Hoe krijgen we de bouwwerken uitgevoerd? DUC SCHUURPOEDER SPANNING TUSSEN RAAD EN COLLEGE fiouxmd dcót vuj/n cjfans Hr. Ms. korvet „Batjan" is binnen PHILIPS De Helderse Gemeenteraad bijeen De EVC maakt propaganda. - Demonstratie snel-lezen. -!of hiermede met het ^ard ac^®r De gesprongen ketel. - Onhoudbare toestand op de Vis- afslag. - Een aannemer, die zich terugtrok. - De raad be noemt. - Waarom onderhandse aanbestedingen? - „Potje" of „pot' van opzetten? - Er is haast bij de wederopbouw. - Werkkrachten, materiaal en.kapitaal! - De her bouw in de binnenstad. - De schoolbus tot besluit. UCUCK IUIM T SPAART ZEEP EN SCHUIMT De Marinierskapel toch aanwezig PHIÜSHAVE 1 r r wagen gespannen wordt, met het oog In de Dinsdagavond gehouden gemeenteraadsvergadering werd in de eerste plaats een terechtwijzing gericht aan het adres van de Eenheidsvakcentrale, die tot tweemaal toe de raad heeft betrokken In aangelegenheden, die niet des raads zijn. oorts kwam de Visafsiag ter tafel, althans de verbetering die noodzakelijk in de outillage van dit bouwvallig instituut moet worden aangebracht. Eer volgend belangrijk punt was de aanbesteding van het bouwrijp maken van een gedeelte van Oud Den Helder, waarbij de laagste Inschrijver die zeide van riets te weten! zich te elfder ure terugtrok. Er werden enkele benoemingen gedaan, terwij! tenslotte het voorstel tot het onderhands aanbesteden van de verbouwing van het kledingmagazijn aanleiding gaf tot een interessante dis cussie, die allengs uitgroeide tot een diepere beschouwing van verschillende grote moeilijkheden die zich ten aanzien van de wederopbouw van onze ge meente voordoen. Men zal er goed aan doen, de lezing van dit raadsverslag niet al te vluchtig te doen geschieden, omdat zeer zeker in de naaste toekomst hierop meermalen teruggegrepen zal moeten worden. Voordat met de afwerking der agen- ca werd begonnen, zei de voorzitter, dat de heren Meijer en In 't Velt met kennisgeving afwezig waren. Hij deel de daarna aan de raad mede, dat bode De Ruyter waarschijnlijk niet meer de gemeente zal dienen, met de trouw en de liefdevolle toewijding die we van hem gewend waren. Hij is door een ernstige ziekte getroffen. Unaniem stemde de raad in met het voorstel van burgemeester Ritmeester, om aan de heer De Ruyter namens de raad de hartelijke groeten en de beste wensen te laten overbrengen. Onder de ingekomen stukken was een verzoek van mej. A. S. Baert, om haar wegens het bereiken van de pen sioengerechtigde leeftijd te ontslaan als onderwijzeres aan de openbare la gere school nr. 7. Dit ontslag werd eervol verleend, met ingang van een door B. en W. te bepalen dag. Op zijn verzoek werd, wegens het vertrek naar elders, aan de heer J. Groeneveld eervol ontslag verleend als plaatsvervangend lid van het scheidsgerecht voor de ambtenaren. Op haar verzoek werd de benoe ming van mevr. A. Charmes-Jellema tot onderwijzeres aan de openbare la gere school nr. 8 ingetrokken. DE D.U.W-ARBEIDERS Het volgend ingekomen stuk was 'n adres van het afdelingsbestuur der Eenheids-vakcentrale, houdende het verzoek te willen bevorderen dat ar beiders, werkzaam voor de DUW, zo veel mogelijk in het normale arbeids proces worden opgenomen. Onder ver wijzing naar het terzake uitgebrachte advies, stelden B. en W. voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer Schreuder (CPN) echter, had graag dat deze zaak in behandeling werd genomen. De wet op de minder valide arbeiders is nog niet in wer king, maar wat denken B. en W. met deze mensen te doen? Ook de heer Van der Veer (Prot.