voor
R
Laat uw kwalen niet exploiteren
Een pak volT (J-
VOLVET »p!
Een koningsoordeel over
schilders
Oplossing Prijsraadsel
EN ttlfR DE ZAK BRIEVEN;
Onze mededelingen
Gevangenbewaarster
van 16 jaar
Hei Radioprogramma
AVONTUUR
ESIDENTIE
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
Frank was één
van de jongens, die^
kort na de oorlog
zo gelukkig waren.-'
voor een half jaar;
naar Zwitserland
te mogen. Niet zo
maar voor plezier
hoor, om van
sneeuw en ijs te
genieten. Neen,
Frank had vanaf
zijn derde jaar al
last gehad van
asthma, waaraan
de knapste doc
toren hier in Si
Nederland maar!
weinig konden;
doen. Een half
jaar in Zwitserland
zou echter won
deren kunnen verrichten, had men
gezegd. En zo was hij met een kleine
groep jongens, die net als hij berg
lucht nodig hadden, naar Zwitserland
vertrokken. Hij vond het wat heer
lijk, al die nieuwe belevenissen. Het
begon al in, die vreemde trein; een D-
trein noemden ze die. Er waren echte
bedden in en je kon aan gedekte tafel
tjes gezellig eeten. Het mooist van
alles kwam toch pas, toen hij de Zwit
serse bergen zag, duizenden meters hoog
met witte sneeuwtoppen. Te zamen
met de overige reismakkertjes werd hij
eerst in een hotel ondergebracht. Bo
ven de grote haardvuren prijkten aan
de wand allerlei vreemd gevormde ge
weien. Je kon wel zien, dat die niet
van Nederlandse herten afkomstig
waren. Tijdens de feestelijke maaltijd
die eerste dag, waarbij ze naast hun
bordje een heerlijke reep Zwitserse
chocolade vonden, verschenen een
tiental jongens en meisjes in de eigen
aardige klederdracht van het land en
terwijl ze aardige dansen vertoonden,
lieten ze horen, wat echt jodelen was.
Jullie hebt dat zingen en roepen van
de bergbewoners wellicht wel eens ge
hoord door de radio.
Die eerste nacht sliepen de jeugdige
reizigers in het hotel, maar de volgen
de morgen vrtrokken ze naar hun ver
schillende pleegouders. Frank trof het
erg fijn. Hij kwam bij een gezin in de
bergen, waar twee kinderen, uitge
zochte speelkameraadjes leken.
Al spoedig waren ze dikke vrinden.
Alles lieten ze hem zien in de omge
ving. Frank keek zijn ogen uit. De
hemelhoge- bergtoppen, de donkere da
len; maar ook de zonnige bergweiden
"met die bloemenweelde, blauwe, gen
tianen, paarse harige anemoontjes. Ook
de rijkbloeiende amandelboompjes. Al
les bijeen leek het Frank een paradijs.
Het meest echter was hij onder de
Friedrich August, de laatste koning
van Saksen, bezocht eens een tentoon
stelling van, voor die tijd uiterst mo
derne schilderijen. Hij raakte aan het
praten met een der jonge kunstschil
ders, van wie hij juist een schilderij
stond te bekijken.
„Zeg eens jongmens'", merkte de ko
ring op, „waarom geef je die mensen
op dat schilderstuk zulke rare, lange
neuzen en waarom maak- je eigenlijk
al die gezichten zo foei-lelijk?"
„Majesteit", gaf de langharige jonge
ling ten antwoord, „zo zie ik ze".
