George kondigt komst van mijn zender aan MENTHO-REX Bij de suikerbietrooiers in het veld ante babine Waf doei Harry Knoppen in Londen? grijpt in I Ik was geheim agent in oorlogstijd (XVI) Hermann Giskes als regisseur Van biet tot kristalsuiker (1) Zware arbeid maar de oogst is goed! verdryft de kou terwijl u slaapt Hei Radioprogramma -. £EN PAAR DAGEN LATER heeft Bnun van Oord een belangrijk nieuwtje "^°r?L\an TrieSt hee,t ombeld en gezegd. dat we hem mor- genmiddag in Utrecht kunnen ontmoeten. Hfl heeft goed nieuws". „Zei hij wat voor nieuws. vraag ik nieuwsgierig, maar het antwoord is negatief en ik moe' dus wachten tot ik George «ie. Avonds typ ik een telegram voor Lon den, waarin ik in het kort de toestand met betrekking tot de proclamatie over de komende invasie uiteenzet. Er is geen reden waarom ik George buiten de hele zaak *ou willen houden en toch ben ik sterk geneigd de bijzonderheden voor hem geheim te houden. Ik zit lang te piekeren en besluit tenslotte de beslissende zin als volgt op te stellen: Wanneer wenst u uitgewerkt lucifersdoosje? Ik her lees de woorden minstens een keer of tien om me er van te overtuigen, dat het duidelijk is. Ze moeten in Londen begrijpen, wat ik met lucifersdoosje be doel en dat „uitgewerkt lucifersdoosje" alleen „uitgewerkte proclamatie" kan betekenen: Voor George is het volstrekt onbegrijpelijk omdat h<j tenslotte nooit met zekerheid vernomen heeft, dat het doosje zoiets als invasie-instruc ties voor de ondergrondse strijdkrachten bevatte. Ik laat het, zo het is, en ga naar bed. pEORGE ZIT AL op ons te wachten als we de volgende middag in het Utrechtse restaurant komen. Hij rit breeduit in een fauteuil een sigaar te roken, verdiept in een krant Zijn wel komstgroet is even hartelijk als altijd en terwijl wij gaan ritten gooit hij xijn krant op tafel en gaat de kellner zoe ken. Zonder aanleiding neem ik de krant op en ontdek met een schok, dat het de nieuwste uitgave van een illegaal blad is. Ik sta perplex over zoveel brutaliteit maar ben tegelijker tijd nijdig over zoveel onnodige bluf. Ik weet immers op dat moment niet dat George verrader voor de Duitsers is.... „Tamelijk stom om die rond te la ten slingeren", zeg ik stijfjes als Van Triest terug is. „Wil jij weer eens pro beren mij het vak te leren?", blaft hij terug. „Nog altijd dezelfde hè? Nog steeds zo voorzichtig! Nou, geeft niet hoor. Ik heb nog steeds niet alle hoop opgegeven om jou nog eens bij te brengen, dat bluf de enige en beste politiek is". Het lijkt me ongewenst om nogmaals een gesprek over mijn gedrag te be ginnen, want ik betwijfel zeer, of ik bij deze onverbeterlijke opschepper ook maar een fractie van het succes zal oogsten, dat ik bij Bram gehad heb. George kletst onophoudelijk over Bel gië en de daar heersende toestanden, vertelt ons van de arrestatie van de «leiders van een onbekende ondergrond se organisatie in Arnhem, kortom, doodt zijn. tijd op de gebruikelijke wij ze. Ik wil echter het gesprek op de zaken brengen en haal daarom mijn telegram te voorschijn. ,.Ha", zegt Van Triest, „weer een liefdesbrief, hè? Je hebt een drukke correspondentie. Wat is 't geheim dit maal? Audry? Nou, m'n jongen, ik geloof, dat je me voor de gek houdt! Vroeger jaren was het in de Kop van Noord-Holland gewoonte de meisjes of de jongens, die* zo onfortuinlijk waren geen vrijer te hebben, op Sinterklaas een rem- plagant van taai-taai of specu laas aan te bieden. Deze traditie is niet langer