Quarfet", novellen Een nieuwe Roosevelt in het Congres Drie open doekjes voor Menno Grondsma n Parijs gaat de strijd aanbinden tegen prikkellectuur en beeldroman De magische krachi van een naam F. D. Roosevelt Jr; in de voetstappen zijns vaders Lied van de week Visseizoen Politie houdt zich bezig met het nachtleven M5ÏÏII[RCDAOi5f0i ZATERDAG Z» MEI 1949 Van onze correspondent te New-York). gEN NIEUWE ROOSEVELT heeft zyn intrede gedaan in het Amerikaanse Bri» vja° Afgevaardlgden en geheel Amerika speculeert op de moge lijkheid of Fn 'n Roosevelt Jr. eerlang geroepen zal zijn de bezetting van het VUtte Huis door de Roosevelts te vervolgen. Van meer onmiddellijk belang: zijn overwinning in de stembusstrijd aan New-York's Westkant heeft een niet geringe terugslag op beide grote Amerikaanse politieke par tijen, Democraten en Republikeinen. Het is een opwindende verkiezingsstrijd geweest, temeer omdat Roosevelt Jr. wiens carrière tot dusver die van zijn beroemde vader op de voet is gevolgd met de volle inzet van zijn energie en de kasmiddelen van zijn aanhangers, de strijd gestreden heeft en voor het eerst in vele jaren de De mocratische party onttroond heeft in een district, dat traditioneel altijd ge reageerd heeft op wat Tammany Hall het hoofdkwartier van New Yorks stadsbestuur en van de Democratische Party placht voor te schrijven. Want in tegenstelling tot de, zeer welgestelde, Oostkant van de stad, is „West" voornameiyk bevolkt door de „kleine man", de aanhanger van Tru- jnan, die het groot-industriële karakter der andere grote party, die der Republikeinen, verfoeit. 'TAMMANY HALL HAD het ook dit maal kunnen winnen. Maar toen de aanhangers van Roosevelt enige maanden geleden het contact met Hugo Rogers, leider der New Yorkse Demooraten, opnamen, bleek al spoe dig, dat Tammany Hall van zins was andere sohikkingen te treffen. Een be kend rechter en philanthroop, Shal- leck, was de candidaat der Democra tische Party, een man van uitnemende reputatie en onkreukbaarheid, maar zeker geen figuur, die op de verbeel dingskracht van de grote massa werkt De aanhangers van Roosevelt na men toen de onvermijdehjke stap: zij gooiden het op een accoord met de be trekkelijk kleine Liberale Partij en richtten voorts een nieuwe groepering op, die zy ietwat pretentieus „De Vier Vryheden" noemden. Als candidaat van beide organisaties zou „young Roosevelt" optreden. Tammany Hall sloeg de schrik om het hart; niet alleen omdat de libe rale party bestond uit een aantal zeer welgestelde burgers, die de prac- tyk heeft dit bewezen behooriyk in de beurs hebben getast om hun can didaat te zien winnen. Tegelijkertijd kwamen ook de Republikeinen met een candidaat opdagen, William Mclntyre, die de gelegenheid schoon meende te zien bi troebel water te vissen. Vol gens de eerste vluchtige analyses was de mogeiykheid zeker niet uitgesloten, dat de Republikein in deze constella tie de derde hond zou zyn, die er met het been van door ging. Want dat de Democratische stemmen aanzienlijk verdeeld zouden zyn tussen Shalleck en Roosevelt, stond wel vast. Phychose van een naam. ^LS DEZE VERKIEZING in „West" iets bewijst, dan is het de massa psychose, die van een naam kan uit gaan. Zowel de Democratische als de Republikeinse candidaat waren man nen van kaliber en bewezen bekwaam heid. Maar neen: Jan Publiek is veel meer geïmponeerd door het waas der romantiek, dat nog steeds de naam Roosevelt omhult. De jonge Roosevelt moet al zijn sporen nog verdienen. Hij is een partner in een groot advocaten kantoor, een grote, sportieve figuur met een diepe donkere stem, maar op enige practische politieke ervaring behalve dan het feit, dat hij een groot deel van zijn jeugd op het Witte Huis heeft doorgebracht kan hij niet bogen. Misschien is 't niet alleen de zweem van romantiek, die