HOE LAAT IS HET? TAXI Sanderse Umuiden, 20 jaar voor haar geboorte Buitenlandse handel breidt zich uit Vader Tijd in de loop der eeuwen VAN KAARS TOT CHRONOMETER Boenzel en Jonker Flonker Stoute fantasie werd werkelijkheid HOE Mr. S. VISSERING IJMUIDEN ZAG IN 1848 VOOR DE VROUW Vruchtenbowl Mercurius doet weer zaken De helfi van de invoer gedekt Callantsoog Ernstige aanrijding op de Duinweg Wieringen. Burgerlijke Stand Urk. Praktijk Dr. W. F, J.van Waveren Praktijk hervat Mevr. J. E, de Kant-Jonker afwezig wegens vacantie gesloten H.N. BESTUURDERS! Tel. 2867 Van Galengtraat 117 Abonneert U op dit blad Het is stellig waar, wanneer we de moderne klokkenmakers ver wijten, dat zij, in vergelijking met htm collega's ln vroeger eeuwen, op het gebied van klokken en hor loges, hopeloos nuchtere gebruiks voorwerpen scheppen, koude, on persoonlijke dingen, die de vergelij king met de praehtige werkstukken van honderden jaren geleden met geen mogelijkheid kunnen doorstaan. De eerste klok ter wereld verrees ongeveer 200 jaar voor Christus in de tempel, gewijd aan de vier winden in Athene: door waterkracht aange dreven houten raderen brachten een zuil in beweging, waardoor een klein beeld rees en daalde, daardoor de maanden en uren op de zuil aange bracht aanwijzend. De Romeinen introduceerden kerk klokken, die door een belsignaal het verstrijken van een uur aangaven, Behalve zonnewijzers werden in vroegere tijden ook kaarsen, in kan delaars gebruikt, volgens het idee van koning Alfred. Deze liet n.1. zes kaar sen, ieder bijna drie meter lang, ma ken, waarbij elke kaars in twaalven verdeeld was. Elke kaars brandde vier uur lang, zodat de koning pre cies kon nagaan hoe laat het was. Om te voorkomen, dat de kaarsen door de tocht sneller zouden branden, v/as elke kaars omgeven door trans parante windschermen. De klok met slinger en gewichten deed in de dertiende eeuw haar in trede in de wereld. Vele uitvinders en klokkemakers probeerden via het mechanisme van een klok het „per petuum mobile" op te lossen. Een broer van de schilder Galnsborough construeerde een klok, waarbij een loden kogel, die langs een spiraal naar beneden rolde, voor de voortbe weging zorgde. Zodra de kogel on deraan was beland, werd hij door middel van een contra-gewicht weer naar boven geëxpedieerd. HONDERD WIJSJES. In de achttiende eeuw waren uiterst gecompliceerde muziekklok- ken bijzonder ln trek. Sommige konden honderd verschillende melo dietjes spelen. In een advertentie uit die dagen werd zulk een klok te koop aangeboden met de vol- gertde aanbeveling: „Speelt 32 wijsjes, men hoort een koekoek roepen en 17 kleine vogels kwin keleren". Klokken met een doorschijnende wijzerplaat en geïllumineerd ver schenen voor het eerst ln 1827 ln Londen. In Frankrijk werden in het begin van de vorige eeuw papieren klokken verkocht, die dertig uren achtereen liepen zonder opgewonden te worden en die slechts 50 francs kostten. Een Duitse klokkenmaker in Mem- mingen deed dertien jaar over de con structie van oen klok, geheel van hout gemaakt. Deze klok behoefde men slechts eens in de drie maanden op te winden. Als de klok stil stond, weerklonk er een schot. De prijs was 6000 pond sterling en de uitvinder garandeerde de levensduur op 20 jaar 't BED UIT Natuurlijk hielden dfe klokkema kers zich ook bezig met klokken, die de mensen 's morgens deden ontwa ken. In 