A
De atoomleer 400 jaar v. C,
Tuberculosebestrijding wacht op
afdoende geneesmiddel
if»- P cJl KI widwyvi
NOODLOT
Vijf procent van het Nederlandse volk lijdt nog
aan de gevreesde ziekte
Scheepvaariberichien
„Oud West-Friesland" in
het zilver
Gemeenten om bijdragen
verzocht
Haringseizoen is op het
hoogtepunt
Van Vrouw tot Vrouw
Moeder,
hoor es even
Hoe is de stand Mieke?
Hersengymnastiek
door Bob Wallagh
Begrijpen en kennen
AAR.
Onze Bridgerubriek
PéN OP DE TWINTIG Nederlanders is tuberculosepatiënt! Ziedaar een harde
na-oorlogse waarheid, die niet genoeg neergeschreven, uitgesproken en
herhaald kan worden. Zeker, er zijn weer tekenen, die op vermindering van
het aantal lijders aan deze slepende en fnuikende ziekte wijzen dit jaar zullen
er niet meer dan 20.000 nieuwe gevallen „ontdekt" worden tegen 26.000 ln 1947
maar het is er nog altijd veel erger mee gesteld dan vóór de oorlog. Het is dan
ook de plicht van staat èn volk tezamen alle krachten ln te spannen om het per
centage omlaag te brengen, tot zo dicht mogelijk bij het nulpunt
IS DAT MOGELIJK? Het is ternau
wernood driekwart eeuw geleden, dat
een arts te Zürich, die veel lijkschou
wingen had te verrichten, terwille van
de wetenschap de longen van alle ge
storvenen die in zijn handen kwamen,
ging onderzoeken en toen tot de ont
stellende ontdekking kwam, dat zij wa
ren aangetast door een infectie. Alleen
bij pasgeborenen was dat niet het ge
val. Zó was het toen: in de grote ste
den werd iedereen na korte tijd door
tuberculose aangetast. Die ontdekking
was echter zeer belangrijk (en hoop
gevend!), want zij gooide de gevestigde
opvatting, dat deze ziekte erfelijk was
en niet besmettelijk, volkomen omver.
Juist het omgekeerd bleek het geval.
Toen Robert Koch in 1882 bovendien
de bacil ontdekte, die de oorzaak was
en die geen enkele pasgeborene bij
zich droeg! en men bovendien het
inzicht verwierf, dat ondervoeding, be
dorven lucht en slechte behuizing de
verbreiding ervan in de hand werkte,
was men op de goede weg. Er waren
pessimisten, die niet geloofden aan de
mogelijkheid van herstel als men een
maal lijdende was; zo de Weense arts,
die zei: „De tering is het slotrefrein
van het liedje, dat aan de wieg gezon
gen wordt".
Een andere dokter, de Graz, daaren
tegen meende: „Zorg, dat teringlijders
uit de buurt van kinderen blijven, geef
de laatsten een goede behuizing, goed
eten en buitenlucht en de kleinen zul
len gezond blijven en sterk worden.
Die raad was goed, maar in vele ge
vallen niet te verwezenlijken. De lief
dadigheid begon zich echter met het
denkbeeld bezig te houden en zo ont
stond wat Nederland betreft in
1880 de Sophiastichting, het eerste kin
dersanatorium aan de Gevers Deynoot-
weg te Scheveningen. Haagse kinderen,
die aan tuberculose leden, werden er
in de gelegenheid gesteld aan te ster
ken en zo mogelijk te genezen voor zij
tot de onherroepelijke gevallen zouden
gaan behoren.
Deze inrichting, later naar Kijkduin
verplaatst, is daar door Duitse troepen
afgebroken. Er zijn echter, elders in 't
land, na 1880 acht kindersanatoria voor
tuberculosebestrijding opgericht, die
tezamen ruim 1000 bedden hebben. Die
zijn voortdurend in gebruik. De pa
tiëntjes, die deze 1000 bedden bevol
ken .vormen slechts een klein percen
tage van het totaal aantal tuberculose
lijders, dat zo om en nabij de 480.000
459.000 consultatiebureaubezoekers en
een aatal particuliere patiënten ligt.
