De Duitsers weten niet wie we zijn Republikeinse benden in actie NOODLOT Ziekenfondsraad door Mr. Joekes geïnstalleerd Ik was geheim agent in oorlogstijd (XXX) We hangen een fraai verhaal op en schermen met de Geneefse conventie De „oprechte Christen vliegt er in Voorlopig heeft het niet Orgaan met ruime bevoegdheden Nieuwe avonturen van Pim, Pam en Pom veel te betekenen Het Radioprogramma AAR. nK TREINREIS NAAR DUITSLAND V in beestenwagens! Om de beurt zongen we een lied of zegden een ge dicht. We bleven In beweging door in een eindeloze ketting van sjokkende half-dronken miserabelen de wagon rond te lopen. Nu ik dit schryf, ver baast het me, dat de herinnering weerzinwekkendender is dan het ge beuren zelf. Eén ogenblik echter was méér dan verschrikkelijk. Gedurende de reis; die twe^ dagen duurde, had er steeds aan beide zijden van de wagon een man voor het kijkgaatje op post gestaan om verslag te geven van de route. Aan de avond van de tweede dag na derden we de Duitse grens. Eerst wonden we ons verschrikkelijk op, dan viel er een doodse stilte. Ook in de andere wagons hield het zingen en het lawaai op. Ik beleef het op dit ogenblik op nieuw, precies zoals het toen ge beurde. Nuchter roept de uitkijk de afstan den af, die ons van die afschuwelijke ltjn scheiden: „Nog twintig meter dan zijn we in Duitsland" Zonder dat» we het afgesproken hebben staan we allen op en begin nen als één man het Wilhelmus te zin gen. Nooit in mijn leven hebben de psalm-achtlge verzen me meer aan gegrepen. „Het Vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood" en maar ze vertelden me, dat het slechts een voorzorgsmaatregel was. Zo doende ben ik eigenlijk een burger- geïnterneerde!" „Ik begrijp het. Dankc schön, Herr Oberleutnant." Zodra ik In mijn cel terug ben doe ik alle moeite om mat de anderen in contact te komen en zo gebeurt het, dat ledereen binnen een kwartier het goede nieuws gehoord heeft en weet, welk verhaal hy moet ophangen. Ik ben er van overtuigd, dat deze samen loop van omstandigheden de meesten van ons het leven gered heeft. Na de oorlog heb ik gehoord, dat iedereen op Dolle Dinsdag de indruk had, dat de geallieerden werkelijk de grote rivieren overstaken en op het punt stonden Holland te bevrijden Hierdoor geraakten de Duitsers vol komen in verwarring. Alle bescheiden werden verbrand; de gevangenen wer den gedeeltelijk naar Duitsland ge- evacueerd; de rest werd doodgescho ten. Niemand kon toe de catastrophe bij Arnhem voorzien, die de bevrij ding negen maanden zo uuitstellen. In Anrath kunnen we het artillerie vuur van het front horen. De regel matige bezoeken van de R.A.F. doen onze hoop herleven. Maar dan komt er op een dag het bevel, dat we weer op transport moeten. Wanneer we in bezettingsautoriteiten is te voorko men, dat wy ons na de aankomst der geallieerden aan hun zijde zouden scharen, wy kunnen deze opvatting gedeeltelijk begrijpen, doch daardoor verkeren wij in de positie van burger geïnterneerden. wy nemen als zoda nig recht te hebben op een speciale behandeling. Daar wy allen met slechts enkele uitzonderingen intellectuelen zijn, kunnen wij begrip tonen voor de moeilijkheden, waartegenover de Duitse regering zich geplaatst ziet en waardoor zij gedwongen is ons iri een strafinrichting in bewaring te houden in plaats van in een gewoon interne ringskamp, zoals door de conventie van Genève bepaald is. Daarom doen wy een beroep op het rechtvaardig heidsgevoel va.n de directeur en ver