1851 werd er op de Londen- se tentoonstelling een alarmklok ge demonstreerd, die slapers op elk ge wenst uur deed wakker worden. Deze klok liep volkomen geruisloos en er ging geen bel over, wanneer het tijd was op te staan, neen, de slaper werd eenvoudig in zittende positie ge bracht. Een Boheemse klokkenmaker vond nog iets anders uit: wie 's avonds naar bed ging en zijn klqk afstelde, hoorde zoete en zachte muziek doch 's morgens werd hij gewekt door een donderende mars. NE UREN BERGER EIEREN. De eerste zakhorloges werden in 1490 in Neurenberg gemaakt: in ver band met hun ovale vorm werden ze „Neurenberger eieren" genoemd. In de 16 en 17e eeuw werden er horloges gemaakt, die de bizarste vormen had den, van doodshoofd tot peer en appel. Pas later koos men de ronde vorm. De eerste materialen, die men benutte, waren ijzer, lood en tin. Een glas ter bescherming van de wijzer plaat bestond tot nu toe niet: men maakte eenvoudig twee dekseltjes. Niet veel later kwamen zilveren en gouden horloges al dan niet afgezet met edelgesteenten, ln de mode. In het begin van de 19e eeuw werden de beroemde miniatuurhorloges ln een ring, broche, wandelstok en snuif doos gemaakt. EEN SUPER-HORLOGE. Het kostbaarste horloge ter wereld behoorde aan Sultan Abdul Medshld. Het werd ln 1844 ln Lon den gemaakt van 22 karaats goud met een diameter van 1,50 meter. De achterzijde was geheel geëmail- leert met bloemmotieven. De rug zijde van het horloge was van kristal gemaakt, zodat de eigenaar steeds het mechanisme kon zien. Elk uur klonk in dit „kleine zak uurwerk" een zilveren bel. De Sul tan betaalde er met vreugde 12.200 pond sterling voor! 25 WIJZERPLATEN. Een Russisch museum in Saratov bezit de meest ingewikkelde klok, die ooit Is vervaardigd. Met mechanisme door een Parijse klokkenmaker samengesteld telt liefst 25 veren en even zo vele wijzerplaten. Een der wijzerplaten geeft het zonnestelsel weer en het draaien van de aarde om de zon en van de maan om de aar de. Tevens geeft deze klok aan of de maan 's nachts al dan niet schijnt en of het eb en vloed is in verschillende streken van Azië of Europa. Zons- op en -ondergang kan men er op af lezen; voorts is er een eeuwigduren de kalender met de jaren, maanden en dagen volgens de Gregoriaanse, Mohammedaanse en Joodse tijdreke ning, terwijl men tenslotte de positie van de voornaamste sterren (tot het jaar 1873 bekend) er op afgebeeld ziet. We zeiden het: de klokkenma kers in het verleden zagen een kunst in hun handwerk, een kunst, die hoe langer hoe meer naar de achtergrond wordt gedrongen, omdat de moderne mens meengaand« met zijn tijd liever een nuchtere, moderne klok ziet. Op 8 Maart 1865 werd een aanvang gemaakt met het graven van het Noordzeekanaal en deze datum kunnnen we gevoeglijk aanduiden als de geboortedag van één van Neerland's grootste havenplaatsen, IJmulden. Echter reeds lang vóór de geboorte, toen e nog slechts duinen en strand waren op de plaats waar thans het Noordzeekanaal in de Noordzee uitmondt, was IJmuiden in het bezit van zijn naam, op 20 Augustus 1948 ontsproten aan de stoute fantasie van mr. 8. Vissering. Acht en twintig jaar vóórdat Koning Willem III de haven van IJmuiden opende, zat mr. S. Vissering, een be kend staathuishoudkundige in die ja ren, op de Zaandammerboot in 't zon netje, toen hem een fantasie inviel: „Een uitstapje naar IJ-muiden", een