Dat is dus vijf procent van het gehele
Nederlandse volk. Vergeleken bij de
100 pet van de stedelijke bevolking in
de negentiende eeuw slaat ons land
geen slecht figuur, vergeleken bij som
mige andere landen (Portugal bijv.) op
dit ogenblik ook niet, maar toch.... 't
percentage Is lager geweest.
En het moet weer lager worden!
Dat kan ook.
In de eerste plaats door instandhou
ding van de sanatoria, waarbij de kin
dersanatoria. ofschoon zij de minder
heid vormen, daarom van zulk een
grote betekenis zijn, omdat zij veelal
Het kindersanatorium ,Jioog-
Blaricum" is gebouwd met geld
van een oliemagnaat op een stuk
grond, schonken door een steen-
koolmillionnair. De andere zeven
hebben alle een ander „geboorte
bewijs"; desondanks hebben zij
dit gemeen, dat zij ondanks
staatssubsidie 's Rijks kas spen
deert jaarlijks drie millioen gul
den aan tuberculosebestrijding
en verhoogde pleeggelden geen
sluitende rekening hebben. Er
moet geld bij. Binnenkort zal
weer iedereen in de gelegenheid
zijn een breed gebaar in de goede
richting te maken door het kopen
van kinderpostzegels. Zij dienen
onder andere tot het instandhou
den van kindersanatoria.
Amsteldijk, 4-11 van Montreal te New-
port News Amstelalnd, Amsterdam
Buenos Aires, 4-11 te Las Palmas Cha-
ma (V, 5-H van Pladjoe te Singapore
verwacht Helena, Amsterdam—West-
Indië, 4-11 van Vlissingen Johan van
Oldenbarneveit, Batavia—A'dam. passeerde
4-11 Ceylon Kamerlingh Onnes Java—
Botterdam, passeerde 4-11, 24 uur. Dover
Kelbergen, 4-11 van Sfax naar Gibral
tar Kartosono, Botterdam—Java pas-
Beerde 4-11, 5 uur, Dover Lemsterkerk,
RotterdamPerzische Golf, 4-11 van Lon
den Maasland, Buenos Aires—Amster
dam, 5-11 te Santos Marpessa <t) Pur-
fleet—Curacao, passeerde 4-11 Portland
Bill Muiderkerk, 4-11 van Tacoradi
naar Accra Nieuw-Holland, 4-11 van
Batavia naar Australië Nigerstroom,
l.agosAmsterdam, 4-11 van Havre
Overijsel. 2-11, 16 uur, van Lorenzo Mar
qués naar New Orleans Prins ALexan-
der, Rotterdam—Montreal, passeerde 4-11
Scillies Raki, Java—Amsterdam, 3-11
van Colombo Rempang, 4-11 van Plad
joe te Batavia Ruys, 4-11 van Mon
tevideo te Santos Samaria, 4-11 van
Nantes te Dakar Sloterdijk New York
—Java, passeerde 4-11 Ceylon Soest-
dijk, Rotterdam—Vera Cruz, 4-11
de patiëntjes krijgen, voor zij hopeloos
zijn geworden; de kleinen tijdig
„ontdekt" dank zij de schoolartsen-
dienst komen er eer het te laat is.
Verreweg het merendeel der jeugdige
patiënten verlaat de kindersanatoria
dan ook genezen. En zij blijven ver
der gezond.
Dankbaar werk!
Dr. G. J. Huet, directeur-geneesheer
van „Hoog-Blaricum" te Bussum, ver
telt er gaarne iets van. Uitvoerig schetst
hij al de veranderingen, die er sedert
het begin van de werkelijk stelselma
tige tuberculosebestrijding omstreeks
1920 voordien was een sanatorium
niet veel meer dan „een café-restau
rant met thermometers" (de qualificatie
blijft voor rekening van de dokter, die
het weten kan) en aan het slot van
zijn betoog voorspelt hij, dat het che
mische bestrijdingsmiddel, waarop de
hele wereld wacht, wel spoedig gevon
den zal worden. Het hangt in de lucht.
Zolang dat echter nog niet het geval is
moet men het doen met de beperkte
kennis van thans (geen afdoend medi
cijn!) en zich met de resultaten daar
van tevreden stellen.
