<*De WereldderV^roawen I* De Pluimveehouder irtep/fj Ons kort verhaal 1 ^caldi^ GRIEPPOEDERS Mef alle respeci Hoe was hei vroeger? Baby gaai uit DE EERSTE INDRUKKEN Bent U zuinig? De moord op oude Bill Jefferson Wist U dat Probeer dat eens, Mevrouw! Recepten van Kers de Radio-lcookleraar De lengte van de ruitijd xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx NEEMT T'JDIG LIBT IS MISSCHIEN helemaal niet aardig van me, maar ik heb iets tegen tentoonstellingen. Ik besef heel goed dat soieta niet te pas komt, en ik heb mijzelf dan ook een paar keer bü ,te haren gepakt altijd figuurlijk gesproken om een of andere wezen lijk héél bijzondere expositie te gaan bewonderen. Maar het loopt altijd weer uit of het nu schilderijen of glaswerk of zelfs bloemen betreft op een paar doodmoede voeten, een soezerig hoofd en een hutspot van in drukken die nog dagen lang zwaar op de maag ligt. O, ik beloof plechtig mij te zullen beteren, zodra er ten toonstellingen worden uitgevonden, waar maar tien bezoekers per uur worden toegelaten, waar verrukkelijke zitjes bij koel lispelende fonteinen kwistig zijn aangebracht, en waar men op één entree-biljet een week lang kan ronddwalen. Waarmee ik maar zeggen wilde, dat ik de grote tentoonstelling van de Nederlandse Vrouw in Den Haag met voorbedachten rade niét de klandizie heb gegund. Ik had eerlijk niet de moed voor een schuifelende file van enige uren door de blakende Houtrusthallen. Maar toen een jonkje van die grote tentoonstelling in mijn buurt verdwaalde, begon een klein vleugje naberouw mij te plagen. Foei Saskia, denk eens aan de koene voor vechtsters voor vrouwenkiesrecht, die zich aan hekken lieten kluisteren of zich voor de koninklijke paarden stort ten.... Nu ja, niet hier natuurlijk, wij doen het altijd wat kalmer aan en denken bij alle geestdrift toch óók nog een beetje aan ons beste mantelpak. Maar goed, onze kloeke grootmoeders en oudtantes hebben minstens recht op een beleefde visite. Alzo wandelde ik op een rustige avond rond tussen De Vrouw in de Staat, en het zij mij ver geven, dat ik aanvankelijk glimlachte. Ik weet niet hoe het komt, maar die mode van vijftig jaar geleden komt mij zo oneindig veel grappiger voor dan die van zegge voor vijfhonderd jaar. Deze zomer stond ik lang geboeid voor een portret van Margaretha van Par- ma. Zij geleek mij veel levendiger en werkelijker dan de jongedames met voetvrije rokken en matelootjes anno Boerenoorlog. Evenwel, dat was niet billijk en de glimlach vergleed alras. V/at hadden zij kloeke gezichten en heldere ogen onder haar onwaarschijn- lijk-hoge kuiven, die pioniersters van vijftig jaar her. Wat hadden zij, al was het wat hoogdravend en breedsprakig, driedubbel en dwars gelijk en wat was de tegenargumentaring van de mannen kinderachtig en unfair. Wat zijn vrouwen mooi als zij hartstochte lijk voor een ideaal vechten en wat kunnen zij onversaagd bergen verzet ten, al was het met haar blote handen, als het gaat om recht. Nee, er viel niets te glimlachen om malle hoedjes of theatrale woorden. Zij hebbebn het hem tenslotte toch maar geleverd, dat het jonge meisje van onze dagen, als zij „niet aan de man komt", niet bij haar getrouwde broer de onbetaalde hulp in de huishouding behoeft te spe len. Ik herinner mij uit mijn bakvis jaren nog de deugdzame ontzetting in meisjesboeken anno 1900 (leest u het maar na in Schoolidylles') over jonge dames van goeden huize, die door het harde noodlot gedwongen waren te gaan Werken voor haar brood. Ik was al wandelende bij de huis kamer van vóór vijftig jaar beland. Inderdaad, uit deze kooi vol bibelots, étagires, balletjes-franje, horretjes en Makart-bouquetten