-Chr.) infor meerde, of al eens was onderzocht welk werk deze mensen straks kun nen doen. De heer S m i t h (PvdA) herinnerde daarop aan de raadsverga dering van 20 Mei j.L, waarin terecht door mr. Mulder naar voren was ge bracht, dat deze aangelegenheid feite lijk niet tot de competentie van de raad behoorde. Het ligt meer op de weg van de vakorganisaties om hier over met de directie van de DUW te overleggen. „Dat lijkt mij beter, dan het ten faveure van het publiek zen den van een adres aan de gemeente raad". De heer Luyckx merkte op, dat een vorig adres om advies in han den was gesteld van B. en W., maar dat bedoeld advies niet is uitgebracht. De heer Steenlage, wethouder van sociale zaken, antwoordde de sprekers door te zeggen, dat het stand punt van de EVC in deze beslist on juist is. De wet op de minder valide arbeiders is nog niet in werking ge treden. De arbeidsvoorwaarden en de lonen der DUW-arbeiders worden ge regeld door de vakbonden en de DUW-directie. Zelfs wanneer de wet op de minder valide arbeiders reeds in werking zou zijn getreden, zouden de mensen, die door de EVC worden be doeld, geen van alle in aanmerking komen om op grond van deze wet in gemeentedienst te komen, omdat hun arbeidsprestatie beneden de vijftig pro cent blijft. Voor hen is het werk op de vuilnisbelt gereserveerd. Wanneer de EVC blijft doorgaan met het zen den van adressen, kunnen deze niet meer afzonderlijk in behandeling wor den genomen. Het zou erop beginnen te lijken, dat men andere doeleinden nastreeft dan het bevorderen van de belangen van een bepaalde groep ar beiders. De heer S m i t h: „Deze mensen kunnen zich toch op de normale wijze bij het Gewestelijk Arbiedsbureau la ten inschrijven!" De heer Steen- lage zeide daarop nog, dat de arbei ders in de DUW volkomen normaal werk verrichten. Mr. Mulder: „Mijnheer Schreuder, organisee/ eens een staking onder de DUW-arbeiders!" De behandeling van dit punt werd daarna gesloten. Opbouwtoelage gemeente- personeel Als gold het een demonstratie in snel-lezen werd een hele serie mede delingen van Gedeputeerde Staten, houdende de goedkeuring van verschil lende raadsbesluiten, doorgehamerd. Eén ervan, betrekking hebbende op de toekenning van 'n opbouwtoelage aan de Secretaris en de Ontvanger der ge meente, deed de heer R a n (KVPde vraag stellen, hoe het staat met de opbouwtoelage voor de rest van het gemeentepersoneel. De heer E ij 1 d e r 3 (Prot.-Chr.zei, dat deze toelagen in enkele gemeenten reeds zijn uitbetaald. „Kunnen onze ambtenaren het bedrag nog in de loop van dit jaar tegemoet zien?" De heer Bakker (PvdA) wees in dit verband op de zeer hoge levens standaard. „Wanneer geen verdere maatregelen op het gebied van de prijzen volgen, zal een derde loonsver hoging niet kunnen uitblijven!" Wet houder Van L o o antwoordde daarop, dat de opbouwtoelage geen uitvinding is van het gemeentebestuur van Den Helder. „Onzes inziens komt ieder ge meente-ambtenaar voor deze toelage in aanmerking. Er is immers niet pre cies uit te maken, wie persé aan de wederopbouw werkt. We hebben in middels weer een adres gestuurd aan Den Haag, waarin wordt aangedrongen op een 10 procent loonsverhoging voor alle gemeente-arbeiders." Het voorstel tot het verlenen van een crediet van f 2830 voor het ver nieuwen van de verwarmingsketel in de openbare U.L.O., deed de heer Schreuder (CPN) vragen, waarom B. en W. nu pas met dit voorstel ko men, terwijl de ketel reeds tijdens de vorige winter is gesprongen. Wethou der Van Loo antwoordde, dat eerst getracht is, de ketel gerepareerd te krijgen. Toen dat niet mogelijk bleek, kon pas de aanschaffing van een nieu we ketel worden voorgesteld. Een serie andere voorstellen, o.a. dat betreffende het aanbrengen van ver anderingen in een tijdelijk als school