ota het gezin Roo sevelt is blijven hangen; misschien hunkert het publiek naar een sterke, maar uiterlijk zo vaderlijke figuur van een krachtig staatsman, zoals Roose velt Sr. dat tijdens de oorlogsjaren is geweest. Harry S. Truman moge in derdaad de vertegenwoordiger van „de kleine man" zijn, in het huidig internationaal bestel doet het gemis aan een waarlijk krachtige figuur zich wel degelijk gelden. Voor de New-Yorkse democraten is deze verkiezing, die door Roosevelt met zo'n onbetwistbare meerderheid is gewonnen, een teken aan de wand. Onderlinge ruzies in Tammany Hall hebben de partij ernstig verzwakt; de kudde aanhangers is onafhankeiyk ge worden. Maar ook de Republikeinen hebben redenen tot ongerustheid. De jonge Roosevelt heeft immers reeds doen weten, dat hij de lijn der fa milie-carrière voortzettend zich candidaat zal stellen voor het Gou verneurschap van de staat New York in 1950, als de ambtstermijn van De- wey is verlopen. Het zal voor de Re publikeinen moeilijk zijn om, indien de Roosevelt-sage blijft aanhouden, zich deze man van het lijf te houden. Niet voor het eerst. £R ZIJN ECHTER ALLE aanwijzin gen voor, dat het gerommel in de Democratische partij het eerst tot uit barsting zal komen. Dit is niet de eerste nederlaag van Tammany Hall in de laatste weken. Korte tijd geleden heeft ook de Democratische burge meester van New-York, William O'Dwyer, de banden met de party-or ganisatie verbroken. Dit alles wijst duidelijk 'op een revplte tegen het be wind van Tammany Hall. Tot dusver genoot dit lichaam nog de steun van het gehele partijbestuur. Dit kwam o.a. tot uiting, toen de voorzitter van dit bestuur McGrath formeel de candida- tuur van Shalleck tegen Roosevelt steunde. Doch thans is gebleken, dat er zeker hoofden zullen vallen. Inmid dels is, met het uur het inzicht groeiende, dat nu de tijd gekomen is °m te trachten de gelederen opnieuw aaneen te sluiten. Dit werd opnieuw duidelijk, toen Hugo Rogers een ver klaring uitgaf, waarin hy niet alleen „young mr. Roosevelt" gelukwenste met zyn overwinning en de overtuiging uitsprak .„dat hij ongetwyfeld nieuwe eer en roem zal hechten aan de naam van zyn Illustere vader, de grootste f RANKLIN D. ROOSEVELT Jr. ....zo vader, zo zoon.... president, die de V.S. ooit hebben ge had", maar vooral de hoop uitsprak, dat de „bittere campagne niet de toon zal aangeven voor verdere versplinte ring van het party wezen; immers on der het twee-partijenstelsel Is de de mocratie van ons land tot bloei geko men". Dit was de onmiskenbare eerste po ging om de nieuwe afgevaardigde te rug te brengen tot de schoot van de partij. Het verloop van dit proces be hoeft niet al te pynlijk te zyn, Roo sevelt heeft uiteraard eerste verplich tingen jegens de Liberale en de „Four Freedoms" partij. Maar in de kern onderschrijft hy het algemene pro gramma van de Democraten. En voor zover het politieke programma van President Truman betreft: de 35- jarige Roosevelt gaat ook daar in gro te trekken mee accoord. Zijn enige tot dusver uitgesproken bezwaar geldt Truman's plannen voor een nationali sering der medische diensten. In New-York speelt de Liberale Party een rol van enige betekenis Maar in het Huis van Afgevaardig den te Washington is haar rol uiter mate gering. In eerste instantie kan men derhalve de jonge Roosevelt be schouwen als een onafhankelijk De mocraat zoals zijn vader vóór hem was. Het geschil met de Democrati sche Partij is een kwestie van per sonen niet van ideológie. Zo de oude zongen IflAT DE VERKIEZINGSSTRIJD zelf betrof, F. D. R. Jr. is ook in dit opzicht in de voetsporen van zijn vader getreden. De campagne werd gekenmerkt door onorthodox optre den: volgens betrouwbare schattingen zou er door Roosevelt's aanhangers een kwart millioen dollar zijn besteed aan publiciteit. Een