DE JEUGD-KOER c De mislukte operatie I II RHEUMIN lETTlf SCHADUW 3 am ml om door J. D. v. Ext.7) Dr MEENK'S Wh HalloJongens en Meisjes! Prijsraadsel De jas kon er niet uit Het raadsel van de vorige week GENEESMIDDELEN HOOFDPIJNPOEDERS Onze rrededelingen door Jan Dirk van Exter LUISTEREN NAAR.... Doelloos zaten Fred en Connie op 'n regenachtige vrije middag in hun speelkamer rond te zien. Op het be kende speelgoed waren ze al lang uit gekeken vonden ze. „Binnen zitten, niks aan", meende Connie. Eigenlijk vonden zij dat er niets be stond. waarmee je gezellig bezig kon zijn sinds zij bij de schuur rovertje had den gespeeld. „Als de waslijntjes maar niet waren gebroken had moeder er zeker geen erg in gekregen en zaten wij er nu nog", dacht Freddie hardop. Plotseling ging de deur open. Moeder kwam eens kijken of ze leuk samen speelden. Zij hoefde echter niets te vragen. Hun gezichtjes zeiden genoeg. „Rovertje spelen beviel geloof ik be ter, hé? Maar wat zie ik daar? Twee kinderen, die zwaar ziek zijn. Zuster, kijk eens hoe bleek die zien". En moeder wees ernstig naar de bei de poppen die roerloos op de grond lagen. „Denkt U ook niet, dokter", begon ze tegen Fred, „dat ze waarschijnlijk voor onderzoek naar het ziekenhuis moeten? U bent zo knap. Ik zal een taxi opbel len. U gaat dan zeker mee is het niet zuster?" Connie en Fred keken moeder onge lovig aan. Was het ernst of een spel letje? Neen, een ernstig spelletje, dat begrepen ze wel. Ineens wilden ze niets meer van ro vertje spelen weten, maar een zieken huis en operatie waren veel echter. Fred, die zich plotseling als dokter de gewichtigste van allen voelde, deelde plechtig mede, dat hij juist getelefo neerd had en de patiënten in het zie kenhuis werden verwacht. „Als er ge opereerd wordt, ben ik er ook bij", zei Connie happig. „Natuurlijk" verzekerde Fred. Fred was een volleerd kinderdokter en haalde vast zijn zakken leeg om een spijker of iets dergelijks te vinden voor een mogelijke operatie. Op een oude stoel nu een ziekenauto ver voerde hij zijn patiënten zelf, die ril den van angst, tot voor de zware deur van het ziekenhuis. Even later trad hij A 'J Verscheidene kinderen hebben gezegd, dat ze het prijsraadsel de vorige week niet moeilijk hadden gevonden. Om eens te kijken of zij werkelijk zo knap zijn zal ik ditmaal een moeilijk raadsel opgeven. Als je weet hoe het gaat, is het gemakkelijk uit te zoeken, maar dat is een nauwkeurig werkje en daarvoor zullen jullie wel even tijd nodig hebben. Nu maar eens zien, wie het raadsel van het geheimschri.: kan oplossen. Jan en Kees waren dikke vriendjes. Zij zaten naast elkaar in de bank*en lazen eikaars boeken, waarbij ze vooral die boeken mooi vonden, waarin over rovers verteld werd. Op een Zaterdagmorgen vond Kees een briefje in zijn brievenbus en toen hij het openmaakte, begreep hrj er eerst niets van. Hij kon het niet lezen, maar hij begreep al gauw dat het van Jan afkomstig was. Jan wilde hem een boodschap sturen, die alleen hrj zou mogen lezen en daarom nam Kees een stukje papier, zette er alle letters van het alphabet op en keek eens na hóe Jan het briefje in elkaar gezet had. Hij was een slimme jongen, hij had het al gauw ontdekt en. hij was precies op het afgesproken uur aan. wezig. Bekijken jullie het briefje nu eens goed. Neem er een potlood en een stuk papier bij en zet alle letters van het alphabet achter elkaar. Probeer dan het briefje te ontcijferen en zend de uitkomst naar Tante Iet, die nieuwsgierig is wie van haar nicht jes en neefjes dit raadsel kunnen op