Hr. Ms. Kortenaer door de Zuilen van Hercules C - CE ZWARTE SCHADUW LVAN NELLE Wij spelen Bridge DAMRUBRIEK Wu_ Afrika en Europa in één blik r~ J Indisch Journaal door Anthony van Kampen DE weerberichten vertellen dat het in vrijwel heel de wereld allerbe roerdst weer is en vannacht kregen we een staartje van een of andere depres sie -te verwerken. We hebben echter één voordeel: het schip slingert nu niet meer, het stampt alleen. Kinderspeelgoed, dat niets kost Jaag die Rheumatiek uit Uw ledematen m- mé.. Ésü. lüi. lÉii %m m&. w& LUISTEREN NAAR ABONNEERT U OP DIT BLAD ooo TJEÊBD ADEMA EN NU wit/ EEN KOPJE Wm 10 APRIL. EERGISTEREN zijn we, tegen de avond, uit de haven van Lissabon vertrokken, nagewuifd door een klei ne, doch elegante selectie dames, deel uitmakend van de Hollandse kolonie. Op de brug stond dezelfde loods, die Hr. Ms. Kortenaer naar binnen ge bracht had. En hij bleek nog even slecht de Amerikaanse taal te spreken als twee dagen tevoren. De 9e April geeft ons zon en een heerlijke, pittige temperatuur. Er wor den verscheidene oefeningen op het schip gehouden, doch ik denk dat het een plezier is voor de jongens om ónder dergelijke omstandigheden te moeten werken. Later passeren we Cadiz en de kust van Andalusie wekt romantische her inneringen op aan tijden,, die men zich in orlze atoom-energische periode nog maar nauwelijks kan voorstellen. De kust wordt hoger. Tegelijk ook wilder, rauwer. Het is da kust die IV V. straks zal ombuigen bij een ontzaglij ke bergmassief: Gibraltar. Nóg verder loopt een soort zilverig lint hoog door de hemel. Het is geen linthet zijn de toppen van het Afrikaanse hoog gebergte. Het besef dat hier twee we relddelen zichtbaar zijn geeft me een zeer merkwaardig gevoel. Afrika en Europasamen onder handbereik. Samen in één blik te omvatten. Iedereen die gemist kan worden bij ""het werk staat aan dek als de Zuilen van Hercules gepasseerd worden, zo als de zeevaarders in de Oudheid de Straat van Gibraltar noemden. Het is een beetje heiig en dat is jammer voor de fotografen die aan boord zijn. Het is zonde om er een dure film aan te wagen. Met de harde stroom méé nemen we afscheid van de Atlantische Oceaan en als we de Straat doorjagen worden we vergezeld van een troep mee-snel- lende dolfijnen, die als bevallige he rauten de Kortenaer de oude wereld zee inloodsen. GRIMMIG en ongenaakbaar verrijst de Rots, de klomp steen die gedu rende eeuwen een der sleutels was der Britse wereldheerschappij. Grim mig en ongenaakbaar.... en ineens begint ergens tussen al dat rotsgesteen te een sein te flappen. Het is een sein voor de Kortenaer, die verzocht wordt z'n visitekaartje eens te laten zien. En dat doet de Kortenaer, omdat de Rots van Gibraltar Brits territoir is, omdat John Buil, en alleen hij, er te bevelen heeft. De Middellandse Zee maakt een nogal eenzame indruk. Er is maar weinig scheepvaart, hoewel het ook mogelijk is dat we toevallig een koers varen die ons met weinig mee- of te genliggers in contact brengt. De Europese kust verwazigt in de loop van de dag, maar niet dan nadat ik sneeuw en ijs gezien heb. Tegen de avond loopt een leerling van de brug naar mijn hut en deelt namens de na- vigatie-officier mede dat ,.de cassiere" zichtbaar is en alsdat ik maar dade lijk moet komen. Ik begrijp er niets van en laat de leerling tot driemaal toe herhalen dat er een cassiere voor me staat te wachten op "de brug.... De leerling knikt krampachtig in stemmend. Als ik de brug opgerend ben blijkt dat de navigatie-officier me heeft laten roepen om de eeuwige sneeuw te