der „stunts" ten koste van ongeveer 25.000 was het zenden van telegrammen aan ruim 10.000 burgers van de „West kant'" op de dag vóór de stembus cpende. Geluidswagens reden de afge lopen week door de straten, die be zaaid waren met verkiezingspamflet ten en onmisbaar facet van alle Amerikaanse verkiezingen de be schuldigingen over en weer vormden een hoogtepunt van de campagne. F. D. R. Jr. werd uitgekreten voor een buitenstaander, omdat zijn officiële woonplaats tot 1947 buiten New-York was en hij slechts op een hotelkamer als zijn stads-residentie kon bogen. Zyn Republikeinse tegen standers hebben zelfs een rechterlijke uitspraak uitgelokt, teneinde de candi- datuur van Roosevelt ongeldig te doen verklaren. De averechtse uitspraak van de rechter was echter gratis pu bliciteit voor Roosevelt c.s. Een nieuwe carrière voor een be roemde naam is onderweg na een vliegende start. Duidelijk is in ieder geval, dat een nieuwe persoonlijkheid Amerika's politieke wereld is binnen getreden. De jonge. Roosevelt zal veel van zich doen horen. Dat ligt in zijn naam opgesloten. Doch waarom zou men nu al voorspellingen moeten doen omtrent zijn toekomst? Het leven van een zoon van een beroemd vader is niet altijd zo gemakkeiyk als dat op het eerste gezicht wel lijkt Heel ons hengelsportend Holland Ziet weer met verlangen uit, Naar het tijdstip dat de eerste Ronde straks wordt ingeluid, 't Vrolijk visverschalkersgilde Gaat 1 Juni weer van start, Om de vissen op te halen En geiyk hun vissershart. Met hun hengels en hun netten, Dobbers, snoer en pierenbak, Met hun laarzen en zuidwester En het glimmend oliepak, Trekken zy vanuit de steden Naar het ruime polderland, Om een plekje op te zoeken Ergens aan. de waterkant, Waar de vlugge vissenvinnen Vinnig door het water gaan, En het slechts de grote kunst is Om ze aan de haak te slaan. En daar staan ze maar te turen op het wijde watervlak, Of de pen soms geeft een stootje ook al is het nog zo zwak. Ah, dat is pas sport mijn vrinden, dat geeft rust in deze tijd. Die aan onrust, overspanning en aan zenuwbitbers lijdt. Aan de boorden van 'n tochtsloot, van een vaart of een kanaal. Denk je niet aan deze dingen, maar aan brasem, snoek of aal. Heus daar is het beter vissen, stukken beter, onbetwist, dan in 't troebel roddelwater, waar zo menig mens in vist., JABSON (Van onze correspondent te Parijs) QOK PARIJS HEEFT thans de strüd aangebonden tegen de uitwassen van het nachtleven in het byzonder en de onzedelijkheid in het algemeen. Te lang heeft men ïydeiyk toegezien met alle onheilzame gevolgen van dien. In de kranten- en tydscliriftenkiosken had de verkoop van pornografie onheil spellende vormen aangenomen. Onder het mom van Kunst werden zekere geïllustreerde vunzigheden, al of niet voorzien van een prikkelend verhaaltje, in de kiosken tentoongesteld en vooral onder de jeugd vonden zy gerede aftrek. De fantastisch hoge pryzen, welke men voor dergeiyke publicaties kon vragen, maakten de uitgave er van zeer lucratief en het ene periodiekje volgde dan ook op het andere. Ook de uitgave van boeken, onder het mom van literatuur doch in feite weinig an ders dan opeenhopingen van pornogra fie, deed haar verderfelijk werk. Zowel uitgevers als schrijvers verko zen de anonimiteit, hetgeen wel een be wijs is voor de inhoud, die men schijn baar niet door welke vlag ook kon ge dekt krijgen. In ontstellende mate nam het aantal personen toe, dat patrouille rend in de buurt van het Gare Du Nord, Gare de 1'Est, Champs Elysées, en andere vreemdelingencentra poogde nornografische foto's aan de man te brengen. Diverse van deze laatste per sonen zijn reeds gearresteerd en deze maatregel heeft zo sterk preventief ge werkt, dat ook anderen het heilzaam vonden andere bezigheden te zoeken. Reactie in kunstenaarswereld. TN