Lading munitie vliegt in de lucht
Tante Sabine
Poos en Slagter voor hun rechters
=4
dj
Ik was geheim agent in oorlogstijd (IV)
Y/ij rennen als hazen door hei veld
interview een paar
Belgen in het Engels...
Schandelijke handelwijze van advocaten
Damrubriek
W B
m
Twee mensenjagers van
groot formaat
r
r
y 2.
0
Lidmaatschap der V.N.
Het Radioprogramma
grijpt in
«jOOIT ZAL IK DIE EERSTE ogen-
W blikken na de landing en de daarop
volgende uren vergeten. Onverbrekeiyk
zijn twee uiterlijk zo tegenstrijdige
als verschrikking en schoon
heid met elkaar verbonden; zU schep
pen een sfeer, die niet in woorden uit
gedrukt kan worden, doch die ik, zjj
De vrouw is mager en krom; zij staat
met haar handen onder haar schort
gevouwen; de man staat met één
hand in zijn zak en de andere aan
zijn pijpje, dat hij met kleine trekjes
rookt. Ze kijken me niet erg vrien
delijk aan.
„Waar komen jullie vandaan? Wat
doen jullie hier?" vroeg ik alsof zij
op ons grondgebied staan, in plaats
van wij op het hunne.
De man wijst met de steel van zijn
Sèr ook slechts vaag, opnieuw onder-1 ove^ z*>n schouders om te be-
wanneer ik me in een angstpsy- dmden' dat h& het boer
chose onverwachts buiten in de doodse
gtjlte vaif een maannacht bevindt.
peze combinatie van gevoelens moet
het gevolg zijn van de panische angst,
die volgt op de noodlanding en van de
dichterlijke schoonheid van het land
schap. Die panische angst, dat ver
basterende besef, dat we in bezet ge
bied staan, waaruit een terugweg on
herroepelijk afgesneden is.
Als ik op de grond rol, overvalt me
een fascinerende stilte, een stilte, zo
volkomen na het donderend geraas
van de landing, dat zij nog geaccen
tueerd wordt door het scherpe, droge
geknetter van de vlammen, die hon
gerig ons vliegtuig verslinden. De
stilte rust op de velden als een dikke,
wollige deken, die struiken, heggen en
boerderijen, die ons in het maanlicht
zo onwerkelijk voorkomen, ingepakt
houdt. Wanneer men haar beschouwt
als een deken op het bed van deze
slapende wereld, dan is het maanlicht
een witte sluier, die losjes daarover
geworpen is, bijna teder, voorzichtig
om niet de betovering te verbreken,
waarin het toneel gevangen ligt
Plotseling verkeren wij allen in wilde
verwarring.
De leden van de bemanning rennen
heen en weer om elkaar te vinden en
schreeuwen elkaar waarschuwingen
toe om niet in de buurt van het vlieg
tuig te blijven, dat elk ogenblik uit
elkaar kan springen. Als de vlammen
de bagage bereiken is het gedaan
We moeten ons snel verwijderen en
niet bfl elkaar blijven.
Zonder aarzelen stroop ik mijn uit
rusting af, eerst mijn schoenveters,
dan mijn laarzen en ritssluitingen en
wanneer ik alles kwijt ben gooi ik
het naar de machine, in de hoop, dat
het zal verbranden. Daarmee zullen
de bewijzen verdwijnen, dat ik, een ge
heim agent me in bezet gebied be
vind. Er is geen tijd om alles volgens
regels en voorschriften te begraven.
Ik heb maar één gedachte; mijn pis
tool en mijn mes te vinden en dan zo
ver mogelijk weg te komen vóór de
Duitse patrouilles naderen en de om
geving afzetten.
„Piloot!" Er moet iets gezagheb
bends in mijn stem geklonken hebben,
want ze zwijgen plotseling allemaal.
„We moeten een besluit nemen. Ont
breekt er nog iemand?"
„Neen, ik geloof het niet, kerel
Eén tweevijf. We zijn com
pleet."
„Uitstekend! Waar zijn we?"
„België."
„Dat weet ik, maar waar ergens
in België?"
„Ik zou denken ergens Zuid-West
van Antwerpen."
„Heb je een kaart?" en als hij ont
kennend antwoord, maakt Harry, de
Canadees, een gebaar in de richting
van twee onduidelijk zichtbare figu
ren, een man en een vrouw, die aan
de rand van het veld staan.