lossen. Onder de goede oplossers zullen weer enige boeken verloot worden. Hier volgt het briefje, dat Kees in zijn brievenbus vond. Cftuf Lfft Lpn whonjeebh pn uxff vvs jó ifu cpt. Ebo hbbo xf spwfsukf tqfmfo Kbo. als portier van achter het gordijn te voorschijn en bracht zuster Connie met de kinderen naar de onderzoekkamer. Moeder was, zonder dat ze het be merkt hadden, naar de keuken ver dwenen. „Gaat U rustig zitten, mevrouw", zei dokter Fred, die een kind naast zich neerzette en het andere op Connie's schoot vriendelijk toesprak. „Ja, ik zie het al. Een kleine opera tie is het. Je hoeft niet bang te zijn. Kom maar mee. Neen zuster, blijft U hier op dat kindje passen". Dat beviel Connie maar half. Wat ging Fred in dè slaapkamer doen? Ze hoorde de kraan lopen en zachtjes tik ken. Nieuwsgierig gluurde zij om een hoekje. Daar zag, ze hoe haar lieve lingspop stevig met koud water en daarna met een grote spijker werd be werkt. Toen de pop door èn door nat was gemaakt, kreeg ze een grote zak doek om haar hoofd gebonden en zo ontving Connie haar terug. „Luister eens, Con. tante Els is be neden", viel Fred uit zijn rol. „Mis schien heeft ze weer van die fijne stroopwafels bij zich. Ga mee!" Ze vlogen de trap af en vergaten ziekenhuis, operatie en patiënten. La ter gingen ze met tante boven de zie ken bekijken. „Dat hoofdverband zit geloof ik niet helemaal goed", vond Connie die meende dat zij er ook in gekend moest worden. Voorzichtig wikkelde zij het los en toen.barstte ze in tranen uit. Haar lieveling lag met een volkomen vormeloos gezicht dat er week en papperig uitzag voor haar. „Ik begrijp het", zei tante, „deze dok ter, die heel knap was, wist nog niet, dat kinderen van gips niet tegen wa ter bestand zijn. De patiënte is eraan bezweken. De operatie is mislukt, dok ter! De volgende keer wat beter, hoor! En zou hierop als troost lekkere drab- belkoek smaken? Stroopwafels heb ik ditmaal niet bij me". En werkelijk; dit bleek wel de beste medicijn te zijn. Was het niet voor de patiëntjes, dan toch zeker voor de dokter en de ver pleegster. De vermaarde sterrekundige Bessei was een. uitnemend geleerde, die op zijn kleding bij het fatterige af was. Wel een opvallende eigenschap voor een professor. Eens ontdekte hij bij een handelaar een lap Engelse stof. zoals hij nog nooit had gezien. In het bewustzijn de enige te zijn, die op het vaste land zulke stof in de vorm van een mooie lange jas zou dragen, gaf hij fluks de gevraagde hoge prijs voor de weinige ellen, die de koopman in voorraad had. Zijn kleermaker trok een bedenkelijk gezicht toen Bessei met de lap stof bij hem kwam en ver klaarde, geen lange jas ervan te kun nen maken, daar die er niet uit kon. Bessei zond om een andere kleer maker. En deze nam direct de op dracht aan. Een week later kwam de jas. Vol trots deed Bessei zijn eerste wande ling met de nieuwe jas. maar wie be schrijft zijn verbazing toen hij een jongetje op straat zag spelen in een jasje van hetzelfde laken. Het bleek het zoontje van de tweede kleermaker. De jas had er dus werkelijk „uit" ge kund. Met het knaapje aan de hand trok Bessei naar zijn eerste kleerma ker. „Wat moet ik nu van uw weige ring denken?" vroeg hij. „Wel", antwoordde de kleermaker, „dat spreekt toch vanzelf. Mijn zoon is veel groter dan dit ventje hier". Het prijsraadsel van de vorige week bleek voor vele kinderen niet zo erg moeilijk te zijn. De jongensnamen wa ren: Albert, Barend, Simon en Gerrit. De meisjesnamen: Margaretha, Hen- derica, Wilhelirtina, Frederica. Er kwamen weer heel wat goede