George kondigt komst van mijn zender aan
MENTHO-REX
Bij de suikerbietrooiers in het veld
ante babine
Waf doei Harry Knoppen in Londen?
grijpt in
I
Ik
was geheim agent in oorlogstijd (XVI)
Hermann Giskes als
regisseur
Van biet tot kristalsuiker (1)
Zware arbeid maar de oogst is goed!
verdryft de kou terwijl u slaapt
Hei Radioprogramma
-.
£EN PAAR DAGEN LATER heeft Bnun van Oord een belangrijk nieuwtje
"^°r?L\an TrieSt hee,t ombeld en gezegd. dat we hem mor-
genmiddag in Utrecht kunnen ontmoeten. Hfl heeft goed nieuws". „Zei hij wat
voor nieuws. vraag ik nieuwsgierig, maar het antwoord is negatief en ik
moe' dus wachten tot ik George «ie. Avonds typ ik een telegram voor Lon
den, waarin ik in het kort de toestand met betrekking tot de proclamatie over de
komende invasie uiteenzet. Er is geen reden waarom ik George buiten de hele
zaak *ou willen houden en toch ben ik sterk geneigd de bijzonderheden voor
hem geheim te houden. Ik zit lang te piekeren en besluit tenslotte de beslissende
zin als volgt op te stellen: Wanneer wenst u uitgewerkt lucifersdoosje? Ik her
lees de woorden minstens een keer of tien om me er van te overtuigen, dat
het duidelijk is. Ze moeten in Londen begrijpen, wat ik met lucifersdoosje be
doel en dat „uitgewerkt lucifersdoosje" alleen „uitgewerkte proclamatie" kan
betekenen: Voor George is het volstrekt onbegrijpelijk omdat h<j tenslotte
nooit met zekerheid vernomen heeft, dat het doosje zoiets als invasie-instruc
ties voor de ondergrondse strijdkrachten bevatte. Ik laat het, zo het is, en
ga naar bed.
pEORGE ZIT AL op ons te wachten
als we de volgende middag in het
Utrechtse restaurant komen. Hij rit
breeduit in een fauteuil een sigaar te
roken, verdiept in een krant Zijn wel
komstgroet is even hartelijk als altijd
en terwijl wij gaan ritten gooit hij xijn
krant op tafel en gaat de kellner zoe
ken. Zonder aanleiding neem ik de
krant op en ontdek met een schok,
dat het de nieuwste uitgave van een
illegaal blad is. Ik sta perplex over
zoveel brutaliteit maar ben tegelijker
tijd nijdig over zoveel onnodige bluf.
Ik weet immers op dat moment niet
dat George verrader voor de Duitsers
is....
„Tamelijk stom om die rond te la
ten slingeren", zeg ik stijfjes als Van
Triest terug is. „Wil jij weer eens pro
beren mij het vak te leren?", blaft hij
terug. „Nog altijd dezelfde hè? Nog
steeds zo voorzichtig! Nou, geeft niet
hoor. Ik heb nog steeds niet alle hoop
opgegeven om jou nog eens bij te
brengen, dat bluf de enige en beste
politiek is".
Het lijkt me ongewenst om nogmaals
een gesprek over mijn gedrag te be
ginnen, want ik betwijfel zeer, of ik
bij deze onverbeterlijke opschepper
ook maar een fractie van het succes
zal oogsten, dat ik bij Bram gehad heb.
George kletst onophoudelijk over Bel
gië en de daar heersende toestanden,
vertelt ons van de arrestatie van de
«leiders van een onbekende ondergrond
se organisatie in Arnhem, kortom,
doodt zijn. tijd op de gebruikelijke wij
ze. Ik wil echter het gesprek op de
zaken brengen en haal daarom mijn
telegram te voorschijn.
,.Ha", zegt Van Triest, „weer een
liefdesbrief, hè? Je hebt een drukke
correspondentie. Wat is 't geheim dit
maal? Audry? Nou, m'n jongen, ik
geloof, dat je me voor de gek houdt!
Vroeger jaren was het in de Kop
van Noord-Holland gewoonte de
meisjes of de jongens, die* zo
onfortuinlijk waren geen vrijer te
hebben, op Sinterklaas een rem-
plagant van taai-taai of specu
laas aan te bieden. Deze traditie is
niet langer in zwang, maar West-
Friesland bakt nog steeds de
„vrijers", waarmee reeds 6 weken
vóór het feest van de goedheilig
man een aanvang wordt gemaakt.
