Engelsen op alle fronten
superieur
R
Geharnaste vechtersbazen
avontuur
esidentie
VOLVET
Viermaal dook De Munck tevergeefs
De les van Huddersfield
niet uitgewist
Voetbalphenomenen
Veelbelovend begin
Een vinnige tweede helft
Pim, Pam en Porn en het Afrikaanse avontuur
Ook een middel
H»»W ZAK BLIEVEN
O <P 1
0i O o
rw/* o I
VOL
7 SOP!
De laatste dagen is er weieens geschreven over het spelpeil in Engeland, dat
dalende zou zijn. Zij die dit beweerden zochten in de nederlaag, welke het En
gelse team kortgeleden tegen Zweden leed, het beste bewijs. Als de Engelsen
gisteravond in het Stadion de bedoeling hadden deze veronderstellingen en be
weringen te logenstraffen, zijn zij daar wonderwel in geslaagd. Het Nederlands
Bondselftal, dat maar zeer weinig verschil vertoonde met het elftal, dat in Rot
terdam zo'n glorieuze overwinning op het Franse elftal behaalde, heeft moeten
ervaren dat de Engelse voetbalprofs minstens een klasse beter waren. Uitge
zonderd het eerste kwartier was het Engelse B-team, waarin overigens een vijf
tal spelers van het officiële elftal was opgesteld, superieur in tempo en tech
niek. Het dekkingssysteem werd door deze voetbalgrootmeesters tot in de per
fectie uitgevoerd en de pogingen van onze voorhoede om het doel van Ditch-
burn te vinden deden vaak armzalig aan. Nimmer zagen wij de grandioze mo
menten die Wilkes tegen de Fransen demonstreerden. Abe Lenstra moest onder
vinden wat het betekent de gehele wedstrijd een stopperspil van groot formaat
te ontmoeten, Timmermans zal begrepen hebben dat Engelse profs niet zo een
voudig te passeren zijn als die uit Frankrijk, De Harder kwam „stoom" te kort
en Overbeek, die evenals de overige vier voorhoedespelers ijverig zijn best deed,
kwam nog meer te kort. De verdediging heeft lange tijd stand kunnen houden.
Terlouw, Van Schjjndel en De Munck hadden hierin het leeuwenaandeel, doch
het was een ieder duidelijk dat onze jongens tenslotte voor die steeds weer
aanrollende aanvallen van de Engelsen moesten capituleren. Vier doelpunten,
alle gemaakt in de tweede helft, waren hiervan het gevolg en, het is wrang om
dit te bekennen, het zou de verhouding niet goed hebben aangegeven als de
Nederlanders hier tegenover ook maar een doelpunt hadden gesteld.
De les van Huddersfield, Oranje
ging toen met 82 roemloos ten onder,
is door deze semi-interland wedstrijd
niet uitgewist. Nu hadden de Engelsen
zelfs geen binnentrio als Carter, Law-
ton en Mannion nodig om de Neder
landse Leeuw te muilkorven. Nu stond
er geen Swift onder de lat en de Ne
derlanders' speelden nu wel het stop-
perspilsysteem. Maar noch Terlouw
met zijn stoere body, noch de virtuoos
Van Schijndel of de athlctische De
Munck kon ook ditmaal een dui
delijke nederlaag voorkomen. En de
voorhoede was nu ook niet eens tot
één doelpunt instaat. Dit zijn geen ver
wijten. Onze amateurs hebben gedaan
wat zij konden. Maar uit deze feiten
moeten we een conclusie trekken. Die
conclusie is volgens ons: Nederland zal
nimmer een amateur-elftal op de been
kunnen brengen dat in staat is in bal
behandeling, techniek, systeem en phy-
sieke kracht met een Engels prof elf
tal te wedijveren. Spelers als Harrison,
Leuty, Cockburn, Rowley, Langton en
last not least Parsons, die met een bal
opstaan en naar bed gaan, die zich
dag in dag uit op de voetbalsport kun
nen móeten concentreren omdat deze
sport hun beroep is. deze spelers zul
len steeds een voorsprong op onze
amateurs hebben. Als we dit voor ogen
houden, dan is het zeker geen schande
om te verliezen zelfs niet met cijfers
ais gisteravond. Wij hebben dit dan
slechts te aanvaarden evenals een leer
ling de superioriteit van zjjn meester
dient te erkennen.