Toen sprak de koning Friedrich
August van Saksen deze merkwaardi
ge woorden:
„Maar als je ze dan zo z|et, waarom
ben je dan eigenlijk schilder gewor
den?"
indruk van zijn nieuwe pleegvader;
een echte alpenjager met zo'n grap
pige zwarte kroesbaard om zijn bruin
verbrand gezicht, 's Avonds bij het
licht van het vlammende haardvuur
werden de geweren nagezien en schoon
gemaakt. Hierbij rookte de jager uit
een bijzonder lange houten pijp. Jam
mer genoeg verstonden ze elkaar nog
slecht, maar reeds na enkele weken
werd dit beter. Toen Frank's pleegva
der bemerkte, dat de jongen dolgraag
eens mee zou willen op een zwerf
tocht door de bossen langs de hel
lingen en de hoogvlakte, werd meteen
een dag bepaald, waarop ze er samen
op uit zouden trekken. Frank's asthma
was als bij toverslag verdwenen, zo
gauw de zuivere ijle berglucht haar
heilzame werking kon doen gelden. De
jongen was in die korte tijd al veran
derd in een flink gebruinde knaap, die
zijn vroegere benauwdheden totaal was
vergeten. Daar hij echter niet gewend
was aan klimpartijen in de bergen, zou
een niet te grote en gemakkelijke
jachttocht worden gehouden.
Voor dag en dauw vertrok men. De
jager met zijn vertrouwd kort pijpje,
dat hij buiten altijd rookte, het ge
weer op de rug en zijn heuptas gevuld
met mondvoorraad. Frank met een
paar stevige bergschoenen van zijn
pleegbroertje aan en een warm zacht-
leren buis hoog dichtgeknoopt. Dit
werd hem echter al gauw te warm,
toen de zon doorkwam en daarom voor
het gemak maar opgeborgen in de tas
van de jager. Heerlijk was dat, zo
luchtig in zijn sportblouse met opge
slagen mouwtjes. Vanaf een hoogte
had men een prachtig vergezicht over
het dal. Een korte felle knal ver
scheurde plots de stilte en werd hon
derdvoudig door de bergwanden weer
kaatst. Wat was dat?.... Zijn pleeg
vader had met zijn geoefend jagersoog
een klipgeit op de rotshelling ontdekt
en het dier met een welgericht schot
geveld. Verschrikt snelde Frank in de
richting van het gevallen dier. Wat
bewoog zich daar nog achter? Voor
zichtig kroop de jongen de laatste me
ters, die hem nog van de dode geit
scheidden. Zich oprichtend, om te kun
nen zien, ontwaarde Frank een aller
liefst jong klipgeitje, dat zich dicht
tegen zijn dode moeder had aangevleid.
Met moeite hield de jongen zijn tra
nen in. toen zij huiswaarts keerden.
Het kleine dier, dat door een schot zijn
moeder verloor, vond in hem een lief
devolle verzorger. Maar 's avonds keek
Frank met heel andere ogen naar de
geweien aan de muur. En nooit wilde
hij meer mee op jacht.
In 't briefje dat Jaap naar zijn oom
en tante schreef, bleken geen 20, maar
21 fouten te zitten. Er werden echter
20 fouten gevraagd, dus de jongens en
meisjes die er 20 inzonden, loten na
tuurlijk mee om de prijzen. De fouten
volgen hier op de wijze, waarop jullie
ze hebben ingezonden. De verbete
ringen staan er dus achter.
Amesfoort Amersfoort,
allebij allebei,
noch nog.
hartenlijk hartelijk,
hebt heb.
doorgebragt doorgebracht,
gebeurt gebeurd,
knijn konijn,
knijnen konijnen,
gekrege gekregen,
oogje oogjes.
Paasvacantsie Paasvacantie.
13 kommen komen.
14 doen doe.
15. heb heeft.
16. gezechd gezegd.
17. amsterdam Amsterdam.
18. ken kan.
17. mijn mij.
18. amsterdam Amsterdam.
16. ken kan.
20. hartenlijk hartelijk.
21. Nochmaals nogmaals.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
8.
'8.
9.
10.
11.
12.
De prijzen werden deze week ge
wonnen door:
Gerard Schmidt, Parallelweg 69, Den
Helder.
Herman Eelsing, Munstraat 34, Me-
demblik.
