Quarfet", novellen
Een nieuwe Roosevelt in het Congres
Drie open doekjes voor Menno
Grondsma
n
Parijs gaat de strijd aanbinden tegen
prikkellectuur en beeldroman
De magische krachi van een naam
F. D. Roosevelt Jr; in de
voetstappen zijns vaders
Lied van de week
Visseizoen
Politie houdt zich bezig
met het nachtleven
M5ÏÏII[RCDAOi5f0i
ZATERDAG Z» MEI 1949
Van onze correspondent te New-York).
gEN NIEUWE ROOSEVELT heeft zyn intrede gedaan in het Amerikaanse
Bri» vja° Afgevaardlgden en geheel Amerika speculeert op de moge
lijkheid of Fn 'n Roosevelt Jr. eerlang geroepen zal zijn de bezetting
van het VUtte Huis door de Roosevelts te vervolgen. Van meer onmiddellijk
belang: zijn overwinning in de stembusstrijd aan New-York's Westkant
heeft een niet geringe terugslag op beide grote Amerikaanse politieke par
tijen, Democraten en Republikeinen.
Het is een opwindende verkiezingsstrijd geweest, temeer omdat Roosevelt
Jr. wiens carrière tot dusver die van zijn beroemde vader op de voet is
gevolgd met de volle inzet van zijn energie en de kasmiddelen van zijn
aanhangers, de strijd gestreden heeft en voor het eerst in vele jaren de De
mocratische party onttroond heeft in een district, dat traditioneel altijd ge
reageerd heeft op wat Tammany Hall het hoofdkwartier van New Yorks
stadsbestuur en van de Democratische Party placht voor te schrijven.
Want in tegenstelling tot de, zeer welgestelde, Oostkant van de stad, is
„West" voornameiyk bevolkt door de „kleine man", de aanhanger van Tru-
jnan, die het groot-industriële karakter der andere grote party, die der
Republikeinen, verfoeit.
'TAMMANY HALL HAD het ook dit
maal kunnen winnen. Maar toen
de aanhangers van Roosevelt enige
maanden geleden het contact met
Hugo Rogers, leider der New Yorkse
Demooraten, opnamen, bleek al spoe
dig, dat Tammany Hall van zins was
andere sohikkingen te treffen. Een be
kend rechter en philanthroop, Shal-
leck, was de candidaat der Democra
tische Party, een man van uitnemende
reputatie en onkreukbaarheid, maar
zeker geen figuur, die op de verbeel
dingskracht van de grote massa werkt
De aanhangers van Roosevelt na
men toen de onvermijdehjke stap: zij
gooiden het op een accoord met de be
trekkelijk kleine Liberale Partij en
richtten voorts een nieuwe groepering
op, die zy ietwat pretentieus
„De Vier Vryheden" noemden. Als
candidaat van beide organisaties zou
„young Roosevelt" optreden.
Tammany Hall sloeg de schrik om
het hart; niet alleen omdat de libe
rale party bestond uit een aantal zeer
welgestelde burgers, die de prac-
tyk heeft dit bewezen behooriyk in
de beurs hebben getast om hun can
didaat te zien winnen. Tegelijkertijd
kwamen ook de Republikeinen met een
candidaat opdagen, William Mclntyre,
die de gelegenheid schoon meende te
zien bi troebel water te vissen. Vol
gens de eerste vluchtige analyses was
de mogeiykheid zeker niet uitgesloten,
dat de Republikein in deze constella
tie de derde hond zou zyn, die er met
het been van door ging. Want dat de
Democratische stemmen aanzienlijk
verdeeld zouden zyn tussen Shalleck
en Roosevelt, stond wel vast.
Phychose van een naam.
^LS DEZE VERKIEZING in „West"
iets bewijst, dan is het de massa
psychose, die van een naam kan uit
gaan. Zowel de Democratische als de
Republikeinse candidaat waren man
nen van kaliber en bewezen bekwaam
heid. Maar neen: Jan Publiek is veel
meer geïmponeerd door het waas der
romantiek, dat nog steeds de naam
Roosevelt omhult. De jonge Roosevelt
moet al zijn sporen nog verdienen. Hij
is een partner in een groot advocaten
kantoor, een grote, sportieve figuur
met een diepe donkere stem, maar op
enige practische politieke ervaring
behalve dan het feit, dat hij een groot
deel van zijn jeugd op het Witte Huis
heeft doorgebracht kan hij niet
bogen.