In verband met de komende her
denking van het 25-jarig bestaan van
het Hist. Genootschap „Oud West-
Friesland" ligt het in het voornemen
van het bestuur verschillende feeste
lijkheden te organiseren in de stad
Hoorn en wel op 3 en 4 Aug. 1949.
Als onderdeel van het uitgebreide
programma kan reeds worden ge
noemd: a. het inrichten van een ten
toonstelling van diverse bezienswaar
digheden uit ons gewest, zowel uit het
verleden als uit het heden; b. het hou
den van een ringrijderij met oude rij
tuigen; c. het organiseren van een op
tocht met passende rijtuigen als boe
renwagens, tilbury's, jachtwagens,
sjezen, tentwagens e.d. door deelne
mers, gekleed in Westfriese kledij, ko
mende uit ieder dorp of buurtschap
van West-Friesland, naar de feeststad
Hoorn.
Gelet op de grote belangstelling, die
in het gehele gewest in de loop der
jarer. door particulieren, verenigingen
e.d. is getoond voor de doelstelling
van het a.s jubilerende genootschap,
is het bestuur van mening, dat ook
van de zijde van de overheid de vie
ring van het vijfde lustrum op hoge
prijs zal worden gesteld.
Een en ander is aanleiding voor het
bestuur geweest aan alle gemeentera
den in het gewest éen verzoekschrift
te zenden om een bijdrage in de kos
ten ter bestrijding van de tengevolge
van de tijdsomstandigheden buiten
gewone uitgaven, welke aan een her
denking zijn verbonden.
In de binnenkort in iedere ge
meente te behandelen gemeente-be
groting voor het dienstjaar 1949 zal
dus o.m. aan de orde worden gesteld
bovenvermeld verzoek, dat, naar wij
hopen, door de Westfriese vroede va
deren in gunstige overweging zal wor
den genomen.
Naar wij vernemen, heeft de Com
missaris der Koningin in deze provin
cie zich bereid verklaard zitting te
willen nemen in het ere-comité voor
de komende feestelijkheden van het
genootschap.
Vil LG-„DRIEPOEDER"
W TABLETTEN
Er wordt veel geëxporteerd
De Engelse biologen hadden het
voorspeld en het is uitgekomen ook:
de maand October is een beste maand
geworden voor de haringdrijfnetvisse-
rij onder de Engelse wal. De vangsten
waren zo groot dat de achterstand in
de productie, die sinds het begin van
de teelt bestond, ruimschoots is inge
haald. Verleden jaar om deze tijd wa
len 631.000 kantjes binnen, nu 648.000.
Het is vooral steur-haring die wordt
aangevoerd en dat op zichzelf is een
bewijs dat veel gevangen wordt. De
vissers hebben geen tijd om de harin
gen te kaken. Ongekaakt gaat ze in de
ton. Steurharing wordt meestal ge
rookt tot bokking of geëxporteerd. Het
binnenland (en België) geeft verre de
voorkeur aan maatjesharing, die nu
niet meer gevangen wordt, maar waar
van nog een kleine voorraad in de
koelhuizen ligt.
Er wachten de haringvissers nog
drukke maanden. Verleden jaar zijn in
totaal 950.000 kantjes aan wal gebracht.
Vlaardingen, Scheveningen. Katwijk
er. IJmuiden zetten alles op alles om
dit cijfer te evenaren, went dit jaar
is de vraag naar haring groot. De
Marshall-hulp doet in deze voedsel-
sector haar invloed gelden. Een aan
zienlijke partij exportharing is ver
kocht naar de Russische zone en gro
tendeels al geleverd. De bizone sloot
eveneens een contract af en met Rus
land wordt nog onderhandeld. Bij de
reders en de handelaren wordt reeds
volop „gepakt", dat is: de haring wordt
klaargemaakt voor verzending. Wie
langs de Seheveningse haven loopt ziet
daar nu hoge stapels, gestempeld en
gekeurd, wachten op verzendgelegen-
heid, De afzet naar Duitsland en Rus
land heeft een groot nadeel: de prijs is
uitgemergeld.
Normale handel is er met Frankrijk,
dat op vooroorlogspeil haring heeft
gekocht, Italië, Tsjecho Slowakije en
nog vele andere landen, ook Amerika.
