De poori van hei verleden
Geheimen rond England-Spiel
Ri
Lof of Liefde
u.\
p
0>i\ hcctKOVaaevade qAva.
zCv1 bordspQ-l t'w laetrStd-
cliova kovaat-ook Q<ZH
vlieqeuadc qdvvas vdn
de K.L.MT
(Vervolg van pagina 1
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
Hoe is de stand
Mieke?
Hef Radioprogramma
Rvsao vvtóa wvarwier dAv»
ooit. Uc«l Nad«vl<ivid tvd*
MÓA/ boi■tcv1.ƒ^r^^,^
Twddlfdui'2«yid m«MS«Lvi Vxip.
-Len stof iV» hart Alk**i<aor.
se SpovfcpAvU eva zc^cv»
spovMaavide wictovvACes
BltV' t
iiliwois hee-Tt eaw w/ande.
levade bevg.'Pev joow
verploo-tet. laet dn^g
"i-P wietcv-. y/r<^..-.f:
De *tlCvtvAlrige CAvoIivid
Ckolopkd kee-Êt„de_3dve?
2:^) Iddt ©claAlöva, wckks^S
eva botcw>ot<2 va vlfe^eva.
BUITCNL'
1 zakei-
--,>* -
D»« Avviold _J
(wet dc^vote
Sclr*nAut2e^"|
^>pirdl< wiet -.
wa< mst-ev
.Si-i kkev ovcv
cle ^v-evis
cov-rec-ti'es.
Hi) wev-d
ectrèev- zcl-T^ecovn^eevd
De Aw»CKil<AAvase n-it-s.öilcs
hea-C-t.de lauwe In lo=>bc\>öd
naa-t laAAv- eclatqe vaoerfc VGv
bvokevaj-toeva Taj^ kiAv.
uit vmd Qeva p&Knct t'v)
de kieds stopte. -
CO
•2a.ve.vi Awvi stev-cjtfvwi s> e
laAvevadievQva ovttiewaadeva
zicla ovev- Movaa^A<Nv»e
wt«a va u -föc-tuv-e vaD« löect-
£»te 2.evad>vag kwdm vid
de pohtieboot: iva yci ligg
la Ave va. ~u
e keesde" ydva dc. VARA
Wtllevaa vö,v\
"werd 60 xAor
e>t.dvtie. povtret
Kecsae e»i ?ï\n Ebdtyc
,_va CeSpelIcvt
werd 60 .'\Odr f-l icr la et
DARIJS heeft aan de oevers van de Seine bij het Quartier Latin zijn wereld-
beroemde boekenstalletjes. Wij, in Holland, hebben iels dergelijks in de
Amsterdamse Oudemanhuispoort. Wie van boeken houdt, wie niet genoeg heeft
aan de krant, de radiobode en zijn vakblad, kortom, hij die iets weet of ver-
moedt van het verrukkelijk avontuur dat leeft tussen oude, stoffige, vergeten
en vergeelde boeken, die vindt vroeg of laat zijn weg naar die oude steeg in
hel hart van deze stad. De steeg-der-boeken. De Oudemanshuispoort heeft beter
dagen gekend. Dat waren de dagen vóórdat de Kuituurbarbaren uit het Oos
ten kwamen, die met de oude kereltjes uit de Poort ook de negosie vernietigden.
Maar oude boeken en oude kereltjes a CNA erma
plegen taai te zijn en tegen alle druk, J)U 11- 11—Pi I J/aI L I. D-j
conjunctuur en verzet in kan men Cgafe-, nrirT^^-py PQpii JMVlfflilr
nu weer het boekenavontuur in die
schemerige steeg beleven, zo lang en zo vaak men wil. Met veel en weinig
geld in Uw zak. Op vervelende regenmiddagen of op 'n lentelijk vroege och
tend, met alle kleuren van het prisma over dat kostelijk Amsterdam uitgestort.
