Chauffeur-zijn betekent: het leven kennen in al zijn schakeringen De laatste competitie-wedstrijden in het Westen Res identie &o CP Een iaxi snori door Amsterdams siraien Dag en nachi langs de pleinen en grachten Kees van Zeeland aan de praat Zal Stormvogels hei zonder Kraak redden? Hoe is de stand Mieke Hei Radioprogramma Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avoniuur m AVONTUUR NAAR VASTE GROND Thuiskomsi van een eenzame lATBtBAft U MAART 1M» Virginia i© Wet Wilde WestcW hcrlee-fd Vi'ev böndia- t-e-M bev-oofden een snel t^ö/n, ©t<slen t-wee auto's en verdwenen, ma da passagiers te hebben mtqeschudr De Eq yptiscWe volksherstel SlQörettem vmordem op c.t _goedkoper G~? En nog wil I niemramd ze Wobbem* In het Amerikaarise r. congres neett Pïrrpraat oor/ba jjewoed. Een rmerieer uit Washima- •tori heeft hot spoliatie oewonnen Hu zxy^moe i "tldven uur Oon een f Stuk De beschaving clrmgt steeds verder door lm^<_>!d- A^riUo mogen blanken en gekleurden met meer m eén auto-bos ütien I u "Potent Moten' [n ^iliedrecWt nömen elf ie. Oude n-von - dog<2.n deel acwi het verk aerse^amen Samen waren z.C 2.^1 jaar oud; In Wenen komt geen huur verhoging De önthutstc- htusjeirnelkers werden over. bluft door Wonderden tieren, da huismoeders- Oostenrgk an Hongcórgp habban »i\ clkOnder c^Qpro- t^steerd over qransinciclw- -te-ri De pot en de Uetel m de procfei^h In een FVonse aavongGru's» groc. vein de "UtomtevTrnet lepels e*i vorken een Obna van 5o meter Ipna. AarTT it emde stond de. politie hen op te wachten. Veertig pnocont der rechters inde fbovjet-Orne bestaat j\t vrouwen I ^rrne mannen f liet Amsterdamse Stationsplein ligt te glimmen in een gestadige regen. Ge- haast rennen de treinreizigers, die door de zingende deuren heen het asfalt voorden opgestuwd, zich huns weegs. Eén heer in een zwarte winterjas, ten gele actetas onder de arm, spoedt zich naar rechts, waar een ri) taxi's wacht. Het portier van de voorste wagen valt al open, de motor trekt op, de taxi brengt zijn passagier naar de plaats van bestemming. Een Zweedse zeeman hangt aan de toog van een kroegje ergens achter de Zeedijk. Zijn offer aan Bocchus is hem te zWaar geweest, nevelen trekken' voor zijn brein langs en maken de glazen, de spiegels, het orchestrion in de hoek tot wazige vlakken. Zelfs de meiden, die hem vanaf de barkrukken toe lonken, interesseren hem niet meer. Dan slaat zijn hoofd voorover op de tap kast en hij slaapt. De waard grijpt de telefoon en weer is het een taxi, die de man naar zijn schip brengt, een lange rit ditmaal, want het ligt in Zaandam om. hout te lossen. Een heer en een dame verlaten de schouwburg, hij in overjas met witte shawl, zij in avondjapon onder een driekwart bontjas. Een gure wind slaat hen tegen. Maar ook hier staat weer een taxi gereed, om hen snel en comfortabel daar te brengen, waar zij zijn moeten, voor hun huisdeur. He Amsterdamse taxi's, tijdens de oor log verdwenen uit het hoofdstede lijk beeld, keerden terug, weliswaar nog niet in zo groten getale als voor heen, maar zij zijn er weer, hun zwart witte blokbanden treft men weer over al aan en opnieuw bewijzen zij hun diensten, die vaak van zo uiteenlopen de aard zijn, aan hun klanten, koning Publiek. Op hun portieren dragen zij letters, die vaak verschillend gegroe peerd zijn. Daar staat ARO, daar staat BVTO of STO maar dat verschil Is niet groot, want alle verschillende on dernemingen zijn verenigd, hebben een gemeenschappelijk