Lading munitie vliegt in de lucht Tante Sabine Poos en Slagter voor hun rechters =4 dj Ik was geheim agent in oorlogstijd (IV) Y/ij rennen als hazen door hei veld interview een paar Belgen in het Engels... Schandelijke handelwijze van advocaten Damrubriek W B m Twee mensenjagers van groot formaat r r y 2. 0 Lidmaatschap der V.N. Het Radioprogramma grijpt in «jOOIT ZAL IK DIE EERSTE ogen- W blikken na de landing en de daarop volgende uren vergeten. Onverbrekeiyk zijn twee uiterlijk zo tegenstrijdige als verschrikking en schoon heid met elkaar verbonden; zU schep pen een sfeer, die niet in woorden uit gedrukt kan worden, doch die ik, zjj De vrouw is mager en krom; zij staat met haar handen onder haar schort gevouwen; de man staat met één hand in zijn zak en de andere aan zijn pijpje, dat hij met kleine trekjes rookt. Ze kijken me niet erg vrien delijk aan. „Waar komen jullie vandaan? Wat doen jullie hier?" vroeg ik alsof zij op ons grondgebied staan, in plaats van wij op het hunne. De man wijst met de steel van zijn Sèr ook slechts vaag, opnieuw onder-1 ove^ z*>n schouders om te be- wanneer ik me in een angstpsy- dmden' dat h& het boer chose onverwachts buiten in de doodse gtjlte vaif een maannacht bevindt. peze combinatie van gevoelens moet het gevolg zijn van de panische angst, die volgt op de noodlanding en van de dichterlijke schoonheid van het land schap. Die panische angst, dat ver basterende besef, dat we in bezet ge bied staan, waaruit een terugweg on herroepelijk afgesneden is. Als ik op de grond rol, overvalt me een fascinerende stilte, een stilte, zo volkomen na het donderend geraas van de landing, dat zij nog geaccen tueerd wordt door het scherpe, droge geknetter van de vlammen, die hon gerig ons vliegtuig verslinden. De stilte rust op de velden als een dikke, wollige deken, die struiken, heggen en boerderijen, die ons in het maanlicht zo onwerkelijk voorkomen, ingepakt houdt. Wanneer men haar beschouwt als een deken op het bed van deze slapende wereld, dan is het maanlicht een witte sluier, die losjes daarover geworpen is, bijna teder, voorzichtig om niet de betovering te verbreken, waarin het toneel gevangen ligt Plotseling verkeren wij allen in wilde verwarring. De leden van de bemanning rennen heen en weer om elkaar te vinden en schreeuwen elkaar waarschuwingen toe om niet in de buurt van het vlieg tuig te blijven, dat elk ogenblik uit elkaar kan springen. Als de vlammen de bagage bereiken is het gedaan We moeten ons snel verwijderen en niet bfl elkaar blijven. Zonder aarzelen stroop ik mijn uit rusting af, eerst mijn schoenveters, dan mijn laarzen en ritssluitingen en wanneer ik alles kwijt ben gooi ik het naar de machine, in de hoop, dat het zal verbranden. Daarmee zullen de bewijzen verdwijnen, dat ik, een ge heim agent me in bezet gebied be vind. Er is geen tijd om alles volgens regels en voorschriften te begraven. Ik heb maar één gedachte; mijn pis tool en mijn mes te vinden en dan zo ver mogelijk weg te komen vóór de Duitse patrouilles naderen en de om geving afzetten. „Piloot!" Er moet iets gezagheb bends in mijn stem geklonken hebben, want ze zwijgen plotseling allemaal. „We moeten een besluit nemen. Ont breekt er nog iemand?" „Neen, ik geloof het niet, kerel Eén tweevijf. We zijn com pleet." „Uitstekend! Waar zijn we?" „België." „Dat weet ik, maar waar ergens in België?" „Ik zou denken ergens Zuid-West van Antwerpen." „Heb je een kaart?" en als hij ont kennend antwoord, maakt Harry, de