voor R Laat uw kwalen niet exploiteren Een pak volT (J- VOLVET »p! Een koningsoordeel over schilders Oplossing Prijsraadsel EN ttlfR DE ZAK BRIEVEN; Onze mededelingen Gevangenbewaarster van 16 jaar Hei Radioprogramma AVONTUUR ESIDENTIE Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Frank was één van de jongens, die^ kort na de oorlog zo gelukkig waren.-' voor een half jaar; naar Zwitserland te mogen. Niet zo maar voor plezier hoor, om van sneeuw en ijs te genieten. Neen, Frank had vanaf zijn derde jaar al last gehad van asthma, waaraan de knapste doc toren hier in Si Nederland maar! weinig konden; doen. Een half jaar in Zwitserland zou echter won deren kunnen verrichten, had men gezegd. En zo was hij met een kleine groep jongens, die net als hij berg lucht nodig hadden, naar Zwitserland vertrokken. Hij vond het wat heer lijk, al die nieuwe belevenissen. Het begon al in, die vreemde trein; een D- trein noemden ze die. Er waren echte bedden in en je kon aan gedekte tafel tjes gezellig eeten. Het mooist van alles kwam toch pas, toen hij de Zwit serse bergen zag, duizenden meters hoog met witte sneeuwtoppen. Te zamen met de overige reismakkertjes werd hij eerst in een hotel ondergebracht. Bo ven de grote haardvuren prijkten aan de wand allerlei vreemd gevormde ge weien. Je kon wel zien, dat die niet van Nederlandse herten afkomstig waren. Tijdens de feestelijke maaltijd die eerste dag, waarbij ze naast hun bordje een heerlijke reep Zwitserse chocolade vonden, verschenen een tiental jongens en meisjes in de eigen aardige klederdracht van het land en terwijl ze aardige dansen vertoonden, lieten ze horen, wat echt jodelen was. Jullie hebt dat zingen en roepen van de bergbewoners wellicht wel eens ge hoord door de radio. Die eerste nacht sliepen de jeugdige reizigers in het hotel, maar de volgen de morgen vrtrokken ze naar hun ver schillende pleegouders. Frank trof het erg fijn. Hij kwam bij een gezin in de bergen, waar twee kinderen, uitge zochte speelkameraadjes leken. Al spoedig waren ze dikke vrinden. Alles lieten ze hem zien in de omge ving. Frank keek zijn ogen uit. De hemelhoge- bergtoppen, de donkere da len; maar ook de zonnige bergweiden "met die bloemenweelde, blauwe, gen tianen, paarse harige anemoontjes. Ook de rijkbloeiende amandelboompjes. Al les bijeen leek het Frank een paradijs. Het meest echter was hij onder de Friedrich August, de laatste koning van Saksen, bezocht eens een tentoon stelling van, voor die tijd uiterst mo derne schilderijen. Hij raakte aan het praten met een der jonge kunstschil ders, van wie hij juist een schilderij stond te bekijken. „Zeg eens jongmens'", merkte de ko ring op, „waarom geef je die mensen op dat schilderstuk zulke rare, lange neuzen en waarom maak- je eigenlijk al die gezichten zo foei-lelijk?" „Majesteit", gaf de langharige jonge ling ten antwoord, „zo zie ik ze". Toen sprak de koning Friedrich August van Saksen deze merkwaardi ge woorden: „Maar als je ze dan zo z|et, waarom ben je dan eigenlijk schilder gewor den?" indruk van zijn nieuwe pleegvader; een echte alpenjager met zo'n grap pige zwarte kroesbaard om zijn bruin verbrand gezicht, 's Avonds bij het licht van het vlammende haardvuur werden de geweren nagezien en schoon gemaakt. Hierbij rookte de jager uit een bijzonder lange houten pijp. Jam mer genoeg verstonden ze elkaar nog slecht, maar reeds na enkele weken werd dit beter. Toen Frank's pleegva der bemerkte, dat de jongen dolgraag eens mee zou willen op een zwerf tocht door de bossen langs de hel lingen en de hoogvlakte, werd meteen een dag bepaald, waarop ze er samen op uit zouden