oplossingen binnen. Na loting werden te prijzen als volgt toegekend: Cornelia Harder, Kanaaldijk '11, Alkmaar (11 jaar). Jopie Stam, Oosterweg B 28, Cal- lantsoog. Gré Wjjdenes, Sijbekarspel, S 99 (12 jaar). Cor van Domselaar, Arendsweg 84, Beverwijk (11 jaar). Dik Komen, Lagesteeg 5, Wagenin gen. De boeken worden binnenkort aan deze kinderen toegezonden. im BRASKAMP NV. FABRIKANTE VAN Reeds gedurende een halve Miw **n de spits doer de udstelteade 9 c*. p. 1.10 p. <U«i v. 29 «t. Een correspondentievriendinnetje wordt gezocht voor Alie Kiewiet, Schildereind 25, Den Burg, Texel. Zij wil graag postzegels ruilen, is twaalf jaar oud en zit in de vijfde klas. Ook voor Marietje Tromp. Meer straat 32, Beverwijk, wordt een cor respondentievriendinnetje in N.-Hoi- land gezocht. Zij is bij de Kabouters van de padvinderij, zit in. de zesde klas van de lagere school en is elf jaar oud. Voor de laatste maal wordt Annie Borking verzocht haar adres te willen opgeven. Er is n.h naar dit adres gevraagd. Welk meisje in Noord-Holland wil corresponderen met Jopie de Haan, Grote Noord 97, Hoorn? Jopie is tien jaar oud en zit in de vijfde klas. Allereerst hartelijk dank voor de vele goede wensen, die ik ter gelegenheid van het Paasfeest ontving Hebben jullie ook prettige dagen gehad? Nu gaan wij maar weer eens vlug met de briefjes beginnen Het eerst komt deze week Beppie de Boer aan de beurt Natuurlijk mogen jullie allen de oplossingen in één enveloppe doen, Beppy Dat is voor mij zelfs veel gemak kelijker, want dan behoef ik maar een enveloppe open te maken Hoe gaat het nu met Steven? Van harte beterschap voor hem gewenst Berlie Middel koop, dank voor je goede wensen The First, het spijt me dat je het boek nog niet ontvangen heb Ik zal er weer naar vragen Eliy Rempt, heb je Keesje en Flip goed verwend? Die hond is een slimmerd, hoor! Rie Schoonen. ja, nu ben je me echt aan het verwennen Dat verhaaltje vond ik erg aardig en ook al die leuke versjes En niet te vergeten dat prachtige Paasei en de bandjes Hartelijk dank voor alles, Rietje Je hebt er een heel werk aan gehad Alie en Hansje Kiewiet, ja, films over het vogelleven zijn altijd erg interes sant Jullie zuilen op Texel wel veel mooie voges zien Ik zal mijn best doen om een correspondentie-vriendinnetje te vinden Nida Wuis, is de zang uitvoering al geweest? Ik hoop, dat je er mij over zult schrijven, want ik ben er erg benieuwd naar Je hebt al weer zo'n aardige tekening voor mij gemaakt Hartelijk dank, ook voor de bandjes! Annie Verhage, ik miste je al de laatste weken Misschien is dat verhaaltje van je Oom wel geschikt voor de Jeugd-Koerier Is je rapport goed? De Klaproos, leuk, dat jij al twee ge trouwde zusters hebt Ik wist niet, dat je ook op een mandoline-club bent Daar wil ik graag eens wat over horen Brombeer, hartelijk dank voor je tekening Die is aardig Gerda Kuit, welkom bij ons! Natuurlijkmag je ook alleen de oplossing van de raadsels sturen als je zo'n hekel aan brieven schrijven hebt Enie Aukes, aan postzegels van de koloniën kan ik je niet helpen, maar ik zal eens kijken of er nog bijzondere Hollandse postzegels in mijn doosje zijn Tanny Ekkebus, de postzegels heb ik verzonden Fanny 'S toch echt een goede meisjesnaam, maar nu zal ik in het vervolg Tanny schrijven Nelie van Yperen, toe maar, wat heb je me verwend met post zegels Heb je zelf nog mee gedaan op het schoolfeest? Jannie Weidema, zeker, dat is een goed rapport, hoor Ben je al terug uit Wieringen en hoe is het geweest? Nellie Weidema, ook jouw rapport was best Wat ga