zoeken hem dringend zoveel conside ratie met ons te tonen als onder de huidige omstandigheden mogelijk is. Voor geval dit niet mocht gebeuren, zullen wy ons genoodzaakt zien de hulp van de Zweedse of Zwitserse ambassadeur in te roepen om officieel protest aan te tekenen. Hoe ongelofelyk het ook lijkt: het plan slaagt schitterend! De directeur antwoordt in hoffelijke termen, bedankt de dokter voor zyn duidelijke uiteenzetting en verzoekt hem aan zijn vrienden zijn grote spijt uit te drukken, dat de huidige onge lukkige omstandigheden ons in der gelijke grote, onverdiende moeilijk heden gebracht hebben. Hij belooft ons alles te zullen doen, wat in zijn macht ligt om ons de behandeling te OVERZICHT VAN DE MILITAIRE VORDERINGEN OP SUMATRA een grote gemeenschappelijke cel op i geven, waarop wij recht hebben en de benedenste verdieping verzameld j doet een beroep op ons om te trach- worden, twijfelt niemand er aan, dat j ten ons aan het gèvangenisleven en dit ons laatste transport zal zijn. de regels en voorschriften aan te pas- Maar ook dkt liep op een teleurstel ling uit, want zelfs het volgende zou „dat ik toch vroom mag blijven, Uw dienaar.no£ niet het laatste ziJn falies stond, de tyrannie verdrijven, die my mijn hart doorwondt". Deze regels, gedicht in éénzelfde stryd, on der dezelfde omstandigheden, worden door ieder onzer met volstrekte op- - rechtheid gezongen. We weten, dat'dit voor velen van ons een eeuwig af scheid van land en volk is. Deze foltering gaat ook voorbij. We komen in Anrath aan en tuimelen verblind door het plotselinge licht uit de wagons. We zijn uitgehongerd, dor stig en vuil en verlangend te weten, wat ons in de reusachtige, kille ge vangenis te wachten staat. We hebben een kleine hoop, dat het niet zo heel erg zal zijn, gezien het feit, dat de bewakers, die ons aan het kleine sta tion opwachten, klaarblijkelijk bur gers zijn. Als dit een burgergevange nis is, zal het natuurlijk streng zijn, maar goed georganiseerd, wat betere voeding en een minder eigenmachtige behandeling betekent. Helaas: het lot is ons slecht gezind. Het is inderdaad een burgergevan genis, maar het eten is volkómen on toereikend en de behandeling tamelijk willekeurig. De houding der bewakers is uitgesproken vijandig. J)E EERSTE MORGEN sta ik om vijf uur op, ontbijt met één sneedje brood en een kroes water en ga dan aan het werk. Enveloppen vouwen, de echte bezigheid voor een boef. Een Duitse gevangene komt het me leren en vindt me blijkbaar zó stom, dat hij er de gehele morgen voor nodig heeft. Die eerste week in Anrath is uit zonderlijk grimmig en koud. Deson danks zal ik er steeds aan terugden ken, daar ik in deze 'plaats de eerste gegronde hoop kreeg, hier levend door heen te komen. Zondagmorgen word ik door een bewaker in $en hoogst opvallend groen en gouden uniform uit mijn cel gehaald. Hij brengt me naar zijn tafeltje en begint me bij zonderheden te vragen: mijn naam, leeftyd, beroep enwaarom ik hier ben. Ik ben verrast en verbaasd en zeg: „Dat weet u toch allemaal? U moet mijn papieren hebben!" „Neen," antwoordt de Wachtmeister argeloos, „dat is juist het vreemde met uw groep. Gewoonlijk brengt de Transportführer alle papieren mee, maar ditmaal had hij niets anders dan een lijst met namen." „Waarom vraagt u hèt hem dan niet?" „Dat kan ik niet, hij is meteen weer teruggegaan." „O! Dén zal ik het maar vertellen. IT moet weten, dat ik eerste luitenant van het Nederlandse leger ben. Toen de geallieerden