Voor het eerst sedert de oorlog
kan de lekkernij, evenals trouwens
alle gebak, zonder bon worden
gek echt.
Jij stuurt boodschapjes aan je pluize-
bolletjes!" George heeft er niet het
minste idee van dat ik, bij gebrek aan
een code, in ieder telegram een woord
moet inlassen dat Londen in over
leg met mijn vrouw gerust kan stel
len over de herkomst Ze moeten in
Engeland uit een enkel woord begrij
pen dat niemand anders dan ik dit te
legram kan hebben opgesteld.
„Wat ben jij nieuwsgierig!", zeg ik
zo vriendelijk mogelijk tegen Van
Triest. „Waarom laat je me niet met
rust met mijn vrouwen, ik bemoei me
toch ook niet met de jouwe, niet
waar?"
Mijn opmerking heeft het onveran
derlijke effect van iedere zinspeling
op zijn nieuwsgierigheid. Het komt dan
tot een lange preek: dat hij er abso
luut geen interesse in heeft en dat hij
liever niets over mijn werk weet.
„Uitgewerkt lucifersdoosje? Dat leu
ke dingetje, wat je bij je had?", vraagt
hij toch nog terloops. Maar de manier
waarop ik hem aankijk schijnt vol
doende om hem van verdere vragen
te doen afzien.
,O.K. Ik zal het doorgeven. Maar
mijn marconist zit tot over de oren
in het werk. Je moet alleen telegram
men sturen, als het absoluut noodza
kelijk is!"
„Niemand zal blijer zijn dan ik, wan
neer ik zelf een piano heb", snauw ik.
Daar kan hij van verzekerd zijn.
„We hebben 'n telegram uit Lon
den ontvangen over dat toestel" zegt
George langs zijn neus weg. ,.Er staat
in, dat ik je moet zeggen, dat een spe
ciale koerier je dezer dagen een toe
stel zal brengen".
„En wanneer is dat?" Ik ben hoogst
opgewonden in het vooruitzicht van
mijn „bevrijding".
„Kan elke dag wezen. Ik verwacht
het konijn deze week!"
„Komt hij ook naar Brussel?"
George aarzelt. „Dat kan ik je niet
vertellen." En dan ongewoon streng:
„Dat zijn jouw zaken ook niet. Hij is
waarschijnlijk een man, die je kent en
dat moet je voldoende zijn".
Ik ben opgetogen over het nieuws.
Beter had het niet kunnen zijn. Ik zie
nu een kans om met dit onzekere be
staan te breken, om zelf een verbinding
met Londen te krijgen, zelfstandig te
werken en me vrij en naar eigen ver
kiezing te bewegen. Maar mijn metge
zellen mogen deze redenen voor mijn
vreugde niet weten.
TK zal Mieke bericht sturen als het
konijn aankomt," zegt George vlak
voor we vertrekken. „Ze zal je wel op
bellen en de laatste afspraken maken."
„Wie is Mieke?"
„De vrouw van Harry Knoppers, een
goede vriend van me, een fijne kerel,
die ik naar Engeland geholpen heb. Hij
wilde daar eerst een goede opleiding
krijgen en dan terugkomen om het ac
tief verzet te organiseren. Bij zijn ver
trek heb ik hem beloofd voor zijn
Vrouw en kinderen te zorgen en zo
doende knapt ze soms kleine werkjes
voor me op, telefoneert met mensen en
geeft berichten door of zoiets."
„Wanneer is hij vertrokken?", infor
meer ik.
„Vlak voor jij hier aankwam. Hij was
waarschijnlijk net in Engeland, toen
jij van daar vertrok. Ik denk niet, dat
je hem nog ontmoet hebt".
Ik heb Knoppers inderdaad niet ont
moet. Ik weet ook niet dat de brave
kerel, zonder dat hij het besefte, in het
Engeland-Spiel van Schreieder en Gis
kes is ingekapseld en dat hij door Ne
derlandse verraders naar Engeland is
„geholpen" om daar de leiders van de
geheime dienst onbewust zand in de
ogen te strooien
Die avond ging zo stel ik mij voor
in het hoofdkwartier van de Ab-
wehr in Driebergen de telefoon. Her
mann Giskes, de leider van de Duitse
eentra-spionnage, werd aan het toestel
geroepen voor een gesprek met George
Ridderhof, alias Van Triest.