Canadees, een gebaar in de richting van twee onduidelijk zichtbare figu ren, een man en een vrouw, die aan de rand van het veld staan. Met mijn pistool in de vuist en de vinger aan de trekker loop ik in hun richting. Maar er is geen reden om bang te zijn. Zij staan daar als don kere, verweerde eikenhouten beelden. derijtje gekomen is bij het horen van de slag. Ik moet ongaarne toegeven, dat ik niet erg helder denk. Ik heb de boer en zijn vrouw in het Engels aange sproken!en het pleit voor hen, dat zij begrijpen wat ik bedoel. „HOE HEET HET HIER?" vraag ik, wederom in het Engels. Zij ant woorden niet en niets bewtjst, dat zij mijn vraag verstaan hebben. De staartschutter komt bij me staan; ik herhaal de vraag, maar hij zegt: „Ik zal de piloot roepen. Hij spreekt Frans." „Spaar je de moeite," antwoord ik snel. „Dat kan ik ook." En weer vraag ik naar de naam van de plaats, dit maal in het Frans, en weer met het zelfde negatieve resultaat. En eerst dim dringt het tot me door, dat we in Vlaanderen zijn en dat zij zijn moe dertaal waarschijnlijk wèl zullen ver staan. „Hoe heet het hier?" zeg ik, zelf verrast door de klank van mijn eigen woorden. De oude man kijkt op en wijkt langzaam terug, terwijl h{j me hoogst achterdochtig opneemt Ik be sef, dat myn Hollandse accent teveel gelijkenis vertoont met dat, waarmee de Duitsers onze taal spreken en haast me te verklaren, dat we allen juist uit Engeland komen, dat we een noodlanding gemaakt hebben en dat mijn vrienden Engelse vliegers zyn. Dit laatste werkt als een toverwoord. Zyn achterdocht verdwijnt en hij ant woordt in korte, duideiyke zinnen op al mijn vragen. „Jullie hebben een kans om weg te komen," zegt hy ten slotte uit eigen beweging. „Er zitten hier in de buurt niet veel Duitsers en ze hebben in ieder geval geen fut om er nachts op uit te gaan." Ik ren terug naar ons troepje. Ter wijl ik de inlichtingen doorgeef, weer klinken scherpe, heldere ontploffin gen uit het vliegtuig en er begint een vuurwerk. De munitie vliegt In de lucht en dit overtuigt ons weer van de noodzaak om uit deze buurt te ver dwijnen vóór de aandacht van teveel toeschouwers getrokken wordt. Pluto grypt me by de arm. „Kyk, het heeft geen zin om by el kaar te biyven. Ik stel voor, dat we ons in minstens twee ploegen verde len." Zo wordt besloten. De twee despatchers kiezen Pluto's zyde, de anderen de myne, maar Jock, schutter, protesteert heel kalm; „Ik ga op myn eentje. Ik zal myn weg te rug wel vinden en we kunnen elkaar toch niet helpen." Vóór iemand een woord kan zeggen, steekt hy de piloot zyn hand toe. „Bedankt voor de mooie landing. Tot weerziens na de oorlog, hoop ik. Veel geluk, jongens! Kop op! Goeie nacht!" en snel verdwflnt hy naar de rand van het veld en in de diepe schaduw van de heg. „O.K. Klaar?" zeg ik tot Pluto. „Daar gaan we. Goeie nacht en veel geluk. Tot kyk in Brussel." Ik zie hem vlot over het prikkel draad springen en in de schaduw ver dwijnen; dan ga ik zelf de andere kant op en zet er een flinke pas in. De vol gende tien minuten wordt er geen woord gesproken; we dolen door de velden, houden de schaduwkant van de heggen om in het donker te biy- ven, springen over sloten, kruipen door stekelig struikgewas en lopen ge bukt over een open stuk land. Ik ze gen de zware opleiding, die ik hier voor gekregen heb. Oplossing probleem 51. Stand. Zw. 10 sch. op: 7, 8, 15, 17, 22, 23, 27, 31, 36, 37. Wit 11 schijven op: 24, 25, 30, 33, 38, 39. 42, 43, 45, 46, 47. Oplossing: 1. 