Jacob Hut ging naar Amerika met
vrouw en 13 kinderen
SNEEUWWIT
/\M5TERDAM5
De Ballade van de Hoge Hoed
SANAPgRIH
Cultureel nieuws van hier en ginds
DODIUM"
Belastingambtenaar met de ziel van
een pionier; op weg naar succes
Energie, durf en
doorzettingsvermogen
ZEEPPOEDER
Holland—Belgie
Cabaret der
Onbekenden
I NEDERLANDSE FILM
*^VAN GOEDE KWALITEIT
ZATERDAG MAART 1949
(Van onze Amerikaanse correspondent).
J^IDDELTOWX (staat New-York), Maart. In de annalen van de Ame
rikaanse Immigratiedienst vonden w(j dezer dagen eenNederlands
record. Het grootste gezin, dat ooit het land binnenkwam om er zich voor
goed te vestigen, arriveerde in 1947 uit ons land. Toen de „Veendam" van
de HollandAmerika L(jn hier in de zomer het anker liet vallen, stapten er
12 leden van het gezin Hut van boord, terwijl er 8 op de arm van vader,
moeder en de oudste dochter het nieuwe land binnengedragen werden. Van
daag zfln er 16 in het gezin Hut. Baby Cornelius is nu 14 maanden oud en
de enige „geboren Amerikaan". Maar de anderen zyn hard op weg om, in
kleding en opvattingen, zich aan het nieuwe land aan te passen. Verschil
lende van de jongere kinderen spreken even goed Engels als Nederlands
en het komt steeds meer voor, dat de kleintjes hun grote broers of zusters
vragen ,,hoe heet dat ook weer ln het Nederlands?"
JACOB HUT komt uit Marum, in Gro
ningen en zyn vrouw Tjitske Sik-
kema, uit Leek, beiden kinderen uit
een landbouwersgezin. Maar Jacob was
bij het belastingwezen terecht geko
men. Een tijd lang was hij commies
geweest bij de suikerfabriek „Oud-
Garssel" in Noord-Brabant. Hij be
hoorde tot de 5 van de 46, die slaag
den voor het examen van assistent bij
de belastingen, waarna hij overge
plaatst werd naar Leek, Beerta,
Nieuweschans en ten slotte in de bol
lenstreek terecht kwam. Jacob en
Tjitske waren in 1929 getrouwd en een
paar jaar later hadden zij een aardig
huteje in Naerdwijk-binnen, waar zij
ryk met kinderen gezegenu s-erden.
In zijn jonge jaren wilde Jacob al
naar Amerika. Dat was het land van
de toekomst. Maar toen zijn broer
Hendrik (nu: Henry) daar eens pools
hoogte ging nemen, wat er voor een
Nederlandse boer in .de V.S. te verdie
nen viel, werden zijn verwachtingen
een tikje teleurgesteld. Hendrik had
er drie heel moeilijke jaren. Er was
aanvankelijk geen sprake van, dat hij,
zijn vrouw en kinderen zou kunnen
laten overkomen. En Jacob, die bij 't
belastingwezen een behoorlijke promo
tie maakte, stelde zijn avontuurlijke
plannen maar wat uit.
Zonder geluk vaart niemand
wel.
J-JENDRIK zat niet bij de pakken
neer. Een mens moest geluk heb
ben ook. Dat vond hij toen hij in dienst
trad bij een welgestelde boer in Pat
terson, New Jersey, die langzamerhand
hoe langer hoe meer de zaken aan hem
overliet. Na een paar jaa.r deed hij
de boerderij aan Henry over voor een
krats maar een krats, die nog altijd
meer geld was dan Henry bij elkaar
kon schrapen. Een handelaar, die res
pect had voor de degelijke Nederland
se boer, hielp hem uit de financiële
nood, en kreeg na een paar jaar zijn
hele kapitaal plus een redelijke rente
prompt terug.