„Ik heb hier een telegram. Er staat
weer een naam in en ook iets over een
lucifersdoosje."
„Waar ben je?", vraagt Giskes.
„In een telefoncel!"
„Goed, dicteer maar."
„Van Brntos aan hoofdkwartier
stop Mening hier over uitwerking on
gunstig stop Zend instructies wanneer
uitgewerkt lucifersdoosje gewenst
wordt stop Verwacht deie met spoed
stop Audrey stop Brutus stop".
„Wat betekent dat gezeur over dat
lucifersdoosje? Heeft hij jou ooit ver
teld wat er in zat?" De stem van
Giskes klinkt koel en gereserveerd,
als altijd.
„Nee, maar het moet iets met de
illegale pers te maken hebben".
Aan jou heb ik ook niet veel. Af
gezien daarvan, heb je hem gezegd,
dat hij teveel telegrammen stuurt?"
„Zeker, maar hij zegt, dat hij ons zal
helpen, zodra hij zijn eigen zender
heeft".
..Heel aardig van hem, maar dat is
niet nodig". Er klinkt vermaak in de
stem van de sluwe Duitser. „Heb je
hem het nieuws over het toestel mee
gedeeld?"
„Ja. Hij was in de wolken".
„Dat geloof ik! Jij maakt dat in orde,
hè?"
„Ja. Kan ik hem zeggen dat hij spoe
dig antwoord op zijn telegram krijgt?"
„Nee, zegt Giskes. „Ik wil niet,
dat je dat nog eens tegen hem zegt.
Wanneer hij er over begint, bedenk
dan maar een smoes!"
„Waarom dat?" Het blijkt uit Geor-
ge's stem, dat vragen stellen aan Gis
kes een waagstuk is.
„Omdat ik dat telegram nog - niet
verzend. Ik neem het risico niet. Ik
wacht tot Knoppers uit Engeland te
rug komt. Wanneer ik met hem ge
sproken heb, zal ik me meer op mijn
gemak voelen en dan kan ik wat meer
wagen. Maar eerst wil ik Knoppers
spreken!"
Hermann Giskes legt met een bijna
sierlijk gebaar de hoorn op de haak.
Zijn houding is die van een vooraan
staand zakenman, vol zelfvertrouwen
en met een houding van superioriteit,
die aan onverbiddelijkheid grenst. Dan
haalt hij een pakje Engelse sigaretten
uit zijn zak, steekt er één aan met de
langzame nauwgezetheid, die zijn hele
houding kenmerkt, leunt achterover in
de kussens van zijn fauteuil en begint
na te denken.
O. als ik dit alles eens geweten had
in die koude Decemberdagen van het
jaar 1943....
1
Sperrle naar Spanje
Het persbureau A.D.N. (Sowjet-zöne)
meldt, dat de gewezen luchtmaar-
schalk Hugo Sperrle, die Woensdag te
Neurenberg bij het proces tegen het
Duitse opperbevel is vrijgesproken,
zich binnenkort naar Spanje zal be
geven om er de Spaanse luchtmacht
te reorganiseren. (Sperrle voerde in
1938-37 het bevel over hetf „Condor-
legioen" tijdens de Spaanse burger
oorlog)
In welingelichte Amerikaanse krin
gen te Neurenberg spreekt men met
ifUigheid het bericht van het nieuws
bureau tegen. Men verklaart, dat de
gewezen maarschalk te riek is om een
dergelijke taak te vervullen en dat
hij een langdurige behandeling moet
ondergaan in een ziekenhuis te Am-
mersee ten zuidwesten van München.
4=
Doodstraf voor S.D.-er
De Groninger Kamer van het Bijzon
dere Gerechtshof te Leeuwarden heeft
gisteren uitspraak gedaan in de zaak
tegen de 52-jarige agent van politie te
Amsterdam Harm Krikke en de 57-
jarige agent van politie te Amsterdam
J. van Kooten.
De advocaat-fiscaal eiste 14 dagen
geleden de doodstraf tegen deze beide
SD.-satellieten, die gedurende de be
zetting deel uitmaakten van het rg.
bureau voor Joodse zaken te Amster
dam en actief waren verbonden aan
het hoofdkwartier van de S. D. te
Groningen bij de z.g. Amsterdamse re
cherche.