ruimte in gebruik genomen gedeelte van het Christelijk Militair Tehuis aan de Kanaal weg, werd zonder hoofdelij ke stemming aangenomen. Het voor stel tot het aangaan van een geldlening groot f 1.400.000 tot dekking van de tekorten over de jaren 1944 t/m 1947, deed de heer Prins (PvdA) vragen, wagen gespannen wordt, met net oog op de te betalen rente. Wethouder Van der Vaart bracht naar voren, dat deze last toch zo geleidelijk mo gelijk verdeeld moet worden. Wanneer de gemeente deze lening aangaat, kan de jaarlijkse last precies worden be groot. De visafsiag. Dan komt het voorstel aan de orde waarin B. en W. een crediet van 17.000 vragen voor het treffen van enkele verbeteringen aan de Visaf siag, zoals omschreven in de Helder se Courant van Donderdag 13 Nov. JJ. Naar aanleiding hievan zegt mr. Mulder: „Dit voorstel maakt aan een volkomen onhoudbare toestand een einde. Het is met de visserij op liet ogenblik vooruitgaande en deze aangelegenheid vereist de volledige aandacht van het gemeentebestuur. Ik kan niet aan de indruk ontkomen, dat de plannen van B. en W. door een zekere druk van de zijde der vissers zgn verhaast. Een verhoging van de rechten, b(j wijze van tegemoetkoming in de kosten van verbetering, lijkt mij niet gewenst. Ik vind het juister wan neer deze kosten voor rekening van de gemeente komen. Wanneer van een lastoplegging sprake zou moeten rijn, dan zou deze behoorlijk moeten worden verdeeld tussen de vissers en de grossiers, omdat beide groepen bij de verbeteringen belang hebben. Er ziin plannen, dat de visserij belang rijk zal worden verbeterd. De kust visserij zal worden uitgebreid. Dat be tekent een grotere aanvoer van vis, en meer werk voor de visafsiag. Dan zal de voorziening in een nieuwe vis afsiag nog klemmender zijn." De heer Landman (PvdA) be toogt de belangrijkheid van de visse rij voor onze stad. „De visserij is his torisch samengegroeid met onze stad; een deel der bevolking haalt er zijn inkomsten uit." De heer Kreuger (PvdA) is dankbaar voor het bescheiden bedrag; hij wijst nog op de mogelijkheid om aanhangwagens achter de truck te bezigen. Nadat ook de heer Luijckx (KV P) de urgentie der voorgestelde ver beteringen naar voren heeft gebracht, zegt wethouder Van L o: „Er Zijn inmiddels heel wat woorden over de verbetering der visafsiag gesproken. Men heeft daarbij wel eens vergeten, dat wij ook rekening te houden heb ben met andere instanties. We hebben immers een marinehaven. Dikwijls moesten wij ons afvragen: zullen wij die verbeteringen wel aanbrengen Een voorzichtig beleid is zeer nood zakelijk. Wij zijn er echter van over tuigd, dat de marine-autoriteiten de visserij niet nodeloos dwars zullen zit ten. Wanneer er nog eens een nieuwe afslag moet komen, dan staan we voor een nog groter probleem. Want waar moet die komen te staan? De vissers hebben er bezwaar tegen, te schutten. In ieder geval, ons voorstel is zo zui nig mogelijk gehouden, en het houdt belangrijke verbeteringen in!" Het voorstel wordt dan zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De aannemer, die van niets wist. Ook het volgend agendapunt, het voorstel tot het verlenen van een aanvullend crediet voor het bouwrijp maken van een gedeelte van Oud Den Helder, geeft aanleiding tot enige discussie. De heer Prins (PvdV)„Tot mijn spijt is de gemeente er weer eens in gelopen met een aanbesteding. Zou het geen aanbeveling verdienen om van de inschrijvers een waarborgsom, bijvoorbeeld ter grootte van 1 pro cent, te verlangen? De bonafide aan nemers hebben daar zeker belang bij!" De heer Prins wil liever niet spreken over de vraag, of de aanne mer rechtens juist heeft gehandeld door de