Misschien is 't niet alleen de zweem
van romantiek, die ota het gezin Roo
sevelt is blijven hangen; misschien
hunkert het publiek naar een sterke,
maar uiterlijk zo vaderlijke figuur van
een krachtig staatsman, zoals Roose
velt Sr. dat tijdens de oorlogsjaren is
geweest. Harry S. Truman moge in
derdaad de vertegenwoordiger van
„de kleine man" zijn, in het huidig
internationaal bestel doet het gemis
aan een waarlijk krachtige figuur zich
wel degelijk gelden.
Voor de New-Yorkse democraten is
deze verkiezing, die door Roosevelt
met zo'n onbetwistbare meerderheid is
gewonnen, een teken aan de wand.
Onderlinge ruzies in Tammany Hall
hebben de partij ernstig verzwakt; de
kudde aanhangers is onafhankeiyk ge
worden. Maar ook de Republikeinen
hebben redenen tot ongerustheid. De
jonge Roosevelt heeft immers reeds
doen weten, dat hij de lijn der fa
milie-carrière voortzettend zich
candidaat zal stellen voor het Gou
verneurschap van de staat New York
in 1950, als de ambtstermijn van De-
wey is verlopen. Het zal voor de Re
publikeinen moeilijk zijn om, indien
de Roosevelt-sage blijft aanhouden,
zich deze man van het lijf te houden.
Niet voor het eerst.
£R ZIJN ECHTER ALLE aanwijzin
gen voor, dat het gerommel in de
Democratische partij het eerst tot uit
barsting zal komen. Dit is niet de
eerste nederlaag van Tammany Hall
in de laatste weken. Korte tijd geleden
heeft ook de Democratische burge
meester van New-York, William
O'Dwyer, de banden met de party-or
ganisatie verbroken. Dit alles wijst
duidelijk 'op een revplte tegen het be
wind van Tammany Hall. Tot dusver
genoot dit lichaam nog de steun van
het gehele partijbestuur. Dit kwam o.a.
tot uiting, toen de voorzitter van dit
bestuur McGrath formeel de candida-
tuur van Shalleck tegen Roosevelt
steunde. Doch thans is gebleken, dat
er zeker hoofden zullen vallen. Inmid
dels is, met het uur het inzicht
groeiende, dat nu de tijd gekomen is
°m te trachten de gelederen opnieuw
aaneen te sluiten. Dit werd opnieuw
duidelijk, toen Hugo Rogers een ver
klaring uitgaf, waarin hy niet alleen
„young mr. Roosevelt" gelukwenste
met zyn overwinning en de overtuiging
uitsprak .„dat hij ongetwyfeld nieuwe
eer en roem zal hechten aan de naam
van zyn Illustere vader, de grootste
f RANKLIN D. ROOSEVELT Jr.
....zo vader, zo zoon....
president, die de V.S. ooit hebben ge
had", maar vooral de hoop uitsprak,
dat de „bittere campagne niet de toon
zal aangeven voor verdere versplinte
ring van het party wezen; immers on
der het twee-partijenstelsel Is de de
mocratie van ons land tot bloei geko
men".
Dit was de onmiskenbare eerste po
ging om de nieuwe afgevaardigde te
rug te brengen tot de schoot van de
partij. Het verloop van dit proces be
hoeft niet al te pynlijk te zyn, Roo
sevelt heeft uiteraard eerste verplich
tingen jegens de Liberale en de „Four
Freedoms" partij. Maar in de kern
onderschrijft hy het algemene pro
gramma van de Democraten. En voor
zover het politieke programma van
President Truman betreft: de 35-
jarige Roosevelt gaat ook daar in gro
te trekken mee accoord. Zijn enige tot
dusver uitgesproken bezwaar geldt
Truman's plannen voor een nationali
sering der medische diensten.
