iefgcHoe^
immm voor johgensikneisies
en hier de ZAK vol brieven;
Res
Een verhaaltje van de Ooievaar
Letterlijk opgenomen
Prijsraadsel
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
AVONTUUR
IDENTIE
PL
Het toeval als
ontdekker
Het Radioprogramma
Zo tussen Februari en April komen
de ooievaars terug van hun lange ge
heimzinnige reis, helemaal naar het
andere einde van de wereld. Bij het In
vallen van het gure jaargetijde zijn ze
het vorige jaar weggetrokken naar
warme zonnige streken. Daar was voed
sel in overvloed, toen hier in Neder
land alles kaal en uitgestorven leek,
een winters sneeuwkleed het land be
dekte en wellicht sloten en plassen stijf
bevroren waren. Maar kondigt de lente
zich aan met de eerste warme dagen,
dan komen de mooie wit-zwarte vogels
van verre, tot vanuit Zuid-Afrlka,
weer terug naar hun oude nest in het
kleine Nederland, duizenden en dui
zenden kilometers ver van hun winter
verblijf. Dan nemen ze weer bezit van
hun vertrouwde horst op een oud wa
genwiel, hoog op een dode boom of op
het dak van een boerderij. Eerst is het
mannetje aangekomen, als wilde het de
toestand eens goed opnemen, voor het
zijn vrouwtje laat overkomen. Na en
kele dagen daalt ook moeder ooievaar
op het nest en dan is het pas echt lente.
Is het niet wonderlijk, dat zo 'n vogel
zonder aarzeling precie^ het eigen nest,
dat kleine plekje, kan terugvinden na
die eindeloze tocht over vlakten en
steppen, door dalen en langs zeeën,
woestijnen en bergen? Wat wijst hem
de weg op reis? Dat weten we niet.
Toch komt hij feilloos elk jaar naar
dezelfde plaats terug, als hij tenminste
hiet op de lange gevaarvolle reis de
dood vindt. Er zijn nesten bekend, die
gedurende een eeuw, dus honderd ja
ren achtereen, elke zomer bewoond
waren. Nu kunnen ooievaars een hoge
leeftijd bereiken, een zeer hoge zelfs,
maar het is moeilijk aan te nemen, dat
in deze gevallen steeds hetzelfde paar
tje op het nest heeft gewoond.
Zo 'n bouwsel van takken en kluiten,
hoog in de lucht heeft vanzelfsprekend
in de lange winter heel wat te lijden
gehad. Het eerste werk na de terugkeer
is dan ook het huis wat opknappen. Het
wijfje heeft hierbij de leiding, terwijl
vader ooievaar de bouwstoffen aan
draagt. Al gauw liggen nu een viertal
eieren, in het zacht beklede nest; groen
achtig witte eieren, overdekt met
speldeprikken, zou je zeggen. Die prik
jes zijn echter poriën in de eischaal. Na
een maand komen de jongen uit; kale
blauwachtige monstertjes, die snel op
drogen tot pientere geelwitte donsjon
gen met héldere kraaloogjes. Vanaf de
eerste dag moeten ze al zelf aan de
kost zien te komen. Ze worden niet
gevoerd. De oude vogels, die op de
jacht alles, wat ze vangen, dadelijk
opslokken, geven hiervan 'n deel terug
op het nest en de jonge ooievaartjes
moeten maar zorgen, hun deel van de
uitgespuwde massa te veroveren. An
ders krijgen ze niets. Ze groeien even
wel goed. Hun scherpe oogjes zien va
der of moeder al in de verte naderen
met voedsel. Dan geven ze hun vreug
de door onbeholpen geklepper te kén
nen. Hierbij leggen ze net als de ouden
hun kop plat achterover op de rug en
ratelen er lustig met de 'snavel op los.