verantwoordelijkheid op de uitvoerder te schuiven. Mr. Mul- d e r is het eens met de suggestie om trent het vragen van een waarborg som. Wethouder Van derVaart geeft toe, dat de gemeente weer eens het kind van de rekening is geworden. Hij stelt zich van het vragen van een waarborgsom niet veel voor, maar dit punt kan niettemin in overweging genomen worden. „Het is zo, als je wat wilt laten bouwen, dan dien je in de rij te gaan staan, net als wanneer je een paar Nylon-kousen gaat ko pen. Dit tijdstip is mijns inziens on geschikt om dwingende bepalingen op te leggen. Wij zullen bij verschillende gelegenheden worden gedwongen, on dershands aan te besteden. We hebben hier te maken gehad met een uitvoer der. die de naam van zijn aannemer op het formulier heeft gezet. Er zijn nu twee mogelijkheden: óf de uitvoerder is zijn bevoegd heid te buiten gegaan, en heeft misbruik gemaakt van de naam van zijn patroon, óf patroon en uitvoerder slapen onder één deken. Het feit, dat de aannemer zich later bereid toonde, het werk voor een hoger bedrag uit te voe ren, kan in laatstgenoemde rich ting wijzen. Wellicht kan deze kwestie nader door de justitie worden onderzocht. Wij zijn er in ieder geval niet op ingegaan". Ten antwoord aan de heer Prins, die op spoed aangedrongen had wat betreft de stratenaanleg, zegt de heer Van der Vaart nog: „Het is ook met het oog op het jaargetijde ge wenst, dat de N.V. Midden spoedig met het werk gaat beginnen!" Het voorstel wordt dan aangeno men, en ook gaat de raad accoord met het verlenen van credieten van f 65.000 en f 13.150 voor het bouwrijp mfken en het treffen van enkele an dere terreinvoorzieningen in het ge deelte benoorden de Fortweg. Benoemingen. Alvorens enkele benoemingen aan de orde worden gesteld, komt o.a. nog het voorstel tot intrekking van de kindertoelage voor sommige groepen van het gemeentepersoneel, ter tafel en dit doet de heer Schreuder CPN) opmerken, dat verscheidene 'n Erdal-productdus goed (Ingezonden Mededeling) Gistermorgen om elf uur is Hr. Ms. korvet „Batjan", verwelkomd door een vrij gering publiek, in de haven aangekomen. Het schip was om bij tienen op de rede voor anker gegaan, waar de Commandant Zeemacht Nederland, schout bij nacht J. J. L. Willinge, zich voor het brengen van een kort inspectiebezoek aan boord begaf. De CZM sprak officieren en manschappen toe, en heette hen welkom in het vaderland. Al was aanvankelijk medegedeeld, dat de marinierskapel niet bij de ont vangst van deze bodem aanwezig zou kunnen zijn, had de kapel blijkbaar op het laatste nippertje toch gelegenheid gevonden om haar traditionele taak op het havenhoofd en aan de steiger te verrichten. Toen het schip voorbij het Wierhoofd voer, speelde de kapel het Wilhelmus, terwijl de bemanning van de „Batjan" aan dek stond aan getreden. Deze kleine bodem, wiens steven voor de eerste maal het water van een Nederlandse haven kliefde, viel jammer genoeg een weinig emo tionele ontvangst ten deel. Een poli- tie-cordon was niet nodig, en de paar honderd belangstellenden behoefden geen slag te leveren om een behoor lijk tribuneplaatsje voor de ligplaats van de „Batjan" te veroveren. De ont vangst ging dus niet met veel uiterlijk vertoon gepaard, maar zij was daar om niet minder hartelijk. Want ook hier waren onzichtbare banden tussen de wal en het schip. Ook hier zagen familieleden elkaar weer na een lan ge tijd van scheiding. Zodra de „Batjan" gedraaid en ge meerd was, mocht het merendeel van de uit 82 koppen bestaande beman ning van boord, en het spreekt van zelf dat hiermee geen seconde werd gewacht. Het was weldra ook aan boord een drukte van belang, zodat we alle moeite hadden om de com