In New-York speelt de Liberale
Party een rol van enige betekenis
Maar in het Huis van Afgevaardig
den te Washington is haar rol uiter
mate gering. In eerste instantie kan
men derhalve de jonge Roosevelt be
schouwen als een onafhankelijk De
mocraat zoals zijn vader vóór hem
was. Het geschil met de Democrati
sche Partij is een kwestie van per
sonen niet van ideológie.
Zo de oude zongen
IflAT DE VERKIEZINGSSTRIJD
zelf betrof, F. D. R. Jr. is ook in dit
opzicht in de voetsporen van zijn
vader getreden. De campagne werd
gekenmerkt door onorthodox optre
den: volgens betrouwbare schattingen
zou er door Roosevelt's aanhangers
een kwart millioen dollar zijn besteed
aan publiciteit. Een der „stunts"
ten koste van ongeveer 25.000 was
het zenden van telegrammen aan
ruim 10.000 burgers van de „West
kant'" op de dag vóór de stembus
cpende. Geluidswagens reden de afge
lopen week door de straten, die be
zaaid waren met verkiezingspamflet
ten en onmisbaar facet van alle
Amerikaanse verkiezingen de be
schuldigingen over en weer vormden
een hoogtepunt van de campagne.
F. D. R. Jr. werd uitgekreten
voor een buitenstaander, omdat zijn
officiële woonplaats tot 1947 buiten
New-York was en hij slechts op een
hotelkamer als zijn stads-residentie
kon bogen. Zyn Republikeinse tegen
standers hebben zelfs een rechterlijke
uitspraak uitgelokt, teneinde de candi-
datuur van Roosevelt ongeldig te doen
verklaren. De averechtse uitspraak
van de rechter was echter gratis pu
bliciteit voor Roosevelt c.s.
Een nieuwe carrière voor een be
roemde naam is onderweg na een
vliegende start. Duidelijk is in ieder
geval, dat een nieuwe persoonlijkheid
Amerika's politieke wereld is binnen
getreden. De jonge. Roosevelt zal veel
van zich doen horen. Dat ligt in zijn
naam opgesloten. Doch waarom zou
men nu al voorspellingen moeten doen
omtrent zijn toekomst? Het leven van
een zoon van een beroemd vader is
niet altijd zo gemakkeiyk als dat op
het eerste gezicht wel lijkt
Heel ons hengelsportend Holland
Ziet weer met verlangen uit,
Naar het tijdstip dat de eerste
Ronde straks wordt ingeluid,
't Vrolijk visverschalkersgilde
Gaat 1 Juni weer van start,
Om de vissen op te halen
En geiyk hun vissershart.
Met hun hengels en hun netten,
Dobbers, snoer en pierenbak,
Met hun laarzen en zuidwester
En het glimmend oliepak,
Trekken zy vanuit de steden
Naar het ruime polderland,
Om een plekje op te zoeken
Ergens aan. de waterkant,
Waar de vlugge vissenvinnen
Vinnig door het water gaan,
En het slechts de grote kunst is
Om ze aan de haak te slaan.
En daar staan ze maar te turen
op het wijde watervlak,
Of de pen soms geeft een stootje
ook al is het nog zo zwak.
Ah, dat is pas sport mijn vrinden,
dat geeft rust in deze tijd.
Die aan onrust, overspanning
en aan zenuwbitbers lijdt.
Aan de boorden van 'n tochtsloot,
van een vaart of een kanaal.
Denk je niet aan deze dingen,
maar aan brasem, snoek of aal.
Heus daar is het beter vissen,
stukken beter, onbetwist,
dan in 't troebel roddelwater,
waar zo menig mens in vist.,
JABSON
(Van onze correspondent te Parijs)
QOK PARIJS HEEFT thans de strüd
aangebonden tegen de uitwassen
van het nachtleven in het byzonder en
de onzedelijkheid in het algemeen. Te
lang heeft men ïydeiyk toegezien met
alle onheilzame gevolgen van dien. In
de kranten- en tydscliriftenkiosken had
de verkoop van pornografie onheil
spellende vormen aangenomen. Onder
het mom van Kunst werden zekere
geïllustreerde vunzigheden, al of niet
voorzien van een prikkelend verhaaltje,
in de kiosken tentoongesteld en vooral
onder de jeugd vonden zy gerede
aftrek. De fantastisch hoge pryzen,
welke men voor dergeiyke publicaties
kon vragen, maakten de uitgave er van
zeer lucratief en het ene periodiekje
volgde dan ook op het andere. Ook
de uitgave van boeken, onder het mom
van literatuur doch in feite weinig an
ders dan opeenhopingen van pornogra
fie, deed haar verderfelijk werk.
