Hoe krijgen we de bouwwerken uitgevoerd?
DUC SCHUURPOEDER
SPANNING TUSSEN RAAD EN COLLEGE
fiouxmd dcót vuj/n cjfans
Hr. Ms. korvet „Batjan" is binnen
PHILIPS
De Helderse Gemeenteraad bijeen
De EVC maakt propaganda. - Demonstratie snel-lezen. -!of hiermede met het ^ard ac^®r
De gesprongen ketel. - Onhoudbare toestand op de Vis-
afslag. - Een aannemer, die zich terugtrok. - De raad be
noemt. - Waarom onderhandse aanbestedingen? - „Potje"
of „pot' van opzetten? - Er is haast bij de wederopbouw.
- Werkkrachten, materiaal en.kapitaal! - De her
bouw in de binnenstad. - De schoolbus tot besluit.
UCUCK
IUIM T
SPAART ZEEP EN SCHUIMT
De Marinierskapel toch aanwezig
PHIÜSHAVE
1
r r wagen gespannen wordt, met het oog
In de Dinsdagavond gehouden gemeenteraadsvergadering werd in de eerste
plaats een terechtwijzing gericht aan het adres van de Eenheidsvakcentrale, die
tot tweemaal toe de raad heeft betrokken In aangelegenheden, die niet des raads
zijn. oorts kwam de Visafsiag ter tafel, althans de verbetering die noodzakelijk
in de outillage van dit bouwvallig instituut moet worden aangebracht. Eer
volgend belangrijk punt was de aanbesteding van het bouwrijp maken van een
gedeelte van Oud Den Helder, waarbij de laagste Inschrijver die zeide van
riets te weten! zich te elfder ure terugtrok. Er werden enkele benoemingen
gedaan, terwij! tenslotte het voorstel tot het onderhands aanbesteden van de
verbouwing van het kledingmagazijn aanleiding gaf tot een interessante dis
cussie, die allengs uitgroeide tot een diepere beschouwing van verschillende
grote moeilijkheden die zich ten aanzien van de wederopbouw van onze ge
meente voordoen. Men zal er goed aan doen, de lezing van dit raadsverslag
niet al te vluchtig te doen geschieden, omdat zeer zeker in de naaste toekomst
hierop meermalen teruggegrepen zal moeten worden.
Voordat met de afwerking der agen-
ca werd begonnen, zei de voorzitter,
dat de heren Meijer en In 't Velt met
kennisgeving afwezig waren. Hij deel
de daarna aan de raad mede, dat bode
De Ruyter waarschijnlijk niet meer de
gemeente zal dienen, met de trouw en
de liefdevolle toewijding die we van
hem gewend waren. Hij is door een
ernstige ziekte getroffen. Unaniem
stemde de raad in met het voorstel
van burgemeester Ritmeester, om aan
de heer De Ruyter namens de raad de
hartelijke groeten en de beste wensen
te laten overbrengen.
Onder de ingekomen stukken was
een verzoek van mej. A. S. Baert, om
haar wegens het bereiken van de pen
sioengerechtigde leeftijd te ontslaan
als onderwijzeres aan de openbare la
gere school nr. 7. Dit ontslag werd
eervol verleend, met ingang van een
door B. en W. te bepalen dag.
Op zijn verzoek werd, wegens het
vertrek naar elders, aan de heer J.
Groeneveld eervol ontslag verleend
als plaatsvervangend lid van het
scheidsgerecht voor de ambtenaren.
Op haar verzoek werd de benoe
ming van mevr. A. Charmes-Jellema
tot onderwijzeres aan de openbare la
gere school nr. 8 ingetrokken.
DE D.U.W-ARBEIDERS
Het volgend ingekomen stuk was 'n
adres van het afdelingsbestuur der
Eenheids-vakcentrale, houdende het
verzoek te willen bevorderen dat ar
beiders, werkzaam voor de DUW, zo
veel mogelijk in het normale arbeids
proces worden opgenomen. Onder ver
wijzing naar het terzake uitgebrachte
advies, stelden B. en W. voor dit adres
voor kennisgeving aan te nemen. De
heer Schreuder (CPN) echter, had
graag dat deze zaak in behandeling
werd genomen. De wet op de minder
valide arbeiders is nog niet in wer
king, maar wat denken B. en W. met
deze mensen te doen? Ook de heer
Van der Veer (Prot.-Chr.) infor
meerde, of al eens was onderzocht
welk werk deze mensen straks kun
nen doen. De heer S m i t h (PvdA)
herinnerde daarop aan de raadsverga
dering van 20 Mei j.L, waarin terecht
door mr. Mulder naar voren was ge
bracht, dat deze aangelegenheid feite
lijk niet tot de competentie van de
raad behoorde. Het ligt meer op de
weg van de vakorganisaties om hier
over met de directie van de DUW te
overleggen. „Dat lijkt mij beter, dan
het ten faveure van het publiek zen
den van een adres aan de gemeente
raad". De heer Luyckx merkte op,
dat een vorig adres om advies in han
den was gesteld van B. en W., maar
dat bedoeld advies niet is uitgebracht.