dienstrooster en werken als één geheel samen. En bovendien zijn er nog wat snor ders, zo'n beetje de zwarthandelaars onder de taxi's, maar zij vormen een uitstervend ras, dat in deze tijd, waar in alles wordt geordend, geen plaats meer vindt. Vroeger was dat anders, toen snor de iedereen, die maar over een wagen kon beschikken en zo omstreeks 1930, toen het snorren hoogtij vierde, was er een vast tarief voor een stadsrit van ongeacht welke lengte. Vijf hele dubbeltjes moest men dan neertellen, of men nu van het station naar de Dam reed of van de Spaarndammerbuurt naar het stadion. Zevenpersoons-wa- gens waren heel gewoon en een gezel schap van zeven personen, dat zo voor twee kwartjes thuis kwam, moest voor de tram toch altijd nog zevenenzeven tig cent betalen. Was het een wonder, dat de snorders de grootste concurrent werden van de Amsterdamse gemeente tram? En dat ze dus prompt werden verboden? En nu? Nu is het, om in de taal van een Amsterdamse taxi-chauf feur te spreken „bloed-link" om te snorren, want als ze je schaken, kost het je niet alleen een proces-verbaal, maar bovendien wordt je wagen in be slag genomen en dat is het ergste van alles. Chauffeur vertelt. Neen, de chauffeurs van de Amster damse taxi's in de na-oorlogse jaren hebben allemaal keurig hun blokband en hun werkboekjes en hun vaste sa laris en met z'n tweeën één wagen om te rijden en te onderhouden. En toch, toch is hun bedrijf er één, waarin nog al eens wat te beleven valt. En wie zou ons dat het beste kunnen vertel len, dan één van die chauffeurs zelf' Uit zijn mond tekende ik al die inte ressante gegevens op en nog veel meer, waarover ik in een volgend ar tikel hoop te vertellen. Ik pikte hem op op het Rembrandtsplein, toen hij met zijn wagen voorreed bij de telefoon- kast en terwijl wij wegreden onder de booglampen en de wielen een zoe vend geluid maakten op het asfalt, rinkelde achter mij alweer de luid ruchtige bel, om de volgende wagen te bestellen. Wij waren al gauw goede vrienden Een Amsterdammer is m»t eenkennig en zeker een taxi-chaufleui niet. Zo lang de meter draait en hij zeker van z'n geld is, kun je hem krijgen, waar je hem hebben wilt Kees heette hij. Kees van Zeeland en hij zit al een twintig jaar in het vak. En in het café „Het Sterretje" in de Nieuwe Amstel- straat, net over de Blauwe Brug, zijn we aan het praten geslagen. Het Ster retje gaat al om vier uur in de ochtend open, als een eenzame cootwerker zich naar zijn werk haast, en le straten leeg zijn op de vroege werkers na en !c late nachtvogels en de taxi's. Want die zijr. er altijd, dag en nacnt. Daar- rm komen de chauffeurs altijd in het terretje en drinken er hun k ïffie, die heet is en zoet en goedkoop. Ze war men er hun koude voeten bij de dikke salamander, vóór ze naar huis gaan na weer een lange nacht op de wagen. Ja, die Kees weet heel wat te vertel len, ook uit de snorderstijd. Want toen had hü ook al een wagen, een zeven- persoons Buick, die hem 4400 gulden kostte. „In één jaar tijd had ik 'em er uit, meneer", zegt hij en blaast In z'n koffie. „In één jaar afbetaald met rit jes van twee maffies. Nee, denk maar nooit meer, dat snorren niet lonend was. Ze hebben het anders zo fijn in cie wet gezet, wat snorren betekent. Een auto aanbieden, met het kennelijk doel, de wagen te verhuren. En ze zijn tijna verdwenen, die piraten van de weg. Het is te riskant geworden". Maar de herinnering aan die goeie ouwe tijd trekt pretrimpeltjes in