in zwang, maar West- Friesland bakt nog steeds de „vrijers", waarmee reeds 6 weken vóór het feest van de goedheilig man een aanvang wordt gemaakt. Voor het eerst sedert de oorlog kan de lekkernij, evenals trouwens alle gebak, zonder bon worden gek echt. Jij stuurt boodschapjes aan je pluize- bolletjes!" George heeft er niet het minste idee van dat ik, bij gebrek aan een code, in ieder telegram een woord moet inlassen dat Londen in over leg met mijn vrouw gerust kan stel len over de herkomst Ze moeten in Engeland uit een enkel woord begrij pen dat niemand anders dan ik dit te legram kan hebben opgesteld. „Wat ben jij nieuwsgierig!", zeg ik zo vriendelijk mogelijk tegen Van Triest. „Waarom laat je me niet met rust met mijn vrouwen, ik bemoei me toch ook niet met de jouwe, niet waar?" Mijn opmerking heeft het onveran derlijke effect van iedere zinspeling op zijn nieuwsgierigheid. Het komt dan tot een lange preek: dat hij er abso luut geen interesse in heeft en dat hij liever niets over mijn werk weet. „Uitgewerkt lucifersdoosje? Dat leu ke dingetje, wat je bij je had?", vraagt hij toch nog terloops. Maar de manier waarop ik hem aankijk schijnt vol doende om hem van verdere vragen te doen afzien. ,O.K. Ik zal het doorgeven. Maar mijn marconist zit tot over de oren in het werk. Je moet alleen telegram men sturen, als het absoluut noodza kelijk is!" „Niemand zal blijer zijn dan ik, wan neer ik zelf een piano heb", snauw ik. Daar kan hij van verzekerd zijn. „We hebben 'n telegram uit Lon den ontvangen over dat toestel" zegt George langs zijn neus weg. ,.Er staat in, dat ik je moet zeggen, dat een spe ciale koerier je dezer dagen een toe stel zal brengen". „En wanneer is dat?" Ik ben hoogst opgewonden in het vooruitzicht van mijn „bevrijding". „Kan elke dag wezen. Ik verwacht het konijn deze week!" „Komt hij ook naar Brussel?" George aarzelt. „Dat kan ik je niet vertellen." En dan ongewoon streng: „Dat zijn jouw zaken ook niet. Hij is waarschijnlijk een man, die je kent en dat moet je voldoende zijn". Ik ben opgetogen over het nieuws. Beter had het niet kunnen zijn. Ik zie nu een kans om met dit onzekere be staan te breken, om zelf een verbinding met Londen te krijgen, zelfstandig te werken en me vrij en naar eigen ver kiezing te bewegen. Maar mijn metge zellen mogen deze redenen voor mijn vreugde niet weten. TK zal Mieke bericht sturen als het konijn aankomt," zegt George vlak voor we vertrekken. „Ze zal je wel op bellen en de laatste afspraken maken." „Wie is Mieke?" „De vrouw van Harry Knoppers, een goede vriend van me, een fijne kerel, die ik naar Engeland geholpen heb. Hij wilde daar eerst een goede opleiding krijgen en dan terugkomen om het ac tief verzet te organiseren. Bij zijn ver trek heb ik hem beloofd voor zijn Vrouw en kinderen te zorgen en zo doende knapt ze soms kleine werkjes voor me op, telefoneert met mensen en geeft berichten door of zoiets." „Wanneer is hij vertrokken?", infor meer ik. „Vlak voor jij hier aankwam. Hij was waarschijnlijk net in Engeland, toen jij van daar vertrok. Ik denk niet, dat je hem nog ontmoet hebt". Ik heb Knoppers inderdaad niet ont moet. Ik weet ook niet dat de brave kerel, zonder dat hij het besefte, in het Engeland-Spiel van Schreieder en Gis kes is ingekapseld en dat hij door Ne derlandse verraders naar Engeland is „geholpen" om daar de leiders van de geheime dienst onbewust zand in de ogen te strooien Die avond ging zo stel ik mij voor in het