Met mijn pistool in de vuist en de
vinger aan de trekker loop ik in hun
richting. Maar er is geen reden om
bang te zijn. Zij staan daar als don
kere, verweerde eikenhouten beelden.
derijtje gekomen is bij het horen van
de slag.
Ik moet ongaarne toegeven, dat ik
niet erg helder denk. Ik heb de boer
en zijn vrouw in het Engels aange
sproken!en het pleit voor hen, dat
zij begrijpen wat ik bedoel.
„HOE HEET HET HIER?" vraag
ik, wederom in het Engels. Zij ant
woorden niet en niets bewtjst, dat zij
mijn vraag verstaan hebben. De
staartschutter komt bij me staan; ik
herhaal de vraag, maar hij zegt: „Ik
zal de piloot roepen. Hij spreekt Frans."
„Spaar je de moeite," antwoord ik
snel. „Dat kan ik ook." En weer vraag
ik naar de naam van de plaats, dit
maal in het Frans, en weer met het
zelfde negatieve resultaat. En eerst
dim dringt het tot me door, dat we
in Vlaanderen zijn en dat zij zijn moe
dertaal waarschijnlijk wèl zullen ver
staan.
„Hoe heet het hier?" zeg ik, zelf
verrast door de klank van mijn eigen
woorden. De oude man kijkt op en
wijkt langzaam terug, terwijl h{j me
hoogst achterdochtig opneemt Ik be
sef, dat myn Hollandse accent teveel
gelijkenis vertoont met dat, waarmee
de Duitsers onze taal spreken en
haast me te verklaren, dat we allen
juist uit Engeland komen, dat we een
noodlanding gemaakt hebben en dat
mijn vrienden Engelse vliegers zyn.
Dit laatste werkt als een toverwoord.
Zyn achterdocht verdwijnt en hij ant
woordt in korte, duideiyke zinnen op
al mijn vragen.
„Jullie hebben een kans om weg te
komen," zegt hy ten slotte uit eigen
beweging. „Er zitten hier in de buurt
niet veel Duitsers en ze hebben in
ieder geval geen fut om er nachts
op uit te gaan."
Ik ren terug naar ons troepje. Ter
wijl ik de inlichtingen doorgeef, weer
klinken scherpe, heldere ontploffin
gen uit het vliegtuig en er begint een
vuurwerk. De munitie vliegt In de
lucht en dit overtuigt ons weer van
de noodzaak om uit deze buurt te ver
dwijnen vóór de aandacht van teveel
toeschouwers getrokken wordt. Pluto
grypt me by de arm.
„Kyk, het heeft geen zin om by el
kaar te biyven. Ik stel voor, dat we
ons in minstens twee ploegen verde
len." Zo wordt besloten.
De twee despatchers kiezen Pluto's
zyde, de anderen de myne, maar Jock,
schutter, protesteert heel kalm; „Ik
ga op myn eentje. Ik zal myn weg te
rug wel vinden en we kunnen elkaar
toch niet helpen." Vóór iemand een
woord kan zeggen, steekt hy de piloot
zyn hand toe. „Bedankt voor de mooie
landing. Tot weerziens na de oorlog,
hoop ik. Veel geluk, jongens! Kop op!
Goeie nacht!" en snel verdwflnt hy
naar de rand van het veld en in de
diepe schaduw van de heg.
„O.K. Klaar?" zeg ik tot Pluto.
„Daar gaan we. Goeie nacht en veel
geluk. Tot kyk in Brussel."
Ik zie hem vlot over het prikkel
draad springen en in de schaduw ver
dwijnen; dan ga ik zelf de andere kant
op en zet er een flinke pas in. De vol
gende tien minuten wordt er geen
woord gesproken; we dolen door de
velden, houden de schaduwkant van
de heggen om in het donker te biy-
ven, springen over sloten, kruipen
door stekelig struikgewas en lopen ge
bukt over een open stuk land. Ik ze
gen de zware opleiding, die ik hier
voor gekregen heb.
Oplossing probleem 51.
Stand. Zw. 10 sch. op: 7, 8, 15, 17, 22,
23, 27, 31, 36, 37.
Wit 11 schijven op: 24, 25, 30, 33, 38,
39. 42, 43, 45, 46, 47.
Oplossing: 1. 3328 (22x44), 2.
