A De atoomleer 400 jaar v. C, Tuberculosebestrijding wacht op afdoende geneesmiddel if»- P cJl KI widwyvi NOODLOT Vijf procent van het Nederlandse volk lijdt nog aan de gevreesde ziekte Scheepvaariberichien „Oud West-Friesland" in het zilver Gemeenten om bijdragen verzocht Haringseizoen is op het hoogtepunt Van Vrouw tot Vrouw Moeder, hoor es even Hoe is de stand Mieke? Hersengymnastiek door Bob Wallagh Begrijpen en kennen AAR. Onze Bridgerubriek PéN OP DE TWINTIG Nederlanders is tuberculosepatiënt! Ziedaar een harde na-oorlogse waarheid, die niet genoeg neergeschreven, uitgesproken en herhaald kan worden. Zeker, er zijn weer tekenen, die op vermindering van het aantal lijders aan deze slepende en fnuikende ziekte wijzen dit jaar zullen er niet meer dan 20.000 nieuwe gevallen „ontdekt" worden tegen 26.000 ln 1947 maar het is er nog altijd veel erger mee gesteld dan vóór de oorlog. Het is dan ook de plicht van staat èn volk tezamen alle krachten ln te spannen om het per centage omlaag te brengen, tot zo dicht mogelijk bij het nulpunt IS DAT MOGELIJK? Het is ternau wernood driekwart eeuw geleden, dat een arts te Zürich, die veel lijkschou wingen had te verrichten, terwille van de wetenschap de longen van alle ge storvenen die in zijn handen kwamen, ging onderzoeken en toen tot de ont stellende ontdekking kwam, dat zij wa ren aangetast door een infectie. Alleen bij pasgeborenen was dat niet het ge val. Zó was het toen: in de grote ste den werd iedereen na korte tijd door tuberculose aangetast. Die ontdekking was echter zeer belangrijk (en hoop gevend!), want zij gooide de gevestigde opvatting, dat deze ziekte erfelijk was en niet besmettelijk, volkomen omver. Juist het omgekeerd bleek het geval. Toen Robert Koch in 1882 bovendien de bacil ontdekte, die de oorzaak was en die geen enkele pasgeborene bij zich droeg! en men bovendien het inzicht verwierf, dat ondervoeding, be dorven lucht en slechte behuizing de verbreiding ervan in de hand werkte, was men op de goede weg. Er waren pessimisten, die niet geloofden aan de mogelijkheid van herstel als men een maal lijdende was; zo de Weense arts, die zei: „De tering is het slotrefrein van het liedje, dat aan de wieg gezon gen wordt". Een andere dokter, de Graz, daaren tegen meende: „Zorg, dat teringlijders uit de buurt van kinderen blijven, geef de laatsten een goede behuizing, goed eten en buitenlucht en de kleinen zul len gezond blijven en sterk worden. Die raad was goed, maar in vele ge vallen niet te verwezenlijken. De lief dadigheid begon zich echter met het denkbeeld bezig te houden en zo ont stond wat Nederland betreft in 1880 de Sophiastichting, het eerste kin dersanatorium aan de Gevers Deynoot- weg te Scheveningen. Haagse kinderen, die aan tuberculose leden, werden er in de gelegenheid gesteld aan te ster ken en zo mogelijk te genezen voor zij tot de onherroepelijke gevallen zouden gaan behoren. Deze inrichting, later naar Kijkduin verplaatst, is daar door Duitse troepen afgebroken. Er zijn echter, elders in 't land, na 1880 acht kindersanatoria voor tuberculosebestrijding opgericht, die tezamen ruim 1000 bedden hebben. Die zijn voortdurend in gebruik. De pa tiëntjes, die deze 1000 bedden bevol ken .vormen slechts een klein percen tage van het totaal aantal tuberculose lijders, dat zo om en nabij de 480.000 459.000 consultatiebureaubezoekers en een aatal particuliere patiënten ligt. Dat is dus vijf procent van het gehele Nederlandse volk. Vergeleken bij de 100 pet van de stedelijke bevolking in de negentiende eeuw slaat ons land geen slecht figuur, vergeleken bij som mige andere landen (Portugal bijv.) op dit ogenblik ook niet, maar toch.... 