je voor die gulden kopen? Ineke en Lize Vos, wat een verjaardagen hebben jullio gevierd Ik hoop maar, dat Lize li^ar prijs spoedig zal ontvangen Corrie Pothman, deze week is het. raadsel niet zo gemakkeiijk maar als je slim bent kun je het in een ogenblikje ontdekken Ria Heertjes, je nichtjes uit Alk maar kan ik wel Dat zijn ook mijn nichtjes, Ria, want zij doen ook mee met de Jeugd-Koerier, die ik voor Alkmaar verzorg Adrie van 't Hart, voo'- dat ik je laatste brief ontving, heb ik je al postzegels toegezonden Je zult ze ne wel ontvangen hebben Nellie Ziim, ais je nu alleen in bed kunt liggen, moet je eigenlijk, vroeg gaan slapen, want als je zusje weer thuis komt heb jé t rijk niet langer alleen Maartje Smids, ik vind het leuk, dat je ook post zegels voor mij gaat sparen Wees maar zuinig op je mooie ringetje Het rap port was uitstekend Gerda Paans, je hebt me veel plezier gedaan met al die mooie tekeningen Je kunt het goed, Gerda Hartelijk dank, hoor! Klaas Zeeman, die tekening van jou is een echt mooi schilderijtje geworden met een gouden lijst er om Nu kan ik hem zo op mijn kamer hangen Ab Hart man, met rekenen moet je nog een beetje je best doen Dan wordt het rapport helemaal mooi Wat zal jullie tuin mooi zijn met at die tulpen Steefje Overhand, hartelijk welkom bij ons Doe maar steeds mee en noem mij maar Tante Iet Jopie Stam, is je neus nu weer beter? Ik hoop dat je genóten hebt in Amsterdam Hennie Boogaart, de postzegels heb ik je al gezonden Het rapport is uitstekend, Hennie Jantje Leydeckers, jammer dat je zo'n moeite hebt m^t rekenen, maar je kunt ook niet in alle vakken 'even goed zijn, Jant.ie Doe je best maar Gerie v d Oord, ik zal je sigarenbandjes sturen Mail ha Stolk, heb je het boek, dat je bij Oom Wim hebt gewonnen ontvangen of zit je er nog steeds op te wachten? In het laatste geval zal ilc zorgen, dat je het zo spoedig mogelijk toegezonden krijgt Jaap Deelstra je hebt verbazend leuk getekend Bedankt hoor Trijnie Aggenbach, staat je naam er nu beter in? Je oplossing was jammer genoeg fout, maar een volgende keer beter Lorelei, leuk dat je zelf inkt hebt gemaakt Is dat moeilijk? J» Faastekeningetjes vind ik erg aardig Bedankt, meisje! Tot de volgende week! AUen hartelijk gegroet door TANTE IET 11. „Ja hoor eens, in de krant ge staan of niet. Ik ken jullie niet", zegt Grietje. „Iedereen kan wel zeggen, dat hij een neefje van Oom Elmer is". „Ja, maar waar moeten we dan sla pen", roept Pom met een wanhopige snuit. „We zijn helemaal van Dieren- dorp komen lopen". „Daar heb ik niets mee te maken", antwoordt Grietje en smijt de deur voor hun neuzen dicht. 12. Ja, wat moet dat nu? Pim, Pam eii Pom kijken elkaar eens aan. Dat ze het nu ook zo slecht moesten treffen. Wat moeten we doen?" vraagt Pam op een huilerige toon. „Ik ben veel te moe om terug te lopen. Moet ik nutp een politiebureau slapen?" „Ach, we zullen naar een hotel moe ten gaan", zegt Pim. „Pom geef jij het geld, dat Moeder ons meegegeven heeft, eens hier". „Maar.... dat heb ik niet", zegt Pom. „En ik heb, 't ook r.ief", roept Pim. HOOFDPIJN KIESPIJN GRIEP? (iiuor/\rrs^ doeltreffend en goed verdraaghuor CmMllH K-D.P. Radio voor Vrijdag Hilversum I 301 m - Nieuwsberichten om: 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. VARA: 7.30 Muziek bij het De Chef heeft bemerkt, dat de politie ii a intocht is. „Zeg Lange, luister eens," roept hij. Maar de Lange heeft geen tijd. Zijn hele aandacht wordt door de vrouwen rond om hem opgeëist. Ze rukken hem de kledingstukken gewoon uit de handen en de kwartjes