aanschouwen op de wilde toppen van de Siërra Nevada, die lang zaam oplossen in de avondnevel. Het stampt zelfs aanzienlijk als het morgen wordt. Geen Middellandse Zee, zoals ik die ken van ansichtkaar ten, maar een nogal grijs en grauw en triest geval. Stuifwater tot een me ter boven de brug. En de neus van de Kortenaer begraaft zich iedere 2 mi nuten in een berg zeepsop. Het is geen stormweer, maar wel ruw en er blijken weer verscheidene evenwichtsorganen te zijn van opva renden die aan 't saboteren slaan. We varen een tijdje gelijk op met een Franse jager, die soms verscholen gaat achter overkomend water. De chef machinekamer heeft me drie dagen geleden verteld dat we na Gibraltar een „olie-zeetje" zouden krij gen, maar dit blijkt toch wel een be- driegelijke voorstelling van zaken ge weest te zijn. Er komt afwisseling in de vorm van een Amerikaanse vloot-eenheid, be staande uit een machtig vliegkamp schip en een paar jagers. „Hij barst van de vliegtuigen", merkt een seiner op en zo is het. Het schip staat er vol mee en je gaat begrijpen dat er iets zit in het alleen maar aanwezig doen zijn van zulk een kleine maar tege lijk zo formidabele strijdmacht. Een uur later is het smaldeel door de kim verzwolgen Er is nog even ge seind. Over en weer vroegen we el- kaars namen en bestemming. De Yanks gingen naar Gibraltar. Wij naar Malta. De zee slecht iets af en we hopen, dat het tegen de avond een beetje zal opklaren. Iedereen hoopt dolfijnen te zien en een jong matroosje had h'et straks over zeemeerminnen. Een op merking, die met hoongelach door z'n maats werd ontvangen. Dat beetje opklareh vindt inderdaad plaats en betekent dat er zich prompt een Zaterdagavond-stemming gaat manifesteren. Bestaande uit schoonge boende body's, versopgestreken kui ven en een indrukwekkend aantal stukken plunje, uitwaaiende op de bak. In het manschappenverblijf ach teruit klinken romantische klanken op: de band, samengesteld uit banjo, mandoline en mondaccordeon, speelt Indische en Hawaiï-liedjes en zingt of neuriet de refreinen mee. De zee is donker en vliegt voorbij 't schip. Er staat een harde stroom en er zit nog steeds behoorlijk wat bewe ging in het schip. De schuimmanen van het Kortenaer-paard waaien hoog op en het zout voel je prikken op je gezicht. In het schijnsel van een dek- licht schrijven twee stokers naar huis. Overmorgen zuilen in Malta de brie ven gepost worden. Ja, er staan twee goede dingen te wachten: morgen is het Zondag en overmorgen liggen we voor Malta. door Jan Dirk -van Exter CooyrUhi B-DJT. De Chef ei^ de Lange zijn weer naar hun oude plekje tussen de bomen ge reden om de komst van de smokkel auto- af te wachten. „Hoe staat het met onze „hulptroe pen Lange*, vraagt de Chef. „We zul len ze direct weer hard nodig hebben". „Komt in orde Chef. Onze mannetjes zullen zoals altijd op tijd zijn!" De Lange grinnikt. Maar plotseling verstart zijn gezicht. „Hé, daar hoor ik een wagen! We zullen toch niet te laat zijn?" „Welnee, dat is een gewone perso nenwagen, dat hoor ik aan de motor", „Oh, daar gaat-ie al! Nou die me neer, die daar inzit, weet ook niet aan welk gevaar hij ontsnapt is. Verbeeld je dat we zo'n onschuldig mannetje met onze rookbommen bestookt hadden". Nu zo onschuldig zien de mannetjes, in deze wagen, er niet uit. Nóch de Rat met zijn sinister opgetrokken' bo venlip, nóch Fatty en Knijp-oog zijn nu bepaald onschuldige mannetjes te noemen. Maar daar weten de Chef en de Lange niets van. „Vooruit het is tijd Lange. Nu hoor ik werkelijk onze wagen aankomen", zegt de Chef. „Heb je