Naast al die overwegingen bliifttoch
het besef dat in het Olympisch Stadion
een Engels elftal sneelde dat de voet
balliefhebbers heeft doen smullen. Niet
de mensen die op het Rembrandts-
plein, op de Nieuwendijk of waar dan
ook een „zwart" kaartje kochten in de
hoon dat zij voor hun vijfentwintig
gulden sensatie zouden krijgen. Ook
niet de voetbalchauvinisten die alleen
maar genieten als hun club wint. in
dit geval het Nederlands Bondselftal.
De werkelijke voetballiefhebber zal
echter met bewondering hebben toe
gezien hoe de watervlugge Parsons
steeds weer door onze verdediging
heen sneed. Hii zal zich hebben afge
vraagd of een Harrison dan nooit ver
moeid raakt en hii zal niet, hebben be
grepen waarom stopperspil T-,euty nu
eens nooit een fout maakt met een
speler als Abe Lenstra steeds in ziin
nabiiheid. Bij het verlaten van het
Stadion zal hii gezegd hebben, evenals
Terlouw dat in de kleedkamer deed:
„Over uitvluchten hoeven wij niet te
praten. de Engelsen waren stukken be
ter en daarmee uR".
Voor velen was het een verrassing
dat zij Van Bun op de linksbacknlaats
zagen staan en Everse op de plaats van
de MW'er. Schijvenaar kon nameliik
niet meespelen daar zijn enirel hem in
de steek had gelaten. Met De Harder
en Van Stoffelen telde het Bondselftal
dus slechts drie andere gezichten dan
het elftal dat tegen Frankrijk in het
veld kwam. Een elftal dus waarvan
wat goeds .kon worden verwacht. In
het eerste kwartier van de wedstrijd
schenen die goede verwachtingen dan
ook te worden verwezenlijkt.
Aanvallen van Langton en Parsons
worden door verrassende aanvallen
van onze voorhoede afgewisseld. Len
stra probeert het met een ver schot,
Timmermans bezorgt Ditchburn moei
lijkheden met een uitstekend schot en
een fraaie kopbal van Lenstra wordt
door de Engelse doelman tot corner
verwerkt, de eerste en laatste corner
welke Nederland in deze wedstrijd
zou mogen nemen. Dat eerste kwartier
zijn wij zelfs een tikje in de meerder
heid. De Harder goochelt om de ge
duchte Harrison heen en Lenstra drib
belt lustig langs Cockburn en West-
wood. Wij denken aan de nederlaag
die de Engelsen in Zweden te incasse
ren kregen, herinneren ons de onder
gang van de Franse profs in het
Feijenoord-Stadion en worden optimis
tisch. Het duurt slechts een kwartier.
De gasten komen nu pas op gang en
spoedig weet iedereen in het Stadion
dat een nederlaag de meest voor de
hand liggend veronderstelling is. En
kele corners op ons doel zijn de voor
boden van het gevaar. Parsons knalt
in de twintigste minuut keihard tegen
de paal, buiten het bereik van De
Munck, Terlouw kopt eenmaal zeer
riskant terug op de Munck die ter
nauwernood het leer boven de hoog-
opspringende Rowley kan wegkoppen.
Slechts door fanatiek verdedigen kan
onze defensie de stormloop van de
Engelsen weerstaan. Een driftige rush
van Wilkes en een soloren van Van
Schijndel onderbreken de lawine van
Engelse aanvallen. Nog even zien wij
een flits van Lenstra die uit een vrije
trap de bal naast koot. maar dan is 't
ook gedaan met de Nederlanders. Cor
ner op corner wordt nu op het heilig
dom van De Munck afgevuurd, schoten
tegen lat en paal, phenomenale swit
ches en resoluut wegwerken van de
Engelse verdediging ontnemen het pu
bliek en de elf Nederlanders in het
veld alle hoop op een redelijk resul-1
taat. Dat het met de rust^desondanks
nog 00 is. is een omstandigheid waar
mee wij dik tevreden mogen zijn.
De tweede helft wordt door de Engel
sen vinniger aangevangen dan de eer
ste drie kwartier. Geen moment krij
gen de Nederlanders gelegenheid hun
spel te ontplooien en steeds weer zijn
de gasten enkele tempo's sneller. De
enige kans welke Nederland krijgt om
de leiding te nemen wordt nog „om
zeep" gebracht. Dc Harder speelt de
bal keurig vrij en Lenstra heeft van
dichtbij een uitstekende scoringskans.
