5
hoogspanning
OPENING van liet
Yisseizoen
Op een feest van een Indisch Sultan
Lichiende daium op
kalender van de hengelaar
Visserlatijn
Van Alles Wat
Over brood, cocosnoten en paling
Wij luisteren morgen
naar.
DAMRUBRIEK
Jong leven in een
fluitketel
SOVJETS veroveren
leiding in de lucht
Hoover optimist
Feuilleton
maanden
-mur
1 Juni is voor velen een gulden
dag, een lichtende datum op de
kalender, die met dikke kruisen
is aangegeven: het is de schoon
ste dag van 't jaar voor alle ama-
teurvissers, het is de dag der hen
gelaars. Als zo'n enthousiaste rid
der van hengel en haak op zijn
agenda kijkt en hij ziet daar de
datum 1 Juni, dan hoort hij niet
alleen oor- maar ook hartstrelende
muziek, een wijsje, gespeeld door
het orkest der natuur: het zoete
kabbelen van het water, het zachte
ruisen van het riet. Dan voelt hij
met ontroering dat intrigerende
trillen van zijn wapen, zijn hengel
in de hand met plotseling die fas
cinerende ruk aan het snoer, als de
dobber wegschiet. Ja, zo'n ras-hen-
gelaar kan dichterlijk worden bij
het denken aan de eerste Juni, want
elk jaar wordt op 1 Juni het vis-
seizoen geopend
uur, wij zitten twee Uur en drie uur
en.... geen bewijs. Die mooi-weer-vis-
ser begon al ongeduldig te worden. Wij
waren 's morgens vroeg vertrokken en
hij werd slaperig en kfeeg het koud.
Na vier en half uur „zonder leven"
was zijn geduld ten einde en gaf hij
het op. Hij ging naar huis.
„Je zal d'r spijt van hebben, ama
teur", roep ik hem nog na. „Moet je
zien, hoe ze straks gaan bijten."
Maar hij is niet te bewegen om lan
ger te blijven.
,,'t Is goed", zeg ik. „Ga maar naar
huis. Zet je pan klaar, ik breng je
vanavond toch een fijn maaltje vis."
En toen had u z'n verwonderde ge
zicht moeten zien. toen ik 's avonds
z'n woning binnenstapte, m'n visnet
onder m'n arm.
„Wel, dillettant, je hebt wat gemist",
begin ik. „Jonge, jonge, ik moet d'r
niet meer aan denken, 't leek wel ta-
riefwerk. Je had nauwelijks je hielen
gelicht of 't leek wel of ze erop
gewacht hadden daar krijg ik „hob
bel", zoals we bij 't snoeken zouden
zeggen. Ik laat m'n lijn vieren, wind
weer op, de lijn staat strak, ik grijp
(JAT komt, ALS u m'j uitlaat spaken..
s' na oe bev^ücym6 kon dem we de plek
NIET meer. teisjgvinoen. t BOOMPJE, dat ALS
veqkenmingv*jht moest dienen, was als
brandhout omgekapt. bovendien bleek. f"
tl heel stuk van t eiland wf
DAGEN HEBBEN WE TEVER
GEEFS GEZOCHT, MAAR TOEN
T ZEIL SEIZOEN AANBRAK.
WAPEN WE BANG DE
toen ontmoeten we frfts de vries, dist si-
land wilde schilderen, jaren geleden had
HU AL ENIGE KXXoSruDlE'S GEMAAKT, VERTELDE-
IE. WE BODEN HEM >1 GRPTE SOM VOOR DE
SCHETSBOEKEN, MAAR H>J KREEG SCWUNBAAP
I H'J BEZORGDE ME EEN KIKKERPAK
VAN Duns, MAKELIJWE MAAKTEN
ER DEZE GRIEZELIGE. VERTONING
VAN OM ER DE ZEILERS MEE WEG
TE JAGEN ZODAT WE ONGESTOORD
ZOUDEN KUNNEN ZOEKEN.
met ÉÉN NACHT HOOPTEN WE
KLAAR TE OMEN.M
Dit jaar valt de eerste Juni op een
Zondag en menige popelende visser zal
Zaterdagavond laat nog voor 't laatst
zijn vistuig nazien, om Zondagmorgen
vroeg bijna in de nacht nog er
op uit te trekken naar zijn van ouds
beproefde „viswatertje".