z'n slapen. „En tegenwoordig, Kees, hoe is het nu? Valt er nu ook nog zoveel te ver dienen?" „Zal ik u effe uit de doeken doen, meneer. Ons loon is zestien gulden ln de week vast. Daarbij komt tien pro cent van het meter-bedrag. En dat hangt natuurlijk af van de drukte. Zó verdien Je goed en zó zit je op 'n hout je te bijten. Want hoe stiller, hoe min der percenten, maar óók hoe minder fooi. Maar zo door de band gerekend kom ik op een vijftig gulden in de week. Dus dat kan nét uit, om zo te zeggen". Soms goed, soms slechi Uit zijn tas komt het zakboekje, waarin hij zijn verdiensten noteert. „Kijk, meneer, vorige week in vijf da gen 86 gulden en een duppie. Reken dan maar uit. Zestien gulden plus tien percent van 86 gulden is ruim 24 gul den. Als lk de tips op 20 percent reken komt daar dan nog zeventien gulden bij, dus verleden week kwam ik met amper veertig gulden bij moeder thuis. Maar nou is het beter" en zijn wijs vinger huppelt langs de blaadjes van het boekje „hier, Zaterdag in één dag bijna zestig gulden. Zie je, dan kom je een heel end Na het derde bakje koffie komt hij helemaal los. En dan vertelt hij, hoe de zaak nu werkt. Er zijn in Amster dam weer 600 taxi's. Vóór de oorlog waren er twee maal zoveel, buiten de snorders. En al die zes maal honderd wagens rijden voor de Amsterdamse Rijtuig Onderneming, de Bond Van Taxi-Ondernemers, de Samenwerkende Taxi-Ondernemers en nog een paar meer. Vandaar die rijtjes letters op de portieren. Het wassen van de wagens gebeurt door employé's in de garages maar de chauffeurs, die met zijn twee- en om de beurt één wagen bedienen, houden hun Buick, hun Ford of Che vrolet zelf schoon. Daarom zijn ze ook als de dood voor dronken klanten, „want" zegt Kees, „als zo'n vent je wagen heeft smerig gemaakt, kun je wel met eau-de-cologne aan de gang eer je de zaak weer klaar gemaakt hebt". Een enkela van al die chauffeurs is baas van zijn eigen wagen, maar ook dan is hij aangesloten bij een van de maatschappijen. En Kees schat het totaal aantal mensen, dat werk vindt bij de- Amsterdamse taxi-bedrijven, chauffeurs, monteurs, wagenwassers en wat al niet meer, op zeker 1600 man. Het onderhoud en kleine repara ties worden betaald uit een gemeen schappelijke pot, de diensten zijn on derling geregeld en alles werkt per fect. Kees praat met kennelijk pleizier over zijn werk en nergens klinkt een spoor van ontevredenheid in zijn woorden. Dat geeft me hoop, om straks nog veel meer te weten te komen. Na de emotionele HollandBelgie- wedstrijd, gaan wij ons Zondag aan de laatste competitie- en de eerste beker wedstrijden wijden. Stormvogels heeft wel een onprettige nasleep van deze HollandBelgie-wed- strüd gekregen daar, zoals bekend, de eminente doelverdediger van de IJmul- denaren door een blessure niet aan de beslissende wedstrijd tegen 't Gooi zal kunnen deelnemen. Overigens heeft Stormvogels aan een gelijk spel tegen 't Gooi voldoende om in veiligheid te komen. Zelfs zonder Kraak behoeft dit toch geen onmogelijke opgave te zijn. Als Stormvogels inderdaad slaagt om tenminste een gelijk spel uit Hilversum weg te halen en de weergoden mede lijden hebben met Koning Voetbal, zal de competitie in het Westen zijn beslag krijgen. In district X ontvangt Vole- wijekers DOS en Sparta speelt de laat ste wedstrijd tegen ADO. Spanning ln district II. Vier clubs in district II, t.w. Neptu- nus, KFC, DFC en Zeeburgia, gaan Zondag proberen hun laatste competi tiewedstrijd