3328 (22x44), 2. 45-41 (37 x 39) 3 45—40 (44 x 35) 4. 47—42 (36 x 47) 5. 38—32 (47 x 20) - 6. 32 x 1 (35 x 24) 7. 1 x 3!! Zwart kan nu alleen spelen 2429 (25 x 14)29 -33 (3—21) 33—39 (21—49)! En nu nog even het volgende standje: Zwart 7 schijven op: 7, 8, 17, 21, 26, 27 en 28. Wit 6 schijven op: 23, 32, 35, 38, 40, 41 Wit speelt: 1. 41—37 (28x 19); 2. 37— 31 (26x28); 3. 38—33 (28x39); 4. 40— 34 (39x30); 5. 35x31 Ter oplossing voor deze week: ■m y/ 6Ï m m Wk ut m m ut ut '^§i ut n li m n vw, /M m ^i§ flU iHf lÉi H i'ItOBLEEM 52 VAN H. N. J. WINTER (zie diagram) Zwart 7 schijven op: 5, 8, 9, 15, 16, *.0, 40 en dam op 6. Wit 8 schijven op: 17, 19, 21, 22, 28, 39. 34, 45. Wit speelt en wi-' Maandag la te 's-Gravenhage voor het byzonder gerechtshof het proces begonnen tegen Leo Poos en Maar ten Slagter, twee voormalige Haag se politieambtenaren, die tijdens de bezetting een meedogenloze stryd gevoerd hebben tegen het Neder landse verzet. Tientallen verloren daardoor in Duitse concentratiekam pen of voor een vuurpeleton het le ven. Voordat de president mr. A. Ikman van Burck het woord aan de procu reur-fiscaal gaf voor het voorlezen van de tenlastelegging, dankte hij de toege voegde advocaat mej. mr. I. Boon, om dat zij op het laatste ogenblik bereid gevonden werd beide verdachten te ver dedigen. Mr. Ikman van Burck ver klaarde zeer verontwaardigd te zijn over de houding van de advocaten van Poos en Slagter, die eerst deze mannen zouden verdedigen, kennis namen van het dossier en op het laatste ogenblik hun cliënten in de steek lieten zonder hiervan aan het Hof bericht te zenden. De president deelde mede, dat hij een aanklacht zou indienen by de raad van toezicht en discipline van advocaten te Rotterdam. Verdachte Poos deelde mede, dat mr. Van der Starp uit Rot terdam, die hem eerst zou verdedigen, de verdediging had neergelegd, omdat hij, Poos, hem geen toestemming wilde verlenen een aantal van zijn verkla ringen aan de pers door te geven. Als eerste verscheen de luit.-generaal b.d. jhr. W. Roëll in de getuigenbank. Besproken werd de oprichting van de O. D. en de lotgevallen van de gene raal, die in 1942 gearresteerd werd door Poos en Slagter en ter dood werd ver oordeeld. Zijn ontsnapping aan de dood zou o.m. door de invloed van dr. Kersten op Himmler begunstigd zijn. „Herkent U de verdachten?" vroeg de president aan generaal Roël. „Wel zeker", antwoordde de generaal, „ze zien ?r nu alleen veel beter uit". „Dat doen de cellenbarakken", meende de president, Ook de volgende getuigen werden gehoord in verband met het oprollen van de O. D.-groepen. In enkele ver klaringen werd gezegd, dat Slagter zijn arrestanten nogal vlug sloeg. Deze ontkende dit echter heftig. Hij had niets gedaan, wat buiten zijn be voegdheid van politieambtenaar lag, zei hij. Verschillende getuigen, meest wedu wen van vermoorde Nederlanders, konden zich niet inhouden en riepen „moordenaars" tegen de twee verdach ten, die onbewogen voor zich keken. Na de verklaringen van de vele getui gen gaf de president aan Poos en Slagter steeds weer ruim gelegenheid, om hun zienswijze te stellen tegen over die der getuigen. Slagter's stem klonk dan zwaar en agressief door de zaal. Poos bracht zijn aanmerkingen rustiger naar voren. Voorgelezen werden schriftelijke ver klaringen. welke betrekking hadden op door Poos en Slagter verrichte ar restaties in de eerste en tweede O. D. en de grbepen van prof. Mekel en prof. Schoenmaker. In totaal noemde de ten 1 astelegging