De Duitsers weten niet wie we zijn
Republikeinse benden in actie
NOODLOT
Ziekenfondsraad door Mr. Joekes
geïnstalleerd
Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXX)
We hangen een fraai verhaal op en
schermen met de Geneefse conventie
De „oprechte Christen
vliegt er in
Voorlopig heeft het niet
Orgaan met ruime
bevoegdheden
Nieuwe avonturen van Pim, Pam en Pom
veel te betekenen
Het Radioprogramma
AAR.
nK TREINREIS NAAR DUITSLAND
V in beestenwagens! Om de beurt
zongen we een lied of zegden een ge
dicht. We bleven In beweging door in
een eindeloze ketting van sjokkende
half-dronken miserabelen de wagon
rond te lopen. Nu ik dit schryf, ver
baast het me, dat de herinnering
weerzinwekkendender is dan het ge
beuren zelf.
Eén ogenblik echter was méér dan
verschrikkelijk. Gedurende de reis; die
twe^ dagen duurde, had er steeds aan
beide zijden van de wagon een man
voor het kijkgaatje op post gestaan
om verslag te geven van de route.
Aan de avond van de tweede dag na
derden we de Duitse grens. Eerst
wonden we ons verschrikkelijk op,
dan viel er een doodse stilte. Ook in
de andere wagons hield het zingen en
het lawaai op.
Ik beleef het op dit ogenblik op
nieuw, precies zoals het toen ge
beurde.
Nuchter roept de uitkijk de afstan
den af, die ons van die afschuwelijke
ltjn scheiden: „Nog twintig meter
dan zijn we in Duitsland"
Zonder dat» we het afgesproken
hebben staan we allen op en begin
nen als één man het Wilhelmus te zin
gen. Nooit in mijn leven hebben de
psalm-achtlge verzen me meer aan
gegrepen. „Het Vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood" en
maar ze vertelden me, dat het slechts
een voorzorgsmaatregel was. Zo
doende ben ik eigenlijk een burger-
geïnterneerde!"
„Ik begrijp het. Dankc schön,
Herr Oberleutnant."
Zodra ik In mijn cel terug ben doe
ik alle moeite om mat de anderen in
contact te komen en zo gebeurt het,
dat ledereen binnen een kwartier het
goede nieuws gehoord heeft en weet,
welk verhaal hy moet ophangen. Ik
ben er van overtuigd, dat deze samen
loop van omstandigheden de meesten
van ons het leven gered heeft.
Na de oorlog heb ik gehoord, dat
iedereen op Dolle Dinsdag de indruk
had, dat de geallieerden werkelijk de
grote rivieren overstaken en op het
punt stonden Holland te bevrijden
Hierdoor geraakten de Duitsers vol
komen in verwarring. Alle bescheiden
werden verbrand; de gevangenen wer
den gedeeltelijk naar Duitsland ge-
evacueerd; de rest werd doodgescho
ten. Niemand kon toe de catastrophe
bij Arnhem voorzien, die de bevrij
ding negen maanden zo uuitstellen.
In Anrath kunnen we het artillerie
vuur van het front horen. De regel
matige bezoeken van de R.A.F. doen
onze hoop herleven. Maar dan komt
er op een dag het bevel, dat we weer
op transport moeten. Wanneer we in
bezettingsautoriteiten is te voorko
men, dat wy ons na de aankomst der
geallieerden aan hun zijde zouden
scharen, wy kunnen deze opvatting
gedeeltelijk begrijpen, doch daardoor
verkeren wij in de positie van burger
geïnterneerden. wy nemen als zoda
nig recht te hebben op een speciale
behandeling. Daar wy allen met slechts
enkele uitzonderingen intellectuelen
zijn, kunnen wij begrip tonen voor de
moeilijkheden, waartegenover de
Duitse regering zich geplaatst ziet en
waardoor zij gedwongen is ons iri een
strafinrichting in bewaring te houden
in plaats van in een gewoon interne
ringskamp, zoals door de conventie
van Genève bepaald is. Daarom doen
wy een beroep op het rechtvaardig
heidsgevoel va.n de directeur en ver
zoeken hem dringend zoveel conside
ratie met ons te tonen als onder de
huidige omstandigheden mogelijk is.