De heer Steenlage, wethouder
van sociale zaken, antwoordde de
sprekers door te zeggen, dat het stand
punt van de EVC in deze beslist on
juist is. De wet op de minder valide
arbeiders is nog niet in werking ge
treden. De arbeidsvoorwaarden en de
lonen der DUW-arbeiders worden ge
regeld door de vakbonden en de
DUW-directie. Zelfs wanneer de wet
op de minder valide arbeiders reeds in
werking zou zijn getreden, zouden de
mensen, die door de EVC worden be
doeld, geen van alle in aanmerking
komen om op grond van deze wet in
gemeentedienst te komen, omdat hun
arbeidsprestatie beneden de vijftig pro
cent blijft. Voor hen is het werk op
de vuilnisbelt gereserveerd. Wanneer
de EVC blijft doorgaan met het zen
den van adressen, kunnen deze niet
meer afzonderlijk in behandeling wor
den genomen. Het zou erop beginnen
te lijken, dat men andere doeleinden
nastreeft dan het bevorderen van de
belangen van een bepaalde groep ar
beiders.
De heer S m i t h: „Deze mensen
kunnen zich toch op de normale wijze
bij het Gewestelijk Arbiedsbureau la
ten inschrijven!" De heer Steen-
lage zeide daarop nog, dat de arbei
ders in de DUW volkomen normaal
werk verrichten. Mr. Mulder:
„Mijnheer Schreuder, organisee/ eens
een staking onder de DUW-arbeiders!"
De behandeling van dit punt werd
daarna gesloten.
Opbouwtoelage gemeente-
personeel
Als gold het een demonstratie in
snel-lezen werd een hele serie mede
delingen van Gedeputeerde Staten,
houdende de goedkeuring van verschil
lende raadsbesluiten, doorgehamerd.
Eén ervan, betrekking hebbende op de
toekenning van 'n opbouwtoelage aan
de Secretaris en de Ontvanger der ge
meente, deed de heer R a n (KVPde
vraag stellen, hoe het staat met de
opbouwtoelage voor de rest van het
gemeentepersoneel. De heer E ij 1 d e r 3
(Prot.-Chr.zei, dat deze toelagen in
enkele gemeenten reeds zijn uitbetaald.
„Kunnen onze ambtenaren het bedrag
nog in de loop van dit jaar tegemoet
zien?" De heer Bakker (PvdA) wees
in dit verband op de zeer hoge levens
standaard. „Wanneer geen verdere
maatregelen op het gebied van de
prijzen volgen, zal een derde loonsver
hoging niet kunnen uitblijven!" Wet
houder Van L o o antwoordde daarop,
dat de opbouwtoelage geen uitvinding
is van het gemeentebestuur van Den
Helder. „Onzes inziens komt ieder ge
meente-ambtenaar voor deze toelage
in aanmerking. Er is immers niet pre
cies uit te maken, wie persé aan de
wederopbouw werkt. We hebben in
middels weer een adres gestuurd aan
Den Haag, waarin wordt aangedrongen
op een 10 procent loonsverhoging voor
alle gemeente-arbeiders."
Het voorstel tot het verlenen van
een crediet van f 2830 voor het ver
nieuwen van de verwarmingsketel in
de openbare U.L.O., deed de heer
Schreuder (CPN) vragen, waarom
B. en W. nu pas met dit voorstel ko
men, terwijl de ketel reeds tijdens de
vorige winter is gesprongen. Wethou
der Van Loo antwoordde, dat eerst
getracht is, de ketel gerepareerd te
krijgen. Toen dat niet mogelijk bleek,
kon pas de aanschaffing van een nieu
we ketel worden voorgesteld.