H. Kiezeling, Veldstraat 3, Schagen.
(jongen of meisje??)
Tonny Otten, Melklaan 12, Vclsen-
Noord (14 jaar).
Marinus Mans, Akkerhoornblocmstr.
2, Alkmaar.
Gefeliciteerd jongelui! De boeken
worden toegezonden.
1. Een geit was door haar baas
vastgemaakt aan een touw van 10 me
ter, dat weer stevig aan een paaltje
in de grond vastzat. Daar zag het dier
op 15 meter, afstand een heerlijk mals
hapje gras staan. Hoe kon ons geitje
dat hapje bereiken? Je moet weten,
dat het lukte.
De oplossingen kunnen tot Zondag
1 Mei, worden gezonden naar het bu
reau van dit blad.
Dit prijsraadsel is dus alleen voor
jongelui van 12 tot 16 jaar.
Grietje Roos, Regulierslaan 32, Be
verwijk, zoekt een correspondentie
vriendin. Zij is 13 jaar oud en houdt
veel van sport en handwerken.
Zijn er nog zieken die belangstelling
hebben voor sigarenbandjes? Tante Iet
heet op 't ogenblik weer een ruime
voorraad. Er zijn ook wat lucifersmer
ken beschikbaar voor verzamelaars.
Voor jongelui van 12 tot 16 jaar.
Hallo, jongens en meisjes, hebben jullie gezellige Paasdagen gehad' Gelukkie
dat het zonnetje ons niet in de steek heeft gelaten. Door die twee Zondagen ziin
vele brieven te laat gekomen voor het correspondentie-hoekje van deze week
en zij kunnen tot mijn spijt pas over twee weken beantwoord worden Ik hoop
dat de jongens en meisjes die mij schreven en hun naam deze week niet in ons
hoekje vinden, nog zo lang geduld willen hebben.
„Lollypop", deze week begin ik met jouw briefje. Als ik eens stekjes aan
de planten ontdek, zal ik ze brengen hoorl Allereerst zal ik voor „Sneeuwklokje"
het beloofde stekje afgeven, zo gauw als ik in Amsterdam kom. Gerard
Schmidt, hartelijk dank voor de postzegels en het zilverpapier. Je mag de post
zegels ook los in de brief sturen hoor Gerard. „Rozenfee", je briefje was best
te ontcijferen hoor. Oom Wim is wel getrouwd, maar niet met mij. Bedankt
voor de leuke tekeningetjes. Ik vond mijn portret erg mooi en heb van de
aanblik genoten. Een foto van Sonja Heny kon ik nog niet voor je ontdekken.
—„Zonnedauw", dat was een gezellige, lange brief. Het adres was keurig in orde
hoor. Als je 't altijd zo doet, Komt de brief steeds op z'n bestemming. Spaar
je ook sigarenbandjes? Schrijf het maar eens. Ja, 't is erg interessant om te
zien hoe stekeltjes hun nestjes bouwen. Ik heb ook eens zo'n stekelpaartje in
een groot aquarium gehad. Eva Wolthaus, ik geloof dat je mij al eens eerdér
van je broertje vertelde. Leuk dat hij nu gaat lopen. Hij zal het wel heerlijk
vinden als je hem veel meeneemt naar het strand. Kun je al zwemmen, Ev„?
Grietje Ellen, doe maar geregeld met ons mee en geef nooit te gauw de
moed op, meisje! „Crocusje" jij hebt te veel fouten gevonden, meisje. Kijk
maar eens naai* de oplossing. Simon Mulder, wat een geweldige onderneming
van je ouders, om met jullie naar Canada te trekken. Jongen, ik hoop dat het
julhe heel erg goed zal gaan in het nieuwe vaderland en dat je er spoedig thuis
zult zijn. Ik vind het leuk dat je ons niet wilt vergeten en spoedig je ervaringen
zult schrijven. Alle jongens en meisjes van de „Jeugdkoerier" zullen die graag
willen lezen. Schrijf je mij nog eens voor je vertrekt? Stieni Ufkes, daar
staat je naam dan voor 't eerst in het hoekje voor de oudere jongens en meisjes.