Het Hof veroordeelde verdachte K.
tot de doodstraf. Verdachte van K.
werd tot levenslange gevangenisstraf
veroordeeld.
Pauselijke rede tot de arbeider
In een rede, die de Paus gisteren tot
een duizendtal arbeiders van de Fiat-
fabrieken heeft gehouden, heeft hij
o.m. verklaard: „Sommige vernieu
wers der wereld, die de verdediging
van de arbeidersbelangen als een mo
nopolie opeisen, beschermen de per
soonlijke waardigheid van de arbeiders
niet, maar maken de werkkracht der
arbeiders tot een object, waarover de
maatschappij naar goeddunken en wil
lekeurig kan beschikken".
„De kerk belooft deze absolute ge
lijkheid. die door anderen wordt voor
gehouden, niet, want ze weet, dat het
leven steeds tal van verschillen in de
lichamelijke en intellectuele eigen
schappen te zien geeft, maar zij ver
zekert een volledige gelijkheid, waar
het de menselijke waardigheid be
treft".
GOUDEN KOETS
WORDT TENTOONGESTELD
Ten bate van het Koningin Juliana-
fonds zullen van 8 tot en met 27 No
vember a.s. de gouden koets en enige
andere hofrijtuigen, dia men tijdens de
inhuldigingsfeesten heeft kunnen zien,
worden tentoongesteld in de Koninklij
ke stallen te Den Haag.
(Van onze speciale verslaggever).
„Vort LadyVort Klaasmaant
de door weer en wind geharde Zeeuwse
landarbeider, waarnaast wij achter
twee zware Belsen op de bak van een J
platte wagen naar het veld rijden, waar
de bleten worden gerooid. Lady is wat
schichtig, maar de sterke Klaas is kalm
en houdt haar wel wat In toom. En dat
is nodig ook, want de smalle polderweg
die van de boerderij naar het land voert
is moddervet en dwingt tot voorzichtig
rijden. Van het eigenlijke wegdek is
niet veel meer te zien. Erop ligt een
complete laag klonterige natte grond,
afkomstig van de paardepoten en wa
genwielen, die nu al enkele dagen vele
malen per dag de suikerbieten van het
veld naar het erf brengen en weer te
rug keren om een nieuwe vracht te
halen.
Wij zitten diep in de kraag van onze
jas gedoken om een weinig beschutting
te zoeken tegen de gestadig vallende
tegen. Veel van de omtrek is er niet te
zien. Het is alles grijs.grijs.grijs
van de dichte watersluiers, die het land
schap een stempel van oneindige triest
heid geven. Het is eigenlijk geen doen,
denken wij en als het ware als antwoord
op onze gedachten mompelt de Zeeuw:
„Ja meneer, 't valt niet mee met dit
weer, maar wij moeten door: het is aan
genomen werk".
Een ruk aan de leidsels en de wagen
boldert en schokt van de weg omlaag
naar de wijde akker, waar in het voor
jaar het bietenzaad aan de aarde werd
toevertrouwd en nu na veel arbeid het
grote werk: de oogst op volle toeren
draait. Diep zakken de wielen weg in
de ruige natte grond en de zware paar
depoten zetten zich schrap om de wa
gen voort te trekken. Waar we rijden
zijn de bieten al gerooid en gekruind.
Het afgehakte loof ligt in rijen op het
veld". Wordt dat ook nog ergens voor
gebruikt?" vragen wij de man naast
ons. „Ja; dat groen is prima veevoer,
v.n.1. voor de koeien. Wat niet onmid
dellijk kan worden opgevoerd, gaat in
de kuil en is heel welkom ter aanvulling
van de voorraad hooi".
De wagen is nu op de plaats gekomen,
waar twee jonge arbeiders met grote
bietenvorken de voor vervoer gereed
gekomen bieten op zullen laden. „Halt
VERKOUDHEIDSZALF
Grote pot 75 cent
KlaasLady" De Zeeuw springt van
de wagen, wij op onze lage schoenen
doen het wat voorzichtiger aan. De man
nen wrijven even de verkleumde han
den, gooien de aardappelzak die over
de schouders hangend de kleding voor
al te nat worden moesten behoeden af
en grijpen'de vorken weer. Het opladen
Degint.
