan, tenzij ik een uitleg van u krijg.
Ik heb geen andere keus. U dwingt
mij er toe. U heeft mijn moeder ge
dwongen een overeenkomst met haar
aan te gaan en ik kan er geen an
dere reden voor bedenken dan wat ik
al gezegd heb, geld afpersen. U
heeft, of u denkt, dat u heeft, de
een of andere vat op haar. En ik
ben van plan daar achter te komen,
het kan mij niet schelen hoe."
„Mejuffrouw Mallathorpe", zei Pratt
U slaat helemaal de verkeerde weg
in. Zo moet u mij niet aanpakken.
Nu, wie raadde u aan hier te ko
men en mij aan te vallen alsof ik een
gewone misdadiger was? Mijnheer
Collingwood, denk ik, of mijnheer
Robson misschien? Als een van die
twee.
„Mijnheer Collingwood evenmin als
mijnheer Kobson weten er iets van,"
viei Nesta hem in de rde „Niemand
heeft er iets mee te maken. Ik ben
goed in staat om mijn eigen zaken
te doen. Ik wil weten waarom mijn
moeder er toe gedwongen is, deze
schikking met u aan te gaan, want ik
ben er zeker van, dat zij gedwongen
is. Als u hei mij niet wilt zeggen,
welnu, dan doe ik wat ik gezegd
heb
„Dan gaat u naar het politiebureau?"
vroeg Pratt. „Laten we liever eerst de
zaak eens wat nader bezien. Om te
beginnen: wie zegt, dat er iets afge
dwongen is? Ik ken een persoon, die
zal zeggen, dat het niet zo is en dat
is uw moeder zelf."
Nesta voelde, dat zij dit niet kon te
genspreken. Pratt glimlachte voldaan en
ging verder. „Zij zal u zeggen, dat zij
heel blij is, zich van mijn diensten ver
zekerd te hebben. Zij weet, dat ik haar
goed zal behandelen. Het doet haar
genoegen een arm familielid een goede
dienst te kunnen bewijzen. En daar ik
familie van uw moeder ben, juffrouw
Mallathorpe, ben ik het ook van u. Ik
ben een verre neef van u. U kon dus
wel een beetje meer vriendschappelijke
gedachten over mij hebben."
„Is dat alles, wat ik te horen zal
krijgen?" vroeg Nesta, vast besloten
Pratt schokschouderde en gebaarde met
zijn handen.
„Wat kan ik u verder nog veel ver
tellen," zei hij. „Het is een feit, dat er
een zakelijke overeenkomst is tussen
uw moeder en mij en dat u daar op te
gen is. Natuurlijk spijt mij dat, maar
ik moet voor mijn eigen belangen op
komen
„Dus, u wilt mij niet zeggen, wat het
was, dat mijn moeder er toe bracht
het stuk te tekenen, dat u een paar
dagen geleden van haar loskreeg?"
vorste Nesta.
„Kan ik u meer zeggen dan dat het
een zakelijk stuk was?" pleitte Pratt.
,Er steekt toch zeker niets bijzonders
in, dat de ene partij een volmacht ver
leent aan de andere? Niets."
„Heel goed," zei Nesta en stond op
„U wilt me niets zeggen. Dan ga ik....
nunaar de politie. Wat die doen
zal, weet ik niet. Ik zal haar vertellen,
wat ik weet en wat ik denk, want ik
ben er even zeker van als ik hier sta,
dat er iets mis is, en zij keek heel
vastberaden en van uit de hoogte op
Pratt neer Deze besefte ineens, dat rij
uit de phase van gloeiende verontwaar
diging geraakt was in de veel gevaar
lijker toestand van onwrikbare vastbe
radenheid. Toen zij dan naar de deur
ging riep hij haar terug, de uitkomst
van een vliegensvlugge beraadslaging
met zich zelf.
„Mejuffrouw Mallathorpe," begon hij
weer. „Wees zo vriendelijk nog even
te gaan zitten Het kan mij absoluut
niet schelen of u naar de politie gaat
of niet. Maar ik weet bij ondervin
ding, dat als men die lui eens ergens
inhaalt, het dikwijls uiterst lastig is,
ze weer kwijt te raken en dat er al
lerhande onaangenaamheden aan vast
zitten, praatjes en verdachtmakingen
en zo meer. Ik wil dat liever vermijden.
Ga dus nog even zitten en laat mij
een ogenblik nadenken. Dan zal ik
zien of ik u kan vertellen.... wat u
wilt weten."
Nesta had de deurknop al in haar
hand. Na Pratt een paar seconden te
hebben aangekeken, keerde zij zich om
en nam haar vorige plaats weer in. En
Pratt, nog aan zijn bureau gezeten, staK
z n handen diep in de zakken, wipte zijn
stoel achterover en staarde minuten
lang met gefronste wenkbrauwen op
zijn vloeiblok Er heerste een benau
wende stilte in het kantoor.
Er waren dubbele ramen, zodat er
geen rumoer van de straat in doordrong
het hele gebouw was rustig en stil. Al
leen op de schoorsteenmantel tikte
scherp een pendule, tikte en tikte, zo
dat Nesta ten laatste een gevoel kreeg,
oat, als het zo nog langer doorging, zij
het niet uithield en het ding zou op
nemen en tegen de grond slingeren.
Pratt was ln de positie van een kaart
speler, die, op een zeker punt van het
spel gekomen, overweegt, of hij niet be
ter zou doen met de kaarten op tafel
te gooien en zo de overwinning, waar hij
Z'ch toch al zeker van voelde, vlugger
te behalen (Wordt vervolgd.)