Film over staalindustrie van Veisen
Een
morseboodschap
via de radiator
Achttien Mei: Wederopbouwdag
voor geheel West-Europa
„Hoogovens "door Rudi Hornecker
Bewaker brengt me een Duitse krant
met het beste nieuws sinds jaren
V
Ik was geheim agent in oorlogstijd (XX VII)
Nu komt het er op aan J
Van Rotterdam uit wordt leiding gegeven aan
materieel herstel van ons werelddeel
Maasstadmodernste van
het Westen
IN DE BETUWE WERDÉN j
VEEL VtftPË-NS GEVONDEN
EEN BOEF? HAD EEN
COMPLETE TANK
Onttroond
Oppervlakkige maar
verdienstelijke
reportage
SCHAFTE
EN KREEG» PROMPT EEN
HEEL DE m
BEVOLKING f
OP «JACHT#
GOeDEWAAGEN.
HET ENGELSE
PRINSJE
WERD
GEDOOPT
MET WATER
UIT DE
JORDAAN.
CNIETTE VER
WARREN MET DE..,,
AMS rgpDAMSE)
HATTA SPRAK
VAAGHEDEN,
MAAR DÈ-N HAAG WACHT
OP DUIDELUKE VOOR-
D-e
-n-v-a-s-i-e i-s
b-
e-g-o-n-n e-n!
nr ««k. l„( "1;y
woon te. Maar omstreeks midden Juni kriiet n«r, een
het hoofdkwartier In Den Halg vS|£*St J?gracht op
buitengewoon slechte stemming terug. Men heeft hem "gezegd dat^het v^J
e° 8 meegebracht ditmaal wer
kelijk gemene vragen en de volledige antwoorden daarop moeten Zater-
SZS^TÏÏSXTiZ Vanfaag het Vr^- »e" Schuimtdher
heeft zodoende precies één dag om zich hiermee bezig te houden.
kan omzeil ik de moeilijkheden, ver
zin nieuwe namen en fictieve beschrij
vingen voor vele vrienden en collega's,
maar stuit op de befaamde kaart.
„Stimmt nicht, gar nicht," zegt hij
telkens en ik vraag me af, wat er
eigenlijk op die kaart staat. Ik zeg,
dat ik te moe ben. Is er geen koffie?
Kan hij niet wftt halen? Neen, het is
te laat. Ik leg hem het vuur na aan
de schenen, dat hij wanhopig de gang
oploopt om een bewaker te roepen. De
twee minuten, die hij weg is zijn juist
voldoende om de kaart te grijpen, die
hij (stom!) op tafel heeft laten liggen
en ik zie tot mijn afgrijzen, dat deze
de volledige organisatie der Intelli-
gence Section bevat, compleet met de
namen van alle mensen, van hoog tot
r\E VRAGEN ZIJN zeer ter zake.
Namen, persoonsbeschrijvingen en
adressen van Instructief personeel in
Engeland, dito van de sectie, dito van
alle mensen, die ik ooit gedurende mijn
opleiding ontmoet heb, bijzonderheden
over de Nederlandse Brigade in Enge
land enzovoorts. Ik heb het onschat
bare voordeel, dat Schumacher zo
goed als geen tfld heeft mijn antwoor
den in twflfel te trekken, maar om dit
te compenseren haalt hij een kaart te
voorschijn, waarop (volgens zijn be
wering) alle antwoorden te controle
ren zijn. Hfl waarschuwde me: Wan
neer ik lieg zal ik daarmee ernstige
moeilijkheden krijgen. Zo goed als ik
ROTTERDAM, December.
Hst volgend jaar zal de datum van
IS Mei tot Wederopbouwdag van West-
Europa worden geproclameerd. Reeds
is het sedert de bevrijding zo, dat men
die dag jaarlijks viert als de Wederop
bouwdag van Rotterdam, omdat reeds
op 18 Mei 1940 het gemeentebestuur
van die vier dagen tevoren door Duit
se bommen verwoeste stad met een
voorlopig plan tot herbouw voor de
dag kon komen, hetgeen psychologisch
een grote en gunstige invloed had op
de terneergeslagen bevolking.
