Chauffeur-zijn betekent: het leven
kennen in al zijn schakeringen
De laatste competitie-wedstrijden
in het Westen
Res
identie
&o
CP
Een iaxi snori door Amsterdams siraien
Dag en nachi langs de pleinen en grachten
Kees van Zeeland aan
de praat
Zal Stormvogels hei zonder Kraak redden?
Hoe is de stand Mieke
Hei Radioprogramma
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avoniuur
m
AVONTUUR
NAAR VASTE GROND
Thuiskomsi van
een eenzame
lATBtBAft U MAART 1M»
Virginia i© Wet Wilde
WestcW hcrlee-fd Vi'ev böndia-
t-e-M bev-oofden een snel
t^ö/n, ©t<slen t-wee auto's en
verdwenen, ma da passagiers
te hebben mtqeschudr
De Eq yptiscWe
volksherstel
SlQörettem vmordem
op c.t _goedkoper
G~? En nog wil I
niemramd ze Wobbem*
In het Amerikaarise r.
congres neett
Pïrrpraat
oor/ba
jjewoed.
Een rmerieer uit Washima-
•tori heeft hot spoliatie
oewonnen Hu zxy^moe i
"tldven uur Oon een f
Stuk
De beschaving clrmgt
steeds verder door lm^<_>!d-
A^riUo mogen blanken en
gekleurden met meer m
eén auto-bos ütien I
u "Potent Moten'
[n ^iliedrecWt
nömen elf ie.
Oude n-von - dog<2.n
deel acwi het
verk aerse^amen
Samen waren z.C 2.^1
jaar oud;
In Wenen komt geen huur
verhoging De önthutstc-
htusjeirnelkers werden over.
bluft door Wonderden tieren,
da huismoeders-
Oostenrgk an Hongcórgp
habban »i\ clkOnder c^Qpro-
t^steerd over qransinciclw-
-te-ri De pot en de Uetel
m de procfei^h
In een FVonse
aavongGru's» groc.
vein de "UtomtevTrnet
lepels e*i vorken een
Obna van 5o meter Ipna.
AarTT it emde stond de.
politie hen op te wachten.
Veertig pnocont der rechters
inde fbovjet-Orne bestaat
j\t vrouwen I
^rrne mannen f
liet Amsterdamse Stationsplein ligt te glimmen in een gestadige regen. Ge-
haast rennen de treinreizigers, die door de zingende deuren heen het asfalt
voorden opgestuwd, zich huns weegs. Eén heer in een zwarte winterjas, ten
gele actetas onder de arm, spoedt zich naar rechts, waar een ri) taxi's wacht.
Het portier van de voorste wagen valt al open, de motor trekt op, de taxi
brengt zijn passagier naar de plaats van bestemming.
Een Zweedse zeeman hangt aan de toog van een kroegje ergens achter de
Zeedijk. Zijn offer aan Bocchus is hem te zWaar geweest, nevelen trekken'
voor zijn brein langs en maken de glazen, de spiegels, het orchestrion in de
hoek tot wazige vlakken. Zelfs de meiden, die hem vanaf de barkrukken toe
lonken, interesseren hem niet meer. Dan slaat zijn hoofd voorover op de tap
kast en hij slaapt. De waard grijpt de telefoon en weer is het een taxi, die de
man naar zijn schip brengt, een lange rit ditmaal, want het ligt in Zaandam
om. hout te lossen.
Een heer en een dame verlaten de schouwburg, hij in overjas met witte
shawl, zij in avondjapon onder een driekwart bontjas. Een gure wind slaat hen
tegen. Maar ook hier staat weer een taxi gereed, om hen snel en comfortabel
daar te brengen, waar zij zijn moeten, voor hun huisdeur.
He Amsterdamse taxi's, tijdens de oor
log verdwenen uit het hoofdstede
lijk beeld, keerden terug, weliswaar
nog niet in zo groten getale als voor
heen, maar zij zijn er weer, hun zwart
witte blokbanden treft men weer over
al aan en opnieuw bewijzen zij hun
diensten, die vaak van zo uiteenlopen
de aard zijn, aan hun klanten, koning
Publiek. Op hun portieren dragen zij
letters, die vaak verschillend gegroe
peerd zijn. Daar staat ARO, daar staat
BVTO of STO maar dat verschil Is
niet groot, want alle verschillende on
dernemingen zijn verenigd, hebben een
gemeenschappelijk dienstrooster en
werken als één geheel samen.
