C
Veertig jaar geleden verging
de „Berlin
r
Bezoek voor hei nieuwe Prinsesje
Poëzie van Henriëtte Holanrl Holst
Verliefd op
GRETA GARBO
CHANTAGE
an de 150 opvarenden 15 gered
ONZE
PUZZLEHOEK
Mensen in doodsnood.
LIEFDE ROND 1900.
Uit de Natuur
J
Spoedig zal het weer LENTE zijn
Voor de
Jeugd
VJ
Een eenvoudig receptie
voor zelf te maken
hoestsiroop
De eerste tekenen
De enige factor
Wij luisieren more en
neer
Op 21 Februari 1907 is het veertig jaar geleden, dat de binne ïkomen-
de Harwichboot om 6 uur in de ochtend op het Noorderhoofd van de
pier bjj Hoek van Holland strandde.
Er werden dadelijk reddingsboten uitgezet, maar een zeer zware
storm, sneeuwjachten en huizenhoge golven maakten het onmogelijk 't
schip te bereiken. Het lag In de kokende branding, zodat de golven
voortdurend over het dek sloegen en het werd telkens met grote kracht
tegen de dam geslagen.
De opvarenden,- die de reddingboten zagen, bleven In den beginne
kalm, maar plotseling brak het sehip in tyveeën en het voorste deel
verdween met allen, die zich daarop bevonden in dp golven.
Van deze ongelukklgen kon er slechts één een Engelse scheeps-
kapitein gered worden, doordat hij zich aan een stuk wrakhout had
vastgeklampt en zo door een reddingboot kon worden opgenomen.
Alle andere verdronken en op de kust spoelden de gehele dag ver
minkte 1 ijken aan.
Men trachtte telkens weer tever
geefs het achterschip te naderen
vanwaar men het angstige gillen van
de ongelukkigen hoorde, die bij twee
en drie tegelijk door de golven van
boord werden geslagen. Voor de be
manningen van de reddingboten was
er niets verschrkkelijker dan te we
ten hoe er op enige tientallen meters
afstand mensen in doodsnood waren,
die zij niet konden bereiken.
In de nacht van 21 op 22 Februari
werd de storm nog heviger. In een
vreselijke sneeuwjacht trachtte de
reddingboot „Hellevoetsluis" meer
malen tevergeefs het wrak te nade
ren. Men hoorde de mensen niet meer
gillen en kreeg bij het aanroepen
slechts levenstekens van twee man
nen. Reeds had men in Hoek van
Holland een Chapelle Ardente opge
richt waarin 37 lijken waren gebor
gen, die door van alle zijden toege
stroomde familieleden herkend moes
ten worden.
Prins Hendrik neemt aan de
redding deel.
Prins Hendrik, die zich ogenblik
kelijk naar Hoek van Holland had
begeven, maakte met de boot „Jan
Spanjaard" verscheidene tochten naar
het wrak en bevond zich op 24 Febr.
aan boord van de „Hellevoesluis",
die met vier andere boten uitvoer.
„Dapper" zo rapporteerde later
de schipper „bleef de Prins, on
danks de sneeuwvlagen op de brug
staan en weigerde naar beneden te
gaan totdat men daar hulp nodig had
hij het warmwrijven der schipbreuke
lingen".
Hij bezielde allen met nieuwe moed,
drukte bij zijn terugkomst de acht
matrozen van het loodswezen, die de
redding hadden verricht, spontaan de
hand en dankte den kapitein voor de
onvergetelijke tochten. „Nooit"
zegt deze „is een prins zo toege
juicht als Prins Hendrik, toen hij
zich door de menigte naar zijn auto
begaf.
Nieuwe reddingspogingen.
Een van de grotere schepen
ging evenwijdig van de dam liggen,
zodat tussen schip en pier een stuk
kalm water bevond waarin een
kleine boot kon manoeuvreren.