't percentage Is lager geweest. En het moet weer lager worden! Dat kan ook. In de eerste plaats door instandhou ding van de sanatoria, waarbij de kin dersanatoria. ofschoon zij de minder heid vormen, daarom van zulk een grote betekenis zijn, omdat zij veelal Het kindersanatorium ,Jioog- Blaricum" is gebouwd met geld van een oliemagnaat op een stuk grond, schonken door een steen- koolmillionnair. De andere zeven hebben alle een ander „geboorte bewijs"; desondanks hebben zij dit gemeen, dat zij ondanks staatssubsidie 's Rijks kas spen deert jaarlijks drie millioen gul den aan tuberculosebestrijding en verhoogde pleeggelden geen sluitende rekening hebben. Er moet geld bij. Binnenkort zal weer iedereen in de gelegenheid zijn een breed gebaar in de goede richting te maken door het kopen van kinderpostzegels. Zij dienen onder andere tot het instandhou den van kindersanatoria. Amsteldijk, 4-11 van Montreal te New- port News Amstelalnd, Amsterdam Buenos Aires, 4-11 te Las Palmas Cha- ma (V, 5-H van Pladjoe te Singapore verwacht Helena, Amsterdam—West- Indië, 4-11 van Vlissingen Johan van Oldenbarneveit, Batavia—A'dam. passeerde 4-11 Ceylon Kamerlingh Onnes Java— Botterdam, passeerde 4-11, 24 uur. Dover Kelbergen, 4-11 van Sfax naar Gibral tar Kartosono, Botterdam—Java pas- Beerde 4-11, 5 uur, Dover Lemsterkerk, RotterdamPerzische Golf, 4-11 van Lon den Maasland, Buenos Aires—Amster dam, 5-11 te Santos Marpessa <t) Pur- fleet—Curacao, passeerde 4-11 Portland Bill Muiderkerk, 4-11 van Tacoradi naar Accra Nieuw-Holland, 4-11 van Batavia naar Australië Nigerstroom, l.agosAmsterdam, 4-11 van Havre Overijsel. 2-11, 16 uur, van Lorenzo Mar qués naar New Orleans Prins ALexan- der, Rotterdam—Montreal, passeerde 4-11 Scillies Raki, Java—Amsterdam, 3-11 van Colombo Rempang, 4-11 van Plad joe te Batavia Ruys, 4-11 van Mon tevideo te Santos Samaria, 4-11 van Nantes te Dakar Sloterdijk New York —Java, passeerde 4-11 Ceylon Soest- dijk, Rotterdam—Vera Cruz, 4-11 de patiëntjes krijgen, voor zij hopeloos zijn geworden; de kleinen tijdig „ontdekt" dank zij de schoolartsen- dienst komen er eer het te laat is. Verreweg het merendeel der jeugdige patiënten verlaat de kindersanatoria dan ook genezen. En zij blijven ver der gezond. Dankbaar werk! Dr. G. J. Huet, directeur-geneesheer van „Hoog-Blaricum" te Bussum, ver telt er gaarne iets van. Uitvoerig schetst hij al de veranderingen, die er sedert het begin van de werkelijk stelselma tige tuberculosebestrijding omstreeks 1920 voordien was een sanatorium niet veel meer dan „een café-restau rant met thermometers" (de qualificatie blijft voor rekening van de dokter, die het weten kan) en aan het slot van zijn betoog voorspelt hij, dat het che mische bestrijdingsmiddel, waarop de hele wereld wacht, wel spoedig gevon den zal worden. Het hangt in de lucht. Zolang dat echter nog niet het geval is moet men het doen met de beperkte kennis van thans (geen afdoend medi cijn!) en zich met de resultaten daar van tevreden stellen. In verband met de komende her denking van het 25-jarig bestaan van het Hist. Genootschap „Oud West- Friesland" ligt het in het voornemen van het bestuur verschillende feeste