Er i* maar één voorwaarde aan verbonden: men moet alleen gaan. Men moet
z'n vrouw, z'n zoon, z'n dochter, z'n vriend of z'n vriendinnetje thuislaten. Het
boekenavontuur verdraagt geen gezelschap. Zelfs niet het allerbeste en aller
liefste.
stek. Ge kijkt, bladert, snuffelt, rom
melt, pakt aan, gooit weer neer, loopt
door en gaat terug, loert en spiedt,
gluurt en neust. Het is opwindend en
teleurstellend. Emotioneel en ontgoo
chelend. Want het is de ontmoeting met
vrienden en vijanden, met geliefden en
gehaten, met verguisden, opgeofferden
en vergetenen. Met allen, die samen
met u door het leven baggerden en
waarvan een ontstellend groot deel tij
dens de reis achterbleef.
CN dan slentert ge langs de stalletjes
en de planken en uw oog gaat over
al dia boeken. Oude boeken en nieuwe
boeken. Verslonsde boeken en nog niet
eens opengesneden boeken. Boeken met
ezelsoren en vetvlekken. Boeken die
het nobel signatuur van tientallen de
cennia dragen. Karakterloze boeken en
boeken die hun adelbrief meekregen.
Overbodige boeken en boeken met alle
wijsheid van alle eeuwen er in neer
gelegd. Dwaze boeken en treurige boe
ken.
Daar doemen plotseling de beelden
uit uw kinderjaren voor u op en dat
is een zeldzaam en ontroerend moment,
dat terug doet denken aan moeder en
vader en de vriendjes van weleer. Daar
liggen de vuurrode banden, pompeus
en met gouden kanalen en rivieren op
de band, waarin Paul d'Ivoi zijn avon
turen voor ons beschreef. Krekel.de
Meester van de Blauwe Vlag.en de
onsterfelijke Lavarède, die met vijf
stuivers de wereld rondreisde. En daar,
achter op die plank, staan stram als een
garderegiment Pruisen, de vijf en twin
tig deeltjes Jules Verne klaar om mee
genomen te worden. Hardblauwe
prachtbandjes.Michael Strogoff.de
Kinderen van Kapitein Grant.Vijf
weken in een luchtballon.Karaban
de Stijfhoofdige.en Twintig duizend
mijl onder zee.
Ach, welk een baaierd van herinne
ring daagt daar voor u op, als men op
dit schemerig podium staat te kijken en
grasduint in de eigen jeugd. Ineens zijn
daar alle nooit meer overtroffen emo
ties uit de jaren dat ge werkelijk dacht
dat ge zelf nog eens zo'n groot avontu
rier zoudt worden, dat ge de wereld
eens behoorlijk zoudt gaan veranderen
en dat het alles zo schoon, edel en
spannend in de wijde wereld was als
Paul d'Ivoi en Jules Verne u vertelden.
Ach en ach.wat viel dat tegen later.
Ge werd slechts een klein burgerman
netje, ge mocht blij zijn mee te draaien
in deze benarde mallemolen en wat de
edelheid en spanning aangaat.laten
wij het liever over het weer van van
daag hebben.
Ge loopt door, en verbreekt ruw het
contact met die jaren omdat ze tóch
voorbij zijn. Zo ellendig absoluut, zo
hopeloos definitief voorbij. En ge werpt
nog een laatste verdrietige blik op
Captain Marryat, op Fenimore Cóoper
en Gustave Aimard.
Ge ziet alle boeken uit alle jaren van
uw leven en ge verwondert u erover
voor hoeveel boeken ge eens wild-ent-
housiast was en hoe gelaten, passieloos
ge ze nü voorbij gaat. Daar ligt Goethes
„Faust", die ge verraderlijk hebt ge
offerd aan Kafka en Sartre. Daar ligt
Heines „Buch der Lieder", eens be
waard onder uw hoofdkussen als het
beste, kostelijkste dat ge bezat. Later
gekruisigd en vermoord met Slauerhoff
en Jan Greshoff. Hoe is het mogelijk
dat ge Schillers „Rauber" las met een
zaklantaarntje in uw bed en er nu geen
stuiver meer voor over hebt. En daar
ligt de beruchte en beroemde inleiding
tot de psycho-analyse van Freud, van
al wiens theorieën ge geen snars meer
gelooft sedert ge zelf de kinderzegen
ieelachtig werd en al spoedig leerde
dat alleen Jan Ligthart het bij het
goede eind had toen hij eens schreef dat
kinderen opvoeden jezelf opvoeden is.