Een serie andere voorstellen, o.a. dat
betreffende het aanbrengen van ver
anderingen in een tijdelijk als school
ruimte in gebruik genomen gedeelte
van het Christelijk Militair Tehuis aan
de Kanaal weg, werd zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen. Het voor
stel tot het aangaan van een geldlening
groot f 1.400.000 tot dekking van de
tekorten over de jaren 1944 t/m 1947,
deed de heer Prins (PvdA) vragen,
wagen gespannen wordt, met net oog
op de te betalen rente. Wethouder
Van der Vaart bracht naar voren,
dat deze last toch zo geleidelijk mo
gelijk verdeeld moet worden. Wanneer
de gemeente deze lening aangaat, kan
de jaarlijkse last precies worden be
groot.
De visafsiag.
Dan komt het voorstel aan de orde
waarin B. en W. een crediet van
17.000 vragen voor het treffen van
enkele verbeteringen aan de Visaf
siag, zoals omschreven in de Helder
se Courant van Donderdag 13 Nov.
JJ.
Naar aanleiding hievan zegt mr.
Mulder: „Dit voorstel maakt aan
een volkomen onhoudbare toestand
een einde. Het is met de visserij op
liet ogenblik vooruitgaande en deze
aangelegenheid vereist de volledige
aandacht van het gemeentebestuur.
Ik kan niet aan de indruk ontkomen,
dat de plannen van B. en W. door een
zekere druk van de zijde der vissers
zgn verhaast. Een verhoging van de
rechten, b(j wijze van tegemoetkoming
in de kosten van verbetering, lijkt mij
niet gewenst. Ik vind het juister wan
neer deze kosten voor rekening van
de gemeente komen. Wanneer van
een lastoplegging sprake zou moeten
rijn, dan zou deze behoorlijk moeten
worden verdeeld tussen de vissers en
de grossiers, omdat beide groepen bij
de verbeteringen belang hebben. Er
ziin plannen, dat de visserij belang
rijk zal worden verbeterd. De kust
visserij zal worden uitgebreid. Dat be
tekent een grotere aanvoer van vis,
en meer werk voor de visafsiag. Dan
zal de voorziening in een nieuwe vis
afsiag nog klemmender zijn."
De heer Landman (PvdA) be
toogt de belangrijkheid van de visse
rij voor onze stad. „De visserij is his
torisch samengegroeid met onze stad;
een deel der bevolking haalt er zijn
inkomsten uit."
De heer Kreuger (PvdA) is
dankbaar voor het bescheiden bedrag;
hij wijst nog op de mogelijkheid om
aanhangwagens achter de truck te
bezigen.
Nadat ook de heer Luijckx (KV
P) de urgentie der voorgestelde ver
beteringen naar voren heeft gebracht,
zegt wethouder Van L o: „Er Zijn
inmiddels heel wat woorden over de
verbetering der visafsiag gesproken.
Men heeft daarbij wel eens vergeten,
dat wij ook rekening te houden heb
ben met andere instanties. We hebben
immers een marinehaven. Dikwijls
moesten wij ons afvragen: zullen wij
die verbeteringen wel aanbrengen
Een voorzichtig beleid is zeer nood
zakelijk. Wij zijn er echter van over
tuigd, dat de marine-autoriteiten de
visserij niet nodeloos dwars zullen zit
ten. Wanneer er nog eens een nieuwe
afslag moet komen, dan staan we voor
een nog groter probleem. Want waar
moet die komen te staan? De vissers
hebben er bezwaar tegen, te schutten.
In ieder geval, ons voorstel is zo zui
nig mogelijk gehouden, en het houdt
belangrijke verbeteringen in!" Het
voorstel wordt dan zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De aannemer, die van niets
wist.
Ook het volgend agendapunt, het
voorstel tot het verlenen van een
aanvullend crediet voor het bouwrijp
maken van een gedeelte van Oud Den
Helder, geeft aanleiding tot enige
discussie.
De heer Prins (PvdV)„Tot mijn
spijt is de gemeente er weer eens in
gelopen met een aanbesteding. Zou
het geen aanbeveling verdienen om
van de inschrijvers een waarborgsom,
bijvoorbeeld ter grootte van 1 pro
cent, te verlangen? De bonafide aan
nemers hebben daar zeker belang
bij!" De heer Prins wil liever niet
spreken over de vraag, of de aanne
mer rechtens juist heeft gehandeld
door de verantwoordelijkheid op de
uitvoerder te schuiven. Mr. Mul-
d e r is het eens met de suggestie om
trent het vragen van een waarborg
som.