lijkheden te organiseren in de stad Hoorn en wel op 3 en 4 Aug. 1949. Als onderdeel van het uitgebreide programma kan reeds worden ge noemd: a. het inrichten van een ten toonstelling van diverse bezienswaar digheden uit ons gewest, zowel uit het verleden als uit het heden; b. het hou den van een ringrijderij met oude rij tuigen; c. het organiseren van een op tocht met passende rijtuigen als boe renwagens, tilbury's, jachtwagens, sjezen, tentwagens e.d. door deelne mers, gekleed in Westfriese kledij, ko mende uit ieder dorp of buurtschap van West-Friesland, naar de feeststad Hoorn. Gelet op de grote belangstelling, die in het gehele gewest in de loop der jarer. door particulieren, verenigingen e.d. is getoond voor de doelstelling van het a.s jubilerende genootschap, is het bestuur van mening, dat ook van de zijde van de overheid de vie ring van het vijfde lustrum op hoge prijs zal worden gesteld. Een en ander is aanleiding voor het bestuur geweest aan alle gemeentera den in het gewest éen verzoekschrift te zenden om een bijdrage in de kos ten ter bestrijding van de tengevolge van de tijdsomstandigheden buiten gewone uitgaven, welke aan een her denking zijn verbonden. In de binnenkort in iedere ge meente te behandelen gemeente-be groting voor het dienstjaar 1949 zal dus o.m. aan de orde worden gesteld bovenvermeld verzoek, dat, naar wij hopen, door de Westfriese vroede va deren in gunstige overweging zal wor den genomen. Naar wij vernemen, heeft de Com missaris der Koningin in deze provin cie zich bereid verklaard zitting te willen nemen in het ere-comité voor de komende feestelijkheden van het genootschap. Vil LG-„DRIEPOEDER" W TABLETTEN Er wordt veel geëxporteerd De Engelse biologen hadden het voorspeld en het is uitgekomen ook: de maand October is een beste maand geworden voor de haringdrijfnetvisse- rij onder de Engelse wal. De vangsten waren zo groot dat de achterstand in de productie, die sinds het begin van de teelt bestond, ruimschoots is inge haald. Verleden jaar om deze tijd wa len 631.000 kantjes binnen, nu 648.000. Het is vooral steur-haring die wordt aangevoerd en dat op zichzelf is een bewijs dat veel gevangen wordt. De vissers hebben geen tijd om de harin gen te kaken. Ongekaakt gaat ze in de ton. Steurharing wordt meestal ge rookt tot bokking of geëxporteerd. Het binnenland (en België) geeft verre de voorkeur aan maatjesharing, die nu niet meer gevangen wordt, maar waar van nog een kleine voorraad in de koelhuizen ligt. Er wachten de haringvissers nog drukke maanden. Verleden jaar zijn in totaal 950.000 kantjes aan wal gebracht. Vlaardingen, Scheveningen. Katwijk er. IJmuiden zetten alles op alles om dit cijfer te evenaren, went dit jaar is de vraag naar haring groot. De Marshall-hulp doet in deze voedsel- sector haar invloed gelden. Een aan zienlijke partij exportharing is ver kocht naar de Russische zone en gro tendeels al geleverd. De bizone sloot eveneens een contract af en met Rus land wordt nog onderhandeld. Bij de reders en de handelaren wordt reeds volop „gepakt", dat is: de haring wordt klaargemaakt voor verzending. Wie langs de Seheveningse haven loopt ziet daar nu hoge stapels, gestempeld en gekeurd, wachten op verzendgelegen- heid, De afzet naar Duitsland en Rus land heeft een groot nadeel: de prijs is uitgemergeld. Normale handel is er met Frankrijk, dat op vooroorlogspeil haring heeft gekocht, Italië, Tsjecho Slowakije en nog