Wij hebben enkele van die rasechte
visverschalkers opgezocht om een in
druk op te doen, hoe hoog het ent
housiasme ook dit jaar weer was ge
stegen, een geestdrift, waarvan een
niet-hengelsport-beoefenaar zich geen
voorstelling kan maken. Een hengelaar
kan dichterlijk worden, schreven wij
zoeven, en wij hebben voor de zo
veelste maal bemerkt, dat er inder
daad „dichters" onder de amateurvis
sers zijn, bij wie de meest fantastische
poeet niet in de schaduw kan staan.
Want als de verhalen over heldenfei
ten loskomen....
„Nou mijnheer, als 't gaat zoals ver
leden jaar op de eerste dag van 't
nieuwe visseizoen. Tjonge-tjonge, als
ik daaraan terugdenk. Ging er ook
een journalist met me mee, zo'n groen-
zoeter, zo'n mooi-weer-visser, die wilde
't eens bekijken. Enfin, ik vond 't best.
Maar praatjes voor zes had-ie en nog
nooit een hengel in z'n hand gehad."
„Nee maar, Willem", zegt-ie tegen
me, „wat zie jij eruit, 't Lijkt wel, of
je ter walvisvaart gaat, zo ben je op
getuigd."
Dat beviel me eigenlijk dadelijk al
niet, want ik had niets dan m'n ge
wone vistuig bij me. Maar ik dacht,
dat-ie daar misschien niet aan gewend
was en dan hou je je mond maar, hè,
voor zo'n man van de pers. Enfin, vol
goede moed installeerden we ons aan
't water. Ik zal u niet met een een
tonig verhaal vervelen: wij zitten een
m'n schepnet en haal me er toch een
knaap uit. Nou, als-ie geen vijf pond
woog, heb ik geen verstand van kar
pers meer. Ik sla dadelijk weer 'n
„Pluimpie" aan m'n haak, leg in en
m'n pen is niet eens recht gaan staan.
Geen minuut na de eerste sla ik de
tweede eruit, weer- 'n vijfponder. Bij
alle snoeken en karpers, die ik in mijn
leven nog hoop te vangen, nauwelijks
had ik opnieuw ingelegd of ik had
de derde aan m'n haak. Gewoon de
lopende band. En allemaal rond vijf
pond en je weet, ik kan deksels goed
gewicht schatten. Een mirakel, kerel,
zoiets is me nog nooit overkomen.
Maar goed, ik laat 'm bij de rest glij
den in 't net onder water en om kort
te gaan, ik zal nog koud drie kwar
tier gevist hebben, toen had ik er
zeven. Ik denk bij mezelf, nu Is 't
welletjes, m'n net zit propvol."
Dat gezicht van die mooi-weer-vis-
ser-journalist was goud waard, mijn
heer.
„Dat spijt me geducht, Willem", zegt-
ie. „Dat spijt me, dat ik dat niet mee
gemaakt heb. Ik vind 't om verschil
lende redenen jammer, dat ik dat niet
eens met eigen ogen heb kunnen be
wonderen."
En daarbij lachte hij een vreemd on
deugend lachje.
„Maar enfin, een volgende keer be
ter. Ik zal er ditmaal in ieder geval
lekker van smullen."