En bovendien zijn er nog wat snor
ders, zo'n beetje de zwarthandelaars
onder de taxi's, maar zij vormen een
uitstervend ras, dat in deze tijd, waar
in alles wordt geordend, geen plaats
meer vindt.
Vroeger was dat anders, toen snor
de iedereen, die maar over een wagen
kon beschikken en zo omstreeks 1930,
toen het snorren hoogtij vierde, was
er een vast tarief voor een stadsrit
van ongeacht welke lengte. Vijf hele
dubbeltjes moest men dan neertellen,
of men nu van het station naar de Dam
reed of van de Spaarndammerbuurt
naar het stadion. Zevenpersoons-wa-
gens waren heel gewoon en een gezel
schap van zeven personen, dat zo voor
twee kwartjes thuis kwam, moest voor
de tram toch altijd nog zevenenzeven
tig cent betalen. Was het een wonder,
dat de snorders de grootste concurrent
werden van de Amsterdamse gemeente
tram? En dat ze dus prompt werden
verboden? En nu? Nu is het, om in de
taal van een Amsterdamse taxi-chauf
feur te spreken „bloed-link" om te
snorren, want als ze je schaken, kost
het je niet alleen een proces-verbaal,
maar bovendien wordt je wagen in be
slag genomen en dat is het ergste van
alles.
Chauffeur vertelt.
Neen, de chauffeurs van de Amster
damse taxi's in de na-oorlogse jaren
hebben allemaal keurig hun blokband
en hun werkboekjes en hun vaste sa
laris en met z'n tweeën één wagen om
te rijden en te onderhouden. En toch,
toch is hun bedrijf er één, waarin nog
al eens wat te beleven valt. En wie
zou ons dat het beste kunnen vertel
len, dan één van die chauffeurs zelf'
Uit zijn mond tekende ik al die inte
ressante gegevens op en nog veel
meer, waarover ik in een volgend ar
tikel hoop te vertellen. Ik pikte hem op
op het Rembrandtsplein, toen hij met
zijn wagen voorreed bij de telefoon-
kast en terwijl wij wegreden onder
de booglampen en de wielen een zoe
vend geluid maakten op het asfalt,
rinkelde achter mij alweer de luid
ruchtige bel, om de volgende wagen
te bestellen.
Wij waren al gauw goede vrienden
Een Amsterdammer is m»t eenkennig
en zeker een taxi-chaufleui niet. Zo
lang de meter draait en hij zeker van
z'n geld is, kun je hem krijgen, waar
je hem hebben wilt Kees heette hij.
Kees van Zeeland en hij zit al een
twintig jaar in het vak. En in het café
„Het Sterretje" in de Nieuwe Amstel-
straat, net over de Blauwe Brug, zijn
we aan het praten geslagen. Het Ster
retje gaat al om vier uur in de ochtend
open, als een eenzame cootwerker zich
naar zijn werk haast, en le straten
leeg zijn op de vroege werkers na en
!c late nachtvogels en de taxi's. Want
die zijr. er altijd, dag en nacnt. Daar-
rm komen de chauffeurs altijd in het
terretje en drinken er hun k ïffie, die
heet is en zoet en goedkoop. Ze war
men er hun koude voeten bij de dikke
salamander, vóór ze naar huis gaan na
weer een lange nacht op de wagen.
Ja, die Kees weet heel wat te vertel
len, ook uit de snorderstijd. Want toen
had hü ook al een wagen, een zeven-
persoons Buick, die hem 4400 gulden
kostte. „In één jaar tijd had ik 'em er
uit, meneer", zegt hij en blaast In z'n
koffie. „In één jaar afbetaald met rit
jes van twee maffies. Nee, denk maar
nooit meer, dat snorren niet lonend
was. Ze hebben het anders zo fijn in
cie wet gezet, wat snorren betekent.
Een auto aanbieden, met het kennelijk
doel, de wagen te verhuren. En ze zijn
tijna verdwenen, die piraten van de
weg. Het is te riskant geworden".
Maar de herinnering aan die goeie
ouwe tijd trekt pretrimpeltjes in z'n
slapen.