Iedere minuut van iedere dag opnieuw.
En onder de harde druk der omstan
digheden ontbrak u de tijd na te gaan
wat er waar en onwaar was aan al dat
Freuds gecomplex.
Daar ligt de bijbel. Ernaast de galan
te avonturen van Casanova. Een jong
student staat er in te bladeren en is
zichtbaar mijlen ver weg aan het dag
dromen. Daar liggen als bondgenoten
de Drie Musketiers, de Zwarte Non en
Martijn de Vondeling (van Xavier de
Montepin; ingebonden in 68 vervolg-
afleveringen). Edel naast onedel, de
lectuur-plebejer naast de literaire aris
tocraat. Mislukte boeken en geslaagde
boeken. Bestsellers en nosellers. Boe
ken van wetenschap en cultuur en de
ergste kitsch. Een doorsnee van alles
wat ooit geschreven werd, in klein be-
E"n dan gebaurt het dat men zichzelf
aan het krui» genageld ziet. Want
daar ligt, Ingeperst tussen onbenullig
heden als Dick Bos en een ellendig vod
van een gruwelroman.uw eigen boek.
Jaren geleden geschreven voor jonge
lieden. En daar ligt het: met theevlek-
ken en andere smerigheden er op en
er aan klevend. Het bezorgt u een
schok en ge wordt schielijk in het
barre heden teruggeslingerd. Daar ligt
dat boek.het eigen hartebloed.die
eindeloze rij uren van transpiratie en
inspiratie. En tandenknarsend vraagt
ge u af wie de onverlaat is geweest die
uw geesteskind hier zo harteloos ver
moordde.
Ge neemt dat boek op, vervuld van
weedom en melancholie en vraagt dan
onverschillig (maar met luid bonzend
hart!) aan de man achter de plank: „Is
het wat.hoeveel kost dat ding..1"
En de man grijpt het aan alsof het een
stuk turf is, een straatsteen. Hij weegt
het en zegt dan: „Vijf stuiver, meneer".
Verdoofd legt ge het kwartje neer en
vlucht heen. Een teruggevonden wees
rijker, een illusie armer.
De steeg en de wereld lijken u op
nieuw harder, treuriger, heillozer. En
ge zijt het eens met Seneca die gezegd
moet hebben dat de ene mens een wolf
is voor de andere.
ANTHONY VAN KAMPEN
Natuurlijk werd ik verhoord. Maar ik
behoefde die Duitsers eigenlijk niets
meer te vertellen, want ze wisten a'les
al. Ze wisten, waar ik in Londen ver
blijf had gehouden vlak voor mijn over
komst naar Holland. Dat was in een
huis in Chester Mews, in het Belgravia-
district van Londen, waar de in training
zijnde geheime agenten allemaal waren
ingekwartierd. De Duitsers wisten zelfs
met welke meisjes ik in Londen op stap
was geweest en ze wisten zelfs de meest
intieme dingen.
Eerst hebben ze me in Nederland op
gesloten en vervolgens werd ik gevan
gene in Sachsenhausen. Daar heb ik
vier jaar gezeten. (Volgens onze nog
nooit weersproken inlichtingen zijn de
agenten in Haren gebleven tot 27 Nov.
1943; vandaar zijn ze eerst naar Assen
en vervolgens naar Duitsland vervoerd.
Dat klopt dus niet met de vier jaren,
die Van der Reyden opgeeft. Red.)
De Russen hebben me in Sachsenhausen
bevrijd. Ik woog toen nog maar 90 pond
en mijn normale gewicht was altijd 224
pond. Dat weeg ik nu trouwens weer.