Voor geval dit niet mocht gebeuren,
zullen wy ons genoodzaakt zien de
hulp van de Zweedse of Zwitserse
ambassadeur in te roepen om officieel
protest aan te tekenen.
Hoe ongelofelyk het ook lijkt: het
plan slaagt schitterend!
De directeur antwoordt in hoffelijke
termen, bedankt de dokter voor zyn
duidelijke uiteenzetting en verzoekt
hem aan zijn vrienden zijn grote spijt
uit te drukken, dat de huidige onge
lukkige omstandigheden ons in der
gelijke grote, onverdiende moeilijk
heden gebracht hebben. Hij belooft
ons alles te zullen doen, wat in zijn
macht ligt om ons de behandeling te
OVERZICHT VAN DE MILITAIRE VORDERINGEN OP SUMATRA
een grote gemeenschappelijke cel op i geven, waarop wij recht hebben en
de benedenste verdieping verzameld j doet een beroep op ons om te trach-
worden, twijfelt niemand er aan, dat j ten ons aan het gèvangenisleven en
dit ons laatste transport zal zijn. de regels en voorschriften aan te pas-
Maar ook dkt liep op een teleurstel
ling uit, want zelfs het volgende zou
„dat ik
toch vroom mag blijven, Uw dienaar.no£ niet het laatste ziJn
falies stond, de tyrannie verdrijven,
die my mijn hart doorwondt". Deze
regels, gedicht in éénzelfde stryd, on
der dezelfde omstandigheden, worden
door ieder onzer met volstrekte op-
- rechtheid gezongen. We weten, dat'dit
voor velen van ons een eeuwig af
scheid van land en volk is.
Deze foltering gaat ook voorbij. We
komen in Anrath aan en tuimelen
verblind door het plotselinge licht uit
de wagons. We zijn uitgehongerd, dor
stig en vuil en verlangend te weten,
wat ons in de reusachtige, kille ge
vangenis te wachten staat. We hebben
een kleine hoop, dat het niet zo heel
erg zal zijn, gezien het feit, dat de
bewakers, die ons aan het kleine sta
tion opwachten, klaarblijkelijk bur
gers zijn. Als dit een burgergevange
nis is, zal het natuurlijk streng zijn,
maar goed georganiseerd, wat betere
voeding en een minder eigenmachtige
behandeling betekent. Helaas: het lot
is ons slecht gezind.
Het is inderdaad een burgergevan
genis, maar het eten is volkómen on
toereikend en de behandeling tamelijk
willekeurig. De houding der bewakers
is uitgesproken vijandig.
J)E EERSTE MORGEN sta ik om
vijf uur op, ontbijt met één sneedje
brood en een kroes water en ga dan
aan het werk. Enveloppen vouwen,
de echte bezigheid voor een boef. Een
Duitse gevangene komt het me leren
en vindt me blijkbaar zó stom, dat hij
er de gehele morgen voor nodig heeft.
Die eerste week in Anrath is uit
zonderlijk grimmig en koud. Deson
danks zal ik er steeds aan terugden
ken, daar ik in deze 'plaats de eerste
gegronde hoop kreeg, hier levend door
heen te komen. Zondagmorgen word
ik door een bewaker in $en hoogst
opvallend groen en gouden uniform
uit mijn cel gehaald. Hij brengt me
naar zijn tafeltje en begint me bij
zonderheden te vragen: mijn naam,
leeftyd, beroep enwaarom ik hier
ben. Ik ben verrast en verbaasd en
zeg: „Dat weet u toch allemaal? U
moet mijn papieren hebben!"
„Neen," antwoordt de Wachtmeister
argeloos, „dat is juist het vreemde
met uw groep. Gewoonlijk brengt de
Transportführer alle papieren mee,
maar ditmaal had hij niets anders dan
een lijst met namen."
„Waarom vraagt u hèt hem dan
niet?"
„Dat kan ik niet, hij is meteen weer
teruggegaan."
„O! Dén zal ik het maar vertellen.