„Ho, ho", roep ik. „Nu moet je toch
even wachten en afluisteren. Ik berg
m'n hengels weg, haal m'n net op en
tuimel van consternatie bijna bij de
vissen in 't water. Geen vis meer in
m'n net. M'n kostelijke karpers alle
maal verdwenen. Als ik niet zo ver
wonderd was geweest, had ik me de
haren uit het hoofd getrokken van
woede. Kijk ik m'n net na, zo'n gat
erin. Achteraf denk ik, wie weet, heb
ik misschien zeven maal dezelfde kar
per gevangen. Die heeft er misschien
plezier in gehad een ouwen, doorkne
den visser als ik 'ns beet te nemen.
Best mogelijk, kan je niks van zeggen,
als ik nog terugdenk aan die keer ver
leden jaar....
„Nee, dank je, Willem", zegt die
persman met een zuurzoet gezicht. „Ik
ben niet nieuwsgierig naar verleden
ia ar.
Had-ie even een lesje gehad. Als u
eens zin heeft om op de eerste dag
van 't nieuwe visseizoen met me mee
te gaan, mijnheer? Of gelooft u ook
niet alles, wat ik vertel?"
Maar lezers, we geloven het zo wel.
Wij geloven eigenlijk alles, want....
het is 1 Juni en het nieuwe visseizoen
is begonnen.
Hilversum I, 301 m. geeft nieuws om
7, 8, 1, 6, 8,15 en 11 uur. VARA: 7.30
Ochtendmuziek. 8.15 Op naar het licht.
8.18 Luchtige morgenklanken. 9.15
Gramofoonmuziek. VPRO: 10 Morgen
wijding. VARA: 10.20 De weduwe en
de klok. 10.35 Bariton en piano. 11 Voor
de arbeiders in de continubedrijven.
12 Vaudeville orkest. 1.30 Millersextet.
2.Operette-melodieën. 2.30 Radio-
philharmonisch orkest. 3.30 Van boek
tot boek. 4.05 Opinie-onderzoek. 4.20
„Irene". 5,30 Om en nabij de twintig.
6.15 Uit het land van Sint Nicolaas.
7.— Con Amia. VPRO: 7.30 Voor de
Jongeren. VARA: 7.45 De volkstelling.
8.20 Wim lbo presenteert „In vogel
vlucht". 9.45 Dansmuziek. 10.15 „De
ellendigen", hoorspel. 11.15 Hobby
hoek. 11.30 Nachtvoorstelling.
Hilversum H, 415 m. geeft nieuws om
7, 8, 1, 7, 8.15 en 11 uur. KRO: 7.15
Ochtendgymnastiek. 8.15 Pluk de dag.
9.06 Ochtenconcert. 10.— Klein, klein
kleutertje. 11.— De Zonnebloem. 11.45
Gramofoonmuziek. 12.30 Werken van
Debussy. 12.30 Lunchconcert. 1.45 De
toneelkijker. 2.30 Filmkwartier. 2.45
De band van de week. 3.15 Beethoven
als wonderkind. 4.Gramofoonmuz.
4.20 Werkgemeenschap Limburg. 5.
De Wigwam. 6.— Buffalo Bill. de held
van het Wilde Westen. 7.20 Vaudevil
le orkest. 7.45 Koos Koen geeft les in
het volkstellen. 8.30 Lichtbaken. 9.—
Negen heit de klok. 10.— Muzikale
tombola. 11.15 Vaders dagboek. 11-20
„Jubilate Deo".
De voedselnood in Mid
den-Europa is een van
die gevolgen van de
laatste oorlog, die de
grootste ellende teweeg
brengt. De alarmerendste
geruchten en tijdingen be
reikten ons uit West-
Duttsland en Oostenrijk
Hoover denkt een tijdelijke
oplossing te vinden in het
zenden van een voedsel
vloot. De politieke munt,
die uit deze toestanden
vooral in de genoemde
gebieden wordt geslagen,
is groot.