Wethouder Van derVaart geeft
toe, dat de gemeente weer eens het
kind van de rekening is geworden.
Hij stelt zich van het vragen van een
waarborgsom niet veel voor, maar dit
punt kan niettemin in overweging
genomen worden. „Het is zo, als je
wat wilt laten bouwen, dan dien je in
de rij te gaan staan, net als wanneer
je een paar Nylon-kousen gaat ko
pen. Dit tijdstip is mijns inziens on
geschikt om dwingende bepalingen op
te leggen. Wij zullen bij verschillende
gelegenheden worden gedwongen, on
dershands aan te besteden. We hebben
hier te maken gehad met een uitvoer
der. die de naam van zijn aannemer
op het formulier heeft gezet.
Er zijn nu twee mogelijkheden:
óf de uitvoerder is zijn bevoegd
heid te buiten gegaan, en heeft
misbruik gemaakt van de naam
van zijn patroon, óf patroon en
uitvoerder slapen onder één
deken. Het feit, dat de aannemer
zich later bereid toonde, het werk
voor een hoger bedrag uit te voe
ren, kan in laatstgenoemde rich
ting wijzen. Wellicht kan deze
kwestie nader door de justitie
worden onderzocht. Wij zijn er in
ieder geval niet op ingegaan".
Ten antwoord aan de heer Prins,
die op spoed aangedrongen had wat
betreft de stratenaanleg, zegt de heer
Van der Vaart nog: „Het is ook
met het oog op het jaargetijde ge
wenst, dat de N.V. Midden spoedig
met het werk gaat beginnen!"
Het voorstel wordt dan aangeno
men, en ook gaat de raad accoord
met het verlenen van credieten van
f 65.000 en f 13.150 voor het bouwrijp
mfken en het treffen van enkele an
dere terreinvoorzieningen in het ge
deelte benoorden de Fortweg.
Benoemingen.
Alvorens enkele benoemingen aan
de orde worden gesteld, komt o.a. nog
het voorstel tot intrekking van de
kindertoelage voor sommige groepen
van het gemeentepersoneel, ter tafel
en dit doet de heer Schreuder
CPN) opmerken, dat verscheidene
'n Erdal-productdus goed
(Ingezonden Mededeling)
Gistermorgen om elf uur is Hr. Ms. korvet „Batjan", verwelkomd door een
vrij gering publiek, in de haven aangekomen. Het schip was om bij tienen op
de rede voor anker gegaan, waar de Commandant Zeemacht Nederland, schout
bij nacht J. J. L. Willinge, zich voor het brengen van een kort inspectiebezoek
aan boord begaf. De CZM sprak officieren en manschappen toe, en heette hen
welkom in het vaderland.
Al was aanvankelijk medegedeeld,
dat de marinierskapel niet bij de ont
vangst van deze bodem aanwezig zou
kunnen zijn, had de kapel blijkbaar op
het laatste nippertje toch gelegenheid
gevonden om haar traditionele taak
op het havenhoofd en aan de steiger
te verrichten. Toen het schip voorbij
het Wierhoofd voer, speelde de kapel
het Wilhelmus, terwijl de bemanning
van de „Batjan" aan dek stond aan
getreden. Deze kleine bodem, wiens
steven voor de eerste maal het water
van een Nederlandse haven kliefde,
viel jammer genoeg een weinig emo
tionele ontvangst ten deel. Een poli-
tie-cordon was niet nodig, en de paar
honderd belangstellenden behoefden
geen slag te leveren om een behoor
lijk tribuneplaatsje voor de ligplaats
van de „Batjan" te veroveren. De ont
vangst ging dus niet met veel uiterlijk
vertoon gepaard, maar zij was daar
om niet minder hartelijk. Want ook
hier waren onzichtbare banden tussen
de wal en het schip. Ook hier zagen
familieleden elkaar weer na een lan
ge tijd van scheiding.
Zodra de „Batjan" gedraaid en ge
meerd was, mocht het merendeel van
de uit 82 koppen bestaande beman
ning van boord, en het spreekt van
zelf dat hiermee geen seconde werd
gewacht. Het was weldra ook aan
boord een drukte van belang, zodat
we alle moeite hadden om de com
mandant, de luitenant ter zee der le
klasse P. Cool, te pakken te krijgen.