dromerij welke werkelijkheid is ge worden. Men kan zich voorstellen, dat een dergelijk fantastisch verhaal als belachelijk werd aangeduid in een tijd, toen in ons land een Jan Saliegeest heerste. Op de Zaandammer boot zag de schrijver in zijn fantasie het Noordzee kanaal, dat Amsterdam rechtstreeks met de Noordzee verbond. Tevens zag hij op de plek waar het kanaal in de zee mondde, een welvarende haven plaats verrijzen. Hoe zou deze plaats anders moeten heten dan IJ-muiden? De plaats waar het IJ in de zee „muidt". Met deze naam zou dan te vens het oude IJ, waaraan Amster dam ln vroeger eeuwen zo vast ver bonden is geweest, voor de toekomst bewaard blijven. Mr. Vissering begint zijn gefanta seerde reis naar de stad die nog ge boren moest worden, met te vertellen hoe warm het was op de Amsterdam se beurs en hoe hij besloot met een vriend tot een uitstapje naar IJmui den. De heenreis ging per treine linea recta naar de plaats van bestemming. Deze profetie is de enige, welke niet is uitgekomen. Een regelrechte spoor wegverbinding tussen Amsterdam en IJmuiden is nimmer tot stand geko men. Niemand zal echter mr. Vissering deze misstap ten euvel duiden. Omtrent de telegraafverbinding met het niet bestaande IJmuiden, schrijft mr. Vissering o.m.: „Wij, Hollanders, zijn practische mensen en wij hebben die telegraaf niet voor ons plezier aan gelegd. Haar voornaamste bestemming is ten dienste van handel en zeevaart. Sedert, nu een 'var of twaalf geleden het kanaal van het IJ naar de Noord zee is afgemaakt, is IJ-muiden Am sterdams zeehaven geworden. Nu is Amsterdam met zijn zeehaven verbon den door een kanaal, door een spoor wegverbinding en een telegraaf. Het eerste brengt de goederen en schepen, de tweede de personen en de brieven, de laatste de dringende tijdingen over. Er kan geen schip uit zee aankomen, geen schip uitzeilen, zonder dat de ver klappende telegraaf het binnen een se conde naar Amsterdam bericht. In de stad zelve is de dienst behoorlijk ge organiseerd, zó, dat elke belanghebben de er direct kennis van draagt. En me nigmaal gebeurt het nu, dat 's middags een behouden lading ter beurze ver kocht wordt, die 's ochtends nog niet in het gezicht was. Zelfs is het niet Het is een goed fruitjaar ditmaal. Bovendien hebben we extra suiker voor de inmaak gekregen. Nu kan er ook wel eens een alcoholloos bowltje af! U kimt hiervoor alle soorten fruit gebruiken: aardbeien, vooral de klein tjes, de z.g. „Bredase" zijn er het geu- rigst voor. Voorts frambozen, bessen, pruimen, perziken en wat citroenschil smaken ook heel goed samen. Vroeger, in de gouden jaren vóór de oorlog kwa men er bananen en een blikje ananas aan te pas. Maar daarvan zal voorlo pig in ons land nog wel geen sprake zijn. Men moet een dag voor het feest de geriste bessen, ontsteelde aardbeien en frambozen met suiker bestrooid apart zetten. Door die suiker wordt de geur opgewekt. Indien U gedroogde pruimen of abrikozen heeft moet U ze opzetten met water, kruidnagelen en pijpkanaal, plus een dun afgesne den stukje citroenschil. Laat dit alles tezamen zachtjes een poosje koken tot de vruchten gaar zijn en giet 0an de massa door een zeef of vergiet. Later kan alles weer in de bol teruggeschept worden, behalve de abrikozen. Houd die maar apart voor wat compote. De volgende dag wordt de bowl afgemaakt door de vruchten goed fijn te wrijven en ze