er 97. Dit aantal is eohter slechts een gering deel van alle arres taties, die deze twee handlangers van de S. D. van Maart 1941 tot Septem ber 1944 verricht hebben. Beide verdachten beperkten zich tot het geven van een kort commentaar om, zoals Slagter het uitdrukte „de president ter wille te zijn". Poos voerde verschillende voorbeel den aan, waaruit zou blijken dat hij veel meer mensen had kunnen arreste ren. Hij had er echter geen bewijzen voor. Enige mensen, die betrokken waren by het verzamelen van de door de RAF uitgeworpen wapenen en te Ede gearresteerd waren, kwamen ver volgens vertellen hoe deze arrestatie zich had toegedragen. Eén voor één waren zij naar Ede gegaan waar zij volgens hun verklaringen in een huis door Poos verwelkomd werden. Deze was met uitgestoken hand op hem toegekomen. Op hetzelfde ogen blik, dat zij hem een hand gaven sprongen de Duitsers te voorschijn en werden zij gebonden en geblinddoekt. Poos bleef echter hardnekkig volhou den, dat hij bij deze arrestatie niet op de voorgrond was getreden. Als laatste getuige verscheen mevr. Kocks, die met haar twee pleegzonen in haar drukkerij een illegaal blad drukte. Poos heeft haar en de pleeg zonen gearresteerd. Zij werd later weer vrygelaten doch de pleegzonen kwa men voor een vuurpeleton. Het was ondertussen half negen geworden en de president besloot de zitting te ver dagen. ZUID-AFRIKA EN DE V. N. De Zuidafrikaanse premier, Dr. Ma- lan, heeft in het parlement verklaard, dat het „hoog tijd wordt, dat Zuid- Afrika een sterkere houding in de V.N. aanneemt". De unie moet volgens hem standvastiger voor haar rechten opkomen, dan tijdens de vorige rege ring het geval was., 3 o /oc "tl W/AT KOST NEDERLAND het lid maatschap van de Verenigde Na ties en van de daarmee verband hou dende internationale organisaties? De Rijksbegroting voor 1949 geeft daarover uitsluitsel. Ofschoon voor het komende jaar de aandelen van ons land in de kosten, behoudens dat voor de Inter nationale Arbeidsorganisatie, nog niet bekend zijn, heeft de regering gelijke bedragen geraamd als over 1948 ver schuldigd zijn en wel voor de U.N.O. f 1.300.000.—; voor de Internationale Ar beidsorganisatie f 194.000.voor de U.N.E.S.C.O. f 375.000.—; voor de Inter nationale Vluchtelingen Organisatie f 3.800.000.en voor de Wereld Gezond heidsorganisatie f 260.000. Ook de Nederlandse Militaire Missie in Duitsland kost ons nog een hele duit. Op de begroting is er voor het jaar 1949 voor uitgetrokken f 1.296.000.Voor Japan is geraamd f 970.300.In verge lijking met de voor 1948 uitgetrokken bedragen zijn de kosten der missies f 42.200 lager geraamd. Op 14 April j.1. bedroeg de totale sterkte van de Nederlandse Militaire Missie in Duitsland 107 man en die van de Missie in Japan 48 man. De bureaux, die Nederland in 't bui tenland heeft en die een voorlichtende taak vervullen, zullen de staat in 1949 paar schatting f 1.858.516.— kosten, of ongeveer f 480.000.— meer dan in 1948. Nederland heeft thans voorlichtings- bureaux in Batavia, Bern, Brussel, Cai ro, Canada, Duitsland, Londen, Austra lië, New Delhi, Noord-Amerika, Parijs, Pretoria, Singapore, Tokio en Zuid- Amerika. Vergoedingen voor K.N.I.L, gedemobiliseerden Het is gebleken, dat nog steeds een aantal gedemobiliseerde militairen van het Kon. Ned. Indisch leger zich niet heeft gewend tot de demobilisatie officier van het K.N.I.L.