De poori van hei verleden Geheimen rond England-Spiel Ri Lof of Liefde u.\ p 0>i\ hcctKOVaaevade qAva. zCv1 bordspQ-l t'w laetrStd- cliova kovaat-ook Q<ZH vlieqeuadc qdvvas vdn de K.L.MT (Vervolg van pagina 1 Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Hoe is de stand Mieke? Hef Radioprogramma Rvsao vvtóa wvarwier dAv» ooit. Uc«l Nad«vl<ivid tvd* MÓA/ boi■tcv1.ƒ^r^^,^ Twddlfdui'2«yid m«MS«Lvi Vxip. -Len stof iV» hart Alk**i<aor. se SpovfcpAvU eva zc^cv» spovMaavide wictovvACes BltV' t iiliwois hee-Tt eaw w/ande. levade bevg.'Pev joow verploo-tet. laet dn^g "i-P wietcv-. y/r<^..-.f: De *tlCvtvAlrige CAvoIivid Ckolopkd kee-Êt„de_3dve? 2:^) Iddt ©claAlöva, wckks^S eva botcw>ot<2 va vlfe^eva. BUITCNL' 1 zakei- --,>* - D»« Avviold _J (wet dc^vote Sclr*nAut2e^"| ^>pirdl< wiet -. wa< mst-ev .Si-i kkev ovcv cle ^v-evis cov-rec-ti'es. Hi) wev-d ectrèev- zcl-T^ecovn^eevd De Aw»CKil<AAvase n-it-s.öilcs hea-C-t.de lauwe In lo=>bc\>öd naa-t laAAv- eclatqe vaoerfc VGv bvokevaj-toeva Taj^ kiAv. uit vmd Qeva p&Knct t'v) de kieds stopte. - CO •2a.ve.vi Awvi stev-cjtfvwi s> e laAvevadievQva ovttiewaadeva zicla ovev- Movaa^A<Nv»e wt«a va u -föc-tuv-e vaD« löect- £»te 2.evad>vag kwdm vid de pohtieboot: iva yci ligg la Ave va. ~u e keesde" ydva dc. VARA Wtllevaa vö,v\ "werd 60 xAor e>t.dvtie. povtret Kecsae e»i ?ï\n Ebdtyc ,_va CeSpelIcvt werd 60 .'\Odr f-l icr la et DARIJS heeft aan de oevers van de Seine bij het Quartier Latin zijn wereld- beroemde boekenstalletjes. Wij, in Holland, hebben iels dergelijks in de Amsterdamse Oudemanhuispoort. Wie van boeken houdt, wie niet genoeg heeft aan de krant, de radiobode en zijn vakblad, kortom, hij die iets weet of ver- moedt van het verrukkelijk avontuur dat leeft tussen oude, stoffige, vergeten en vergeelde boeken, die vindt vroeg of laat zijn weg naar die oude steeg in hel hart van deze stad. De steeg-der-boeken. De Oudemanshuispoort heeft beter dagen gekend. Dat waren de dagen vóórdat de Kuituurbarbaren uit het Oos ten kwamen, die met de oude kereltjes uit de Poort ook de negosie vernietigden. Maar oude boeken en oude kereltjes a CNA erma plegen taai te zijn en tegen alle druk, J)U 11- 11—Pi I J/aI L I. D-j conjunctuur en verzet in kan men Cgafe-, nrirT^^-py PQpii JMVlfflilr nu weer het boekenavontuur in die schemerige steeg beleven, zo lang en zo vaak men wil. Met veel en weinig geld in Uw zak. Op vervelende regenmiddagen of op 'n lentelijk vroege och tend, met alle kleuren van het prisma over dat kostelijk Amsterdam uitgestort. Er i* maar één voorwaarde aan verbonden: men moet alleen gaan. Men moet z'n vrouw, z'n zoon, z'n dochter, z'n vriend of z'n vriendinnetje thuislaten. Het boekenavontuur verdraagt geen gezelschap. Zelfs niet het allerbeste en aller liefste. stek. Ge kijkt, bladert, snuffelt, rom melt, pakt aan, gooit weer neer, loopt door en gaat terug, loert en spiedt, gluurt en neust. Het is opwindend en teleurstellend. Emotioneel en ontgoo chelend. Want het is de ontmoeting met vrienden en vijanden, met geliefden en gehaten, met verguisden, opgeofferden en vergetenen. Met allen, die samen met u door het leven baggerden en waarvan een ontstellend groot deel tij dens de reis achterbleef. CN dan slentert ge langs de stalletjes en de planken en uw oog gaat over al dia boeken. Oude boeken en nieuwe boeken. Verslonsde boeken en nog niet eens opengesneden boeken. Boeken met ezelsoren en vetvlekken. Boeken die het nobel signatuur van tientallen de cennia dragen. Karakterloze boeken en boeken die hun adelbrief meekregen. Overbodige boeken en boeken met alle wijsheid van alle eeuwen