Natuurlijk was dat eerste plan van
ir. W. G. Witteveen er een in grove
trekken, dat nog vele malen moest
worden herzien alvorens definitief ge
noemd te kunnen worden. Eigenlijk
is 't nog steeds groeiende, zoals dat met
elk bouwplan het geval is. Maar in
grote trekken staat het nu toch wel
vast hoe „de modernste stad van West-
Europa" er over enige jaren zal uit
zien. Aan de totstandkoming wordt
hard gewerkt. In de binnenstad ver
rijst het ene grote gebouw na het an
dere. Reeds heeft men er het grootste
bankgebouw ter wereld in gebruik ge
nomen.
Op het ogenblik wordt de laatste
hand gelegd aan wellicht het merk
waardigste bouwwerk, dat in het nieu
we Rotterdam is geprojecteerd. Het
staat aan het (nog te maken) nieuwe
plein voor het (nog te bouwen) Cen
traal Station, dat in de plaats zal ko
men van het gehavende en slechts
voorlopig herstelde D. P.-station, waar
eerlang alle treinen zullen samenko
men als het spoorwegplan uitgevoerd
is. Maar daarover een andere keer
Dit bouwwerk dan, dat „Bouwcen
trum" heet het staat er met grote
letters op is bedoeld als een studie
centrum voor de wederopbouw van
geheel West-Europa. Dat klinkt als
een hoogvaardig voornemen van de
initiatiefnemers, die tenslotte alleen
maar Nederlanders zijn. Maar zij mo
gen het toch wel zeggen, want in de
staf van de stichting, die het beheert,
zijn Engeland, Frankrijk en Duitsland
reeds vertegenwoordigd. De Engelse
architect F. R. Yerbury, directeur van
het Londense „Building Centre", is er
al geweest en heeft er met grote lof
over gesproken, evenals de Zweedse
ziekenhuisbouwer, lr. Hj. Cederström
en de Tsjechische hoogleraar Mudr.
Frank* Hora. De twee laatstgenoem
den maakten kortgeleden een reis door
Europa om de mogelijkheid tf onder
zoeken van een internationale voor
lichting inzake ziekenhuisbouw, maar
toen zij in Rotterdam aankwamen zijn
zij maar niet verder gegaan. Daar was
al aanwezig wat zü meenden te moe
ten maken.
Ir. J. van Ettinger, directeur van de
stichting „Bouwcentrum" aan wiens
voortvarendheid de totstandkoming
van de idee en de verwezenlijking er
van voor een groot deel te danken is,
die ons dezer dagen de inrichting liet
zien, 'vertelde ons: „Wij konden Ce
derström en Hora binnen vijf minuten
de volledige plannen van de tienlaatst-
gebouwde ziekenhuizen van Europa
voorleggen, Vroeger had een architect,
die een opdracht tot de bouw van een
ziekenhuis ontving, enige maanden no
dig om de tien laatstgebouwde af te
reizen en ter plaatse de jongste erva
ringen te vernemen en te bestuderen.
Hier spaart hij tijd en geld. En dat
geldt niet alleen voor ziekenhuizen
uiteraard, maar voor alle soorten
bouwwerken.
Nog meer: wij hebben hier ook uit
breidingsplannen, wederopbouwplan-
betreffende de waarde en de toepas
singsmogelijkheden".
Aan het „Bouwcentrum" is het se
cretariaat opgedragen van de Interna
tional Federation of Building Docu-
mentation Centres" en er is reeds een
nauwe samenwerking met de Union
Internationale des Architectes. Op 23
December zal het, nauwelijks voltooid,
voorlopig in gebruik genomen worden.
Maar op 18 Mei 1949 volgt pas de of
ficiële opening in het bijzijn van ver
tegenwoordigers van al wat bouwt in
West-Europa.
laag, aangevuld met uitgebreide bij
zonderheden. Zelfs de veranderingen,
die juist voor mijn vertrek uit Enge
land, nu precies acht maanden gele
den, hebben plaats gevonden, zijn op
genomen. Als ik tijd gehad had, zou
ik diep onder de indruk gekomen zijn.
Wat heeft het voor zin, zo vraag ik
me af, om met groot risico al die fei
ten te ontkennen, wanneer z(j toch
volkomen op de hoogte zijn Wat voor
nut heeft het dapper te zijn, folterin
gen te riskeren, Iets te redden, dat
toch op de één of andere manier al
verloren is? Dat al verloren was toen
ik trog in Engeland zat!