Later slaagden enkele mannen van
de „Hellevoetsluis" er in op de dam
te springen en een lijnverbinding
tot stand te brengen. Langs deze
l\jn, boven een kokende zee, moes
ten de volkomen uitgeputte' schip
breukelingen gered worden en het
gelukte acht mannen en drie vrou
wen op deze wijze van boord te
krijgen. Ze hadden meer dan 36
uren de dood voor ogen gehad en
- drie vrouwen, die nog op het wrak
zaten, durfden de toer boven de
vreselijke branding niet aan.
De positie van het wrak vyerd
steeds hachelijker en de mannen op
de dam liepen zoveel gevaar, dat zij
de reddingspogingen moesten staken.
De geredden, die in het tot hospitaal
ingerichte hotel „Amerika" verpleegd
werden, vertelden, dat de golven tel-
Het was rond 1900. De dochter
des huizes had den aanvalligen
leeftijd van 21 lentes, de oudste
zoon had een vriend, die iederen
Zondag trouw een kopje koffie
met de familie kwam drinken.
Hij was van goeden huize, be
schaafd en ontwikkeld en viel
zeer in den smaak bij vader en
moeder. Bij zijn binnenkomen
bloosde de dochter lieftallig. De
geschiedenis is oud en altijd
nieuwzij beloofden elkander
eeuwig trouw en leefden lang en
gelukkig.
Zooals vroeger is ook nu het
kopje koffie op het Zondagsche
bezoekuur van onze meest in
tieme vrienden de groote tracta-
tie. Moeder doet dan haar best
een echte gezellige sfeer te schep
pen. Zij betrekt haar koffie van
dezelfde zaak als haar moeder in
1900, zij gaat naar De Gruyter,
de koffie- en theezaak. Zooals
kens enige groepen mensen tegelijk
hadden weggeslagen.
De bekende duiker Martien Sper-
ling slaagde er Jater in het wrak op
nieuw met een lijn te bereiken. Hg
bond de vrouwen een touw om het
middel en lie ze zo langs een slap
gespannen lijn naar de vuurtoren
gljjden.
Later bleek, dat er van de 150 op
varenden niet meer dan 15 gered
werden.
Jarenlang is er over deze ramp
gesproken. Zij is een der ernstigste,
welke aan onze kust heeft plaats ge
vonden, een treffend voorbeeld van
de moed en de onverschrokkenheid,
die altijd de kenmerken van de wak
kere mannen onzer reddingboten zijn
geweest.
Puzzle 21. Welke plaatsen zjjn be
doeld?
De 10 bedoelde plaatsen waren:
1. Zwammerdam. 2. Buitenpost. 3.
Eeetsterzwaag. 4. Middelharnis.
5. Breukelen. 6. Terneuzen. 7. Julia-
nadorp. 8. Sassenheim. 9. Warmanhui
zen. 10. Haaksbergen.
Deze opgave was niet zo gemakkelijk,
maar zij bleek voor onze vele gerouti
neerde oplossers niet te grote bezwa
ren op te leveren. Het aantal ingezonden
oplossingen was zeer groot.
Na loting onder de goede oplossers
viel de wekelijkse prijs vat» f 5 dit
maal ten deel aan den Heer O. G. van
Veen, Jan- v. Scorelkade 19, A'kmaar.
Deze prijs zal worden toegezonden.
En hier volgt onze nieuwe opgave
met weer dezelfde wekelijkse prijs.
PUZZLE 22.
Kunt gij het bedoelde getal vinden?
Het volgende getal is deeibaar door
4 7 8 3.
4833B5378C96 8.
Dit getal bestaat uit dertien cijfers,
maar twee cijfers ontbreken. Zij zijn
aangegeven door de letters B en C.
Welke cijfers (die verschilleed zijn)
moet men voor B en C in de plaats
stellen opdat de deling precies opgaat
en wat is de uitkomst?
Oplossingen tot en met Woensdag
23 Februari (uiterlijk) aan de redactie
van Uw courant (briefkaart).