45-41 (37 x 39) 3 45—40 (44 x 35)
4. 47—42 (36 x 47) 5. 38—32 (47 x 20)
- 6. 32 x 1 (35 x 24) 7. 1 x 3!! Zwart
kan nu alleen spelen 2429 (25 x 14)29
-33 (3—21) 33—39 (21—49)!
En nu nog even het volgende standje:
Zwart 7 schijven op: 7, 8, 17, 21, 26, 27
en 28.
Wit 6 schijven op: 23, 32, 35, 38, 40, 41
Wit speelt: 1. 41—37 (28x 19); 2. 37—
31 (26x28); 3. 38—33 (28x39); 4. 40—
34 (39x30); 5. 35x31
Ter oplossing voor deze week:
■m y/
6Ï
m
m Wk ut
m m
ut ut '^§i
ut
n li m
n
vw, /M
m
^i§ flU iHf lÉi
H
i'ItOBLEEM 52 VAN H. N. J. WINTER
(zie diagram)
Zwart 7 schijven op: 5, 8, 9, 15, 16, *.0,
40 en dam op 6.
Wit 8 schijven op: 17, 19, 21, 22, 28,
39. 34, 45.
Wit speelt en wi-'
Maandag la te 's-Gravenhage voor
het byzonder gerechtshof het proces
begonnen tegen Leo Poos en Maar
ten Slagter, twee voormalige Haag
se politieambtenaren, die tijdens de
bezetting een meedogenloze stryd
gevoerd hebben tegen het Neder
landse verzet. Tientallen verloren
daardoor in Duitse concentratiekam
pen of voor een vuurpeleton het le
ven.
Voordat de president mr. A. Ikman
van Burck het woord aan de procu
reur-fiscaal gaf voor het voorlezen van
de tenlastelegging, dankte hij de toege
voegde advocaat mej. mr. I. Boon, om
dat zij op het laatste ogenblik bereid
gevonden werd beide verdachten te ver
dedigen. Mr. Ikman van Burck ver
klaarde zeer verontwaardigd te zijn
over de houding van de advocaten van
Poos en Slagter, die eerst deze mannen
zouden verdedigen, kennis namen van
het dossier en op het laatste ogenblik
hun cliënten in de steek lieten zonder
hiervan aan het Hof bericht te zenden.
De president deelde mede, dat hij een
aanklacht zou indienen by de raad van
toezicht en discipline van advocaten
te Rotterdam. Verdachte Poos deelde
mede, dat mr. Van der Starp uit Rot
terdam, die hem eerst zou verdedigen,
de verdediging had neergelegd, omdat
hij, Poos, hem geen toestemming wilde
verlenen een aantal van zijn verkla
ringen aan de pers door te geven.
Als eerste verscheen de luit.-generaal
b.d. jhr. W. Roëll in de getuigenbank.
Besproken werd de oprichting van de
O. D. en de lotgevallen van de gene
raal, die in 1942 gearresteerd werd door
Poos en Slagter en ter dood werd ver
oordeeld. Zijn ontsnapping aan de dood
zou o.m. door de invloed van dr.
Kersten op Himmler begunstigd zijn.
„Herkent U de verdachten?" vroeg
de president aan generaal Roël. „Wel
zeker", antwoordde de generaal, „ze
zien ?r nu alleen veel beter uit". „Dat
doen de cellenbarakken", meende de
president,
Ook de volgende getuigen werden
gehoord in verband met het oprollen
van de O. D.-groepen. In enkele ver
klaringen werd gezegd, dat Slagter
zijn arrestanten nogal vlug sloeg.
Deze ontkende dit echter heftig. Hij
had niets gedaan, wat buiten zijn be
voegdheid van politieambtenaar lag,
zei hij.
Verschillende getuigen, meest wedu
wen van vermoorde Nederlanders,
konden zich niet inhouden en riepen
„moordenaars" tegen de twee verdach
ten, die onbewogen voor zich keken.
Na de verklaringen van de vele getui
gen gaf de president aan Poos en
Slagter steeds weer ruim gelegenheid,
om hun zienswijze te stellen tegen
over die der getuigen. Slagter's stem
klonk dan zwaar en agressief door de
zaal. Poos bracht zijn aanmerkingen
rustiger naar voren.