Om op Jacob terug te komen: De
gedachte om naar Amerika te gaan
liet hem niet met rust. Maar zolang
hij in Nederland een goed bestaan had
kwam hij er niet toe zijn plan te vol
voeren. Het leven was goed in Neder
land en waarom zou hij met een
heel gezin op sjouw gaan
Na de oorlog veranderden zijn in
zichten. „Het minste maakte ik mi)
nog bezorgd om de onmiddellijke pro
blemen van voedsel en kleding," zei
hij, toen wij hem dezer dagen opzoch
ten. „Dat was het allerminst; het was
zuur, maar niet onoverkomelijk. Maar
waarvoor ik wel erg bezorgd was
de toekomst van de kinderen. Ik had
een studiefonds voor Ralph, de oudste
jongen; misschien kon ik er nog een
paar de MULO laten doorlopen, maar
wat dan nog?"
Toen Jacob en Tjitske eind 1945 een
advertentie in hun krant zagen, waar
in de mogelijkheden voor emigratie
waren uiteengezet, hebben zij er niet
lang over gedacht. Jacob ging naar 't
Amerikaanse consulaat in Rotterdam,
vulde allerlei paperassen in, nam zijn
gezin mee naar de fotograaf en liet
pasfoto's maken en reisde daarna weer,
als elke dag op en neer tussen Lisse
en Noordwijk-binnen.
In het voorjaar van 1947 kwamen
de emigratie-papieren ten slotte door.
Toen lieten zij er verder geen gras
meer over groeien. In Juli van dat
jaar zaten ze aan boord van de
„Veendam". En toen ze, na tien da
gen voet op Amerikaanse grond zetten,
drong de betekenis van het grote
avontuur pas goed tot Jacob door.
Hier stonden zij, 15 monden om te
voeden, met 750 dollar aan baar geld
50 dollar per hoofd waarvoor het
Deviezeninstituut toestemming had
gegeven. De toekomst van het gezin
was nu geheel en al afhankelijk van
wat Jacob Hut, voormalig belasting
man, er als boer Hut van terecht zou
brengen.
Het werk begint.
ZlJ BEGONNEN met een half jaar
bjj Henry te logeren een niet
geringe invasie om aan Amerika
te wennen en de kinderen in het ga
reel van schoolgaan te krijgen. Na een
paar maanden nam Henry zijn broer
mee naar de handelaar nu een be
jaard man van 78 jaar, maar nog even
scherp als twintig jaar geleden die
hem, èn een aantal andere Neder
landse landbouwers, de grote kans in
dit leven had geboden. Het onderhoud
duurde niet lang. De Amerikaan zag
onmiddellijk, dat Jacob Hut zijn ver
trouwen alleszins waard was en zegde
zijn hulp en medewerking toe.
Een jaar geleden trokken de zestien
Huts in een ruime boerderij met on
geveer 70 hectare goed grasland en
ruim 30 koeien. De oudste zoon,
Ralph, is de enige hulp, die Jacob zich
kan veroorloven de anderen zyn nog
op school, want in de V.S. is 16 jaar
de grens van de schoolplichtige leef
tijd maar tezamen kunnen zij het
op het ogenblik best aan. Zij maken
daarbij natuurlijk hoe langer hoe meer
gebruik van melkmachines en andere
mechanische apparaten. Tot dusver is
de ploeg nog een kwestie van paar-
dentractie, maar Jacob Hut heeft al
een rekensommetje gemaakt hoe hjj
zich binnen afzienbare tijd een trac
tor kan aanschaffen. Een oude Che
vrolet van 1934 met een piekfijn mo
tortje zorgt inmiddels al voor het
transport naar de nabijzijnde stad,
Middletown, en wanneer Jacob en
Tjitske 's avonds een ogenblik tegen
over elkaar zitten alvorens ter ruste
te gaan, komen zij tot de conclusie,
dat zij er op dit ogenblik al beter aan
toe zijn, dan ze het ooit in Nederland
hebben gehad.
Bakkersknecht werd dominee.
Om zich heen zien zy ook de voor
beelden van succes. Niet lang geleden
kregen zij bezoek van ds. Cornelis
Hegeman uit Patterson. New-York,
die zij in Noordwijk gekend hadden als
een bakkersjongen. Hij had zijn
eigen studie weten te bekostigen en
hier zijn eigen leven uit de grond ge
stampt.