De handschoentjes, die U hiernaast
ziet afgebeeld, kunt U zelf heel ge
makkelijk maken, maar waarschijnlijk
zal Jat niet nodig blijken te zijn, want
Uw grootmoeder zal zeker nog wel een
dergelijk paar handschoenen in de kast
hebben. Zij zijn zéér modernl
vroeger
(Ingez. mededeling)
^yANNEER een kunstenaar het voor
recht heeft een hoge leeftijd te be
reiken, op zijn minst de zeventigste
verjaardag voorbij gekomen is. wordt
hij al heel spoedig door jongere genera
ties. vooral door de allerjongsten, mis
kend. Deze miskenning vindt haar oor
zaak hierin, dat de innerlijke verdie
ping en de geest 'ijke verstilling, welke
een winst van het gerijpte zieleleven
zijn. door de rumoerige en nog rustelo
ze jeugd zo licht worden misverstaan
als verstarring, verstijving van de harts
bewogenheid en dat men veelal in de
bovenwereldse inkeer van den kunste
naar het merkteken van de dood meent
te zien. Ik heb een bewonderaar van
Verwey met medelijdende geringschat
ting horen spreken over de voorlaatste
bundel van dezen dichter, terwijl deze
bundel toch een door de verbeeldings
kracht gedragen zielsbewcgenheid weer
geeft welke boven zijn vroeger werk
uitstijgt met machtige vlucht. Ik heb 't
geringschattend „hij wordt oud!" gehoord
uit de mond van lezers, die de myste-
rieuse schoonheid uit Van Schendel's
laatste werken niet konden bevatten.
Zeker, hij werd oud, maar zijn werk
werd er niet minder om. Een soortge
lijke miskenning zal in hun laten tijd
het. deel zijn geweest van Vondel, van
Goethe. Men vond in hun werk niet
meer de toon die eertijds had bekoord
en men had geen oor voor de nieuwe
klank, die uit een inniger, een meer
verstilde sfeer opklinken kwam.
Zowel in de aanvang van zijn loop
baan. als zijn werk nieuw en voor velen
verrassend is. als tegen het einde, wan
neer hij zielsdiepten doorgrondt welke
voor jongeren nog verborgen zijn, wordt
de dichter miskend. Maar terwijl hij te
gen deze miskenning in zijn jeugd te strij
den tracht en het onwillig verzet van
het misverstand poogt te breken, glim
lacht hij in zijn grijsheid slechts om het
ontoereikende van het wanbegrip. Hij
laat het voor wat het is. Hij staat te
dicht bij het grensgebied der eeuwig
heid om zich nog te bekommeren om de
waan van de tijd.
Aan de jongste bundel van Henriëtte
Roland Holst is tot dusver niet de aan
dacht gesch.nken die het werk verdient.
Het is bij lezing van deze gedichten niet.
de vraag of de strofenbouw regelmatig,
of de klank welluidend, of de beeld
spraak treffend is. Men ondergaat van
deze stem niet zozeer de bekoring als
wel de stuwende kracht. Men voelt in
het ritme, het somtijds hortende, onre
gelmatige. de bewogen stem van een
krachtig figuur, van èen bovenmatige
persoonlijkheid, wier hartstocht en
geestelijke drift de geijkte vormgeving
niet acht en n'et te achten van node
heeft. Men hore hoe zij in „De vrouwen
van Holland" de verzetsgeest verheer
lijkt het gedicht is van Maart '42
van de Nederlandse vrouw:
Ze voelen: 't is goed zoo te leven;
ze weten: dit leven is méér
dan dat der weleere sfeer
waarin ze aan 't oppervlak bleven;
vol raadsels die kwellen, branden,
toch kostbare gave uit Gods handen.
Dèt staat in den glans hunner oogen.
de beradenheid van hun mond,
het recht-oppe gaan. onbewogen
met den blik die de diepte verslond:
„Wij volharden: geweld nog logen
krijgen ons op den grond."