er in neer gelegd. Dwaze boeken en treurige boe ken. Daar doemen plotseling de beelden uit uw kinderjaren voor u op en dat is een zeldzaam en ontroerend moment, dat terug doet denken aan moeder en vader en de vriendjes van weleer. Daar liggen de vuurrode banden, pompeus en met gouden kanalen en rivieren op de band, waarin Paul d'Ivoi zijn avon turen voor ons beschreef. Krekel.de Meester van de Blauwe Vlag.en de onsterfelijke Lavarède, die met vijf stuivers de wereld rondreisde. En daar, achter op die plank, staan stram als een garderegiment Pruisen, de vijf en twin tig deeltjes Jules Verne klaar om mee genomen te worden. Hardblauwe prachtbandjes.Michael Strogoff.de Kinderen van Kapitein Grant.Vijf weken in een luchtballon.Karaban de Stijfhoofdige.en Twintig duizend mijl onder zee. Ach, welk een baaierd van herinne ring daagt daar voor u op, als men op dit schemerig podium staat te kijken en grasduint in de eigen jeugd. Ineens zijn daar alle nooit meer overtroffen emo ties uit de jaren dat ge werkelijk dacht dat ge zelf nog eens zo'n groot avontu rier zoudt worden, dat ge de wereld eens behoorlijk zoudt gaan veranderen en dat het alles zo schoon, edel en spannend in de wijde wereld was als Paul d'Ivoi en Jules Verne u vertelden. Ach en ach.wat viel dat tegen later. Ge werd slechts een klein burgerman netje, ge mocht blij zijn mee te draaien in deze benarde mallemolen en wat de edelheid en spanning aangaat.laten wij het liever over het weer van van daag hebben. Ge loopt door, en verbreekt ruw het contact met die jaren omdat ze tóch voorbij zijn. Zo ellendig absoluut, zo hopeloos definitief voorbij. En ge werpt nog een laatste verdrietige blik op Captain Marryat, op Fenimore Cóoper en Gustave Aimard. Ge ziet alle boeken uit alle jaren van uw leven en ge verwondert u erover voor hoeveel boeken ge eens wild-ent- housiast was en hoe gelaten, passieloos ge ze nü voorbij gaat. Daar ligt Goethes „Faust", die ge verraderlijk hebt ge offerd aan Kafka en Sartre. Daar ligt Heines „Buch der Lieder", eens be waard onder uw hoofdkussen als het beste, kostelijkste dat ge bezat. Later gekruisigd en vermoord met Slauerhoff en Jan Greshoff. Hoe is het mogelijk dat ge Schillers „Rauber" las met een zaklantaarntje in uw bed en er nu geen stuiver meer voor over hebt. En daar ligt de beruchte en beroemde inleiding tot de psycho-analyse van Freud, van al wiens theorieën ge geen snars meer gelooft sedert ge zelf de kinderzegen ieelachtig werd en al spoedig leerde dat alleen Jan Ligthart het bij het goede eind had toen hij eens schreef dat kinderen opvoeden jezelf opvoeden is. Iedere minuut van iedere dag opnieuw. En onder de harde druk der omstan digheden ontbrak u de tijd na te gaan wat er waar en onwaar was aan al dat Freuds gecomplex. Daar ligt de bijbel. Ernaast de galan te avonturen van Casanova. Een jong student staat er in te bladeren en is zichtbaar mijlen ver weg aan het dag dromen. Daar liggen als bondgenoten de Drie Musketiers, de Zwarte Non en Martijn de Vondeling (van Xavier de Montepin; ingebonden in 68 vervolg- afleveringen). Edel naast onedel, de lectuur-plebejer naast de literaire aris tocraat. Mislukte boeken en geslaagde boeken. Bestsellers en nosellers. Boe ken van wetenschap en cultuur en de ergste kitsch. Een doorsnee van alles wat ooit geschreven werd, in klein be- E"n dan gebaurt het dat men zichzelf aan het krui» genageld ziet. Want daar ligt, Ingeperst tussen onbenullig heden als Dick Bos en een ellendig vod van een gruwelroman.uw eigen boek. Jaren geleden geschreven voor jonge lieden. En daar ligt het: met