Ook Frankrijk heeft met
een ernstige voedselcrisis
te kampen enin ons
land is de toestand nu ook
niet zo bijzonder rooskleu
rig. Natuurlijk tevreden
hei en dankbaarheid sieren
de mens, maar wij consta
teren ondanks dat, dat t
er de laatste maanden niet
beter op geworden is. Het
vleesrantsoen werd enige
tijd terug weer verlaagd
De bakkers deelden kort
geleden mede, dat het niet
meer mogelyk is brood te
verstrekken zonder dat
daarvoor bonnen worden
ingeleverdHet mag
n.1. wel als algemeen be
kend worden veronder
steld, dat in gezinnen met
veel kleine kinderen min
der brood werd gekocht
dan waarop de bonnen
recht gaven, dat was even
eens het geval bij ouden
van dagen. Deze factoren
plus de werkvoorraad,
v/aarmee de bakkers na de
bevryding begonnen, wa
ren de oorzaak, dat men
wel eens brood zonder bon
kon leveren. Voor gezinnen
bestaande uit meerdere
volwassenen wat dit een
ware uitkomst, daar men
zich op deze manier be
hoorlijk van brood kon
voorzien. Die uitkomst Is
nu weggevallen en dit heeft
het aantal zorgen, waar.
mede de huisvrouw heeft
te kampen, met een zeer
ernstige verhoogd. Wij zei
den het reeds, wij wensen
niet als ontevreden men
sen te worden beschouwd
doch constateren slechts en
spreken de hoop uit, dat tn
het najaar met de nieuwe
oogst de graanpositie zo
zal worden, dat we niet
meer een karig afgeteld
aantal boterhammen op ons
bordje krijgen, doch het
alles weer wat royaler zal
worden
Overigens stonden we
dezer dagen voor de éta
lage van een winkel in de
Amsterdamse City weer
eens „van aangezicht tot
aangezicht" tegenover een
originele cocosnoot en een
prachtige roodbruine ana
nas. Herinneringen uit on
ze jeugdjaren schoten ons
te binnen en wij dachten
aan die leuke ogenblikken
als vader Zaterdags met
een cocosnoot thuis kwam
en wij hem (we spreken
over de noot) met een ha
mer stuk mochten slaan
om elk een mondje van dat
heerlijke cocosnat te kun
nen proeven en wij dachten
zo, dat dan de hedendaag
se jeugd toch maar heel
wat te missen heeft
Natuurlijk zijn ér nog
wel zaken waarvan Je
heerlijk kunt smullen U
zag ze waarschijnlijk ook
in de etalage van uw vis
winkel, Ik doel op de ge
rookte paling. Maar dat
gaat de neus of beter de
mond van den gewonen
man wel voorbij De prij
zen waren eerst van over
heidswege vastgesteld,
maar niet naar de zin van
de heren vissers. Zij staak
ten. De overheid gaf toe.
De prijzen zouden vrij zijn,
mits deze door de visserij
organisaties op redelijke
wijze zouden worden vast
gesteld. De resultaten la
gen en liggen ter uwer be
oordeling. We zagen eerst
cijfers van f 5—f 7.50 per
pond, thans zijn ze ge
daald tot f 3.50f5 per pond
Een gezin met middelmati
ge Inkomsten moet zich
dus van dit smaakvolle
voedsel onthouden. Wij
spraken tegenover een
vishandelaar onze verwon
dering uit over deze prij
zen en zelden voor dat geld
nog wel wat anders te kun
nen kopen. De man gaf ons
groot gelijk. Een geluk bij
een ongeluk is ten slotte,
dat we voor de nieuwe
haring niet zoals vorig
Jaar veertig centen, maar
slechts drie stuivers be
hoeven te betalen En
daarmede zullen we dan
maar tevreden zijn....
w. k.
Oplossing probleem 34.
Stand. Zw. 10 sch. op: 3, 9, 13, 15,
17, 18, 21, 23, 35, 36.
Wit 10 sch. op: 24. 25, 26, 29. 32, 31,
38. 39, 41, 43.
Opl. 1. 38—33 (36x47), 2. 32—27
(21x32), 3. 34—30 (23x34), 4. 26—21
(47x20), 5. 21x23 (35x24), 6. 39x8 (3x12),
7. 25x3 (12—18), 8. 23x12!!