„En tegenwoordig, Kees, hoe is het
nu? Valt er nu ook nog zoveel te ver
dienen?"
„Zal ik u effe uit de doeken doen,
meneer. Ons loon is zestien gulden ln
de week vast. Daarbij komt tien pro
cent van het meter-bedrag. En dat
hangt natuurlijk af van de drukte. Zó
verdien Je goed en zó zit je op 'n hout
je te bijten. Want hoe stiller, hoe min
der percenten, maar óók hoe minder
fooi. Maar zo door de band gerekend
kom ik op een vijftig gulden in de
week. Dus dat kan nét uit, om zo te
zeggen".
Soms goed, soms slechi
Uit zijn tas komt het zakboekje,
waarin hij zijn verdiensten noteert.
„Kijk, meneer, vorige week in vijf da
gen 86 gulden en een duppie. Reken
dan maar uit. Zestien gulden plus tien
percent van 86 gulden is ruim 24 gul
den. Als lk de tips op 20 percent reken
komt daar dan nog zeventien gulden
bij, dus verleden week kwam ik met
amper veertig gulden bij moeder thuis.
Maar nou is het beter" en zijn wijs
vinger huppelt langs de blaadjes van
het boekje „hier, Zaterdag in één
dag bijna zestig gulden. Zie je, dan
kom je een heel end
Na het derde bakje koffie komt hij
helemaal los. En dan vertelt hij, hoe
de zaak nu werkt. Er zijn in Amster
dam weer 600 taxi's. Vóór de oorlog
waren er twee maal zoveel, buiten de
snorders. En al die zes maal honderd
wagens rijden voor de Amsterdamse
Rijtuig Onderneming, de Bond Van
Taxi-Ondernemers, de Samenwerkende
Taxi-Ondernemers en nog een paar
meer. Vandaar die rijtjes letters op de
portieren. Het wassen van de wagens
gebeurt door employé's in de garages
maar de chauffeurs, die met zijn twee-
en om de beurt één wagen bedienen,
houden hun Buick, hun Ford of Che
vrolet zelf schoon. Daarom zijn ze ook
als de dood voor dronken klanten,
„want" zegt Kees, „als zo'n vent je
wagen heeft smerig gemaakt, kun je
wel met eau-de-cologne aan de gang
eer je de zaak weer klaar gemaakt
hebt". Een enkela van al die chauffeurs
is baas van zijn eigen wagen, maar
ook dan is hij aangesloten bij een van
de maatschappijen. En Kees schat het
totaal aantal mensen, dat werk vindt
bij de- Amsterdamse taxi-bedrijven,
chauffeurs, monteurs, wagenwassers
en wat al niet meer, op zeker 1600
man. Het onderhoud en kleine repara
ties worden betaald uit een gemeen
schappelijke pot, de diensten zijn on
derling geregeld en alles werkt per
fect. Kees praat met kennelijk pleizier
over zijn werk en nergens klinkt een
spoor van ontevredenheid in zijn
woorden. Dat geeft me hoop, om straks
nog veel meer te weten te komen.
Na de emotionele HollandBelgie-
wedstrijd, gaan wij ons Zondag aan de
laatste competitie- en de eerste beker
wedstrijden wijden.
Stormvogels heeft wel een onprettige
nasleep van deze HollandBelgie-wed-
strüd gekregen daar, zoals bekend, de
eminente doelverdediger van de IJmul-
denaren door een blessure niet aan de
beslissende wedstrijd tegen 't Gooi zal
kunnen deelnemen. Overigens heeft
Stormvogels aan een gelijk spel tegen
't Gooi voldoende om in veiligheid te
komen. Zelfs zonder Kraak behoeft dit
toch geen onmogelijke opgave te zijn.
Als Stormvogels inderdaad slaagt om
tenminste een gelijk spel uit Hilversum
weg te halen en de weergoden mede
lijden hebben met Koning Voetbal, zal
de competitie in het Westen zijn beslag
krijgen. In district X ontvangt Vole-
wijekers DOS en Sparta speelt de laat
ste wedstrijd tegen ADO.
Spanning ln district II.