Canada en Zuid-Afrika. De bokking-
exporteurs Werken vooral op Grieken
land en Egypte
Door al die vraag zijn de prijzen
stijf tegen de maximumgrens aan.
Behalve zoute haring brengt de
drijfnetvisserij ook verse haring aan
van onder de Engelse wal. Van Juli
af is reeds op verse haring met het
sleepnet gevist door de trawlers uit
IJmuiden. Duizenden kilo's hebben op
de markten gestaan en honderden kis
ten daarvan worden geëxporteerd o.a.
naar Tsjecho Slowakije en de bizone.
Maar honderden kisten gaan ook naar
de conservenfabrieken, de rokerijen
(waar ze gestoomd worden tot z.g.
Harderwijkers) en naar de winkels,
die ze bakken: een veel gevraagd ar
tikel.
DE VOLGENDE regelen wat
slaperig uitvallen, moet u mij
maar vergeven. De oorzaak is na
melijk deze, dat mijn kleine doch
ter de mazelen heeft. O nee, hele
maal niet ernstig, dank u. We heb
ben de kwaadste dag achter de rug,
ze ziet zo mooi bont als een kie
vitsei en kan alweer aardig wat
veren van haar lip blazen. Maar
haar moeder zit met een soezerig
hoofd en zware oogleden achter
haar blocnote. Want ik behoef er
u niets van te vertellen: van op
staan tot naar bed gaan, en nog
menig keer daarna, staan mijn
oren gespitst op het stemmetje van
een vijfjarige dictator. Een stem
metje, dat klagend of vleiend of
dwingend dezelfde vraag blijft her
halen: Moeder, hoor es even.
Ik zet er de stofzuiger en de
naaimachine voor stil, ik laat er de
telefoon voor bellen en desnoods
de melk voor overkoken; ik houd
er één oog voor open, terwijl ik
slaap: Moeder, hoor es even. Ik heb
toch zo'n dorst. Wanneer kom je
nou bij me zitten? Mag ik nog niet
opstaan? Er liggen allemaal krui
mels in mijn bed. Kom je straks
voorlezen van Wollewitje? Ik\ wou
zo graag beschuitpap. Nou zit het
laken alweer zo gek.
Het is toch al geen kleinigheid
om een enige dochter groot te
brengen. Een moeder van zeven
heeft het vrij wat gemakkelijker.
Die heeft tenminste één Benjamin,
die zij een beetje vertroetelen mag.
Maar de moeder van één dochter
moet altijd een beetje aan de Spar
taanse kant blijven. Want de bui
tenwacht is er direct als de kippen
bij om te constateren: je kunt
toch goed merken, dat ze maar al
leen is.
Daarom worden schrammen en'
builen altijd met een gaasje en een
gekkigheidje afgedaan, en wat het
leegeten van borden betreft, daarin
ben ik zo onverbiddellijk als de
beul. Maar voor haar vragende
stemmetje bezwijkt steevast mijn
onvermurwbaarheid. Moeder, hoor
es even. En ik hoor maar weer, en
geef antwoord, al is het midden in
de nacht.
Ik weet wel, dat het schrikkelijk
ouderwets is. Je moet geen slavin
van je kinderen worden, zei een
heel zakelijke, heel moderne jonge
vrouw onlangs tot mij. Ik heb er
mijn tweetal al vroeg aan gewend,
dat ze het best zonder mij kunnen
stellen. Je moet ze een beetje har
den zal ze in het leven te pas
komen.
En zo kan het gebeuren, dat, als
iemand haar 's avonds opbeit, het
slaperig stemmetje van haar
zevenjarige zoon correct antwoordt,
dat Mamma pas laat thuis komt en
dat hij op het huis en zijn zusje
past.
MOEDER, HOOR ES EVEN. Er
zijn heel wat kinderen in deze tijd,
die al heel jong geleerd hebben die
vraag in te slikken. In Zweden, dat
paradijs van de vrouw, is men al
een heel eind in die richting ge
vorderd. Men heeft daar practisch
geen gezinnen meer; men heeft er
ouders, die gezinnen houden. Va
der en moeder zijn overdag beiden
naar hun werk, en 's avonds amu
seren zij zich vaak buitenshuis, of
hebben nachtdienst. O nee, de
Zweedse kinderen komen niets te
kort. Zij worden voortreffelijk ver
zorgd en keurig opgevoed in
scholen, vacantiehuizen en crèches.