En nu nog even het volgende standje.
Zw. 6 sch. op: 3, 5, 13, 19, 34, 40.
Wit. 6 sch. op: 15, 25, 28. 38, 45, 49.
Wit speelt 4944 (zw. 40x49), 45—40
<zw. 49x23), 40x9 (zw. 3x14), 1510 jn
wint.
Ter oplossing voor deze
week:
Probleem 35 van
J. Wagter.
(zie diagram)
Zw. 9 sch. op: 9, 10, 15,
16, 19, 22, 23, 29, 36.
Wit. 10 sch. op: 20, 26.
32, 34, 37, 38, 39, 43, 44,
46, Wit speelt en wint.
De ministers BEEL en JONKMAN waren gasten
HOE EEN ENGELSMAN HET ZAG
Stanley Swinton, correspondent
van Ass. Press, is tegenwoordig ge
weest op het feest, dat Sultan Ha-
mid II te Pontianak heeft gegeven
ter gelegenheid van de onderteke
ning van het statuut voor West-
Borneo en het bezoek van dr. Beel
en minister Jonkman.
Zoiets kan men thuis niet be
leven, zo schrijft Stanley.
Neem b.v. dat partijtje, dat Sultan
Hamid II van Pontianak voor een paar
honderd vrienden heeft gegeven, toen
de Nederlandse premier, de heer Beel,
in de stad was.
In de Harmonie de club van Pon-<
tianak kon men gratis whiskey
drinken, terwijl men wachtte op de
kotter, waarmee men over het ruisen
de water van de Kapoeas naar het
paleis zou worden gebracht. Bij de lan
dingsplaats stond een erewacht opge
steld. En wat voor een erewacht.
Twintig schone inheemse meisjes,
wier lieflijke bruine ogen door haar
sluiers gluurden.
Ze waren gekleed.... Wel ik was
wat opgewonden op dat ogenblik. Ze
hadden iets geels, iets zijigs en plooie-
rigs aan. Geen sarongs.
Recht tegenover de landingsplaats
lag het paleis, tot het spitse dak vol
brandende lampen. Het leek op een
kerstboom in een sprookje.
Men ging er heen langs een lange
laan, verlicht door honderden flikke
rende kaarsen. Dan kwam men bij de
drie trappen, die naar de poorten van
het paleis leidden en aan beide zijden
van elke trap zat weer zo'n gesluierde
schoonheid nederig neergehurkt.
In een ontvangzaal, ongeveer zo
groot als een voetbalveld, zit uw gast
heer de knappe 34-jarige Hamid
die perfect Engels spreekt. Hij is een
afstammeling vari een avontuurlijke
Arabische zeevaarder, die in de 18e
eeuw een voldoende vooruitziende blik
heeft gehad om het beroep van sultan
te kiezen.
Zijn hoogheid in de wandeling
Max genaamd ziet er uit alsof hij
zo uit Hollywood was weggelopen: een
prachtige groene bepluimde tulband op
zijn hoofd, een geel zijden blouse, een
groen zijden pofbroek en een ver
schrikkelijk ceremoniële kris.
Vier per uur
Rechts in de zaal zat een swing-or
kest dat per vliegtuig uit Batavia was
gekomen en links bevond zich een on
uitputtelijke bar, waaruit de whisky
stroomde met een snelheid van vier
kisten per uur en die verder jenever
leverde, vruchtenpunch, bier en.... ik
heb het verder niet precies meer be
keken, maar ik geloof dat er nog meer
was.
Bami, slaatjes en gebak 'dienden tot
voedsel aan degenen, die tijd vonden
om wat te eten....
Buiten, in de verlichte tuinen, ston
den dozijnen tafels, waar men - door
paleisschoonheden werd bediend.
Als men een goede reden wil vin
den, waarom de Hollanders naar Indië
gaan, moet men eens zo'n feest bij een
sultan op West-Borneo gaan bijwonen.