Vier clubs in district II, t.w. Neptu-
nus, KFC, DFC en Zeeburgia, gaan
Zondag proberen hun laatste competi
tiewedstrijd te winnen. Van de resulta
ten die deze clubs behalen hangt het af
of degradatie-candidaat no. 2 Zondag
reeds bekend wordt of dat hier nog be
slissingswedstrijden nodig zijn. DFC
krijgt het wel zeer zwaar in de uitwed
strijd tegen VSV. Ook KFC heeft nog
niet van DWS gewonnen, hoewel de
Kogers op eigen terrein spelen. Zee
burgia gaat een bezoek aan hef zwakke
DHC brengen en heeft dus de minst
lastige opgave. Neptunus tenslotte heeft
aan een gelijk spel voldoende om bui
ten de vuurlinie te geraken, hetgeen
gen HBS zeer zeker mogelijk moet
worden geacht.
Nog geen kampioen in district IV.
Het wachten in district IV is op de
kampioen. De mogelijkheid bestaat dat
Zondag reeds de kampioen bekend
wordt doch waarschijnlijk is het niet.
De kampioenseandidaten BW en Lim
burgia spelen beide thuiswedstrijden
resp. tegen Brabantia en V.V.V., en zul
len wel de volle winst thuis houden.
Laatste kans voor HSC.
In 't Noorden zullen HSC en Achilles
alle pogingen in het werk stellen om
hun laatste kans te grijpen. HSC ont
vangt Sneek, winst is dus mogelijk en
Achilles speelt uit tegen Velocitas, min
der kans dus op winst maar een kat in
het nauw doet rare sprongen.
Open vraag in district VI.
Het is nog een open vraag welke
clubs in district VI degradatiewedstrij
den zullen spelen. De wedstrijden van
Zondag kunnen hierop nog geen ant
woord geven of het moet zijn dat Kerk-
rade en de Baronie winnen en Longa
van Maurits verliest.
Hersengymnastiek door Bob Wallagh
In antwoord op de vraag van een lezer over de oorsprong van de zegs-
i 4 .„u.-t maken" b.v. een vis, een fles wijn of een stuk vlees,
kunnen wij ons slechts bepalen tot die uitlegging, die ln de betreffende
handboeken als de meest voor hand liggende wordt aangemerkt. Dan zou
de uitdrukking n.L van Zuid-Nederlandse oorsprong zijn, want In het
Westvlaam. verstaat men onder „soldaat" een magere koe die verkocht
werd om voor het leger geslacht te worden. Bij overdracht kan „soldaat
maken" dan gezegd worden voor alles dat doodgemaakt en opgegeten
wordt. Tot zover deze woordafleiding. En nu volgen de nieuwe vragen:
1. Hoe noemt men iemand die geheel door eigen kracht en studie iets
bereikt heeft?
2. Naar wie werd de Guillotine genoemd?
3. Waarom worden gehuichelde tranen wel krokodillentranen genoemd?
4. Wie waren de Helvetiërs
5. Waartoe dient de dodemansknop"7
6. Noem eens twee soorten papier, die slechts één letter verschillen,
maar in olie opzichten van elkander afwijken.
7. In welk boek komt de figuur „Pieter Stastok" voorT
S. Wat is de kleinste onafhankelijke staat der wereld?
9. Welke brillenslijper vond wat uit?
10. Tot welk hondenras behoren de „moethonden"?
Voor de oplossing zie men tussen de advertenties...