Behalve het klepperen maakt de ooie
vaar slechts zelden geluid. Dat bestaat
dan uit een soort gesis, dat men echter
niet dikwijls zal horen. Na twee maan
den zijn de jongen wël zo ver, dat ze
een vlieg'toehtje durven wagen. Dag in.
dag uit hebben de oude vogels kilo's
voedsel aangedragen. Gelooft nu niet,
dat het ln hoofdzaak kikvorsen zijn, die
als voedsel dienen. Kevers, sprinkha
nen, hagedissen, rupsen, muizen en vis
sen zijn een welkome buit. Natuurlijk
moeten ook wel de kwakende lang
benige springers er aan geloven. Men
is het er nog niet over eens, of de
ooievaar tot de n/.tige of tot de scha
delijke dieren moet worden gerekend.
In elk geval is deze schitterende vogel
zulk een sieraad voor ons landschap,
dat we hem graag een enkel patrijsje
of fazantje gunnen. Ook beweert men
wel, dat hij het op jonge hazen gemunt
heeft, maar dit zal zeker tot de zeld
zaamheden behoren. Zijn de jongen
eenmaal uitgevlogen, dan komen ze
eerst nog elke dag terug op het nest.
Spoedig echter raakt het gezin uit
elkaar. In de nazomer verzamelen de
ooievaars uit een landstreek zich voor
de trek naar het zuiden. Eigenaardig is
hierbij, dat de jongen, die toch geen en
kele ervaring hebben van zo 'n lange
reis, het eerst vertrekken. De mooie
V-vormige figuren die men in de lucht
wel bij ganzen en kraanvogels kan
zien, schijnen bij de ooievaars r.iet
voor te komen. Deze vogels vliegen ge
heel op eigen kracht zo 'n afstand van
een tien duizend kilometer. Goede reis
dan uiver en tot ziens het volgend
voorjaar.
Van de vroegere Amerikaanse mi
nister Root wordt de volgende aar
dige anecdote verteld. Eens had hij
een nieuwe knecht, een neger, in
dienst genomen, die voor alles en al
len de grootste eerbied had. Op een
goede dag vroeg Root hem, waar de
prullemand was gebleven. „Die heeft
manheer Riley meegenomen" ant
woordde de negerjongen. „Mijnheer
Riley, wie is dat?" vroeg Root ver
wonderd. „Wel, de knecht hier" gaf
de jongen ten antwoord. Later vroeg
Root de neger, wie toch het raam had
opengezet bij zulk koud weer. „Dat
heeft mjjnheer Jolson gedaan" was
het antwoord. „Mijnheer Jolaon; wie is
mijnheer Jolson?" „Wel, de glazen
wasser". „Hoor eens, je moet niet
alle mensen met mijnheer aanspre
ken. Noem ze bij hun voornamen. Ik
weet anders niet, wie je bedoelt"
sprak Root. Ongeveer een uur daarna
stak de jongen zijn hoofd om de deur
van Root's studeerkamer en riep:
„Zeg, Bllly, buiten staat een dikke
kerel, die je spreken wil". Root, ver
baasd over deze onverwachte uitwer
king zijner woorden, stond op om
naar de bezoeker te gaan. Die bezoe
ker, de dikke kerel, wasPre
sident Taft.
Voor jongens en meisjes van 12 tot 16 jaar
Allereerst heten wij onze nieuwelingen hartelijk weikóm. Het zijn: Truus van
Vellen, A. de Boer, R. C. Wilmans, TruUs Berkhof, Corrie Does, J. A. Strooper,
Fia Rijkers, Julius Jonker en Mia Leeman. Prettig dat jullie meedoen, jongelui!
Dinie Alberts, wat mooi dat jullie je over dat poesje hebben ontfermd. Ik zai
mijn best doen om een tehuis ervoor te vinden, Dinie. Gezellig dat er weer
eens een briefje van jou bij de stapel voor deze week was. De tekeningetjes heb
ik bewonderd. Leuk gedaan zeg! „Dwergje", ik ben blij voor jé dat je een
correspondentie-adres hebt gevonden. Je ziet dat ik je schuilnaam maar dadelijk
in gebruik heb genomen. Betsie Molenkamp, hartelijk dank voor de aller
aardigste tekening en het zilverpapier. Heb je die tekening zelf bedacht? Ik heb
haar bewonderd. Prachtig dat jullie die handbalwedstrijd hebben gewonnen
Schiet je al op met je boekomslag en wordt het mooi? —'„Mimosa", neen hoor,
ik ben helemaal niet boos. Ik zou niet weten waarom ik boos moest zijn, want
ik vond het een gezellige brief de vorige keer. Bedoel je met het lied van die
klokken soms: „Le chant de la cloche"? Ik geloof wel dat het lied zo heet. Het
is heel mooi; vooral als je dat koor op de achtergrond van de solostem hoort.