Intussen gaan wij naar het verre einde
van de uitgestrekte „bouw", waar drie
man bezig is de nog te velde staande
bieten te rooien. Gelukkig is de hemel
wat opgeklaard. Het is zo goed als droog
en in de grijze, hier en daar okerkleu-
rige luchten komt iets van blauw, komt
wat meer licht. Het landschap krijgt
onmiddellijk weer iets van het prettige
vertrouwde beeld terug: De grote boer
derijen achter het bijna kaalgewaaide
geboomte, waaronder nog wat late dah-
JJEBT V mevrouw, wanneer u
tegen een miezerige herfst
regen beschermd door uw plastic
jas even naar de winkel stapt om
een pond suiker, zich wel eens
afgevraagd wat er zo al heeft
moeten gebeuren voordat uw
kruidenier u dat kostbare voe
dingsmiddel van eigen bodem
kan overhandigen?
En u meneer, zittend achter uw
kleintje koffie na een morgen
van druk zaken doen, hebt u er
wel eens over nagedacht hoeveel
arbeid er verzet moest worden
alvorens uit die grove zanderige
suikerbiet het klontje suiker is
bereid, dat uw koffie de gewenste
smaak geeft?
Er is veel kans op, dat dit niet
het geval is geweest en daarom
willen wij, nu het onderwerp
„suiker" actueel is, u eens voor
een enkel ogenblik midden in de
suiker plaatsen. We gaan u mee
nemen op een tocht om nader
met de winning en bereiding
van het onmisbare voedingsmid
del kennis te maken.
Dit eerste artikel geeft u een in
druk over de winning van het
beginproduct: de suikerbiet. In
een tweede beschrijving daarna
zullen wij iets vertellen over de
verwerking van biet tot suiker in
een der grootste coöperatieve
suikerfabrieken, waar de cam
pagne nu in volle gang is.
Ka's geel en rose gloeien, een verre
bomenweg naar de kant waar de stoere
typische watertoren van de Wieringer-
waard hoog oprijst boven de polders en
dichterbij een trekker, die al sinds de
morgenschemering de brede ploeg door
een stoppelveld trekt op de voet gevolgd
door een zwerm in de opengereten grond
naar voedsel speurende meeuwen en
kraaien.
Op het achterste deel van het grote
perceel zijn de mannen aan het werk.
Met de bietengraaf, een werktuig, dat
bestaat uit een houten gedeelte: hand
vat en steel en e& ijzeren einde uit
lopende in een vorkvorm met twee
punten, worden de gelig witte bieten
aangeprikt en als het ware uit de grond
gedompt. De andere hand grijpt
het loof, de biet krijgt een tik met de
steel en de bietengraaf om de klevende
grond los te kloppen. Voortdurend buk
kende verrichten de arbeiders dit
zware werk. Biet na biet delven zij uit
de rulle aarde tot ze in een bepaald
schema ter verkrijging van voldoende
rjjruimte voor de wagens in lange
reeksen klaar liggen voor het afknappen
van het loof. Dit gebeurt met het z.g.
bietenmes, dat in grootte is te verge
lijken met een slagersmes.
Het bietenrooien is wel één der
zwaarste werkzaamheden, die de land
arbeider op zich kan nemen. Dat is
geen werk voor iedereen en het zijn
dan ook geharde pezige kerels die hier
aan de arbeid zijn. Het natte loof heeft
hun kleding doorweekt en de nerven
van de bladeren hebben bij het lostrek
ken hun handen verwond. Maar zij
gaan door. Biet na biet komt er uit, per
dag maakt een man ongeveer drie a
vierhonderd vierkante meter schoon en
binnen enkele dagen zal ook hier het
werk zijn gedaan en heeft ook dit stuk
je aarde weer zijn vruchten voortge
bracht, zoals men dat hoopte en ver
wachtte, maar wat toch altijd een on
zeker afwachten blijft. Hoevele gevaren
dreigen niet dikwijls om de oogst tot
mislukken te doemen?