mandant, de luitenant ter zee der le klasse P. Cool, te pakken te krijgen. Het lukte ons toch, en al waren er ve len die de commandant ook beslist n ogenblik spreken moesten - één ogen blik maar, commandant! niettemin vond deze rijzige, gebruinde zeeman gele genheid ons reeds enkele bijzonder heden over zijn schip en de reis te vertellen. HET EERSTE KORVET. Hr. Ms. „Batjan", die een lengte heeft van 55 meter en 790 ton meet, is de eerste van de oorspronkelijk Austalische korvetten, die naar Ne derland komt. Deze bodem werd in Juli van dit jaar tegelijk met de „Ceram", „Boeroe" en „Morotai" van de Australische marine overgenomen, nadat dit reeds eerder geschied was met hun zusterschepen „Ambon" (waarvan de luitenant ter zee P. Cool veertien maanden commandant is ge weest), „Ternate", „Tidore" en „Ban- da". Deze schepen hadden tijdens de oorlog waardevolle diensten bewezen als mijnenvegers, en zij worden thans door de Koninklijke Marine gebruikt als patroulle-vaartuigen. De „Batjan" verschilt in zoverre van de andere schepen, dat zij van een op gebouwde commandobrug is voorzien Dit is niet bepaald een verbetering gebleken, daar de stabiliteit door de verhoging van het zwaartepunt aan merkelijk is verminderd. Wellicht houdt hiermede de kielreparatie ver band, die het schip hier in Nederland zal ondergaan. De verminderde stabi liteit heeft de „Batjan"-bemanning bij na parten gespeeld in de Golf van Bjscaje, waar het schip ten gevolge van de zware deining uit het_Zuid- Westen hevig slingerde. Niettemin verklaarde de commandant, een zeer voorspoedige thuisreis t'e hebben ge had, die vrijwel volgens het vaarsche- ma is verlopen. „OLIE-TRANSFUSIE". Op Maandag 29 September j.L ver trok de „Batjan" uit Tandjong Priok. Op 8 October passeerde de bodem Trincomalee, en op 18 October werd olie ingenomen te Aden. In volle zee, nabij Sokotra, werd deze olie overge laden in Hr. Ms. „Pieter Florisz" en „Abraham van der Hulst", op de uit reis naar Nederlands-Indië. Zij zijn daar, zoals bericht, inmiddels aange komen. Na deze „olie-transfusie" heeft de „Batjan" opnieuw olie geladen te Aden. waarna de reis werd voortge zet. Op 1 November kwam het schip te Port Said aan, op 4 November te Malta en op 10 November te Gilbral- tar. In Aden moest één der opvaren den aan wal achterblijven, omdat hij wegens een trommelvlies-perforatie in het ziekenhuis moest worden opgeno men. Voor hem moest de blijde terug keer in het vaderland dus noodge dwongen enige vertraging ondergaan. Hr. Ms. „Batjan" heeft, zoals boven reeds vermeld, patrouille-diensten ver richt in de Indische wateren, terwijl de bodem ook actief deelgenomen heeft aan de politionele actie. In een volgend nummer hopen wij daarover enkele bijzonderheden te kunnen pu bliceren. (Ingezonden Mededeling) Staalbaard kent het gemak en het genot van electrisch scheren als geen ander. En hij veroorlooft zich, om deze raad uit te spreken: geef als Sinterklaascadeau een Philips „PHILISHAVE" Staalbaard! Electrisch droogscheerapparaat N.V. PHILIPS' VERKOOP-MII V. MOERLAND, EINDHOVEN contractarbeiders nog steeds geen verhoogde kinderbijslag hebben ont- v angen. Wethouder Van Loo geeft daarop het advies: „Laten de mensen even naar het raadhuis lopen. Dit is toch geen zaak om te wachten op een raadsvergadering." Wethouder Steenlage merkt nog op, dat de bedoelde uitkering met terugwerkende kracht zal geschieden, waarna het voorstel wordt aangeno men. Dan worden door de raad met al gemene stemmen benoemd: de heren C A. Koopman en P. G. Jense tot leraar aan de handelsavondschool in tijdelijke dienst voor het cursusjaar 1947-1948; de heer B. Ouwerling tot leraar in de wiskunde aan de