„Annenioontje", je gaf mij drie schuilnamen op en daar heb ik deze maar uitr
gekozen, omdat ik veel van Annemoontjes houd. Is het zo goed? Bedankt voor
je gezellig briefje en de sigarenbandjes. Je mag van schuilnaam veranderen
zo vaak als je zelf maar wilt. AI is het tien keer achter elkaar. Een schuilnaam
moet: een schuilnaam blijven, vind je ook niet? „Paradijsvogel", ja, ik vind
je schuilnaam aardig. Prettig dat je gaat meedoen. De sigarenbandjes waren
natuurlijk welkom. Piet van Zon, jij bent al twaalf jaar, dus je had het
verkeerde raadsel ingezonden, Pieter. Maria van Wolf eren, heeft je tante nu
een hondje gekregen? Dat is leuk zeg! „Duinroosje", je bent welkom bij ons.
De schuilnaam is uitstekend. Toosje Hoogsteder, voor jou een hartelijke groet
terug, meisje! Jan Leydeckers, ja hoor, ik heb ook Engels geleerd, maar ik
vond het niet zo'n moeilijke taal, Jan. De gramatica is veel gemakkelijker dan
bij de Duitse of de Franse taal. Denk eens aan al die Franse vervoegingen. Brrr!
Die mis je gelukkig als je Engels leert. Rie Schoonen, de gedichtjes zijn héél
aardig en het korte verhaaltje van de zon en de wind is het niet minder. Jij
weet je in de verhaaltjes nog beter uit te drukken dan in de gedichtjes. In de
gedichtjes gebruik je nog wel eens te gauw slotzinnen die er eigenlijk niet
helemaal bij passen, maar er zo'n beetje worden bijgesleept om het gehele cou
plet te laten rijmen. Doorzetten, meisje. Je werk is goed en je hebt talent,
„Lollypop", bedankt voor de postzegels. Ik ben er ook benieuwd naai- wie het
beste rapport mee naar huis brengt. Doe je best maar öm het te Winnen!
Roelof Otten, jij hebt de zieken weer verwend zeg! Hoe gaat het hü mét jou.
Roelof? Nog gefeliciteerd met de verjaardag van je grootmoeder. Zitten er al
weer nieuwe dakpannen op je huis? Bij ons waren er gelukkig maar* twee af.
Dakpannen zijn zo moeilijk te krijgen hé? Trijntje Agaart, wat akelig dat je
al zo lang ziek bent. Heb je griep, Trijntje? Ik hoop dat je nu spoedig gaat
opknappen. Sigarenbandjes en postzegels heb ik genoeg hoor! Schrijf je mij
nog eens hoe het met je gaat? Adri van 't Hert, welkom bij de oudere jongens
en meisjes! Wat leuk dat jullie Zaterdags altijd toneelstukjes mogen opvoeren.