Jacob en Ralph Hut werken nu nog
op gehuurd land. Maar naarmate de
andere jongens in de komende jaren
van school komen en er dus meer han
den voor het werk beschikbaar zullen
zijn, denken zij al aan uitbreiden, aan
het kopen van hun eigen land en op
een zodanige plek, dat zij hun eigen
bedrijf zo groot kunnen maken als zij
het zelf willen. Zij zijn nog verre van
rijk. Tjitske heeft nog niet de beschik
king over een wasmachine en andere
Amerikaanse hulpmiddelen, die het le
ven van een moeder van 14 kinderen
aanzienlijk vergemakkelijken. Maar zij
weten wel, dat zij nog nooit zo op de
goede weg zijn geweest om een onaf
hankelijk bestaan te leiden, als hier
in Middeltown.
pRIJSBEHEERSING EEN ZAAK van
de chaotische dagen dezer eeuw?
Neen, lezer. Reeds 3800 jaar geleden
werd in het oud-Babylonische Konink
rijk Esjununna prijsbeheérsing inge
steld. Prof. Goetze heeft vorig jaar in
het Iraakse museum te Bagdad wets-
tafels gevonden, waarin, naar men aan
neemt, de oudste wetscodes ter wereld
zijn geschreven. In deze wetten, die
met vele van thans overeenkomen, is
een lijst opgenomen van producten,
waarvoor een maximumprijs was vast
gesteld. De wetten hadden ook betrek
king op lonen en dienstel). Het Rijk
was gelegen op de Oostelijke oever van
de Tigris. Een en ander is bekend ge
worden door een zo juist in New Haven
(Connecticut) verschenen vertaling.
Niet alle speurders hebben een fijne
neus, maar de Londense antiquair, die
in een tweedehands boekwinkel te
Boedapest grasduinde, bleek deze wel
te bezitten. Hij ontdekte er het door
Mozart op twaalfjarige leeftijd ge
schreven manuscript van het menuet
en trio nummer 3 in c majeur, dat on
geveer een eeuw geleden y/as verdwe
nen, nadat Mozarts zoon hét aan me
vrouw Kavalkabo had gegeven. Het
door Mozart éigenhandig geschreven
manuscript, dat door de directeur van
de muziekafdeling van de Nationale Bi
bliotheek van Oostenrijk als echt is
erkend, zal dezer dagen te Londen op
een veiling te koop worden aangebo
den.
Nog een paar nieuwtjes uit de wereld
van Apollo. He"t symphonieorkest van
Madrid zal na jaren weer voor het
Franse publiek en wel te Parijs optre
den. Tot plaatsvervangend lid van de
commissie van advies voor het verle
nen van prijzen en opdrachten aan
componisten voor het jaar 1949 is door
de Minister van O.K. en W. benoemd
de heer W. van Otterloo.
j^AklE VAN EYSDEN—VINK, de
oud-actrice hoopt a.s. Maandag haar
vijf en tachtigste verjaardag te vieren.
Zij trad reeds op veertienjarige leef
tijd in de Amsterdamse Stadsschouw
burg op. Haar eerste titelrol kreeg ze
in „Suzanna Bartelotti" van J. A. Al-
berdingh Thijm, welk stuk werd opge
voerd ter gelegenheid van het huwe
lijk van Koning Willem de Derde met
Koningin Emma. In Den Helder kreeg
zij haar kans, toen ze van mevr. De
Boer Van Rijk de rol van „Ilonka" in
„Inkwartiering" overnam. Te Rotter
dam. waar ze meer dan veertig jaar op
de planken stond, boekte zij haar groot
ste successen. In 1924 nam de actrice
afscheid van het toneel. Marie van
Eysden Vink verheugt zich in een
goede gezondheid en bezoekt nog re
gelmatig de schouwburg.
De directeur van de Italiaanse to
neelschool te Rome: Prof. Dr. Peter
Scharow is in Amsterdam aangeko
men om op uitnodiging van Comedia
Maxim Gorki's „Nachtasyl" te regisse-
LIED VAN DE WEEK
Twee en twintig taaie trappers
Treden morgen in het krijt
Om elkaar te gaan bekampen
In de grote voetbalstrijd.