trekken. Frank's asthma was als bij toverslag verdwenen, zo gauw de zuivere ijle berglucht haar heilzame werking kon doen gelden. De jongen was in die korte tijd al veran derd in een flink gebruinde knaap, die zijn vroegere benauwdheden totaal was vergeten. Daar hij echter niet gewend was aan klimpartijen in de bergen, zou een niet te grote en gemakkelijke jachttocht worden gehouden. Voor dag en dauw vertrok men. De jager met zijn vertrouwd kort pijpje, dat hij buiten altijd rookte, het ge weer op de rug en zijn heuptas gevuld met mondvoorraad. Frank met een paar stevige bergschoenen van zijn pleegbroertje aan en een warm zacht- leren buis hoog dichtgeknoopt. Dit werd hem echter al gauw te warm, toen de zon doorkwam en daarom voor het gemak maar opgeborgen in de tas van de jager. Heerlijk was dat, zo luchtig in zijn sportblouse met opge slagen mouwtjes. Vanaf een hoogte had men een prachtig vergezicht over het dal. Een korte felle knal ver scheurde plots de stilte en werd hon derdvoudig door de bergwanden weer kaatst. Wat was dat?.... Zijn pleeg vader had met zijn geoefend jagersoog een klipgeit op de rotshelling ontdekt en het dier met een welgericht schot geveld. Verschrikt snelde Frank in de richting van het gevallen dier. Wat bewoog zich daar nog achter? Voor zichtig kroop de jongen de laatste me ters, die hem nog van de dode geit scheidden. Zich oprichtend, om te kun nen zien, ontwaarde Frank een aller liefst jong klipgeitje, dat zich dicht tegen zijn dode moeder had aangevleid. Met moeite hield de jongen zijn tra nen in. toen zij huiswaarts keerden. Het kleine dier, dat door een schot zijn moeder verloor, vond in hem een lief devolle verzorger. Maar 's avonds keek Frank met heel andere ogen naar de geweien aan de muur. En nooit wilde hij meer mee op jacht. In 't briefje dat Jaap naar zijn oom en tante schreef, bleken geen 20, maar 21 fouten te zitten. Er werden echter 20 fouten gevraagd, dus de jongens en meisjes die er 20 inzonden, loten na tuurlijk mee om de prijzen. De fouten volgen hier op de wijze, waarop jullie ze hebben ingezonden. De verbete ringen staan er dus achter. Amesfoort Amersfoort, allebij allebei, noch nog. hartenlijk hartelijk, hebt heb. doorgebragt doorgebracht, gebeurt gebeurd, knijn konijn, knijnen konijnen, gekrege gekregen, oogje oogjes. Paasvacantsie Paasvacantie. 13 kommen komen. 14 doen doe. 15. heb heeft. 16. gezechd gezegd. 17. amsterdam Amsterdam. 18. ken kan. 17. mijn mij. 18. amsterdam Amsterdam. 16. ken kan. 20. hartenlijk hartelijk. 21. Nochmaals nogmaals. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 8. '8. 9. 10. 11. 12. De prijzen werden deze week ge wonnen door: Gerard Schmidt, Parallelweg 69, Den Helder. Herman Eelsing, Munstraat 34, Me- demblik. H. Kiezeling, Veldstraat 3, Schagen. (jongen of meisje??) Tonny Otten, Melklaan 12, Vclsen- Noord (14 jaar). Marinus Mans, Akkerhoornblocmstr. 2, Alkmaar. Gefeliciteerd jongelui! De boeken worden toegezonden. 1. Een geit was door haar baas vastgemaakt aan een touw van 10 me ter, dat weer stevig aan een paaltje in de grond vastzat. Daar zag het dier op 15 meter, afstand een heerlijk mals hapje gras staan. Hoe kon ons geitje dat hapje bereiken? Je moet weten, dat het lukte. De oplossingen kunnen tot Zondag 1 Mei, worden gezonden naar het bu reau van dit blad. Dit prijsraadsel is dus alleen voor jongelui van 12 tot 16 jaar. Grietje Roos, Regulierslaan 32, Be verwijk, zoekt een correspondentie vriendin. Zij is 13 jaar oud en houdt veel van sport en handwerken. Zijn er nog zieken die belangstelling hebben voor sigarenbandjes? Tante Iet heet op 't ogenblik