Perspectieven
Maar dit jaar is het gelakt! Het sui
kergehalte ligt met 18 zelfs even
boven het gemiddelde, «o vertelt de boer
ons even later met een blij gezicht.
„Biedt de teelt van de suikerbiet nog
perspectieven? vragen wij hem. „Zeker,
vele landbouwers koesteren zelfs het
voornemen om de verbouw van de bie
ten uit te breiden. De economische sa
menwerking van de Benelux-landan
doet n.1. verhoging der prijzen ver
wachten en de boer streeft er tenslotte
naar om zijn akkers zo productief mo
gelijk te maken. (Deze gedachte werd
ons door de Rijkslandbocweonsulent Ir.
L R. Dijkema bevestigd). Het ligt in de
lijn der verwachtingen, dat de prijzen
zullen stijgen. In België krijgt de land
bouwer voor 1000 kilo 48; in ons land
is dit bedrag 32. Nivellering zou dus
in het voordeel van de Nederlandse
boer kunnen zijn.
Hetmet suikerbieten bebouwde reaal
is in Noord-Holland 4fj00 ha, dat is on
geveer 10 van dat in het gehele land.
Ook de lage prijs, die voor andere ge
wassen als b.v. tarwe wordt gemaakt
is oorzaak van de bijzondere belang
stelling van agrarisch Nederland voor
de suikerbiet. Onze boer, die ter gele
genheid van een heugelijk feit in het
Zondagse pak gestoken is, heeft haast
om zich weer naar de feestvierende fa
miliekring te begeven en wij nemen
afscheid. De berg suikerbleten op het
erf wordt juist met een nieuwe lading
vergroot. Straks gaat alles naar de
schuiten, wier taak het is de oogst aan
de coöperatieve fabriek in Groningen
af te leveren.
Wij fietsen terug door de vallende
schemering. In een glimmende perelaar
probeert zowaar een spreeuw nog een
liedje te fluiten, op een akker ratelt de
zaaimachine. Nieuwe graankorrels wor
den aan de aarde toevertrouwd.... de
goede aarde. Het is betekenisvol hier dit
gestage en ook hoopvolle voortgaan der
getijden waar te nemen. Hier ligt het
leven in al zijn diepte voor ons open.
Opgaan.bloeienvruchtdragen.
vergaan.... en nieuwe groei. Herfst....
Donkere wolken tonen de laatste rose
weerschijn van de ondergaande zon.
Oneerlijke secretaresse ver
duisterde duizenden guldens
De hoofdstedelijke politie heeft Vrij
dag op Schiphol bij aankomst van het
toestel uit Zürich de 34-jarige me
vrouw van der E. gearresteerd. Zij
was gedurende twee jaren werkzaam
geweest als secretaresse op een advo
catenkantoor te Amsterdam en had zich
door vervalsing van de boekhouding en
het uitgeven van valse cheques in die
tijd een bedrag van 20 k 30.000 gulden
toegeëigend.
Toen de politie haar wilde arresteren,
bleek zij naar Zwitserland te zijn ge
vlucht, alwaar zij door de Zwitserse
politie te Zürich werd aangehouden. Zij
is Vrijdag vrijwillig naar Nederland te
ruggekeerd en op Schiphol gearresteerd.
Van de toegeëigende gelden is vrijwel
niets meer over.