Twee maal twintig vlugge voeten
Zullen rennen over 't veld,
Om de keepers te verschalken,
Die in 't doel staan opgesteld.
Tien maal duizenden bezoekers
Zullen weer getuigen zijn,
Van dit internationale,
Populaire sportfestijn.
Twee maal drie kwartier zit Holland
Aan de radio gekleefd,
Om te luist'ren naar de man, die
Ons de reportage geeft.
En zo zal ons Neerlands elftal
Weer opnieuw de strijd aan gaan,
Met de wil de rode duivels
In de hoofdstad te verslaan.
Met het doel als doel voor ogen,
Toegejuicht door groot en klein,
Zullen de oranjemannen
Zich weer spoeden langs de lijn.
't „Abe, Abe", zal weer klinken,
Ook al dient er voor gewaakt,
Dat men hem niet over 't paard tilt
Of hem tot een afgod maakt.
Alle elf oranjemannen
Houden onze kleuren hoog,
En maar al te veel verliezen
Vele mensen dit uit 't oog.
Daarom hoop ik lezers, dat het
Een sportieve wedstrijd wordt,
En men dit maar houdt voor ogen:
Dat de hoofdzaak is de SPORT.
JABSON
ren. Het stuk is volgens de prof. juist
in deze tijd op zijn plaats, omdat de
toeschouwers veel begrip zullen heb
ben voor de „mensen, die de waarheid
zoeken", zoals Gorki ze „met veel ge
nialiteit" in „Nachtasyl" bijeen brengt.
De première voor Nederland kan mid
den April worden verwacht.
pARIJZENAARS LEZEN VEEL. Het
aantal ingeschrevenen lezers van de
70 stadsbibliotheken bedroeg in 1948
ruim 2.336.000. De centrale bibliotheek
van Montmartre was kampioen. Kort
geleden werd ook in Frankrijk een
„boekenweek" gehouden. Voor dit land
nog een primeur. Enkele Parijse uitge
vers organiseerden een tentoonstelling
speciaal gewijd aan het geïllustreerde
boek.
J)E BEWONERS van de Ver. Staten
blijven in deze leeswoede niet ach
ter. Dit bewijst het feit, dat het opla-
gencijfer van dag- en Zondagsbladen
in 1948 in het land van de Yankees
voor de achtste achtereenvolgende
maal een record haalde. De dagbladen
bereikten een oplage van 52.285.2997
exemplaren, de Zondagsbladen een op
lage van 46.308.081 exemplaren. Gedu
rende de afgelopen 20 jaar nam de op
lage van de ochtendbladen met 51 pet.
toe, die van de avondbladen met 30
pet.' en van de Zondagsbladen met 79
procent.
Tedere wereldstad die zichzelf een
weinig respecteert bezit wel een
etablissement, aan de gevel waarvan
dofgloeiende neonletters u vertellen
dat het Alcazar heet. Zo ook de wereld
stad Amsterdam. Het hoofdstedelijk
Alcazar is gevestigd op het Thor-
beckeplein 5 en het verschilt niet zo
heel veel van de Parijse, Brusselse,
Antwerpse, Londens, Lissabonse en
Port Saidse Alcazars. Dat wil zeggen:
ook voo perceel Thorbeckeplein staat
een portier die gedachtenassociaties
oproept aan een schout bij nacht b.d.,.
ook hier zijn de gordijnen discreet ge
sloten, ook hier poogt men, door mid
del van zachtgevooisd licht, snelle
kellners. een bandjir van muziek en
cabaret, het geacht publiek enkele mo
menten van vergetelheid te schenken.
Tegen inlevering slechts van enige on
beschadigde pasmunt.
Van de week waren wij in perceel
Thorbeckeplein 5. Niet zozeer om onze
zinnen te verzetten bij twee pijpjes
bier raison van vijf en zeventig
cents elk, maar wèl omdat ons in het
voorbijgaan door de schout bij nacht
b.d. werd toegeroepen dat hedenavond
het Cabaret der Onbekenden optrad.