te winnen. Van de resulta ten die deze clubs behalen hangt het af of degradatie-candidaat no. 2 Zondag reeds bekend wordt of dat hier nog be slissingswedstrijden nodig zijn. DFC krijgt het wel zeer zwaar in de uitwed strijd tegen VSV. Ook KFC heeft nog niet van DWS gewonnen, hoewel de Kogers op eigen terrein spelen. Zee burgia gaat een bezoek aan hef zwakke DHC brengen en heeft dus de minst lastige opgave. Neptunus tenslotte heeft aan een gelijk spel voldoende om bui ten de vuurlinie te geraken, hetgeen gen HBS zeer zeker mogelijk moet worden geacht. Nog geen kampioen in district IV. Het wachten in district IV is op de kampioen. De mogelijkheid bestaat dat Zondag reeds de kampioen bekend wordt doch waarschijnlijk is het niet. De kampioenseandidaten BW en Lim burgia spelen beide thuiswedstrijden resp. tegen Brabantia en V.V.V., en zul len wel de volle winst thuis houden. Laatste kans voor HSC. In 't Noorden zullen HSC en Achilles alle pogingen in het werk stellen om hun laatste kans te grijpen. HSC ont vangt Sneek, winst is dus mogelijk en Achilles speelt uit tegen Velocitas, min der kans dus op winst maar een kat in het nauw doet rare sprongen. Open vraag in district VI. Het is nog een open vraag welke clubs in district VI degradatiewedstrij den zullen spelen. De wedstrijden van Zondag kunnen hierop nog geen ant woord geven of het moet zijn dat Kerk- rade en de Baronie winnen en Longa van Maurits verliest. Hersengymnastiek door Bob Wallagh In antwoord op de vraag van een lezer over de oorsprong van de zegs- i 4 .„u.-t maken" b.v. een vis, een fles wijn of een stuk vlees, kunnen wij ons slechts bepalen tot die uitlegging, die ln de betreffende handboeken als de meest voor hand liggende wordt aangemerkt. Dan zou de uitdrukking n.L van Zuid-Nederlandse oorsprong zijn, want In het Westvlaam. verstaat men onder „soldaat" een magere koe die verkocht werd om voor het leger geslacht te worden. Bij overdracht kan „soldaat maken" dan gezegd worden voor alles dat doodgemaakt en opgegeten wordt. Tot zover deze woordafleiding. En nu volgen de nieuwe vragen: 1. Hoe noemt men iemand die geheel door eigen kracht en studie iets bereikt heeft? 2. Naar wie werd de Guillotine genoemd? 3. Waarom worden gehuichelde tranen wel krokodillentranen genoemd? 4. Wie waren de Helvetiërs 5. Waartoe dient de dodemansknop"7 6. Noem eens twee soorten papier, die slechts één letter verschillen, maar in olie opzichten van elkander afwijken. 7. In welk boek komt de figuur „Pieter Stastok" voorT S. Wat is de kleinste onafhankelijke staat der wereld? 9. Welke brillenslijper vond wat uit? 10. Tot welk hondenras behoren de „moethonden"? Voor de oplossing zie men tussen de advertenties... VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8 en 11 uur - KRO: 6,00 „Canhis Populorum" 6,15 Journalistiek week overzicht 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 „Kampvuren langs de Evenaar" 7,30 Gramofoonplaten 7,45 Voor de Ne derlanders ln Duitsland 8,05 De ge wone man 8,20 Lichtbaken 8,50 Gra- mofoonmuziek 0,00 Negen helt de klok 9,45 „Wie neemt de handschoen opT" 10,00 Weekend-serenade 10,30 Actu aliteiten 10,45 Avondgebed 11,25 Sym- phonie HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur VARA: 6,15 Popu laire liedjes en melodietjes 7,00 Ar tistieke staalkaart VJRO: 7,So Prof Dr H Brugmans 7,45 Dra Anne H Mulder VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,20 Promenade-orkest 8,00 Socialistisch