IT moet weten, dat ik eerste luitenant
van het Nederlandse leger ben. Toen
de geallieerden Holland naderdem
werd ik plotseling gearresteerd. Ik
heb natuurlyk bezwaar gemaakt,
"yOORLOPIG GAAN WE naar de ge
vangenis in Liittringhausen. Het
is donker wanneer we op onze nieuwe
plaats van bestemming aankomen en
we zijn opgetogen, wanneer we ont
dekken, dat ze de drie maaltijden van
die dag voor ons bewaard hebben. Dit
is de gewoonte in een gevangenis, die
gecommandeerd wordt door een „goed
Christen". Zó luidt de flatterende titel,
die de gevangenen en bewakers de di
recteur gegeven hebben.
We zien hem de vólgende morgen
bij het appèl op de binnenplaats. Het
is een intellectueel uitziend man van
middelbare leeftijd van het gewone
Duitse type. Hy kijkt ons rustig aan,
telt ons en informeert dan of er
iemand bij is, die voldoende Duits
spreekt om enkele vragen te beant
woorden. Huizinga, de dokter, die met
algemene stemmen tot onze woord
voerder is gekozen, treedt naar voren.
„Wie bent u?"
„Dokter Huizinga!"
„Medicus? OhHij geeft blyk
van verrassing. „Vertelt u mij eens,
■Herr Dokter, weet u waarom u en uw
vrienden hier zijn?"
De dokter houdt een uitstekende
korte rede, waarin hij duidelijk naar
voren brengt, dat wij allen zonder
voldoende wettelijke gronden gearres
teerd zijn, dat wij de zaak onder el
kaar besproken hebben en maar één
rechtvaardiging kunnen vinden, name
lijk, dat het de wens van de zijde der
sen. Wanneer er klachten over de be
handeling mochten zyn, zal hy deze
onverwijld „als een oprecht Christen"
onderzoeken.
Inderdaad bemerken we spoedig, dat
de bewakers speciale orders hebben
ons voorzichtig te behandelen. We
worden veel aan onszelf overgelaten,
zitten met drie man in een cel, mogen
roken, wanneer we tabak hebben
en vreemd genoeg komen er altyd wel
een paar draadjes ergens vandaan, al
is het maar uit de zoom van iemands
broek hebben toestemming ons
scheergerei in onze cel te bewaren,
worden dagelyks gelucht en langer
dan gewooniyk en na een paar dagen
worden stukjes hout en kleine mesjes
uitgereikt, zodat we ons kunnen amu
seren en de tyd verdryven.
Er is slechts één ding, dat een scha
duw over ons bestaan werpt en dat
is de aanwezigheid van Hauptwacht-
meister Budel.
In het volgende artikel zult u met
Herr Budel kennis maken. En met
Herr Moses, die we voor gek lieten
verklaren door een Nederlandse dok
ter!
De minister van Sociale Zaken, mr.
A. M. Joekes, heeft gistermiddag de
ziekenfondsraad geinstalleerd. Deze
raad bestaat uit een voorzitter, tevens
lid en 35 andere leden, te weten: zeven
op het gebied der volksgezondheid, der
sociale verzekering en der particuliere
verzekering deskundige ambtenaren,
negen vertegenwoordigers van de al
gemene ziekenfondsen, zeven van het
bedryfsleven en twaalf van groepen
van personen en instellingen.
In zijn rede zeide de minister o.m.,
dat het, in afwachting van het tot
standkomen van een algemene zieken
fondswet, gewenst was bij de wet een
orgaan in het leven te roepen, toege-
97. Ja, daar heeft de sluwe heer
Vossema niet op gerekend. Hij wist
niet, dat Pim, Pam en Porn helemaal
niet autorijden kunnen!! En nu heeft
hij de straf voor zijn inhaligheid al te
pakken. De mooiste wagen uit zijn ga
rage is flink beschadigd, doordat de
jeep er met volle kracht tegenop reed
en hijzelf zit met een dikke buil op
zijn hoofd versuft voor zich uit te
staren.
98. Pim, Pam en Pom zijn in die
tussentijd al lang verdwenen. De jeep
is in volle vaart de garage uitgereden.
Het is een groo.t wonder, dat zij niet
tegen de deur zijn opgevlogen. Pam en
Pom hebben van angst hun ogen dicht
geknepen. „Stop die wagen, stoppen!!!"
gilt Pom. Maar er gebeurt niets. Pim
geeft geen antwoord, hij heeft al zijn
aandacht bij het sturen nodig.
rust met ruime bevoegdheden, om de
overheid bij te staan in het leiding ge
ven op democratische wijze aan het
ziekenfondswezen. Daarom werd deze
raad ingesteld, die in den vervolge het
merendeel der functies zal uitoefenen,
welke tot nog toe berustten bij de mi
nister van Sociale Zaken en de com
missaris, belast met het toezicht op de
ziekenfondsen.