hoofdkwartier van de Ab- wehr in Driebergen de telefoon. Her mann Giskes, de leider van de Duitse eentra-spionnage, werd aan het toestel geroepen voor een gesprek met George Ridderhof, alias Van Triest. „Ik heb hier een telegram. Er staat weer een naam in en ook iets over een lucifersdoosje." „Waar ben je?", vraagt Giskes. „In een telefoncel!" „Goed, dicteer maar." „Van Brntos aan hoofdkwartier stop Mening hier over uitwerking on gunstig stop Zend instructies wanneer uitgewerkt lucifersdoosje gewenst wordt stop Verwacht deie met spoed stop Audrey stop Brutus stop". „Wat betekent dat gezeur over dat lucifersdoosje? Heeft hij jou ooit ver teld wat er in zat?" De stem van Giskes klinkt koel en gereserveerd, als altijd. „Nee, maar het moet iets met de illegale pers te maken hebben". Aan jou heb ik ook niet veel. Af gezien daarvan, heb je hem gezegd, dat hij teveel telegrammen stuurt?" „Zeker, maar hij zegt, dat hij ons zal helpen, zodra hij zijn eigen zender heeft". ..Heel aardig van hem, maar dat is niet nodig". Er klinkt vermaak in de stem van de sluwe Duitser. „Heb je hem het nieuws over het toestel mee gedeeld?" „Ja. Hij was in de wolken". „Dat geloof ik! Jij maakt dat in orde, hè?" „Ja. Kan ik hem zeggen dat hij spoe dig antwoord op zijn telegram krijgt?" „Nee, zegt Giskes. „Ik wil niet, dat je dat nog eens tegen hem zegt. Wanneer hij er over begint, bedenk dan maar een smoes!" „Waarom dat?" Het blijkt uit Geor- ge's stem, dat vragen stellen aan Gis kes een waagstuk is. „Omdat ik dat telegram nog - niet verzend. Ik neem het risico niet. Ik wacht tot Knoppers uit Engeland te rug komt. Wanneer ik met hem ge sproken heb, zal ik me meer op mijn gemak voelen en dan kan ik wat meer wagen. Maar eerst wil ik Knoppers spreken!" Hermann Giskes legt met een bijna sierlijk gebaar de hoorn op de haak. Zijn houding is die van een vooraan staand zakenman, vol zelfvertrouwen en met een houding van superioriteit, die aan onverbiddelijkheid grenst. Dan haalt hij een pakje Engelse sigaretten uit zijn zak, steekt er één aan met de langzame nauwgezetheid, die zijn hele houding kenmerkt, leunt achterover in de kussens van zijn fauteuil en begint na te denken. O. als ik dit alles eens geweten had in die koude Decemberdagen van het jaar 1943.... 1 Sperrle naar Spanje Het persbureau A.D.N. (Sowjet-zöne) meldt, dat de gewezen luchtmaar- schalk Hugo Sperrle, die Woensdag te Neurenberg bij het proces tegen het Duitse opperbevel is vrijgesproken, zich binnenkort naar Spanje zal be geven om er de Spaanse luchtmacht te reorganiseren. (Sperrle voerde in 1938-37 het bevel over hetf „Condor- legioen" tijdens de Spaanse burger oorlog) In welingelichte Amerikaanse krin gen te Neurenberg spreekt men met ifUigheid het bericht van het nieuws bureau tegen. Men verklaart, dat de gewezen maarschalk te riek is om een dergelijke taak te vervullen en dat hij een langdurige behandeling moet ondergaan in een ziekenhuis te Am- mersee ten zuidwesten van München. 4= Doodstraf voor S.D.-er De Groninger Kamer van het Bijzon dere Gerechtshof te Leeuwarden heeft gisteren uitspraak gedaan in de zaak tegen de 52-jarige agent van politie te Amsterdam Harm Krikke en de 57- jarige agent van politie te Amsterdam J. van Kooten. De advocaat-fiscaal eiste 14 dagen geleden de doodstraf tegen deze beide SD.