weer een ruime voorraad. Er zijn ook wat lucifersmer ken beschikbaar voor verzamelaars. Voor jongelui van 12 tot 16 jaar. Hallo, jongens en meisjes, hebben jullie gezellige Paasdagen gehad' Gelukkie dat het zonnetje ons niet in de steek heeft gelaten. Door die twee Zondagen ziin vele brieven te laat gekomen voor het correspondentie-hoekje van deze week en zij kunnen tot mijn spijt pas over twee weken beantwoord worden Ik hoop dat de jongens en meisjes die mij schreven en hun naam deze week niet in ons hoekje vinden, nog zo lang geduld willen hebben. „Lollypop", deze week begin ik met jouw briefje. Als ik eens stekjes aan de planten ontdek, zal ik ze brengen hoorl Allereerst zal ik voor „Sneeuwklokje" het beloofde stekje afgeven, zo gauw als ik in Amsterdam kom. Gerard Schmidt, hartelijk dank voor de postzegels en het zilverpapier. Je mag de post zegels ook los in de brief sturen hoor Gerard. „Rozenfee", je briefje was best te ontcijferen hoor. Oom Wim is wel getrouwd, maar niet met mij. Bedankt voor de leuke tekeningetjes. Ik vond mijn portret erg mooi en heb van de aanblik genoten. Een foto van Sonja Heny kon ik nog niet voor je ontdekken. —„Zonnedauw", dat was een gezellige, lange brief. Het adres was keurig in orde hoor. Als je 't altijd zo doet, Komt de brief steeds op z'n bestemming. Spaar je ook sigarenbandjes? Schrijf het maar eens. Ja, 't is erg interessant om te zien hoe stekeltjes hun nestjes bouwen. Ik heb ook eens zo'n stekelpaartje in een groot aquarium gehad. Eva Wolthaus, ik geloof dat je mij al eens eerdér van je broertje vertelde. Leuk dat hij nu gaat lopen. Hij zal het wel heerlijk vinden als je hem veel meeneemt naar het strand. Kun je al zwemmen, Ev„? Grietje Ellen, doe maar geregeld met ons mee en geef nooit te gauw de moed op, meisje! „Crocusje" jij hebt te veel fouten gevonden, meisje. Kijk maar eens naai* de oplossing. Simon Mulder, wat een geweldige onderneming van je ouders, om met jullie naar Canada te trekken. Jongen, ik hoop dat het julhe heel erg goed zal gaan in het nieuwe vaderland en dat je er spoedig thuis zult zijn. Ik vind het leuk dat je ons niet wilt vergeten en spoedig je ervaringen zult schrijven. Alle jongens en meisjes van de „Jeugdkoerier" zullen die graag willen lezen. Schrijf je mij nog eens voor je vertrekt? Stieni Ufkes, daar staat je naam dan voor 't eerst in het hoekje voor de oudere jongens en meisjes. Heb je een gezellige verjaardag gehad? Henk is natuurlijk welkom bij ons. Doet hij de volgende week mee? Hartelijk dank voor het zilverpapier, Stieni. Ook voor alles wat je mij de vorige week hebt gezonden. Jan Leydeckers, wei- bedankt voor de sigarenbandjes. Ja hoor, daar weten wij wel raad mee. Trijntje Agaart, wat heerlijk dat je een poosje naar Bergen gaat. Nu zal je mis schien wel gauw opknappen. Heb je het boek nu ontvangen? Het is al lang ge leden verzonden hoor! Misschien kom ik je wel eens opzoeken in Bergen. Beterschap toegewenst, meisje! Atie Vissers, jij zond mij de oplossing van het prijsraadsel voor de kinderen beneden 12 jaar, maar je mag met de oudere jongens en meisjes meedoen, Atie. Je bent al 12 jaar. De „Jeugdkoerier" is deze week voor 12 tot 16-jarigen, dus je kunt aan 't puzzelen gaan. Maria van Wolfercn, heeft Grada nog een correspondentie-vriendin gekregen? Jannle Beets, deze week beginnen wij met jouw briefje. Heb je een prettig feest gehad? Wat is Teuni toch lelijk gevallen, zeg! Schrijf je mij nog eens gauw hoe het met haar gaat? Bedankt voor de postzegels, meisje! Harry Boersma, wat leuk dat je een versterker hebt gemaakt. Tot mijn. spijt kan ik je niet vertellen