De verleiding om de Onbekende
Amsterdamse Artist ten voeten uit te
aanschouwen was te zwaar voor ons
zwakke weerstandsvermogen. Wij be
traden dus het Alcazar, gaven in een
kelder jas en hoed af, werden verblijd
met een stembiljet (waarover later
meer) en zetten ons neder onder een
heftige muzikale stortbui, waarvan wij
aanvankelijk veronderstelden dat deze
te onzer ere werd gepleegd, doch
waarvan al spoedig bleek dat het als
afscheidsfanfare was bedoeld voor een
artiest, die zojuist zijn nummer vol
tooid had.
Daarna kwam het bier en dé voort-
....eigenhandig geschreven manuscript
te koop.
zetting van het programma. Het pu
bliek bleek zeer geïnteresseerd.
Het leefde, zoals men pleegt te zeg
gen, mee met al datgene wat voor het
voetlichtje werd opgevoerd. En dat
was niet weinig. In de eerste plaats
was daar Het Alcazar Orchest o.l.v. de
heer Cor Moerbeek. Het speelde wel
licht iets minder schoon dan het Con-
certgebbuworkest, doch de geprodu
ceerde decibels waren kwantitatief
stellig niét minder. De microfoon
stond op sommige ogenblikken te dei
nen van de aanstormende lawine ge
luid.
Het was een veelzijdig orkest. Fran
se chansons, Duitse liederen, Ameri
kaanse foxtrots en exotische tangos en
en samba's wisselden elkaar in tome
loos tempo af. Tussen dit muzikale al
lerlei traden de artisten op. Zoals daar
waren Johny Rovo (Humorist-Confe
rencier), Alice Horst (De Charmante
Zangeres), Henny van Gelder (De Po
pulaire Cabarettière) en nog anderen.
Het weerzien van Johny en Henny, het
oude team dat reeds vóór de oorlog in aanzien des persoons. Oprecht en ïnte-
ons enigszins teruggetrokken achter
een der Alcazariaanse pilaren toen zij
voor het voetlichtje verscheen. Ten
slotte kun je nooit weten. En zeker is
zeker.
Liet was alles zeer schoon. En toen
kwam het Cabaret der Onbeken
den, het Hoogtepunt van de avond.
Daarvoor waren die stembiljetten.
Want wij, 't geacht publiek, zouden
onze instemming of teleurstelling
weergeven in een der cijfers van 1 tot
10. De waardering voor deze cijfers is
gelijk aan die op het rapport van Uw
zoon of dochter op de lagere school.
Eerst kwam echter nog de Directeur,
de heer D. Vreeswijk. Een prettig
man, om zo te zien. Gemoedelijk en
welgevuld. Het z.g. picnische type in
de leer der psychologie.
Een man als een vader. Met iets
ronds en breeds en goedmoedigs. Een
kruising tussen Sinterklaas, het Kerst
mannetje en een emeritus predikant.
Een man om voorzitter te zijn van een
klaverjasclub. Een man die begrip
heeft voor andermans noden. Ik wil er
mijn hoofd onder verwedden dat de
prijsvaststelling van 75 cent voor 1
glaasje bier buiten hem om is gegaan.
Zo is deze man niet. Kortom: 'n goed
mens.
De heer Vreeswijk introduceerde de
Artiesten. Hij deed dat menselijk, zo
echt humaan. En bovenal, neutraal.
Dat zei hij ons, achter het voetlichtje,
vijftien malen: „Ik blijf Neutraal." Hij
had het niet behoeven te zeggen: de
Onpartijdigheid stond hem op 't ou
bollig gezicht geschreven.
De eerste artiest was Isabella. Isa-
bella bleek een man te zijn, verkleed
als Spaanse danseres. Genre: La Ar-
gentina. Zij (Hij?) zong hartverscheu
rende- liederen en klotste over de
planken van het schavotje met bege
leiding van Het Alcazar Orchest o.l.v.