Zowel uitgevers als schrijvers verko
zen de anonimiteit, hetgeen wel een be
wijs is voor de inhoud, die men schijn
baar niet door welke vlag ook kon ge
dekt krijgen. In ontstellende mate nam
het aantal personen toe, dat patrouille
rend in de buurt van het Gare Du
Nord, Gare de 1'Est, Champs Elysées, en
andere vreemdelingencentra poogde
nornografische foto's aan de man te
brengen. Diverse van deze laatste per
sonen zijn reeds gearresteerd en deze
maatregel heeft zo sterk preventief ge
werkt, dat ook anderen het heilzaam
vonden andere bezigheden te zoeken.
Reactie in kunstenaarswereld.
TN HET ALGEMEEN is de Franse
kunstenaarswereld zeer vrijheidlie
vend en zij gedoogde in het jongste ver
leden nimmer enige inmenging der re
gering. Het merendeel heeft thans even
wel ingezien, dat de excessen te ver
gingen en verzet zich niet tegen de maat
regelen van de regering, die er op ge
richt zijn de jeugd te beschermen tegen
de verderfelijke invloeden van slechte
lectuur. Enkele uitgevers en schrijvers,
wier namen we hier niet behoeven te
noemen, zijn reeds door de regering ge
daagd en in bredere kring, dan men
aanvankelijk had verwacht, heeft deze
maatregel voldoening gewekt. Daar
naast is de strijd tegen de beeldroman
thans zelfs doordrongen tot de Assem-
blée. De minister van justitie is neme
lijk voor de dag gekomen met een wets
ontwerp, waarin excessen in dit opzicht
strafbaar worden gesteld.
Intussen zijn ook reeds diverse publi
caties uit de handel genomen. Ook de
film ontgaat de aandacht niet. Reeds
zijn er twee uit de circulatie genomen,
waaronder een van Allegret. Dit ge
schiedde door de minister persoonlijk.
Het nachtleven.
QOK DE UITWASSEN van het nacht
leven, waaronder de nachtbars, ca
barets e.d. staan voortaan onder voort
durende contröle. Inderdaad werd dit
de laatste maanden met de dag meer
noodzakelijk. Sommige cabarets en dan
cings, waar de programma's te gortig
waren, hebben opdracht gekregen hun
„vermaak" onmiddellijk te fatsoeneren
of de zaak te sluiten. Zaken, die men
er van verdenkt niet geheel en al de
hand te houden aan de nieuwe bepa
lingen, staan ondèr voortdurende poli
tiebewaking. De dienstdoende inspec
teurs hebben bovendien opdracht ge
kregen bij de minste overtreding onver
biddelijk in te grijpen.
We kunnen slechts hopen, dat deze
UET KOMT VOOR DAT EEN DILETTANT, die over een aangeboren artistiek
talent beschikt, die hard werkt en alles over heeft voor z'n gestelde ideaal,
zijn plaats vindt in een gans andere wereld: die der artisten Dat is dan een
enorme stap in een totaal andere, nieuwe, onbekende wereld. Een wereld,
waarvan de nièt-artisten dromen dat ze gevuld is met heerscharen eeuwig
applaudisserend publiek, met jubelende recensies, lauwertakken en orchi
deeën, met glamourgirls, sprookjesachtig hoge chèques en rozenrode romantiek.
Achhoe triest is de werkelijkheid! Een werkelijkheid, zo na verwant aan
onbetaalde rekeningen, sléchte recensies van afbrekende critici, aan met el-
bogen werkende collegae, aan plankenkoorts, onrust, wanhoop aan jezelf, en
de alvijd aanwezige vale angst voor het afsterven van het talent. De werke
lijkheid is een wereld zónder dromen, met weinig jubel maar met ontstellend
veel desillusies.
Dit alles blijft de dilettant bespaard in zijn kleine, genoeglijke, huiselijke
wereldje, met veel vrienden, veel bewonderaars en veel vriendelijke stukjes
in de plaatselijke kranten.