Gelukkig heb ik maar zó wanhopig
weinig tijd en is Schumacher zó wan
hopig verlangend het document op tijd
te voltooien, dat hi) de ontelbare
„misschien, ik weet het niet zeker's'
die ik als een haastige en verwarde
verdediging aanvoer, aanvaardt. Zo
wordt het verhoor in grote gejaagd
heid en in de vaagst mogelijke termen
afgesloten. De ondervraging, die in 't
begin zo diepgaand en nauwkeurig ge
weest is, heeft haar doel voorhoge'
streefd. Ik ben vol vertrouwen, dat ik
een redelijk succes behaald heb en
wat de fouten en de blunders betreft,
ik weet, dat deze in eerlijke onschuld
gemaakt zijn.
Er blijft nog één zorg: dat de Her
ren in Den Haag niet tevreden zullen
zijn en terug zullen komen op de vele
uiterst zwakke punten in mijn ver
klaringen. En ik koester geen illusies
over hun houding of over mijn kansen
om hen te misleiden. Maar er is ook
een troost: het zal de heren weer tijd
kosten om alles uit te werken. Daar
voor wordt mijn leven weer met een
maand verlengd en de kansen op een
bevrijding nemen daardoor toe. Ik
wacht en bid en hoop tegen beter weten
in. Maar ik word niet meer verhoord.
nen en geheel nieuwe stadsplannen,
benevens luchtfoto's om de resultaten
te laten zien. En tenslotte vindt men
hier een overzicht van honderden soor
ten materialen, niet alleen op schrift,
gend geklop is, maar na een ogenblik
maar ook in natura, en berekeningen 7
nntriolr ilr ontö raculroat Rn+ 1 m mAr.
gEGIN JULI KRIJG IK een andere
cel. Reeds de eerste dag word ik uit
een hazenslaapje gewekt dooi1 vreemde
geluiden in de radiator. Eerst meen
ik, dat het slechts een onsamenhan-
ontdek ik enig resultaat. Het is mor
se. De geluiden zijn vaag en moeten
van ver weg komen, maar als ik ze
kan horen, moet ik de persoon, die
aan het andere eind signalen geeft,
kunnen bereiken. Met kloppend hart
probeer ik zijn aandacht te trekken.
H-a-l-l-o, h-a-l-l-o. Het resultaat is
een doodse stilte. Ik probeer het weer
en nogmaals, maar zonder resultaat
Na twee dagen waag ik nog eens een
poging en dan krijg ik antwoord. Dui
delijk zingen de letters langs de pijpen:
H-a-l-l-o!
„Wie bent u?" klop ik nieuwsgie
rig
„Doet er niet toe. Noem me X 725
„O.K. Is er nieuws?"
Wanffeer de letters langzaam langs
de pijp druppelen vorm ik-er woorden
van: D-e i-n-v-a-s-i-e i-s b-e-g-o-n
n-e-n. Ik kan me niet vergissen. Maar
misschien maakt de man een grapje.
W-a-n-n-e-e-r? klop ik terug.
V-a-n-m-o-r-g-e-n. Het is letterlijk
te mooi om waar te zijn. Ik probeer
meer bijzonderheden te krijgen, maar
wanneer ik midden in een zin ben, ko
men er twee harde slagen van de an
dere kant, gevaar! Ik wacht een poos
je, maar hoor geen levensteken meer.
Ik ga weer naar bed en lig uren lang
wakker. Moet ik de man aan het an
dere eind geloven of niet? Maar alles
klopt! Al een paar dagen lang krijgen
we geen kranten; de fouilleringen zijn
verscherpt en deze avond is de con-
tróle lichten-uit voor het eerst uitge
voerd door vier bewakers, van wie
twee gewapend zijn met een machine
pistool. Dit is heel ongewoon en ik
heb me er al over verwonderd. Kan
het waar zijn? Is het lang verwachte
tweede front eindelijk gekomen? Hoe
gauw kunnen ze in Holland zijn?
Waar zijn ze geland? Ik weet totaal
niets. Ik lig tot diep in de nacht wak
ker, te opgewonden om te slapen.
r\E VOLGENDE DAG is er meer
nieuws. Herr Schumacher komt al
vroeg binnen. H(j lijkt me opgewon
den.
„Hoe is de toestand?" zeg ik recht
streeks.
„Wat? Hoe weet u dat?" Hij is zeer
zenuwachtig.
„Dat weet toch iedereen! Vertelt u
me er eens wat van."
Herr Schumacher is te opgewonden
en vertrekt spoedig, na me gewaar
schuwd te hebben aan niemand te
zeggen, wat hij me verteld heeft.