Cor Moerbeek die ólsmaar melancho-
lieker en triestiger ging kijken, naar
mate het later werd. Na dit nummer,
waaraan de klapperende castagnetten
niet ontbraken, vulden wij het cijfer
op het stembiljet in (een 6) en zetten
ons neer om te genieten van de vol
gende Onbekende Kunstenaar. De
naam is me ontschoten van het jonge-
mens met het bleke gelaat en rossig
haar. Zichzelf begeleidend op een ban
jo zong hij droeve liederen uit 't ver
re Italië en het zoete Frankrijk. Het
was heel mooi, al riepen stemmen uit
het publiek. „Wèg met die microfoon."
Onze oorvliezen ondergingen namelijk
bij dat nummer de vuurproef en de
muren van het Alcazar schudden op
hunne grondvesten. Diep onder de in
druk van het gebodene werd door de
genodigden heftig geapplaudiseerd. En
de rossige jongeling, mêt 't bleek ge
laat dat op meer dan één slapeloze
nacht wees, verdween timide en ont
hutst in de afgrond achter het Toneel,
gans beduusd van het nameloos succes
dat hij zojuist verworven had. Alweer
een gelukkig mens meer in de bakste
nen huizenlawine van Amsterdam.
En zo ging het door. En we vulden
cijfers in, streng en neutraal, zonder
deze combinatie optrad, vervulde ons
alleen met gemengde gevoelens. Was
het niet zo omstreeks de jaren 1937
dat Henny in Den Helder optrad als
nationale chansonnière tijdens de uit
voeringen van het inmiddels allang
dood en begraven zijnde Nationaal Her
stel? En ik meen mij, in die gulden ja
ren. eens verstout te hebben te schrij
ven dat Henny's kunst alleen maar
met 't uiterst kleinste „k"-tje geschre
ven mocht worden. Hetgeen Henny
hóóg zat, zo hoog, dat mij geraden
werd voorlopig uit derzelver buurt te
blijven. Maar er ging een oorlog, een
bezetting en een kouwe oorlog over
heen, en na twaalf jaren zal zelfs het
temperament van Henny wel lichtelijk
bekoeld zijn. Desondanks hebben wij
AMERIKA BEZORGT ONS EEN MERKWAARDIGE VERRASSING. Onder
alle bioscoopexploitanten in de Verenigde Staten is een enquête gehou
den, gebaseerd op de exploitatiecijfers, die de bioscoopbedrijven het vorige
jaar te zien hebben gegeven. En deze enquête leidt tot een zeer duidelijke
conclusie: de meerderheid van het Amerikaanse bioscooppubliek toonde zich
beu van al die films over geïntrigeer, spionnage en misdaad. En dat niet
alleen: het toonde vooral genoeg te hebben van „sex", het gecoquetteer met
filmschonen, wier lichamelijke aantrekkelijkheden de Hollywoodse rolprent-
industrie tot in het walgelijke pleegt uit te buiten. Hoe vreemd het óok
schijnen moge, „sex and crime" deden het niet meer bij de Amerikaanse
bioscoopganger. Hij blijkt bovendien afkerig geworden van de droompalelzen
op celluloid en vraagt meer en meer naar „gewone" films, die zich aan
sluiten b(j de werkelijkheid.
£)EZE CONCLUSIE geeft te denken.
Men mag er niet uit afleiden, dat
de gemiddelde Amerikaan voortaan
slechts films wil van uitgesproken
kunstzinnige betekenis dat aller
minst maar wel, dat men in Ame
rika geleidelijk toch het bedrog van
de Kitsch is gaan voelen en onder
scheiden. En het resultaat van deze
enquête betekent wel degelijk, dat de
Amerikaanse „man in the street" lang
zamerhand wat gevoeliger wordt voor
de goede film. Want men kan voor
filmkunst zeer uiteenlopende eisen
vaststellen, zeker is echter, dat de
goede film, die meer wil zijn dan uit
gelezen spy's voor de kleine kring van
meer of minder „highbrow" film-
fijnproevers en het volk in brede lagen
wil bereiken, haar uitgangspunt ook
moet zoeken in de sfeer die niemand
vreemd is: de sfeer van de mens zelf
en van zijn heel gewone en alledaagse
werkelijkheid. Hier ligt het uitgangs
punt voor het contact met iedere mens,
hier ligt ook het uitgangspunt voor
werkelijke kunst.