hoe zo'n ding werkt,- Harry. Maak eens een praatje met iemand die er verstand van heeft. Een radiohandelaar bijv. Hij zal het je wel kunnen vertellen en wil misschien ook wel eens kijken, wat er aan jouw versterker mankeert. Trjjnie Sanders, de Paasvacantie bevalt je zeker best, is het niet? Ik hoop maar dat het rapport meegevallen is, Trijnie. Vera Stavenuiter, nog hartelijk gefeliciteerd met je vijftiende verjaardag. Dat was een heerlijke dag voor je. De vorige keer zag je dus geen kans om een gedichtje t maken. Dat kan ik best begrijpen hoor. Jij was de enige niet die in gebreke bleef. Dichten is ook geen werkje dat iedereen even gemakkelijk afgaat. Gerdina Clay, wat is dat kiekje verbazend aardig geworden. Ik had het in de „Jeugdkoerier" willen zet ten, maar daarvoor was het niet scherp genoeg. Jammer hè! Herman Eelsing, jij hebt gelijk hoor. Geef de moed nooit te gauw op. Piet Smit, ja, je had gelijk. Er bleken 21 fouten in het briefje te zitten. Dat heb je goed opgemerkt hoor! „Jacky", toen ik niets van je hoorde, heb ik zelf maar gehandeld. Jam mer dat je briefje net te laat kwam. Een volgende keer kunnen wij het weer veranderen. Jack. Korenbloempje", heb je een prettige verjaardag gehad? Hoe gaat het nu met Bob? Ik hoop maar dat hij weer opgeknapt is. Henk van Osch, jij behoort natuurlijk' bij de groep van 12 tot 16 jaar. De vorige keer dacht ik dat je nog geen 12 jaar was, Henk. Om de andere week is de „Jeugd koerier" voor jongelui van 12 tot 16 jaar. Het raadsel van deze week is dus ook voor jou. Veel dank voor de postzegels! Jongens en meisjes, de brieven voor ons volgende correspondentie-hoekje verwacht ik graag vóór Zondag, 1 Mei. Dag jongelui! Hartelijke groeten van TANTE IET. rjc gevoelige mensen, die gauw 'en U verkoudheid krijgen, zijn veelal ook kouwelijk van aard en rheumatisch aangelegd. De Fransen met de trans lucide logica van hun taal, dan ook een verkoudheid „une rhume hetgeen duidelijker dan in enige an dere taal de verwantschap met rhumatisme" legt. En daarmee zijn we beland bij n tweede kwaaltje of moeten we zeggén „kwaal"? De rheumatiek steekt ook altijd de kop op in de herfst en U* In de meeste gevallen zijn de men.e er niet ernstig ziek van, maar ie voe len zich verre van behaag yk. Ook het rheuma sluit vaak aan by een - koudheid of een griepje, zetelt in slym- vliezen van keel en neus om zich da. na in de spieren en in de vliezen, die de gewrichten bekleden, te nesteen. En dan gaat het weer net als bij de oren en de luchtpijpen, de pltaUen, die eenmaal aangetast zijn geweest, zijn er bij elke volgende gelegenheid weer het eerste bij. Het is of elke infectie het lichaam gevoeliger maakt voor een volgende keer. Hier zien ze dus het omgekeerde van hetgeen bij vele andere infecHes wórdt waargenomen. Mazelen, kink hoest of rookvonk krijgt men maar eens in zijn leven. Daarna heeft er De dokter zich in het bloed ggn antistof gevormd, voldoende om voor wOOfd de rest van het leven die bepaalde infectie te weren. Zelfs de jonge zuigeling krijgt met het moederlijk bloed nog een voorraadje van die antistoffen mee en is in de eerste zes maanden nog ongevoelig voor de meeste infectieziektes. Spe ciaal voor de kinderziektes, die zijn moeder zelf gehad heeft en waarvoor haar bloed dus de tegenlichaam (is antistoffen) heeft opgebouwd. Aange zien de griep geen immuniteit nalaat, omdat het lichaam daartegen geen antistoffan kan opbouwen, is ook de Zij was 16 Jaar, Jacoba Roelofs, toen zij kort na de capitulatie in Mei 1940 met een Duitse militair kennis maakte, die haar zoveel over zijn „Heimat" vertelde, dat zij, koste wat kost, naar