Prachtig als een oprecht gebed is in
deze verzetspoëzie ook het op Kerst
avond '42 geschreven gedicht: „De vrou
wen van Holland klagen aa'n!" Of de
weergave van de angstobsessie ener
moeder in het gedicht „Kinderverlam
ming". De verzen van deze bundel tijd
gedichten die „uit de Diepte" heet, zijn
inderdaad ontweid aan een diepte van
zielsleven die slechts ouderen rijk kun
nen zijn.
MAURITS UYLDERT.
H. Roland Holst: „Uit de Diepte";
De Gulden Pers, Haarlem.
NU zijn ze er toch alle
maal:
Roodkapje, Sneeuw
witje, Hans en Grietje,
de Gelaarste Kat, Asse
poester, *de zeven dwer
gen en nog veel, veel
meer.
Zelfs de heks ontbreekt
niet.
Zuster Anne heeft het
grootste woord. „Ik heb
hem lekker zien ko
men", juicht ze. „De
ooievaar die het kleine
kindje heeft gebracht."
Dat is nu alweer vier
nachten geleden!
En deze nacht is het
feest voor de sprookjes
kinderen.
Want ze gaan met hun
allen naar het witte paleis
om het prinsesje te be
groeten. Het moet heel
voorzichtig gebeuren; geen
mens mag hen zien. Daar
om hebben ze ook maar
gewacht tot de eerste
drukte rondom het paleis
voorbij was. De wolf, die
de laatste jaren een lieve
wachtwolf van den jager
is, wilde ook graag mee.
Maar dat vertrouwde de
grootmoeder van Rood
kapje niet erg. ,,Pas jij
maar op het bos, terwijl
we weg zijn" vond ze.
Gelukkig schijnt de maan
en kunnen ze goed de weg
vinden. Zelfs Hans en
Grietje blijven niet achter
De heks loopt in zichzetf
te glunderen. Ze heeft de
mooiste koek van haar
huisje gehaald. Dat mag
het kindje van haar heb
ben. Ja, die heks!
Sinds Grietje haar in de
oven had gestopt en
bijna verbrand was, is
een vriendelijk vrouwtje
geworden, dat geen kin
deren nfeer eet.
riNDELlJK komen ze bij
het paleis.
Maar o, dat niemand
daar aan gedacht heeft!
Alle lichten zijn uit en ze
kunnen niets zien. Geluk
kig, dat de Gelaarsde Kat
mee is. Want hij kan n
donker kijken en hij zal
wel eens gaan uitvinden,
achter welk raam het
prinsesje ligt te slapen.
Sneeuwwitje vraagt: zou
het prinsesje er liever
uitzien dan ik toen ik
klein was? „Je bent een
echte ijdeltuit, hoor",
bromt een van de dwer
gen.
Dan zien ze de kat staan
wenken. „Achter dit raam
hoor ik een kindje hui
len" zegt hij. Op hun tenen
komen ze allemaal nader
bij. „Dag prinsesje" Huis.
teren ze zacht. Laten we
een slaapliedje zingen,
vraagt Assepoester. „Slaap,
kindje slaap
Als het liedje uit is,
leggen ze allemaal hun
gaven in de vensterbank.
Koek van de heks, brood
kruimeltjes van klein
Duimpje, een prachtige
ze sneeuwketting van Sneeuw
witje, een hand vol ijs
bloemen van Assepoester
en Roodkapje legt zo maar
haar mooie mutsje neer.
„Grootmoeder maakt wel
een nieuw, hè" vleit ze.
De dwergen hebben niet
anders dan een plukje wol
van hun witte baard.
„Beter wat dan niets"
vinden ze. Als ze nog eens
„Dag" tegen het kindje
hebben geroepen, gaan ze
in optocht terug naar het
sprookjesbos.
r\E volgende morgen heb
ben de vogels elkaar
groot nieuws te vertellen
„Je kunt wel zien. dat er
feest is in het paleis
tjilpen ze. Als je ziet wat
er in de vensterbank ligt
Gretig pikken ze de
broodkruimels en de koek
op. Ze likken hun sna
veltjes af. „Kijk, kijk
pierewiet een wijsneuzige
mus. „Er liggen al pluis
jes en een lapje wol ook
Dat betekent zeker, dat
het gauw lente wordt. Ik
neem het mee. Als ik
straks een nestje wil gaan
bouwen heb ik vast voor
raad.