de rookbommen klaar?" „Hij is voor de bakker", roept de Lange vrolijk, terwijl de eerste rook bommen op de wég uiteenspatten. Om de bocht Van de weg Verschijnen de koplampen van het „slachtoffer!" Er zijn vernuftige vrouwen die de kunst verstaan van njets iets te maken! Wij waren laatst bij een vriendin, die een doosje vol kleine kartonnetjes had waarmee "de melk- en yoghurtflessen afgesloten worden. „Wat doe je daar mee?" vroegen, wij verbaasd. „Dat is ideaal speelgoed voor de kleintjes! De babies maken er kleine stapeltjes van en gooien die dan om. Of ze rollen ze door de box en rollen er zelf achteraan. Voor de iets grotere kinderen steek ik er een vleespinnetje of een dun potlood door, dan wordt het een pracht tol die tijden achtereen kan draaien. De kinderen van vijf leren er 'zichzelf tellen, optellen, aftrekken, ver menigvuldigen en delen mee. Of zij prikken er een gaatje in, kleuren ze in vrolijke tinten en rijgen er dan kettink jes en armbandjes van. Zijn ze nog wat ouder dan teken ik letters op de rond jes. Zo leren zij spellen. Sommige kin deren kleuren ze en maken dan origi nele figuren. En knutselaars in de dop maken wie len onder lucifersdoosjes, dan hebben zo een kruiwagen. Of zij leggen er een serie van aan: dat wordt een trein. Daarbij komt natuurlijk de lijmpot te pas. In ieder geval wordt er in mijn huis niet één kartonnetje meer wegge gooid. Wel was ik ze af en toe goed af en leg ze dan 's nachts onder een zwaar boek te drogen. De kinderen beschou wen het als hun liefste speelgoed, ea het kostniets!" XXXVIII. Als men weet hoe, is het niet moeilijk. Een aardig spel, waarin men de juiste kans moet nemen, is het volgende: S. a-9-4-3 H. 0-5-3 R. 10-7-3-2 K. a-8 s. H. R. K. a-h-v b-9-6-5-4 9-6-4-3-2 S. H. R. K. b-10-5-2' b-10-4-2 h-v-8 10-7 43. Inmiddels komen dé assistent mèt een tijgèr en ook de directeur na derbij. Ze weten natuurlijk niet dat de drie zogenaamde tijgers danig in angst zitten. „Zo, beste brave tijgers", roept de directeur, als hij naderbij is gekomen. „Jullie krijgt gezelschap! 'Mijn assis tent heeft het geluk gehad om ook een mooi exemplaar op de kop te tik ken. Wel niet zo mooi als jullie na tuurlijk! Maar ja, ik heb nu eenmaal een bijzonder fijne neus voor tijgers!" 44. „Hoe bent U in hemelsnaam aan die drie prachtige, exemplaren geko men?" vraagt de assistent verbaasd. „Ja, ja daar vraag je me nu de kunst af! De hoofdzaak is, dat zij hier zijn. Drie prachtige jonge exemplaren. Ja, jij hebt natuurlijk ook je best gedaan", zegt de directeur op een neerbuigend toontje. „Maar je ziet zeker wel dat mijn tijgers de kroon spannen. Maar die tijger van jou kan nog ge makkelijk in deze kooi!" En de directeur wijst op de kooi van Pim, Pam en Fom! S. h-v-8-7-6 H. 9-8'-7 R. a K. h-v-b-5 Zuid-Noord waren op dit spel tot een eindbod van 4 schoppen gekomen. Nu moet gij bedenken, dat gij na het uit komen van West, als Zuidspeler alleen nog de kaarten van Noord te zien krijgt, en. dus niet weet, hoe de overige kaar ten bij West en Oost verdeeld zijn. West kwam op met harten heer en vervolgde met aas en vrouw, waarbij N.-O. en Z. elk drie keer moesten be kennen. West speelde daarna ruiten 5 en na de 2 uit N. én de vr. uit Oost moest Zuid nemen met ruiten aas. Deze bedenkt nu, dat hij om zijn contract te makerij geen slag meer mag verliezen. Hij heeft 9 schoppen-kaarten met a-h-v en vier klaverslagen .Welk gevaar zou hem dus nog kunnen dreigen? Wel, al leen de omstandigheid, dat de ontbre- kende vier troeven in één hand tegen zitten. fitten zij alle vier bij West, dan is 'aan 1 döwn niet te ontkomen. Maar zij'kunnen öolê alle vier bij Oost tegen zitten en dan?? Ja, dan is er wel een manier om met b-10 vierde tegen toch het contract te maken, omdat N.