theevlek- ken en andere smerigheden er op en er aan klevend. Het bezorgt u een schok en ge wordt schielijk in het barre heden teruggeslingerd. Daar ligt dat boek.het eigen hartebloed.die eindeloze rij uren van transpiratie en inspiratie. En tandenknarsend vraagt ge u af wie de onverlaat is geweest die uw geesteskind hier zo harteloos ver moordde. Ge neemt dat boek op, vervuld van weedom en melancholie en vraagt dan onverschillig (maar met luid bonzend hart!) aan de man achter de plank: „Is het wat.hoeveel kost dat ding..1" En de man grijpt het aan alsof het een stuk turf is, een straatsteen. Hij weegt het en zegt dan: „Vijf stuiver, meneer". Verdoofd legt ge het kwartje neer en vlucht heen. Een teruggevonden wees rijker, een illusie armer. De steeg en de wereld lijken u op nieuw harder, treuriger, heillozer. En ge zijt het eens met Seneca die gezegd moet hebben dat de ene mens een wolf is voor de andere. ANTHONY VAN KAMPEN Natuurlijk werd ik verhoord. Maar ik behoefde die Duitsers eigenlijk niets meer te vertellen, want ze wisten a'les al. Ze wisten, waar ik in Londen ver blijf had gehouden vlak voor mijn over komst naar Holland. Dat was in een huis in Chester Mews, in het Belgravia- district van Londen, waar de in training zijnde geheime agenten allemaal waren ingekwartierd. De Duitsers wisten zelfs met welke meisjes ik in Londen op stap was geweest en ze wisten zelfs de meest intieme dingen. Eerst hebben ze me in Nederland op gesloten en vervolgens werd ik gevan gene in Sachsenhausen. Daar heb ik vier jaar gezeten. (Volgens onze nog nooit weersproken inlichtingen zijn de agenten in Haren gebleven tot 27 Nov. 1943; vandaar zijn ze eerst naar Assen en vervolgens naar Duitsland vervoerd. Dat klopt dus niet met de vier jaren, die Van der Reyden opgeeft. Red.) De Russen hebben me in Sachsenhausen bevrijd. Ik woog toen nog maar 90 pond en mijn normale gewicht was altijd 224 pond. Dat weeg ik nu trouwens weer. Belangrijke mededeling. Na de oorlog ben ik naar Engeland gegaan om mijn achterstallige salaris te incasseren. Dat bedroeg als geheim agent 25 Pond per maand en dat was in die vier jaren opgelopen tot 2000 Pond, alles inbegrepen. Ook heb ik toen geprobeerd van het War Office schade vergoeding te krijgen voor mijn uitrus ting, die ik had moeten inleveren, toen ik als agent in training ging. Ook mijn persoonlijke eigendommen had ik moe ten afgeven. Dat was bij elkaar voor een waarde van ongeveer 700 Pond. En dat wilde ik natuurlijk graag vergoed hebben, dat begrijpt u. Maar nu moet u eens luisteren! En dan doet Willem van der Reyden zijn bezoeker een mededeling, die weer een nieuw, groot raadsel toevoegt pan de vele, die zich reeds rond het Eng land-Spiel hebben opgehoopt. Een nieuw raadsel, waaraan de Parlemen taire Enquêtecommissie stellig niet voorbij mag gaan, maar waarover zij zeer beslist het vroegere hoofd van de Nederlandse geheime dienst mr. R. P. J. Derksema zal hebben te horen. Want onder diens verantwoordelijkheid is Van der Reyden uitgezonden! Kijk eens, zegt Van der Reyden, toen ik bij het War Office om die schadever goeding kwam, keken zé vreemd op. Want ze kenden me niet. Ik stond er he lemaal niet geregistreerd. Ze wisten van mijn hele bestaan niets af! Tal van keren heb lk nadien nog geschreven om mijn geld, maar ik kreeg er zelfs geen antwoord op. Geld speelt geen rol. U hebt de Duitsers dus niet, zoals v/el gezegd is geworden, uw identity- check gegeven?, vraagt de bezoeker ten slotte. Nooit, zegt Van der Reyden beslist. Als u werkelijk volkomen onschul dig bent, kunt u van de Nederlandse bladen zoveel