Voorgelezen werden schriftelijke ver
klaringen. welke betrekking hadden
op door Poos en Slagter verrichte ar
restaties in de eerste en tweede O. D.
en de grbepen van prof. Mekel en prof.
Schoenmaker. In totaal noemde de ten
1 astelegging er 97. Dit aantal is eohter
slechts een gering deel van alle arres
taties, die deze twee handlangers van
de S. D. van Maart 1941 tot Septem
ber 1944 verricht hebben.
Beide verdachten beperkten zich tot
het geven van een kort commentaar
om, zoals Slagter het uitdrukte „de
president ter wille te zijn".
Poos voerde verschillende voorbeel
den aan, waaruit zou blijken dat hij
veel meer mensen had kunnen arreste
ren. Hij had er echter geen bewijzen
voor. Enige mensen, die betrokken
waren by het verzamelen van de door
de RAF uitgeworpen wapenen en te
Ede gearresteerd waren, kwamen ver
volgens vertellen hoe deze arrestatie
zich had toegedragen. Eén voor één
waren zij naar Ede gegaan waar zij
volgens hun verklaringen in een huis
door Poos verwelkomd werden.
Deze was met uitgestoken hand op
hem toegekomen. Op hetzelfde ogen
blik, dat zij hem een hand gaven
sprongen de Duitsers te voorschijn en
werden zij gebonden en geblinddoekt.
Poos bleef echter hardnekkig volhou
den, dat hij bij deze arrestatie niet op
de voorgrond was getreden.
Als laatste getuige verscheen mevr.
Kocks, die met haar twee pleegzonen
in haar drukkerij een illegaal blad
drukte. Poos heeft haar en de pleeg
zonen gearresteerd. Zij werd later weer
vrygelaten doch de pleegzonen kwa
men voor een vuurpeleton. Het was
ondertussen half negen geworden en
de president besloot de zitting te ver
dagen.
ZUID-AFRIKA EN DE V. N.
De Zuidafrikaanse premier, Dr. Ma-
lan, heeft in het parlement verklaard,
dat het „hoog tijd wordt, dat Zuid-
Afrika een sterkere houding in de
V.N. aanneemt". De unie moet volgens
hem standvastiger voor haar rechten
opkomen, dan tijdens de vorige rege
ring het geval was.,
3
o
/oc
"tl
W/AT KOST NEDERLAND het lid
maatschap van de Verenigde Na
ties en van de daarmee verband hou
dende internationale organisaties? De
Rijksbegroting voor 1949 geeft daarover
uitsluitsel. Ofschoon voor het komende
jaar de aandelen van ons land in de
kosten, behoudens dat voor de Inter
nationale Arbeidsorganisatie, nog niet
bekend zijn, heeft de regering gelijke
bedragen geraamd als over 1948 ver
schuldigd zijn en wel voor de U.N.O.
f 1.300.000.—; voor de Internationale Ar
beidsorganisatie f 194.000.voor de
U.N.E.S.C.O. f 375.000.—; voor de Inter
nationale Vluchtelingen Organisatie
f 3.800.000.en voor de Wereld Gezond
heidsorganisatie f 260.000.
Ook de Nederlandse Militaire Missie
in Duitsland kost ons nog een hele duit.
Op de begroting is er voor het jaar 1949
voor uitgetrokken f 1.296.000.Voor
Japan is geraamd f 970.300.In verge
lijking met de voor 1948 uitgetrokken
bedragen zijn de kosten der missies
f 42.200 lager geraamd.
Op 14 April j.1. bedroeg de totale
sterkte van de Nederlandse Militaire
Missie in Duitsland 107 man en die van
de Missie in Japan 48 man.
De bureaux, die Nederland in 't bui
tenland heeft en die een voorlichtende
taak vervullen, zullen de staat in 1949
paar schatting f 1.858.516.— kosten, of
ongeveer f 480.000.— meer dan in 1948.
Nederland heeft thans voorlichtings-
bureaux in Batavia, Bern, Brussel, Cai
ro, Canada, Duitsland, Londen, Austra
lië, New Delhi, Noord-Amerika, Parijs,
Pretoria, Singapore, Tokio en Zuid-
Amerika.
Vergoedingen voor K.N.I.L,
gedemobiliseerden
Het is gebleken, dat nog steeds een
aantal gedemobiliseerde militairen van
het Kon. Ned. Indisch leger zich niet
heeft gewend tot de demobilisatie
officier van het K.N.I.L.-centrum Ne
derland te Nijmegen, teneinde de hen
volgens de ordonnantie sociale voorzie
ningen gedemobiliseerden toekomende
vergoedingen te ontvangen.