heeft de vrouwen beweging ons verlost. Zij heeft de deur wijd opengezet en gezegd: Daar ligt de maatschappij, verover je een plaats en houd die bezet. Laat zien, wat je kunt, en dat niet minder dan de man. Ach, lieve oma's en oud-tantes hebben jullie niet één grote fout ge maakt? Laat zien wat je kunt wij hebben het gedaan en nog niet zo gek ook. De maatschappij is niet meer denkbaar zonder ons en als het heel erg menens wordt vliegen alle deuren open. Dan krijgen we uniformen aan en stalen helmen op de krullebol, dan chaufferen we vrachtauto's en bestu ren vliegmachines. Maar, met alle respect, oma's en oud-tantes: hadden julie ons niet moe ten inprenten, boven en vóór alles: Toont wat je bént? Als Saskia het heel schuchter mag opmerken: Zijn wij er in al die jaren als vrouw beter op geworden? Zijn wij niet in "het baan tje" blijven steken, en is daarmee onze werkelijke invloed als vrouw op het maatschappelijk en wereldgebeuren ook niet uiterst klein gebleven? Of ligt het aan ons. die klakkeloos alles hebben aangepakt, wat u in zo dappe re volharding hebt bevochten, zonder uw strijd, de eeuwige, tegen het on recht voort te zetten? SASKIA. Het is een onmiskenbaar feit dat tal van modes van, laat ons zeggen de laatste 10 jaar, een teruggrijpen lieten zien naar de modelijnen van heel lang geleden. Men moet dit niet zien als een gebrek aan oorspronkelijkheid, als een uitputting van denkbeelden, maar veeleer dient te worden erkend dat de mode-ontwerpers steeds meer de fraaie soms artistieke lijn van vroeger-eeuw- se mode hebben leren waarderen. De vraag is gewettigd of ook de toch vaak al zo fantasieloze herenkleding op dat punt geen verandering zou kunnen on dergaan Het is in verband hiermee en te zelfdertijd omdat men vaak naar een aardig nieuw idee zoekt, dat wij dit maal in onze modekroniek iets willen vertellen van de mode van lang ge leden. Wij keren dan terug naar de dames- kledij van de 18e eeuw. Bij de man nenkleding kreeg men in die dagen steeds meer te zien van het vest en dat geldt bij de vrouwencostuums voor de rokken. Het overkleed (de robe of manteau) had al sedert de 16e eeuw een split van voren in het midden, waardoor een deel van de onderrok zichtbaar werd. Zij werd hoe langer hoe meer naar achteren omgerold, totdat zijn aan het einde van de 17e eeuw geheel naar achteren tot een queu gedrapeerd werd, die meestal voorzien was van een lange sleep. In de Lodewijk XV-tijd verdween de met knopen slui ten, dan vouwt U het overslagje niet naar binnen, maar zet er een 4 cm. breed belegje tegen en brengt op de middenvoorlijn de sluiting aan. In het bolletje van het hoedje worden de naadjes dichtgemaakt en dan naait U de onderkant tussen de dubbele stof van de rand. U kunt het stelletje op vele verschillende manieren afwerken. Op de tekening is er een eenvoudig randje op geborduurd, maar het staat ook heel lief, als U langs de kanten lint opnaait, wat U eventueel met een siersteekje kunt doen, en in plaats van zoompjes e.d. te maken, moogt alle randjes ook keurig om-' festonneren of omhaken. Wy twijfelen er niet aan, of baby zal goed voor de dag komen, als de zon schijnt. ^LS STRAKS de mooie dagen weer komen en baby uitgaat in de wagen, dan komt zo'n aardig kimonojasje met bijbehorend hoedje goed van pas. We ma ken het van flanel of een andere zachte wollen stof, waarvan U ongeveer 90 cm. van 70 breed nodig heeft. Het patroontje is berekend voor kin deren van tot 1 jaar. Rug- en voor pand zijn net eender, alleen is van voren de hals dieper uitgesneden en is een overslagje aangeknipt, dat als belegje naar binnen gevouwen wordt. Het halsje werkt U met een schuin reepje af. Het wordt