De Fries schiet de bal echter juist in de
handen van Ditchburn.
Nu pas beginnen de Engelsen op
volle toeren te draaien. De ploeg sluit
als een bus. op een centimeter nauw
keurig wordt de bal afgegeven en het
verdedigen van onze pleeg begint af en
toe op paniek-voetbal te liiken. Stof
felen moet een keer de bal van de
doellijn wegtrappen, vanaf onze plaats
scheen het of de bal de doellijn reeds
gepasseerd was en de Munck kan even
later slechts op het laatste moment
redding brengen door de bal van de
voet van Bentle.v weg te plukken. Toch
duurt het nog een kwartier alvorens
de Engelsen hun overmacht, in een
doelpunt kunnen uitdrukken. Het is 'n
schitterend doelpunt, ontstaan uit een
van de vele solorennen van Parsons,
gevolgd door een messcherpe voorzet
66. „Nu, hoe heb ik 'm dat gelapt?"
roept Pim trerts naar de luchtkoker,
waarin Pepi verborgen zit. „Ja, ja,
als ik niet gehoest had, was je me
geloof ik helemaal vergeten," roept
Pepi terug. „Wel nee", antwoordt
Pim. „Maar hoe krijg ik nu mijn por
tie?" vraagt Pepi weer. „Laat dat maar
aan rnjj over", antwoordt Pim. „Ik zal
wel wat bedenken!" Hij heeft geen tijd
om meer te zeggen, want daar is de
matroos alweer met twee diepe ben
den vol met snert. ,Zo dat was het
enige, wat ik vinden kon", zegt hij.
„Ik hoop, dat het je smaken zal", En
hij gaat tegenovei Pim zitten met een
nieuwsgierige blik. Pim voelt zich niet
°rg op zijn gemak. Hoe moet hij nu
zorgen, dat Pepi het tweede bordje
krijgt. Daar schiet hem iets te binnen.
,Hè, ik geloof, dat er geklopt wordt",
roept hij uit. „Stil eens!" Pepi heeft
Pim meteen begrepen en klopt tegen
de spijlen van het bed. „Ja ik hoor het
ook'roept de matroos, en loopt op de
leur toe.
WITSAl FABRIEKEN APELDOORN
waaruit Langton de bal in de touwen
achter de Munck jaagt. Vijf minuten
later is het Rowley die in zijn eentje
de Nederlandse verdediging omspeelt
en de Munck het nakijken geeft, en in
het derde doelpunt, dat een minuut
later volgt, heeft hij een groot aandeel.
Listige combinaties van deze links
binnen en Parsons zorgen voor een
chaos voor het Nederlandse doel en
laatstgenoemde speler heeft dan ook
in het geheel geen moeite om de vol
komen uit positie gespeelde De Munck
te passeren.
Er wordt nu gezwoegd om de Ne
derlandse eer te redden maar de en
kele uitvallen zijn niet in staat om
werkelijk gevaarlijk te worden.
Tien minuten, vóór tijd komt het
laatste doelpunt in deze wedstrijd. Een
biiksem-offensief waaraan zes of ze
ven Engelsen deelnemen gaat hieraan
vooraf. De Munck stopt een vliegend
schot van Rowley. Er wordt een cor
ner genomen, de toelopende Parsons
kopt tegen de lat waardoor de bal
voor de voeten van Rowley springt die
De Munck voor de vierde maal tever
geefs laat springen. Tien minuten vóór
dit doelpunt was Overbeek uitgevallen.
Een weerbarstige enkel speelden hem
parten.
Een minuut vóór tijd krijgen de
Engelsen hun vijftiende corner te ne
men waaruit Cockburn juist ijaast de
paal schiet.
Dat was het laatste schot in de wed
strijd waarin een dapper Nederlands
elftal het hoofd moest buigen voor een
Engels elftal dat op alle fronten su
perieur was.
102
IN DE
door
tjeerd adema
De raadsman glimlachte. „Mensen,
die verhoren afnemen, schilderen de
toestanden wel eens zwarter af dan
met de werkelijkheid overeenstemt",
zei hij. „De rechter-commissaris hoopt
u zo in het nauw te drijven, dat u
vrijwillig zult bekennen".