en guldens regenen neer in de zinken emmers, die hij heeft klaargezet. „De politie," roept de Chef nu met luidere stem. De Lange schrikt op. „We moeten hier vandaan. Ze mogen ons niet te paken krijgen." „Maar hoe krijgen we dat voor él- kaar? Kijk eens om je heen!" antwoordt de Lange ontzet. „Het is onmogelijk om door deze enorme mensenmassa heen te dringen." „Ja, ja, dat kan wel, maar we moeten er wat op vinden. Weet jij niet wat"" „Als we eens gingen strooien? Wat denkt u daar van?" „Ja, ja, een ogenblikje, U wordt zo geholpen," roept hij dan weer tot de vrouwen, die ongeduldig beginnen te worden en gaan opdringen. Het plan van de Lange heeft succes. Onderbroeken, nylons, camisooltjes vlagen door de 1 cht en weldra zijn de vrouwen in een verbitterd gevecht ge wikkeld. Terwijl dr aandacht even van hun afgeleid is, slagen de Chef en de Lange er inom met hun emmers aan de achterkant van de wagen te ont snappen. En juist als de agenten n et veel moei te bij de wage zijn aangekomen, zijn de twee kooplui spoorlpos verdwenen. ontbijt (gr.pl.); 8.18 Opera-programma (gr.pl.); 8.50 Voor de huisvrouw; 9.00 Symph. concert (gr.pl.). VPRO: 10.00 Morgenwijding. VARA: 10.20 Helène Cals (gr.pl.); 10.30 Yoor de Vrouw; 10.45 Beethoven-sonate; 11.05 „De mijnramp"; 11.20 Licht orkestconcert (gr.pl.). AVRO: 12 uur AVRO's Tournee orkest; 12.30 Weerpraatje; 12.38 Gerard vaji Krevelen (piano); 1.15 „Denza program ma"; 1.45 Reportage modeshow; 1.55 gr.pl.; 2.00 Kookkunst; 2.20 gr.pl.; 3.00 Ons volk en zijn dichters; 3.20 BBC- orkest. VARA: 4.00 Haydn;. 4.30 Tus sen twaalf en zestien; 5.00 Filmland; 5.30 Wij en de muziek; 6.15 De VARA feliciteert; 6.30 Ned. Strijdkrachten; 7.00 Denk om de bocht; 7.15 Jan Vogels ac cordeonorkest. VPRO: 7.30 Cursus Waar is uw God?; 7.50 Tien voor acht; 8.05 Sonate; 8.30 Cursus: Midden in de wereld. VARA: 9.00 Men vraagt en wij draaien; 9.30 Schuldig of on schuldig; 9.50 Op vleug'len man muziek; 10.00 Buitenlands weekoverzicht; 10.15 Swing and sweet. VPRO: 10.40 „Van daag"; 10.45 Avohdwijding. VARA; 11.15 Symphonisch concert. Hilversum II, 415 m. - Nieuwsberich ten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 7.15 gr.pl.; 7.30 Morgengebed; 7.45 gr.pl.; 8.15 Pluk de dag; 9.00 Het strijkorkest; •9.30 Watertanden; 9.35 gr.pl.; 10.35 Ope ra-gedeelten (gr.pl.) 11.00 De Zonne bloem; 11.35 Als de ziele luistert; 11.45 Viool (gr.pl.) 12.00 Angelus; 12.03 Kla rinet en piano; 12.30 Weeroverzicht; 12.33 Orkest van Klaas van Beek; 12.55 Zonnewijzer; 1.25 Vervolg orkest van Klaas van Beek; 1.50 Van man tot man; 2.00 Operafragmenten (gr.pl.); 3.00 Pia no (gr.pl.); 3.15 Muzikale reisvertelling; 3.r* Allerhande bij de thee; 4.30 Lili Kraus (gr.pl.); 5.00 Na schooltijd; 5.15 Der Bettelstudent; 5.45 Wat het buiten land leest; 6.00 Klein orkest; 7.15 Ne- de-land op zee; 7.22 Appèl ex-politieke gevangenen uit de bezettingstijd; 7.30 Gx.pl.; 7.45 Katholieke jongeren; 8.05 De gewone man; 8.12 Faust; 9.55 Uit de schatkamer van het O.T.; DOOR „Wie had u dan vermoord?" „Die griezelige dokter," zei mevrouw Bassing uitdagend. „U wilt toch zeker niet beweren, dat de dokter de moordenaar van mijn heer De Vries is geweest?" Mevrouw Bassing haalde haar magere schouders op. „Dat heb ik gelukkig niet uit te maken," zei ze scherp. „Kunnen wij nu eindelek weggaan?" „Heeft U enige bewijs voor uw insinuatie?" „Dat is geen insinuatie, dat is een kwestie van gevoel." „Uw manzei de rechter-commissaris. „Ik dank de hemel, dat wij gelukkig allebei boven waren," zei mevrouw Bassing. „Mijn man kan