HET ALGEMEEN is de Franse kunstenaarswereld zeer vrijheidlie vend en zij gedoogde in het jongste ver leden nimmer enige inmenging der re gering. Het merendeel heeft thans even wel ingezien, dat de excessen te ver gingen en verzet zich niet tegen de maat regelen van de regering, die er op ge richt zijn de jeugd te beschermen tegen de verderfelijke invloeden van slechte lectuur. Enkele uitgevers en schrijvers, wier namen we hier niet behoeven te noemen, zijn reeds door de regering ge daagd en in bredere kring, dan men aanvankelijk had verwacht, heeft deze maatregel voldoening gewekt. Daar naast is de strijd tegen de beeldroman thans zelfs doordrongen tot de Assem- blée. De minister van justitie is neme lijk voor de dag gekomen met een wets ontwerp, waarin excessen in dit opzicht strafbaar worden gesteld. Intussen zijn ook reeds diverse publi caties uit de handel genomen. Ook de film ontgaat de aandacht niet. Reeds zijn er twee uit de circulatie genomen, waaronder een van Allegret. Dit ge schiedde door de minister persoonlijk. Het nachtleven. QOK DE UITWASSEN van het nacht leven, waaronder de nachtbars, ca barets e.d. staan voortaan onder voort durende contröle. Inderdaad werd dit de laatste maanden met de dag meer noodzakelijk. Sommige cabarets en dan cings, waar de programma's te gortig waren, hebben opdracht gekregen hun „vermaak" onmiddellijk te fatsoeneren of de zaak te sluiten. Zaken, die men er van verdenkt niet geheel en al de hand te houden aan de nieuwe bepa lingen, staan ondèr voortdurende poli tiebewaking. De dienstdoende inspec teurs hebben bovendien opdracht ge kregen bij de minste overtreding onver biddelijk in te grijpen. We kunnen slechts hopen, dat deze UET KOMT VOOR DAT EEN DILETTANT, die over een aangeboren artistiek talent beschikt, die hard werkt en alles over heeft voor z'n gestelde ideaal, zijn plaats vindt in een gans andere wereld: die der artisten Dat is dan een enorme stap in een totaal andere, nieuwe, onbekende wereld. Een wereld, waarvan de nièt-artisten dromen dat ze gevuld is met heerscharen eeuwig applaudisserend publiek, met jubelende recensies, lauwertakken en orchi deeën, met glamourgirls, sprookjesachtig hoge chèques en rozenrode romantiek. Achhoe triest is de werkelijkheid! Een werkelijkheid, zo na verwant aan onbetaalde rekeningen, sléchte recensies van afbrekende critici, aan met el- bogen werkende collegae, aan plankenkoorts, onrust, wanhoop aan jezelf, en de alvijd aanwezige vale angst voor het afsterven van het talent. De werke lijkheid is een wereld zónder dromen, met weinig jubel maar met ontstellend veel desillusies. Dit alles blijft de dilettant bespaard in zijn kleine, genoeglijke, huiselijke wereldje, met veel vrienden, veel bewonderaars en veel vriendelijke stukjes in de plaatselijke kranten. Twee werelden, die volledig vanelkaar gescheiden zijn. Zo gescheiden als het water van het vuur, het leven van de dood, de jeugd van de ouderdom, de nacht van de dag en het zwart van het wit. Gi kunt vragen of Menno Grondsma hans een gearriveerd artist is. En ge kunt de vraag stellen of ik heb ge zwijmeld van culturele verrukking. Op al deze vragen kan ik dan naar eer en geweten antwoorden: neen. Maar evenzeer naar eer en geweten moet dan worden vastgesteld, dat Menno Grondsma een opvallend be schaafd nummer brengt, dat hij ner gens gaat speculeren op goedkoop ef fect en dat zijn nummer tot in onder delen beschaafd blijft. Daar is geen enkele grofheid, geen enkele botte smakeloosheid en als men dit vast stelt, dan stelt men tegelijk vast, dat hier sprake is van een zeldzame uit zondering onder onze hedendaagse cabarettiers. Maar daar was méér, die middag in hei City-theater, op dat grote, wijde toneel, met aan de fronten de dof- gloeiende rode en groene neonzuilen. Daar stond een jong