Al meer vogeltjes komen
zich te goed doen. Totdat
er niets meer over is dan
de ijsbloemen van Asse
poester.
Zo zal het kleine prin
sesje nooit weten ko
men, welk wonderlijk be
zoek er voor haar ls ge
weest.
Maar als je Roodkapje of
de heks of een van de
anderen nog eens tegen
komt, vertel het ze dan
niet. Ze zouden het zo
jammer vinden van hun
mooie geschenk
STEN.
Een zonderlinge Amerikaan, heeft
bij testament bepaald, dat zijn ver
mogen ruim een halve ton
ter beschikking zal komen van
Greta Garbo. Hij verklaarde in dit
testament, reeds in 1936 opge
maakt, jarenlang op Greta ver
liefd te zijn geweest. De fiscus
acht dit echter een geval van
„geestelijke onmacht" en eist het
vermogen voor de staat op.
Kook een kwart
liter water en
los er een eet
lepel suiker of
stroop in op.
Voeg daarna
hieraan toe 30
gram Vervus
(dubbel gecon
centreerd), roer alles goed dooreen en
Uw hoestsiroop is gereed. Vervus is
verkrijgbaar bij alle apothekers en dro
gisten.
(Ingezonden mededeling).
WEKENLANG reeds blaast de koude
adem van koning Winter, die zijn
troon daar ergens moet hebben op de
oneindig witte toendra's in Noord-Sibe-
fië over Europa. Landen^ steden, dor
pen en vlakten, alles ligt verstard en
verstijfd in de grijze koude. Sneeuw
bedekt daken en wegen, sneeuw heeft
zich genesteld in de takkenoksels van
de bomen. Sneeuw, heeft bouwakkers
en weiden toegedekt.
De rivieren liggen geketend tussen
en in de zeegaten drijven uitgebreide
ijsvelden op de ebstroom naar volle
zee Torenhoog stapelen zich reusach
tige ijsschotsen op aan de voet van de
dijk en vormen 20 fantastische nooit
geziene ijspa'ezen, hier en daar be
dekt met sneeuw, waarop de zon tegen
het middaguur de prachtigste kleuren
weet te toveren.
Mens en dier zoeken zoveel mogelijk
beschutting tegen de koude. Wie er
niet beslist uit moet, blijft thuis.
Zó viert de winter hoogtij, de winter
die zijn bekoorlijkheid en schoonheid
zeker bezit, maar die in deze dagen
van moeite en tekorten zo weinig wel
kom is
|S het eigenlijk geen grapje nu met de
voeten bij de kachel reeds te gaan
praten over de lente, over het schone
gerij van merelzang en bottende boom-
krvoppen, zoete seringengeuren en de
lokkende kleurenweelde der bloeiende
bollenvelden achter blonde duinen....
Niemand immers denkt daar nu aan
of het zou zijn in onweerstaanbare vi
sioenen.... En toch, ge kunt het geloven
of niet, spoedig zal het weer lente zijn.
Ik zie het, ondanks deze laatste woor
den blijft 8e mÜ ongelovig en mét een
vraag op de lippen aanzien. Ge denkt
er nog niet aan om uw winterjas op te
bergen of uw venster open te zetten
Maar als ge dat zegt, geloof ik, dat
wij elkaar ook niet feheel en al begrij
pen.
Voor de natuurliefhebber, voor den-
gene die er zijn lust *n vindt te zwer
ven door de bossen, te speuren in de
duinen of te luisteren naar de roep van
trekvogels in het avonduur, is het im
mers al veel vroeger voorjaar geworden.