Het lukte ons toch, en al waren er ve
len die de commandant ook beslist n
ogenblik spreken moesten - één ogen
blik maar, commandant! niettemin vond
deze rijzige, gebruinde zeeman gele
genheid ons reeds enkele bijzonder
heden over zijn schip en de reis te
vertellen.
HET EERSTE KORVET.
Hr. Ms. „Batjan", die een lengte
heeft van 55 meter en 790 ton meet,
is de eerste van de oorspronkelijk
Austalische korvetten, die naar Ne
derland komt. Deze bodem werd in
Juli van dit jaar tegelijk met de
„Ceram", „Boeroe" en „Morotai" van
de Australische marine overgenomen,
nadat dit reeds eerder geschied was
met hun zusterschepen „Ambon"
(waarvan de luitenant ter zee P. Cool
veertien maanden commandant is ge
weest), „Ternate", „Tidore" en „Ban-
da". Deze schepen hadden tijdens de
oorlog waardevolle diensten bewezen
als mijnenvegers, en zij worden thans
door de Koninklijke Marine gebruikt
als patroulle-vaartuigen.
De „Batjan" verschilt in zoverre van
de andere schepen, dat zij van een op
gebouwde commandobrug is voorzien
Dit is niet bepaald een verbetering
gebleken, daar de stabiliteit door de
verhoging van het zwaartepunt aan
merkelijk is verminderd. Wellicht
houdt hiermede de kielreparatie ver
band, die het schip hier in Nederland
zal ondergaan. De verminderde stabi
liteit heeft de „Batjan"-bemanning bij
na parten gespeeld in de Golf van
Bjscaje, waar het schip ten gevolge
van de zware deining uit het_Zuid-
Westen hevig slingerde. Niettemin
verklaarde de commandant, een zeer
voorspoedige thuisreis t'e hebben ge
had, die vrijwel volgens het vaarsche-
ma is verlopen.
„OLIE-TRANSFUSIE".
Op Maandag 29 September j.L ver
trok de „Batjan" uit Tandjong Priok.
Op 8 October passeerde de bodem
Trincomalee, en op 18 October werd
olie ingenomen te Aden. In volle zee,
nabij Sokotra, werd deze olie overge
laden in Hr. Ms. „Pieter Florisz" en
„Abraham van der Hulst", op de uit
reis naar Nederlands-Indië. Zij zijn
daar, zoals bericht, inmiddels aange
komen. Na deze „olie-transfusie" heeft
de „Batjan" opnieuw olie geladen te
Aden. waarna de reis werd voortge
zet. Op 1 November kwam het schip
te Port Said aan, op 4 November te
Malta en op 10 November te Gilbral-
tar. In Aden moest één der opvaren
den aan wal achterblijven, omdat hij
wegens een trommelvlies-perforatie in
het ziekenhuis moest worden opgeno
men. Voor hem moest de blijde terug
keer in het vaderland dus noodge
dwongen enige vertraging ondergaan.
Hr. Ms. „Batjan" heeft, zoals boven
reeds vermeld, patrouille-diensten ver
richt in de Indische wateren, terwijl
de bodem ook actief deelgenomen
heeft aan de politionele actie. In een
volgend nummer hopen wij daarover
enkele bijzonderheden te kunnen pu
bliceren.
(Ingezonden Mededeling)
Staalbaard kent het gemak en het
genot van electrisch scheren als
geen ander. En hij veroorlooft zich,
om deze raad uit te spreken: geef
als Sinterklaascadeau een Philips
„PHILISHAVE" Staalbaard!
Electrisch droogscheerapparaat
N.V. PHILIPS' VERKOOP-MII V. MOERLAND, EINDHOVEN
contractarbeiders nog steeds geen
verhoogde kinderbijslag hebben ont-
v angen. Wethouder Van Loo geeft
daarop het advies: „Laten de mensen
even naar het raadhuis lopen. Dit is
toch geen zaak om te wachten op een
raadsvergadering."
Wethouder Steenlage merkt
nog op, dat de bedoelde uitkering met
terugwerkende kracht zal geschieden,
waarna het voorstel wordt aangeno
men.
Dan worden door de raad met al
gemene stemmen benoemd: de heren
C A. Koopman en P. G. Jense tot
leraar aan de handelsavondschool in
tijdelijke dienst voor het cursusjaar
1947-1948; de heer B. Ouwerling tot
leraar in de wiskunde aan de avond-
vaktekenschool in tijdelijke dienst, ge
rekend met ingang van 1 October 1947;
tot leraren in vaste dienst aan de
avondtekenschool, gerekend met in
gang van 1 October 1947 de heren F.