Holland naderdem werd ik plotseling gearresteerd. Ik heb natuurlyk bezwaar gemaakt, "yOORLOPIG GAAN WE naar de ge vangenis in Liittringhausen. Het is donker wanneer we op onze nieuwe plaats van bestemming aankomen en we zijn opgetogen, wanneer we ont dekken, dat ze de drie maaltijden van die dag voor ons bewaard hebben. Dit is de gewoonte in een gevangenis, die gecommandeerd wordt door een „goed Christen". Zó luidt de flatterende titel, die de gevangenen en bewakers de di recteur gegeven hebben. We zien hem de vólgende morgen bij het appèl op de binnenplaats. Het is een intellectueel uitziend man van middelbare leeftijd van het gewone Duitse type. Hy kijkt ons rustig aan, telt ons en informeert dan of er iemand bij is, die voldoende Duits spreekt om enkele vragen te beant woorden. Huizinga, de dokter, die met algemene stemmen tot onze woord voerder is gekozen, treedt naar voren. „Wie bent u?" „Dokter Huizinga!" „Medicus? OhHij geeft blyk van verrassing. „Vertelt u mij eens, ■Herr Dokter, weet u waarom u en uw vrienden hier zijn?" De dokter houdt een uitstekende korte rede, waarin hij duidelijk naar voren brengt, dat wij allen zonder voldoende wettelijke gronden gearres teerd zijn, dat wij de zaak onder el kaar besproken hebben en maar één rechtvaardiging kunnen vinden, name lijk, dat het de wens van de zijde der sen. Wanneer er klachten over de be handeling mochten zyn, zal hy deze onverwijld „als een oprecht Christen" onderzoeken. Inderdaad bemerken we spoedig, dat de bewakers speciale orders hebben ons voorzichtig te behandelen. We worden veel aan onszelf overgelaten, zitten met drie man in een cel, mogen roken, wanneer we tabak hebben en vreemd genoeg komen er altyd wel een paar draadjes ergens vandaan, al is het maar uit de zoom van iemands broek hebben toestemming ons scheergerei in onze cel te bewaren, worden dagelyks gelucht en langer dan gewooniyk en na een paar dagen worden stukjes hout en kleine mesjes uitgereikt, zodat we ons kunnen amu seren en de tyd verdryven. Er is slechts één ding, dat een scha duw over ons bestaan werpt en dat is de aanwezigheid van Hauptwacht- meister Budel. In het volgende artikel zult u met Herr Budel kennis maken. En met Herr Moses, die we voor gek lieten verklaren door een Nederlandse dok ter! De minister van Sociale Zaken, mr. A. M. Joekes, heeft gistermiddag de ziekenfondsraad geinstalleerd. Deze raad bestaat uit een voorzitter, tevens lid en 35 andere leden, te weten: zeven op het gebied der volksgezondheid, der sociale verzekering en der particuliere verzekering deskundige ambtenaren, negen vertegenwoordigers van de al gemene ziekenfondsen, zeven van het bedryfsleven en twaalf van groepen van personen en instellingen. In zijn rede zeide de minister o.m., dat het, in afwachting van het tot standkomen van een algemene zieken fondswet, gewenst was bij de wet een orgaan in het leven te roepen, toege- 97. Ja, daar heeft de sluwe heer Vossema niet op gerekend. Hij wist niet, dat Pim, Pam en Porn helemaal niet autorijden kunnen!! En nu heeft hij de straf voor zijn inhaligheid al te pakken. De mooiste wagen uit zijn ga rage is flink beschadigd, doordat de jeep er met volle kracht tegenop reed en hijzelf zit met een dikke buil op zijn hoofd versuft voor zich uit te staren. 