Zijn sport is het in deze dagen al er
op uit te trekken om de eerste tekenen
van de naderende lente te ontdekken.
|A, die zijn er zeker en die worden
talrijker en duidelijker merkbaar al
naar mate de zon hoger boven onze ho
rizon stijgt en haar stralen aan kracht
en warmte beginnen te winnen.
Denkt u eens in, dat al die sneeuw en
dat ijs in een enkel moment zou ver
dwenen zijn, alles zou er dan al h eel
andes uitzien.
Onder de elzen bij de boerderij zou
den de sneeuwklokjes opschieten en
binnen weinige dagen zouden honder
den tere witte klokjes het wondere
lentefeest inluiden. Nu toegedekt door
de sneeuw zijn het nog tere puntjes
maar.... zij wachten ongeduldig op hun
kans. Boven de sneeuwklokjes, In de
elzen zélf hangen aan alle twijgen de
langgerekte bruine katjes, die straks
bij wat meer warmte nog langer wor
den openspringen en dan als blinkende
gouden slingers in het geboomte hangen
als hadden onzichtbare handen ze daar
in de takken gevlochten teneinde alles
zo mooi mogelijk te maken voor het
moment waarop de lentegodin haar in
tocht in deze landen houdt.... 't Is
voo;' ons een soort traditie geworden
om elk jaar weer nu reeds een enkel
takje met elsenkatjes mee naar huis te
r.emen. In een pul met water komen ze
spoedig in bloei en vormen een leuke
kamerversiering.
Een plant, die in de winter zelfs
rog bloeit ®n er in hef voorjaar dus
ook gauw bij is, is het kruiskruid.
Direct van de partij ls ook het klein
hoefblad en om niet te vergeten, het
speenkruid, dat met haar gele sterre
tjes vooral in bosachtige streken een
frisse jolige indruk maakt. En zie
eens op een heldere dag hoe de dikke
knoppen van de kastanje afsteken te
gen het blauw van de lucht. Dat houdt
ook al toekomstmuziek ln.
In de vogelwereld komt in deze da
gen eveneens meer beweging. Bekijk
de kapmeeuwtjes, die over de daken
zweven en met felle oogjes scherp
speuren naar voedsel, eens nauwkeu
riger. Achter de ogen zijn al de eerste
veertjes te zien van de prachtige cho
coladebruine kopvlekken, net een paar
koptelefoons, die mede zullen behoren
tot de lentetooi van deze meest be
ken ie meeuw. De spreeuwenpakjes,
die in het najaar reeds vernieuwd
werden maar onder een soort was-
laagje verborgen bleven, krijgen i»u
langzamerhand hun fraaie glanzen. Je
moet zo'n troepje spreeuwen straks in
de bomen horen fluiten en tierelieren.
Bij zulk commun'ty singing kun je
gewoonweg je mond niet houden en
ga je van louter plezier meefluiten.
De mussen blijven niet achter en
j de vechtpartijen, die de mannen ln de
tuintjes op de kale bloembedden en
in de struiken leveren om een
vrouwtje te veroveren, zullen ons dra
weer doen glimlachen. De blauwe rei-
fers zoeken hun grote nesten ln de
koluniebomen weer op, eksters gaan
ai paartjes vormen en de wilde eend
keert tegen het eind van de maand
naar zijn broedgebied terug.
yyERKELIJK, slechts de aanhoudende
koude is de enige factor, die al
deze voorjaarssymptomen nog wat be
lemmert, maar valt de dool eenmaal
in dan zal alles toch heel heel spoe
dig anders zijn.
Dan zul je boven de akkers niet al
leen het rauwe krassen van de kraai
en vernemen, maar ook het jubellied
van een stijgende leeuwerik. Dan zal
de boer met de ogen de hemel afzoe
ken of hij niet de eerste koppeltjes
kieften kan ontwaren. Dan zullen ook
gauw dartele schapenkindertjes ach
ter hun grote moeder aan de weide in
huppelen. Endar» zal spoedig heel
de lucht weer vol zijn met tientallen
vogelgeluiden om ons reeds in het
vroege morgenuur op een luchtig
veelstemmig lenteconcert te verrassen.