Duitsland wilde. Haar ouders gaven geen toestemming. Dan maar als ge vangenbewaarster,-vond zij, want daar voor was de toestemming van haar ouders niet nodig. Zij vertrok naar Duitsland en werd „aufseherin" in het kamp Auschwitz, waar dag en nacht joden in de gaskamers verdwenen. „Hoe was dat mogelijk?" vroeg mr. Haga. de president van de Raad' van Cassatie, waarvoor zij gistermorgen verscheen. Het meisje antwoordde niet. Zij ontkende hardnekkig gevan genen mishandeld te hebben, ofschoon tweemaal bewezen is dat zij zich wel daaraan heeft schuldig gemaakt. Zij ging temidden van uitgehongerde ge vangenen spek bakken. Wat zij niet lustte wierp ze weg in het zand. Als de gevangenen er op af sprongen, sloeg ze hen. De procureur-fiscaal prof. mr. Lange- meyer was met de raadsman van re- quirante van oordeel, dat een psychia trisch rapport over deze vrouw moest worden uitgebracht, voordat de raad een vonnis velt. Stijgende werkloosheid in Duitsland Generaal Clay, de Amerikaanse mi litaire gouverneur in Duitsland, laat in zijn rapport over Maart inzake Duitsland uitkomen, dat het aantai werklozen in de Brits-Amerikaanse zone m»t 94.000 steeg en thans 1.132.000 personen omvat. Iin West-Berlijn kwa men 768 vluchtelingen uit door de Sowjets bezette gebieden aan. Uit de Sowjetunie arriveerden gemiddeld 300 Duitse krijgsgevangenen per dag. De prijzen der levensmiddelen en textiel daalden aanmerkelijk. GRATIE VERLEEND Bij Koninklijk Besluit is gratie ver leend aan W. M. Willemsen, tot de doodstraf veroordeeld bij sententie van het Bijzonder Gerechtshof te Amster dam. De doodstraf is veranderd in levenslange gevangenisstraf. jonge zuigeling daarWon niet Ilt. schermd en een gewone verkoudheid van de volwassene kan voor de zuip» ling een griep met dodelijke complic ties betekenen. Daarom met verkoudheden alty'd bij zonder voorzichtig zijn in de nabijheid var een baby! In de ziekenhuizen map een verkouden zuster slechts met een dubbel gaasmaskertje voor mond en neus de babyzaal binnengaan. Dit is een goed middel, dat hierbij allen aan bevolen zij, die jonge kinderen te ver zorgen hebben, hetzij eigen moeders of kinderverzorgsters. De ziektes, die geen immuniteit na laten, integendeel overgevoeligheid opl roepen, noemt men de' allergische ziek- tes, de ziektes waar het lichaam anders op reageert (Gr. allos-anders, ergein- werken), dan verwacht, zou worden. Uit de aard der zaak behoren vele der abonnementsziektes tot deze groep. Asthma. Een heel beruchte allergische ziekte is het asthma. Hier in de infectie niet alty'd een ziekteverwekkende kiem, het kan ook een eiwitbestanddeel uit de voeding zijn of de vulling van een kussen, het haar van de kat, of de blaadjes van een plant. Al deze stof fen kunnen bij overgevoelige mensen de asthma-aanval opwekken. En iedere patiënt heeft zijn eigen overgevoelig, heidsverwekkers, de zogenaamde spe cifieke allergie. Daarom wordt dikwijls getracht op te sporen, welke stof de recatie in een bepaald geval teweeg brengt, zodat de patiënt die stof kan mijden. Natuurlijk betekent deze behande ling voor de patiënt slechts: minder aanvallen, geen genezing. Wel heeft men ook met extracten van die ver wekkers inspuitingen gegeven en in een aantal gevallen op die wijze de patent ertegen geïmmuniseerd. Griep, asthma, rheuma, het zy'n alles allergische ziektes. Tot nu toe is het niet gelukt de patiënten zo te behan delen, dat hun reactie op deze ziektes totaal verandert, dat ze hun kwalen de baas worden. Het is daarom, laat deze ziektes de abonnementsziektes bij uitnemendheid zijn, de ziektes, die telkens in de zelfde vorm hun