98. Pim, Pam en Pom zijn in die tussentijd al lang verdwenen. De jeep is in volle vaart de garage uitgereden. Het is een groo.t wonder, dat zij niet tegen de deur zijn opgevlogen. Pam en Pom hebben van angst hun ogen dicht geknepen. „Stop die wagen, stoppen!!!" gilt Pom. Maar er gebeurt niets. Pim geeft geen antwoord, hij heeft al zijn aandacht bij het sturen nodig. rust met ruime bevoegdheden, om de overheid bij te staan in het leiding ge ven op democratische wijze aan het ziekenfondswezen. Daarom werd deze raad ingesteld, die in den vervolge het merendeel der functies zal uitoefenen, welke tot nog toe berustten bij de mi nister van Sociale Zaken en de com missaris, belast met het toezicht op de ziekenfondsen. Deze raad heeft een zware taak, al dus minister Joekes. Zo zal de raad er vóór alles mede voor verantwoordelijk zijn, dat aan het ziekenfondswezen een ontwikkeling in werkelijk Nederlandse en democratische zin wordt gegeven op zulk een wijze, dat de belangen van het volk met betrekking tot zijn ge zondheid en sociale zekerheid zo goed mogelijk worden gediend. Eén van de eerste belangrijke problemen waarvoor de medewerking van de raad gevraagd zal worden,' is het samenstellen van een ontwerp voor een ziekenfondsenwet. Principiële, acute problemen vragen de aandacht van de raad, aldus de mi nister. Zo noémde hij de verhouding tussen de afdeling verplichte en de af deling vrijwillige verzekering. De mi nister noemde het een gezond begin sel, dat de verstrekkingen voor de ver zekerden van beide afdelingen gelijk zijn. Maar om dit in de laatste jaren in toepassing gebracht beginsel ook in de toekomst te kunnen handhaven, zal een andere wijze van financieren van de vrijwillige verzekering moeten worden gevonden. Daarbij doet zich de vraag voor, of wellicht méér groepen dan tot nu toe onder de verplichte verzekering behoren te worden gebracht. UITSPRAKEN MEERVOUDIGE- KAMER Jan Jozeph H., Amsterdam, diefstal: 2 jaar gevangenisstraf met aftrek. Mel- le H., Den Haag, oplichting: 9 maan den met aftrek en 5 maanden voor waardelijk. Nicolaas B., diefstal: 9 maanden met aftrek. Johannes M., Rot terdam, diefstal, aangeh. Antonius St. Fr. S., Alkmaar, verduistering: nader onderzoek. Tij men B., Alkmaar, diefstal f 50 subs. 25 dagen. Abraham de J., op lichting: 8 maanden met aftrek. Johan nes E., Alkmaar, verduistering: aange houden. Het Franse persbureau A.F.P. heeft uit Indonesië enkele alarmerende be richten verspreid over gevechten in Bandoeng en Djokja en over ernstige gevechten op verschillende plaatsen. Een militaire woordvoerder van de regering gaf onze Haagse redacteur hieromtrent een uiteenzetting. Hy her innerde eraan, dat de thans door Ne derland bezette gebieden zeven jaar onder terreur hebben geleefd. Eerst kweekten de Japanners en diepe haat aan tegen alles wat blank is. Vooral de jeugd, die bovendien militair ge traind werd,, onderging hiervan de in vloed. De jeugdorganisaties vormden revolutionnaire, meestal bendeloze groepen, die een gouden tijd beleefden in een chaotisch land. De jongens ken den geen orde, geen rust en geen vei ligheid. Veertien dagen geleden rukten de Nederlandse soldaten het Republikein se gebied binnen om er recht te bren gen en orde te scheppen. Het is een illusie te denken, dat op het ogenblik van de Nederlandse bezetting, pais en vree hun intrede in de Republiek de- dui. Wel is al veel bandietisme ver dwenen, maar ook zwerven nog heel wat ongeregelde benden rond. Zij heb ben mee, dat de slechte voedingstoe stand de revolutionnaire gezindheid van de bevolking in de hand werkt. Dit is trouwens de basis voor hun op treden. Wanner de Nederlandse militairen tegenover