commentaar 9,15 De winkel van Slnkel 10,00 Vlndobona Schrammel'n 10,25 Je moet maar pech hebben 10,40 Kwar tet Jan Corduwener 11,15 Sfeer en rhythme 11,40 Garmofoonplaten VOOR ZONDAG HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 8 9,30, 1, 7,30 en 11 uur KRO: 8,25 Hoogmis KRO: 12,40 Het orkest zonder naam 2,30 Concertgebouw-orkest NCRV: 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,00 NCRV-koor 7,15 Kent gij Uw Bij bel? KRO: 7,50 In 't Boeckhuys 8,05 De gewone man 8,12 „Uit en Thuis" 10,37 Actualiteiten 10,45 Avondgebed 11,15 Maastrichts Stedelijk Orkest HILVERSUM H, 415 m Nieuwsberichten «om 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 9,15 Men vraagt.... en wij draaien 12,00 AVRO: Musicorda l,2o Melodie en rhythme 3,4b „Thé Dansant" 6,15 In gesprek met de lezer 6,30 Studio-dienst 7,00 Kin- derdienst 7,30 Dr J A van Nleuwehuy- zen AVRO: 8,05 Actualiteiten 8,15 Radio Philharmonisch-orkest 9,00 „Beau Geste", hoorspel 9,35 „De Speel doos" 10,00 Hersengymnastiek 10,30 Waltztime 11,15 Melodieën die U graag hoor. VOOR MAANDAG HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15 Te Deum Laudamus 1,15 „Mandolinata" 6,00 De vijf Zapakara's 6,15 Sport- rubriek 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,15 Onder de NCRV-leeslamp 7,30 Het actueel geluld 7,45 Ir J A Hogen Esch 8,05 Programma-proloog 8,25 „Jona". luisterspel 9,10 Rotterdams Philharmo nisch-orkest 10,60 Gramofoonplaten 11,45 Gramofoonplaten HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7 8, 1 6, 8 en. 11 uur VARA: 8,18 Gevarieerd ochtendprogramma 12,00 Accordeola 1,20 The Ramblers 6,20 Malando 6,45 Parlementair overzicht 7.00 „Eenzame avontuur" 7,30 Piano 8.05 Dingen van de dag 8,15 Pennies from Heaven 8,50 De Ducdalf 9,10 Radio Philharmonisch-orkest 10,10 Le zingen door Jef Last 10,25 De Noten kraker 11,15 Dansmuziek 15. Eindelijk hebben Pim, Pam en Pom dan ontdekt, wie hun eten heeft weggenomen. Het is een aap, maar.... een aap die al drie dagen gevast heeft. Luistert maar wat hij allemaal te ver tellen heeft: „Nee, ik heb geen Moeder meer. Die is gestorven in de dieren tuin". „In de dierentuin? Kom je dan uit 'n dierentuin?" vraagt Pim nieuws gierig. „Ja, maar daar heb ik niet altijd gewoond. De mensen hebben mij en Moeder gevangen en in een dierentuin gestopt. Daar komen de mensen dan naar ons kijken". „En je vader dan, beste kind?" vraagt Moeder medelij dend. „Mijn vader woont in Afrika". „Afrika?" herhalen de drie broertjes ongelovig. „Maar dat is toch heel ver?" „Ja zeker, is dat heel ver, maar daar ben ik toch geboren. En mijn Vader woont daar nog. Die konden de men sen niet te pakken krijgen". „En jou wel?" vraagt Pim weer. „Ja en toen zijn we op een grote boot hierheen ge bracht en aan de dierentuin verkocht". IN DE 52 DOOR TJEERD ADEMA Hier en daar zat een meisje alleen en rookte een sigaret, die zij aan het mondstuk voorzichtig tussen haar met vuurrode nagels getooide vingers hield. Sommige van die meisjes droegen een los om de schouders geworpen bont met een dierenkopje en veel staarten. Zij hadden haar tasje voor zich op het tafeltje gelegd en nipten zo nu en dan zuinig aan een glaasje rood vocht, dat aan bessen deed denken. Klaarblijke lijk zaten zij hier niet voor haar ge noegen maar was dit lokaal voor haar een operatieterrein, waarin met vrou welijke hulpmiddelen als lokkende ogen, uitdagende glimlachjes en opge schorte rokjes onzichtbare netten wer den gespannen, waarin