avond- vaktekenschool in tijdelijke dienst, ge rekend met ingang van 1 October 1947; tot leraren in vaste dienst aan de avondtekenschool, gerekend met in gang van 1 October 1947 de heren F. A. T. Terstappen (scheepsbouwkundig tekenen), J. J. Fransen (scheepsbouw kundig tekenen), R. Brouwer (wis kunde) en A. Weidema (vaktekenen aan electriciens en electriciteitsleer mej. M. S. Zomer tot onderwijzeres aan de openbare lagere school nr. 7; mej. S. P. van Setten van der Meer tot onderwijzeres aan de openbare lagere school nr. 8; mej. O. Mallant tot onder wijzeres aan de openbare lagere school no. 10. Tot plaatsvervangend lid van het scheidsgerecht voor de ambtenaren wordt met 16 van de 19 stemmen be noemd de heer J. P. Loots, Singel 44; de andere drie stemmen werden uitge bracht op nummer 2 van de voor dracht, de heer A. G. van der Linde, Celebesstraat 19. De verbouwing van het Kleding magazijn. Het op de aanvullingsagenda geplaat ste voorstel tot het onderhands aanbe steden van de verbouwingswerken aan/ het Kledingmagazijn, dat moet worden ingericht voor de bureaux van Open- irnre Werken en het Plaatselijk bureau voor de Wederopbouw, is aanleiding tot een vrij breedvoerige discussie over aanbestedingen in het algemeen. De heer Prins is niet tegen dit voorstel. Uit de stukken is gebleken, dat men contact gezocht heeft met de aannemer J. Lugtenburg. Hij wil graag aannemen dat deze het werk zal uitvoeren zoals dat van hem wordt verwacht. Maar waarom heeft men niet met méér aannemers contact ge zocht, om ook die een kans te geven? Het geeft anders licht aanleiding tot praatjes, terwijl in de aannemerswe reld ontevredenheid kan ontstaan. Is 't daarom niet beter, om de aannemers bij elkaar te halen en de zaak te be spreken? Aannemers van buiten be hoeven daarbij niet betrokken te wor den. De Helderse aannemers kunnen wat bepaalde werkzaamheden betreft, best de toets der critiek doorstaan. Is bet voorts niet mogelijk, dat de wer ken in de toekomst onder de onmid dellijke directie der gemeente worden uitgevoerd? De heer Luijckx is ook met de gang van zaken niet tevreden. Wat de openbare aanbestedingen betreft, is hij bevreesd voor de z.g. „opzetjes", die de aannemers in hun inschrijfbedrag calculeren, ter eventuele verdeling on der hun mede-inschrijvers. Inderdaad kunnen er misstanden ontstaan. Spr. maakt van de gelegenheid gebruik, om te vragen of de gasradiatoren die in het Kledingmagazijn zullen worden geplaatst, door de Water- en Lichtbe- drijven zullen worden geleverd, en of de handel daarbij niet moet worden ingeschakeld. Wat betreft het onder. hands opdragen aan de heer Lugtep. burg, merkt spr. op: „Het bureau voor de wederopbouw heeft dus feitelljfc uitgemaakt, dat alleen Lugtenburg het werk kan uitvoeren, omdat de andere aannemers overbelast zouden zijn. De wederopbouwinstanties hebben dat mijns inziens niet uit te maken, maar de aannemers zelf. Ik geef de voor keur aan openbare aanbestedingen. Ifc heb de indruk gekregen, dat Lugten burg al met het werk begonnen is. Dat zou mij beslist onjuist lijken. Ach ten B. en W. soms de raad niet com petent om dergelijke dingen te beoor delen, of gaat men er maar bij voor baat van uit dat de raad het voorstel toch wel zal aannemen, gezien de con stellatie van de raad, onder het motto: ze doen ons toch niets?" De heer Schreuder zegt, dat de wederopbouwinstanties wel kunnen uitmaken, of een aannemer in staat is, het werk binnen een bepaalde t(jd uit te voeren. Hij vraagt, of onderlinge samenwerking tussen de aannemers niet mogelijk is. Het „potje van opzetten" De heer Eijlders is verwonderd, dat de aannemers nog niet hadden ge protesteerd. „Heeft het soms niet