Tot zover deze Engelsman. Met een
dergelijke voorlichting wordt de waar
heid allesbehalve gediend en wordt
wel een zeer eenzijdige indruk van
onze taak in Indonesië gegeven.
Bij een familie aan de Engelan-
derweg te Beekbergen kan men
een natuurmerkwaardigheid be
wonderen. Wat is namelijk het
geval? Toen men enige tijd ge
leden de fluitketel (zonder dop)
een paar dagen buiten had laten
staan in de gaffelvormige tak van
een lage boom, ontdekte ir.en op
een ochtend, dat deze ketel het
middelpunt was geworden van de
aandacht van een meesjespaar. De
vogeltjes vlogen af en aan, geheel
in beslag genomen door het bou
wen van 'n nestje in de fluitketel.
Oe nauwe opening was net groot
genoeg om de mezen toegang te
verschaffen.
Intussen is in het veilige binnen
ste van de ketel het nieuwe leven
geboren, de eitjes kwamen uit en
de ouders hebben het nu druk om
de wijdopengesperde bekjes met
voedsel te vullen. Is men erg
nieuwsgierig, dan neemt men rus
tig de fluitketel bij het handvat op
en aanschouwt het broedsel. Zet
't dan weer in de boom en de hele
maal niet angstige ouders wippen
vlug door de tuit naar binnen om
de meesjes van nieuw voedsel te
voorzien.
(Van onzen luchtvaartmedewerker)
In een recente aflevering van
het Amerikaanse weekblad „Col
liers" vonden wij enkele merk
waardige gegevens over de Sovjet-
Russische verkeersluchtvaart. De
Russische luchtverkeersmaatschap-
plj „Aeroflot" heeft thans een
luchtnet van ongeveer 80.000 km
lengte en het breidt zich nog steeds
uit. Het centrale punt, waar alle
voorname luchtlijnen samenkomen,
is Moskou en van hieruit kan men
naar alle belangrijke Europese en
Aziatische steden vliegen binnen de
grenzen van Rusland. Ook zijn er
talrijke lijnen naar de Baltische
staten, naar Polen, Joegoslavië,
Hongarije, Roemenië en naar de
Russische bezettingszones in Duits
land en Oostenrijk.
Voor de oorlog was „Aeroflot" een
weinig bekende onderneming. Direct
na het einde der vijandelijkheden zijn
de Russen begonnen hun luchtverkeers-
organisatie te reorganiseren en uit te
breiden. Vrijwel alle nog In leven zijn
de vliegers van de Duitse Lufthansa,
alsmede het technisch personeel, werkt
thans voor de „Aeroflot", waar de Rus
sen een dankbaar gebruik maken van
de schat van ervaring, die de Duitsers
op dit gebied opdeden. Duitse piloten
leiden thans Russische verkeersvliegers
op. De schrijver van het artikel be
weert, dat de Lufthansa eenvoudig
haar kantoren heeft verplaatst van
Berlijn naar Moskou.
De efficiency en de veiligheid der
Russische luchtlijnen staat op een veel
hoger peil dan het buitenland aan
neemt. Nog steeds weigeren de Russen
aan buitenlandse luchtvaartonderne
mingen het recht, om over hun gebied
te vliegen. Daarentegen hopen de Rus
sen door een handige luchtvaartpoli-
fiek en het controleren van de Hon
gaarse, Roemeense en Joegoslavische
verkeersluchtvaart verder naar het
Westen te kunnen doordringen, zonder
dat hiervoor bilaterale luchtvaartver
dragen moeten worden afgesloten en
Rusland concessies zou moeten doen.
De productie van vliegtuigen, waar
van een zeer groot gedeelte in moder
ne, gedeeltelijk ondergrondse fabrieken
plaats vindt, zou over dit jaar 100.000
bedragen. Indien dit cijfer op waar
heid berust, is de Russische productie
op dit gebied thans groter dan de
Amerikaanse productie gedurende het
topjaar 1944, welke 96.000 bedroeg. Het
meest gebouwde burgervliegtuig is d»
Russische licentie van de Douglas DC
3, waarvan de productie op maar liefst
360 per maand wordt geschat. De Ver
enigde Staten maakten over het afge
lopen jaar een totaal van 480 verkeers
vliegtuigen.