argeloze leden van het mannelijk geslacht als vliegen in een web werden gevangen. Een ionee. cezette vrouw-met vuur rood haar en een opvallend blanke huidskleur, die twee tafeltjes van ir. Steensma af zat, had de nieuwe be zoeker in zijn keurig zittende smoking reeds getaxeerd en was onmiddellijk tot het offensief overgegaan. Wanneer hij in haar richting keek, zag hij, dat zij hem fixeerde. Zij trok haar lippen in een brede glimlach vaneen en ver toonde dan twee rijen sterke tanden. De muzikanten waren onuitputtelijk in het blazen, trommelen, slaan en strijken van klanken, die met elkaar een harmonisch geheel moesten vor men, waarop menselijke wezens Kon den dansen. Een neger in smoking, die op een nikkelen saxofoon blies trad tevens als musicale clown op de voorgrond Hij ontlokte aan zijn lichtjeskaatsend instrument alle klanken, die een hond pleegt voort te brengen, als hij onder een boom staat en opkijkt naar een opgejaagde kat, die hem op het laat- rte ogenblik ontsnapt is en veilig op een tak zit. Hij zakte daarbij zo nu en dan door zijn bibberende knieën en liet zijn ogen zo wild door zijn zwarte snoet rollen, dat ze op draaiende knikkers geleken. Het publiek juichte hem bewonde rend toe en zodra de zwarte toonkun stenaar amechtig achter zijn lessenaar was gezonken, zwaaide een jongeman in rok, die het ensemble dirigeerde zijn stokje boven de hoofden van zijn geluidvoortbrengende discipelen en ir. een nieuwe cacophonie gleden jonge meisjes weer in de armen van naar danseurs over het gladde dansvloertje, dat zo klein was, dat de paren her haaldelijk tegen elkaar botsten. Ir. Steensma vermaakte zich. Dit was weer eens iets anders dan do deftige gelegenheden, waarin nij tot dusver zijn Bourgogne had gedron ken of onder de taxerende blikken van een afgemeten Ober zijn souper- »je had gebruikt. Hier zag hij het leven van een an dere en niet minder interessante kant en hij glimlachte onwillekeurig als hij een jong en aardig meisje naar cava lier amicaal een slag op de schouder zag geven. De jeugd vermaakte zich hier op eigen wijze en otoorde zich allerminst aan belemmerende voorschriften van tiaditie en conventie. Misschien was hij gelukkiger geweest, als hij nooit iets van dit leven gekend had, maar als hij had moeten kiezen, zou hij het andere en betere zeker niet verwor pen hebben. Hij had het gevoel of hij na een !an- ge, vermoeiende studie voor ontspan ning, eens een avontuurlijk volks romannetje ter hand had genomen. Toen hij opkeek stond de vrouw met rood haar voor zijn tafeltje. Zij hield een onaangestoken sigaret in de hand en keek hem glimlachend in de ogen. „Geef me een vuurtje, Sjors," zei ze Ir. Steensma haalde zijn sigaren aansteker te voorschijn en bood de jonge vrouw een vlammetje. Zij zoog het vuur in haar sigaret, blies een rookwolk uit en zette zien ongevraagd op een ledige stoel naast de zijne. „Je bent zeker geen Hagenaar", zei ze. Wordt vervolgd. CEN MENS is eenzaam; een dier niet, of althans in veel mindere mate. Waarom? Een dier is geheel opgeno men ln de hem omringende natuur. Hjj is er als het ware één mee, hjj is er mee vergroeid, hij is een stuk van de natuur waarin hij staat Primitieve volken vertonen dezelfde oereenheid met de natuur. Een volksstam kan xich verwant zelfs wezenséén weten met een bepaalde diersoort: het totemisme. Of een enkele primitief kan zich één weten met één bepaald dier, een slang b.v.: het nagualisme. We weten, dat primitieven