gesloten met een strikje van lint. Wilt U het jasje /9 32 2! fj /A sleep en kwam later weer opnieuw in de mode. In de laat 17-eeuwse damescostuums, in de tijd van Madame de Maintenon, kwamen er opnieuw steunsels onder de rokken. Deze zgn. „crlardes", die van gegomd linnen vervaardigd waren, werden alleen van achteren gedragen, wat het queu-effect van de gedra peerde rok verhoogde. Later plaatste men de steunsels op de heupen, de zgn. „paniers", dia soms (b.v. voor staatsiekleding) zo breed werden, dat men er de armen op kon laten rusten. Ze bleven tot ver over de helft der 18e eeuw in de mode, totdat ten tijde van Marie Antoinette de steunsels op nieuw uitsluitend van achteren wer den gedragen en de „cul de Paris" ontstond. De galacostuums met paniers op de heupen uit de 18e eeuw waren in sil houet volkomen analoog aan de Spaanse hofkleding van de 17e eeuw; het corsage was alleen puntiger en bleef de vorm van de Maintenon-cos- tuums trouw, ook wat de halslijn be trof. In de laat Lodewijk XlV-tijd. toen de onderrok (jupe) geheel zichtbaar was, werd ze van zeer kostbare stof vervaardigd en meestal met in hori zontale banden geplaatste brede stro ken. Deze „falbala's" waren van zwa re franje of kant, ook werd reliëf borduursel veel toegepst. Het puntige corsage werd van voren vierkant uitgesneden (rug en schou ders geheel bedekt) en met een kan ten ruche afgewerkt. De korte, strak ke mouwtjes werden met een kanten sabot en volant afgewerkt. De volant was boven op de arm smaller dan van achteren, zij werd „engageante" ge noemd. Het stijve, vormelijke Mainte- non-costuum verdween terstond na de dood van Lodewijk XIV en er kwamen overkleren in de mode, n.1. de „comtouches", die geheel op de vorm van de robes battantes geïnspi reerd waren. Om de 'hals droeg men een kanten ruche, die met een strik sloot (colle- rette), of ook wel alleen maar een lint, dat met een rozet was afgewerkt. „Is de mode veranderd?" vroeg iedereen zo gauw ik mijn voeten weer op Nederlandse bodem gezet had. „Neen, bjjna niet," was steeds mfjn ant woord en meteen zag ik een merkbare opluchting op het gezicht van de persoon in kwestie. De schrik, die de new-look veroorzaakte, zit er klaar blijkelijk nog heel diep in. Om eerlijk te zijn, vond ik hetzelf ook heel prettig toen ik bemerkte, dat de modehuizen geen grote verrassingen in petto hadden. Natuurlijk was er wel iets nieuws, maar dat beperkte zich hoofdzakelijk tot details. De over gang van winter naar zomermodel- len was, over het algemeen, zeer harmonisch geble ven. De shows van de tien Londense ontwerpers gaan altijd die van hun Parijse collega's een week vooraf. Vandaar, dat U eerst het laatste nieuws uit Londen voorgezet krijgt Zoals altijd bleek ook nu weer, dat de Engelse desig ners meesters zijn in het maken van tallor mades. Zij missen echter de artis tieke vonk, die de Parijse couturier in zijn ontwerpen weet en durft te leggen, We zien daarom in Parijs meestal veel extra vagante creaties, die ondanks de bijzondere Hjnen of kleuren een onnavolgbare élégance hebben. Dit ligt de Engelse ontwerper niet, en zijn cliëntéle evenmin. De hieruit voortsprui tende eenvoud zorgt er echter voor, dat ook de Hollandse vrouw zich meer aangetrokken voelt tot de mode, zoals die in Engeland gebracht wordt. Een voud en élégance was het kenmerk van alle getoonde modellen. De kleine ronde schouder blijft. Mantelpakjasjes sluiten nauw aan. Als afwisseling ziet men het wijde klokkende manteltje in dezelfde kleur en van hetzelfde materiaal als de Japon. De taille is smal en bescheiden, maar wordt niet meer door een corsetje ingesnoerd. De lengte komt voor morgen- en mid- dagkleding neer