Even later gebeurt er iets zeer op
merkelijks. Een SS-man komt binnen
met een glimlach op zijn gezicht. Hoe
gaat het met me? Uitstekend, maar
hoe maakt hij het? Is hij niet bang,
nu de Englknder zo dicht in de buurt
is? Kan hij me er niet wat meer van
vertellen? Aanvankelijk geeft hij geen
antwoord, gaat naar buiten en kijkt
de gang af, komt dan terug en fluis
tert me, na de deur achter zich te
hebben gesloten, de belangrijkste bij
zonderheden in het oor.
„Kunt u me geen krant bezorgen?"
vraag ik. „Er schuilt werkelijk niets
kwaads in. U moet toch begrijpen, dat
ik brand van nieuwsgierigheid!"
„O neen, geen sprake van. Absoluut
onmogelijk." Hij vertrekt weer. Maar
hoogstens tien minuten later is er
buiten een groot lawaai, de deur vliegt
open en mijn SS-man stapt binnen.
„Kunt u niet opstaan wanneer er
een Wachtmeister binnenkomt?"
brult hij.
Volkomen overdonderd vlieg ik van
mijn stoel op.
„En waarom kimt u dit vertrek niet
netjes houden, het ziet er uit als een
zwijnestal!" Hfl loopt de cel door,
achter me om enduwt me een op
gevouwen krant in mijn handen. „Als
het hier over een kwartier niet sauber
is, dan zult u wat beleven, verstanden
Wanneer ik terug kom is het hier
sauber, of andersen met een
kwaadaardige dreun gooit hij de deur
achter zich dicht.
Hij heeft me zijn eigen Duitse krant
gebracht. Koortsachtig lees ik de
voornaamste artikelen, belujk de foto's
van de eerste Engelse krijgsgevange
nen en kom te weten, dat de landing I
uitgevoerd is door een reusachtige ge-
combineerde legermacht en dat zij bin
nen niet al te lange tijd er weer uit-1
gegooid zullen worden.
Een kwartier later herhaalt de ko-1
medie zich. Ik blijf alleen achter, vol
verbazing, zowel over de invasie als
over de hulpvaardigheid van de be
waker.
Het nieuws wordt 's nachts beves-1
tigd en aangevuld. Twee gevangenen
hebben de cel onder mij betrokken en
we hebben weldra ontdekt, dat het gat
in de vloer, waardoor de verwarmings-1
buis loopt, een uitstekende verbin
dingsweg is. Het nieuws, dat ik thans I
krijg Is meer authentiek. Hij krijgt
het van de communisten en die hebben
het weer van de B.B.C. Het blijkt, dat
ar communisten in de gevangenis zijn,
die tot taak hebben de gangen en de I
kamers der Wachtmeisters schoon te
houden. Zij doen het zo, dat zij juist
aan een kamér bezig zijn op het ogen
blik, dat de Engelse nieuwsberichten
worden uitgezonden en terwijl er één
druk vegend in de gang op de uitkijk
staat, draait de ander de radio van de
Wachtmeister aan en luistert naar 't
voornaamste nieuws in het kort. Wan-1
neer zij 's avonds het eten in de vleu
gels, die minder „zwaar" geacht wor- I
den, rondbrengen, verspreiden zij het
nieuws. En die berichten worden dan
verder op allerlei manieren doorgege
ven: mondeling, zoals ik het krijg, door I
fluiten of door morse via de rediator
of de kraan, 's Avonds vóór tien uur
heeft iedereen inderdaad het nieuws, I
dat die morgen door de B.B.C. werd
omgeroepen.
In vele landen is de Kerstman
onttroond, zoals o.m. in Rusland,
waar h\j in 1926 door „Vadertje
Vorst" werd vervangen. In 1930
decreteerde de Mexicaanse rege
ring, dat de in paarse statiege
waad geklede Kerstman, die op
een slede, bespannen met ren
dieren, ingehaald werd, wegens
de hier meestal heersende tem
peraturen van ongeveer 100 gra
den Fahrenheit, voortaan gerem
placeerd zou worden door
„Quetzal-Cohuatl", een oude god
der Azteken, die er als een ge
vederde slang uitziet. Ook in
Zuid-Afrika zijn er, om dezelfde
redenen, stemmen opgegaan,
welke de Kerstman vervangen
willen zien door een nationale
figuur.