A. T. Terstappen (scheepsbouwkundig
tekenen), J. J. Fransen (scheepsbouw
kundig tekenen), R. Brouwer (wis
kunde) en A. Weidema (vaktekenen
aan electriciens en electriciteitsleer
mej. M. S. Zomer tot onderwijzeres
aan de openbare lagere school nr. 7;
mej. S. P. van Setten van der Meer tot
onderwijzeres aan de openbare lagere
school nr. 8; mej. O. Mallant tot onder
wijzeres aan de openbare lagere school
no. 10.
Tot plaatsvervangend lid van het
scheidsgerecht voor de ambtenaren
wordt met 16 van de 19 stemmen be
noemd de heer J. P. Loots, Singel 44;
de andere drie stemmen werden uitge
bracht op nummer 2 van de voor
dracht, de heer A. G. van der Linde,
Celebesstraat 19.
De verbouwing van het Kleding
magazijn.
Het op de aanvullingsagenda geplaat
ste voorstel tot het onderhands aanbe
steden van de verbouwingswerken aan/
het Kledingmagazijn, dat moet worden
ingericht voor de bureaux van Open-
irnre Werken en het Plaatselijk bureau
voor de Wederopbouw, is aanleiding
tot een vrij breedvoerige discussie over
aanbestedingen in het algemeen.
De heer Prins is niet tegen dit
voorstel. Uit de stukken is gebleken,
dat men contact gezocht heeft met de
aannemer J. Lugtenburg. Hij wil
graag aannemen dat deze het werk zal
uitvoeren zoals dat van hem wordt
verwacht. Maar waarom heeft men
niet met méér aannemers contact ge
zocht, om ook die een kans te geven?
Het geeft anders licht aanleiding tot
praatjes, terwijl in de aannemerswe
reld ontevredenheid kan ontstaan. Is 't
daarom niet beter, om de aannemers
bij elkaar te halen en de zaak te be
spreken? Aannemers van buiten be
hoeven daarbij niet betrokken te wor
den. De Helderse aannemers kunnen
wat bepaalde werkzaamheden betreft,
best de toets der critiek doorstaan. Is
bet voorts niet mogelijk, dat de wer
ken in de toekomst onder de onmid
dellijke directie der gemeente worden
uitgevoerd?
De heer Luijckx is ook met de
gang van zaken niet tevreden. Wat de
openbare aanbestedingen betreft, is hij
bevreesd voor de z.g. „opzetjes", die
de aannemers in hun inschrijfbedrag
calculeren, ter eventuele verdeling on
der hun mede-inschrijvers. Inderdaad
kunnen er misstanden ontstaan. Spr.
maakt van de gelegenheid gebruik, om
te vragen of de gasradiatoren die in
het Kledingmagazijn zullen worden
geplaatst, door de Water- en Lichtbe-
drijven zullen worden geleverd, en of
de handel daarbij niet moet worden
ingeschakeld. Wat betreft het onder.
hands opdragen aan de heer Lugtep.
burg, merkt spr. op: „Het bureau voor
de wederopbouw heeft dus feitelljfc
uitgemaakt, dat alleen Lugtenburg het
werk kan uitvoeren, omdat de andere
aannemers overbelast zouden zijn. De
wederopbouwinstanties hebben dat
mijns inziens niet uit te maken, maar
de aannemers zelf. Ik geef de voor
keur aan openbare aanbestedingen. Ifc
heb de indruk gekregen, dat Lugten
burg al met het werk begonnen is.
Dat zou mij beslist onjuist lijken. Ach
ten B. en W. soms de raad niet com
petent om dergelijke dingen te beoor
delen, of gaat men er maar bij voor
baat van uit dat de raad het voorstel
toch wel zal aannemen, gezien de con
stellatie van de raad, onder het motto:
ze doen ons toch niets?"
De heer Schreuder zegt, dat de
wederopbouwinstanties wel kunnen
uitmaken, of een aannemer in staat is,
het werk binnen een bepaalde t(jd uit
te voeren. Hij vraagt, of onderlinge
samenwerking tussen de aannemers
niet mogelijk is.