vele andere landen, ook Amerika. Canada en Zuid-Afrika. De bokking- exporteurs Werken vooral op Grieken land en Egypte Door al die vraag zijn de prijzen stijf tegen de maximumgrens aan. Behalve zoute haring brengt de drijfnetvisserij ook verse haring aan van onder de Engelse wal. Van Juli af is reeds op verse haring met het sleepnet gevist door de trawlers uit IJmuiden. Duizenden kilo's hebben op de markten gestaan en honderden kis ten daarvan worden geëxporteerd o.a. naar Tsjecho Slowakije en de bizone. Maar honderden kisten gaan ook naar de conservenfabrieken, de rokerijen (waar ze gestoomd worden tot z.g. Harderwijkers) en naar de winkels, die ze bakken: een veel gevraagd ar tikel. DE VOLGENDE regelen wat slaperig uitvallen, moet u mij maar vergeven. De oorzaak is na melijk deze, dat mijn kleine doch ter de mazelen heeft. O nee, hele maal niet ernstig, dank u. We heb ben de kwaadste dag achter de rug, ze ziet zo mooi bont als een kie vitsei en kan alweer aardig wat veren van haar lip blazen. Maar haar moeder zit met een soezerig hoofd en zware oogleden achter haar blocnote. Want ik behoef er u niets van te vertellen: van op staan tot naar bed gaan, en nog menig keer daarna, staan mijn oren gespitst op het stemmetje van een vijfjarige dictator. Een stem metje, dat klagend of vleiend of dwingend dezelfde vraag blijft her halen: Moeder, hoor es even. Ik zet er de stofzuiger en de naaimachine voor stil, ik laat er de telefoon voor bellen en desnoods de melk voor overkoken; ik houd er één oog voor open, terwijl ik slaap: Moeder, hoor es even. Ik heb toch zo'n dorst. Wanneer kom je nou bij me zitten? Mag ik nog niet opstaan? Er liggen allemaal krui mels in mijn bed. Kom je straks voorlezen van Wollewitje? Ik\ wou zo graag beschuitpap. Nou zit het laken alweer zo gek. Het is toch al geen kleinigheid om een enige dochter groot te brengen. Een moeder van zeven heeft het vrij wat gemakkelijker. Die heeft tenminste één Benjamin, die zij een beetje vertroetelen mag. Maar de moeder van één dochter moet altijd een beetje aan de Spar taanse kant blijven. Want de bui tenwacht is er direct als de kippen bij om te constateren: je kunt toch goed merken, dat ze maar al leen is. Daarom worden schrammen en' builen altijd met een gaasje en een gekkigheidje afgedaan, en wat het leegeten van borden betreft, daarin ben ik zo onverbiddellijk als de beul. Maar voor haar vragende stemmetje bezwijkt steevast mijn onvermurwbaarheid. Moeder, hoor es even. En ik hoor maar weer, en geef antwoord, al is het midden in de nacht. Ik weet wel, dat het schrikkelijk ouderwets is. Je moet geen slavin van je kinderen worden, zei een heel zakelijke, heel moderne jonge vrouw onlangs tot mij. Ik heb er mijn tweetal al vroeg aan gewend, dat ze het best zonder mij kunnen stellen. Je moet ze een beetje har den zal ze in het leven te pas komen. En zo kan het gebeuren, dat, als iemand haar 's avonds opbeit, het slaperig stemmetje van haar zevenjarige zoon correct antwoordt, dat Mamma pas laat thuis komt en dat hij op het huis en zijn zusje past. MOEDER, HOOR ES EVEN. Er zijn heel wat kinderen in deze tijd, die al heel jong geleerd hebben die vraag in te slikken. In Zweden, dat paradijs van de vrouw, is men al een heel eind in die richting ge vorderd. Men heeft daar practisch geen gezinnen meer; men heeft er ouders, die gezinnen houden. Va der en moeder zijn overdag beiden naar hun werk, en 's avonds