Belangrijke mededeling.
Na de oorlog ben ik naar Engeland
gegaan om mijn achterstallige salaris te
incasseren. Dat bedroeg als geheim
agent 25 Pond per maand en dat was
in die vier jaren opgelopen tot 2000
Pond, alles inbegrepen. Ook heb ik toen
geprobeerd van het War Office schade
vergoeding te krijgen voor mijn uitrus
ting, die ik had moeten inleveren, toen
ik als agent in training ging. Ook mijn
persoonlijke eigendommen had ik moe
ten afgeven. Dat was bij elkaar voor
een waarde van ongeveer 700 Pond. En
dat wilde ik natuurlijk graag vergoed
hebben, dat begrijpt u. Maar nu moet u
eens luisteren!
En dan doet Willem van der Reyden
zijn bezoeker een mededeling, die weer
een nieuw, groot raadsel toevoegt pan
de vele, die zich reeds rond het Eng
land-Spiel hebben opgehoopt. Een
nieuw raadsel, waaraan de Parlemen
taire Enquêtecommissie stellig niet
voorbij mag gaan, maar waarover zij
zeer beslist het vroegere hoofd van de
Nederlandse geheime dienst mr. R. P.
J. Derksema zal hebben te horen. Want
onder diens verantwoordelijkheid is
Van der Reyden uitgezonden!
Kijk eens, zegt Van der Reyden, toen
ik bij het War Office om die schadever
goeding kwam, keken zé vreemd op.
Want ze kenden me niet. Ik stond er he
lemaal niet geregistreerd. Ze wisten
van mijn hele bestaan niets af! Tal van
keren heb lk nadien nog geschreven om
mijn geld, maar ik kreeg er zelfs geen
antwoord op.
Geld speelt geen rol.
U hebt de Duitsers dus niet, zoals
v/el gezegd is geworden, uw identity-
check gegeven?, vraagt de bezoeker ten
slotte.
Nooit, zegt Van der Reyden beslist.
Als u werkelijk volkomen onschul
dig bent, kunt u van de Nederlandse
bladen zoveel geld aan schadevergoe
ding eisen, dat ge uw hele leven niet
meer behoeft te werken.
Och, zegt Van der Reyden met een
licht schouderophalen, ik geef eigenlijk
helemaal niet om geld. Maar mijn va
der wil dat proces tegen die kranten
doorzetten, die zit er eigenlijk veel meer
achter dan ik.
Maar, meent de bezoeker, als ze
van mij zoiets zeiden zou ik wild van
woede naar Nederland vliegen en met
de vuist op tafel eisen, dat ze mij reha
biliteerden.
Och, zegt Van der Reyden, ik wil
maar liefst alles vergeten. Ze hebben
het op mij gemunt in Nederland, om
dat ze weten dat ik anti-communist ben.
En u moet niet vergeten, dat al die Ne
derlandse krantenredacties communis
tisch zijn!
44. De situatie wordt wel erg be
nauwend voor Pim, Pam en Pom. Nu
zitten ze opgesloten in een kist, bene
den in het ruim van het stoomschip avonturen.
„Salmiak". En.... geen enkel kansje „Oh, nu moet
om er uit te komen, laat staan dat ze
het schip kunnen bezichtigen. Pom en
Pam zijn kwaad op hun broertje. „Jij
ook altijd met je rare ideeën", roept
Pam. „Je bent toch zeker uit eigen
vrije wil meegegaan", snauwt Pim te- midden in een kist met aardappelen
helemaal niet op zijn gemak. Pim weet
maar al te goed. dat hij het meestal is,
die zijn broertjes meesleept in allerlei
ik weer hikken",
roept Pepi uit. „Adem inhouden!" roept
Pom. „Zeven slokjes water achter el
kaar". adviseert Pam. Meteen schieten
ze alle vier in de lach. Het is ook te
gek. Zeven slokjes water, terwijl ze
rug. „Was dan op de kade gebleven!"