daarna door een schone doek te wringen tot alleen de vruchtvezeels overblijven. Het al dus verkregen vocht gaat bij de ge kookte vrduchten. Nu kan men nog wat citroensap er bij doen. Men voegt er de aardbeitjes en de aan blokjes ge sneden perziken weer bij en laat de drank zo nog een uur of zes in de zon staan trekken. Het smaakt voortreffe lijk wanneer men deze bowl 's avonds serveert met ijs. Men kan verse vruchten ook uitste kend met yoghurt gebruiken. Bereid de vruchten net als voor de bowl. Leg ze daarna op de bodem van een wijd waterglas en schudt er de uitgelekte en tot room geklopte yoghurt overheen Een koele en zeer smakelijke drank, zowel voor 's middags, als het erg warm is, als voor 's avonds na de thee. Presenteer er een eigengemaakte cake of tulband bij en Uw gasten zullen smullen. zeldzaam, dat de schipper, die de tou wen losmaakt om uit te zeilen, nog vóór hij de haven uit is, de laatste or ders van zijn reder heeft gevraagd en ontvangen. Wij waren nu aan het kanaal geko men, aldus gaat de schrijver verder, dat gelijk ge weet, van het punt af, waar de straatweg naar Beverwijk de ijzeren baan kruist, tot IJ-muiden toe vlak naast de spoorweg loopt. (Hier is de fantasie tot werkelijkheid gewor den!) Het gezicht dat zich hier aanbiedt is altijd nieuw, altijd groots, altijd rijk en vol afwisseling; hoe menigmaal men ook deze tocht gedaan heeft. Stelt u voor hoe opgetogen mijn gast was, die dat alles zo voor het eerst zag. Rechts van ons, bijna onder ons, stroomde het brede kanaal, vo' leven en beweging. Hier dreef een kof, in ballast naar de Oostzee bestemd, voor de eb af. Iets verder kwam een zware Oost-Indië- vaarder opzeilen, die een rijke uit- vracht van Java inhad van merendeels Duitse, gedeeltelijk ook inlandse ma nufacturen. Met moeite gleed een stoomboot het zeekasteel voorbij. Nog sneller schoot de slanke, spitsgebouwde kanaalboot voort, in sierlijke en vlug ge wendingen alle aanrakingen ver mijdende, welke tussen Amsterdam en IJmuiden beurt vaart (men ziet, zelfs de „Alkmaar Packet" heeft mr. Visse ring geprofeteerd) bedreigen. Overigens was de brede watervlakte bezaaid met lichters, kagen, tjalken, pinken, sompen, vletten, jollen en sloe pen; de een bracht levensmiddelen naar de stad, de ander provisie naar de schepen; hier en daar zag men een sierlijk jachtje laveren, of enige lief hebbers van roeien, die met lange sla gen op maatgeluid hun licht vaartuig je voortdreven. Tijdens het diner spreken de vrien den over de totstandkoming van het wonderwerk: het kanaal. Tot stand ge komen met de millioenen van de Ne derlandse Handel-Maatschappü zo dacht mr. Vissering toen). Het kanaal levert grote voordelen op. Des winters is het ijsvrij. De IJ-poldering heeft nieuwe vruchtbare grond geschonken kortom, het kanaal heeft nieuw le ven en nieuwe welvaart gebracht. Mr. Vissering eindigt zijn fantasie, geïnspireerd op een toenmaals versche nen boekje, waarin een plan was be raamd tot droogmaking van de Zuider zee als volgt: „Hola, eeuwige dromer',' klonk mij plotseling een forse stem in het oor, „ge hebt nu al een half uur daar alleen liggen mijmeren, met uw hoofd buiten boord. Praat nu ook eens wat met de mensen". Ter opheldering van deze uitroep diene, dat ik mij de 20ste Augustus 1948 bevond op de Zaankanter boot, de Mercurius; dat ik 's morgens van Alk maar was vertrokken, waar ik zaken