amu seren zij zich vaak buitenshuis, of hebben nachtdienst. O nee, de Zweedse kinderen komen niets te kort. Zij worden voortreffelijk ver zorgd en keurig opgevoed in scholen, vacantiehuizen en crèches. Maar: Moeder, hoor es even is uit hun woordenboek geschrapt. Maar zover zijn we hier toch nog niet? Ach nee nóg niet. Las ik evenwel niet onlangs een serieus artikel van een geleerd man, die betoogde, dat de Nederlandse vrou wen, of ze willen of niet, haar ouderwetse idee van de één-gezins woning wel zouden afleren op de duur? Wij zijn Immers onherroepe lijk op weg naar de flatblokken met centrale verwarming, centrale wasserij, centrale keuken, centrale baby-crèche? Ach ja. De tijd is misschien niet ver meer, dat het hele moederschap wordt terugge bracht tot een gegarandeerd pijnloze aangelegenheid van eni ge uren. Ik hoop het nimmer te beleven. Ik blijf honderdmaal liever een hopeloze antiquiteit. Omdat ik mij één ding niet laat afstrijden: Dat, als het op rechten aankomt, mijn dochter de oudste heeft. Het eeuwenoude recht op één mens, die altijd en onvoorwaardelijk tijd voor haar heeft. Tijd om haar voor zichtig een drinkje te geven als ze dorst heeft. Om de plooien uit haar laken te strijken en uitentreuren de Bibelabonse berg voor haar op te zeggen. Om altijd maar weer te luisteren, óók als ze groter wordt en dit thema is zo moeilijk of die aardige jongen, u weet wel, met wie ze een paar keer gefietst heeft, die heeft haar gevraagd nou ja. SASKIA. TEN AARDIG PROBLEEMPJE ter inleiding: een tiendelig boek staat keurig op een rij in een boekenkast. Elk deel telt 100 zodat er in het geheel dus lOOOpagina's zijn. Een boekenworm ,8' echte) begint bij de eerste bladzijde van het eerste deel te kna» ?en eet zich vervolgens door de andere delen heen tot aan de laatste bi 611 zijde van het laatste deel. Door hoeveel bladzijden heeft het dier heen gevreten? ""t Men zou op het eerste gezicht natuurlijk zeggen, door 1000, maar dat nu juist niet waar! Het antwoord moet luiden: door 802 bladzijden om dat te begrijpen, moet U even een meerdelig boekwerk b°kijiren Dan zult U direct zien, dat de boekenwurm de eerste 99 bladzijden v deel I niet heeft aangeraakt en ook de laatste 99 bladzijden van h*0 laatste deel niet, eenvoudig als gevolg van de wijze waarop boek naast elkaar staan. 811 En nu de nieuwe vragen: I. Ligt Manchester aan zee? Hoe is de naam kiekjeontstaan? Noem eens 3 betekenissen van „beurs". Wat zijn biels? Hoe heten de schiereilanden, bekend als de „voet' van Italië? Noem eens 3 betekenissen van het woord „mijt". Hoeveel inwoners heeft Rotterdam? Waar bevindt zich de grootste schutsluis ter wereld? Welk dier is zeer snel, al doet zijn naam denken aan het tegen deel? Wat weegt zwaarder: een kist met knoopsgaten of een kist secondenwijzers (allerbei van het zelfde materiaal)? Voor de antwoorden zie men tussen de advertenties. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. en d« „hiel" met MOCHT ER AL iemand wezen, die vijf jaar geleden nog nooit het v/oord „atoom" was tegengekomen, dan zal nu intussen zijn onwetendheid wel zijn opgeheven. Want er is wel zoveel gesproken en geschreven over de atoombom en het principe der atoomsplitsing, dat zelfs de meest vluchtige krantenlezer daar kennis van heeft moeten nemen. Maar wat misschien minder be kend is, is het feit dat het „atoom" geen ontdekking is van de laatste ja ren, of zelfs maar van de laatste