Heb je een gezellige verjaardag gehad? Henk is natuurlijk welkom bij ons. Doet
hij de volgende week mee? Hartelijk dank voor het zilverpapier, Stieni. Ook
voor alles wat je mij de vorige week hebt gezonden. Jan Leydeckers, wei-
bedankt voor de sigarenbandjes. Ja hoor, daar weten wij wel raad mee.
Trijntje Agaart, wat heerlijk dat je een poosje naar Bergen gaat. Nu zal je mis
schien wel gauw opknappen. Heb je het boek nu ontvangen? Het is al lang ge
leden verzonden hoor! Misschien kom ik je wel eens opzoeken in Bergen.
Beterschap toegewenst, meisje! Atie Vissers, jij zond mij de oplossing van
het prijsraadsel voor de kinderen beneden 12 jaar, maar je mag met de oudere
jongens en meisjes meedoen, Atie. Je bent al 12 jaar. De „Jeugdkoerier" is deze
week voor 12 tot 16-jarigen, dus je kunt aan 't puzzelen gaan. Maria van
Wolfercn, heeft Grada nog een correspondentie-vriendin gekregen?
Jannle Beets, deze week beginnen wij met jouw briefje. Heb je een prettig
feest gehad? Wat is Teuni toch lelijk gevallen, zeg! Schrijf je mij nog eens
gauw hoe het met haar gaat? Bedankt voor de postzegels, meisje! Harry
Boersma, wat leuk dat je een versterker hebt gemaakt. Tot mijn. spijt kan ik je
niet vertellen hoe zo'n ding werkt,- Harry. Maak eens een praatje met iemand
die er verstand van heeft. Een radiohandelaar bijv. Hij zal het je wel kunnen
vertellen en wil misschien ook wel eens kijken, wat er aan jouw versterker
mankeert. Trjjnie Sanders, de Paasvacantie bevalt je zeker best, is het niet?
Ik hoop maar dat het rapport meegevallen is, Trijnie. Vera Stavenuiter, nog
hartelijk gefeliciteerd met je vijftiende verjaardag. Dat was een heerlijke dag
voor je. De vorige keer zag je dus geen kans om een gedichtje t maken. Dat kan
ik best begrijpen hoor. Jij was de enige niet die in gebreke bleef. Dichten is ook
geen werkje dat iedereen even gemakkelijk afgaat. Gerdina Clay, wat is dat
kiekje verbazend aardig geworden. Ik had het in de „Jeugdkoerier" willen zet
ten, maar daarvoor was het niet scherp genoeg. Jammer hè! Herman Eelsing,
jij hebt gelijk hoor. Geef de moed nooit te gauw op. Piet Smit, ja, je had
gelijk. Er bleken 21 fouten in het briefje te zitten. Dat heb je goed opgemerkt
hoor! „Jacky", toen ik niets van je hoorde, heb ik zelf maar gehandeld. Jam
mer dat je briefje net te laat kwam. Een volgende keer kunnen wij het weer
veranderen. Jack. Korenbloempje", heb je een prettige verjaardag gehad?
Hoe gaat het nu met Bob? Ik hoop maar dat hij weer opgeknapt is. Henk van
Osch, jij behoort natuurlijk' bij de groep van 12 tot 16 jaar. De vorige keer
dacht ik dat je nog geen 12 jaar was, Henk. Om de andere week is de „Jeugd
koerier" voor jongelui van 12 tot 16 jaar. Het raadsel van deze week is dus ook
voor jou. Veel dank voor de postzegels!
Jongens en meisjes, de brieven voor ons volgende correspondentie-hoekje
verwacht ik graag vóór Zondag, 1 Mei.
Dag jongelui!