had gehad; dat ik mij op de binnen- boot de tijd had gekort met lezen en op de Mercurius een paar kennissen had ontmoet en dat een van hen mij aldus toesprak: „In wat voor poëzie hebt ge heden zitten lezen, dat uw zinnen zo op hol zijn", vroeg de ander schertsende. „Daar", antwoordde ik, „zie zelf, ik kan u het boekje aanbevelen". En ik reikte hem mijn tijdkorter van de morgen over. „Laat zien", en hij las met kluchtige emphase de titel: „De indijking en droogmaking van de Zuiderzee en het IJ, met kanalen van af de IJsel bij Arnhem langs Amsterdam tot in de Noordzee, als een krachtig middel tot verheffing van Handel, Scheepvaart en Landbouw in Nederland.„Bah," zei Bram, „ook al een van die projecten makers. Om deze gesmade „projectenmakers" te ondersteunen schreef Vissering zijn fantasie. Ook hij werd er om gesmaad. Het is wonderlijk, hoe de profetieën van Vissering zijn verwezenlijkt. Veel is er in IJmuiden verahderd sedert de blijde dag, waarop het eerste schip de IJ-mond verliet om het ruime sop te kiezen. IJmuiden werd inderdaad de voorhaven van Amsterdam, zoals mr. S. Vissering haar reeds in 1848 zag. 48. De mensen, die Jonker Flonker met de kazen zagen weglopen, begre pen eerst blijkbaar niet goed, wat er gebeurde. Het bleef een ogenblik dood stil onder het publiek. Maar toen Boenzel, direct achter Jonker Flon- ker's rug, de deuren voor de zaal dichtstootte en de grendel ervoor in de grond schoof, brak er binnen een heidens kabaal los. Maar Jonker Flonker en Boenzel koorden het al niet meer. Als hazen renden ze de trappen van het museum af Aan de uitgang was er niemand om ze tegen te houden. Buiten bleven ze doorhollen. Met z'n kin en z'n handen hield Jonker Flonker de drie kazen tegen z'n borst geklemd; zo liep ie blazend achter Boenzel aan, die aller lei hoeken van straten omschoot. Ein delijk in een donker steegje kwamen ze tot stilstand. „Ik kan niet meer", hijgde Jonker Flonker, terwijl ie neerviel op een volle vuilnisemmer. „Hou je taai, baas", zei Boenzel. „U ziet wel, dat mijn tong me ook uit mijn bek hangt. Maar honderdduizend gulden is niet niks. We moeten vanavond nog die kazen aan Professor Splitser afleve ren Dat is nog een heel eind bui ten de stad. Zouden d'r nou antieke kazen bestaan of geloven de mensen daarin sinds ik dat Slaffer op z'n mouw heb gespeld....?" „De wereld wil bedrogen zijn", zei Jonker Flonker wijs. „Laten we nou maar verder gaan...." En toen sjokte hij maar weer gelaten met z'n kazen achter Boenzel aan de donkere stad door. „Als ik die honderduizend gul den krijg", zei hij na een tijdje, „dan ga ik weer een koets houden, en paar den, en een renstal. En jij krijgt een' gouden halsband met m'n wapen er in". „Dan laat ik me in de adelstand verheffen", zei Boenzel en toen sloe gen ze een hoek om en ze kwamen in een stille straat met pakhuizen en uit die pakhuizen sprongen twee kerels te voorschijn met een knuppel en met een mes en ze riepen „Halt, geef hier die kazen....!" Jonker Flonker herkende ze op slag. Het waren Arie en de man met het vette hoedje. (Van onze economische medewerker). De tijd dat Noordhollandse boeren, Stichtse handwerkslieden, Veluwse jagers, Zeeuwse vissers of Over- stichtse roggeverbouwers konden le ven van wat zij zelf en hun buren en familieleden voortbrachten, ligt 1000 en méér jaren achter ons. Een derge lijke zelfgenoegzaamheid moge de