-centrum Ne derland te Nijmegen, teneinde de hen volgens de ordonnantie sociale voorzie ningen gedemobiliseerden toekomende vergoedingen te ontvangen. Aan alle zich in Nederland bevinden de gedemobiliseerde dienst- en reserve- plichtigen van het K.N.I.L., zij die be hoord hebben tot de stadwacht- en ver nielingsbrigades enz., die op 15 Augus tus 1945 in werkelijken dienst waren, wordt in hun eigen belang aangeraden zich schriftelijk te melden bij genoemde demobilisatie-officier. Deze oproep geldt niet voor beroeps militairen. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM IIi 415 m Nieuwsberichten om 8, 8 en 11 uur AVRO: 6,20 Toni Erich (plano) 6,35 Maria Zamora en haar Zuid-Amerikaanse orkest 7.10 Gramo. foonplaten 7,30 Trio Keesen—Boonbres- ser 8,05 Echo van de dag 8,15 Bonte Dinsdagavondtreln 9,30 Ik zou zo graag 10,16 Buitenlands overzicht 10,80 Piano-duo 11,15 Gramofoonplaten HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,00 Cantus Populorum 6,20 Sportpraatje 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Zigeuner- melodieën 7,30 „Dit li leven" 7,45 Nlwln-klanken 7,50 Rubriek van de Wederopbouw 8,05 De gewone man 6,12 Radio Philharmonisch orkest 10,00 KRO-trio 10,37 Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15 Avondconcert VOOR WOENSDAG HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 én 11 uur VARA: 8,18 Lichte morgenklanken 11,00 Non-stop programma 1,20 Hawawllan en z-Ameri- kaanse klanken 3,30 De Regenboog 4,45 Vragen staat vrij 6,20 Gramofoon platen 6,30 Willen en kunnen 7,00 Dwalen wij? 7,15 Nieuws uit Indië VPRO: 7,30 Voor de jeugd 7,40 Jeugd- nieuws 7,45 „Lezen in de Bijbel" VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,15 Opera-programma 9,15 De Oranje orchi dee 10,00 Johan Jong (orgel) 10,15 Paul Godwin-trio 10,45 Van boek tot boek 11,15 Toneel via radio naar caha- ret Frans Niehuys 25 jaar artist HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten cm 7, 8, 1, 7, 8 'en 11 uur NCRV: 8,15 Gewijde muziek 9,30 Symphonisch mor genconcert 1,15 Orgelconcert 3,00 Jeugdconcerten 6,00 Onze Nederlandse koren en korpsen 6,20 Gramofoonplaten 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Lily Kraus (piano) 7,30 Het actueel geluid 7,45 Engelse les 8,05 Programma-pro. loog 8,15 Residentie-orkest 9,35 Bur gerlijk recht 10,00 Sans souci 10,45 Avondoverdenking 11,15 Selectie uit selecties 11,45 Gramofoonpaten ROMAN VAN MARIA SAWERSKY 57) Op zekere dag kon zij de verleiding niet weerstaan een soortgelijke recen sie, waarbij Felix Reuder's conterfeit- sel prijkte, uit een der bladen te knip pen. Ze deed het heimelijk, maar de man, die met het toezicht in de lees zaal belast was, had het toch gezien. Het jonge meisje, dat zich steeds de meest uiteenlopende dagbladen liet ge ven en hem daarbij altijd met een goede fooi bedacht, was hem allang opgevallen. Haar bescheiden en vrien delijk optreden had hem geheel voor haar ingenomen. Daarom wachtte hij tot het middaguur, wanneer de lees zaal werd gesloten en alle bezoekers weggingen. Hij wist, dat Beate ge woonlijk de laatste was. Bij de deur hield hij haar aan. „U mag niets uit de kranten knip pen, juffrouw", zei hij vriendelijk. „Dit maal wil ik nog wel een oogje dicht knijpen, maar. Beate kreeg een kleur als vuur. ,,'t Spijt me", stamelde ze. „Ik wil het blad graag betalen.,..