Twee werelden, die volledig vanelkaar gescheiden zijn. Zo gescheiden als het
water van het vuur, het leven van de dood, de jeugd van de ouderdom, de
nacht van de dag en het zwart van het wit.
Gi kunt vragen of Menno Grondsma
hans een gearriveerd artist is. En ge
kunt de vraag stellen of ik heb ge
zwijmeld van culturele verrukking.
Op al deze vragen kan ik dan naar
eer en geweten antwoorden: neen.
Maar evenzeer naar eer en geweten
moet dan worden vastgesteld, dat
Menno Grondsma een opvallend be
schaafd nummer brengt, dat hij ner
gens gaat speculeren op goedkoop ef
fect en dat zijn nummer tot in onder
delen beschaafd blijft. Daar is geen
enkele grofheid, geen enkele botte
smakeloosheid en als men dit vast
stelt, dan stelt men tegelijk vast, dat
hier sprake is van een zeldzame uit
zondering onder onze hedendaagse
cabarettiers.
Maar daar was méér, die middag in
hei City-theater, op dat grote, wijde
toneel, met aan de fronten de dof-
gloeiende rode en groene neonzuilen.
Daar stond een jong artist, die zyn best
deed en die in elke seconde van die
twintig minuten probeerde iets eigens
te brengen, iets volstrekt persoonlijks,
iets met een eigen keur, stempel, iets
dat „Menno Grondsma" heet. Ik voel
de dit streven in elk onderdeel van
bzLki poniuM'.
J.JOE MENIG dilettant waagde de stap
niet in die barre, keiharde, kille
wereld, waar de een de ander ver
slindt en waar de natuurwet geldt
dat alleen de sterkste (lees: hij die de
beste elbogen, grootste mond en dik
ste huid heeft) in leven blijft. En hoe
menig dilettant kwam niet thuis,'als
de verloren zoon, met verschroeide
vleugels, verteerde hoop, arm aan
roem, rijk aan ontgoocheling.
Deze week was ik getuige van het
optreden van zo'n voormalig dilettant,
var iemand die de sprong gewaagd
had. Velen in deze provincie kennen
hem: zyn naam is Menno Grondsma.
Hijwoonde lang in Alkmaar.
De naam Menno Grondsma stond in
de jaren vóór de oorlog vele malen op
affiches. In Alkmaar, in de Zaan, in
de Westfriese dorpen en stadjes en
overal in de omgeving. Hij was, toen
al, een bekend dilettant, die voor het
voetlicht menig succes behaalde.
Deze week stond de naam Menno
Grondsma wederom op een affiche.
Een geweldig groot, log, in het oog
vallend affiche; het was gespannen
over de gevel van het grootste
bioscoop-theater des lands: het City-
Ti eater in Amsterdam. Dat affiche
lokte me naar binnen en na vele jaren
zag ik Menno Grondsma optreden voor
een grote-stadspubliek.
„Menno Grondsma.... Internatio
naal Zangimitator" luidde de aankon
diging van het nummer. En na al het
vervelende voorwerk, als obligate mu
ziekstukjes, een short van een toe-
kc mstige film „binnenkort in dit thea-
lev' en de reclame van de hoofdstede
lijke Chinese restaurantjes, 't Hum-
melcrord en dames-gezichtsmassage,
verscheen Menno Grondsma.
Hij bracht imitaties van grote
kunstbroeders. Achter de microfoon
imiteerde hij Charles Trenet, Richard
Tauber, Josephine Baker, Bing Crosby
en tenslotte: de negerzanger Al Jol-
son.
Ge kunt me nu vragen of deze, als
internationaal geadverteerde imitaties
een bijzonder hoog kunstgenot boden
Gezondheid,
Schoonheid
en Bescherming
:-f}T voor Uw huid
Dozen en tuben 40-75-90 $t.
Hamea. da Hamameli» crème ven Mijnhardt
noodzakelijke maatregelen niet te laat
blijken te komen. Maar.... een deel der
jongeren heeft het gif reeds jaren met
volle teugen opgezogen.