waanwijze Adolf Hitier nog voor zijn Derde Rijk voor de geest hebben gestaan, 'n modern land met zijn meer behoeften kan nu eenmaal niet meer teren op wat het zelf voortbrengt. Het moet daarom, op straffe van een verlaging, zo niet een vernietiging van het levenspeil, handel drijven met het buitenland. Het moet grondstoffen Ko pen als rubber, ijzererts, koffie, thee, katoen, het moet machines en gereed schappen invoeren en het moet con sumptiegoederen bestellen, kortom goe deren waaraan de bevolking gewend is en welks invoer tezamen met wat het zelf maakt elk land veroorloven een zekere levensstaat te voeren. INVOER VERGT UITVOER. Al die invoer van goederen, die ons leven juist dat extra tintje geven, waar door het waard is geleefd te worden (denkt u nog maar eens aan de honger winter, toen de gewone man van de buitenwereld was afgesloten), zal ech ter slechts mogelijk zijn, indien wij het buitenland een deel van onze overtol lige producten geven. En hoe meer wij maken en hoe beter van kwaliteit wij leveren, hoe meer wij kunnen verkopen aan het buitenland en hoe meer wjj weer goederen kunnen invoeren, die wij ook vóór 1940 plachten te kopen (auto's, koelkasten, bontmantels, zuidvruchten, motorfietsen, piano's enz.) De cijfers van onze handel met het buitenland worden maandelijks gepu bliceerd; zjj vormen een der barometers voor ons verzorgingspeil. Stond in 1946 deze handelsmeter nog op storm, in 1947 wordt het al wat minder buiig en als wij de balans over het eerste halfjaar van 1948 opmaken, zouden wij met eni ge fantasie van „veranderlijk" durven spreken. Laten wij echter de cijfers zelf aan het woord laten. (Kolommen, na het jaartal, resp.: 1 en 2 invoer per 1.000.000 kg en f 1.000.000; kolom 3 en 4 uitvoer in 1.000.000 en 1.000.000; ter wijl de laatste kolom de waarde van in voer gedekt wordt door uitvoer in pet weergeeft): 1937 1938 1939 1946 1947 1948* 23.513 22.779 24.306 11.764 16.544 8.850 1.550 1.415 1.517 2.145 4.253 2.359 16.023 14.429 12.709 3.919 5.843 3.235 1.148 1.039 966 785 1.859 1.179 74 73 64 37 44 50 De cijfers van de geldswaarde zijn, door de invloed van de prijsstijging ten aanzien van 1947, iets gunstiger dan wanneer wij kijken naar de stijging van de gewichtshoeveelheid. Desondanks zit er ook hier schot in. Een goede graadmeter voor de verbe tering van onze buitenlandse handel vormt ook de laatste kolom. In de jaren '37 en '38 was circa 73'/i pet. van onze invoer gedekt door onze uit voer, gedurende het afgelopen jaar was dit al weer 59 pot. Natuurlijk, dit is nog veel te laag, maar toch, het is al weer beter dan de vorige twee ja ren. Nu moeten wij niet denken, dat deze cijfers van in- en uitvoer, deze han delsbalans, ons ook vertellen, dat wij die andere 50 pet., dus het bedrag, waarmee de waarde van de invoer die van de uitvoer overtreft, ook zelf hebben betaald. Voor een deel is dat inderdaad het geval en wel met de gelden, die wij van het buitenland ontvangen voor scheepvaart-, luchtvaart- en andere be wezen diensten en met de renten van vroeger aan het buitenland geleende kapitalen (onze „Amerikaantjes" b.v.) Doch voor een belangrijk deel is deze extra invoer boven onze uitvoer moge lijk, doordat 't buitenland, d.w.z. vooral Uncle Sam, ons geld leent. En hier ligt de grote betekenis van het Marshallplan (regelmatig leest u in ons blad, dat de E.C.A. (Economie Coöperation