-satellieten, die gedurende de be zetting deel uitmaakten van het rg. bureau voor Joodse zaken te Amster dam en actief waren verbonden aan het hoofdkwartier van de S. D. te Groningen bij de z.g. Amsterdamse re cherche. Het Hof veroordeelde verdachte K. tot de doodstraf. Verdachte van K. werd tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Pauselijke rede tot de arbeider In een rede, die de Paus gisteren tot een duizendtal arbeiders van de Fiat- fabrieken heeft gehouden, heeft hij o.m. verklaard: „Sommige vernieu wers der wereld, die de verdediging van de arbeidersbelangen als een mo nopolie opeisen, beschermen de per soonlijke waardigheid van de arbeiders niet, maar maken de werkkracht der arbeiders tot een object, waarover de maatschappij naar goeddunken en wil lekeurig kan beschikken". „De kerk belooft deze absolute ge lijkheid. die door anderen wordt voor gehouden, niet, want ze weet, dat het leven steeds tal van verschillen in de lichamelijke en intellectuele eigen schappen te zien geeft, maar zij ver zekert een volledige gelijkheid, waar het de menselijke waardigheid be treft". GOUDEN KOETS WORDT TENTOONGESTELD Ten bate van het Koningin Juliana- fonds zullen van 8 tot en met 27 No vember a.s. de gouden koets en enige andere hofrijtuigen, dia men tijdens de inhuldigingsfeesten heeft kunnen zien, worden tentoongesteld in de Koninklij ke stallen te Den Haag. (Van onze speciale verslaggever). „Vort LadyVort Klaasmaant de door weer en wind geharde Zeeuwse landarbeider, waarnaast wij achter twee zware Belsen op de bak van een J platte wagen naar het veld rijden, waar de bleten worden gerooid. Lady is wat schichtig, maar de sterke Klaas is kalm en houdt haar wel wat In toom. En dat is nodig ook, want de smalle polderweg die van de boerderij naar het land voert is moddervet en dwingt tot voorzichtig rijden. Van het eigenlijke wegdek is niet veel meer te zien. Erop ligt een complete laag klonterige natte grond, afkomstig van de paardepoten en wa genwielen, die nu al enkele dagen vele malen per dag de suikerbieten van het veld naar het erf brengen en weer te rug keren om een nieuwe vracht te halen. Wij zitten diep in de kraag van onze jas gedoken om een weinig beschutting te zoeken tegen de gestadig vallende tegen. Veel van de omtrek is er niet te zien. Het is alles grijs.grijs.grijs van de dichte watersluiers, die het land schap een stempel van oneindige triest heid geven. Het is eigenlijk geen doen, denken wij en als het ware als antwoord op onze gedachten mompelt de Zeeuw: „Ja meneer, 't valt niet mee met dit weer, maar wij moeten door: het is aan genomen werk". Een ruk aan de leidsels en de wagen boldert en schokt van de weg omlaag naar de wijde akker, waar in het voor jaar het bietenzaad aan de aarde werd toevertrouwd en nu na veel arbeid het grote werk: de oogst op volle toeren draait. Diep zakken de wielen weg in de ruige natte grond en de zware paar depoten zetten zich schrap om de wa gen voort te trekken. Waar we rijden zijn de bieten al gerooid en gekruind. Het afgehakte loof ligt in rijen op het veld". Wordt dat ook nog ergens voor gebruikt?" vragen wij de man naast ons. „Ja; dat groen is prima veevoer, v.n.1. voor de koeien. Wat niet onmid dellijk kan worden opgevoerd, gaat in de kuil en is heel welkom ter aanvulling van de voorraad hooi". De wagen is nu op de plaats gekomen, waar twee jonge arbeiders met grote bietenvorken de voor vervoer gereed gekomen bieten op zullen laden. „Halt VERKOUDHEIDSZALF Grote pot 75 cent KlaasLady" De Zeeuw springt van de wagen, wij op onze lage schoenen doen het wat voorzichtiger aan. De