Maar: Moeder, hoor es even is
uit hun woordenboek geschrapt.
Maar zover zijn we hier toch nog
niet? Ach nee nóg niet. Las ik
evenwel niet onlangs een serieus
artikel van een geleerd man, die
betoogde, dat de Nederlandse vrou
wen, of ze willen of niet, haar
ouderwetse idee van de één-gezins
woning wel zouden afleren op de
duur? Wij zijn Immers onherroepe
lijk op weg naar de flatblokken
met centrale verwarming, centrale
wasserij, centrale keuken, centrale
baby-crèche? Ach ja. De tijd is
misschien niet ver meer, dat het
hele moederschap wordt terugge
bracht tot een gegarandeerd
pijnloze aangelegenheid van eni
ge uren.
Ik hoop het nimmer te beleven.
Ik blijf honderdmaal liever een
hopeloze antiquiteit. Omdat ik mij
één ding niet laat afstrijden: Dat,
als het op rechten aankomt, mijn
dochter de oudste heeft. Het
eeuwenoude recht op één mens, die
altijd en onvoorwaardelijk tijd
voor haar heeft. Tijd om haar voor
zichtig een drinkje te geven als ze
dorst heeft. Om de plooien uit haar
laken te strijken en uitentreuren
de Bibelabonse berg voor haar op
te zeggen. Om altijd maar weer te
luisteren, óók als ze groter wordt
en dit thema is zo moeilijk of
die aardige jongen, u weet wel,
met wie ze een paar keer gefietst
heeft, die heeft haar gevraagd
nou ja. SASKIA.
TEN AARDIG PROBLEEMPJE ter inleiding: een tiendelig boek
staat keurig op een rij in een boekenkast. Elk deel telt 100
zodat er in het geheel dus lOOOpagina's zijn. Een boekenworm ,8'
echte) begint bij de eerste bladzijde van het eerste deel te kna» ?en
eet zich vervolgens door de andere delen heen tot aan de laatste bi 611
zijde van het laatste deel. Door hoeveel bladzijden heeft het dier
heen gevreten? ""t
Men zou op het eerste gezicht natuurlijk zeggen, door 1000, maar dat
nu juist niet waar! Het antwoord moet luiden: door 802 bladzijden
om dat te begrijpen, moet U even een meerdelig boekwerk b°kijiren
Dan zult U direct zien, dat de boekenwurm de eerste 99 bladzijden v
deel I niet heeft aangeraakt en ook de laatste 99 bladzijden van h*0
laatste deel niet, eenvoudig als gevolg van de wijze waarop boek
naast elkaar staan. 811
En nu de nieuwe vragen:
I. Ligt Manchester aan zee?
Hoe is de naam kiekjeontstaan?
Noem eens 3 betekenissen van „beurs".
Wat zijn biels?
Hoe heten de schiereilanden, bekend als de „voet'
van Italië?
Noem eens 3 betekenissen van het woord „mijt".
Hoeveel inwoners heeft Rotterdam?
Waar bevindt zich de grootste schutsluis ter wereld?
Welk dier is zeer snel, al doet zijn naam denken aan het tegen
deel?
Wat weegt zwaarder: een kist met knoopsgaten of een kist
secondenwijzers (allerbei van het zelfde materiaal)?
Voor de antwoorden zie men tussen de advertenties.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
en d« „hiel"
met
MOCHT ER AL iemand wezen, die
vijf jaar geleden nog nooit het
v/oord „atoom" was tegengekomen,
dan zal nu intussen zijn onwetendheid
wel zijn opgeheven. Want er is wel
zoveel gesproken en geschreven over
de atoombom en het principe der
atoomsplitsing, dat zelfs de meest
vluchtige krantenlezer daar kennis van
heeft moeten nemen.