eeuwen. Het is een woord, dat al meer dan 2000 jaar gangbaar is. Het werd omstreeks 400 jaar vóór Christus ge vormd door de Griekse wijsgeer De- mocritus. Vermogend man als hij was, besteedde hij vrijwel zijn gehele kapi taal aan het maken van voor die tijd verre reizen. Hij bezocht vanuit Grie kenland Egypte, en naar men zegt zelfs Midden-Azië. Hij was een harts tochtelijk natuuronderzoeker. Al het weten van zijn tijd was in zijn hoofd, en in zijn geschriften, verzameld. Ook hij stond vragend, verwonderend tegenover de bonte, veelkleurige na tuur, die hij op zijn verre tochten had leren kennen. Ook hij vroeg zich af: Waar komt alles vandaan? VAN DEZE DEMOCRITUS is het meesterlijke antwoord: Alles is ont staan uit atomen, uit laatste, niet ver der deelbare brokjes stof. Alles, niets uitgezonderd, is tot deze atomen te herleiden. Buiten deze atomen bestaat er niets, behalve dan de lege ruimte, waarin zij zich bewegen. Waarin zij zich bewegen? Maar vanwaar komt deze beweging, zo vragen we deze grijze wijsgeer. Dan ontvouwt hij ons zijn stelsel. Er bestaat niets dan atomen, en lege ruimte. Maar de atomen zijn verschil lend van vorm en van grootte. Zij zijn daarom ook niet allen even zwaar. De zwaardere atomen vallen sneller, dan de lichtere. Zo botsen zij tegen elkaar. Ei onstaan wervelingen, draaikolken van atomen. Atomen van gelijke grootte en zwaarte voegen zich tot groepen samen. Zo zijn de hemellicha men ontstaan, en alles wat zij bevat ten. Het lichaam van een mens is niets anders dan een geheel van atomen, zo gaat onze wijsgeer verder. Maar ook wat wij „ziel" noemen, is een atomen- bundeling. Deze atomen van de ziel alleen zijn veel lichter; het zijn kogel ronde vuuratomen. En de ademhaling dient er voor, om het wegstromen van deze lichte vuuratomen te beletten, en hun voorraad uit de lucht voortdu rend aan te vullen.... i ALLES IS DUS niets anders dan een wilde werveling van atomen, zware en lichte? Deze gedachte heeft iets duize- lingswekkends. En we vragen aan Democritus verder: Kan er in deze draaikolk van atomen sprake zijn van menselijke vrijheid, van het geheel vrij beginnen van een handeling? Dan zal hij lachend onze vraag ontkennend beantwoorden. Want alles geschiedt volgens een strikte noodwendigheid. Vrijheid bestaat niet. Het toeval be- door F. Coppersmith HOOFDSTUK L De ontmoeting. !Het was eigenlijk geen wonder dat Gerard van Wael. candidaat in de wijsbegeerte, op het punt zijn studie aan Leiden's beroemde universiteit te voltooien, op deze bijzonder mooie Aprildag van het jaar 1761 in Amster dam, met volle teugen genoot van de aanblik die de stad hem bood. April had zoveel zon gegeven, dat de na tuur in de war was geraakt. De prach tige kastanjebomen die de Singel om zoomden. bloesemden volop, een prach tige omlijsting vormend van het druk ke verkeer op het water: hoog bela den boten en schuiten, die kisten en balen van de schepen in de haven naar de pakhuizen brachten. Langzaam voortwandelend lette de 25-jarige candidaat in de wijsbegeer te meer op het stadsschoon dan op de weg. Plotseling voelde hij dan ook een schok, hij hoorde een onderdrukte kreet en toen hij, hierdoor op vrij on zachte wijze tot de werkelijkheid te ruggeroepen, zijn blikken op het ob stakel richtte, waarmede hij in bot sing was gekomen, zag hij een nog vrij jong meisje voor zich staan, dat zich met een enigszins pijnlijk gezicht de arm wreef. Was het de