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur - KRO: 6,00 „Canhis
Populorum" 6,15 Journalistiek week
overzicht 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,15 „Kampvuren langs de Evenaar"
7,30 Gramofoonplaten 7,45 Voor de Ne
derlanders ln Duitsland 8,05 De ge
wone man 8,20 Lichtbaken 8,50 Gra-
mofoonmuziek 0,00 Negen helt de klok
9,45 „Wie neemt de handschoen opT"
10,00 Weekend-serenade 10,30 Actu
aliteiten 10,45 Avondgebed 11,25 Sym-
phonie
HILVERSUM n, 415 m Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur VARA: 6,15 Popu
laire liedjes en melodietjes 7,00 Ar
tistieke staalkaart VJRO: 7,So Prof Dr
H Brugmans 7,45 Dra Anne H Mulder
VARA: 8,05 Dingen van de dag 8,20
Promenade-orkest 8,00 Socialistisch
commentaar 9,15 De winkel van Slnkel
10,00 Vlndobona Schrammel'n 10,25
Je moet maar pech hebben 10,40 Kwar
tet Jan Corduwener 11,15 Sfeer en
rhythme 11,40 Garmofoonplaten
VOOR ZONDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 8 9,30, 1, 7,30 en 11 uur KRO: 8,25
Hoogmis KRO: 12,40 Het orkest zonder
naam 2,30 Concertgebouw-orkest
NCRV: 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,00 NCRV-koor 7,15 Kent gij Uw Bij
bel? KRO: 7,50 In 't Boeckhuys 8,05
De gewone man 8,12 „Uit en Thuis"
10,37 Actualiteiten 10,45 Avondgebed
11,15 Maastrichts Stedelijk Orkest
HILVERSUM H, 415 m Nieuwsberichten
«om 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 9,15 Men
vraagt.... en wij draaien 12,00 AVRO:
Musicorda l,2o Melodie en rhythme
3,4b „Thé Dansant" 6,15 In gesprek met
de lezer 6,30 Studio-dienst 7,00 Kin-
derdienst 7,30 Dr J A van Nleuwehuy-
zen AVRO: 8,05 Actualiteiten 8,15
Radio Philharmonisch-orkest 9,00
„Beau Geste", hoorspel 9,35 „De Speel
doos" 10,00 Hersengymnastiek 10,30
Waltztime 11,15 Melodieën die U graag
hoor.
VOOR MAANDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8,15
Te Deum Laudamus 1,15 „Mandolinata"
6,00 De vijf Zapakara's 6,15 Sport-
rubriek 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,15 Onder de NCRV-leeslamp 7,30 Het
actueel geluld 7,45 Ir J A Hogen Esch
8,05 Programma-proloog 8,25 „Jona".
luisterspel 9,10 Rotterdams Philharmo
nisch-orkest 10,60 Gramofoonplaten
11,45 Gramofoonplaten
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7 8, 1 6, 8 en. 11 uur VARA: 8,18
Gevarieerd ochtendprogramma 12,00
Accordeola 1,20 The Ramblers 6,20
Malando 6,45 Parlementair overzicht
7.00 „Eenzame avontuur" 7,30 Piano
8.05 Dingen van de dag 8,15 Pennies
from Heaven 8,50 De Ducdalf 9,10
Radio Philharmonisch-orkest 10,10 Le
zingen door Jef Last 10,25 De Noten
kraker 11,15 Dansmuziek
15. Eindelijk hebben Pim, Pam en
Pom dan ontdekt, wie hun eten heeft
weggenomen. Het is een aap, maar....
een aap die al drie dagen gevast heeft.
Luistert maar wat hij allemaal te ver
tellen heeft: „Nee, ik heb geen Moeder
meer. Die is gestorven in de dieren
tuin". „In de dierentuin? Kom je dan
uit 'n dierentuin?" vraagt Pim nieuws
gierig. „Ja, maar daar heb ik niet altijd
gewoond. De mensen hebben mij en
Moeder gevangen en in een dierentuin
gestopt. Daar komen de mensen dan
naar ons kijken". „En je vader dan,
beste kind?" vraagt Moeder medelij
dend. „Mijn vader woont in Afrika".
„Afrika?" herhalen de drie broertjes
ongelovig. „Maar dat is toch heel ver?"
„Ja zeker, is dat heel ver, maar daar
ben ik toch geboren. En mijn Vader
woont daar nog. Die konden de men
sen niet te pakken krijgen". „En jou
wel?" vraagt Pim weer. „Ja en toen
zijn we op een grote boot hierheen ge
bracht en aan de dierentuin verkocht".
IN DE
52
DOOR
TJEERD ADEMA
Hier en daar zat een meisje alleen
en rookte een sigaret, die zij aan het
mondstuk voorzichtig tussen haar met
vuurrode nagels getooide vingers hield.
Sommige van die meisjes droegen een
los om de schouders geworpen bont
met een dierenkopje en veel staarten.