De politie heeft slechts beslag kun
nen leggen op een zeilboot met buiten
boord-motor. Mevrouw v. d. E. is moe
der van twee kinderen. Ook haar echt
genoot is verdacht van schuldheling ge
arresteerd.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur AVRO: 6 15 Tom
H.rich (piano) 6,30 Voor de Strijdkrach
ten— 7,00 De ring van Rico 710 Gra-
mofoonplaten 7,15 Pierre Palla (piano)
7,45 Nlwin-klanken 7,50 Rubriek van
de Wederopbouw 8,05 Echo van de dag
8,15 Avgo's Bonte Dinsdagavondtrein
9,30 Ik zou zo graag 10,15 Buitenlands
overzicht 10,30 Bijnamen in de Kamer
muziek 11,15 Symphonie
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,10 Sport-
pi aatje 6,20 Ein ausllug lm Wiener-
wald 6,30 Hedendaagse boeken en schrij
vers in Vlaanderen 7,15 Gramofoonpla-
teri 7,30 Dit is leven 7,45 Enny Mols
de Leeuwe met Internationale chansons
8,05 De gewone man 8,12 Radio Phll-
hprmonisch orkest 9,35 Honderd jaar
Grondwet 9,45 Blaasinstrument in de
Kamermuziek 10,15 Een kort woord op
Allerzielen 10,20 Werken van Bach
10,37 Actualiteiten 10,45 Avondgebed
11,15 Symphonie
VOOR WOENSDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA- 818
Lichle morgenklanken .11,00 Non-sto'p-
ptogramma 1,20 Malando 3,30 De Re
genboog 6,20 Garland Wilson (piano)
6,30 Voor de Strijdkrachten 7,00 Wan
neer en waarom socialisatie 7,i5 Carlos
Gardel zingt VPRO: 7,30 Voor de jeugd
7,45 Lezen in de Bijbel VARA: 8 05
Socialistisch nieuws 8,20 Opera aria's
M5 „Wij, doodge /one mensen", hoorspel
10,00 Piano-duo - 10,30 The Ramblers
- 10,45 In de tuin der poëzie 11,15 Bruce
Lowe zingt 11,30 Ray Ve'ntura en orkest
HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15
En nu aan het werk 1,15 Omroep
orkest 3,30 Haensel und Gretel 4,15
Voor onze jongens en meisjes 6,00 Onze
Nederlandse koren en korpsen 6,30 Me-
tropole-orkest 7,15 Het nieuws uit Indo
nesië 7,30 Het actueel geluid 7,45
Engelse les 8,05 Programma-proloog
8 15 Herfstappèl 9,35 Concertgebouw
orkest 10,20 Gramoloonplaten 10,45
Avondoverdenking 11,15 Serenade
11,45 Slot-accoord
Ts—tö(
ROMAN
VAN MARIA SAWERSKY1
(„Doe dat liever niet, Sabine", advi
seerde haar vriendin. „Op een goeie
dag zal het met die twee best in orde
komen".
Vooralsnog echter was het nog hele
maal niet in orde. Mevrouw Larsen,
Irene en de overgelukkige Kareltje
Schuch vertrokken naar de hoofdstad,
waar laatstgenoemde met grote voort
varendheid de nodige maatregelen voor
de huwelijksplechtigheid begon te
treffen.
Vóór hun vertrek had Beate nog een
onderhoud met haar tante. Mevrouw
Larsen had haar een paar toespelingen
gemaakt, dat Irene zo verschrikkelijk
arm, was en eigenlijk geen behoorlijke
uitzet had. Deze opmerking was bij de
fijngevoelige Beate op vruchtbare bo
dem gevallen. Ze overhandigde haar
tante een cheque, welker bedrag een
kleur van blijdschap op mevrouw
Larsens wangen toverde en deze zelfs
een beetje beschaamd maakte.
„Eigenlijk kan ik dat niet aanne
men", zei ze verlegen en met zeldzame
oprechtheid voegde ze er in gedachten
aan toe: Eigenlijk heb ik zoveel groot
moedigheid van Beate Mengelberg he
lemaal niet verdiend.
„Neemt u 't maar, ik geef het graag,
tante", zei Beate eenvoudig.
Waarop mevrouw Larsen gemeend
bad niet langer te mogen weigeren en
Beate dringend had verzocht als ge
tuige bij Irgne's huwelijk te willen op-
ti eden, hetgeen deze had toegezegd.
Na het vertrek der anderen sloten
Beate Sabine Reuder en Felix zich
r.og hechter aaneen. Zij maakten verre
wandelingen en autotochten en bab
belden urenlang met elkaar. Mevrouw
Clafsen maakte eveneens deel uit van
het gezelschap, tot ook zij op zekere
dag haar koffers begon te pakken.
„Ik heb nu lang genoeg geluierd",
zei ze. „Ik begin naar huis te ver
langen".
„Maar van de winter moet je een
paar maanden bij mij komen logeren",
zei tante Sabine met klem. „Ik moet
er niet aan denken, dat ik dan weer
geheel alleen in Hasselfeurde zal zit
ten. Dan hebben we volop gelegenheid
met elkaar nog eens over vroeger te
praten".
Mevrouw Olafsen beloofde het.