Deze raad heeft een zware taak, al
dus minister Joekes. Zo zal de raad er
vóór alles mede voor verantwoordelijk
zijn, dat aan het ziekenfondswezen een
ontwikkeling in werkelijk Nederlandse
en democratische zin wordt gegeven
op zulk een wijze, dat de belangen van
het volk met betrekking tot zijn ge
zondheid en sociale zekerheid zo goed
mogelijk worden gediend. Eén van de
eerste belangrijke problemen waarvoor
de medewerking van de raad gevraagd
zal worden,' is het samenstellen van een
ontwerp voor een ziekenfondsenwet.
Principiële, acute problemen vragen
de aandacht van de raad, aldus de mi
nister. Zo noémde hij de verhouding
tussen de afdeling verplichte en de af
deling vrijwillige verzekering. De mi
nister noemde het een gezond begin
sel, dat de verstrekkingen voor de ver
zekerden van beide afdelingen gelijk
zijn. Maar om dit in de laatste jaren in
toepassing gebracht beginsel ook in de
toekomst te kunnen handhaven, zal een
andere wijze van financieren van de
vrijwillige verzekering moeten worden
gevonden. Daarbij doet zich de vraag
voor, of wellicht méér groepen dan tot
nu toe onder de verplichte verzekering
behoren te worden gebracht.
UITSPRAKEN MEERVOUDIGE-
KAMER
Jan Jozeph H., Amsterdam, diefstal:
2 jaar gevangenisstraf met aftrek. Mel-
le H., Den Haag, oplichting: 9 maan
den met aftrek en 5 maanden voor
waardelijk. Nicolaas B., diefstal: 9
maanden met aftrek. Johannes M., Rot
terdam, diefstal, aangeh. Antonius St.
Fr. S., Alkmaar, verduistering: nader
onderzoek. Tij men B., Alkmaar, diefstal
f 50 subs. 25 dagen. Abraham de J., op
lichting: 8 maanden met aftrek. Johan
nes E., Alkmaar, verduistering: aange
houden.
Het Franse persbureau A.F.P. heeft
uit Indonesië enkele alarmerende be
richten verspreid over gevechten in
Bandoeng en Djokja en over ernstige
gevechten op verschillende plaatsen.
Een militaire woordvoerder van de
regering gaf onze Haagse redacteur
hieromtrent een uiteenzetting. Hy her
innerde eraan, dat de thans door Ne
derland bezette gebieden zeven jaar
onder terreur hebben geleefd. Eerst
kweekten de Japanners en diepe haat
aan tegen alles wat blank is. Vooral
de jeugd, die bovendien militair ge
traind werd,, onderging hiervan de in
vloed. De jeugdorganisaties vormden
revolutionnaire, meestal bendeloze
groepen, die een gouden tijd beleefden
in een chaotisch land. De jongens ken
den geen orde, geen rust en geen vei
ligheid.
Veertien dagen geleden rukten de
Nederlandse soldaten het Republikein
se gebied binnen om er recht te bren
gen en orde te scheppen. Het is een
illusie te denken, dat op het ogenblik
van de Nederlandse bezetting, pais en
vree hun intrede in de Republiek de-
dui. Wel is al veel bandietisme ver
dwenen, maar ook zwerven nog heel
wat ongeregelde benden rond. Zij heb
ben mee, dat de slechte voedingstoe
stand de revolutionnaire gezindheid
van de bevolking in de hand werkt.
Dit is trouwens de basis voor hun op
treden.
Wanner de Nederlandse militairen
tegenover zulke terroristen komen te
staan, die opdracht hebben overal on
rust te zaaien en sabotage te plegen,
wordt er uiteraard nog wel eens ge
schoten, hetzy met geweer of stengun,
hetzij met mitrailleurs. In soynmige
buitenwijken van de steden komen
meermalen schietpartijen voor. Het is
echter onjuist om daaruit de conclu
sie te trekken, dat straten of wijken
in Republikeinse handen terug zijn. De
Republikeinse radio verspreidt deze
geruchten wel, doch zij zyn onderdeel
van een uitgebreide propaganda.