LIET LEZENDE PUBLIEK wil er nog niet zo gemakkelijk aan, maar toch heeft
de novelle in de literatuur bestaansrecht verworven. In de boekwinkels en
de bibliotheken die een zuiverder beeld van het doorsnee lezers-publiek
kunnen geven is de vraag naar romans, roman-turven zelfs en trilogieën aan
zienlijk groter dan die naar de novelle, het korte proza-verhaal. Dit feit zal er
vermoedelijk sterk toe hebben bijgedragen, dat de novelle in de film nog maar
weinig ingang heeft gevonden. Zeker, ze zijn er en in de voorprogramma's
worden ze nu en dan vertoond. Meestal zijn het korte, onbeduidende geschie-
denisjes, die slechts ten doel hebben de lachspieren in beweging te brengen,
verder van iedere pretentie .gespeend zijn en als zodanig ook gesavoureerd wor
den: bijwer», dat even de aandacht vangt, maar zodra de aankondiging van
de hoofdfilm op het doek verschijnt, ook al weer vergeten is.
Zelden durft men de aandacht te vragen voor een programma van uitsluitend
korte films of voor een film, die slechts een bundel korte verhalen brengt. Toch
zou dit voor de film frisse en volkomen nieuwe perspectieven kunnen openen.
Enkele films in dit genre zyn in de loop der laatste jaren verschenen men
zal zich mogelijk het fascinerende „Dead of Night" („Het tweede gezicht") her
inneren, een verhaal met short-stories op het thema van supra- en para-normale
verschijnselen, toekomstzien en geestelijke gespletenheid maar in al deze
films werden de korte verhalen gevat in een algemeen en gemeenschappeiyk
kader, een verhaal van mensen, die elkaar allerlei stories vertellen of iets der
gelijks, waardoor dus de korte filmverhalen onderling aaneengeregen worden.
TETS NIEUWS brengt dan ook de En-
gelse film „Quaitet", waarin men het
inderdaad aandurfde vier korte verha
len, die niets met elkaar hebben uit te
staan (behalve dan dat zij van één
auteur zijn) zonder enige samenhang
bijeen te brengen. Elk verhaal begint
met het beeld van een opengeslagen
boek en een ;tem, die ons door het
voorlezen van de eerste regels in de
nieuwe sfeer leidt. Een zwakke inzet,
die wat tet sterk de nadruk legt op
de literaire afkomst, maar voor het
overige werden de verhalen in een di
recte filmstijl uitgedrukt.
De vier short-stories zyn alle ont
leend aan een bundel van de Engelse
schrijver W. Somerset Maugham, over
wiens literaire verdiensten men kan
discussiëren, maar i. ien men bezwaar
lik een vlotte, zeer beeldende, pen kan
ontzeggen en een krachtig vermogen
tot typering en sfeerscheppen. Het eer
ste korte verhaal in deze filmbundel
„The facts of life" (Levenslessen) ver
telt van een jongeman, die geschraagd
door veel wijze raadgevingen van zijn
vader Engeland voor een trip verlaat
en in Monte Carlo aan de speeltafel
alle raad weer vergeet. Hij speelt, wint,
verliest en raakt bovendien verstrikt in
de netten van een jeugdige vamp, die
met veel humor en vrouwelijk raffine
ment de onvolgroeide puber in het
nauw brengt en hem er tenslotte betei
af doet komen, dan djzelf of de toe
schouwer ooit verwachtte. Van geheel
andere inslag is het tweede verhaal
„The alien corn" (Het vreemde zaad),
waarin een jongeman van netten hui
ze zijn familie in opschudding breng!
met de mededeling, dat lij welja!
kunstenaar, pianist, wil worden. Op
voorwaarde, dat over twee jaar het
oordeel van een befaamd pianist over
zijn toekomstige loopbaan zal beslissen,
krijgt hij een kans te studeren. Het
oordeel komt en valt negatief uit. En
waar de roeping hier het leven be
heerste, zijn .de gevolgen noodlottig
Een welwillende jury concludeert, dat
een geweer volkomen per ongeluk
moet zijn afgegaan. Het derde verhaal.