heel moeilijk kunnen tel len, omdat zij niet scheiden, niet ana lyseren kunnen. Zij kunnen moeilijk het ene voorwerp ónderscheiden van het andere. Zij kunnen hun eigen lk soms slechts ternauwernood onder scheiden van het andere. Zij kunnen hun eigen lk soms slechts ternauwer nood onderscheiden van de groep waar in ze leven. Wat is deze vorm van leven ons vreemd geworden! Wij zijn geen deel meer van de natuur, tenzij dan in een dichterlijk en romantisch ogenblik. Wij zijn de meesters der natuur. Wij beheersen de natuur in onze techniek. Wij kunnen scheiden en onderscheiden; wij kunnen tellen en rekenen. Maar ln en door dat alles zijn wij eenzaam ge worden. De mens is zichzelf namelijk bewust geworden. Bewust worden be tekent afstand nemen, scheiding, los making. Door ons analyserend, schel dend en onderscheidend bewustzijn hebben wij ons zelf eenzaam gemaakt Ons bewustzijn heeft ons losgemaakt van de moedergrond, waarop het dier nog leeft. Daarom is eenzaamheid het kenmerk van ieder mens in zoverre hij bewust mens is. Het eenzaam makende bewustzijn doet een mens zoeken naar houvast De eenzaamheid drijft naar godsdienst. Een dier heeft geen God nodig, omdat de natuur hem God is. Maar de mens in zijn eenzaam zelfbewustzijn vraagt naar een houvast in de leegte, die hij zelf geschapen heeft. Hij vraagt naar de diepste grond van het zijn. Hij vraagt naar het waarom van allo dingen. Hij vorst naar de zin van le ven en dood. Kortom, hij zoekt een steun, nu de natuur niet langer zijn moeder is. Ik laat nu dit thema even los, om drie woorden aan te halen van men sen die, op de grens van leven en dood, stonden voor de meest radicale een zaamheid. Allereerst noem ik u één van de grote, romeinse keizers. Hij lag op zijn sterfbed. Toen zei hij aan de omstanders: Het spel is uit. Applaudl- seer! Dan noem ik u een onderwijzer, die dit jaar stierf. Hij had afscheid geno men van zijn vrouw en kinderen. En in een geloof dat de nuchterheid en de humor niet had verloren, sprak hij: Kom, laten wij de zaak maar sluiten. Tenslotte noem ik u Jezus Christus. Het laatste woord dat hij, ten dode ge marteld aan het kruis, sprak was: Va der, in uw handen beveel ik mijn geest Nu zal men steeds voorzichtig moe ten zijn met het beoordelen van der gelijke, in de meest kritieke situaties gesproken woorden. Wat deze keizer gedacht heeft, valt niet meer te re construeren. Maar dit valt toch wel op te maken uit de aangehaalde 7.in, dat hij een toneelrol vervuld dacht te hebben, waarop hij nu applaus ver langde. Dan vraag ik: Is het leven een spel? Dan is er iets wat in mij zegt: Ja! Het leven is een spel, maar een ernstig spel. Het lijkt eerder op een middeleeuws mysteriespel, dan op een klucht. Het is een heilig spel, dat wèl gespeeld moet worden. Want God is de regisseur. En heeft het leven ook Iets van een zaak, die we met onze dood moeten sluiten? Dan zeg ik weer: Ja! Wie het woord zaak niet opvat met een zweem van winstbejag, maar in de zin van opdracht, taak, blijde plicht, die krijgt van mij gelijk. Het leven Is ook een zaak, waarvoor Je staat. Maar het woord van Christus goot verreweg het diepst. Want hier wordt de eenzaamheid van een mens ge peild. Hier is zijn leven meer dan spel en zaak samen. Hier is het geworden tot een tocht naar den Vader. Wij. die door ons bewustzijn onze moeder, de natuur, verloren hebben, zullen nu zoe ken het huls van den Vader.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 6