toch zeker niet boven zitten en tegelijkertijd in een kelder een moord plegen, 't Is eenvoudig te belachelijk om er verder over te praten." „Is er iemand, die kan bevestigen, dat U beiden boven geweest is?" „Gelooft U mij niet?" vroeg mevrouw Bassing woedend. „Dit is geen kwestie van geloven, mevrouw. Dit is een ambtelijk verhoor. Wie was er nog meer op die kamer?" „Mevrouw Jaarsma," zei de directeursvrouw onwillig. „Uitstekend, dan kunt U, wat mij betreft, aan uw man mededelen, dat U beiden kunt vertrekken, qf heeft één van de heren nog iets te vragen?" „Zouden wehmdie ongeduldige mijnheer ook niet eens horen?" vroeg commissaris Vonkenberg. Mevrouw Bassing wierp hem een woedende blik toe. „Heeft deze ehman hier ook iets te vertellen?" vroege ze hautain. „Ik hoop voor U niet, dat U dat nog eens zult gewaar worden," zei de commissaris. „Stelt U er prijs op, dat de heer Bassing nog verhoord wordt, commis saris?" vroeg de heer Feenstra. De commissaris haalde zijn brede schouders op. „Och, neen, laat maar gaan." „Dan kunt U vertrekken, mevrouw." „Mijnheer Beekman, denkt U, dat uw ouders in verband met de moord nog iets kunnen meedelen?" „Neen,mijnheer. Ik heb vader gesproken. Ze hebben niets gezien." „Als niemand er bezwaar tegen heeft kunnen ook de heer en mevrouw Beekman vertrekken," zei de rechter-commissaris. „Het lijkt me verstandig om nu eerst de gastheer te horen. Wilt U zo goed zijn meneer even te waar schuwen, inspecteur „U wenst mij te spreken, heren," zei de heer De Wit even later de salon betredend. „Inderdaad, mijnheer," zei de rechter-commissaris. Hij stelde zich en ook de andere heren vluchtig voor en wees daarna uit nodigend naar de stoel voor de getuigen. „Ik stel er prijs op, mijnheer," zei hij, „U allereerst de verzekering te ge ven, dat ik het betreur, dat ik in Uw 'huis zo onverwacht in uw rechten ben getreden." „Ik begrijp volkomen, dat wij allen verdachten zijn," zei de makelaar be rustend. „Integendeel, mijnheer, ik geef U de verzekering, dat wij- volkomen van de goede trouw van U en Uw huisgenoten overtuigd zijn, maar U kunt ons enige waardevolle inlichtingen over Uw gasten geven. Ik veronderstel, dat U ze alle kent." „De meesten wel," zei de heer De Wit. „Er zijn er enkele, die hier van avond voor het eerst kwamen." „Wie zijn dat?" „Allereerst het slachtoffer." „Hoe kwam die op uw verjaarspartijtje?" „Ik belde dezer dagen mevrouw Van Bremen op om dokter en mevrouw te inviteren. Mevrouw Van Bremen vertelde mij, dat ze juist vanavond een gast zouden krijgen en vroeg of zij die mee mocht brengen. Dat was meneer De Vries." „Is dokter Van Bremen uw huisarts?" „Ja, al jaren en ook onze huisvriend." „Hij is veel ouder dan zijn vrouw, nietwaar?" „Hij is in de vijftig. Margot, zijn vrouw, zal vier- of vijf-en-twintig zijn. Hij is het vorig jaar als weduwnaar met haar getrouwd." „Waren er kinderen uit het eerete huwelijk?" „Neen, mijnheer." „Wie is die meneer Dupois?" „Ik geloof, dat hij een functie heeft aan de afdeling bevolking van de gemeentesecretarie." „Kent U hem al lang?" „Neen, hij was hier vanavond voor het eerst." „Had U hem ook geïnviteerd?" „Ja, ik ontmoette hem kortgeleden op een partijtje bij een van mijn vrien den. Hij had er toen bijzonder slag van om de gasten met gezelschapsspelle tjes bezig te houden. Toen wij dit avondje zouden hebben heb ik hem verteld wie er zouden komen en hem uitgenodigd in de hoop, dat hij bij een zo heterogeen gezelschap ook zijn ta lenten zou willen demonstreren." (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3