artist, die zyn best deed en die in elke seconde van die twintig minuten probeerde iets eigens te brengen, iets volstrekt persoonlijks, iets met een eigen keur, stempel, iets dat „Menno Grondsma" heet. Ik voel de dit streven in elk onderdeel van bzLki poniuM'. J.JOE MENIG dilettant waagde de stap niet in die barre, keiharde, kille wereld, waar de een de ander ver slindt en waar de natuurwet geldt dat alleen de sterkste (lees: hij die de beste elbogen, grootste mond en dik ste huid heeft) in leven blijft. En hoe menig dilettant kwam niet thuis,'als de verloren zoon, met verschroeide vleugels, verteerde hoop, arm aan roem, rijk aan ontgoocheling. Deze week was ik getuige van het optreden van zo'n voormalig dilettant, var iemand die de sprong gewaagd had. Velen in deze provincie kennen hem: zyn naam is Menno Grondsma. Hijwoonde lang in Alkmaar. De naam Menno Grondsma stond in de jaren vóór de oorlog vele malen op affiches. In Alkmaar, in de Zaan, in de Westfriese dorpen en stadjes en overal in de omgeving. Hij was, toen al, een bekend dilettant, die voor het voetlicht menig succes behaalde. Deze week stond de naam Menno Grondsma wederom op een affiche. Een geweldig groot, log, in het oog vallend affiche; het was gespannen over de gevel van het grootste bioscoop-theater des lands: het City- Ti eater in Amsterdam. Dat affiche lokte me naar binnen en na vele jaren zag ik Menno Grondsma optreden voor een grote-stadspubliek. „Menno Grondsma.... Internatio naal Zangimitator" luidde de aankon diging van het nummer. En na al het vervelende voorwerk, als obligate mu ziekstukjes, een short van een toe- kc mstige film „binnenkort in dit thea- lev' en de reclame van de hoofdstede lijke Chinese restaurantjes, 't Hum- melcrord en dames-gezichtsmassage, verscheen Menno Grondsma. Hij bracht imitaties van grote kunstbroeders. Achter de microfoon imiteerde hij Charles Trenet, Richard Tauber, Josephine Baker, Bing Crosby en tenslotte: de negerzanger Al Jol- son. Ge kunt me nu vragen of deze, als internationaal geadverteerde imitaties een bijzonder hoog kunstgenot boden Gezondheid, Schoonheid en Bescherming :-f}T voor Uw huid Dozen en tuben 40-75-90 $t. Hamea. da Hamameli» crème ven Mijnhardt noodzakelijke maatregelen niet te laat blijken te komen. Maar.... een deel der jongeren heeft het gif reeds jaren met volle teugen opgezogen. LIET LEZENDE PUBLIEK wil er nog niet zo gemakkelijk aan, maar toch heeft de novelle in de literatuur bestaansrecht verworven. In de boekwinkels en de bibliotheken die een zuiverder beeld van het doorsnee lezers-publiek kunnen geven is de vraag naar romans, roman-turven zelfs en trilogieën aan zienlijk groter dan die naar de novelle, het korte proza-verhaal. Dit feit zal er vermoedelijk sterk toe hebben bijgedragen, dat de novelle in de film nog maar weinig ingang heeft gevonden. Zeker, ze zijn er en in de voorprogramma's worden ze nu en dan vertoond. Meestal zijn het korte, onbeduidende geschie- denisjes, die slechts ten doel hebben de lachspieren in beweging te brengen, verder van iedere pretentie .gespeend zijn en als zodanig ook gesavoureerd wor den: bijwer», dat even de aandacht vangt, maar zodra de aankondiging van de hoofdfilm op het doek verschijnt, ook al weer vergeten is. Zelden durft men de aandacht te vragen voor een programma van uitsluitend korte films of voor een film, die slechts een bundel korte verhalen brengt. Toch zou dit voor de film frisse en volkomen nieuwe perspectieven kunnen openen. Enkele films in dit genre zyn in de loop der laatste jaren verschenen men zal zich mogelijk het fascinerende „Dead of Night" („Het tweede gezicht") her inneren, een verhaal met short-stories op het thema van supra- en para-normale verschijnselen, toekomstzien en geestelijke gespletenheid maar in al deze films werden