geld aan schadevergoe ding eisen, dat ge uw hele leven niet meer behoeft te werken. Och, zegt Van der Reyden met een licht schouderophalen, ik geef eigenlijk helemaal niet om geld. Maar mijn va der wil dat proces tegen die kranten doorzetten, die zit er eigenlijk veel meer achter dan ik. Maar, meent de bezoeker, als ze van mij zoiets zeiden zou ik wild van woede naar Nederland vliegen en met de vuist op tafel eisen, dat ze mij reha biliteerden. Och, zegt Van der Reyden, ik wil maar liefst alles vergeten. Ze hebben het op mij gemunt in Nederland, om dat ze weten dat ik anti-communist ben. En u moet niet vergeten, dat al die Ne derlandse krantenredacties communis tisch zijn! 44. De situatie wordt wel erg be nauwend voor Pim, Pam en Pom. Nu zitten ze opgesloten in een kist, bene den in het ruim van het stoomschip avonturen. „Salmiak". En.... geen enkel kansje „Oh, nu moet om er uit te komen, laat staan dat ze het schip kunnen bezichtigen. Pom en Pam zijn kwaad op hun broertje. „Jij ook altijd met je rare ideeën", roept Pam. „Je bent toch zeker uit eigen vrije wil meegegaan", snauwt Pim te- midden in een kist met aardappelen helemaal niet op zijn gemak. Pim weet maar al te goed. dat hij het meestal is, die zijn broertjes meesleept in allerlei ik weer hikken", roept Pepi uit. „Adem inhouden!" roept Pom. „Zeven slokjes water achter el kaar". adviseert Pam. Meteen schieten ze alle vier in de lach. Het is ook te gek. Zeven slokjes water, terwijl ze rug. „Was dan op de kade gebleven!" Ja hij snauwt nu wel tegen Pam, maar in zijn hart voelt hij zich ook zitten. Maar gelukkig het heeft toch geholpen. Pepi is van zijn hik verlost. r Hersengymnastiek door Bob Wallagh Een lezer vraagt ons naar de oor- sprong van de bekende uitdru - kring „langzaam aan dan breekt het lijntje niet". Wel, de ouderen zullen daarvoor eerder een ver klaring weten dan de jongeren, om dat het „lijntje" waarvan sprak is steeds meer uit het Nederlandse leven verdwijnt. OorspronkelijK werd de uitdrukking gezegd door de schipper tot de jager (de man die in de jaaglijn loopt) om te voorkomen dat de lijn, waarmee schuit en paard verbonden waren, door te hard trekken, zou breken. Het „lijntje" is dus de jaaglijn en de schuit de trekschuit, die inder daad steeds meer uit ons leven verdwenen is. Nu betekent de uit drukking: ga niet te haastig te werk, waardoor ge alles zoudt kunnen be derven. Hier volgen onze nieuwe vragen: 1. Wanneer U iemand automatisch interlokaal wilt opbellen, wat moet men dan het eerste doen? 2. Wat is het verschil tussen caoutchouc en hardrubber? 3. Wanneer U de Domkerk in Utrecht vanuit de lucht zoudt zien, wat zou U dan opvallen? 4. In 1607 sneuvelde een beroemd zeeman en werd er een geboren. Wie waren dat? 5. Hoeveel wegen: een mud ha ver, een mud tarwe en een mud gerst? 6. Is superfosfaat een kleurstof, een meststof of een geneesmiddel? 7. Wat is averij? 8. Iedereen weet, dat het behoor lijk is om „met twee woorden" te spreken. Toch is er een gelegenheid waarbij men met één enkel woord kan volstaan, zonder dat men on beleefd is. Welke is dat? 9. In welke eeuw leefde Vondel? 10. Met welke drie namen werd de god der liefde aangeduid? Voor de antwoorden zie men tus sen de advertenties. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM 1 301 m Nieuwsberichten om 6 8 en 11 uur VARA: 6,15 Gramo- loonplaten 6,30 Voor de Strijdkrachten 7,00 Artistieke staalkaart VPRO: 7,30 Lezen in de Bijbel 7,45 Voor de Neder landers in Duitsland VARA: 8,05 Din gen van de dag 8,15 Belgie—Nederland (le deel) 9,00 Socialistisch commentaar 9,15 BelgieNederland (2e deel) 10,00 Je moet maar pech hebben 10,15 Belgie —Nederland (3e deel) 11,15 Operette- selecties HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten Om 7, 8 en 11 uur KRO: 6,00 Prome nade-orkest 6,30 Journalistiek week overzicht 7,15 Klankbeeld 7,3o Gra- ruofoonplaten 7,45 Kampvuren langs de Evenaar 8,05 De gewone man 8,20 Lichtbaken 8,45 Stem van de week 9,00 Negen heit de klok 9,45 Spelregel kennis 10,00 Weekend-serenade 10,30 Koorzang 11,15 Strijk-kwartet VOOR ZONDAG HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten om 8 1, 6, 8 en 11 uur VARA: 8,40 Johan Jong (orgel) AVRO: 1,20 Les Gars de Paris 2,30 Melodie en rhythme 3,3o Philharmonisch-orkest VARA: 6,15 Piano-duo 6,30 Voor de Strijd krachten 7,00 Radiolympus 7 30 Godwin en Silberman AVRO: 8,05 Ac tualiteiten 8,15 Omroep-orkest 9,00 Raadt maar raak 9,20 Muziek looo Even afrekenen 10,10 Speeldoos lo'30 Andor Földes (piano) 11,15 The Sk'y- masters 11,45 Gramofoonplaten HILVERSUM II 415 m Nieuwsberichten om 8, 9,30 1, 7,30 en 11 uur NCRV: 8 30 Kerkdienst KRO: 12,40 Amusements- oikest 2,30 Concertgebouw-orkest NCRV: 6,30 Geestelijke liederen 6 45 Or gelwerken - 7,15 Kent gij uw Bijbel? KRO; Jo Vincent zingt 8,05 De gewone man 8,12 „Uit en Thuis" 10,35 Actu aliteiten 10,45 Avondgebed li 15 H'rechts Stedelijk Orkest VOOR MAANDAG HILVERSUM I 301 m Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur AVRO: 815 Ochtendvaria 10,15 Arbeidsvitaminen 12,00 De Papavers - 1,20 The Skymasters 6,15 J Louwerse spreekt 6,20 King Cole-trio 6.30 Voor de Strijdkrachten 7,00 Radio-Filmkrant 7,45 Landbouw- rubriek 8,05 Radioscoop 10,30 Zang en samenspel 11,15 Swing corner HILVERSUM II, 415 m Nieuwsberichten om 7 8, 1, 7, 8 en 11 uur NCRV: 8 15 Gi amofoonmuziek 12,33 Metropol'e- orkest 1,15 Orgelconcert 6,15 Tulpen- Rallye 6,30 Met band en plaa, 7 00 Onder de NCRV-leeslamp 730 Het actueel geluld 7,45 Prikkebeen 8 05 De Jubo roept 8,15 Busch Strijkorkest 8,45 Hildebrand-miniaturen 915 Piano-recital r- 9,45 Lezing 10,00 Zang en spel 10,45 Avondoverdenktng 1115 Sweelinck-kwartet 11,45 Garmofoon- platen AVONTUUR 81 IN DE 000R .ESIDENTIE TJEERD ADEMA Als door een wonder was hij ge spaard, maar de toekomst was vol ge varen. Nu bezat hij de stukken, waarnaai mannen en vrouwen van een gerouti neerde spionnagedienst wekenlang zochten. Hier in de lade van zijn nachtkastje, vcor iedereen bereikbaar, lagen docu menten, welke de staat een vermogen waard waren.... misschien meer dan eer. vermogen. Hier in deze ongesloten lade lagen stukken, die reeds het le ven van een man hadden gekost én sinds de avond misschien reeds een tweede, nog veel kostbaarder leven. Zou die dappere vrouw nog gered kunnen worden? Of was ze misschien reeds als een slachtoffer van haar plicht. Zijn hoofd was als een heksenketel. Het woelde en bruiste daarbinnen van gedachten, die om de voorrang stre den. Hij moest kalm blijven en trach ten wat te slapen. De stem van zuster Bianca stoorde hem in zijn overpeinzingen. „Waarom is u zo vroeg naar bed ge gaan, mijnheer Van Waardenburg?" „Ik.... ik had wat hoofdpijn, zus ter", zei hij zijn ogen opslaande. „Wilt u niet wat eten' „Dank u. zuster, ik zou graag willen sJapen. Misschien heeft u iets kal mei ends. Ik.... ik heb een barstende hoofdpijn". Zuster Bianca kwam naar het bed en voelde zijn pols. „Ik zal u een paar atperientjes en een glas hete melk geren", zei ze vriendelijk. „Het lijkt wel of u wat koortsig is. Misschien heeft u kou gr vat. Zullen we eens temperaturen?" .