Maar wat misschien minder be
kend is, is het feit dat het „atoom"
geen ontdekking is van de laatste ja
ren, of zelfs maar van de laatste
eeuwen. Het is een woord, dat al meer
dan 2000 jaar gangbaar is. Het werd
omstreeks 400 jaar vóór Christus ge
vormd door de Griekse wijsgeer De-
mocritus. Vermogend man als hij was,
besteedde hij vrijwel zijn gehele kapi
taal aan het maken van voor die tijd
verre reizen. Hij bezocht vanuit Grie
kenland Egypte, en naar men zegt
zelfs Midden-Azië. Hij was een harts
tochtelijk natuuronderzoeker. Al het
weten van zijn tijd was in zijn hoofd,
en in zijn geschriften, verzameld. Ook
hij stond vragend, verwonderend
tegenover de bonte, veelkleurige na
tuur, die hij op zijn verre tochten had
leren kennen. Ook hij vroeg zich af:
Waar komt alles vandaan?
VAN DEZE DEMOCRITUS is het
meesterlijke antwoord: Alles is ont
staan uit atomen, uit laatste, niet ver
der deelbare brokjes stof. Alles, niets
uitgezonderd, is tot deze atomen te
herleiden. Buiten deze atomen bestaat
er niets, behalve dan de lege ruimte,
waarin zij zich bewegen. Waarin zij
zich bewegen? Maar vanwaar komt
deze beweging, zo vragen we deze
grijze wijsgeer.
Dan ontvouwt hij ons zijn stelsel.
Er bestaat niets dan atomen, en lege
ruimte. Maar de atomen zijn verschil
lend van vorm en van grootte. Zij zijn
daarom ook niet allen even zwaar. De
zwaardere atomen vallen sneller, dan
de lichtere. Zo botsen zij tegen elkaar.
Ei onstaan wervelingen, draaikolken
van atomen. Atomen van gelijke
grootte en zwaarte voegen zich tot
groepen samen. Zo zijn de hemellicha
men ontstaan, en alles wat zij bevat
ten.
Het lichaam van een mens is niets
anders dan een geheel van atomen, zo
gaat onze wijsgeer verder. Maar ook
wat wij „ziel" noemen, is een atomen-
bundeling. Deze atomen van de ziel
alleen zijn veel lichter; het zijn kogel
ronde vuuratomen. En de ademhaling
dient er voor, om het wegstromen van
deze lichte vuuratomen te beletten, en
hun voorraad uit de lucht voortdu
rend aan te vullen....
i
ALLES IS DUS niets anders dan een
wilde werveling van atomen, zware en
lichte? Deze gedachte heeft iets duize-
lingswekkends. En we vragen aan
Democritus verder: Kan er in deze
draaikolk van atomen sprake zijn van
menselijke vrijheid, van het geheel
vrij beginnen van een handeling? Dan
zal hij lachend onze vraag ontkennend
beantwoorden. Want alles geschiedt
volgens een strikte noodwendigheid.
Vrijheid bestaat niet. Het toeval be-
door F. Coppersmith
HOOFDSTUK L
De ontmoeting.
!Het was eigenlijk geen wonder dat
Gerard van Wael. candidaat in de
wijsbegeerte, op het punt zijn studie
aan Leiden's beroemde universiteit te
voltooien, op deze bijzonder mooie
Aprildag van het jaar 1761 in Amster
dam, met volle teugen genoot van de
aanblik die de stad hem bood. April
had zoveel zon gegeven, dat de na
tuur in de war was geraakt. De prach
tige kastanjebomen die de Singel om
zoomden. bloesemden volop, een prach
tige omlijsting vormend van het druk
ke verkeer op het water: hoog bela
den boten en schuiten, die kisten en
balen van de schepen in de haven naar
de pakhuizen brachten.
Langzaam voortwandelend lette de
25-jarige candidaat in de wijsbegeer
te meer op het stadsschoon dan op de
weg. Plotseling voelde hij dan ook een
schok, hij hoorde een onderdrukte
kreet en toen hij, hierdoor op vrij on
zachte wijze tot de werkelijkheid te
ruggeroepen, zijn blikken op het ob
stakel richtte, waarmede hij in bot
sing was gekomen, zag hij een nog vrij
jong meisje voor zich staan, dat zich
met een enigszins pijnlijk gezicht de
arm wreef.