„Is het uw mening, dat er licht
punten zijn?" vroeg Steensma hoop
vol.
„Natuurlijk", antwoordde mr. Van
Baaren. „Men zal móeten bewijzen,
dat u het dodelijke schot gelost heeft"
„Maar", vroeg Steensma, „hoe kan
ik het tegendeel aantonen?"
„Mr. Van Baaren haalde zijn schou
ders op.
„Als u de moord had bedreven", zei
hij, ,zou u ook verantwoordelijk zijn
voor de verdwijning van het geld en
de brieven. En hoe kon die naar
het ziekenhuis zenden, terwijl u reeds
in het ïïuis van Bewaring zat? Dan
had u toch zeker een medeplichtige
moeten hebben.
Het is mijn overtuiging, dat u met
de moord niets heeft uit te staan,
maar dat er bijzondere redenen zijn,
waarom u belangrijke dingen ver
zwijgt.
Dat u de dood van deze vrouw heeft
gewild, is evenmin bewezen. Wat wèl
bewezen is, dat is, dat u juist alle
moeite heeft gedaan om haar leven
J te redden. U heeft haar met de stuk
ken van uw overhemd verbonden en
u heeft zo spoedig mogelijk om een
dokter getelefoneerd. Dat alles zou
toch te dwaas zijn, als u de dood van
deze vrouw had gewild.
Enfin, het is begrijpelijk, dat men
gereserveerd is, als u zelf niet open
hartig kunt of wilt zijn.
Uw beschrijving van de levolver
geeft mij de indruk, dat het een
trekkelijk klein wapen is. Ik zal stiaks
naar het rapport van het sectieonder-
zoek vragen. Het zou mij ni
wonderen, als het dodelijke sc
een revolver met kogels van veel gro-
ter kaliber is gekomen. In dat geval
kan de vondst van deze revolver me
meer bezwarend voor u zijn. Enfn
zullen zien.
Is de rechter-commissaris een man
van mijn leeftijd en weet u misschien
waar hij gestudeerd heeft? M
„Hij is veel ouder dan u z^i
Steensma. „Ik meen gehoord te beo-
ben, dat hij zijn doctoraal destijds in
Utrecht heeft gehaald".
„Prachtig", zei de heer Van Baa
ren, „ik kom liever niet in aanraking
met juristen, die gelijk inet mij >n
Groningen gestudeerd hebben.
Als u het goed vindt, mijnheer, zal
ik de rechter-commissaris de indruk
geven, dat u tegenover mij meer los
gelaten heeft dan .egenover hem vn
dat ik het in het belang van mijn
cliënt noodzakelijk acht. dat er een
onderhoek naar de verblijfplaats van
een imaginair en dus toch onvindbaar
persoon wordt ingesteld'.
„Waarom, meneer?" vroeg Steensma
verbaasd.
„Om tijd te winnen", legde de heer
Van Baaren uit. „De rechter-commis
saris zal als een bloedhond achter het
verse spoor draven en inmiddels zal
hij ons even met rust laten. Morgen
middag hoop ik u opnieuw te bezoe
ken. Overmorgen
Ir. Steensma keek hem vol ver
wachting aan.
„Javroeg hij.
„Overmorgen zal ik trachten u hier
uit te krijgen", zei de heer Van Baa
ren glimlachend rondkijkend. Mocht
de rechter-commissaris u inmiddels la
ten halen en naar mij informeren, dan
vertelt u hem maar, dat wij oude
schoolmakkers zijn. Nu zal ik mij
eerst aankleden en dan de bewaker
bellen".
Hij schoot zijn lange,, zwarte jas aan
en zette de astraka.ikraag hoog tea*
zijn hals op. Toen hij de flambard V
het hoofd had, was er van zijn R»zic^
weinig n.eer te onderscheiden.
Hij belde en zij hoorden de bciVa
l;c- van verre naar de advocaten"
kamer stappen.
„Ik ben gereed met de verdachte"
zei de heer Van Baaren, toen de man'
de deur had ontsloten.
„Uitstekend, mijnheer", antwoordde
de bewaker.
Hij bracht Steensma naar diens cel
keerde daarna terug en ging
raadsman voor naar de buitendeur
welke hij met een grote sleutel opende
„Goede avo d, mijnheer!"
De heer Van Baaren bromde e,n
antwoord en stapte vlug over de
drempel naar buiten.