man nen wrijven even de verkleumde han den, gooien de aardappelzak die over de schouders hangend de kleding voor al te nat worden moesten behoeden af en grijpen'de vorken weer. Het opladen Degint. Intussen gaan wij naar het verre einde van de uitgestrekte „bouw", waar drie man bezig is de nog te velde staande bieten te rooien. Gelukkig is de hemel wat opgeklaard. Het is zo goed als droog en in de grijze, hier en daar okerkleu- rige luchten komt iets van blauw, komt wat meer licht. Het landschap krijgt onmiddellijk weer iets van het prettige vertrouwde beeld terug: De grote boer derijen achter het bijna kaalgewaaide geboomte, waaronder nog wat late dah- JJEBT V mevrouw, wanneer u tegen een miezerige herfst regen beschermd door uw plastic jas even naar de winkel stapt om een pond suiker, zich wel eens afgevraagd wat er zo al heeft moeten gebeuren voordat uw kruidenier u dat kostbare voe dingsmiddel van eigen bodem kan overhandigen? En u meneer, zittend achter uw kleintje koffie na een morgen van druk zaken doen, hebt u er wel eens over nagedacht hoeveel arbeid er verzet moest worden alvorens uit die grove zanderige suikerbiet het klontje suiker is bereid, dat uw koffie de gewenste smaak geeft? Er is veel kans op, dat dit niet het geval is geweest en daarom willen wij, nu het onderwerp „suiker" actueel is, u eens voor een enkel ogenblik midden in de suiker plaatsen. We gaan u mee nemen op een tocht om nader met de winning en bereiding van het onmisbare voedingsmid del kennis te maken. Dit eerste artikel geeft u een in druk over de winning van het beginproduct: de suikerbiet. In een tweede beschrijving daarna zullen wij iets vertellen over de verwerking van biet tot suiker in een der grootste coöperatieve suikerfabrieken, waar de cam pagne nu in volle gang is. Ka's geel en rose gloeien, een verre bomenweg naar de kant waar de stoere typische watertoren van de Wieringer- waard hoog oprijst boven de polders en dichterbij een trekker, die al sinds de morgenschemering de brede ploeg door een stoppelveld trekt op de voet gevolgd door een zwerm in de opengereten grond naar voedsel speurende meeuwen en kraaien. Op het achterste deel van het grote perceel zijn de mannen aan het werk. Met de bietengraaf, een werktuig, dat bestaat uit een houten gedeelte: hand vat en steel en e& ijzeren einde uit lopende in een vorkvorm met twee punten, worden de gelig witte bieten aangeprikt en als het ware uit de grond gedompt. De andere hand grijpt het loof, de biet krijgt een tik met de steel en de bietengraaf om de klevende grond los te kloppen. Voortdurend buk kende verrichten de arbeiders dit zware werk. Biet na biet delven zij uit de rulle aarde tot ze in een bepaald schema ter verkrijging van voldoende rjjruimte voor de wagens in lange reeksen klaar liggen voor het afknappen van het loof. Dit gebeurt met het z.g. bietenmes, dat in grootte is te verge lijken met een slagersmes. Het bietenrooien is wel één der zwaarste werkzaamheden, die de land arbeider op zich kan nemen. Dat is geen werk voor iedereen en het zijn dan ook geharde pezige kerels die hier aan de arbeid zijn. Het natte loof heeft hun kleding doorweekt en de nerven van de bladeren hebben bij het lostrek ken hun handen verwond. Maar zij gaan door. Biet na biet komt er uit, per dag maakt een man ongeveer drie a vierhonderd vierkante meter schoon en binnen enkele dagen zal ook hier het werk zijn gedaan en heeft ook dit stuk je aarde weer zijn