-Z. samen over a-h-v-9-8-7-6 van schoppen beschikken. Maar dan mag Z. niet be ginnen met een honneur uit Zuid voor te spelen. Eerst de 6 naar sch. aas en sch. 9 terug. Oost moet b. of 10 zetten en Zuid neemt met de vrouw. Dan klaver 5 naar klaver aas in N. en daar vandaan sch. 4. Zet Oost geen 10 of boer dan snijden met dé 8 en de laatste troef er uit halen. Zet Oost wel een honneur dan de heer in Zuid, de laatste troef er uit en de drie klaver-slagen zorgen voor de rest. Speelt U het vooral even na!! Oplossing probleem 28. Stand. Zw. 12 sch. op: 7, 9, 10, 13, 16, 19, ?0, 24, 25, 30, 35, 36. Wit 12 sch. op: 18, 22, 26, 32, 34, 37, 38, 39, 41, 42, 44, 46. Opl. 1. 22—17 (13 x 11), 2. 32—27 (36 x 47) 3. 44—40 (35 x 33), 4. 38 x 29 (47 x Ontdoe Uzelf van die slopende kwaal Neem regelmatig Kruschen Salts iedere morgen in Uw eerste kopje thee en ge voelt U al gauw een heel an der mens. Dat doet de wetenschappe lijke samenstelling van Kruschen zes minerale zouten. Die wekken de bloedzuiverende organen weer op tot jeugdig krachtige werking. Ook Uw organen hebben die opwekking nodig. Waarom zoudt ge ze die dan niet ge ven, met Kruschen Salts onder Uw bereik en met het vooruitzicht weer helemaal de oude te worden, fief en fit en tot het verzetten van bergen in staat? Kruschen Salts wordt over de hele wereld verkocht. Vraag Kruschen Salts bij Uw Apotheker of Drogist. (Ingezonden Mededeling) 21), 5. 26 x 6 (24 x 33 of 30 x 39), 6. 6—1 (30 x^39 of 24 x 33), 7. 1 x 43 (over de schijven 7, 20, 10, 9, 19 en 39). Zwart gedw. tot 1621. Wit 43 x 16, zw. 3339, wit 16—49, zw. 25—30, wit 49—35, zw. 3034 (gedw. omdat anders 35 x 24 van wit wint), wit 3549, zw. 3440. wit 49 x 35, zwart 3943. wit 3524, zw. 4348, wit 2442, zw. 48 wit 42—38, 33, 29 of 24 of 20, zw. slaat naar 41 en 46 x 37 wint. Men spele dit eindspel vooral na. Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM 29 van H. J. KUIPERS. (Zie diagram). Zw. 7 sch. op: 12, 13, 15, 29, 31, 34, 44. Wit 7 sch. op: '20, 23, 28, 32, 38, 43, 47. Zwart heeft als laatste zet 24—29 gespeeld. Wit speelt en wint. PROGRAMMA VA"N HEDENAVOND. HILVERSUM 1. 301 m. Nieuwsber. om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Sport: 6.30 Nederl. strijd krachten; 7.— Or gel (gr.pl.)7.15 De Radio Volksmuziekschool; 7.45 Reg. Voorlichtingsdienst; 8.15 Radio Philh. Orkest; 9,20 „Bestevaer claert 't wel" (M. Harp.z. Tromp); 10.45 Het diver timento orkest;( 10.45 De W.-Eur. Unie in Nederland; 11.15 Gr.pl. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsber. om 7, 8 en 11 uur. N. C. R. V.: 6.Giaconda-ensem- ble; 6.15 Land- en tuinbouw; 6.30 Ver volg Giaconda-ensemble; 6.45 Jonge mensen bekwamen zich voor een be roep; 7.15 Leger des Heils-kwartiertje; 7.30 Het actueel geluid; 7.45 „Hoe hul- di^fen Ned. vrouwen haar jubilerende Vorstin?"; 7.55 Het Bachkoraal; 8.15 Gew. steravond te Leeuwarden; 9.30 Familie-competitie; 10.Vervolg Gew. steravond te Leeuwarden; 10.30 De vaart der volkeren; 10.45 Avondover denking; 11.15 „Musica Nova"; 11.45 Slotaccoord (gr.pl.) PROGRAMMA VOOR VRIJDAG. HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsber. om 7, 8, 1, ff, 8 en 11 uur. VARA: 7.30 Gr.pl; 8.18 Opera-programma; 8.50 Voor dc huisvrouw; 9.Lichte morgenklan ken; 9.30 Werken van Edward Elgar; VPRO: 10.Morgenwijding; VARA: 10.20 Gr.pl; 10.30 Voor de vrouw; 10.45 Gr.pl.; 11.12 In Memoriam Hannibal Boontjes; 11.15 Gr.pl.; 11.30 Orgel (Jo- han Jong); AVRO: 12 Gr.pl; 12.30 Weer- praatje; 12.33 De Papavers; 1.15 Gr.pl. 1.45 Een nieuw recept voor sugarplum; 2.Kookkunst; 2.20 Virtuoso Sextet; 3.