op 32 centimeter van de grond. De meeste aandacht valt op de achterkant van een model. „Back interest" zeggen de Engelsen. Man telpakjasjes hadden klokkende achterpanden. In japonnen is de ruimte even eens met plooien en klokken naar achteren gewerkt. Tussen de mantels maakt de wijde swagger nog steeds veel opgang. Daarnaast natuurlijk de klassieke, getailleerde mantel. Opvallend zijn echter de kragen, die vaak opstaan en afstaan en zodoende een zoom, omlijsting van het hoofd vormen. De japonnen hebben veel aangeknipte mouwen en grote décolletés. Avondtoi letten sluiten zeer strak om het figuur om pas wjjd uit te vallen onder de knieën, of hebben een wijde crinoline met een dubbele rok. De kleuren zijn dit seizoen donkerblauw en wit-, veel grijs, beige, zacht geel, brons, linde bloesem, groen en diverse nuances van bruin. De bedrukte dessins hadden doorgaans een witte achtergrond, maar de motieven waren klein en apart. Grote bloemen zag men bijvoorbeeld niet. Tot zover het eerste nieuws. Op details komen wij in volgende artikelen terug. Getegelde vloeren worden weer schitterend mooi en schoon, als men in het water een weinig zout zuur doet en daarmede opdweilt. Vlekkenranden, ontstaan door behandeling met benzine verhin dert men door het voorwerp in de zon te laten drogen, g Strijkbou ten blijven langer warm indien men ze inplaats van op metaal op steen plaatst, g Oude gordijnen zijn uitstekend te gebruiken om het zaad in de tuin tegen vogels te beschermen. Het overkoken van aardappelen is altijd een on prettige zaak. Door een beetje boter op het water te doen kan dit worden voorkomen, g Keuken- kastenreuk voorkomt men door er gemalen koffie te strooien. GESTOOFDE SCHELVIS PIKANT Anderhalf 2 pond schelvis, (schoon aan moten gesneden), laurierblaadje, 1 takje peter selie, 1 klein stukje ui, zeer frjn gesneden, 50 gram boter, zout, 2 theelepels (groene Zwitserse) kaas, water, wat fijne beschuit of paneermeel en sap van een citroen. Maak de bodem van een pan met wat boter vet, strooi er een weinig zout in, en leg er het stukje laurier, de fijn gehakte ui en de peterselie in. Leg daarin de stuk ken vis naast elkaar en wat zout. Bestrooi de vis met de kaas en be sprenkel nu met citroensap Giet verder zoveel kokend water tussen de vis, dat ze er net onder staat. Strooi dan wat fijne beschuit of paneermeel over de vis en vervol gens hier en daar een klein stuk je boter. Plaats de pan op het vuur, laat de vis tien vijftien minuten zachtjes stoven tot ze gaar is. Leg de vis op een schotel en giet de saus door een zeef over de vis. Bestrooi het geheel met wat gehakte peterselie en geef er verse aardappelen met worteltjes of gestoofde bieten bij. MACARONI PORTUGAISE. Driehonderd gram macaroni, aan stukjes, water, iets zout, 30 gram vet, 1 ui, zeer fijn gesnipperd, 3 flinke eetlepels tomatenpuree, 1 pakje of tablet juspoeder, 1/3 liter water, 1 stukje prei, zeer fijn ge sneden, eventueel wat zout en pe per, 1 flinke mespunt paprika, ge hakte peterselie. Kook de macaroni in ruim ko kend water met iets zout gaar, werp de stukjes macaroni op een zeef, goed droog uitlekken. Doe het vet in een pan en laat hierin de fijn gesnipperde ui en prei zachtjes goudgeel bakken. Roer hierop de paprika en de tomaten puree, maak van de juspoeder of tablet met een derde liter water een klontvrjj papje, voeg dit bij de goud-geel gebakken ui en prei, breng dit aan de kook en laat dit dan even doorkoken. Roer hier nu door de stukjes gare macaroni en laat enkele ogenblikken zachtjes doorstoven. Strooi er bij het op dienen gehakte peterselie over. Geef er verse aardappelen en eventueel varkensvlees bij Opmerking: Houdt men