Jij bent op eerj gezellige school, geloof ik. Wij deden het op school alleen maar
op de middag van 5 December. Jan Nellestein, hartelijk dank voor die mooie
vlinderplaten. Ik vind ze prachtig. Sommige vlinders zijn net mooie bloemen,
vind je ook niet? Voor de boekjes zal ik ook een goed adres zoeken, Jan. De
prijs was dus naar je zin. Daar ben ik blij om hoor. „Rozenfee", ja meisje, ik
ben inderdaad in New Look gestoken. Dat moet wel hé. Eerlijk gezegd vind ik
het veel mooier dan die korte rokken. De vorige week stond je per ongeluk in
het hoekje voor de kleintjes. Ik bedankte je voor alles wat je had gezonden en
schreef dat ik graag wat in je Poëzie-album wilde zetten, als je dat leuk zou
vinden. Wanneer is je moeder jarig? Anny van der Mey, ik zal mijn best doen
om een correspondentie-adres voor je te vinden. Kijk maar eens onder de mede
delingen, meisje. Pietje Molenaar, ja, 12 Maart was fout. Het moest 6 Maart
zijn. Hoe heet die club waarvan je lid bent geworden? Je vroeg mij of ik ook
wel lid van een club ben geweest. Ja, dat is zo en ik vond het altijd erg ge
zellig. Jij ook? Adrie Smit, je kunt alleen maar met het prijsraadsel voor
jongelui van 12 tot 16 jaar meedoen. Met de raadsels voor de jongeren kun je
geen prijs winnen, beste vriend. -
Jongelui, de briêven voor ons volgende correspondentie-hoekje verwacht ik
graag vóór Zondag 20 Maart.
Allen hartelijk gegroet en tot de volgende keer!
TANTE IET
In het onderstaande vierkant moe
ten vier woorden worden ingevuld,
elk van vier letters.
Op de bovenste rjj, van links naar
rechts: een ln zee vooruitstekend ge
bergte.
Op de tweede rij: de naam van een
bekende, Nederlandse radlo-omroep-
verenlglng.
Op de derde ry: een ander woord
voor geneesheer.
Tenslotte op de vierde rij: een open
bare instelling voor het vervoer var
brieven, briefkaarten, drukwerken
enz.
Wanneer de hokjes goed zjjn inge
vuld, kun je dezelfde woorden ook
van boven naar beneden lezen.
De oplossingen kunnen voor Zon
dag, 19 Maart worden gezonden naar
het bureau van dit blad.
Dit prijsraadsel zal de volgende
week nog even worden herhaald.
Onder de goede oplossers worden
mooie boeken verloot.
Herhaling Prijsraadsel
Voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
Vul in het volgende verhaaltje de
ontbrekende woorden in. Ieder puntje
staat er voor een letter..
Hier komt het verhaaltje,:
Twee jongens waren in "de grote stad
verdwaald. Zij kwamen langs de werk
plaats van een en zagen er een
groot paard. Eén knecht nam een
van het paard tussen zijn knieën en
maakte er een onder. De jon
gens keken er naar en liepen weer
verder. Zij hadden honger gekregen
en zagen in een winkel van een
allerlei heerlijke dingen liggen. Er wa
ren zelfs bbij met krenten er
in. maar die kosten tienen zoveel
hadden de jongens niet bij zich.
Toen zagen iij plotseling het
dat voor een kar van een groentenman
was gespannen, die in hun straat
woonde. Zij mochten op de zitten
en kwamen zo gemakkelijk weer
Hun vader was ergén stuurde ze
naar omdat zij van waren
weggelopen.
De oplossingen kunnen vóór Zondag
12 Maart worden gezonden naar het
bureau van dit blad.
Er v/orden weer mooie boeken ver
loot onder de goede inzenders.
Onze mededelingen
Aunie van der Mey, Galgenweg 1,
Beverwijk, vraagt een correspondentie-
adres. Zij is 12 jaar oud en haar liefste
bezigheden zijn lezen en wandelen.
Henk Nokkert, Lambertschaag, zoekt
een correspondentie-vriend van
jaar. Henk houdt veel van knutselen.
Bij Dinie Alberts Rozenstraat 22,
Den Helder, is een poes aan komen
lopen. Zij kan niet te weten komen
wie de eigenaar is en zoekt er nu een
goed tehuis voor. Het poesje is wit,
met grijze vlekken. Wie wil het een
tehuis geven?
Het blijkt npdig om nog weer even
iets over de prijsraadsels te zeggen. De
„Jeugdkoerier" is deze week voor jon
gelui van 12 tot 16 jaar Alleen het
prijsraadsel voor de kinderen van 6
tot 12 jaar wordt er even in herhaald.