Hartelijke groeten van
TANTE IET.
rjc gevoelige mensen, die gauw 'en
U verkoudheid krijgen, zijn veelal ook
kouwelijk van aard en rheumatisch
aangelegd. De Fransen met de trans
lucide logica van hun taal,
dan ook een verkoudheid „une rhume
hetgeen duidelijker dan in enige an
dere taal de verwantschap met
rhumatisme" legt.
En daarmee zijn we beland bij n
tweede kwaaltje of moeten we zeggén
„kwaal"? De rheumatiek steekt ook
altijd de kop op in de herfst en U*
In de meeste gevallen zijn de men.e
er niet ernstig ziek van, maar ie voe
len zich verre van behaag yk. Ook het
rheuma sluit vaak aan by een -
koudheid of een griepje, zetelt in slym-
vliezen van keel en neus om zich da.
na in de spieren en in de vliezen, die
de gewrichten bekleden, te nesteen.
En dan gaat het weer net als bij de
oren en de luchtpijpen, de pltaUen, die
eenmaal aangetast zijn geweest, zijn
er bij elke volgende gelegenheid weer
het eerste bij.
Het is of elke infectie het lichaam
gevoeliger maakt voor een volgende
keer. Hier zien ze dus het omgekeerde
van hetgeen bij vele andere infecHes
wórdt waargenomen. Mazelen, kink
hoest of rookvonk krijgt men maar
eens in zijn leven.
Daarna heeft er De dokter
zich in het bloed ggn
antistof gevormd,
voldoende om voor wOOfd
de rest van het
leven die bepaalde infectie te weren.
Zelfs de jonge zuigeling krijgt met het
moederlijk bloed nog een voorraadje
van die antistoffen mee en is in de
eerste zes maanden nog ongevoelig
voor de meeste infectieziektes. Spe
ciaal voor de kinderziektes, die zijn
moeder zelf gehad heeft en waarvoor
haar bloed dus de tegenlichaam (is
antistoffen) heeft opgebouwd. Aange
zien de griep geen immuniteit nalaat,
omdat het lichaam daartegen geen
antistoffan kan opbouwen, is ook de
Zij was 16 Jaar, Jacoba Roelofs, toen
zij kort na de capitulatie in Mei 1940
met een Duitse militair kennis maakte,
die haar zoveel over zijn „Heimat"
vertelde, dat zij, koste wat kost, naar
Duitsland wilde. Haar ouders gaven
geen toestemming. Dan maar als ge
vangenbewaarster,-vond zij, want daar
voor was de toestemming van haar
ouders niet nodig. Zij vertrok naar
Duitsland en werd „aufseherin" in het
kamp Auschwitz, waar dag en nacht
joden in de gaskamers verdwenen.
„Hoe was dat mogelijk?" vroeg mr.
Haga. de president van de Raad' van
Cassatie, waarvoor zij gistermorgen
verscheen. Het meisje antwoordde
niet. Zij ontkende hardnekkig gevan
genen mishandeld te hebben, ofschoon
tweemaal bewezen is dat zij zich wel
daaraan heeft schuldig gemaakt. Zij
ging temidden van uitgehongerde ge
vangenen spek bakken. Wat zij niet
lustte wierp ze weg in het zand. Als
de gevangenen er op af sprongen, sloeg
ze hen.
De procureur-fiscaal prof. mr. Lange-
meyer was met de raadsman van re-
quirante van oordeel, dat een psychia
trisch rapport over deze vrouw moest
worden uitgebracht, voordat de raad
een vonnis velt.
Stijgende werkloosheid
in Duitsland
Generaal Clay, de Amerikaanse mi
litaire gouverneur in Duitsland, laat
in zijn rapport over Maart inzake
Duitsland uitkomen, dat het aantai
werklozen in de Brits-Amerikaanse
zone m»t 94.000 steeg en thans 1.132.000
personen omvat. Iin West-Berlijn kwa
men 768 vluchtelingen uit door de
Sowjets bezette gebieden aan. Uit de
Sowjetunie arriveerden gemiddeld 300
Duitse krijgsgevangenen per dag. De
prijzen der levensmiddelen en textiel
daalden aanmerkelijk.