eenvoud van haar voet- vrije, donkergroene jurk, die haar slankheid bij uitstek accentueerde of het ontbreken van een hoed iets zeer ongewoons in het Amsterdam van deze dagen die de jonge student dwong haar aandachtiger op te nemen dan de beleefdheid toestond? Nu trof hem in het bijzonder haar prachtige, goudblonde haar, glinsterend in het zonlicht, een bekoorlijke omlijsting van een naar zijn mening bijzonder gezicht je, dat duidelijk de vreemdelinge ver ried. Snel stamelde Gerard een ver ontschuldiging voor het feit, dat hij niet uitgekeken had, ja, haar bijna van de voeten had gelopen. Toen het meis je antwoord gaf, verstond hij haar aan vankelijk niet, daar hij er totaal niet op voorbereid was een vreemde taal te horen. Het meisje scheen hem iets te vragen en aandachtiger toehorend nu stelde hij al spoedig vast dat zij Frans sprak. Onmiddellijk verontschul digde hij zich nogmaals in deze taal en informeerde toen waarmede hij haar van dienst kon zijn. Met een zucht van verlichting over het feit, dat iemand haar verstond, antwoordde de vreemdelinge een apo theek te zoeken. Gerard wees haar de ze aan, het was maar enkele huizen voorbij de brug. waarop de botsing had plaats gevonden. Meteen vroeg hij of zij het wellicht op prijs stelde als hij met haar meeging om bij de apo theker als tolk op te treden. Zij knik te en liep meteen in de richting die haar gewezen was; Gerard volgde haar op de voet totdat zij voor de deur van de apotheek stilhield en hem uitlegde dat zij een geneesmiddel moest hebben legen koorts bij een ziek kind. Tegen wil en dank keek Gerard het meisje verbaasd aan. Zij begreep wet hij indien de beleefdheid hem niet weerhield had willen vragen. Ter toelichting zei ze snel: „Het kind be hoort tot ons reisgezelschap. Wij zijn bang, dat het mazelen heeft!" „Is het dan niet beter om een dok ter te laten komen?" vroeg Gerard. „Die is al gewaarschuwd. Vanoch tend vroeg reeds, maar tot nu toe is hij niet gekomen. De koorts stijgt, de moeder maakt zich erg bezorgd en wij ook Met die woorden opende het meis je de deur van de apotheek. Gerard volgde haar en vroeg naar een poeder tegen koorts. Na het meisje bij de be taling zij was kennelijk niet met het Nederlandse geld op de hoogte bijgestaan te hebben, stonden zij spoe dig weer op straat. De vreemdelinge sloeg meteen rechtsaf. Zich haastend weer naast haar te komen zij liep snel. zodat Gerard enige vlugge pas sen moest maken ontviel hem de vraag, waar zij verblijf hield. „De Rode Leeuw"Het meisje had er klaarblijkelijk geen bezwaar tegen de vreemde jongeman, die haar zo hoffelijk had geholpen, de gewens te inlichting te geven. Zij voegde er aan toe de avond tevoren te zijn aan gekomen. Het was niet het beste loge ment van Amsterdam, maar Gerard zou nog meer reden hebben zich te ver bazen. Zij vertelde, n.1. ook, dat zij het zieke kind bij zich hadden genomen omdat de verblijfplaats van de ouders nog veel en veel slechter was. „In welk logement zijn die dan af gestapt?" informeerde Gerard, maar toen hij hoorde, dat dit „Het Eiland Texel", vlak bij de haven was. wist hij genoeg. Dat was geen logement, nau welijks een herberg die een vrij pri mitief onderdak bood aan de totaal on bemiddelde passagiers van diverse reders. „O", zei Gerard en er klonk verwon dering in zijn stem, „U bent dus op doorreis?" „Zeker", luidde het antwoord, „wij reizen naar Noord-Amerika". „Met welk schip gaat U?" (Wordt