Het nieuwe prijsraadsel is dus natuur
lijk voor de jongens en meisjes van 12
tot 16 jaar. De volgende keer is de
.„Jeugdkoerier" voor kinderen van 6
tot 12 jaar en daarin wordt het prijs
raadsel voor de ouderen nog even her
haald. Ieder heeft kans om een prijs te
winnen met het raadsel voor de eigen
leeftijdsgroep, dus niet met het raadsel
van de kinderen beneden 12 jaar en
omgekeerd de kinderen beneden 12
jaar niet met het raadsel voor de
ouderen.
Do twaalf woorden die onder elkaar
gezet moesten worden, waren:
1. Schipbreuk
2. Clown
3. Honing
4.' Adam.
5. Aardappel
6. Pachter
7. Heg (haag!
8. Echo
9. Rapport
10. Dal
11. Erker
12. Rups
De eerste letters vormden het woord
SCHAAPHERDER.
Deze week werden de prijzen ge
wonnen door:
Iefie Bos, Dorpsstraat 104, Noord-SChar-
woude (12 jaar).
.Andries Stieltjes, B63, Westwoud (13 j.)
Jan Vrouwe, Burgemeester van Niene-
straat 4, Uitgeest (12 jaar).
Roelof Otten, Gladiolenstraat 17, Den
Helder.
Anne Blom, Overdiestraat 54, Alkmaar
(15 jaar).
Gefeliciteerd jongelui!! De prijzen
worden 'toegezonden.
7. Arme Pim! Hij is even opge
staan, omdat hij zijn naam hoorde roe
pen en.nu hij terugkomt, ziet hij
tot zijn grote schrik, dat zijn bordje
leeg is. Het eerste wat hij denkt is, dat
zijn twee broertjes hem hebben beetge
nomen. „Kom, doe niet zo flauw!" roept
hij tegen Pim en Pom. „Geef me mijn
brood terug!" Pam en Pom, die een
eindje verderop zitten, kijken hem
verbaasd aan. „Wat bedoel je? Wij
hebben niets weggenomen". „Zo, en
Wie heeft het dan weggenomen hè?"
roept Pim verontwaardigd. „De echo
misschien", zegt Pam plagend en hij
weet niet hoe dicht hij bij de waarheid
is. Maar Pim luistert al niet meer en
rent naar Moeder Woeffie. „Moeder!
Pam en Pom hebben mijn brood afge
pakt!" „Nietwaar, nietwaar!" roepen de
beide anderen verongelijkt". Wij zaten
hier en Pim daar". Opgewonden staan
ze alle drie om Moeder Woeffie heen.
45
IN DE
DOOR
TJEERD ADEMA
Bastiaan keek zijn meester een ogen
blik verbaasd aan.
Wat denkt u er van, mijnheer?"
Ir. Steensma haalde de schouders op.
..Ik weet 't niet", zei hij nors en hij
was ontevreden op zichzelf, omdat er
daar iets gebeurde, dat hij niet kon
verklaren.
Op dat moment werd het werk aan
de voordeur gestaakt.
„Luister!" zei Steensma.
Vanuit de verte klonk het geluid
van regelmatige, langzaam naderbij
komende stappen.
„Politie", fluisterde Bastiaan.
Steensma knikte.
„Ze hebben 't ook gehoord", zei hij,
„ze zullen ons wel een ogenblik met
rust lgten".
Zware, .regelmatige stappen, blijk
baar afkomstig van twee mannen,
kwamen naderbij en hielden voor het
huis plotseling stil
Een man rende als een dolle de tre
den van de stoep af.
Halt!" riep ccn bevelende stem.
Sta of ik schiet".
Iemand rende weg in het duister. Er
klonk een hartgrondige vloek en een
paar zware laarzen beklommen de
stoep.
„Wat....?" zei Bastiaan onzeker.