Óch. nee, zuster", zei hij onwillig De asperientjes wil ik graag van u hebben". Zuster Bianca bracht ze na enkele minuten en zette de melk op zijn nachtkastje. „Nu zult u wel gauw slapen", zei ze k emoedigend. Zij trok zijn dekens wat recht, stop te ze in en liet vervolgens de gordij nen zakken Daarna knipteZe het nachtlampje boven zijn kastje aan. „Wel terusten, meneer". „Wel terusten, zuster". Hij sloot de ogen en trachtte op nieuw zijn gedachten te ordenen. Wat had hij die vrouw ook weer beloofd? O. ja, hij zou Bastiaan naar hel adres van haar moeder vragen en de oude dame en haar dochtertje een be zoek brengen. Hij zou... hij zou ook naar de verblijfplaats van de ionkei informeren. Maar hoeMisschien zou freule Tervooren in Warmond iets weten. Dan zou hij daar ook naar toe moeten. De stukkenwat moest hij me» die kostbare documenten beginnen? Moest hij ze in zijn huis bewaren of op zijn bank brengen? Ze waren nergens veilig. Misschien nog het vei ligst op een plaats, waar niemand ze verwachtte. Dat moest hij nog eens goed overdenken. Mocht hij ze in dit kastje laten lig ger,? Als hij sliep zou iedereen ze er uit kunnen halen. Zuster Angelica....? V elnee.waarom zou die....? Hij moest de stukken in zijn bed... Hij luisterde ingespannen of er nie mand in de gang was. Een patiënt in een naastgelegen kamer hoestte. Twee kamers verder kunde een kind. Wat drommel, waar voor was het nodig, dat al die deuren openstonden. Had ieder aan zijn eigen zorgen en pijnen niet genoeg? .!?Ci nacl?.tznster 'iep op vilten pan- ls. Hii mo^st goed luisteren als Mj haar wilde horen. Soms stond ze r- otseling voor zijn bejl zonder dat hii gemerkt had, dat ze binnen was ge komen. 6 Hii stond voorzichtig op, sloop naar gangaf na8r a"é kanten de Er was niemand. Vlug ging hij terug, nam het pak a-tje en de enveloppe uit het nacht sstie en stopte ze onder ziin matras Ziezo, dat was veiliger. Wie ze nu /telen wilde, zou hem moeten wekken Wordt vervolgd NAAR VASTE GRQNp r\e Perzische koning Xerxes hield ia U het voorjaar van 480 vóór Christus een grote wapenschouw. Perzen, Meden Assyriërs, Indiërs, Arabieren, Aethio- piërs, Klein-Aziaten, allen trokken in bonte volgorde aan de machtige heer ser voorbij. U vraagt met welk doel deze legerparade werd gehouden? Wel de oorlog tegen Griekenland was be gonnen! Deze overweldigende leger macht zou, gesteund door een even machtige vloot, de republieken Sparta en Athene vernietigen. Enige maanden later zat koning Xer xes op een zilveren troon aan het strand te Salamis. Zijn troepen waren zegevierend door de Griekse landen ge trokken. Athene was reeds verwoest. Alle strijdbare Griekse mannen hadden zich teruggetrokken op de vloot der Hellenen. De zeeslag die volgen zou, zou beslissend zijn voor de vrijheid van Griekenland. En vanaf zijn zilveren troon heeft Xerxes de ondergang van zijn vloot aanschouwd. In de zeeslag bij Salamis hebben de Grieken zich definitief bevrijd van de heerschappij der Perzen. Uet is deze historische gebeurtenis die de Griekse toneelschrijver Aeschylus in zijn stuk „De Perzen" acht jaar na de slag bij Salamis voor het eerst ta Athene heeft opgevoerd. Het stuk speelt aan het hof van de Perzische vorsten te Suza. Een koor van grijsaards bezingt .aarin het tragisch lot van het land. Want opmerkelijk is het, dat in het oude Griekenland de grijze ouderdom als de kroon des levens gold. Terwijl immers bij ons de grijsheid heeft af gedaan ten behoeve van de jeugd. Deze raad der Perzische oudsten dan ont vangt de tijding van de ondergang van het Perzische zee- en landleger. In het stuk zelf wordt geschilderd hoe koning Xerxes juist terug komt en de totale ondergang van zijn