JN DIT VERBAND is het niet on
dienstig de aandacht te vestigen
op Max de Haas, een van de schaarse
bekwame Nederlandse filmers, die in
deze sfeer van onze eigen werkelijk
heid een bijzondere filmstijl ontwik
keld heeft. Het Nederlandse bioscoop
publiek mag wellicht in meerderheid
nog de voorkeur geven aan goedkope
filmromantiek, inclusief blote benen,
misdaad en sensatie, ook in ons land
begint de belangstelling te groeien
voor de geestelijk gezonde film, die
eerlijk is in haar onderwerp en meest
al een dubbele waarde heeft, omdat
er een wisselwerking bestaat tussen
deze eerlykheid en een zuiverheid van
vormgeving. Waar dus ook hier de be
langstelling voor de goede film toe
neemt, mag het van bijzonder belang
heten, dat een meesterwerkje van een
Nederlandse filmer „De ballade van
de hoge hoed" thans in publieke ver
toning komt.
Ja, een hoge hoed is de'hoofdfiguur
in deze film, die humor en milde ire
nie op bijzondere wijze verenigt. Max
de Haas opent zijn film met het beeld
van een hengelaar ergens op een zon
nige kademuur. Hij peinst zo wat over
schiedenis van die hoge hoed daar in
het water van die Amsterdamse
gracht.
Max de Haas vond hier de gelegen
heid om in filmbeelden, die het leven
van de hoge hoed vertellen, een zachte
sociale satyre uit te drukken. De film
is omstreeks 1936 gemaakt en werd
een milde hekeling van die tijd, zon
der bijtende scherpte, maar met een
bijna filosofische ondertoon, die de
betrekkelijkheid accentueert van al
les wat ons soms zo bijzonder belang
rijk voorkomt. De hoge hoed wordt
gedragen door diplomaten, door brui
degom en door aanspreker, door de
dronken bruiloftsgast en door de
straatmuzikant en zo rijgt het verhaal
van de hoge hoed verschillende levens
beelden aan elkaar.
Een voor De Haas typische humor
ordent hier de beelden uit de werke
lijkheid met steeds weer verrassende
vondsten tot een nieuwe werkelijk
heid, die wezenlijk van het uitgangs
punt verschilt, omdat zij tevens com
mentarieert, illustreert en eigenlijk
reeds in al haar beknoptheid een com
plete filosofie op het leven inhoudt.
De filmer laat bijvoorbeeld de hoge
hoed gedragen door een bruidegom op
weg naar het altaar, verdwijnen in
een kerk. Even later gaan de kerk
deuren weer open; men verwacht het
bruidspaar naar buiten te zien schrij
den, maar de hoge hoed wordt thans
gedragen door de aanspreker, die een
lijkstoet vergezelt. De film brengt
ons naar een feest, waar een zoveel-
jarig bruidspaar door een kleinkind
zijn dobber, die deint op het gracht- j gehuldigd wordt met het gebruike-
water. Dan komt er een hoge hoed
voorbijdrijven. Het vissertje krijgt
nieuwe stof voor zijn peinzerijen en in
gedachten reconstrueert het de ge
lijke keurig opgezegde versjeop
de gramofoonplaat. De hoge hoed,
door de straatmuzikant verloren,
wordt in een steegje gevonden door
twee straatjongens, die ermee aan het
voetballen gaan. Het filmgeluid doet
ons dan de ovaties en aanmoedigingen
horen van het publiek bij een inter
nationale wedstrijd om ons te sugge
reren, hoe de twee jongetjes in die
steeg zich plotseling de helden van
het voetbalveld wanen. In hun enthou
siasme schoppen zy de hoed het water
in en tijdens de val ziet dan de hoge
hoed zijn eigen levensfilm weer in
een flits.