Was het de eenvoud van haar voet-
vrije, donkergroene jurk, die haar
slankheid bij uitstek accentueerde of
het ontbreken van een hoed iets
zeer ongewoons in het Amsterdam van
deze dagen die de jonge student
dwong haar aandachtiger op te nemen
dan de beleefdheid toestond? Nu trof
hem in het bijzonder haar prachtige,
goudblonde haar, glinsterend in het
zonlicht, een bekoorlijke omlijsting van
een naar zijn mening bijzonder gezicht
je, dat duidelijk de vreemdelinge ver
ried. Snel stamelde Gerard een ver
ontschuldiging voor het feit, dat hij
niet uitgekeken had, ja, haar bijna van
de voeten had gelopen. Toen het meis
je antwoord gaf, verstond hij haar aan
vankelijk niet, daar hij er totaal niet
op voorbereid was een vreemde taal te
horen. Het meisje scheen hem iets te
vragen en aandachtiger toehorend
nu stelde hij al spoedig vast dat zij
Frans sprak. Onmiddellijk verontschul
digde hij zich nogmaals in deze taal
en informeerde toen waarmede hij
haar van dienst kon zijn.
Met een zucht van verlichting over
het feit, dat iemand haar verstond,
antwoordde de vreemdelinge een apo
theek te zoeken. Gerard wees haar de
ze aan, het was maar enkele huizen
voorbij de brug. waarop de botsing
had plaats gevonden. Meteen vroeg hij
of zij het wellicht op prijs stelde als
hij met haar meeging om bij de apo
theker als tolk op te treden. Zij knik
te en liep meteen in de richting die
haar gewezen was; Gerard volgde haar
op de voet totdat zij voor de deur van
de apotheek stilhield en hem uitlegde
dat zij een geneesmiddel moest hebben
legen koorts bij een ziek kind.
Tegen wil en dank keek Gerard het
meisje verbaasd aan. Zij begreep wet
hij indien de beleefdheid hem niet
weerhield had willen vragen. Ter
toelichting zei ze snel: „Het kind be
hoort tot ons reisgezelschap. Wij zijn
bang, dat het mazelen heeft!"
„Is het dan niet beter om een dok
ter te laten komen?" vroeg Gerard.
„Die is al gewaarschuwd. Vanoch
tend vroeg reeds, maar tot nu toe is
hij niet gekomen. De koorts stijgt, de
moeder maakt zich erg bezorgd en wij
ook
Met die woorden opende het meis
je de deur van de apotheek. Gerard
volgde haar en vroeg naar een poeder
tegen koorts. Na het meisje bij de be
taling zij was kennelijk niet met
het Nederlandse geld op de hoogte
bijgestaan te hebben, stonden zij spoe
dig weer op straat. De vreemdelinge
sloeg meteen rechtsaf. Zich haastend
weer naast haar te komen zij liep
snel. zodat Gerard enige vlugge pas
sen moest maken ontviel hem de
vraag, waar zij verblijf hield.
„De Rode Leeuw"Het meisje
had er klaarblijkelijk geen bezwaar
tegen de vreemde jongeman, die haar
zo hoffelijk had geholpen, de gewens
te inlichting te geven. Zij voegde er
aan toe de avond tevoren te zijn aan
gekomen. Het was niet het beste loge
ment van Amsterdam, maar Gerard
zou nog meer reden hebben zich te ver
bazen.
Zij vertelde, n.1. ook, dat zij het zieke
kind bij zich hadden genomen omdat
de verblijfplaats van de ouders nog
veel en veel slechter was.
„In welk logement zijn die dan af
gestapt?" informeerde Gerard, maar
toen hij hoorde, dat dit „Het Eiland
Texel", vlak bij de haven was. wist hij
genoeg. Dat was geen logement, nau
welijks een herberg die een vrij pri
mitief onderdak bood aan de totaal on
bemiddelde passagiers van diverse
reders.
„O", zei Gerard en er klonk verwon
dering in zijn stem, „U bent dus op
doorreis?"
„Zeker", luidde het antwoord, „wij
reizen naar Noord-Amerika".
„Met welk schip gaat U?"