Hij kon de zin niet voleindigen,
want met een forse greep werd er aan
de knop van de bel getrokken. Het
zware geluid van de grote koperen
gangbei daverde door het huis. Op de
bovenverdieping ging het plnchertje
woedend te keer.
„Zal ik.zal ik de politie open
doen. mijnheer?" vroeg Bastiaan.
„Waarom zouden wij verraden, dat
wij hier achter de deur staan?" zei
hij. „De politie moet ons tijd laten om
wakker te worden, Bastiaan.
Verdraaid vervelend, dat de officiële
instanties er nu toch in gemoeid wor
den. Dat kan toch ook niet in de be
doeling van onze tegenstanders liggen.
„Ik geloof dat we hun intellect toch
overschat hebben, Bastiaan".
De knecht keek hem besluiteloos
aan toen er opnieuw aan de bel ge
rukt werd.
„Wat moet er gebeuren, mijnheer?"
„Ik word wakker van de bel", legde
Steensma uit. „Ik ben op mijn slaap
kamer en kijk uit het raam.
Wacht het maar even af. Bastiaan",
Hij liep op zijn gemak over de dikke
traploper naar de eerste verdieping,
maakte daar.de blinden van een raam
los en schoof het venster open.
Een politieagent stond op de straat
en keek naar boven. Een tweede, wie
hij juist iets had toegeroepen, stond
blijkbaar voor de voordeur.
Vijf huizen verder doken uit het
versmeltende duister de omtrekken
van een geparkeerde auto op. De in
brekers hadden blijkbaar geen tijd ge
had de wagen in veiligheid te brengen.
Steensma stak zijn hoofd buiten het
raam.
„Wat is er aan de hand?" vroeg hij
met de onvriendelijke stem van iemand,
die in een zoete droom gestoord is.
„Wie heeft er gebeld?"
„Ik mijnheer", zei een der agenten
met een zware stem. „Er zat een ver
dacht individu op uw stoep. Heeft u
niets bijzonders gehoord?"
„Niets, agent", antwoordde de in
genieur met een stem vol verbazing.
Dc tweede politieman daalde de
stoep af en keek naar boven.
„Men heeft geprobeerd het slot van
de deur te forceren, mijnheer", zei hij,
„ik heb er een loper uitgehaald".
Hij stak iets naar boven, dat in het
duister vokómen onzichtbaar was.
„Als u even beneden wilt komen,
kunnen we de zaak inspecteren, mijn
heer", zei de eerste agent.
„Ik kom!" beloofde Steensma. zijn
hoofd terugtrekkend.
Hij liep' naar beneden om de voor
deur open te maken, maar bleef hal
verwege de trap staan..
Hij voelde, dat cr iets vreemds was
in de situatie. Er zat iets scheef en hij
vvist niet, wat het was.
Het leek alles zo volkomen logisch.
Als hij in deze omstandigheden wei
gerde de deur te ontsluiten, zou dat
nodeloos de aandacht van de officiële
instanties trekken.- Deze politieman
nen verwachtten vanzelfsprekend, dat
hij....
Hij zag hun donkere figuren in ge
dachten weer voor zich. Groot en fors
met lichte plekken op hun uniformen,
waar het maanlicht op hun uitmonste
ring viel.
Plotseling drong zich iets in zijn ge-
dachtengang naar voren.
Er was een kleine gebeurtenis, die
als een vreemd stukje in een legkaart
niet paste in de logische gang van za
ken.
De insluiper was gevlucht, de agent
had hem bevolen stil te staan, maar
was hem niet achterna gegaan. Hij
had gedreigd te zuïlen schieten, maar
had het niet gedaan.
Het zou een schot in de nacht zijn
geweest, een schot, dat tot gevolg zou
hebben, dat véle ramen in de stille
straat zouden worden opengeschoven.
Een schot, dat jonkheer Van Waar
denburg zeker niet wenste, maar dat
evenmin paste in het plan de cam
pagne van diens tegenstanders.