QE BALLADE van de hoge hoed"
is ruim twaalf jaar oud, maar
wat frisheid, humor en orginaliteit
betreft is zij nog niet overtroffen: de
film had gisteren gemaakt kunnen
zijn. Voor de oorlog werd zjj vrijwel
uitsluitend voor leden van filmliga's
vertoond, haar verschijnen thans in de
Nederlandse bioscopen is zo eigenlijk
een première, waarvan men het
slechts betreuren mag, dat zij niet
eerder kwam. Want door zijn bijzon
der talent, scherpzinnig, gevoelig, vol
humor en vol durf, heeft Max de
Haas hier een uitzonderlijke film ge
maakt, waarin hij door beeld en ge
luid een eigen en afzonderlijke taal te
laten spreken door bijvoorbeeld
beide elementen niet parallel maar
eerder contrapunctisch te hanteren
een alledaags gebeuren naar de wer
kelijkheid vertelt, maar tevens de
betekenis van het gebeuren in die
werkelijkheid onthult, zonder de fei
ten te verwringen, doch enkel door
ze te rangschikken in een nieuwe,
hogere orde. Daarmee werd zijn werk
overeenkomstig het woord van de
grote filmregisseur Pudovkin tot
filmkunst van het zuiverste water.
LONG-SHOT.
ger. Net zo rechtschapen als de heer
had kond gedaan. De winnaars komen
in de demi-finale, later in de finale,
nog later in weer wat anders. En eens
zal, na jaren en jaren, de dag aanbre
ken dat de Prijswinnaars naar voren
treden, uit de grijze mist hunner onbe
kendheid. en hun hoofd zal dragen niet
alleen de eigenhandig door de heer
Vreeswijk op zijn (of haar) hoofd ge
drukte lauwerkrans, maar datzelfde
hoofd zal omstraald worden door het
aureool der meest volstrekte Onpartij
digheid der Jury. En wat mijzelf be
treft. aan mij de eer eens te mogen
zeggen: „Kijk, ik was er zélf bij".
Toen hebben wij ons losgescheurd uit
de ban van het Alcazar. Dankbaar
gestemd. Wij waren die avond gecon
fronteerd met de Onbekende Kunste
naar, de artistieke anonymus van Am
sterdam, verdrukt, kansloos en onbe
mind. De Muzen hebben echter anders
gewild: zij hebben ons een Alcazar ge
geven en niet alleen een Alcazar, maar
een Alcazar met iemand als de heer
Vreeswijk als directeur. Als Onpartij
dig Directeur. In het Alcazar, op het
Thorbeckeplein, ligt de kans voor elk
eerlijk artiest. Niet alleen voor Am
sterdamse kunstenaars, maar voor al
len in den lande, die iets te zeggen, te
zingen of te dansen hebben. En zelfs
voor hen die in het geheel niets te
zeggen hebben.
En zo gezien mag men zonder over
drijving vaststellen dat het Alcazar de
eigenlijke Olympus is voor de wor
dende Nederlandse Kunstenaar en Cul
tuurbrenger. 'Want wat daar leeft,
groeit en gedijt, dat zal uitgroeien en
bloeien tot een nieuwe kunstenaars
generatie, bekend en geacht tot ver
over de landsgrenzen.
Slechts zure lieden en netevreters
zullen vallen over de in de consump
ties verdisconteerde entreeprijs. Alsof
men Kunst gratis moet toe krijgen.
Wie vindt drie kwartjes voor limonade
te duur, wie 1,50 voor een kinawijn
tje (met alle geuren van het nabije,
verre en verste Oosten erbij) te pe-
perig? Wie zal vallen over een glaasje
„bessen" voor de luttelheid van 1.50
of een flesje Knal van slechts 2.
Neen, slechts querulanten zullen daar
over vallen. Slechts de allerkleinsten
van geest zulen de treurige moed heb
ben aanmerking te maken op een
glaasje advocaat waarvoor men op de
Alcaziriaanse Olympus niet meer dan
2.vraagt.
Met recht: Kunst voor het Volk.
ANTHONY VAN KAMPEN
Hoofdpijn - Kiespijn - Zenuwpijn
helpt altijd