een klein restje ma caroni over, doe dit in een met boter bestreken en met beschuit bestoven vuurvast schoteltje. Dek de macaroni af met wat puree. Strooi er wat geraspte kaas of zeer fijn gehakte kaas over Groe ne Zwitserse kaas smaakt ook goed. Doe er wat fijne beschuit of paneermeel over, hier en daar een stukje boter en dan in een flink verwarmde oven tot een bruin korstje laten bakKen. NESTORVLA. Driekwart liter melk, 80 gram suiker, 50 gram custard- poeder, 40 gram cacao, 2 grote of 3 kleine sinaasappelen, 1 stukje sinaasappelschil, zonder wit vel, 75 gram suiker, een ei (dooier en wit gescheiden). Schil de sinaasappelen, verwij der wit vel, vezel en pitjes en snijd het vruchtenvlees aan kleine stukjes, bestrooi deze met een der de van de 80 gr. suiker (recept) en laat dit enige tijd staan (af en toe omschudden) daarna op een zeef en sinaasappelstroopje op vangen. Hak het sinaasappelschil aan fijne stukjes en breng dit mex een gedeelte van de melk aan de kook, maak van de rest melk, de custard, de cacaopoeder, 't sinaas appelstroopje en de rest van de suiker een papje, roer dit bij de kokende melk, even doorkoken en koud laten worden. Doe de 75 gr. suiker (recept) in een koekenpan, roer er op het vuur zolang in, dat het lichtbruin is gekleurd en giet het uit over een stenen aanrecht, welke te vo ren is vet gemaakt met een wei nig boter of sla-olie. Laat de massa koud en hard worden en maak het tot kleine stukjes. Roer door de chocolade vla de stukjes sinaasappel, de stukjes caramel, het eidooier en het stijfgeklopte eiwit. Doe de massa in vlaschaal en décoreer met stukjes sinaasappel. £R ZIJN weinig begrippen, waarmee in de laatste tijd zoveel geschermd wordt als met de zuinigheid. De al gemene armoede, het gebrek aan grondstoffen, de voor zo velen zo on zekere toekomst dragen er allemaal iets toe bij om sommige vrouwen een soort zuinigheidsangst in het hart te pompen. Denk vooral aan het aloude spreekwoord: er is een zuinigheid, die de wijsheid bedriegt! Ga geen goed kope prullen aanschaffen, die U fei telijk helemaal niet nodig heeft en die U alleen wilde kopen, omdat ze zo goedkoop zijn. „Dat is dan meteen meegenomen," hoorden wij onlangs een huisvrouw zeggen, die uitging om een eenvoudige mantel en met aller lei, niet strikt nodig huishoudgoed terug kwam, omdat ze het juist zo ideaal goedkoop op de kop kon tik ken. Maar het enige, dat ze werke lijk wel nodig had: die mantel kocht ze niet: ze had er geen geld meer voor! Het verstandige is, ju'st in deze tijd, om in overleg met uw gezin een eenvoudige begroting op te maken voor de komende maanden. Noteer wat U beslist uitgeven moet: de huishuur, de belasting, de verzekeringen, water, vuur en licht (deze kunt U naar het gemiddelde be rekenen). Dan het huishouden- de da gelijkse voedingsstoffen, de was, de schoenmaker en andere kleine repara ties. Trek ook een bedragje uit voor een eenvoudige lekkernij, b.v. voor een verjaardag of een der feestdagen. Wanneer U deze uitgaven, die dus werkelijk gedaan moeten worden, op een lijstje b(j elkander zet, kunt U beter overzien, of er nog iets over blijft, en zo ja: hoeveel U voor kle ding kunt besteden voor het gezin. En dan zult U werkelijk inzien, dat er geen sprake kan zijn van dingen kopen, die niet strikt nodig zijn. Veei mensen, speciaal vrouwen, verwarren zuinigheid gauw met gierigheid. Maar het laatste is een ondeugd en wtjze zuinigheid is een grote deugd. Het is juist geheel aan moeder de vrouw om op te passen, dat het door de man en de kinderen thuisgebracht zelfver diende geld zo nuttig en zo voordelig mogelijk wordt uitgegeven. Zuinig heid wil niet zeggen, dat men de koorden van