Dan bestond dus de kans, dat dit
geen mannen van het stedelijk corps
waren. Dan konden het handlangers
aijn van dc mannen, die hier vannacht
aan het werk waren geweest en hij
Hij stond op het punt sloten, knip
pen en een ketting los te maken en
bereidwillig de deur te openen voor
hen, die geen kans hadden gezien zp
te forceren.
Wat zou Herr Doktor zich vrolijk
maken als hij hoorde, dat zijn tegen
stander als de eerste de beste school
jongen in de val was gelopen.
Hij ging geluidloos naar zijn slaap
kamer terug en stak vlug zijn hoofd
uit het raam.
De agenten stonden in afwachting
bij de stoep. Twee mannen hadden
zich in het duister tegen de gevel van
het huis gedrukt.
Haastig trok Steensma zijn hoofd te
rug. Hij had genoeg gezien en begre-
pen.
Een ogenblik van onbedachtzaam
heid en hij zou overmeesterd en weer
loos in zijn huis zijn, nog vóór een der
buren iets van het drama in deze af
gelegen straat had kunnen vermoeden.
In de hall vond hij Bastiaan bij de
deur.
„Zal ik nu openmaken, mijnheer?"
vroeg de knecht met zijn hand aan de
zware ketting.
Neen!" zei Steensma haastig. „Laat
de deur dicht, Bastiaan, bet is een
valstrik!"
„Denkt u, dat ze zullen schieten,
mijnheer?"
Wordt vervolgd.
de film en het boek „Madame Cu
rie" heeft men kunnen zien en lezen,
hoe het onderzoekers-echtpaar na ja
renlang experimenteren „op de drem
pel" van de uitvinding stond van het
radium. Maar een toeval leidde er
toe. dat het kostbare element werd
ontdekt en zijn dienstbaarheid voor de
geneeskunde aantoonde. Op een der
gelijke wijze ging het met de Rönt
genstralen. In 1896 las een jonge dok
ter in Wenen, dr. Leopold Freund een
verhandeling over Röntgenstralen,
waarin stond vermeld, dat de Ameri
kaanse uitvinder der stralen na zijn
ontdekking zijn haar had verloren.
Hoewel dit over het algemeen een
echt-mannelijke kwaal is, besloot dr.
Freund toch eens te beproeven of de
Röntgenstralen het proces van de haar
uitval had bespoedigd. Hij nam proe
ven met het Röntgen-apparaat en kon
na enig zoeken vaststellen, dat 'de stra
len werkelijk invloed hadden op de
onwikkeling der menselijke organen
en cellen en dat bestraling een ge
neeswijze zou kunnen worden, wan
neer men de invloed kon berekenen.
Daarmee was de Röntgen-therapie ont
dekt.
Lachgas.
Ook de uitwerking van ..Lachgas"
werd door een toeval ontdekt: In het
jaar 1799 was de Engelse scheikun
dige Humphry Davy aan het experi
menteren met een gas. stikstof-oxi-
duul, toen een bevriende arts eens
kwam kijken. Deze werd na inademing
der dampen zo vrolijk, dat het wel leek
of hij zich een roes gedronken had.
Plotseling viel hij bewusteloos op de
grond, maar ook toen had hij plezier
en voelde geen enkele pijn. Hiermeer
was een nieuwe narcose-stof ontdekt,
die later in verbeterde vorm de we
reld zou veroveren. De naam „lach
gas" had het te danken aan de „mop-
pige"uitwerking.
Insuline.
Sedert enkele tientallen jaren ken
nen we het bestrijdingsmiddel van
suikerziekte: insuline. Een Canadese
dokter Evans was er de uitvinder van,
o adat reeds twee Duitse doktoren
Mehringgen Minkowski het toeval
hadden ontmoet. In 1889 deden zij de
ontdekking, dat bij dieren, waarvan
bepaalde klieren waren weggenomen
er druivensuiker in de blaas kwam en
zo ontdekten zij, terwijl ze zochten
naar andere stoffen, de aanwezigheid
van suiker. Ze wisten nu ook welke
klieren bij de mens „geprikkeld"
moesten worden om suiker in de urine
tegen te gaan.