Ja hij snauwt nu wel tegen Pam,
maar in zijn hart voelt hij zich ook
zitten. Maar gelukkig het heeft toch
geholpen. Pepi is van zijn hik verlost.
r
Hersengymnastiek
door Bob Wallagh
Een lezer vraagt ons naar de oor-
sprong van de bekende uitdru -
kring „langzaam aan dan breekt
het lijntje niet". Wel, de ouderen
zullen daarvoor eerder een ver
klaring weten dan de jongeren, om
dat het „lijntje" waarvan sprak is
steeds meer uit het Nederlandse
leven verdwijnt. OorspronkelijK
werd de uitdrukking gezegd door
de schipper tot de jager (de man
die in de jaaglijn loopt) om te
voorkomen dat de lijn, waarmee
schuit en paard verbonden waren,
door te hard trekken, zou breken.
Het „lijntje" is dus de jaaglijn en
de schuit de trekschuit, die inder
daad steeds meer uit ons leven
verdwenen is. Nu betekent de uit
drukking: ga niet te haastig te werk,
waardoor ge alles zoudt kunnen be
derven.
Hier volgen onze nieuwe vragen:
1. Wanneer U iemand automatisch
interlokaal wilt opbellen, wat moet
men dan het eerste doen?
2. Wat is het verschil tussen
caoutchouc en hardrubber?
3. Wanneer U de Domkerk in
Utrecht vanuit de lucht zoudt zien,
wat zou U dan opvallen?
4. In 1607 sneuvelde een beroemd
zeeman en werd er een geboren.
Wie waren dat?
5. Hoeveel wegen: een mud ha
ver, een mud tarwe en een mud
gerst?
6. Is superfosfaat een kleurstof,
een meststof of een geneesmiddel?
7. Wat is averij?
8. Iedereen weet, dat het behoor
lijk is om „met twee woorden" te
spreken. Toch is er een gelegenheid
waarbij men met één enkel woord
kan volstaan, zonder dat men on
beleefd is. Welke is dat?
9. In welke eeuw leefde Vondel?
10. Met welke drie namen werd
de god der liefde aangeduid?
Voor de antwoorden zie men tus
sen de advertenties.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM 1 301 m Nieuwsberichten
om 6 8 en 11 uur VARA: 6,15 Gramo-
loonplaten 6,30 Voor de Strijdkrachten
7,00 Artistieke staalkaart VPRO: 7,30
Lezen in de Bijbel 7,45 Voor de Neder
landers in Duitsland VARA: 8,05 Din
gen van de dag 8,15 Belgie—Nederland
(le deel) 9,00 Socialistisch commentaar
9,15 BelgieNederland (2e deel) 10,00
Je moet maar pech hebben 10,15 Belgie
—Nederland (3e deel) 11,15 Operette-
selecties
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
Om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,00 Prome
nade-orkest 6,30 Journalistiek week
overzicht 7,15 Klankbeeld 7,3o Gra-
ruofoonplaten 7,45 Kampvuren langs de
Evenaar 8,05 De gewone man 8,20
Lichtbaken 8,45 Stem van de week
9,00 Negen heit de klok 9,45 Spelregel
kennis 10,00 Weekend-serenade 10,30
Koorzang 11,15 Strijk-kwartet
VOOR ZONDAG
HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten
om 8 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,40
Johan Jong (orgel) AVRO: 1,20 Les
Gars de Paris 2,30 Melodie en rhythme
3,3o Philharmonisch-orkest VARA:
6,15 Piano-duo 6,30 Voor de Strijd
krachten 7,00 Radiolympus 7 30
Godwin en Silberman AVRO: 8,05 Ac
tualiteiten 8,15 Omroep-orkest 9,00
Raadt maar raak 9,20 Muziek looo
Even afrekenen 10,10 Speeldoos lo'30
Andor Földes (piano) 11,15 The Sk'y-
masters 11,45 Gramofoonplaten
HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten
om 8, 9,30 1, 7,30 en 11 uur NCRV: 8 30
Kerkdienst KRO: 12,40 Amusements-
oikest 2,30 Concertgebouw-orkest
NCRV: 6,30 Geestelijke liederen 6 45 Or
gelwerken - 7,15 Kent gij uw Bijbel?