vervolgd) staat niet. Alles wat gebeurt, mo«i gebeuren. De werveling der atom«n in de lege ruimte kent geen vrijheid of toeval, We vragen verder: Is er dan ao, een goddelijke, een goede geest di( boven de draaikolk van de materii slaat, die aan de geschiedenis dei mensen zin en bedoeling geeft? En weer lacht de wijze Democritus. Godi- dienst, zo zegt hij, is uitsluitend ont- staan uit de angst van de mensen voor onweer, voor een zona- of maansverduistering en dergelijke May in werkelijkheid is er geen God, evenmin als een hiernamaals. Als er dan geen God is en geen wij. heid, als alles dan moet worden her leid tot atomen en lege ruimte, wat voor verschil is er dam nog tussen mens en dier? Weer zal Democrttui ons glimlachend te woord staan. Bet onderscheid tussen mens en dier li maar zeer betrekkelijk. Dat onder scheid is niet principieel. Dan komt de laatste vraag. Maar hoe moet een mens dan leven? Wat k zijn levensdoel? En Democritus ant woordt: Hij moet leven met een glim lach. Hij moet zich over niets ver bazen. Zijn ziel moet zo vlak zijn nis de ongerimpelde, door de zon over- straalde zee. De mens moet zijn blik niet richten naar het verleden, ot naar de toekomst. De mens moet in volkomen vrede het heden nemen, zoals het is. Want wat geschiedt, moet geschieden. DE GEVAREN VAN EEN SLAMDOUBLE Ik ben er mij van bewust, dat het niet de eerste keer is, dat ik er de aandacht op vestig, dat het in bet al gemeen zeer onverstandig is, eenslam- contract te doubleren (ik bedoel hier bij niet op de zgn. lead-directing dou blé, die gegeven wordt om invloed uit te oefenen op de uitkomst). Als een goede tegenstander een zes- of zeven bod doet, zal het slechts zelden voor komen, datdeze meer dan 1 down gaat. Op de uitzonderingen moet men zich niet beroepen. Het gevaar van een doublé, is zoals steeds dat de te genpartij, gewaarschuwd door de dou blé, het spel misschien wint, dat hij bij niet-doubleren zou hebben verloren Men zou hierop kunnen antwoorden, dat men dan nooit zou kunnen double ren, ook niet bij niet-slamcontracten Dit antwoord is echter niet juist, om dat bij slam-contracten tenminste als regel de tegenpartij a.h.w. uit luxe naar slam gaat, zodat de kans op een groot aantal downslagen meer dan één veel geringer is dan bij an dere eindcontracten. Ik liet mij tot deze beschouwing ven leiden, toen ik kennis nam van een spel, dat voorkwam bij de internat! nale kampioenschappen 1948 te eago. Noord Schoppen: a, b, 10, 9, 3, 2 Harten: Ruiten: a, h, v, 10, 2 Klaveren: v, 6 West Oost Schoppen: v, 15 Schoppen: 8 ctuvw-— - o j Harten: h, 10,7,6,4, 3 Harten: a, 9. Ruiten: b, 7, 6, 4 Ruiten: 9, 5 Klaveren: 8, 2 Klav.: a, 10, Zuid Schoppen: h, 6, 4 Harten: v, b, 5 Ruiten: 10, 8 Klaveren: h, b, 7, 4. 3 Het biedverloop was aldus: O: pas. Z: pas. W: pas. N: 2 Scn. O: pas. Z: 3 KI. W: pas. N: 3 B- O: pas. Z: 4 Sch. W: pas. N: 6 Scn. O: doublé: allen passen. j O dacht veilig te ziin met WJ azen en Sch. v, x, x. En denk nu dat O een zwakke speler was. he de grote Jacoby wie het oVer_ het Maar juist door de doublé won spel. a(. O kwam met H a uit, N troe"® o waarna N een kleine KI. sPee f(?rU^. nam met KI. a en speelde Kl_ N incasseerde KI. v, waarna n en Sch. b naspeelde. Weliswaa O niet. maar N sneed, gezien 'cch h ble. N kon toen. na de tafel m ig b, aan *'ag gebracht te hebben, °P en b 2 ruiter» kwijt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1948 | | pagina 6