ondernemen meldt. Wie dit stuk „De Perzen" leest, b.v. in de prachtige vertaling van P.C. Bou- tens, zal verschillende dingen opmer ken. Het belangrijkste daarvan acht ik dit. De ondergang van het Perzische leger wordt niet teruggebracht tot een gebrek aan manschappen of materiaal tot een ontbreken van krijgskundig in zicht bij de bevelhebbers, zelfs niet'tot nadelige militaire posities of ongunsti ge krijgskansen, maar uitsluitend tot het werk van goden, demonen of kort weg van het Noodlot. Goddelijke, of al thans bovenmenselijke machten hebben de ondergang van het Perzische heir bewerkt. Wanneer Aeschylus in zijn stuk de numerieke meerderheid der Perzische vloot heeft beschreven, heet het Neen, enig daimoon heeft ons heir dus neêrgedelgd, Die op de weegschaal lastte met oneven kans. J^jen moet het andere kennen, om het eigene beter te begrijpen. Daarom zullen we op de Griekse godsgedachte die in het genoemde toneelstuk zo prachtig spreekt, nog iets nader ingaan. De Griekse goden zijn in wezen niet anders dan verpersoonlijkingen van de orde, van de vorm van deze wereld. Zo kan de Griek zeggen: de liefde is god; de gerechtigheid is god; het vuur is god. Hij kende immers een god van de liefde, van de gerechtigheid, van het vuur. Deze goden waren dus niet van een principieel andere orde. Zij waren van dezelfde orde als de mensen, be zaten alleen een oneindige macht. Het waren geen oneindige machten van an dere orde. Hiermee in verband staat het feit, dat het Noodlot bij de Grieken zo'n over heersende rol kan spelen. Want het Noodlot gold hen als machtiger dan de goden. En dat bedoelt Aeschylus in zijn stuk dan ook te zeggen: Een dai moon, een half-goddelijke en toch ook weer super-goddelijke kracht, een Moi- ra, een Noodlot heeft het Perzisch -le ger getroffen met verblinding en red deloos verslagen: Hoe wreed'lijk de daimoon 't Perzisch geslacht neêrtrad! Daarom eindigt het stuk van Aeschylus ook in de diepste wanhoop. Want tegen de macht van het supergoddelijk Nood lot kan geen mens zich verzetten. Hij zal totaal vertrapt worden. Dut is de godsgedachte van het Lot, zoals de oude Grieken deze kenden. Daartegenover staat de godsgedachte van de Liefde. Deze Christelijke gods gedachte draagt tegenover de Griekse de volgende aspecten. Voor een Griek is een god in wezen van aardse orde. Hij is alleen veel machtiger. De bijbel spreekt van een God, die in wezen buiten en boven deze wereld staat. Maar de afstand tussen God en mens, die hier heerst, is er niet een in ruimte en tijd, maar is een afstand die is ge' schapen door de mens zelf, door zijn onwil, schuld en zonde. Griekenland kent in wezen vele den. Want er zijn immers vele orde ningen en waarden in deze wereld, die tot machtige wezenheden kunnen wor den gepersonifieerd. Hiertegenover plaatst de bijbel de éne God die zich aan Mozes als zodanig openbaart. Maar het belangrijkste is wel. dat de bijbel spreekt van een persoonlijk God. Het persoon-zijn van God gold in Grie kenland als een al te mens-vormige ge dachte. In het Christendom staat juist de persoonlijke God centraal. En deze God is niet het Lot. maar de God der liefde. De Griek zegt' De liefde is God. Maar de bijbel zegt: God is liefde- Christus die na zijn -ruisiging in de opstanding terugkeert tot deze vfrerel is van deze liefde het eeuwige symboo Daarom zal een Christen eigenlijk n0°! een tragedie kunnen schrijven zoal Aeschylus. Voor wie gelooft in het blinde N°° lot, is de toekomst eeuwig duister. wie weet van Gods liefde, ziet altiJ een perspectief.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 6