de beurs gesloten moet houden, maar vooral, dat men goede dingen koopt: zaken, die het geld waard z(jn, dat er voor uitgegeven wordt. Geen prullen of slecht mate riaal, maar kleren, dia aaa paar jaar mee kunnen; gebruiksvoorwerpen, die stevig zijn en niet bij de eerste de bes te keer van gebruiken reeds in elkaar vallen. Duurkoop kan heel dikwijls juist goedkoop blijken te zijn. En ook moet men aandacht schenken aan de tijd, die het winkelen kost. Wie koopjes najaagt, urenlang in een file voor een gesloten deur gaat staan, om ten slotte met een paar kousen naar huis te trekken, is zeer duur uit geweest, want al die verloren tijd is met geen geld terug te winnen. Mevr. F. v. d. W. te Z. stelt een vraag omtrent de rqjtijd. Deze is zeer verschillend. Gemiddeld is het zes of acht weken. Wanneer de grote veren er zijn, is de ruitijd feitelijk nog niet afgelopen; ook de onderveren moeten nog volgroeid zijn. De rui werkt sterk op het gehele organisme van de vo gels. Let b.v. eens op het verbleken en verschrompelen van kam en lellen, de traagheid en lusteloosheid der die ren in die periode. Kippen, die het meeste weerstands vermogen hebben of het minst door de vorige leg hebben geleden, zullen dus normaal weer het eerst met de leg- be ginnen. De heer D. C. M. te B. Prettig dat u met onze raadgevingen succes hebt geboekt. Hoe lang eieren in waterglas goed blijven, kan ik niet precies zeg gen. Dat hangt o.a. af of de eieren vers zijn en absoluut schoon. Ik ken een ge val, dat men na jaren nog de eieren kersvers uit de pot haalde. De heer W. te H. Jammer, dat u het met uw dieren zo slecht treft, terwijl het eerst zo goed ging. U vermoedt, dat dit een gevolg is van nieuw aange kochte dieren, waarvan er één een ontstoken oog had. Deze zou de andere hebben aangestoken. In dit verband geven wij hun, die tot aankoop over gaan het advies zich steeds te vervoe gen bij een fokker, vermeerderingsbe- drijf of kuikenbroederij, mits zij in het bezit zijn van een erkenningsnummer van het Bedrijfschap voor Pluimvee en Eieren. Dit is de beste waarborg voor goede dieren. De heer Van S. te A. vraagt naar boerenkool als kippenvoer. Uitstekend voer! En daarom zo best, omdat het ook in de winter nog mals en groeiend blijft. Boerenkool groeit feitelijk de hal* wiste* door ais lui •tot wrtoat JOHN PETERS stond voor de spiegel en legde de laatste hand aan zijn toilet. Met uiterste nauwgezetheid stropte hij zijn das, nam vervolgens kam en borstel en trachtte orde te scheppen in de ^XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX chaotische verwarde haardos, die zijn schedel behoorde te sieren. Met een zucht van verlichting beschouwde hij het resultaat, trok zijn jas aan en tooi de zijn hoofd met een Borsalino. Met kalme stappen klom hij de trap op naar de eerste verdieping, begaf zich nog al luidruchtig naar de kamer van de oude Bill Jefferson, die een gedeelte van zijn huis bewoonde, klopte aan en opende de deur. s Jefferson zat aan een tafel, welke met couranten bezaaid was. Ik kom u even goede dag zeggen, mijnheer Jef ferson. Ik ga naar de bioscoop en kom niet voor twaalven terug. Mrs. Patton is naar haar zuster. Zij zal het wel niet zo laat maken. U hebt dus het rijk alleen. Amuseer u. Nauwelijks was Peters vertrokken of Jefferson wierp de kranten opzij, nam de stapel bankbiljetten op, welke daar onder de kranten verborgen la gen, en stak ze in een portefeuille. Vervolgens deed hij het licht uit en bracht in het donker de portefeuille op een veilige plaats, die, naar hij meende, alleen aan hem bekend was. Hij was een zuinig man, die jarenlang wat opzij gelegd had om een onbe zorgde oude dag te hebben. Het bezit