Volgens „Colliers" beschikte Rusland
in 1945 over 16.420 gevechtsvliegtuigen
en 4200 bommenwerpers. Dit getal zou
thans verdubbeld zijn.
Wij plaatsen deze gegevens zonder
commentaar.
De vroegere president van de V. S.,
Herbert Hoover, heeft na een besloten
zitting van het Amerikaanse Huis van
Afgevaardigden op een persconferentie
verklaard, dat naar zijn mening het
economisch herstel van de wereld bin
nen twee of drie jaar een feit zou zijn,
wanneer Frankrijk en de Sowjet-Unie
wilden meewerken. Het veldwinnen
van het socialisme in Europa is vol
gens Hoover een van de voornaamste
orzaken van de vertraging bij het in-
dustriëel herstel in Europa. De indu
strie van vormalige vijandelijke lan
den moest worden ontkluisterd.
door Tjeerd Adema
De voorname herenhuizen stonden nog
netjes in de rij en gelid, onder de bo
men langs de waterkant liepen enke
le voorbijgangers en voor de hoge
stoep van no. 352 stond weer de prach
tige grijze Hispano Suiza, waarin de
chauffeur in livrei rustig zijn cou
rantje zat te lezen.
Het was of de man niet weg ge
weest was, of hij nog altijd hetzelfde
bericht las.
Mr. Van Deventer opende de kan
toordeur en het sproetige jongmens
schoot toe om het hekje open te
zwaaien.
Een ogenblik later stond Hans in
het privékantoor van mr. Van der
Dusse. die hem hartelijk de hand
schudde.
„Mijn beste meneer Van Linscho-
ten", zei hij, „wat doet mij dat een
genoegen. Maar ik heb 't voorspeld
Zodra ik u zag, wist ik, dat u 't ha
len zoudt. Van ganser harte mijn ge
lukwensen".
Hij liet na een flinke ruk de hand
los en deze werd overgenomen door
den heer De Hoop, die glimlachend
bij de verwelkoming had toegekeken.
„Ook mijn welgemeende gelukwen
sen, meneer", zei hij. „Namens uw
oom kan ik u nu al mededelen, dat
hij van oordeel is, dat u er zich schit
terend doorheen heeft geslagen. Hij
verwacht u en uwe verloofde zo spoe
dig mogelijk te zijnen huize".
„Is mijn oom... weet mijn oom?" zei
Hans een beetje ongerust.
Dat u verloofd is? Maar natuur
lijk", zei de heer De Hoop. „Mr. Van
der Dusse heeft niet tevergeefs zijn
jongen medewerker in dienst van de
directie van het warenhuis gesteld.
Wij hebben dagelijks rapporten over
u gekregen. Ik behoef u niet te ver
tellen. dat wij vanmorgen epn angstig
half uurtje hebben doorstaan, maar
juist de omstandigheid, dat u geen
ogenblik aarzelde om te doen wat als
man van eer van u verwacht werd,
heeft uw oom buitengewoon ver
heugd"
„Mijn oom..." zei Hans, „hij weet
dus ook al..."
„Hij is volkomen geïnformeerd", zei
de heer De Hoop. „Schikt het u met
uw meisje vandaag naar de buiten
plaats te vertrekken? Wij zullen per
auto gaan en ik zal u geleiden. Mis
schien wilt u nog enkele voorberei
dingen treffen. Het is de bedoeling,
dat u en juffrouw Hoogvorst vanavond
bij uw oom blijven logeren".
„Nog één vraag", zei Hans. „Hoe
was het mogelijk, dat mr. Van Deven
ter gelijktijdig met mij in dienst van
het warenhuis kon komen? Was er
toevallig een vacature?"