Admi- nistration) weer een nieuwe toewijzing heeft gedaan). Onze invoer, die bij ge brek aan dollars lam gelegd dreigde te worden, kan nu gehandhaafd, zelfs wat vergroot worden. Wij worden aldus in staat gesteld Om ons vernielde produc tieapparaat op te bouwen, om meer ar tikelen voort te brengen en meer uit te voeren, waardoor wij uiteindelijk we der de zo van vóór 1940 vertrouwde buitenlandse goederen kunnen invoe ren. Ie halfjaar. Donderdagavond te omstreeks 7 uur, is de 14-jarige Nellie B. toen zij van haar werk kwam, slachtoffer gewor den van een aanrijding. Het meisja stond met haar rijwiel op de berm van de Duinweg alhier, toen uit de richting Groote Keeten, de broodbak ker B met zijn auto naderde. Deze wilde links afslaan om een daar wo nende klant te bezoeken, toen te «elf- dertijd eveneens uit dc richting Groo te Keeten, de motorrijder J. M. op zijn motor kwam aanrijden en de ze B. wilde passeren. Daarbij kwam M. met zijn motor in het losse zand aan de kant van de weg en reed tegen het rijwiel van het meisje. Het meis je werd tegen de grond geslagen en de motorrijder vloog over de kop en kwam op enige afstand van zijn motor te liggen. Dr. van Slooten, die door afwezig heid van dr. Verheul, telefonisch van het ongeval in kennis was gesteld, was spoedig ter plaatse en constateerde een beenbreuk. Met de ziekenauto van Deutekom uit Schagen is het slacht offer naar het St. Lidwina-ziekenhuis te Den Helder vervoerd waar het is opgenomen. De motorrijder klaagde over pijn in zijn schouder. Het motor rijwiel was licht beschadigd, het rij wiel was geheel vernield. Door de Rijkspolitie wordt een on derzoek ingesteld naar de schuld vraag. Geboren: Anna Trijntje, dochter van J. Schachtschabel en A. de Wit. Geertruida Petronella, dochter van P. W. de Greef en A. van Hoesel. Ondertrouwd: A. P. de Wit en M. Smit. M. Cloots en G. de Haan. Gehuwd: J. Lont en T. de Beer. VISSERIJ URK, 20 Aug. Door 90 vaartuigen werd heden aangevoerd: 17483 pond paling van 79319 pond per vaartuig, prijs f 1,12—f 2,76; 217 p. snoekbaars 6066 ct.; 62 p. rode baars 32 ct.; 132 p. blei 10 ct.; 188 p. voorn 5 ct. en 4 p. karper 39 ct., alles per pond. 6 Sept. a.s. hopen onze geliefde Ouders N. J. P. L. M. SNIJDER en A. G. SNIJDER— VOORTHUYSEN hun 25-jarige echtvereni ging te herdenken. Hun liefhebbende kinde ren en verloofde. Tiel, Augustus 1948. Medelsestraat 21. Receptie 5 September. Heden overleed nog geheel onverwacht on ze beste Man en Vader de Heer PIETER SMIT, op de leeftijd van 75 jaar. T. SMIT—WORP. Amsterdam: D. SMIT. Dieren: M. SMIT. Den Helder, 21 Aug. '48 Krugerstraat 11. De teraardebestelling heeft plaats Dinsdag 24 Aug. n.m. 14.15 uur op de Algem. Begraaf plaats te Huisduinen, gem. Den Helder. Ver trek Krugerstraat 11 n.m. 14 uur. Hartelijk dank aan allen, die hun belangstelling heb ben betoond b(j mijn terug keer uit Ned. Indië. H. SANDERS. neus-, keel-, oor- en oogarts waargenomen door Dr. C. E. Gomperts. 24 AUGUSTUS. Spreekuren: Maandags, Dinsdags en Donderdags op de bekende plaatsen en tijden. Pedicure. NIEUWSTRAAT 52 van 28 Aug. tot 11 Sept. VAN 30 AUG—7 SEPT. DE GLAZENWASSERS. van sport- en buurtverenigingen, attentie! Bekende toneelvereniging stelt zich in het a.s. winterseizoen voor nw feestavonden beschikbaar. Brieven onder no. 770, bureau van dit blad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 4