UAAST DE ZUIVER COMMERCIËLE FILMINDUSTRIE, die voor de oorlog in
Nederland een armetierig leven leidde en met rolprenten voor de dag kwam,
waarvan de middelmaat nog lager lag dan bijhet slechte buitenlandse product,
weckte er in ons land een aantal individuele filmers, wier werk zeker geen
slecht figuur slóeg vergeleken bij wat over de grenzen door afzonderlijke fil
mers gepresteerd werd. Wat de film in de loop der jaren aan kunstzinnige be
tekenis heeft gewonnen, heeft zij voornamelijk te danken aan de enkelingen,
die zonder zich te beijveren voor commercieel succes met hun camera pingen
experimenteren, in de montagekamer de filmstroken versneden en opnieuw
rangschikten om. door de rhythmische opeenvolging, de tegenstelling en het
rijm van de beelden onderling, een eigen filmtaal te vinden, en die op het
celluloid het leven, de werkelijkheid of hun gedachten- en gevoelswereld zo
wisten vast te leggen, dat er inderdaad van een volkomen zelfstandige uiting
sprake kon zijn; niet meer gefotografeerde werkelijkheid en gefotografeerd
toneel, maar iets met een geheel nieuw leven: zuivere film. Ook Nederland nad
enkele van deze film-pioniers, zoals Joris loens en Mannus Franken. Na hen
kwamen anderen, minder groot dan zij misschien, maar in ieder geval even als
zij vakmensen, die in hun jilms zochten naar een eerlijke, verantwoorde en
oorspronkelijke vormgeving.
riNDER DEZE LAATSTEN mag men
zeker ook de cineast Rudi Hornec
ker rekenen. Zoals het merendeel van
zijn Nederlandse vakgenoten bepaalt
hij zijn activiteit hoofdzakelijk tot het
maken van documentaire films. Want
afgezien nog van het feit, dat voor de
filmer met inspiratie de documentaire
film het belanrijkste is, omdat hij
hierin het meeste zijn persoonlijkheid
kan leggen en het beste uitdrukking
kan geven aan zijn eigen visie op een
bepaald onderwerp de Nederlandse
filmer krijgt nauwelijks de kans te gaan
experimenteren op het gebiecT van de
zoveel kostbaarder speelfilm. Na de
oorlog maakte Hornecker negentien
documentaire films. Voor de laatste
film hiervan, die juist deze week voor
vertoning gereed is gekomen, ontving
hij een opdracht van de Koninklijke
Nederlandse Hoogovens en Staalfabrie
ken N. V. te IJmuiden.
riVER DE IMMENSE terreinen en door
de uitgebreide gebouwencomplexen
van de hoogovens en alle dochterbe
drijven heeft Hornecker met zijn ca
mera gezworven. Hij maakte zijn op
namen in de laboratoria en in de be-
drijfsschool; tijdens de geestelijke en
lichamelijke keuring der arbeiders en
bij de aanvoer van het ruwe mate
riaal in de eigen zeehaven van het be
drijf; in de ijzer- en staalgieterijen en
bij de reusachtige cokes-ovens; in de
filmpje een volledig overzicht te ge
ven van het werkprocédé in dit zo ge
compliceerde bedrijf met zijn vele ver
takkingen. Geen film dus, die de ont
wikkelingsgang der bewerking, van
ruwe grondstoffen tot eindproduct, op
de voet volgt. Hornecker's opdracht
was vooral een indruk te geven van de
bedrijvigheid in deze belangrijke Ne
derlandse staalindustrie, waar alle
grondstoffen tot in het uiterste benut
worden en ook de afvalproducten nog
een nuttige bestemming vinden voor
het bereiden van diverse bijproducten
als bijvoorbeeld landbouwchemicaliën.
het bedrijf raak te treffen en hij legt
hierbij zoals bijvoorbeeld uit de
verschillende overzichtsfoto's van de
hoogoven-terreinen blijkt een grote
mate van raffinement en vindingrijk
heid aan de dag. Zijn beelden zijn een
voudig, van een grote ruimtelijke wer
king, onopgesmukt en boeiend. Hij
geeft daarmee een onderhoudende re
portage, vertelt rustig en prettig, en
zoekt zoveel mogelijk het essentiële
weer te geven. De oorspronkelijke in-
vallen, die hij bij zijn kleinere recla
me-films, zoals bijvoorbeeld voor Phi
lips. veelvuldig had. mist men in de-
Een ander belangrijk deel van de op- ze Hoogoven-film gewoonlijk. Hornec-
walserijen en in de kunstmestfabrie-
ken; bij de grote hijskranen en op de
sportvelden, waar het personeel zijn
ontspanning vindt; in de beide grote
walserijen en in de uitgebreide kan
toren. Hij laat ons mensen aan de ar
beid zien, de diiecteuren en het kan
toorpersoneel, maar vooral de werk
lieden. En het geheel werd een film,
die in een aaneenschakeling van flit
sen een indruk tracht te geven van
het leven in een der grote Nederland
se bedrijven.