— Ons volk en zijn dichters; 3.20 De jaargetijden; VARA: 4.Melodieën uit Britse films; 4.30 Tussen twaalf en zestien; 5.— The Honolulu Birds; 5.20 Wij en de muziek; 6.15 De VARA felici teert; 6.30 Ned. strijdkrachten; 7. Denk om de bocht; 7.15 Jan Vogel's ac cordeon-orkest; VPRO: 7.30 Cursus; 7.50 Tien vóór acht; 8.05 Duetten; 8.30 Cur sus; 9.— VARA: Men vraagt.... en wij draaien; 9.30 De Dukdalf; 9.50 Op vleug'len van muziek; 10.— Buitenl. weekoverzicht; 10.15 Swing and sweet; VPRO: 10.40 Vandaag; 10.45 Avondwij ding; VARA: 11.15 Gr.pl. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsber. om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. NCRV: 7.15 Gr.pl.; 7.45 Een woord voor de dag; 8.15 Vóór 't werk; 8.30 Werken van Spaanse componisten; 9.15 Ochtendbezoek bij onze jonge zieken; 9.30 Waterstanden; 9.35 Van alles wat; 10.Alice Heksch; 10.30 Morgendienst; 11.— Maurits van den Berg (viool); 11.30 Bel.Canto; 1145 Orkest Dolf van der Linde; 12.10 Fred Noordhof (piano); 12.30 Weeroverzicht; 12 33 Fluit en orgel; 1.15 Stafmuziek corps van de Amsterdamse politie; 2. Klanken uit Zwitserland (gr.pl); 2.29- Van oude en nieuwe schrijvers; 2.40 Cyclus „Geest, muziek uit de barak-* tijd"; 3.10 Orgel en viool; 3.40 De vijf Zapakara's; 4.Voordracht door Peter Doordwijn; 4 20Vocaal kwartet; 4.a0 Omroeporkest Henk Spruit; 5.45 Gr.pL; 6Ensemble Lachman; 6.39 De Grond wetsherziening; 6.45 Geestelijke liede ren; 7.15 Nederland op zee; 7.22 Appèl ex-pol. gev.; 7.30 Het actueel geluid; 7.45 C.W.V.-kwartier. 8.15 Het Ned. Ka merkoor; 8.45 Reddende vleugels; 9.i5 Promenade orkest; 10.Vragen aan voorbijgangers; 10.30 Boedapester strijk kwartet; -10.45 Avondoverdenking; 11.15 Pianoduo; 11.40 Slotaccoord gr.pl.) «6) „O, zeker, natuurlijk," mompelde de heer Harting met weinig overtuiging. „Wacht, ik zal even mijn boeken pakken." Hij slofte naar een muurkast en haalde er enkele dikke boeken uit, welke hij opensloeg en doorbladerde. „Juist, hier heb ik het. Ik verzekerde mijn neef enkele jaren geleden voor een bedrag van vijftig duizend gulden." ,,By welke maatschappij „Bij de maatschappij waarvan ik directeur ben natuurlijk, de „Eerste Rotterdamse Verzekeringscombinatie"." „Waarom deed U dat?" „Pardon, mynheer de inspecteur, daar heeft U niets mee te maken." „Dat zult U wel ondervinden als U my een paar eenvoudige inlichtingen weigert U behoeft me natuurlyk niet te antwoorden als U dat liever niet doet, maar U kunt er zeker van zyn, dat het U dan door iemand anders gevraagd zal worden en misschien in een minder rustig onderhoud dan het onze." De heer Harting zuchtte als een man, die zich verongelykt voelt, maar geen kans ziet zyn rechten te laten gelden. „Als U het dErn weten wilt. Kyk, ik heb veel vtin my'n zuster gehouden en ik benlaat ik het maar eerlyk zeggenniet altyd een goede en hulpvaardige broer voor haar geweest als zij in finEtnciële moeilykheden verkeerde. Maar de arme jongen, die nu zo noodlottig aan zijn eind 'is ge komen, heb ik laten studeren op voorwaarde, dat hy my het geld later terug zou betalen. Wy zijn, van eenvoudige afkomst, inspecteur, en ik stelde er een eer in een man vin aanzien van hem te maken. Hij is altijd een zwakke jongen geweest en ik heb aan de mogelijkheid gedacht, dat hy plotseling zou overlijden. Dan zou ik al het geld, dat ik aan zijn studie heb' uitgegeven kwyt