De volgende dag liet de rechter
commissaris dc beklaagde met rust.
In de middag werd Steensma op
nieuw uit zijn cel gehaald en naar
de advocatenkamer gebracht, wta-
mr. Van Baaren op hem wachtte,
„Hoe gaat 't mijnheer?" vroeg deze
toen de bewaker zich verwijderd had
„Kan het gestichtsleven u al een
beetje bekoren, of zit u toch maar
liever aan de andere kant van de
tralies?"
„Ik ken genoeglijker oorden dan dit,
mijnheer", zei Steensma. „Heeft u de
rechter-commissaris nog gesproken?"
„Ons onderhoud was erg interes
sant", antwoordde de raadsman, „ik
heb hem verteld, dat u de dupe is van
allerlei toevallige gebeurtenissen «n
dat er waarschijnlijk iets in verband
met uw ambtelijke plichten is, dat u
tot nu toe belet heeft ronduit met
hem te spreken.
Hij vroeg mij of ik niet wat duide
lijker wilde zijn en ik heb hem op
het spoor gezet van een lange, bleke
man met een hangsnor, die een beetje
met zijn linker been sleept en het huis
juist verlaten had, toen u er binnen
trad".
Steensma glimlachte. Als hij nfet
„Wat heeft hij daarop gezegd, mijn
beer?" (Wordt vervolgd!.
(Uit het leven der krekels).
Stel je voor: een zonnige voorjaars
dag «-op een dor stuk heidegrond. We
gaan er rustig bij zitten op een pol
buntgras. De lucht is vol van geluid.
Dichtbij zoemen de bijtjes, dikke hom
mels brommen laag en zwaar, maar bo
ven alles uit klinkt een doordringend
gesjirp. Schel en regelmatig klinkt het
in je oren. Waar zitten die ijverige mu
zikanten? Let opoveral zie je in
de grond gaatjes, waarin net een knik
ker zou kunnen wegrollen; dat zijn de
ingangen van schuin omlaaglopende
tunneltjes. En kijk, voor een van die
gaatjes, juist bij dat graspolletje, zit
een glanzend zwart insect. Snel ach
tereen opent en sluit hij de dekschilden
en helder klinkt het gesjirp, precies op
de maat van die beweging. Die dek
schilden vormen dan ook zijn instru
ment. Op het ene zit een soort vijl,
waarmee het diertje over een dikke
ader op het andere dekschild wrijft.
Wat je hoort, is dus niet de stem van
een krekel; hij zingt niet, hij maakt
muziek. Laat ik eerst eens zijn levens
geschiedenis vertellen.
In het begin van Juni worden de eit
jes gelegd. Met hun achterlijf boren de
krekels een aantal gaatjes in de grond
en leggen in elk daarvan een pakketje
van gemiddeld een vijfhonderd eitjes,
waarna de gaatjes keurig worden dicht
gemaakt en de eitjes verder aan zich
zelf worden overgelaten. Binnen drie
weken komen ze uit. Het bovenstuk
springt als een deksel los en een wit
achtig krekeltje, niet groter dan een
vlo, werkt zich naar buiten. Zijn eerste
werk is direct van jasje te verwisselen,
nog vóór hij uit de grond naar boven
komt. Het diertje trekt dus zijn vel uit,
waaronder natuurlijk een nieuw klaar
zit. Dat zal ons krekeltje nog een kger
of zes doen, eer het volwassen is. Het
jonggeboren insect kleurt in de buiten
lucht snel \an vuilwit tot glanzend
zwart en lijkt sprekend op een volwas
sen krekel. Alleen van vleugels en
dekschilden is nog geen spoor te be
kennen. Die komen bij elke vervelling
groter te voorschijn.