Het voorjaar met al haar lieflijkheid
en schoonheid is dan weer ln de lage
landen teruggekeerd. Heus, spoedig
zal het weer zo zijn. Laten wij intus
sen eens kijken, wie 'van ons ditmaal
voor de eerste keer het ge'uk zal
hebben het schone merellied te mogen
beluisteren.
W. KOK.
Zondag 23 Februari 1947.
Hilversum I (301 M.) geeft nieuws
om 8, 9.30, 1, 7.30 en 10 uur. NCRV:
8.15 Van man tot man. 8.30 Morgen
wijding. KRO: 10.00 Hoogmis. 11.30
Trio. 12.03 André de Raaff en Jac-
ques Schutte. 12.15 „In 't Boeck-
huys"i 12.30 Lunchconcert. 13.30
Apologie, 13.45 Aria's van Handel,
14.00 Operaprogr. 14.45 „Kampvuren
langs de evenaar". 15.15 „Ik val
aan, volg mg". 16.00 „De liturgie van
de vastentijd". 16.15 Ziekenlof. IKOR:
17.00 kerkdienst. 18.30 Progr. Ned.
Strijdkrachten. NCRV: 19.00 Orgel
spel. 19.15 „Kent gg uw bijbel". KRO:
19.45 Weersoverzicht. 19.48 Sport-
reportages. 20.03 De gewone man
20.15 Volksliederenprogr. 21.00 The
Masquerades. 21.15 „The man who
was Thursday", luisterspel. 22.20
Avondgebed. 23.00 Klaas van Beeck.
23.30 „Eine kleine Nachtmusik".
Hilversum II (415 M) geeft nieuws
om 8, 1, 6, 8 en 11 uur. VARA: 8.30
Voor de tuin. 8.45 Zondagmorgen
melodieën. 9.15 Postzegelpraatje. 9.30
Men vraagt10.00 Geestelijk le
ven. 11.00 In de tuin der poëzie. 11.15
Triangel. AVRO; 12.00 „Aan het ge
tralied venster". 12.30 „De Zondag-
club". 12.40 „Het Amsterdams Tram
koor". 13.15 Metropole-orkest. 14.0S
Boekenhalfuur. 14.30 Radio Philh,
Orkest. 15.45 Filmpraatje. 16.00
Pierre Palla. 16.30 „Wat vrouwen
op het hart hebben". 16.40 Sportflits
sen. VARA: 17.00 G.G.-cabaret. 17.30
Oome Keesje. 18.15 Sport. VPROt
18.30 Ned. kolonie te Parijs. IKOR;
19.00 Kerkdienst. AVRO: 20.15
Walztime. 20.45 Hersengymnastiek.
21.55 Dombey Zoon. 22.30 Quar-
tetto di Roma. 23.15 „Nocturne
Francaise". 23.30 „The Skymaaters",
Maandag 24 Febr. 1947.
Hilversum I (301 M.) geeft nieuws
om 7, 8, 1, 7, 8 en 10 uur. NCRV;
Een woord voor de dag. 8.15 Gewij
de muziek. 9.15 Ziekenbezoek. 10.30
Morgendienst. 11.15 „Van oude ea
nieuwe schrijvers". 11.35 Caruso
zingt. 13.15 Cinderella-ensemble. 14.20
Metropole-orkest. 15.00 „Cavalleria
Rusticana". 16.00 Bijbellezing. 17.23
„Hoor je het verschil?" 18.15 Sport»
praatje. 19.15 NCRV-leeslamp. 20.03
Blindenzangkoor. 21.00 Orgelconcert,
22.30 The Kentucky minstrels. 23.00
B.B.C.-symphonle-orkest.