„The kite" (De vlieger), is een bizarre
gescniedenis van een jongeman met een
grote hartstocht: vliegers oplaten. Zijn
huweiyk dreigt er door te mislukken
en zijn compromisloze hartstocht brengt
hem zelfs de gevangenis in. Een simpel,
vertellinkje, dat rijk ia aan fijne poin
tes en een merkwaardige, typisch En
gelse humor ontwikkelt. In „The co-
lonels lady" (de vrouw van de kolo
nel), dat het laatste verhaal vorm van
dit kwartet, werkt een soortgelijke hu
mor, maar van meer navrant karakter
door. Het vertelt van een society-
huwelijk, dat in dertig jaar tijds ver
waterde tot een sleur. De man, een wat
potsierlijke oud-kolonel, is van zijn
vrouw vervreemd, maar wordt ge
dwongen haar op te merken, en met
andere ogen te zien, wanneer biykt,
dat zij een bundeltje liefdespoëzie ge
schreven heeft, dat niet slechts een
best-seller, maar zelfs een sensatie
wordt.
QEZE VIER VERHALEN vormen te
zamen dan „Quartet"; vier los van
elkaar staande en in wezen zeer sim
pele stories. De betekenis van dit ex
periment wordt duidelijk, wanneer men
beseft, dat men tot dusver in de film
productie twee tot drie kilometer film
de gebruikelijke lengte voor een
avondvullend programma wijdde aan
een enkel verhaal, dat ontdaan van de
er aan toegevoegde complicaties, door
gaans geen bredere basis en niet meer
aan wezenlijke inhoud heeft dan elk
van deze short-stories. Het merendeel
der filmproducers zou dan ook zonder
enig bezwaar en zonder enige moeite
van deze vier korte verhalen vier
avondvullende films gemaakt hebben
En hier ligt de waarde aangegeven
van de novelle in de film: de maker
ervan heeft tot taak een gegeven te
hanteren, karakters zuiver te typeren
zonder ze te schematiseren, een ont
wikkeling duideiyk te laten verlopen,
maar tevens dit alles samen te bren
gen in een uiterst korte vorm. Hy
moet zijn aandacht en zijn talent con
centreren op de meest directe uitings
middelen, alle entourage besnoeiei en
zo bondig mogelij': zijn in het sugge
reren van sfeer en stemmingen, in het
weergeven van een ontwikkeling en
spanningen en in het leveren van een
totaalbeeld, dat gaaf is en geen aan
vulling meer behoeft. Dit wil zeggen,
dat hij zich moet bezinnen op een vol
komen en volstrekte filmtaal zonder
bijmengselen.
In dit opzicht is vooral het tweede
gedeelte der film, met de verhalen
„The kite" en „The colonels lady",
voortreffelijk geslaagd. De vier regis
seurs Ralph Smart, Harold French, Ar-
thur Crabtree en Ken Anakin namen
elk een verhaal voor hun rekening. De
stijl der eerste twee stories loopt nau-
weiyks uiteen, de beide verhalen mis
sen een tinteling van leven en werden
conventioneel verfilmd. Van aanzienlijk
betere kwaliteit is „The kite", raak in
zyn typering van het klein-burgerlijke
millieu, waarin dit verhaal speelt en
bovendien met een ook in de film
treffend verwerkelijkte soms zeer bril-
lante humor. Alles wordt echter over
troffen door Ken Anakins „The colo-
nel's lady", dat ^en juweeltje van film
blijkt. Geen verbijsterende opnamen of
montages, geen avant-gardisme, maar
een rustige, byzonder gevoelige stijl,
doortrokken van een zachte wijze spot
en milde tragiek, een zeer persoonlijke
humor, die in reeksen kostelijke détails
naar voren komt, het zonder wijdlopige
dialogen kan stellen en een heel bij
zondere sfeer weet te treffen. Prachtige
typeringen van de onbegrepen vrouw
'Nora Swinburne) en haar botte, maar
niet kwade kolonel (Cecil Parker).
Ook de bezetting in de andere film
novellen, met Mai Zetterling en Naun-
ton Wayne („The facts of life"), Di.k
Bogarde („The alien Corn") Susan
Shaw en vooral George Cole („The
kite") levert rake en dikwijls ook ge
voelige, diep onder de oppervlakte
dringende typeringen op. „Quartet"
werd zo een filmexperiment dat
wanneer het nog niet ten volle ge
slaagd is (men zou o.a. minder con
ventionele, door hun tegenstelling in
sfeer meer verrassende overgangen
wensen tussen de verschillende novel
len) toch zeker belangrijk is te noe
men en bijzondere aandacht verdient.