GRATIE VERLEEND
Bij Koninklijk Besluit is gratie ver
leend aan W. M. Willemsen, tot de
doodstraf veroordeeld bij sententie van
het Bijzonder Gerechtshof te Amster
dam. De doodstraf is veranderd in
levenslange gevangenisstraf.
jonge zuigeling daarWon niet Ilt.
schermd en een gewone verkoudheid
van de volwassene kan voor de zuip»
ling een griep met dodelijke complic
ties betekenen.
Daarom met verkoudheden alty'd bij
zonder voorzichtig zijn in de nabijheid
var een baby! In de ziekenhuizen map
een verkouden zuster slechts met een
dubbel gaasmaskertje voor mond en
neus de babyzaal binnengaan. Dit is
een goed middel, dat hierbij allen aan
bevolen zij, die jonge kinderen te ver
zorgen hebben, hetzij eigen moeders of
kinderverzorgsters.
De ziektes, die geen immuniteit na
laten, integendeel overgevoeligheid opl
roepen, noemt men de' allergische ziek-
tes, de ziektes waar het lichaam anders
op reageert (Gr. allos-anders, ergein-
werken), dan verwacht, zou worden.
Uit de aard der zaak behoren vele der
abonnementsziektes tot deze groep.
Asthma.
Een heel beruchte allergische ziekte
is het asthma. Hier in de infectie niet
alty'd een ziekteverwekkende kiem, het
kan ook een eiwitbestanddeel uit de
voeding zijn of de vulling van een
kussen, het haar van de kat, of de
blaadjes van een plant. Al deze stof
fen kunnen bij overgevoelige mensen
de asthma-aanval opwekken. En iedere
patiënt heeft zijn eigen overgevoelig,
heidsverwekkers, de zogenaamde spe
cifieke allergie. Daarom wordt dikwijls
getracht op te sporen, welke stof de
recatie in een bepaald geval teweeg
brengt, zodat de patiënt die stof kan
mijden.
Natuurlijk betekent deze behande
ling voor de patiënt slechts: minder
aanvallen, geen genezing. Wel heeft
men ook met extracten van die ver
wekkers inspuitingen gegeven en in
een aantal gevallen op die wijze de
patent ertegen geïmmuniseerd.
Griep, asthma, rheuma, het zy'n alles
allergische ziektes. Tot nu toe is het
niet gelukt de patiënten zo te behan
delen, dat hun reactie op deze ziektes
totaal verandert, dat ze hun kwalen
de baas worden.
Het is daarom, laat deze ziektes de
abonnementsziektes bij uitnemendheid
zijn, de ziektes, die telkens in de zelfde
vorm hun slachtoffer weer bezoeken.
Het is ook daarom, dat het aantal
middelen en vooral middeltjes, dat
tégen deze kwalen wordt aanbevolen
en geadverteerd, legio is. Het zijn de
ziektes, waar een groot deel der be
schaafde mensheid aan lijdt, chronisch
aan lijdt en waar dus veel aan te ver
dienen is.
Het is van belang, dat de lijdende
mensheid dit inziet en zy'n kwalen niet
iaat exploiteren. We zullen aan het
eind van deze reeks trachten tot een
logische opbouw van de oorzaken te
komen,
VOOR HERENAVOND
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur AVRO: 6,15 Sport-
praatje 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,00 Radiostrip 7,10 Ik zou zo graag
',45 Mr Dr A A van Rhijn 8,05 In het
Radio-Zoeklicht 8,15 Concertgebouw
orkest 9,55 Gramofoonpllaten 10,15
„Verpleegster worden" 10,3o The Ro-
mancers 11,15 „Filmwijsjes"
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7 8 en 11 uur NCRV: 6,15 CNV-
kwartier 6,30 Piano-duo 6,45 West.