KRO; Jo Vincent zingt 8,05 De gewone
man 8,12 „Uit en Thuis" 10,35 Actu
aliteiten 10,45 Avondgebed li 15
H'rechts Stedelijk Orkest
VOOR MAANDAG
HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur AVRO: 815
Ochtendvaria 10,15 Arbeidsvitaminen
12,00 De Papavers - 1,20 The Skymasters
6,15 J Louwerse spreekt 6,20 King
Cole-trio 6.30 Voor de Strijdkrachten
7,00 Radio-Filmkrant 7,45 Landbouw-
rubriek 8,05 Radioscoop 10,30 Zang
en samenspel 11,15 Swing corner
HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten
om 7 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8 15
Gi amofoonmuziek 12,33 Metropol'e-
orkest 1,15 Orgelconcert 6,15 Tulpen-
Rallye 6,30 Met band en plaa, 7 00
Onder de NCRV-leeslamp 730 Het
actueel geluld 7,45 Prikkebeen 8 05
De Jubo roept 8,15 Busch Strijkorkest
8,45 Hildebrand-miniaturen 915
Piano-recital r- 9,45 Lezing 10,00 Zang
en spel 10,45 Avondoverdenktng 1115
Sweelinck-kwartet 11,45 Garmofoon-
platen
AVONTUUR
81
IN DE
000R .ESIDENTIE
TJEERD ADEMA
Als door een wonder was hij ge
spaard, maar de toekomst was vol ge
varen.
Nu bezat hij de stukken, waarnaai
mannen en vrouwen van een gerouti
neerde spionnagedienst wekenlang
zochten.
Hier in de lade van zijn nachtkastje,
vcor iedereen bereikbaar, lagen docu
menten, welke de staat een vermogen
waard waren.... misschien meer dan
eer. vermogen. Hier in deze ongesloten
lade lagen stukken, die reeds het le
ven van een man hadden gekost én
sinds de avond misschien reeds een
tweede, nog veel kostbaarder leven.
Zou die dappere vrouw nog gered
kunnen worden? Of was ze misschien
reeds als een slachtoffer van haar
plicht.
Zijn hoofd was als een heksenketel.
Het woelde en bruiste daarbinnen van
gedachten, die om de voorrang stre
den. Hij moest kalm blijven en trach
ten wat te slapen.
De stem van zuster Bianca stoorde
hem in zijn overpeinzingen.
„Waarom is u zo vroeg naar bed ge
gaan, mijnheer Van Waardenburg?"
„Ik.... ik had wat hoofdpijn, zus
ter", zei hij zijn ogen opslaande.
„Wilt u niet wat eten'
„Dank u. zuster, ik zou graag willen
sJapen. Misschien heeft u iets kal
mei ends. Ik.... ik heb een barstende
hoofdpijn".
Zuster Bianca kwam naar het bed
en voelde zijn pols.
„Ik zal u een paar atperientjes en
een glas hete melk geren", zei ze
vriendelijk. „Het lijkt wel of u wat
koortsig is. Misschien heeft u kou
gr vat. Zullen we eens temperaturen?"
.Óch. nee, zuster", zei hij onwillig
De asperientjes wil ik graag van u
hebben".
Zuster Bianca bracht ze na enkele
minuten en zette de melk op zijn
nachtkastje.
„Nu zult u wel gauw slapen", zei ze
k emoedigend.
Zij trok zijn dekens wat recht, stop
te ze in en liet vervolgens de gordij
nen zakken Daarna knipteZe het
nachtlampje boven zijn kastje aan.
„Wel terusten, meneer".
„Wel terusten, zuster".
Hij sloot de ogen en trachtte op
nieuw zijn gedachten te ordenen.
Wat had hij die vrouw ook weer
beloofd?