LONG-SHOT
dat nummer aanwezig en ik geloof te
mogen zeggen, dat Grondsma daar be-
'ïoorlijk in slaagde.
Het was een middag-publiek en van
zo'n publiek krijgt men niet zo spoe
dig de handen op elkaar. Maar na de
tweede imitatie voelde men instinct
matig, dat daar op de City-bühne toch
iets anders stond dan zo maar een
grappig-doend artistje van dertien in
t dozijn. En dus kwamen de handen
wèl op elkaar en toen Menno
Grondsma besloot met het beroemde
en beruchte Sunny Boy, met zwart-
beschminckt gezicht en wérkelijk Jol-
son ten voeten (en ten hare!) uit
toen groeide het applaus van dat
publiek aan tot een klaterende ovatie
en mocht Grondsma het allerhoogste
en meest benijdenswaardige honora
rium incasseren, dat voor een artist
denkbaar is: drie open doekjes!
QEZE JONGE MAN zwierf de laatste
jaren langs heel wat wereldsteden
en hij bracht zijn nummer voor een
internationaal publiek. Er bestaat niets
wreders dan publiek. Er is niets sadis-
tischer, dodelijker denkbaar dan de
duizendarmige poliep die „publiek"
heet. In de leerschool van deze poliep
leerde Menno Grondsma zijn „num
mer". Ik weet er niets van, ik heb
Menno Grondsma nog nooit gesproken
of ontmoet, maar ik denk dat dit alles
eel te maken heeft gehad met zorg,
tranen en.... zweet.
Men treedt niet zander twijfel en
bekommernis op voor de Brusselse
radio, Voor de radio in Bremen en
ï'rankfurt, voor Radio Suisse, in
„Clara" te Brussel en bij „Chez Bob"
te Genève. Evenmin in het Casino te
Blankenberghe, 't Gentse Scala, Urania
in Zürich of in het Concertgebouw te
Amsterdam en het gebouw voor Kun
sten en Wetenschappen in Den Haag.
Enzovoorts. En in al die plaatsen
bracht deze Noordhollandse jongen
zijr nummer en in elke plaats rijpte
zijn talent.
Het was in November van het jaar
1947, dat ik in deze rubriek schreef
over de snel rijzende ster aan de Ne
derlandse cabarethemel: Toon Her
mans. Ik voorspelde Hermans een
snelle carrière en die heeft hij prompt
gekregen. Sneller ,dan enig artist in
dat ellebogen-wereldje. In datzelfde
Podium noemde ik de naam van
Menno Grondsma. Ik geloof (en ik
hoop) dat het ook met deze carrière
wel in orde komt. Wie zó hard werkt,
wie zijn nummer zó serieus brengt,
die wordt niet in de steek gelaten
door de muzen, van wie het (in laat
ste instantie, toch moet komen. Ook
a' is het dan de tiende muze!
JN AMSTERDAM beweert men het
volgende: als het City theater een
goed cabaretnummer brengt, is de
film slecht. Als het City theater een
goede film brengt, is het cabaret
waardeloos. Deze bewering bleek die
middag feilloos iuist te zijn. Er draaide
een kleurenfilm, welker naam Ik ben
vergeten, maar waarin de hoofdrol
verzorgd werd door een zekere juf
frouw Rita Hayworth. Nóóit in al m'n
levensjaren heb ik zoveel baarlijke
nonsens, zoveel kleverige „sex" zo
veel misselijk sentiment op tien minu
ien celluloid vergaard gezien! Want
slechts tien minuten was de temptatie
van dit brok filmcultuur aan te zien.
Als dergelijke filmbeeldromans wor
den gekocht en betaald met het scha
mele beetje Nederlandse deviezen,
vraag ik me eeriyk en in gemoede af,
welke overheidsinstantie de moed
heeft dit met zijn handtekening te be
krachtigen.
Het was bedroevend, dat zülk goed
cabaret was omiyst met zülk door
trapt waardeloos gefilm!
ANTHONY VAN KAMPEN