zulke terroristen komen te staan, die opdracht hebben overal on rust te zaaien en sabotage te plegen, wordt er uiteraard nog wel eens ge schoten, hetzy met geweer of stengun, hetzij met mitrailleurs. In soynmige buitenwijken van de steden komen meermalen schietpartijen voor. Het is echter onjuist om daaruit de conclu sie te trekken, dat straten of wijken in Republikeinse handen terug zijn. De Republikeinse radio verspreidt deze geruchten wel, doch zij zyn onderdeel van een uitgebreide propaganda. Blijkbaar is het A.F.P. afgegaar op de onjuiste berichten, die de Republi keinen-hebben gegeven, aldus de mi litaire woordvoerder. Ook in de toekomst zullen nog schietpartyen voorkomen tegen de tien duizenden gewapende bandieten, die overal onrust in stand willen houden. Van acties op grote schaal is niet ge bleken, ook niet van de aangekondigde 1 Januari-actie. Wel zijn er pogingen tot verhoogde infiltratie uit Midden- Jav maar zij hebben niet geleid tot bewegingen van betekenis. De Volkshogeschool „Bergen" in de komende maanden Het programma van de Volkshoge school „Bergen" te Bergen luidt voor de eerstvolgende maanden als volgt: Van 24 Jan. tot 5 Februari wordt een cursus gehouden voor jonge boeren, tuinders en landarbeiders en tevens voor jonge ambachtslieden en midden standers uit de dorpen. Een aantal beurzen is beschikbaar gesteld voor de beste leerlingen van een aantal land en tuinbouwscholen en cursussen in Noord-Holland. Deze cursus zal worden begonnen met de algemene vraag „wel ke betekenis heeft onze dorpsgemeen schap en welke plaats hebben boeren, middenstanders en arbeiders in. deze gemeenschap". Hierna komen de sociaal-economische vragen van het platteland aan de orde. Van 1722 Januari wordt een coöpe ratie-cursus gehouden voor Noord-Hol land. Van 1426 Febr. en 28 Maart9 April worden cursussen gehouden met betrekking tot het bedryfsleven. Zo zal gesproken worden over onze nationale economie, de economie van een bedrijf en de arbeid in een bedryf. Van 815 Jan. is er een cursus voor schilders. Deze cursus wordt georgani seerd in samenwerking met de schil dersstudieclub voor Noord-Holland. Van 14 Febr. tot 26 Maart zal een C- weekse cursus voor meisjes worden ge houden. 2124 Jan contactbijeenkomst voor gedemobiliseerden. Van 1114 Maart wordt in samenwerking met de N.V.B. afd. Den Haag, een bijeenkomst voor ambtenaren georganiseerd, waar- by de positie van de ambtenaar van het centrale overheidsapparaat in het geheel van het volksleven aan de orde zal worden gesteld. Het hoofdonder werp van bespreking zal zijn „Den Haag en de provincie". „QUEEN MARY" NOG NIET VERTROKKEN Het vertrek van de „Queen Mary", waarop zich een aantal diplomaten be vinden, die de zitting van de Veilig heidsraad zullen bijwonen, werd we derom 24 uur uitgesteld. Het schip moet na het aan de grond lopen op Za terdagavond j.1. nog nader onderzocht worden. Men hoopte nu, dat de „Queen Mary" hedenmiddag om drie uur zou kunnen vertrekken. ZONDER DE SOVJETS De eerste bijeenkomst van het Ge allieerd Militair Bestuursbureau (Kom- mandantura) voor Berlijn in het nieu we jaar heeft gister plaats gehad zon der deelneming van de Sovjetrussischc vertegenwoordiger. De drie Westelijke bevelhebbers hebben hun goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Westelijke magis traat tot opening van een politieke academie als onderdeel van de_ West- Berlijnse universiteit. Ook de luchtbrug kwam* ter sprake. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur —"NCRV: 6,00 Onze Ne derlandse koren en korpsen 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Prikkebeen 7,30 Het actueel geluid 7,45 Engelse les 8,05 Programma-proloog 8,15 „Vrij en blij" 8,45 Ferdlnand Huyk (hoor spel) 9,30 Radio Philharmonisch-orkest 10,45 Avondoverdenking 11,15 Gramo- foonplaten 11,20 Dr A J v d Graalf 11,35 Londens Philharmonisch-orkest HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 6 8 en 11 uur VARA: 6,20 Richard Tauber zingt 6,30 „Heeft Nederland een jeugdprobleem?'- 7,00 Lezing door W Slotengraaf 7,15 Het nieuws uit Indo nesië VPRO: 7,30 Voor de jeugd 7,45 „Lezen in de Bijbel" VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,15 Socialistisch nieuws 8,20 Omroep-orkest 9,30 De geest van de ouwe 10,30 Viool en piano 11,15 De hit-kit 11,45 Avondklanken VOOR DONDERDAG HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur KRO: 8.15 Gramofoonplaten 12,33 Amusements orkest NCRV: 2,00 Metropole-orkest 6.00 Leger des Heils-kwartier 6,15 Land en Tuinbouw 6,30 Vocn- de Strijdkrach ten 7,15 Nederlandse organisten 7,30 Het actueel geluid 7,45 De Regerings voorlichtingsdienst antwoordt 8,05 Pro gramma-proloog 8,15 Uitverkoop in Jubeldam 9,30 Familie-competitie 10,00 „De vaart der Volken" 10,25 Lie deren 10,45 Avondoverdenking 11,15 Gramofoonplaten HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7 8 1, 6, 8 en 11 uur AVRO: 8,15 Ochtendvaria 10,15 Arbeidsvitaminen 1,20 John Renova en orkest 6,15 Sport- praatje 6,30 The Skymasters 7,00 „Met de eendracht op avontuur" 7,10 Avro's avondschool 7,45 Rachmaninof speelt eigen oomposities 8,05 In het Radio-zoeklicht 8,15 Concertgebouw orkest 10,15 Gramofoonplaten 10,30 Drie Koningen-avond 11,15 Reportage kampioenschap biljarten 11,20 „Llght Cargo" 48 door F. CoppersmitL „Oen, neen, het is niets. Dat is de douaneloods, het eerste huis dat je betreedt wanneer een schip hier bin nenloopt". „Ik herinner me niet daarin ge weest te zijn!" antwoordde hij enigs zins verstrooid. Er stonden slechts weinig passagiers te wachten pp de boot. Claire en Ge- rard sloten zich bij de wachtenden aan, langzaam heen en weer drente lend. „Ik heb ook geïnformeerd", zei Ge- rard plotseling, nadat zij een poosje over de brede rivier hadden uitgeke ken, „naar de datum waarop de „Na jade" uitzeilt. Vandaag over een week is het vertrek!" Claire zweeg. „En wat denk jij te doen?" vroeg hij bedrukt. Ze legde een hand op zijn arm: „Moet je werkelijk zo snel terug?" „Ja, het kan niet anders, Claire. Als ik niet met de „Najade" ga, kan ik op z'n vroegst pas een maand later weg. Ik kan die weken niet missen". „Maar waarom wil je zo graag do cent in Leiden worden?" Verbaasd keek hij het meisje aan. ..Maar wat kan ik anders worden?" Weer bleef Claire hem het antwoord schuldig. „Je hebt gelijk", zei ze toen, „je moet om je toekomst denken!" Gerard wilde wat zeggen, maar Claire legde hem met een gebaar het zwijgen op. „Ik begrijp het volkomen, Gerard", voegde ze aan haar woorden toe, „verontschuldig je niét. Dit is het enige wat je had kunnen doen". „Maar je gaat toch met me mee te rug?" vroeg hij en er kionk angst in zijn stem. Claire keek hem aan. „Gerard" zei ze toen vastbesloten, dring daarop niet zo aan. Als hier alles zo is als ik het graag heb. kom ik naar Amster dam of naar Leiden. Ik mag, ik kan de mensen, die op mijn vader en mij bouwden, die met ons meegingen om dat wij de sprong waagden, niet zo maar in de steek laten. Ik weet