Wel vier maanden lang leeft ons
krekeltje zo in de vrije natuur. Eerst
als een nachtvorstje het waarschuwt,
gaat het aan een schuilplaats voor de
winter denken. Met kaken en poten
wordt een schuinlopend gangetje uit
gegraven, diep genoeg, dat de kou
kleum er in kan schuilen. Voortdurend
wordt de gang verlengd en tenslotte
aan het einde verwijd tot een kamer
tje, waarin de krekel zich kan om
draaien. Vóór hij zover is, moest hij
steeds achterwaarts uit zijn veilige
gang kruipen; een gevaarlijke manier
van doen. Een loerende vijand zou hem
toch onverwacht van achteren kun
nen aangrijpen. Maar ons krekeltje
heeft aan het achterlijf twee sprietvor-
mige aanhangsels. Die werken als ge
voelige radio-antennes en schijnen het
diertje? te waarschuwen voor naderend
gevaar. De hele winter woont de kre
kel op z'n eentje in zijn bunker. Op
een zonnige dag wil hij wel eens aan
zijn voordeur komen kijken. Maar
komt de lente, dan wordt hij pas goed
wakker en zijn muziek bereikt haar
hoogtepunt, net als bij de vogels. Dik
wijls echter zijn het krijgszangen, want
in het voorjaar worden onze krekels
geweldige vechtersbazen. Wel loopt het
dikwijls met een schram af. maar soms
blijven afgebeten sprieten, ja hele po
ten als tastbaar bewijs van de strijd
op de kampplaats achter. Ze hebben
clan ook geweldige kaken, gezaagd als
dc schaar van een kreeft, waarmee ze
knauwen kunnen geven, reken maar!
Fn toch als je zo'n beestje in je
hand neemt, nooit zal het gebruik ma
ken van die wapens.
Evenmin zie je ze ooit hun gespierde
springpoten eens flink gebruiken. Neen,
ze scharrelen maar zo'n beetje rond.
En vliegen? Met die goed ontwikkelde
vleugels? Nooit. Een eigenaardig beest
je. Maar zingenonvermoeid; dag
en nacht, vanaf half Mei tot half Juli.
Als je rekent, dat het geluid van één
zo'n beestje te horen is tot op een af
stand van meer dan driehonderd me
ter, kun je je voorstellen, dat de lucht
vervuld is van het doordringende ge
sjirp, als de hele krekelbevolking van
een dorre heivlakte op een hete dag
san het concerteren is.
De eetlust van onze muzikantjes is
uitstekend. Hoewel planteneters van
beroep, smaken bij wijze van afwisse
ling malse vliegjes of andere insecten
ook best. Misschien vind je het wel
leuk te weten, dat de mensen in Por
tugal of Spanje, maar vooral ook in
Japan, krekels in kunstig bewerkte
kooitjes van hout of ijzerdraad houden
terwille van hun muziek (zoals bij ons
kanaries)
Ziezo, die kennismaking met mijn
heer „Gryllus Campestris", zoals ons
krekeltje in het Latijn deftig heet, is
voor vandaag weer voldoende.
In het jaar 1766 gebeurde het, dat
een stad in Bohemen door de Pruisi
sche troepen werd bedreigd. Op het
gerucht, dat vijandelijke afdelingen
reeds naar de onverdedigde stad in
aantocht waren, geraakte de bevolking
in een angstige opwinding en het was
slechts te danken aan de rustige wij
ze, waarop de burgemeester in die
bange uren optrad, dat er geen paniek
ontstond.
De burgervader kwam op de gedach
te zes doodkisten te laten maken en
deze te plaatsen aan de ingang van de
straat, waardoor de Pruisen naar alle
waarschijnlijkheid hun intocht zouden
doen. En ja, werkelijk daar verscheen
reeds na enkele uren de spits van de
Pruisische kolonne. Toen de vijandelij
ke commandant door de burgemeester
werd ontvangen en «iet verwondering
op de vele kisten wees, schudde de
grijze burgervader treurig het hoofd
en zei, dat in de stad een besmettelijke
ziekte was uitgebroken, die bijna elk
uur een reeks slachtoffers eiste.
Nauwelijks had hij dit jjezegd, of een
kort commando klonk uit de mond van
de verschrikte commandant en de hele
troep verliet zo snel mogelijk de ge
vaarlijke stad. Zo bewaarde deze bur
gemeester door een gelukkige inval
zijn stad voor plundering en roof.
Voor jongelui boven 12 jaar.
Hallo jongens en meisjes, er liggen weer veel brieven op antwoord te wach
ten. Gezellig dat jullie naast het huiswerk, dat in deze laatste maanden voor de
grote vacantie zeker niet mee zal vallen ook nog tijd vinden om één keer in
de veertien dagen te schrijven.