Blijkbaar is het A.F.P. afgegaar op
de onjuiste berichten, die de Republi
keinen-hebben gegeven, aldus de mi
litaire woordvoerder.
Ook in de toekomst zullen nog
schietpartyen voorkomen tegen de tien
duizenden gewapende bandieten, die
overal onrust in stand willen houden.
Van acties op grote schaal is niet ge
bleken, ook niet van de aangekondigde
1 Januari-actie. Wel zijn er pogingen
tot verhoogde infiltratie uit Midden-
Jav maar zij hebben niet geleid tot
bewegingen van betekenis.
De Volkshogeschool „Bergen"
in de komende maanden
Het programma van de Volkshoge
school „Bergen" te Bergen luidt voor
de eerstvolgende maanden als volgt:
Van 24 Jan. tot 5 Februari wordt een
cursus gehouden voor jonge boeren,
tuinders en landarbeiders en tevens
voor jonge ambachtslieden en midden
standers uit de dorpen. Een aantal
beurzen is beschikbaar gesteld voor de
beste leerlingen van een aantal land
en tuinbouwscholen en cursussen in
Noord-Holland. Deze cursus zal worden
begonnen met de algemene vraag „wel
ke betekenis heeft onze dorpsgemeen
schap en welke plaats hebben boeren,
middenstanders en arbeiders in. deze
gemeenschap".
Hierna komen de sociaal-economische
vragen van het platteland aan de orde.
Van 1722 Januari wordt een coöpe
ratie-cursus gehouden voor Noord-Hol
land. Van 1426 Febr. en 28 Maart9
April worden cursussen gehouden met
betrekking tot het bedryfsleven. Zo zal
gesproken worden over onze nationale
economie, de economie van een bedrijf
en de arbeid in een bedryf.
Van 815 Jan. is er een cursus voor
schilders. Deze cursus wordt georgani
seerd in samenwerking met de schil
dersstudieclub voor Noord-Holland.
Van 14 Febr. tot 26 Maart zal een C-
weekse cursus voor meisjes worden ge
houden. 2124 Jan contactbijeenkomst
voor gedemobiliseerden. Van 1114
Maart wordt in samenwerking met de
N.V.B. afd. Den Haag, een bijeenkomst
voor ambtenaren georganiseerd, waar-
by de positie van de ambtenaar van
het centrale overheidsapparaat in het
geheel van het volksleven aan de orde
zal worden gesteld. Het hoofdonder
werp van bespreking zal zijn „Den
Haag en de provincie".
„QUEEN MARY"
NOG NIET VERTROKKEN
Het vertrek van de „Queen Mary",
waarop zich een aantal diplomaten be
vinden, die de zitting van de Veilig
heidsraad zullen bijwonen, werd we
derom 24 uur uitgesteld. Het schip
moet na het aan de grond lopen op Za
terdagavond j.1. nog nader onderzocht
worden.
Men hoopte nu, dat de „Queen Mary"
hedenmiddag om drie uur zou kunnen
vertrekken.
ZONDER DE SOVJETS
De eerste bijeenkomst van het Ge
allieerd Militair Bestuursbureau (Kom-
mandantura) voor Berlijn in het nieu
we jaar heeft gister plaats gehad zon
der deelneming van de Sovjetrussischc
vertegenwoordiger.
De drie Westelijke bevelhebbers
hebben hun goedkeuring gehecht aan
het voorstel van de Westelijke magis
traat tot opening van een politieke
academie als onderdeel van de_ West-
Berlijnse universiteit.