„Inderdaad", zei de heer Van der
Dusse, glimlachend. „Trouwens, wan
neer die er niet was geweest, zouden
wij een vacature gemaakt hebben. U
moet niet voorbijzien, meneer Van
Linschoten dat er met geld veel te
bereiken is en dat er met veel geld
zelfs dingen kunnen gebeuren, die
iedereen voor onmogelijk zou hebben
gehouden".
„Wanneer schikt het u, te vertrek
ken?" informeerde de heer De Hoop.
„Mag ik vragen", zei Hans, „waar
de reij heengaat?"
„Naar de Veluwe", vertelde de heer
De Hoop, „waar precies, dat zult u
vanmiddag wel constateren. Uw oom
heeft daar een landhuis waar hij in
de zomer meestal verblijf houdt. Hij
betrekt tegen de winter zijn huis op
de Heerengracht, maar met deze prach
tige nazomer zult u ongetwijfeld nog
enige weken op het buitengoed kun-
i'en doorbrengen. Verder moest ik",
zei hij, „uwe nieuwgierigheid maar
niet verder bevredigen. Een klein
beetje spanning moet er ten slotte
toch overblijven. Als u het goedvindt,
meneer Van Linschoten, zal ik u met
onze auto naar het huis van mevrouw
Hoogvorst rijden. Ik ga even met u
mee om met uwe verloofde en haar
moeder kennis te maken. Dan laat ik
u een uurtje vrij en daarna kom ik u
en uw verloofde halen om u van de
hoofdstad naar bos en heide van de
Gelderse dreven te verplaatsen".
Mr. Van der Dusse schudde zijn be
zoeker opnieuw de hand en ook mr.
Van Deventer kwam afscheid nemen.
„Mij rest vanmiddag nog de minder
aangename taak om de mysteriën
voor de heren Van Galen en Protsin-
ger op te lossen", zei hij.
„Als u wist", zei Hns gilmlachend,
„hoe u mij vanmdrgen alle hoop en
levensvreugde plotseling terug heeft
gegeven
„De laatste maanden zijn voor mij
ook een proeftijd geweest", zei mr.
Van Deventer glimlachend. ..Ik verze
ker u. dat ik er heel wat levenserva
ring in heb opgestoken en onbetaal
bare lessen in geduld en gehoorzaam
heid heb gekregen".
„De wijze waarop u zich van uw
taak heeft gekweten wordt door mijn
opdrachtgever ten zeerste geappreci
eerd", zei de heer De Hoop. zich tot
hem wendend. „U heeft ons dagelijks
volledig op de hoogte van de stand
van zaken gehouden en er is niemand
geweest, die ook maar enig vermoe
den van uw eigenlijke taak had".
Toen de chauffeur van de grijze
auto Hans met zijn begeleider de stoep
zag afdalen, kwam hij haastig uit de
wagen om het portier open te houden.
„Waarheen, meneer?" vroeg hij be
leefd, toen hij weer achter het stuur
zat.
Hans gaf het adres van zijn verloof
de op en de Hispano Suiza gleed ge
luidloos weg.
„Een genot", zei Hans, terwijl hij
zich in de zachte kussens nestelde,
„om met zo'n wagen te kunnen rij
den".
„Ik veronderstel, dat u het binnen
enkele weken niet meer zal opval
len", zei de heer De Hoop. „Men ge
went zich zo spoedig aan wat men
prettig vindt. Het is de zegen der
ontbering, dat men zo nu en dan eens
kan waarderen. Als het niet regende
zouden wij ons nooit over een zonni
ge dag verheugen".
Voor het huis van mevrouw Hoog
vorst hield de auto stil en Hans ging
zijn begeleider voor en introduceerde
hem in de huiskamer, waar Irma en
haar moeder, nog onder de indruk
van alle mysterieuse gebeurtenissen,
in druk gesprek waren.
(wordt vervolgd)