O. ja, hij zou Bastiaan naar hel
adres van haar moeder vragen en de
oude dame en haar dochtertje een be
zoek brengen. Hij zou... hij zou ook
naar de verblijfplaats van de ionkei
informeren. Maar hoeMisschien
zou freule Tervooren in Warmond iets
weten. Dan zou hij daar ook naar toe
moeten.
De stukkenwat moest hij me»
die kostbare documenten beginnen?
Moest hij ze in zijn huis bewaren
of op zijn bank brengen? Ze waren
nergens veilig. Misschien nog het vei
ligst op een plaats, waar niemand ze
verwachtte. Dat moest hij nog eens
goed overdenken.
Mocht hij ze in dit kastje laten lig
ger,? Als hij sliep zou iedereen ze er
uit kunnen halen. Zuster Angelica....?
V elnee.waarom zou die....?
Hij moest de stukken in zijn bed...
Hij luisterde ingespannen of er nie
mand in de gang was.
Een patiënt in een naastgelegen
kamer hoestte. Twee kamers verder
kunde een kind. Wat drommel, waar
voor was het nodig, dat al die deuren
openstonden. Had ieder aan zijn eigen
zorgen en pijnen niet genoeg?
.!?Ci nacl?.tznster 'iep op vilten pan-
ls. Hii mo^st goed luisteren als
Mj haar wilde horen. Soms stond ze
r- otseling voor zijn bejl zonder dat hii
gemerkt had, dat ze binnen was ge
komen. 6
Hii stond voorzichtig op, sloop naar
gangaf na8r a"é kanten de
Er was niemand.
Vlug ging hij terug, nam het pak
a-tje en de enveloppe uit het nacht
sstie en stopte ze onder ziin matras
Ziezo, dat was veiliger. Wie ze nu
/telen wilde, zou hem moeten wekken
Wordt vervolgd
NAAR VASTE GRQNp
r\e Perzische koning Xerxes hield ia
U het voorjaar van 480 vóór Christus
een grote wapenschouw. Perzen, Meden
Assyriërs, Indiërs, Arabieren, Aethio-
piërs, Klein-Aziaten, allen trokken in
bonte volgorde aan de machtige heer
ser voorbij. U vraagt met welk doel
deze legerparade werd gehouden? Wel
de oorlog tegen Griekenland was be
gonnen! Deze overweldigende leger
macht zou, gesteund door een even
machtige vloot, de republieken Sparta
en Athene vernietigen.
Enige maanden later zat koning Xer
xes op een zilveren troon aan het
strand te Salamis. Zijn troepen waren
zegevierend door de Griekse landen ge
trokken. Athene was reeds verwoest.
Alle strijdbare Griekse mannen hadden
zich teruggetrokken op de vloot der
Hellenen. De zeeslag die volgen zou,
zou beslissend zijn voor de vrijheid van
Griekenland. En vanaf zijn zilveren
troon heeft Xerxes de ondergang van
zijn vloot aanschouwd. In de zeeslag
bij Salamis hebben de Grieken zich
definitief bevrijd van de heerschappij
der Perzen.
Uet is deze historische gebeurtenis die
de Griekse toneelschrijver Aeschylus
in zijn stuk „De Perzen" acht jaar na
de slag bij Salamis voor het eerst ta
Athene heeft opgevoerd. Het stuk speelt
aan het hof van de Perzische vorsten te
Suza. Een koor van grijsaards bezingt
.aarin het tragisch lot van het land.
Want opmerkelijk is het, dat in het
oude Griekenland de grijze ouderdom
als de kroon des levens gold. Terwijl
immers bij ons de grijsheid heeft af
gedaan ten behoeve van de jeugd. Deze
raad der Perzische oudsten dan ont
vangt de tijding van de ondergang van
het Perzische zee- en landleger. In het
stuk zelf wordt geschilderd hoe koning
Xerxes juist terug komt en de totale
ondergang van zijn ondernemen meldt.