slachtoffer weer bezoeken. Het is ook daarom, dat het aantal middelen en vooral middeltjes, dat tégen deze kwalen wordt aanbevolen en geadverteerd, legio is. Het zijn de ziektes, waar een groot deel der be schaafde mensheid aan lijdt, chronisch aan lijdt en waar dus veel aan te ver dienen is. Het is van belang, dat de lijdende mensheid dit inziet en zy'n kwalen niet iaat exploiteren. We zullen aan het eind van deze reeks trachten tot een logische opbouw van de oorzaken te komen, VOOR HERENAVOND HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur AVRO: 6,15 Sport- praatje 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,00 Radiostrip 7,10 Ik zou zo graag ',45 Mr Dr A A van Rhijn 8,05 In het Radio-Zoeklicht 8,15 Concertgebouw orkest 9,55 Gramofoonpllaten 10,15 „Verpleegster worden" 10,3o The Ro- mancers 11,15 „Filmwijsjes" HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7 8 en 11 uur NCRV: 6,15 CNV- kwartier 6,30 Piano-duo 6,45 West. europees commentaar 7,15 Nederlandse organisten 7,30 Het actueel geluld 0,05 Programma-proloog 8,15 Oosten rijkse Steravond 9,30 Familie-competi tie 10,05 De vaart der Volkeren 10,35 Piano-duo 10,45 Avondoverdenking 11,15 Radio Philharmonisch-orkest 11,50 Gramofocmplaten VOOR VRIJDAG HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,18 Gramofoonplaten AVRO: 12,00 Prome nade-orkest 1,20 Blng Crosby zingt VARA: 6,15 De Vara feliciteert 9,30 Voor de Strijdkrachten 7,00 Denk om de bocht 7,15 Accordeola VPRO: 7,30 Nederland en zijn gewesten 7,50 Tien voor acht 8,05 Muziek 8,30 Ds J J Thomson 8,55 Zo Juist verschenen VARA: 9,00 Men vraagt.... en wij draaien 9,30 Emmy, hoorspel 10,00 Buiten lands weekoverzicht 10,15 Swing ana swee- - VPRO: 10,45 Avondwijding - VARA: 11,15 Mevr A C Ploeg—Ploeg HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7 8 en 11 uur - NCRV: 8,19 Muziek bij hét werk 12,33 Orgelconcert 1,15 Ensemble „Selecta'1 5,45 om- roep-orkest 6,30 G J Uitman 6,45 Geestelijke liedeven 7,15 Prof Dr F Kesing 7,30 Het actueel geluid C W V-kwartier 8 05 Programma-pro loog 8,15 Opwekkingssamenkomst 9,30 „Fantasia" 9,50 Symphonische mu ziek 10,30 NCRV-kwartet 10,45 Avond- overdenking 11,10 Selecties 79 IN DE DOOR TJEERD ADEMA Hij boog zich over haar heen en luisterde ingespannen. „Groetgroet. mijn moeder en verte] haar hoe ik.... Groet ook mijn zusje. Bastiaan weet het adres Groetgroet Van Waardenburg. Hij was altijd een no. een nobele Haar gefluister eindigde in een zucht. Steensma zag, dat zij de ogen op nieuw had gesloten. Hij haastte zich de trappen af, liep naar buiten en zag tot zijn geruststel ling op de hoek van het pleintje het reeds verlichte glazen huisje van een publieke telefooncel Hij liep er heen. stopte een dubbeltje in het toestel, draaide het nummer ven de politie en schrok ,toen hij plot seling een heer van omstreeks vijftig jaar, die zijn jaskraag had opgeslagen, voor de deur van de cel zag staan. „Wat drommel, waarom moest die man nu juist hiér „Hier, politie!" riep een stem in de telefoon. „Laat onmiddellijk een dokter ko men!" zei Steensma nerveus. „Er is een vrouw neergeschoten." Hij noemde de straatnaam en het nummer van het perceel. „Wie woont daar?" informeerde de wachtcommandant. „Het pand is onbewoond", ant woordde Steensma. „Met wie spreek ik?" „Dat doet er niet toe. Maak voort, want er is haast bij. De vrouw is ern stig gewond. Misschien is het al te laat". „Is dit misschien een verlate April grap?" informeerde de politieman sar castisch. Ir. Steensma bedwong met moeite een uitbasting van woede. „Ga dan zelf kijken, ezel!" riep hij, de haak op het toestel gooiend. Hij