Hilversum n (415 M) geeft nieuws
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. VARA:
9.00 Opgewekte morgenklanken. 10.20
De Regenboog. 11.30 „Razzia". 12.01
Orgelspel Johan Jong. 12.35 Opa»
retteklanken. 13.20 Staf muziekcorps,
14.30 Voor de vrouw. 14.45„Tosca*
in verkorte uitvoering. 15.35 „Voor
de kleuters". 16.30 Voor de jeugd,
18.45 Ambtenarenvakbeweging. 19.00
Meisjeskoor „De Krekels". 20.15 ,De
zilveren zeven". 20.50 „Febrüari
1941". 22.00 „The Ramblers". 22.30
Johan Jong. 22.45 Geestelijk leven.
23.15 Xaver Cugat en zijn orkest, af
gewisseld door Louis Davids.
door J. S. FL ETC HER.
(102
„De voorwaarden van het testament moeten
vervuld worden," zei Eldrick.
„Moeder", smeekte Nesta. „Praat zoo niet.
Kom met mij mee." Maar "zij antwoordde niet.
Zij sidderde en sloeg plotseling als een gevel
de boom tegen den grond.
Het was eenige maanden later. Mevrouw
Mallathorpe was den slag niet te boven geko
men. Onmiddelgke opname in een krankzin
nigengesticht was noodzakelijk gebleken. Nes
ta had de vreeselijke emoties eenigermate
overwonnen en wandelde met Collingwood, die
haar geregeld was blijven bezoeken, door de
tuinen en bosschen van Normandalevoor
het laatstNooit had Normandale er zoo
prachtig uitgezien als dien zonovergoten mid
dag, in een stilte, die geen van beiden wilde
verstoren. Dan keerde Collingwood zich In
eens tot het meisje, dat al deze heerlijkheid
onlangs verloren had. „Weet Je zeker, dat Je
dit allemaal niet zult missen," vroeg hij. „Kijk
eens rond."
„Liever zou ik dit missen, dan nog eens
doormaken wat 111 de laatste maanden door
gemaakt heb," antwoordde zij openhartig.
„Weet je wat ik wel wou?"
„Neen", zei hij.
„Indien het mogelijk is, dit allemaal verge
ten. O, kon ik maar ongedaan maken, wat
mgn arme moeder misdeed. Denk niet te hard
over haar- Je weet niet half. hoe haar hart
„Ik denk heelemaal niet hardvochtig over
haar," zeide hg'. „Het spijt mij voor haar.
Enis het nu al te vroeg om over de toe
komst te pra'.enf?"
Nesta keak hem maar half-begrtjpend aan.
Toch was er genoeg in haar oogen, dat het
hem wagen deed haar hand te nemen.
„Weet je waarom ik niet naar Indië ging,"
vroeg hij en boog zich naar haar toe.
„Ikraadde het," antwoordde z(j schuch
ter.
Dan voelde Collingwood, dat nu het groote
oogenblik gekomen was en plotseling was zfln
tong verlamd. Zij stonden zwijgend onder de
zondoorzeefde beukenboomen, die hen aan het
oog der wereld onttrokken en hielden eikaars
handen vast. Het eenlge wat Collingwood kon
uitbrengen was èèn woord. „En?"
Nesta glimlachte door haar tranen heen.
„Enwat?" fluisterde zij.
Plotseling lachte Collingwood ook en sloot
den arm om haar heen.
- ,,'t Geeft niets", zei hg. „Ik heb dikwijls ge
dacht wat ik allemaal zeggen zou en nu ben
ik alles vergeten. Zal lk het allemaal Ineens
zeggen?"
„Zou dat niet het beste zijn", glimlachte zij.
-Danwil Je me trouwen?" vroeg h(j.
„Moet 'k zoo ineens maar antwoorden?"
..Een woord is genoeg", zei hij en trok haar
naar zich toe.
„Oh," fluisterde zij en hief haar gelaat naar
hem op. „Ik kan het niet allemaal ln èèn
woord zeggen
,,Maarwe hebben ong heele leven vóór
ons."
EINDE.