vruchten voortge bracht, zoals men dat hoopte en ver wachtte, maar wat toch altijd een on zeker afwachten blijft. Hoevele gevaren dreigen niet dikwijls om de oogst tot mislukken te doemen? Perspectieven Maar dit jaar is het gelakt! Het sui kergehalte ligt met 18 zelfs even boven het gemiddelde, «o vertelt de boer ons even later met een blij gezicht. „Biedt de teelt van de suikerbiet nog perspectieven? vragen wij hem. „Zeker, vele landbouwers koesteren zelfs het voornemen om de verbouw van de bie ten uit te breiden. De economische sa menwerking van de Benelux-landan doet n.1. verhoging der prijzen ver wachten en de boer streeft er tenslotte naar om zijn akkers zo productief mo gelijk te maken. (Deze gedachte werd ons door de Rijkslandbocweonsulent Ir. L R. Dijkema bevestigd). Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat de prijzen zullen stijgen. In België krijgt de land bouwer voor 1000 kilo 48; in ons land is dit bedrag 32. Nivellering zou dus in het voordeel van de Nederlandse boer kunnen zijn. Hetmet suikerbieten bebouwde reaal is in Noord-Holland 4fj00 ha, dat is on geveer 10 van dat in het gehele land. Ook de lage prijs, die voor andere ge wassen als b.v. tarwe wordt gemaakt is oorzaak van de bijzondere belang stelling van agrarisch Nederland voor de suikerbiet. Onze boer, die ter gele genheid van een heugelijk feit in het Zondagse pak gestoken is, heeft haast om zich weer naar de feestvierende fa miliekring te begeven en wij nemen afscheid. De berg suikerbleten op het erf wordt juist met een nieuwe lading vergroot. Straks gaat alles naar de schuiten, wier taak het is de oogst aan de coöperatieve fabriek in Groningen af te leveren. Wij fietsen terug door de vallende schemering. In een glimmende perelaar probeert zowaar een spreeuw nog een liedje te fluiten, op een akker ratelt de zaaimachine. Nieuwe graankorrels wor den aan de aarde toevertrouwd.... de goede aarde. Het is betekenisvol hier dit gestage en ook hoopvolle voortgaan der getijden waar te nemen. Hier ligt het leven in al zijn diepte voor ons open. Opgaan.bloeienvruchtdragen. vergaan.... en nieuwe groei. Herfst.... Donkere wolken tonen de laatste rose weerschijn van de ondergaande zon. Oneerlijke secretaresse ver duisterde duizenden guldens De hoofdstedelijke politie heeft Vrij dag op Schiphol bij aankomst van het toestel uit Zürich de 34-jarige me vrouw van der E. gearresteerd. Zij was gedurende twee jaren werkzaam geweest als secretaresse op een advo catenkantoor te Amsterdam en had zich door vervalsing van de boekhouding en het uitgeven van valse cheques in die tijd een bedrag van 20 k 30.000 gulden toegeëigend. Toen de politie haar wilde arresteren, bleek zij naar Zwitserland te zijn ge vlucht, alwaar zij door de Zwitserse politie te Zürich werd aangehouden. Zij is Vrijdag vrijwillig naar Nederland te ruggekeerd en op Schiphol gearresteerd. Van de toegeëigende gelden is vrijwel niets meer over. De politie heeft slechts beslag kun nen leggen op een zeilboot met buiten boord-motor. Mevrouw v. d. E. is moe der van twee kinderen. Ook haar echt genoot is verdacht van schuldheling ge arresteerd. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur AVRO: 6 15 Tom H.rich (piano) 6,30 Voor de Strijdkrach ten— 7,00 De ring van Rico 710 Gra- mofoonplaten 7,15 Pierre Palla (piano) 7,45 Nlwin-klanken 7,50 Rubriek van de Wederopbouw 8,05 Echo van de dag 8,15 Avgo's Bonte Dinsdagavondtrein 9,30 Ik zou zo graag 10,15 Buitenlands overzicht 10,30 Bijnamen in de Kamer muziek 11,15 Symphonie HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,10 Sport- pi aatje 6,20 Ein ausllug lm Wiener- wald 6,30 Hedendaagse boeken en schrij vers in Vlaanderen 7,15 Gramofoonpla- teri 7,30 Dit is leven 7,45 Enny Mols de Leeuwe met Internationale chansons 8,05 De gewone man 8,12 Radio Phll- hprmonisch orkest 9,35 Honderd jaar Grondwet 9,45 Blaasinstrument in de Kamermuziek 10,15 Een kort woord op Allerzielen 10,20 Werken van Bach 10,37 Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15 Symphonie VOOR WOENSDAG HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA- 818 Lichle morgenklanken .11,00 Non-sto'p- ptogramma 1,20 Malando 3,30 De Re genboog 6,20 Garland Wilson (piano) 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,00 Wan neer en waarom socialisatie 7,i5 Carlos Gardel zingt VPRO: 7,30 Voor de jeugd 7,45 Lezen in de Bijbel VARA: 8 05 Socialistisch nieuws 8,20 Opera aria's M5 „Wij, doodge /one mensen", hoorspel 10,00 Piano-duo - 10,30 The Ramblers - 10,45 In de tuin der poëzie 11,15 Bruce Lowe zingt 11,30 Ray Ve'ntura en orkest HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15 En nu aan het werk 1,15 Omroep orkest 3,30 Haensel und Gretel 4,15 Voor onze jongens en meisjes 6,00 Onze Nederlandse koren en korpsen 6,30 Me- tropole-orkest 7,15 Het nieuws uit Indo nesië 7,30 Het actueel geluid 7,45 Engelse les 8,05 Programma-proloog 8 15 Herfstappèl 9,35 Concertgebouw orkest 10,20 Gramoloonplaten 10,45 Avondoverdenking 11,15 Serenade 11,45 Slot-accoord Ts—tö( ROMAN VAN MARIA SAWERSKY1 („Doe dat liever niet, Sabine", advi seerde haar vriendin. „Op een goeie dag zal het met die twee best in orde komen". Vooralsnog echter was het nog hele maal niet in orde. Mevrouw Larsen, Irene en de overgelukkige Kareltje Schuch vertrokken naar de hoofdstad, waar laatstgenoemde met grote voort varendheid de nodige maatregelen voor de huwelijksplechtigheid begon te treffen. Vóór hun vertrek had Beate nog een onderhoud met haar tante. Mevrouw Larsen had haar een paar toespelingen gemaakt, dat Irene zo verschrikkelijk arm, was en eigenlijk geen behoorlijke uitzet had. Deze opmerking was bij de fijngevoelige Beate op vruchtbare bo dem gevallen. Ze overhandigde haar tante een cheque, welker bedrag een kleur van blijdschap op mevrouw Larsens wangen toverde en deze zelfs een beetje beschaamd maakte. „Eigenlijk kan ik dat niet aanne men", zei ze verlegen en met zeldzame oprechtheid voegde ze er in gedachten aan toe: Eigenlijk heb ik zoveel groot moedigheid van Beate Mengelberg he lemaal niet verdiend. „Neemt u 't maar, ik geef het graag, tante", zei Beate eenvoudig. Waarop mevrouw Larsen gemeend bad niet langer te mogen weigeren en Beate dringend had verzocht als ge tuige bij Irgne's huwelijk te willen op- ti eden, hetgeen deze had toegezegd. Na het vertrek der anderen sloten Beate Sabine Reuder en Felix zich r.og hechter aaneen. Zij maakten verre wandelingen en autotochten en bab belden urenlang met elkaar. Mevrouw Clafsen maakte eveneens deel uit van het gezelschap, tot ook zij op zekere dag haar koffers begon te pakken. „Ik heb nu lang genoeg geluierd", zei ze. „Ik begin naar huis te ver langen". „Maar van de winter moet je een paar maanden bij mij komen logeren", zei tante Sabine met klem. „Ik moet er niet aan denken, dat ik dan weer geheel alleen in Hasselfeurde zal zit ten. Dan hebben we volop gelegenheid met elkaar nog eens