Wij steken deze week van wal met de brief van Jan Veenstra. Ja Jan, 't is
inderdaad beter om niet dadelijk na de maaltijd te gaan zwemmen. Je hebt kans
om duizelig en onpasselijk te worden. Na een lichte maaltijd zul je niet veel
hinder ondervinden, maar wacht toch altijd maar liever minstens een uur
voor je gaat zwemmen. „Lollypop", gelukkig dat je 't raadsel zo gemakkelijk
vond. Het viel voor verscheidene jongens en meisjes niet mee om de Armada
en de Arminianen te vinden. Prettig dat je zoveel gymnastieklessen krijgt. Ik
denk dat je zo langzamerhand wel een lenige jongedame zult zijn. Jan Nelle-
stcin, welbedankt voor het zilverpapier. Was Moeder blij met de planten? Ik
hoop dat de schoolfoto's goed geslaagd zijn. Jan. „Zonnedauw", ik heb je
verzoekje genoteerd en zal je binnenkort sigarenbandjes zenden. Hel? je het
boek al ontvangen? Wanneer je het niet hebt gekregen, zou ik graag dadelijk
even bericht van je ontvangen..Wil je dat wel doen? Arie Raadgers, jij bent
12 jaar en mag dus met de 'prijsraadsels voor de jongelui van 12 t.m. 16 jaar
meedoen. Kijk dus maar eens naar het prijsraadsel dat vandaag in de „Jeugd-
koerier staat. Weintje Stokhof, je brief kwam keurig op tijd dus je kunt de
oplossingen gerust 's Zaterdags in de bus van het bureau stoppen. Welbedankt
voor het pakje met zilverpapier, Weintje! „Annemoontjc", wat maken jullie
leuke dingen op de club. Je hebt mij al zoveel van de club verteld, maar ik
weet nog niet wat het eigenlijk voor een club is en waar het van uit gaat.
Schrijf je dat eens? Ik hoop dat het Afrikaantje een flinke plant wordt. Hoe je
best maar om er een prijs mee te winnen. Tiny van Boven, jammer dat je
oplossing niet helemaal goed was. Maar de volgende keer beter hè! Jan
Leydeckers, welbedankt voor het zilverpapier, 't Ziet er keurig uit. Jan. Welke
boeken lees je de laatste tijd? Andries Stielt.ies, hartelijk dank voor al dat
zilverpapier. Je hebt geweldig gespaard, Andries! Als je buitenlandse post
zegels kunt missen, wil ik ze graag van je hebben. Er wordt nogal eens naar
gevraagd. Hoe gaat het met je arm? „Korenblocmpje", hoe gaat het nu met
je? Mag je al weer opstaan? Ik vind dat je geweldig verwend bent op je ver
jaardag. Die vulpen schrijft keurig zeg! Niet te dun en niet te dik. Het zilver
papier dat wij osparen wordt verkocht ten bate van de zieken. Stien Kiste-
maker, ik vond het prettig weer eens een brief van je te onvangen. Hoe gaat
het met je_ zusje, Stien? Schrijf je dat eens? Een zwaan legt in het voorjaar vier
tot acht eieren, maar hoe lang hij daarover doet weet ik niet. Probeer maar
mcom een ei weg te pakken, want dan zouden de zwanen ie wel "ens
lelijk toe kunnen takelen. Herman Eelsing. jammer dat de laatste wedstrijd
verloren is. Maar jullie zijn wel getroost met de tweede prijs van de verlie
zersronde denk ik. Gcrdina Clay. gelukkig dat de meester weer opknapt
X0.11, .het Pittig om in een andere Dlaats naar school te gaan' Ja Gerdina
het kiekje zend ik je terug. - Mieke OU. jij mag het raadsel voor de oudere
jongens en meisjes oplossen, omdat 'e al twaalf jaar bent - HiUv .Teurlnk
wat leuk dat je een prijs hebt gewonnen op de huisvlijttentoonstellirig. Was dat
olifantje gebreid, Hilly Hartelijk dank voor al die keurig, afgeweekte post
zegels. meisje - Kees Strooker. wat was die oplossing van iou aardig met al
Jjal'diec tekeningetjes. Die schepen zijn heel mooi. Kees. Je teklnt erg goed
Tiny Ottcn. wat zal je Moeder het gezellig vinden dat iij thuis bent om hnar
te assisteren Je gaat zeker ook vaak wandelen met je kleine hond Leuk^at hii
al ,e eeft geleerd. Onze hond kent ook allerlei kunstjes maar hii laat rieh
er rijkelijk voor belonen Triinie Kaas. gefeliciteerd met'
Wat leuk dat jullie zo'n goed figuur hebben geslagen in Barsingerhorr ^'je
schreef weer zon gezellige brief, deze week. Bedankt hoor! Ze| ben je al gauw
jarig? - Henk van Osch ik heb je postzegels ontvangen. Hartelfik dank Z
voor! „Winnetou", maak ie over die leeftiid maar t»«n i i dank er
hebt. blijf je meedoen en als ons opperhoofd Winnetou zich eTn oude ^sok"
gaat voelen, mag hij zich terugtrekken. Afgesproken' Ze/hch l ua
ontvangen? Jaap Kleiin. Huib de Ruiter. Lotty Speur Frlc
Bakker. B. Essing. IC. Schermer en André van Groenon welkL Freek
HabtóU^d^nk?meisje! *Jbngelui. S® te^aaA ffiOTS
OPLOSSING GESCHIEDENIS.