in de Helderse Courant gestaan?" (Jawel, mijnheer Eijlders, in ons nummer van Zaterdag 15 November j.1. Red.). Wat het „potje van opzetten" betreft, merkt hij op, dat een zekere vergoeding voor het verrichte werk bij de inschrijving niet onbillijk is. Dat kan toch wel het licht velen? Is het college van B. en W. nu wel zeker, dat de heer Lugten burg het werk zal uitvoeren, en dat hij op tijd gereed zal zijn? Tenslotte vraagt hij: „Is het werk aan de Vis afsiag misschien ook al aan A of B gegeven? Of gaat dat bij inschrijving?" Ook de heer R a n (KVP) staat op het standpunt, dat openbare inschrij ving de voorkeur verdient. Hij weet, dat ook B. en W. op dit standpunt staan. „Maar wat zijn dan de zuivere motieven, die ertoe geleid hebben, dit werk aan één aannemer onderhands op te dragen? Op een KVP-congres werden de aannemers aangespoord hun prijzen zodanig te calculeren, dat ze met een redelijke winst tevreden zijn. Er is blijkbaar in de aannemerswereld iets te doen. Ik vind een zekere ver goeding voor de inschrijfkosten billijk, maar dit mag geen ten hemel schrei ende vormen aannemen". Spreker wijst dan op de vele gaten, die nog in de binnenstad aanwezig zijn en waar woningen neergezet kunnen worden, die door iedere aannemer ge bouwd kunnen worden. Hij verzoekt in de toekomst met alle aannemers rekening te houdne. De heer Van Zwijndrecht kan zich hierbij wel aansluiten. Ook mr. M u ld e r geeft uiting aan zijn ontevre denheid. „Ik wil de heer Luijckx geen ongelijk geven. Het komt nogal eens voor, dat B. en W. werkzaamheden op dragen, alvorens de raad ertoe besloten heeft, in de overtuiging, dat de raai het voorstel wel zal aannemen. Ik heb het idéé, dat uw college wat dat be treft te weinig rekening houdt met de raad. De discussies moeten gevoerd worden, voordat de zaak in kannen en kruiken is. De raad mag niet voor faits accomplis gesteld worden. De agenda's zijn tegenwoordig vrij lang, zodat de raad best eerder bijeengeroe pen kan worden". Voorzitter: „Wou u presentie geld hebben voor een zitting van een kwartier?" Mr. u 1 d e r: „Dat presentiegeld kunt u van mij wel cadeau krijgen. De zaak is dat wij vrijuit moeten kunnen spreken. Het is onjuist, wanneer één der leden in principe moet tegen stem men!" De heer Landman: „Ik hoor in de toon waarop de verschillende srpekers hun zienswijze naar voren brengen een onderscheid tussen de leden die zitting hebben in de commissie van bijstand en degenen die minder goed zijn in gelicht. Er moet inderdaad enige ruim te worden gelaten, opdat de raad de zaken kan bestuderen". Het werk moet op tijd klaar! Dan beantwoordt wethouder Van der Vaart de sprekers. „Het valt niet mee, om van -de zijde van B. en W. iets te gaan zeggen over zaken, waarover ei genlijk geen verschil van mening bestaat. Ook wij staan op het standpunt, dat openbare aanbeste dingen de voorkeur verdienen. We beginnen telkens vol goede moed. Overzien het terrein en zeggen: wat hebben we te dienen, 't niets zeggende beginsel der openbare aanbesteding, of het op korte ter mijn gereed krijgen van het werk. Dan moeten wij kiezen. We heb ben tegen de directeur van open bare werken herhaaldelijk gezegd, dat de zaken zo vlot mogelijk moe ten verlopen. Ik heb er reeds eerder op gewezen, dat de omstandigheden van het ogen blik het standpunt van B. en W. heb ben te bepalen, willen we van de we deropbouw van onze stad iets terecht brengen. In bepaalde gevallen hebben we door middel van een openbare aanbesteding de zaak voor elkaar kun nen krijgen, in andere gevallen niet. Zie vervolg Pag. 3. PER DOOS 23 CT (Ingezonden Mededeling)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1947 | | pagina 2