de korte verhalen gevat in een algemeen en gemeenschappeiyk kader, een verhaal van mensen, die elkaar allerlei stories vertellen of iets der gelijks, waardoor dus de korte filmverhalen onderling aaneengeregen worden. TETS NIEUWS brengt dan ook de En- gelse film „Quaitet", waarin men het inderdaad aandurfde vier korte verha len, die niets met elkaar hebben uit te staan (behalve dan dat zij van één auteur zijn) zonder enige samenhang bijeen te brengen. Elk verhaal begint met het beeld van een opengeslagen boek en een ;tem, die ons door het voorlezen van de eerste regels in de nieuwe sfeer leidt. Een zwakke inzet, die wat tet sterk de nadruk legt op de literaire afkomst, maar voor het overige werden de verhalen in een di recte filmstijl uitgedrukt. De vier short-stories zyn alle ont leend aan een bundel van de Engelse schrijver W. Somerset Maugham, over wiens literaire verdiensten men kan discussiëren, maar i. ien men bezwaar lik een vlotte, zeer beeldende, pen kan ontzeggen en een krachtig vermogen tot typering en sfeerscheppen. Het eer ste korte verhaal in deze filmbundel „The facts of life" (Levenslessen) ver telt van een jongeman, die geschraagd door veel wijze raadgevingen van zijn vader Engeland voor een trip verlaat en in Monte Carlo aan de speeltafel alle raad weer vergeet. Hij speelt, wint, verliest en raakt bovendien verstrikt in de netten van een jeugdige vamp, die met veel humor en vrouwelijk raffine ment de onvolgroeide puber in het nauw brengt en hem er tenslotte betei af doet komen, dan djzelf of de toe schouwer ooit verwachtte. Van geheel andere inslag is het tweede verhaal „The alien corn" (Het vreemde zaad), waarin een jongeman van netten hui ze zijn familie in opschudding breng! met de mededeling, dat lij welja! kunstenaar, pianist, wil worden. Op voorwaarde, dat over twee jaar het oordeel van een befaamd pianist over zijn toekomstige loopbaan zal beslissen, krijgt hij een kans te studeren. Het oordeel komt en valt negatief uit. En waar de roeping hier het leven be heerste, zijn .de gevolgen noodlottig Een welwillende jury concludeert, dat een geweer volkomen per ongeluk moet zijn afgegaan. Het derde verhaal. „The kite" (De vlieger), is een bizarre gescniedenis van een jongeman met een grote hartstocht: vliegers oplaten. Zijn huweiyk dreigt er door te mislukken en zijn compromisloze hartstocht brengt hem zelfs de gevangenis in. Een simpel, vertellinkje, dat rijk ia aan fijne poin tes en een merkwaardige, typisch En gelse humor ontwikkelt. In „The co- lonels lady" (de vrouw van de kolo nel), dat het laatste verhaal vorm van dit kwartet, werkt een soortgelijke hu mor, maar van meer navrant karakter door. Het vertelt van een society- huwelijk, dat in dertig jaar tijds ver waterde tot een sleur. De man, een wat potsierlijke oud-kolonel, is van zijn vrouw vervreemd, maar wordt ge dwongen haar op te merken, en met andere ogen te zien, wanneer biykt, dat zij een bundeltje liefdespoëzie ge schreven heeft, dat niet slechts een best-seller, maar zelfs een sensatie wordt. QEZE VIER VERHALEN vormen te zamen dan „Quartet"; vier los van elkaar staande en in wezen zeer sim pele stories. De betekenis van dit ex periment wordt duidelijk, wanneer men beseft, dat men tot dusver in de film productie twee tot drie kilometer film de gebruikelijke lengte voor een avondvullend programma wijdde aan een enkel verhaal, dat ontdaan van de er aan toegevoegde complicaties, door gaans geen bredere basis en niet meer aan wezenlijke inhoud heeft dan elk van deze short-stories. Het merendeel der filmproducers zou dan ook zonder enig bezwaar en zonder enige moeite van deze vier korte verhalen vier avondvullende films gemaakt hebben En hier ligt de waarde aangegeven van de novelle in de film: de maker ervan heeft tot taak een gegeven te