Ook de luchtbrug kwam* ter sprake.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur —"NCRV: 6,00 Onze Ne
derlandse koren en korpsen 6,30 Voor
de Strijdkrachten 7,15 Prikkebeen
7,30 Het actueel geluid 7,45 Engelse les
8,05 Programma-proloog 8,15 „Vrij
en blij" 8,45 Ferdlnand Huyk (hoor
spel) 9,30 Radio Philharmonisch-orkest
10,45 Avondoverdenking 11,15 Gramo-
foonplaten 11,20 Dr A J v d Graalf
11,35 Londens Philharmonisch-orkest
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 6 8 en 11 uur VARA: 6,20 Richard
Tauber zingt 6,30 „Heeft Nederland een
jeugdprobleem?'- 7,00 Lezing door W
Slotengraaf 7,15 Het nieuws uit Indo
nesië VPRO: 7,30 Voor de jeugd
7,45 „Lezen in de Bijbel" VARA: 8,05
Dingen van de dag 8,15 Socialistisch
nieuws 8,20 Omroep-orkest 9,30 De
geest van de ouwe 10,30 Viool en piano
11,15 De hit-kit 11,45 Avondklanken
VOOR DONDERDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur KRO: 8.15
Gramofoonplaten 12,33 Amusements
orkest NCRV: 2,00 Metropole-orkest
6.00 Leger des Heils-kwartier 6,15 Land
en Tuinbouw 6,30 Vocn- de Strijdkrach
ten 7,15 Nederlandse organisten 7,30
Het actueel geluid 7,45 De Regerings
voorlichtingsdienst antwoordt 8,05 Pro
gramma-proloog 8,15 Uitverkoop in
Jubeldam 9,30 Familie-competitie
10,00 „De vaart der Volken" 10,25 Lie
deren 10,45 Avondoverdenking 11,15
Gramofoonplaten
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7 8 1, 6, 8 en 11 uur AVRO: 8,15
Ochtendvaria 10,15 Arbeidsvitaminen
1,20 John Renova en orkest 6,15 Sport-
praatje 6,30 The Skymasters 7,00
„Met de eendracht op avontuur" 7,10
Avro's avondschool 7,45 Rachmaninof
speelt eigen oomposities 8,05 In het
Radio-zoeklicht 8,15 Concertgebouw
orkest 10,15 Gramofoonplaten 10,30
Drie Koningen-avond 11,15 Reportage
kampioenschap biljarten 11,20 „Llght
Cargo"
48
door F. CoppersmitL
„Oen, neen, het is niets. Dat is de
douaneloods, het eerste huis dat je
betreedt wanneer een schip hier bin
nenloopt".
„Ik herinner me niet daarin ge
weest te zijn!" antwoordde hij enigs
zins verstrooid.
Er stonden slechts weinig passagiers
te wachten pp de boot. Claire en Ge-
rard sloten zich bij de wachtenden
aan, langzaam heen en weer drente
lend.
„Ik heb ook geïnformeerd", zei Ge-
rard plotseling, nadat zij een poosje
over de brede rivier hadden uitgeke
ken, „naar de datum waarop de „Na
jade" uitzeilt. Vandaag over een week
is het vertrek!"
Claire zweeg.
„En wat denk jij te doen?" vroeg hij
bedrukt.
Ze legde een hand op zijn arm:
„Moet je werkelijk zo snel terug?"
„Ja, het kan niet anders, Claire. Als
ik niet met de „Najade" ga, kan ik op
z'n vroegst pas een maand later weg.
Ik kan die weken niet missen".
„Maar waarom wil je zo graag do
cent in Leiden worden?"
Verbaasd keek hij het meisje aan.
..Maar wat kan ik anders worden?"
Weer bleef Claire hem het antwoord
schuldig.
„Je hebt gelijk", zei ze toen, „je moet
om je toekomst denken!"
Gerard wilde wat zeggen, maar
Claire legde hem met een gebaar het
zwijgen op. „Ik begrijp het volkomen,
Gerard", voegde ze aan haar woorden
toe, „verontschuldig je niét. Dit is het
enige wat je had kunnen doen".
„Maar je gaat toch met me mee te
rug?" vroeg hij en er kionk angst in
zijn stem.
Claire keek hem aan. „Gerard" zei
ze toen vastbesloten, dring daarop
niet zo aan. Als hier alles zo is als ik
het graag heb. kom ik naar Amster
dam of naar Leiden. Ik mag, ik kan
de mensen, die op mijn vader en mij
bouwden, die met ons meegingen om
dat wij de sprong waagden, niet zo
maar in de steek laten. Ik weet daar
mede de nagedachtenis van mijn vader
te eren. De verplichtingen, die hij op
zijn schouders had genomen, ten op
zichte van hen, rusten nu op mij!"