Er is altijd iets eigenaardigs in
beroemde ontdekkingen. Vele zijn
het gevolg van jarenlange onder
zoekingen, maar andere zijn het
gevolg van toeval, een samenloop
van omstandigheden.
Koortsmiddel.
Het koortsmiddel „antifebrin" dankt
zijn ontstaan aan een.... vergissing
van een apotheker. Twee Straatsbur
ger doktoren,- dr. Hepp en dr. Cahn
wilden in 1887 de werking van naph-
taline op ingewands-wormen probe
ren. De apotheger, die op hun voor
schrift het middel bereiden moest,
greep naar het verkeerde flesje en
deed in plaats van naphtaline zoge
naamde acctannilide in de capsules.
Het toen geschapen middel bleek een
voortreffelijk koortsmiddel te zijn.
Het vulcaniseren.
De Amerikaan Goodyear had ai
vroeg de betekenis van caoutchouc
aangetoond en de technische mogelijk
heden daarvan ontdekt, maar nog al
tijd bleek het rubber niet tegen de
hitte te kunnen. Tevergeefs zocht hü
naar een preparaat om de caoutchouc
te verduurzamen, totdat op een goede
dag een pan met caoutchouc in een
bak zwavel tuimelde. Toen de sub
stantie weer opgevist werd, bleek deze
voor technische doeleinden geschikt
geworden. Daarmee was 't „vulcanise-
ren" ontdekt. Goodyear deelde echter
het lot van zovele uitvinders, kon geen
financiers vinden, kwam in de gevan
genis en stierf als een arm man. Al
leen zijn naam zou later een wereld
begrip worden.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM X. 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur NCRV: 6,15 CWV-
kwartier 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,15 Nederlandse organisten 7,30 Het
actueel geluid 7,45 De Regerings-Voor-
lichtlngsdienst antwoordt 8,05 Program
ma-proloog 8,15 Studio-Steravond 9,30
Familie-competitie 10,05 De vaart der
Volken 10,25 Schubert-cyclus 10,45
Avondoverdenking 11,15 Kopenhaags
Radio Symphonie-orkest
HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten
om 6 8 en 11 uur AVRO: 6,15 Sport-
praatje 6,30 „Les Gars de Paris"
7 0o Kobus Kwint 7,10 Avro's avond
school 7,45 Gramofoonplaten 8,05 M
het Radio-Zoeklicht 8.15 Het Kamer
orkest 9,10 De getemde feeks (Hoor
spel) 10,15 Musicorda 10,45 Pijlers
van Neêrlands welvaart 11,15 Gramo
foonplaten
VOOR VRIJDAG
HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15
Te Deum Laudamus 1,15 Metropole
orkest 6,15 Plicht en voorrecht 6,30
Voor de Strijdkrachten 7,15 Geestelijke
liederen 7,30 Het actueel geluid 7,45
CNV-kwartier 8,05 Programma-proloog
8,15 Nederlands Kamerkoor 8,45 Luis
terspel 9,30 Zigeuner-orkest 10.°°
P Borst 10,30 NCRV-kwartet 1M5
Avondoverdenking 11,15 Plet van Eg-
mond (orgel 11,45 Gramofoonplaten
HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichte"
om 7. 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,1»
Oklahoma AVRO: 12,00 Piano en orgel
1,20 The Avroleans VARA: 6,15 De
Vara feliciteert 6,45 Muziek 7,00 Denk
om de bocht 7,15 Dr H C Gellssen
VPRO: 7,30 Nederland en zijn gewesten
7,50 Tien voor acht 8,05 Zang
orgel 8,30 P Beishuizen spreekt 8,5»
Zo juist verschenen VARA: 9.00 Men
vraagten wij draalen 9,30 „He
myserle van de Prinsengracht" (hoor
spel) 10,00 Buitenlands weekoverzicht
10,15 Swing and sweet VPRO: 10,4»
..Vandaag" 10,45 Avondwijding Y-
RA: 11,15 Dr W F Storm 11,30 vrijdag
avond-concert