Zij hadden haar tasje voor zich op het
tafeltje gelegd en nipten zo nu en dan
zuinig aan een glaasje rood vocht, dat
aan bessen deed denken. Klaarblijke
lijk zaten zij hier niet voor haar ge
noegen maar was dit lokaal voor haar
een operatieterrein, waarin met vrou
welijke hulpmiddelen als lokkende
ogen, uitdagende glimlachjes en opge
schorte rokjes onzichtbare netten wer
den gespannen, waarin argeloze leden
van het mannelijk geslacht als vliegen
in een web werden gevangen.
Een ionee. cezette vrouw-met vuur
rood haar en een opvallend blanke
huidskleur, die twee tafeltjes van ir.
Steensma af zat, had de nieuwe be
zoeker in zijn keurig zittende smoking
reeds getaxeerd en was onmiddellijk
tot het offensief overgegaan. Wanneer
hij in haar richting keek, zag hij, dat
zij hem fixeerde. Zij trok haar lippen
in een brede glimlach vaneen en ver
toonde dan twee rijen sterke tanden.
De muzikanten waren onuitputtelijk
in het blazen, trommelen, slaan en
strijken van klanken, die met elkaar
een harmonisch geheel moesten vor
men, waarop menselijke wezens Kon
den dansen.
Een neger in smoking, die op een
nikkelen saxofoon blies trad tevens
als musicale clown op de voorgrond
Hij ontlokte aan zijn lichtjeskaatsend
instrument alle klanken, die een hond
pleegt voort te brengen, als hij onder
een boom staat en opkijkt naar een
opgejaagde kat, die hem op het laat-
rte ogenblik ontsnapt is en veilig op
een tak zit.
Hij zakte daarbij zo nu en dan door
zijn bibberende knieën en liet zijn
ogen zo wild door zijn zwarte snoet
rollen, dat ze op draaiende knikkers
geleken.
Het publiek juichte hem bewonde
rend toe en zodra de zwarte toonkun
stenaar amechtig achter zijn lessenaar
was gezonken, zwaaide een jongeman
in rok, die het ensemble dirigeerde
zijn stokje boven de hoofden van zijn
geluidvoortbrengende discipelen en ir.
een nieuwe cacophonie gleden jonge
meisjes weer in de armen van naar
danseurs over het gladde dansvloertje,
dat zo klein was, dat de paren her
haaldelijk tegen elkaar botsten.
Ir. Steensma vermaakte zich.
Dit was weer eens iets anders dan
do deftige gelegenheden, waarin nij
tot dusver zijn Bourgogne had gedron
ken of onder de taxerende blikken
van een afgemeten Ober zijn souper-
»je had gebruikt.
Hier zag hij het leven van een an
dere en niet minder interessante kant
en hij glimlachte onwillekeurig als hij
een jong en aardig meisje naar cava
lier amicaal een slag op de schouder
zag geven.
De jeugd vermaakte zich hier op
eigen wijze en otoorde zich allerminst
aan belemmerende voorschriften van
tiaditie en conventie. Misschien was
hij gelukkiger geweest, als hij nooit
iets van dit leven gekend had, maar
als hij had moeten kiezen, zou hij het
andere en betere zeker niet verwor
pen hebben.
Hij had het gevoel of hij na een !an-
ge, vermoeiende studie voor ontspan
ning, eens een avontuurlijk volks
romannetje ter hand had genomen.
Toen hij opkeek stond de vrouw
met rood haar voor zijn tafeltje.
Zij hield een onaangestoken sigaret
in de hand en keek hem glimlachend
in de ogen.
„Geef me een vuurtje, Sjors," zei
ze
Ir. Steensma haalde zijn sigaren
aansteker te voorschijn en bood de
jonge vrouw een vlammetje.
Zij zoog het vuur in haar sigaret,
blies een rookwolk uit en zette zien
ongevraagd op een ledige stoel naast
de zijne.
„Je bent zeker geen Hagenaar", zei
ze.
Wordt vervolgd.
CEN MENS is eenzaam; een dier niet,
of althans in veel mindere mate.
Waarom? Een dier is geheel opgeno
men ln de hem omringende natuur.
Hjj is er als het ware één mee, hjj is
er mee vergroeid, hij is een stuk van
de natuur waarin hij staat Primitieve
volken vertonen dezelfde oereenheid
met de natuur. Een volksstam kan xich
verwant zelfs wezenséén weten met
een bepaalde diersoort: het totemisme.