maakte hem echter rusteloos, daarom haalde hij telkens het geld te voor schijn om zich er van te overtuigen, dat alles in orde was. Peters slenterde de stad in, ging nog even een biertje drinken in het café om de hoek, en nam daarna een tram metje dat hem naar het centrum van de stad. bracht. Hij was tamelijk vroeg bij het City-theater, zodat hij zich niet behoefde te haasten. Hij kocht een plaatsbewijs en maakte een praatje met de portier. Tegen achten trad hij het gebouw binnen en nam plaats op de buitenste stoel van de laatste rij parterre. De zaal was reeds flink be zet en nog stroomden de bezoekers binnen. Het was omstreeks half negen ge weest zijn toen Peters onder de voor stelling opstopd. Onopgemerkt verliet hij het gebouw aan de achterzijde. Hij liep enkele smalle straten door en riep een taxi aan. XXX Tegen haar bedoeling was mevrouw Patton vroeger thuis dan zij aanvan kelijk van plan was. Toen zij om elf uur de deur opende zag zij het licht op de bovenverdieping branden. De kamerdeur van de heer Jefferson stond open. Zij wilde deze sluiten toen plot seling haar aandacht door een vrese lijk schouwspel getroffen werd. De bewoner lag in een plas bloed op de grond en in de kamer heerste P. POEDER 5 CT. ETUI 6 ST. 30 CT. BRASKAMP N.V.RIJSWIJK (Z -H de grootste wanorde. Mr». Patton vloog naar de telefoon en stelde zich in verbinding met Scot- land Yard. Het was ongeveer twaalf uur toen Petera de sleutel in het slot stak. Hij hing zijn jaa aan de kapstok toen >zijn aandacht getrokken werd door man nenstemmen, onderbroken door het ze nuwachtig geluid van mrs. Patton. Bo ven aan de trap verscheen een politie beambte gevolgd door de huishoudster en een dienaar van de Heilige Her mandad. „Is u mijnheer Peters?" vroeg de in specteur. „Om u te dienen" gaf de aangespro kene ten antwoord. „Wilt u dan even boven komen, er is een ongeluk gebeurd?" Peters ging de trap op en op de bo venverdieping stelde men hem van de situatie op de hoogte. „Wü tasten in het duister, mijnheer Peters", zei de inspecteur, „maar ik kan u wel zeggen, dat degene die dit op zijn geweten heeft, goed met de situatie op de hoogte was. Men moet op de gewone wijze het huis zijn bin nengekomen. Van braak is geen spoor te bekennen. Vertelt u mij eens, waar u van avond geweest is". „Die vraag is niet moeilijk te be antwoorden", antwoordde Peters." Ik verliet het huis om 7 uur. Ik heb toen enige tijd in café Staffs doorgebracht, nam daarna een trammetje en was ongeveer kwart vóór achten bij het City-theater. Ik heb toen even ge praat met de portier en ben naar bin nen gegaan. Hier is het afgescheurde kaartje". Inspecteur Brand bleef een ogenblik in gedachten staan, wreef eens met de wijsvinger onder zijn neus en keek Pe ters een poosje zwijgend aan. „Dat klopt allemaal nauwkeurig, mijnheer, maar u zult moeten toege ven, dat dit niet voldoende is". Petera barstte in woede uit, maar de inspecteur wuifde kalmerend met zijn hand. „Zegt u mij eens, mijnheer Peters, hoe laat hebt u het gebouw verlaten?" Natuurlijk na afloop van de voor stelling, dua om half twaalf". „Is u daar wel zeker van?" „Volkomen inspecteur, ik kan daar een eed op doen". „U hebt dua de gehele voorstelling gezien en de zaal niet voor het einde verlaten?" „Precies zoals u zegt, inspecteur". Het spijt mU, mijnheer Petera, maar dan moet ik u als de vermoedelijke moordenaar arresteren. Er is name'ijk om 9 uur een begin van brand in Ci ty uitgebroken waarna het gehele ge bouw onmiddellijk ontruimd ia. De moord is omstreeks 9 uur gepleegd. Uw verhaaltje wei goed bedecht, dat er brand uit sou breken kon u óók

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 7