daar mede de nagedachtenis van mijn vader te eren. De verplichtingen, die hij op zijn schouders had genomen, ten op zichte van hen, rusten nu op mij!" „Maar ik wil je daarbij toch helpen!" „Neen, dat wil je wel, maar dat kun je niet. Laat dat nu maar aan iny over. Misschien slaag ik!" „En hoe lang denk je dan nog hier te blijven?" „Dat is iets. wat ik op het ogenblik moeilijk kan zeggen. Misschien, heel misschien, ben ik eerder klaar dan wij nu denken. Zodra overste Bouquet naar Boston komt, zullen wij met de hulp van mijn vrienden kunnen be ginnen". „Je ziet toch niet tegen de terugreis op, Claire?" vroeg Gerard, en zijn stem klonk hoopvol, „heus, er wordt goed voor je gezorgd. Het zal heel anders zijn dan je eerste reis". „O, daarover behoef je niet meer te spreken", viel zij hem in de rede. „Daar komt de boot al", zei Gerard. „Ja, daar komt de boot", herhaalde Claire. Toen de boot meerde, vroeg Ge rard, „Claire?" „Gerard?" „Je komt toch beslist naar Amster dam, hè?" „Amsterdam?" Onzeker keek ze Ge rard aan. „Kom mee, we moeten aan boord!" 1 „Je komt toch beslist?" hield hij vol, haastig de bagage oppakkend, die mee naar Charleston moest. Reeds zette zij een voet op de loop plank. „Misschienantwoordde zij over haar schouder, „misschien...." „Misschien heb ik gezegd, m'neer Collin, ja misschien....!" Collin en Claire wandelden samen in de tuin van het huis,- waar het meisje nu al vele maanden vertoefde. De tuin was niet zo- bijzonder groot, zodat zij steeds in dezelfde kring liepen. „Ook bij 't vertrek van de „Najade" heb ik „misschien" gezegd, maar dat was angst, angst om de waarheid on der ogen te zien", ging zij door. „Ja", merkte Collin op, „het is moei lijk om een behoorlijk mens verdriet te doen!" „Het was slecht van me", meende het meisje. „Lieve juffrouw Murner. Het is niet slecht wat u gedaan hebt. Ik wil me helemaal geen profetische gaven toe eigenen, want achteraf kan men zo gemakkelijk een oordeel vellen. Maar toch mag ik wel zeggen, dat ik ver moedde, dat u niet met mijnheer Van Waell zou vertrekken". „Waarom, mijnheer Collin?" „Ja, dat weet ik zelf niet^ juffrouw Murner, of mag ik Claire zeggen?" „Ja, dat mag u. Maar vertel me nu eerst eens, waarom u me zo geheim zinnig hebt meegelokt voor een tuin- wandeling. Toch niet om me te horen zeggen dat ik „misschien" tegen Ge rard heb gezegd? En nieuwsgierigheid was uw drijfveer ook niet, daarvoor ken ik u te goed!" Met de handen op de rug wandelde Collin naast Claire, die hem zo juist toegestaan had haar bij haar naam te noemen. .Waarom ik ja meegelokt hebt? Ik zal het je maar vertellen, want het hangt samen met de teleurstelling, die jy aan Gerard hebt bereid. Neen nieuwsgierigheid was het zeker niet. Claire. ik heb verschillende dingen op het hart!" „Goed of slecht nieuws?" „Neen, wees niet bang. Waarmee moet ik beginnen, met het goede of met het slechte nieuws?" „Natuurlijk met het laatste", ant woordde het meisje, „hef goede nieuws verlicht je dan weer!" „Luister dan maar en bereid je voor op een teleurstelling. Nogmaals, het» betreft iemand die je niet bijzonder goed kent, maar je zult het toch erg jammer vinden!" „Zeg 't maar meteen, m'neer Collin!" „Nu. ja. zo erg is het ook niet begon hij. het betrrft iemand die je maar een paar maal ontmoet hebi en die. ,Zeg het me toch, m'neer Collin. Is er wat met iemand uit Fort Fitt ge beurd? Ja, 't Fort Pitt, ik zie het aan uw gezicht". (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 3