Aan alle zich in Nederland bevinden
de gedemobiliseerde dienst- en reserve-
plichtigen van het K.N.I.L., zij die be
hoord hebben tot de stadwacht- en ver
nielingsbrigades enz., die op 15 Augus
tus 1945 in werkelijken dienst waren,
wordt in hun eigen belang aangeraden
zich schriftelijk te melden bij genoemde
demobilisatie-officier.
Deze oproep geldt niet voor beroeps
militairen.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM IIi 415 m Nieuwsberichten
om 8, 8 en 11 uur AVRO: 6,20 Toni
Erich (plano) 6,35 Maria Zamora en haar
Zuid-Amerikaanse orkest 7.10 Gramo.
foonplaten 7,30 Trio Keesen—Boonbres-
ser 8,05 Echo van de dag 8,15 Bonte
Dinsdagavondtreln 9,30 Ik zou zo graag
10,16 Buitenlands overzicht 10,80
Piano-duo 11,15 Gramofoonplaten
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,00 Cantus
Populorum 6,20 Sportpraatje 6,30
Voor de Strijdkrachten 7,15 Zigeuner-
melodieën 7,30 „Dit li leven" 7,45
Nlwln-klanken 7,50 Rubriek van de
Wederopbouw 8,05 De gewone man
6,12 Radio Philharmonisch orkest 10,00
KRO-trio 10,37 Actualiteiten 10,45
Avondgebed 11,15 Avondconcert
VOOR WOENSDAG
HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 én 11 uur VARA: 8,18
Lichte morgenklanken 11,00 Non-stop
programma 1,20 Hawawllan en z-Ameri-
kaanse klanken 3,30 De Regenboog
4,45 Vragen staat vrij 6,20 Gramofoon
platen 6,30 Willen en kunnen 7,00
Dwalen wij? 7,15 Nieuws uit Indië
VPRO: 7,30 Voor de jeugd 7,40 Jeugd-
nieuws 7,45 „Lezen in de Bijbel"
VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,15
Opera-programma 9,15 De Oranje orchi
dee 10,00 Johan Jong (orgel) 10,15
Paul Godwin-trio 10,45 Van boek tot
boek 11,15 Toneel via radio naar caha-
ret Frans Niehuys 25 jaar artist
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
cm 7, 8, 1, 7, 8 'en 11 uur NCRV: 8,15
Gewijde muziek 9,30 Symphonisch mor
genconcert 1,15 Orgelconcert 3,00
Jeugdconcerten 6,00 Onze Nederlandse
koren en korpsen 6,20 Gramofoonplaten
6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Lily
Kraus (piano) 7,30 Het actueel geluid
7,45 Engelse les 8,05 Programma-pro.
loog 8,15 Residentie-orkest 9,35 Bur
gerlijk recht 10,00 Sans souci 10,45
Avondoverdenking 11,15 Selectie uit
selecties 11,45 Gramofoonpaten
ROMAN
VAN MARIA SAWERSKY
57)
Op zekere dag kon zij de verleiding
niet weerstaan een soortgelijke recen
sie, waarbij Felix Reuder's conterfeit-
sel prijkte, uit een der bladen te knip
pen. Ze deed het heimelijk, maar de
man, die met het toezicht in de lees
zaal belast was, had het toch gezien.
Het jonge meisje, dat zich steeds de
meest uiteenlopende dagbladen liet ge
ven en hem daarbij altijd met een
goede fooi bedacht, was hem allang
opgevallen. Haar bescheiden en vrien
delijk optreden had hem geheel voor
haar ingenomen. Daarom wachtte hij
tot het middaguur, wanneer de lees
zaal werd gesloten en alle bezoekers
weggingen. Hij wist, dat Beate ge
woonlijk de laatste was. Bij de deur
hield hij haar aan.
„U mag niets uit de kranten knip
pen, juffrouw", zei hij vriendelijk. „Dit
maal wil ik nog wel een oogje dicht
knijpen, maar.
Beate kreeg een kleur als vuur.
,,'t Spijt me", stamelde ze. „Ik wil
het blad graag betalen.,..*
„Wacht nog maar een paar dagen
met je kamenier", beet deze haar doch
ter toe. „We moeten het arme kind
toch eerst aan deze luxueuze omge
ving laten wennen!"