PUZZLE.
De naam van de zgn. onoverwinne
lijke oorlogsvloot was Armada.
Het slot waar Hugo de Groot ge
vangen werd gehouden was Loevesteln.
De naam van een groot Nederlands
dichtër was Vondel en de tegenstan
ders van de Gomaristen waren de
Arminianen.
De Armada en de Arminianen lever
den velen nogal wat moeilijkheden op.
Sommigen maakten de Anarchisten tot
tegenstanders van de Gomaristen en
gaven de onoverwinnelijke oorlogs
vloot de naam van een mooi bolgewas,
n.1. Amaryllis.
De eerste letters vormden echter bij
iedereen de naam Alva, de Spaanse
hertog die in ons land van 1567 tot
1573 landvoogd was.
De boeken werden deze week ge
wonnen door.
Huib de Ruiter, Watervlietstraat 40,
Velsen-Noord (15 jaar).
Jaap P. Klcijn, Fnidsen 51, Alkmaar.
Jossie Veenstra, M. H. Trompstraat 3,
Den Helder (12 jaar).
K. Schenner, Langetuinstraat 31.
Erkhuizen. (Jongen of meisje?)
Lotty Speur, Holleweg 46, Heiloo.
(12 jaar).
Gefeliciteerd allemaal! De prijzen
worden toegezonden.
Allen een hartelijke groet van
TANTE IET»
PRIJSRAADSEL.
Alleen voor jongelui van 12 tot
en met 16 jaar.
Toen de zetter, die op de zetterij van
een krant werkte, juist een berichtje
gezet had en de van lood gevormde ré
gels wilde wegbrengen, struikelde hij,
zodat alle regels door elkaar vielen.
Hij raapte alles op en zette de regels
weer onder elkaar, maar toen de krant
verscheen kwam onze zetter tot de
ontdekking dat hij alles verkeerd on
der elkaar had geplaatst.
Zo zag het berichtje er toen uit:
kruideniersbedrijf te Hoorn. De bewij-
tot dusverre veertien inbraken heeft
zen waren zo onomstotelijk, dat de man
en een te Schellinkhout.
De politie te Hoorn heeft een zeer
goede vangst gedaan, Vrijdag j.I. arres-
bekende.
tand. Het resultaat is geweest, dat hij
teerde zij namelijk een 31-jarige man,
sem, een te Zwaag. een te Avenhorn
als verdacht van een inbraak in een
pleegd en de politie voelde de man
Sinds Januari is er te Hoorn en om
bekend, namelijk zes te Hoorn, drie te
geving een heïe serie inbraken ge-
daarom nog eens wat nader aan de
Midwoud, een te Blokdijk, een te Ur-
Wie kan de regels weer in de goede
volgorde zetten en wat staat er dan
in het bericht?
Het berichtje begint met de woor
den: „De politie te Hoorn...."
Oplossingen inzenden vóór Zondag
29 Mei.
ONZE MEDEDELINGEN.
Van een onbekende ontvingen wij
sigarenbandjes, postzegels en lucifers
merken, waarvoor wij hem of haar
hartelijk danken.
Ook mej. Visser in Den Helder dan
ken wij voor een grote doos met zil
verpapier. Er moet wel met enthousias
me gespaard zijn om in een korte tijd
zoveel bij elkaar te krijgen.
r Mr\
0