„Maar ik wil je daarbij toch helpen!"
„Neen, dat wil je wel, maar dat kun
je niet. Laat dat nu maar aan iny
over. Misschien slaag ik!"
„En hoe lang denk je dan nog hier
te blijven?"
„Dat is iets. wat ik op het ogenblik
moeilijk kan zeggen. Misschien, heel
misschien, ben ik eerder klaar dan wij
nu denken. Zodra overste Bouquet
naar Boston komt, zullen wij met de
hulp van mijn vrienden kunnen be
ginnen".
„Je ziet toch niet tegen de terugreis
op, Claire?" vroeg Gerard, en zijn stem
klonk hoopvol, „heus, er wordt goed
voor je gezorgd. Het zal heel anders
zijn dan je eerste reis".
„O, daarover behoef je niet meer te
spreken", viel zij hem in de rede.
„Daar komt de boot al", zei Gerard.
„Ja, daar komt de boot", herhaalde
Claire.
Toen de boot meerde, vroeg Ge
rard, „Claire?"
„Gerard?"
„Je komt toch beslist naar Amster
dam, hè?"
„Amsterdam?" Onzeker keek ze Ge
rard aan. „Kom mee, we moeten aan
boord!"
1 „Je komt toch beslist?" hield hij vol,
haastig de bagage oppakkend, die mee
naar Charleston moest.
Reeds zette zij een voet op de loop
plank.
„Misschienantwoordde zij over
haar schouder, „misschien...."
„Misschien heb ik gezegd, m'neer
Collin, ja misschien....!"
Collin en Claire wandelden samen
in de tuin van het huis,- waar het
meisje nu al vele maanden vertoefde.
De tuin was niet zo- bijzonder groot,
zodat zij steeds in dezelfde kring
liepen.
„Ook bij 't vertrek van de „Najade"
heb ik „misschien" gezegd, maar dat
was angst, angst om de waarheid on
der ogen te zien", ging zij door.
„Ja", merkte Collin op, „het is moei
lijk om een behoorlijk mens verdriet
te doen!"
„Het was slecht van me", meende
het meisje.
„Lieve juffrouw Murner. Het is niet
slecht wat u gedaan hebt. Ik wil me
helemaal geen profetische gaven toe
eigenen, want achteraf kan men zo
gemakkelijk een oordeel vellen. Maar
toch mag ik wel zeggen, dat ik ver
moedde, dat u niet met mijnheer Van
Waell zou vertrekken".
„Waarom, mijnheer Collin?"
„Ja, dat weet ik zelf niet^ juffrouw
Murner, of mag ik Claire zeggen?"
„Ja, dat mag u. Maar vertel me nu
eerst eens, waarom u me zo geheim
zinnig hebt meegelokt voor een tuin-
wandeling. Toch niet om me te horen
zeggen dat ik „misschien" tegen Ge
rard heb gezegd? En nieuwsgierigheid
was uw drijfveer ook niet, daarvoor
ken ik u te goed!"
Met de handen op de rug wandelde
Collin naast Claire, die hem zo juist
toegestaan had haar bij haar naam te
noemen.
.Waarom ik ja meegelokt hebt? Ik
zal het je maar vertellen, want het
hangt samen met de teleurstelling, die
jy aan Gerard hebt bereid. Neen
nieuwsgierigheid was het zeker niet.
Claire. ik heb verschillende dingen op
het hart!"
„Goed of slecht nieuws?"
„Neen, wees niet bang. Waarmee
moet ik beginnen, met het goede of
met het slechte nieuws?"
„Natuurlijk met het laatste", ant
woordde het meisje, „hef goede nieuws
verlicht je dan weer!"
„Luister dan maar en bereid je voor
op een teleurstelling. Nogmaals, het»
betreft iemand die je niet bijzonder
goed kent, maar je zult het toch erg
jammer vinden!"
„Zeg 't maar meteen, m'neer Collin!"
„Nu. ja. zo erg is het ook niet
begon hij. het betrrft iemand die je
maar een paar maal ontmoet hebi en
die.
,Zeg het me toch, m'neer Collin. Is
er wat met iemand uit Fort Fitt ge
beurd? Ja, 't Fort Pitt, ik zie het aan
uw gezicht".
(Wordt vervolgd)