(Wordt vervolgd)
staat niet. Alles wat gebeurt, mo«i
gebeuren. De werveling der atom«n
in de lege ruimte kent geen vrijheid
of toeval,
We vragen verder: Is er dan ao,
een goddelijke, een goede geest di(
boven de draaikolk van de materii
slaat, die aan de geschiedenis dei
mensen zin en bedoeling geeft? En
weer lacht de wijze Democritus. Godi-
dienst, zo zegt hij, is uitsluitend ont-
staan uit de angst van de mensen
voor onweer, voor een zona- of
maansverduistering en dergelijke
May in werkelijkheid is er geen God,
evenmin als een hiernamaals.
Als er dan geen God is en geen wij.
heid, als alles dan moet worden her
leid tot atomen en lege ruimte, wat
voor verschil is er dam nog tussen
mens en dier? Weer zal Democrttui
ons glimlachend te woord staan. Bet
onderscheid tussen mens en dier li
maar zeer betrekkelijk. Dat onder
scheid is niet principieel.
Dan komt de laatste vraag. Maar
hoe moet een mens dan leven? Wat k
zijn levensdoel? En Democritus ant
woordt: Hij moet leven met een glim
lach. Hij moet zich over niets ver
bazen. Zijn ziel moet zo vlak zijn nis
de ongerimpelde, door de zon over-
straalde zee. De mens moet zijn blik
niet richten naar het verleden, ot
naar de toekomst. De mens moet in
volkomen vrede het heden nemen,
zoals het is. Want wat geschiedt, moet
geschieden.
DE GEVAREN VAN EEN
SLAMDOUBLE
Ik ben er mij van bewust, dat het
niet de eerste keer is, dat ik er de
aandacht op vestig, dat het in bet al
gemeen zeer onverstandig is, eenslam-
contract te doubleren (ik bedoel hier
bij niet op de zgn. lead-directing dou
blé, die gegeven wordt om invloed uit
te oefenen op de uitkomst). Als een
goede tegenstander een zes- of zeven
bod doet, zal het slechts zelden voor
komen, datdeze meer dan 1 down
gaat. Op de uitzonderingen moet men
zich niet beroepen. Het gevaar van een
doublé, is zoals steeds dat de te
genpartij, gewaarschuwd door de dou
blé, het spel misschien wint, dat hij bij
niet-doubleren zou hebben verloren
Men zou hierop kunnen antwoorden,
dat men dan nooit zou kunnen double
ren, ook niet bij niet-slamcontracten
Dit antwoord is echter niet juist, om
dat bij slam-contracten tenminste
als regel de tegenpartij a.h.w. uit
luxe naar slam gaat, zodat de kans op
een groot aantal downslagen meer
dan één veel geringer is dan bij an
dere eindcontracten.
Ik liet mij tot deze beschouwing ven
leiden, toen ik kennis nam van een
spel, dat voorkwam bij de internat!
nale kampioenschappen 1948 te
eago.
Noord
Schoppen: a, b, 10, 9, 3, 2
Harten:
Ruiten: a, h, v, 10, 2
Klaveren: v, 6
West Oost
Schoppen: v,
15
Schoppen: 8 ctuvw-— - o j
Harten: h, 10,7,6,4, 3 Harten: a, 9.
Ruiten: b, 7, 6, 4 Ruiten: 9, 5
Klaveren: 8, 2 Klav.: a, 10,
Zuid
Schoppen: h, 6, 4
Harten: v, b, 5
Ruiten: 10, 8
Klaveren: h, b, 7, 4. 3
Het biedverloop was aldus:
O: pas. Z: pas. W: pas. N: 2 Scn.
O: pas. Z: 3 KI. W: pas. N: 3 B-
O: pas. Z: 4 Sch. W: pas. N: 6 Scn.
O: doublé: allen passen. j
O dacht veilig te ziin met WJ
azen en Sch. v, x, x. En denk nu
dat O een zwakke speler was. he
de grote Jacoby wie het oVer_ het
Maar juist door de doublé won
spel. a(.
O kwam met H a uit, N troe"® o
waarna N een kleine KI. sPee f(?rU^.
nam met KI. a en speelde Kl_
N incasseerde KI. v, waarna n
en Sch. b naspeelde. Weliswaa
O niet. maar N sneed, gezien 'cch h
ble. N kon toen. na de tafel m ig b,
aan *'ag gebracht te hebben, °P
en b 2 ruiter» kwijt.