* „Wacht nog maar een paar dagen met je kamenier", beet deze haar doch ter toe. „We moeten het arme kind toch eerst aan deze luxueuze omge ving laten wennen!" De dames Larsen zelf echter wisten zich aan dit weelderige leventje on middellijk aan te passen. Ze stelden vast, dat ze voor haar garderobe nog van alles nodig hadden de mode zaken in deze mondaine badplaats lokten ook zo verleidelijk! en brach ten Beate van haar wensen op de hoogte. „Je vindt "t toch wel goed, beste kind?" vroeg mevrouw Otilie Larsen liefjes. „Wij zouden uit piëteit tegen over die arme Jules Mengelberg eigen- lyk ook liever in de rouw gaan, maar tenslotte hebben we hem, welbe schouwd, nauwelijks gekend en dat we nooit veel voor hem hebben betekend, heeft zijn testament wel bewezen. Maar als je er bezwaar tegen mocht hebben, richten we ons natuurlyk ge heel naar jouw wensen. Alleen voelen Irene en ik ons in rouwkleding zo ont zettend bedrukt". Beate onderbrak haar woorden stroom met een vermoeid gebaar van haar hand. „Schaft u zich gerust alles aan, wat u nodig denkt te hebben en laat u de rekeningen maar naar het betel komen". Dat lieten Irene en haar mama zich geen tweemaal zeggen. Zij zochten het beste en het duurste op het gebied van toiletten uit en daarmee begon voor hen een waar leventje van plezier. Zy bezochten concerten, de schouwburg en de speelzalen, zij maakten auto tochten in de omgeving en wisten al spoedig een grote kenissenkring om zich heen te verzamelen. Daarbij wa ren ze zelfs zo grootmoedig Beate uit te nodigen al deze genoegens met haar te delen. Een of twee maal ging het meisje ook inderdaad mee naar een concert, maar de muziek stemde haar nog droeviger en het gezwets van de vele kenissen der dames Larsen maak te haar nerveus. Onder het voorwend sel, dat ze zich te vermoeid voelde, trok zij zich weldra van alles terug. „Zullen we eens een dokter voor je laten komen, lieve kind?" vroeg me vrouw Larsen deelnemend. „Hij zou je misschien adviseren de baden te gebruiken en je wat versterkende mid delen kunnen voorschrijven". „Nee, nee, dank u, ik wil geen dok ter zien. Ik ben trouwens helemaal niet ziek, alleen maar wat apathisch. „Nee, nee, zo erg is 't nu ook weer niet, juffrouw", haastte de oude man zich haar gerust te stellen. „Ik wou 't u alleen maar even zeggen. En als u zich soms voor het een of ander mocht interesseren, dan is het bureau voor persknipsels graag bereid u te helpen, 't Kost wel wat, maar niet veel...." De blik van de oude man gleed taxerend lang Beate's eenvoudige ja ponnetje. „Als ik een goed woordje voor u doe, zou ik misschien ook wel kunnen bereiken „Waar is dat kantoor?" viel Beate hem haastig in de rede. De suppoost schreef het adres voor haar op. Vijf minuten later was Beate bij de firma en legde aan de man ach ter het loket haar wensen voor. Ze wilde alles hebben, wat over de Afrika- film van dr. Reuder was verschenen en in de toekomst nog verschijnen zou. En ze wilde betalen, wat daarvoor gevraagd werd, onverschillig wat het kostte. Men beloofde de gemakkelijke cliën te de meest mogelijke service en slaag de er zowaar in haar nog een dik al bum aan te smeren. „Daar kunt u dan alles inplakken, wat wij u zullen zenden...," „Niet zenden, alstublieft!" riep Beate verschrikt. „Ik kom de knipsels zelf wel halen". Een paar dagen later borg Beate een pakje krantenknipsels in haar hand tasje en keerde daarmee naar het ho tel terug. Het was juist op het mid daguur. Zij moest wel aan de maaltijd deelnemen, daar het anders opgevallen zou zijn, maar juist vandaag at zij nog minder dan gewoonlijk. De gang naar de eetzaal was altijd reeds een kwel ling voor haar geweest. (Wordt vervoljü

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3