Wie dit stuk „De Perzen" leest, b.v.
in de prachtige vertaling van P.C. Bou-
tens, zal verschillende dingen opmer
ken. Het belangrijkste daarvan acht ik
dit. De ondergang van het Perzische
leger wordt niet teruggebracht tot een
gebrek aan manschappen of materiaal
tot een ontbreken van krijgskundig in
zicht bij de bevelhebbers, zelfs niet'tot
nadelige militaire posities of ongunsti
ge krijgskansen, maar uitsluitend tot
het werk van goden, demonen of kort
weg van het Noodlot. Goddelijke, of al
thans bovenmenselijke machten hebben
de ondergang van het Perzische heir
bewerkt. Wanneer Aeschylus in zijn
stuk de numerieke meerderheid der
Perzische vloot heeft beschreven, heet
het
Neen, enig daimoon heeft ons heir
dus neêrgedelgd,
Die op de weegschaal lastte met
oneven kans.
J^jen moet het andere kennen, om het
eigene beter te begrijpen. Daarom
zullen we op de Griekse godsgedachte
die in het genoemde toneelstuk zo
prachtig spreekt, nog iets nader ingaan.
De Griekse goden zijn in wezen niet
anders dan verpersoonlijkingen van de
orde, van de vorm van deze wereld. Zo
kan de Griek zeggen: de liefde is god;
de gerechtigheid is god; het vuur is
god. Hij kende immers een god van de
liefde, van de gerechtigheid, van het
vuur. Deze goden waren dus niet van
een principieel andere orde. Zij waren
van dezelfde orde als de mensen, be
zaten alleen een oneindige macht. Het
waren geen oneindige machten van an
dere orde.
Hiermee in verband staat het feit, dat
het Noodlot bij de Grieken zo'n over
heersende rol kan spelen. Want het
Noodlot gold hen als machtiger dan de
goden. En dat bedoelt Aeschylus in
zijn stuk dan ook te zeggen: Een dai
moon, een half-goddelijke en toch ook
weer super-goddelijke kracht, een Moi-
ra, een Noodlot heeft het Perzisch -le
ger getroffen met verblinding en red
deloos verslagen:
Hoe wreed'lijk de daimoon
't Perzisch geslacht neêrtrad!
Daarom eindigt het stuk van Aeschylus
ook in de diepste wanhoop. Want tegen
de macht van het supergoddelijk Nood
lot kan geen mens zich verzetten. Hij
zal totaal vertrapt worden.
Dut is de godsgedachte van het Lot,
zoals de oude Grieken deze kenden.
Daartegenover staat de godsgedachte
van de Liefde. Deze Christelijke gods
gedachte draagt tegenover de Griekse
de volgende aspecten. Voor een Griek
is een god in wezen van aardse orde.
Hij is alleen veel machtiger. De bijbel
spreekt van een God, die in wezen
buiten en boven deze wereld staat.
Maar de afstand tussen God en mens,
die hier heerst, is er niet een in ruimte
en tijd, maar is een afstand die is ge'
schapen door de mens zelf, door zijn
onwil, schuld en zonde.
Griekenland kent in wezen vele
den. Want er zijn immers vele orde
ningen en waarden in deze wereld, die
tot machtige wezenheden kunnen wor
den gepersonifieerd. Hiertegenover
plaatst de bijbel de éne God die zich
aan Mozes als zodanig openbaart.
Maar het belangrijkste is wel. dat de
bijbel spreekt van een persoonlijk God.
Het persoon-zijn van God gold in Grie
kenland als een al te mens-vormige ge
dachte. In het Christendom staat juist
de persoonlijke God centraal. En deze
God is niet het Lot. maar de God der
liefde. De Griek zegt' De liefde is God.
Maar de bijbel zegt: God is liefde-
Christus die na zijn -ruisiging in de
opstanding terugkeert tot deze vfrerel
is van deze liefde het eeuwige symboo
Daarom zal een Christen eigenlijk n0°!
een tragedie kunnen schrijven zoal
Aeschylus.
Voor wie gelooft in het blinde N°°
lot, is de toekomst eeuwig duister.
wie weet van Gods liefde, ziet altiJ
een perspectief.