europees commentaar 7,15 Nederlandse
organisten 7,30 Het actueel geluld
0,05 Programma-proloog 8,15 Oosten
rijkse Steravond 9,30 Familie-competi
tie 10,05 De vaart der Volkeren 10,35
Piano-duo 10,45 Avondoverdenking
11,15 Radio Philharmonisch-orkest
11,50 Gramofocmplaten
VOOR VRIJDAG
HILVERSUM I, 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,18
Gramofoonplaten AVRO: 12,00 Prome
nade-orkest 1,20 Blng Crosby zingt
VARA: 6,15 De Vara feliciteert 9,30
Voor de Strijdkrachten 7,00 Denk om
de bocht 7,15 Accordeola VPRO: 7,30
Nederland en zijn gewesten 7,50 Tien
voor acht 8,05 Muziek 8,30 Ds J J
Thomson 8,55 Zo Juist verschenen
VARA: 9,00 Men vraagt.... en wij draaien
9,30 Emmy, hoorspel 10,00 Buiten
lands weekoverzicht 10,15 Swing ana
swee- - VPRO: 10,45 Avondwijding -
VARA: 11,15 Mevr A C Ploeg—Ploeg
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7 8 en 11 uur - NCRV: 8,19
Muziek bij hét werk 12,33 Orgelconcert
1,15 Ensemble „Selecta'1 5,45 om-
roep-orkest 6,30 G J Uitman 6,45
Geestelijke liedeven 7,15 Prof Dr F
Kesing 7,30 Het actueel geluid
C W V-kwartier 8 05 Programma-pro
loog 8,15 Opwekkingssamenkomst
9,30 „Fantasia" 9,50 Symphonische mu
ziek 10,30 NCRV-kwartet 10,45 Avond-
overdenking 11,10 Selecties
79
IN DE
DOOR
TJEERD ADEMA
Hij boog zich over haar heen en
luisterde ingespannen.
„Groetgroet. mijn moeder
en verte] haar hoe ik.... Groet ook
mijn zusje. Bastiaan weet het adres
Groetgroet Van Waardenburg. Hij
was altijd een no. een nobele
Haar gefluister eindigde in een
zucht.
Steensma zag, dat zij de ogen op
nieuw had gesloten.
Hij haastte zich de trappen af, liep
naar buiten en zag tot zijn geruststel
ling op de hoek van het pleintje het
reeds verlichte glazen huisje van een
publieke telefooncel
Hij liep er heen. stopte een dubbeltje
in het toestel, draaide het nummer
ven de politie en schrok ,toen hij plot
seling een heer van omstreeks vijftig
jaar, die zijn jaskraag had opgeslagen,
voor de deur van de cel zag staan.
„Wat drommel, waarom moest die
man nu juist hiér
„Hier, politie!" riep een stem in de
telefoon.
„Laat onmiddellijk een dokter ko
men!" zei Steensma nerveus. „Er is
een vrouw neergeschoten."
Hij noemde de straatnaam en het
nummer van het perceel.
„Wie woont daar?" informeerde de
wachtcommandant.
„Het pand is onbewoond", ant
woordde Steensma.
„Met wie spreek ik?"
„Dat doet er niet toe. Maak voort,
want er is haast bij. De vrouw is ern
stig gewond. Misschien is het al te
laat".
„Is dit misschien een verlate April
grap?" informeerde de politieman sar
castisch.
Ir. Steensma bedwong met moeite
een uitbasting van woede.
„Ga dan zelf kijken, ezel!" riep hij,
de haak op het toestel gooiend.
Hij rukte de deur open en stapte
naar buiten.
De man, die op de telefoon ge
wacht had, keek hem in het licht van
de cel-lamp onderzoekend aan.
„Goeden avond, meneer. Vies weer
tje. vindt u niet?"
Ir. Steensma gaf geen antwoord.
Elendig, dat die kerel juist getuige
van zijn gesprek moest zijn.