zyn. Vandaar, dat ik hem zo hoog verzekerde, dat ik bij zijn overlijden het hele bedrag weer terug zou kunnen krygen." „En nog veel' meer," zei de inspecteur scherp. „Och, meneer, waarom niet, als ik hem toch verzekerde." „Omdat het de premie nodeloos hoog maakte en omdat U geen enkele zekerheid had, dat Uw neef vroeg zou sterven. Wat zou er gebeurd zijn wan neer Uw neef was gaan trouwen?" „Dat maakte geen verschil," zei de heer Harting. „Is U voldaan, inspec teur?" De heer Beekman haalde zyn schouders op. Voldaan was hij allerminst, maar wat viel er tegen de mededelingen van deze man aan te voeren? Het zag er alles zeer onlogisch uit, maar de man, die daar tegenover hem zat kon een zonderling zyn en er was geen enkel bewys, dat hy' bij de misdaad betrokken was geweest. „Waar was U, mynheer Harting, op de avond van de moord?" Het mannetje achter de schrijftafel schrok en liet in zijn nervositeit zyn pyp vallen. Hy zag vuurrood, toen hij die opgeraapt had en hy keek enigs zins schichtig naar de deur. „Waar ik was...... weleh-wat komt er dat eigenlijk op aan? U wilt toch zeker niet beweren, dat ik „Ik vraag U alleen maar waar U die avond geweest is," zei de inspecteur met het gevoel, dat hij op een goed spoor zat. „Ik. welehlaat 's kyken. ik was geloof ikja. janu weet ik het weer, ik was in Amsterdam." „Aha, U was in Amsterdam? By wie was U daar?" „By wie, zegt U? Dat weet ik niet meer. Ik was zo maar eens in Am sterdam. Dat doe ik wel eens meer als ik zin heb er eens uit te gaan." „Waar is U die avond geweest?" „Waar ik die avond geweest ben, vroeg U? Dat weet ik zo precies niet meer. Ik ga zo vaak naar Amsterdam en dan loop ik hier en daar zo eens in en dan pak ik een bioscoopje of ik drink ergens een glaasje bier-" „Is U die avond in een bioscoop geweest?" „Jajadat geloof ik weTT' „In welke bioscoop?" t „Dat weet ik zo precies niet meer." „Weet U nog welke film er vertoond werd?" „Wat drommel, inspecteur, wees toch niet zo achterdochtig. Denkt U, dat ik dat allemaal onthouden heb. Ik ga zo dikwijls naar een bioscoop." „Hoe laat was U in Amsterdam?"- „Ik denk zo om een uur of acht." „Was U er nog na het vertrek van de laatste trein?" „O, U bedoelt natuurlyk op het tijdstip, dat de moord gepleegd werd. Neen, toen was ik er niet meer." „En U wilt mij niet zeggen waar U al die tyd geweest bent?" „Ik vertelde U toch al, dat ik dat niet meer weet." „Kom, mynheer Harting, het is nog maar zo kort geledden. Bedenk U eens goed." „Ik kan het U niet zeggen, inspecteur, maar ik verzeker U, dat het abso luut niets met die moord heeft te maken." „Als U niets zeggen wilt, zal ik U tot mijn spyt moeten arresteren." „U heeft hier geen enkele bevoegdheid," zei de directeur nydig. Inspecteur Beekman haalde zyn- schouders op en greep de hoorn van een telefoontoestel, dat n,aast hem op tafel stond. Toen hij zijn hoofd weer ophief zag hy tot zijn grote verbazing, dat de man, tiie tegenover hem had gezeten, onhoorbaar naar de deur was geslopen. Inspecteur Beekman liet de hoorn los en trok zijn revolver. „Naar uw plaats!" commandeerde hy. De directeur wendde zich vloekend om. „Uw houding is allesbehalve een bewijs teur, opnieuw de hoorn opnemend, terwij keurig in het oog hield. „Met het hoofdbureau? Geef mij de chef der Centrale Recherche". „Dat zal je berouwen, inspecteur", zei de man aan de schryftafel. Ik zal me persoonlijk by de minister be klagen". (Wordt vervolgd ..Wat donder, kerelriep hy. /oor Uw onschuld," zei de inspec- hy de man tegenover zich nauw-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3