Het „potje van opzetten"
De heer Eijlders is verwonderd,
dat de aannemers nog niet hadden ge
protesteerd. „Heeft het soms niet in
de Helderse Courant gestaan?" (Jawel,
mijnheer Eijlders, in ons nummer van
Zaterdag 15 November j.1. Red.). Wat
het „potje van opzetten" betreft, merkt
hij op, dat een zekere vergoeding voor
het verrichte werk bij de inschrijving
niet onbillijk is. Dat kan toch wel het
licht velen? Is het college van B. en
W. nu wel zeker, dat de heer Lugten
burg het werk zal uitvoeren, en dat
hij op tijd gereed zal zijn? Tenslotte
vraagt hij: „Is het werk aan de Vis
afsiag misschien ook al aan A of B
gegeven? Of gaat dat bij inschrijving?"
Ook de heer R a n (KVP) staat op
het standpunt, dat openbare inschrij
ving de voorkeur verdient. Hij weet,
dat ook B. en W. op dit standpunt
staan. „Maar wat zijn dan de zuivere
motieven, die ertoe geleid hebben, dit
werk aan één aannemer onderhands
op te dragen? Op een KVP-congres
werden de aannemers aangespoord hun
prijzen zodanig te calculeren, dat ze
met een redelijke winst tevreden zijn.
Er is blijkbaar in de aannemerswereld
iets te doen. Ik vind een zekere ver
goeding voor de inschrijfkosten billijk,
maar dit mag geen ten hemel schrei
ende vormen aannemen".
Spreker wijst dan op de vele gaten,
die nog in de binnenstad aanwezig zijn
en waar woningen neergezet kunnen
worden, die door iedere aannemer ge
bouwd kunnen worden. Hij verzoekt
in de toekomst met alle aannemers
rekening te houdne.
De heer Van Zwijndrecht kan
zich hierbij wel aansluiten. Ook mr.
M u ld e r geeft uiting aan zijn ontevre
denheid. „Ik wil de heer Luijckx geen
ongelijk geven. Het komt nogal eens
voor, dat B. en W. werkzaamheden op
dragen, alvorens de raad ertoe besloten
heeft, in de overtuiging, dat de raai
het voorstel wel zal aannemen. Ik heb
het idéé, dat uw college wat dat be
treft te weinig rekening houdt met de
raad. De discussies moeten gevoerd
worden, voordat de zaak in kannen en
kruiken is. De raad mag niet voor
faits accomplis gesteld worden. De
agenda's zijn tegenwoordig vrij lang,
zodat de raad best eerder bijeengeroe
pen kan worden".
Voorzitter: „Wou u presentie
geld hebben voor een zitting van een
kwartier?"
Mr. u 1 d e r: „Dat presentiegeld
kunt u van mij wel cadeau krijgen. De
zaak is dat wij vrijuit moeten kunnen
spreken. Het is onjuist, wanneer één
der leden in principe moet tegen stem
men!"
De heer Landman: „Ik hoor in de
toon waarop de verschillende srpekers
hun zienswijze naar voren brengen een
onderscheid tussen de leden die zitting
hebben in de commissie van bijstand
en degenen die minder goed zijn in
gelicht. Er moet inderdaad enige ruim
te worden gelaten, opdat de raad de
zaken kan bestuderen".
Het werk moet op tijd klaar!
Dan beantwoordt wethouder
Van der Vaart de sprekers.
„Het valt niet mee, om van -de
zijde van B. en W. iets te gaan
zeggen over zaken, waarover ei
genlijk geen verschil van mening
bestaat. Ook wij staan op het
standpunt, dat openbare aanbeste
dingen de voorkeur verdienen. We
beginnen telkens vol goede moed.
Overzien het terrein en zeggen:
wat hebben we te dienen, 't niets
zeggende beginsel der openbare
aanbesteding, of het op korte ter
mijn gereed krijgen van het werk.
Dan moeten wij kiezen. We heb
ben tegen de directeur van open
bare werken herhaaldelijk gezegd,
dat de zaken zo vlot mogelijk moe
ten verlopen.
Ik heb er reeds eerder op gewezen,
dat de omstandigheden van het ogen
blik het standpunt van B. en W. heb
ben te bepalen, willen we van de we
deropbouw van onze stad iets terecht
brengen. In bepaalde gevallen hebben
we door middel van een openbare
aanbesteding de zaak voor elkaar kun
nen krijgen, in andere gevallen niet.
Zie vervolg Pag. 3.
PER DOOS 23 CT
(Ingezonden Mededeling)