over vroeger te praten". Mevrouw Olafsen beloofde het. Het begon intussen al herfst te wor den. De bomen veranderden van kleur, de trekvogels maakten aanstalten het land te verlaten, toen de eerste koude windvlagen kwamen en het aantal gas ten in het hotel werd elke dag minder. „Ik denk er ook over weer een* naar huis te gaan, Beate" zei tante Sabine op zekere dag. „Emma schrijft me, dat ze de herfstinmaak al achter de rug heeft. Dokter Kruger en zijn zuster schijnen me eveneens te gaan Plissen en eerlijk gezegd begin ik naar m'n eigen huis en het stille Has selfeurde te verlangen. Het liefst zou ik zo spoedig mogelijk willen vertrek ken, maar hot moet het dan met jou, Beate?" Het jonge meisje lachte. „Ik ga met u mee, tante Sabine. Want even eer lijk gezegd, verlang ik ook naar huis". „Naar Hasselfeurde?" vroeg tante Sabine verbaasd. „Ja, want daar heb ik, dank zij oom Jules, een tehuis gevonden. Ik ga in oom Jules' huis wonen met Peter en een meisje, dat een deel van de huis houding voor me kan doen. Dat heb ben we allang besproken". „We?" Sabine Reuder keek 't meisje verbaasd aan. „Nu ja, Felix en ik!" „Wie gebruikt daar mijn naam?" vroeg Reuder. die Juist op dit ogen blik de kamer binnentrad. „Nou, dat is me een mooie verras sing!" viel de oude dame tegen haar r.eef uit. „Zoeven vertelt Beate me, dat ze zich in Hasselfeurde wil vesti gen. En dat jij.... maar m'n hemeL wat hebben jullie samen eigenlijk be konkeld?" „Wel. niets bijzonder^ alleen, dat Beate in het huis van haar oom denkt te gaan wonen", was het antwoord. „Maar het zal daar immers veel te eenzaam zijn voor Beate. En het huis is zo verschrikkelijk somber!" „Wat dat laatste betreft, heb ik, met Beate's goedkeuring voor de nodige veranderingen gezorgd", lachte Felix. „Ik heb maatregelen getroffen, dat het buis van de kapitein behoorlijk gemo derniseerd en bewoonbaar is gemaakt. Dokter Kruger, zijn zuster en de oude Peter hebben mij daarbij de behulp zame hand geboden. Een paar dagen geleden kreeg ik bericht, dat alles in orde is. Emma heeft intussen ook al een fatsoenlijk meisje voor Beate ge vonden...." „En dat hoor ik allemaal nu pas?" riep tante Sabine verontwaardigd. „Wij wilden u verrassen", lachte Beate. „En als u er geen bezwaar tegen hebt. kunnen we morgen vertrekken". Sabine Reuder had er niet het min ste bezwaar tegen. Met hun drieën vertrokken zij. maar op het station, waar zij moesten overstappen, nam Reuder de trein, die hem naar de hoofdstad zou brengen. Hij had daar nog verschillende zaken te regelen. „Ik blijf niet lang weg", beloofde hij. „Ik kom zo spoedig mogelijk naar Hasselfeurde". Het stadje ontving de beide dames in de personen van dr. Kruger en diens zuster, die het tweetal op het perron verwelkomden De dokter zette grote ogen op, toen hij Beate terug zag. „Ik zou u bijna niet meer herkend hebben, juffrouw Mengelberg", zei hij v erbaasd. „U bentu ziet er zo uit stekend uit, wil ik zeggen". Peter was met een taxi aan het sta tion. Ook hij staarde zijn jonge mees teres met grote ogen aan. Toen de schemering begon te vallen, waren zij thuis en Beate zei: „Van avond moet u bij mij komen eten, tan te Sabine. Ik ben vroeger zo vaak bij u op visite geweest, dat ik u nu de eerste avond graag eens als gast in mijn huis zou zien. En ik wil u toch cok al het nieuwe eens laten bewon deren". „Ik ben ongelooflijk nieuwsgierig!" antwoordde Sabine Reuder lachend. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 3