Het lag niet in de bedoeling het
zou trouwens een onmogelijkheid ge
weest zijn om in het bestek van dit
dracht, die de filmer ontving, was zijn
camera ook te richten op de sociale
toestanden in dit bedrijf, waar de ar
beider, niet enkel beschouwd wordt als
een onderdeel van het productie-appa
raat, maar ook evenzeer als een mens,
die recht heeft op een gewaarborgd
bestaan en op aandacht voor zijn ver
langens, zijn zorgen en zijn behoeften
aan goede geestelijke en lichamelijke
ontspanning, als tegenwicht voor de
zware inspanning die het werk in een
dergelijk uiterst intensief bedrijf van
hem vergt.
^JORNECKER HEEFT ZICH zo zorg
vuldig mogelijk van zijn taak ge
kweten, al maakte hij hier niet zijn
beste film. De beide elementen van
zijn opdracht vindt men in „Hoog-
ker heeft ook hierin enkele verrassen
de momenten, maar het geheel blijft
in dit opzicht tocht te vlak en gelijk
matig. Hij toont zich een knap foto
graaf, maar hij was toch niet bij mach
te de film tot een brok werkelijk fel
en bewogen leven te maken. Men mist I
de tinteling en de beweging. Hij maakt
de spanningen en het arbeidstempo, de
hitte en het gestamp van de machines,
het zwoegen van de arbeiders en de
weldaad van douche en ontspanning
niet zo voelbaar, dat de toeschouwer
gedwongen wordt zich volledig over
te geven en de film werkelijk aan den
lijve en aan de geest ondergaat. Men
houdt het gevoel, dat men hier een
goed, zeer goed verzorgd prentenboek
te zien krijgt, dat echter volledig pren
tenboek is en niet het leven.
Een boeiend en sfeervol beeld uit Hornecker's film .floogovens"; een
hijskraan met een electro-magneet lost de producten van de ijzergieterij.
ovens" zeker verwerkelijkt. Het is hem MISLUKKING, deze Hoogoven-
toevertrouwd de camera te hanteren. film? Nee. dat niet
In zijn opnamen weet hij de sfeer van Horneckers film is, wanneer men
de opzet in het oog houdt, oppervlak
kig maar zeker nog aanvaardbaar te I
achten. Maar de opzet was te groot
voor een film van vijftig minuten en
het onderwerp te veelomvattend. En
beide groeiden heel kennelijk de fil-
mer wat boven het hoofd. Er ontstond
geen documentaire film in ware zin,
maar een eenvoudige, goed verzorgde
reportage. Het scenario ervoor werd
door John Kooy geschreven. Rudi Hor- j
necker had regie, camera en montage
in handen en werd geassisteerd door
Gery Dujardin. De teksten werden
gesproken door Ger Lugtenburg. Wan
neer ze sterk bekort zouden worden,
zou het de film overigens zeer ten
goede komen. De film zal vooral ook
naar het buitenland geëxporteerd wor
den en in dit verband heeft ook de re- i
geringsvoorlichtingsdienst grote be
langstelling voor .Hoogovens". Het ligt
in de bedoeling van deze film een
verkorte versie samen te stellen van
circa vijftien minuten, die dan als I
voorfilm in de Nederlandse theaters
kan worden uitgebracht. LONG-SHOT
0PZANZI8AP
HEERST
EEN
KRAAID
EN -*•
•V PLAAG
I
JAN KLOOSTER
BOER WERD NA
EfcN BAR-KNAP
PLEIDOOI VAN
MR.Dp.C.BERK-
HOUWER IN VRUHE1D
GESTELD.
(KÖELTOER-KNOEIER)
GAAT 12. JAAP IN DE BAK. 1
/A l
TSJANG- IC
TSJAN6- KAl SJEK.
WEET NIET WAT WD WIL:
ZELFMOORD, AFTREDEN
OF DOORVECHTF -
BEDROG DE EEN DOM INE
DIE. WEM VAN &IC»AMIE
BETICHTTE ME.T &Eh
BROODMES.