Of een enkele primitief kan zich één
weten met één bepaald dier, een slang
b.v.: het nagualisme. We weten, dat
primitieven heel moeilijk kunnen tel
len, omdat zij niet scheiden, niet ana
lyseren kunnen. Zij kunnen moeilijk
het ene voorwerp ónderscheiden van
het andere. Zij kunnen hun eigen lk
soms slechts ternauwernood onder
scheiden van het andere. Zij kunnen
hun eigen lk soms slechts ternauwer
nood onderscheiden van de groep waar
in ze leven.
Wat is deze vorm van leven ons
vreemd geworden! Wij zijn geen deel
meer van de natuur, tenzij dan in een
dichterlijk en romantisch ogenblik.
Wij zijn de meesters der natuur. Wij
beheersen de natuur in onze techniek.
Wij kunnen scheiden en onderscheiden;
wij kunnen tellen en rekenen. Maar ln
en door dat alles zijn wij eenzaam ge
worden. De mens is zichzelf namelijk
bewust geworden. Bewust worden be
tekent afstand nemen, scheiding, los
making. Door ons analyserend, schel
dend en onderscheidend bewustzijn
hebben wij ons zelf eenzaam gemaakt
Ons bewustzijn heeft ons losgemaakt
van de moedergrond, waarop het dier
nog leeft. Daarom is eenzaamheid het
kenmerk van ieder mens in zoverre
hij bewust mens is.
Het eenzaam makende bewustzijn
doet een mens zoeken naar houvast De
eenzaamheid drijft naar godsdienst.
Een dier heeft geen God nodig, omdat
de natuur hem God is. Maar de mens
in zijn eenzaam zelfbewustzijn vraagt
naar een houvast in de leegte, die hij
zelf geschapen heeft. Hij vraagt naar
de diepste grond van het zijn. Hij
vraagt naar het waarom van allo
dingen. Hij vorst naar de zin van le
ven en dood. Kortom, hij zoekt een
steun, nu de natuur niet langer zijn
moeder is.
Ik laat nu dit thema even los, om
drie woorden aan te halen van men
sen die, op de grens van leven en dood,
stonden voor de meest radicale een
zaamheid. Allereerst noem ik u één
van de grote, romeinse keizers. Hij lag
op zijn sterfbed. Toen zei hij aan de
omstanders: Het spel is uit. Applaudl-
seer!
Dan noem ik u een onderwijzer, die
dit jaar stierf. Hij had afscheid geno
men van zijn vrouw en kinderen. En
in een geloof dat de nuchterheid en
de humor niet had verloren, sprak hij:
Kom, laten wij de zaak maar sluiten.
Tenslotte noem ik u Jezus Christus.
Het laatste woord dat hij, ten dode ge
marteld aan het kruis, sprak was: Va
der, in uw handen beveel ik mijn geest
Nu zal men steeds voorzichtig moe
ten zijn met het beoordelen van der
gelijke, in de meest kritieke situaties
gesproken woorden. Wat deze keizer
gedacht heeft, valt niet meer te re
construeren. Maar dit valt toch wel
op te maken uit de aangehaalde 7.in,
dat hij een toneelrol vervuld dacht te
hebben, waarop hij nu applaus ver
langde. Dan vraag ik: Is het leven een
spel? Dan is er iets wat in mij zegt:
Ja! Het leven is een spel, maar een
ernstig spel. Het lijkt eerder op een
middeleeuws mysteriespel, dan op een
klucht. Het is een heilig spel, dat wèl
gespeeld moet worden. Want God is de
regisseur.
En heeft het leven ook Iets van een
zaak, die we met onze dood moeten
sluiten? Dan zeg ik weer: Ja! Wie het
woord zaak niet opvat met een zweem
van winstbejag, maar in de zin van
opdracht, taak, blijde plicht, die krijgt
van mij gelijk. Het leven Is ook een
zaak, waarvoor Je staat.
Maar het woord van Christus goot
verreweg het diepst. Want hier wordt
de eenzaamheid van een mens ge
peild. Hier is zijn leven meer dan spel
en zaak samen. Hier is het geworden
tot een tocht naar den Vader. Wij. die
door ons bewustzijn onze moeder, de
natuur, verloren hebben, zullen nu zoe
ken het huls van den Vader.