Het begon intussen al herfst te wor
den. De bomen veranderden van kleur,
de trekvogels maakten aanstalten het
land te verlaten, toen de eerste koude
windvlagen kwamen en het aantal gas
ten in het hotel werd elke dag minder.
„Ik denk er ook over weer een*
naar huis te gaan, Beate" zei tante
Sabine op zekere dag. „Emma schrijft
me, dat ze de herfstinmaak al achter
de rug heeft. Dokter Kruger en zijn
zuster schijnen me eveneens te gaan
Plissen en eerlijk gezegd begin ik
naar m'n eigen huis en het stille Has
selfeurde te verlangen. Het liefst zou
ik zo spoedig mogelijk willen vertrek
ken, maar hot moet het dan met jou,
Beate?"
Het jonge meisje lachte. „Ik ga met
u mee, tante Sabine. Want even eer
lijk gezegd, verlang ik ook naar huis".
„Naar Hasselfeurde?" vroeg tante
Sabine verbaasd.
„Ja, want daar heb ik, dank zij oom
Jules, een tehuis gevonden. Ik ga in
oom Jules' huis wonen met Peter en
een meisje, dat een deel van de huis
houding voor me kan doen. Dat heb
ben we allang besproken".
„We?" Sabine Reuder keek 't meisje
verbaasd aan.
„Nu ja, Felix en ik!"
„Wie gebruikt daar mijn naam?"
vroeg Reuder. die Juist op dit ogen
blik de kamer binnentrad.
„Nou, dat is me een mooie verras
sing!" viel de oude dame tegen haar
r.eef uit. „Zoeven vertelt Beate me,
dat ze zich in Hasselfeurde wil vesti
gen. En dat jij.... maar m'n hemeL
wat hebben jullie samen eigenlijk be
konkeld?"
„Wel. niets bijzonder^ alleen, dat
Beate in het huis van haar oom denkt
te gaan wonen", was het antwoord.
„Maar het zal daar immers veel te
eenzaam zijn voor Beate. En het huis
is zo verschrikkelijk somber!"
„Wat dat laatste betreft, heb ik, met
Beate's goedkeuring voor de nodige
veranderingen gezorgd", lachte Felix.
„Ik heb maatregelen getroffen, dat het
buis van de kapitein behoorlijk gemo
derniseerd en bewoonbaar is gemaakt.
Dokter Kruger, zijn zuster en de oude
Peter hebben mij daarbij de behulp
zame hand geboden. Een paar dagen
geleden kreeg ik bericht, dat alles in
orde is. Emma heeft intussen ook al
een fatsoenlijk meisje voor Beate ge
vonden...."
„En dat hoor ik allemaal nu pas?"
riep tante Sabine verontwaardigd.
„Wij wilden u verrassen", lachte
Beate. „En als u er geen bezwaar tegen
hebt. kunnen we morgen vertrekken".
Sabine Reuder had er niet het min
ste bezwaar tegen. Met hun drieën
vertrokken zij. maar op het station,
waar zij moesten overstappen, nam
Reuder de trein, die hem naar de
hoofdstad zou brengen. Hij had daar
nog verschillende zaken te regelen.
„Ik blijf niet lang weg", beloofde hij.
„Ik kom zo spoedig mogelijk naar
Hasselfeurde".
Het stadje ontving de beide dames
in de personen van dr. Kruger en
diens zuster, die het tweetal op het
perron verwelkomden De dokter zette
grote ogen op, toen hij Beate terug
zag.
„Ik zou u bijna niet meer herkend
hebben, juffrouw Mengelberg", zei hij
v erbaasd. „U bentu ziet er zo uit
stekend uit, wil ik zeggen".
Peter was met een taxi aan het sta
tion. Ook hij staarde zijn jonge mees
teres met grote ogen aan.
Toen de schemering begon te vallen,
waren zij thuis en Beate zei: „Van
avond moet u bij mij komen eten, tan
te Sabine. Ik ben vroeger zo vaak bij
u op visite geweest, dat ik u nu de
eerste avond graag eens als gast in
mijn huis zou zien. En ik wil u toch
cok al het nieuwe eens laten bewon
deren".
„Ik ben ongelooflijk nieuwsgierig!"
antwoordde Sabine Reuder lachend.
(Wordt vervolgd)