De dames Larsen zelf echter wisten
zich aan dit weelderige leventje on
middellijk aan te passen. Ze stelden
vast, dat ze voor haar garderobe nog
van alles nodig hadden de mode
zaken in deze mondaine badplaats
lokten ook zo verleidelijk! en brach
ten Beate van haar wensen op de
hoogte.
„Je vindt "t toch wel goed, beste
kind?" vroeg mevrouw Otilie Larsen
liefjes. „Wij zouden uit piëteit tegen
over die arme Jules Mengelberg eigen-
lyk ook liever in de rouw gaan, maar
tenslotte hebben we hem, welbe
schouwd, nauwelijks gekend en dat we
nooit veel voor hem hebben betekend,
heeft zijn testament wel bewezen.
Maar als je er bezwaar tegen mocht
hebben, richten we ons natuurlyk ge
heel naar jouw wensen. Alleen voelen
Irene en ik ons in rouwkleding zo ont
zettend bedrukt".
Beate onderbrak haar woorden
stroom met een vermoeid gebaar van
haar hand. „Schaft u zich gerust alles
aan, wat u nodig denkt te hebben en
laat u de rekeningen maar naar het
betel komen".
Dat lieten Irene en haar mama zich
geen tweemaal zeggen. Zij zochten het
beste en het duurste op het gebied van
toiletten uit en daarmee begon voor
hen een waar leventje van plezier. Zy
bezochten concerten, de schouwburg
en de speelzalen, zij maakten auto
tochten in de omgeving en wisten al
spoedig een grote kenissenkring om
zich heen te verzamelen. Daarbij wa
ren ze zelfs zo grootmoedig Beate uit
te nodigen al deze genoegens met haar
te delen. Een of twee maal ging het
meisje ook inderdaad mee naar een
concert, maar de muziek stemde haar
nog droeviger en het gezwets van de
vele kenissen der dames Larsen maak
te haar nerveus. Onder het voorwend
sel, dat ze zich te vermoeid voelde,
trok zij zich weldra van alles terug.
„Zullen we eens een dokter voor je
laten komen, lieve kind?" vroeg me
vrouw Larsen deelnemend. „Hij zou
je misschien adviseren de baden te
gebruiken en je wat versterkende mid
delen kunnen voorschrijven".
„Nee, nee, dank u, ik wil geen dok
ter zien. Ik ben trouwens helemaal
niet ziek, alleen maar wat apathisch.
„Nee, nee, zo erg is 't nu ook weer
niet, juffrouw", haastte de oude man
zich haar gerust te stellen. „Ik wou 't
u alleen maar even zeggen. En als u
zich soms voor het een of ander mocht
interesseren, dan is het bureau voor
persknipsels graag bereid u te helpen,
't Kost wel wat, maar niet veel...."
De blik van de oude man gleed
taxerend lang Beate's eenvoudige ja
ponnetje. „Als ik een goed woordje
voor u doe, zou ik misschien ook wel
kunnen bereiken
„Waar is dat kantoor?" viel Beate
hem haastig in de rede.
De suppoost schreef het adres voor
haar op. Vijf minuten later was Beate
bij de firma en legde aan de man ach
ter het loket haar wensen voor. Ze
wilde alles hebben, wat over de Afrika-
film van dr. Reuder was verschenen
en in de toekomst nog verschijnen zou.
En ze wilde betalen, wat daarvoor
gevraagd werd, onverschillig wat het
kostte.
Men beloofde de gemakkelijke cliën
te de meest mogelijke service en slaag
de er zowaar in haar nog een dik al
bum aan te smeren.
„Daar kunt u dan alles inplakken,
wat wij u zullen zenden...,"
„Niet zenden, alstublieft!" riep Beate
verschrikt. „Ik kom de knipsels zelf
wel halen".
Een paar dagen later borg Beate een
pakje krantenknipsels in haar hand
tasje en keerde daarmee naar het ho
tel terug. Het was juist op het mid
daguur. Zij moest wel aan de maaltijd
deelnemen, daar het anders opgevallen
zou zijn, maar juist vandaag at zij nog
minder dan gewoonlijk. De gang naar
de eetzaal was altijd reeds een kwel
ling voor haar geweest.
(Wordt vervoljü