rukte de deur open en stapte naar buiten. De man, die op de telefoon ge wacht had, keek hem in het licht van de cel-lamp onderzoekend aan. „Goeden avond, meneer. Vies weer tje. vindt u niet?" Ir. Steensma gaf geen antwoord. Elendig, dat die kerel juist getuige van zijn gesprek moest zijn. Hij zette de kraag van zijn jas op, stak het pleintje over cn bleef een ogenblik weifelend bij het verlaten pand staan. Hier zou hij wachten tot hij zeker wist, dat men op zijn waarschuwing acht had geslagen. Wanneer er binnen vijf minuten niemand verscheen, zou hij opnieuw bellen. Drie minuten kropen om. Toen da verde een motor aan. Steensma trok zich terug in de por tiek van het schoolgebouw en zag, dat een man in uniform de motor voor het leegstaande pand stop zette. Ineen zijspan zat een man in een lange leren jas, die vlug uitstapte en nieuwsgie rig naar boven keek. 'Samen gingen de mannen de stoep op en verdwenen in het gebouw. Steensma wachtte tot ze de buiten deur achter zich gesloten hadden. Toen haastte hij zich weg en voelde zich eerst veilig, toen hij in een druk ke winkelstraat tussen tientallen men sen liep. i Op een donkere gracht ging hij een brug over en liet de revolver in het water vallen. Hij liep langs het pad, waar hij de sleutel had gekregen, veegde die met zijn zakdoek glad en liet hem zachtjes door de brievenbus glijden. Hij was er zeker van, dat daarop geen vingerafdrukken te her kennen zouden zijn. Toen wandelde hij in snel tempo naar het ziekenhuis. Hij liep om het gebouw heen naar de achterkant, klom over het prikkeldraad en slenterde de reeds in het duister liggende tuin dcor. De oude Gerrit was verdwenen én er was niemand, die op hem lette. De talrijke ramen van het brede ge bouw waren merendeels verlicht. Hier en daar was een gordijn neergelaten en kierde een gouden streep in het steeds compacter wordende duister. Voorzichtig deed hij de achterdeur open en liep op zijn tenen de lange, lege corridor door. Hij hoorde van verre het geluid van orgelklanken en fragmenten van de zang der zusters en begreep, dat hij geen betere tijd om onopgemerkt bin nen te komen, had kunnen kiezen. Voorzichtig ging hij de trap op, een bovengang door, een dwarsgang.er was niemand. Hier en daar stond de deur van eèn ziekenzaaltje open en hoorde hij het rumoer van stemmen, maar kamer schutten, die om de bedden stonden, beletten, dat men hem zag passeren Onopgemerkt bereikte hij zijn ka mer. Hij draaide voorzichtig de deur knop om, maar vóór hij kon binnen glippen, bespeurde hij een lange, ma gere gestalte in nonnenkleed, die om do hoek van de gang verscheen. Wordt vervolgd 42. De twee matrozen krijgen bijna ruzie over de kist, waarin Pim, Pam, Pcm en Pepi opgesloten zitten. „Heb jij dat deksel niet dicht gedaan?" „Welnee man, het stond niet open. Je ziet ze vliegen", „Het stond wel open", roept de ander woedend. „Ik zal het je laten zien". Binnenin krijgen onze v rienden het hoe langer hoe benauw der! Zullen ze ontdekt worden? Nu dan zal er een flink pak slaag voor hen opzitten. Maar zover zal het niet komen, want de stuurman daalt in liet ruim af en vraagt op barse toon aan de ene matroos, wat hij met die ha* rr.er in zijn handen doet! „Ik moet deze deksel een beetje vastslaan stuur man", antwoordt de matroos bedrem meld." „Nu, sta me dan niet zo aan te staren", roept de stuurman. „Vooruit sla er een paar spijkers in. We W®" nen het niet hebben, dat die aardaP* pelen er tijdens de reis uitrollen- En zo gebeurt het, dat de kist waan® de hondjes met hun vriendje zitt*®1 netjes dichtgespijkerd wordt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 4