Hij zette de kraag van zijn jas op,
stak het pleintje over cn bleef een
ogenblik weifelend bij het verlaten
pand staan.
Hier zou hij wachten tot hij zeker
wist, dat men op zijn waarschuwing
acht had geslagen. Wanneer er binnen
vijf minuten niemand verscheen, zou
hij opnieuw bellen.
Drie minuten kropen om. Toen da
verde een motor aan.
Steensma trok zich terug in de por
tiek van het schoolgebouw en zag, dat
een man in uniform de motor voor
het leegstaande pand stop zette. Ineen
zijspan zat een man in een lange leren
jas, die vlug uitstapte en nieuwsgie
rig naar boven keek.
'Samen gingen de mannen de stoep
op en verdwenen in het gebouw.
Steensma wachtte tot ze de buiten
deur achter zich gesloten hadden.
Toen haastte hij zich weg en voelde
zich eerst veilig, toen hij in een druk
ke winkelstraat tussen tientallen men
sen liep. i
Op een donkere gracht ging hij een
brug over en liet de revolver in het
water vallen. Hij liep langs het pad,
waar hij de sleutel had gekregen,
veegde die met zijn zakdoek glad en
liet hem zachtjes door de brievenbus
glijden. Hij was er zeker van, dat
daarop geen vingerafdrukken te her
kennen zouden zijn.
Toen wandelde hij in snel tempo
naar het ziekenhuis. Hij liep om het
gebouw heen naar de achterkant, klom
over het prikkeldraad en slenterde de
reeds in het duister liggende tuin
dcor.
De oude Gerrit was verdwenen én
er was niemand, die op hem lette.
De talrijke ramen van het brede ge
bouw waren merendeels verlicht. Hier
en daar was een gordijn neergelaten
en kierde een gouden streep in het
steeds compacter wordende duister.
Voorzichtig deed hij de achterdeur
open en liep op zijn tenen de lange,
lege corridor door.
Hij hoorde van verre het geluid van
orgelklanken en fragmenten van de
zang der zusters en begreep, dat hij
geen betere tijd om onopgemerkt bin
nen te komen, had kunnen kiezen.
Voorzichtig ging hij de trap op, een
bovengang door, een dwarsgang.er
was niemand.
Hier en daar stond de deur van eèn
ziekenzaaltje open en hoorde hij het
rumoer van stemmen, maar kamer
schutten, die om de bedden stonden,
beletten, dat men hem zag passeren
Onopgemerkt bereikte hij zijn ka
mer.
Hij draaide voorzichtig de deur
knop om, maar vóór hij kon binnen
glippen, bespeurde hij een lange, ma
gere gestalte in nonnenkleed, die om
do hoek van de gang verscheen.
Wordt vervolgd
42. De twee matrozen krijgen bijna
ruzie over de kist, waarin Pim, Pam,
Pcm en Pepi opgesloten zitten. „Heb
jij dat deksel niet dicht gedaan?"
„Welnee man, het stond niet open. Je
ziet ze vliegen", „Het stond wel open",
roept de ander woedend. „Ik zal het
je laten zien". Binnenin krijgen onze
v rienden het hoe langer hoe benauw
der! Zullen ze ontdekt worden? Nu
dan zal er een flink pak slaag voor
hen opzitten. Maar zover zal het niet
komen, want de stuurman daalt in liet
ruim af en vraagt op barse toon aan
de ene matroos, wat hij met die ha*
rr.er in zijn handen doet! „Ik moet deze
deksel een beetje vastslaan stuur
man", antwoordt de matroos bedrem
meld." „Nu, sta me dan niet zo aan te
staren", roept de stuurman. „Vooruit
sla er een paar spijkers in. We W®"
nen het niet hebben, dat die aardaP*
pelen er tijdens de reis uitrollen-
En zo gebeurt het, dat de kist waan®
de hondjes met hun vriendje zitt*®1
netjes dichtgespijkerd wordt.