hanteren, karakters zuiver te typeren zonder ze te schematiseren, een ont wikkeling duideiyk te laten verlopen, maar tevens dit alles samen te bren gen in een uiterst korte vorm. Hy moet zijn aandacht en zijn talent con centreren op de meest directe uitings middelen, alle entourage besnoeiei en zo bondig mogelij': zijn in het sugge reren van sfeer en stemmingen, in het weergeven van een ontwikkeling en spanningen en in het leveren van een totaalbeeld, dat gaaf is en geen aan vulling meer behoeft. Dit wil zeggen, dat hij zich moet bezinnen op een vol komen en volstrekte filmtaal zonder bijmengselen. In dit opzicht is vooral het tweede gedeelte der film, met de verhalen „The kite" en „The colonels lady", voortreffelijk geslaagd. De vier regis seurs Ralph Smart, Harold French, Ar- thur Crabtree en Ken Anakin namen elk een verhaal voor hun rekening. De stijl der eerste twee stories loopt nau- weiyks uiteen, de beide verhalen mis sen een tinteling van leven en werden conventioneel verfilmd. Van aanzienlijk betere kwaliteit is „The kite", raak in zyn typering van het klein-burgerlijke millieu, waarin dit verhaal speelt en bovendien met een ook in de film treffend verwerkelijkte soms zeer bril- lante humor. Alles wordt echter over troffen door Ken Anakins „The colo- nel's lady", dat ^en juweeltje van film blijkt. Geen verbijsterende opnamen of montages, geen avant-gardisme, maar een rustige, byzonder gevoelige stijl, doortrokken van een zachte wijze spot en milde tragiek, een zeer persoonlijke humor, die in reeksen kostelijke détails naar voren komt, het zonder wijdlopige dialogen kan stellen en een heel bij zondere sfeer weet te treffen. Prachtige typeringen van de onbegrepen vrouw 'Nora Swinburne) en haar botte, maar niet kwade kolonel (Cecil Parker). Ook de bezetting in de andere film novellen, met Mai Zetterling en Naun- ton Wayne („The facts of life"), Di.k Bogarde („The alien Corn") Susan Shaw en vooral George Cole („The kite") levert rake en dikwijls ook ge voelige, diep onder de oppervlakte dringende typeringen op. „Quartet" werd zo een filmexperiment dat wanneer het nog niet ten volle ge slaagd is (men zou o.a. minder con ventionele, door hun tegenstelling in sfeer meer verrassende overgangen wensen tussen de verschillende novel len) toch zeker belangrijk is te noe men en bijzondere aandacht verdient. LONG-SHOT dat nummer aanwezig en ik geloof te mogen zeggen, dat Grondsma daar be- 'ïoorlijk in slaagde. Het was een middag-publiek en van zo'n publiek krijgt men niet zo spoe dig de handen op elkaar. Maar na de tweede imitatie voelde men instinct matig, dat daar op de City-bühne toch iets anders stond dan zo maar een grappig-doend artistje van dertien in t dozijn. En dus kwamen de handen wèl op elkaar en toen Menno Grondsma besloot met het beroemde en beruchte Sunny Boy, met zwart- beschminckt gezicht en wérkelijk Jol- son ten voeten (en ten hare!) uit toen groeide het applaus van dat publiek aan tot een klaterende ovatie en mocht Grondsma het allerhoogste en meest benijdenswaardige honora rium incasseren, dat voor een artist denkbaar is: drie open doekjes! QEZE JONGE MAN zwierf de laatste jaren langs heel wat wereldsteden en hij bracht zijn nummer voor een internationaal publiek. Er bestaat niets wreders dan publiek. Er is niets sadis- tischer, dodelijker denkbaar dan de duizendarmige poliep die „publiek" heet. In de leerschool van deze poliep leerde Menno Grondsma zijn „num mer". Ik weet er niets van, ik heb Menno Grondsma nog nooit gesproken of ontmoet, maar ik denk dat dit alles eel te maken heeft gehad met zorg, tranen en.... zweet. Men treedt niet zander twijfel en bekommernis op voor de Brusselse radio, Voor de radio in Bremen en ï'rankfurt, voor Radio Suisse, in „Clara" te Brussel en bij „Chez Bob" te Genève. Evenmin in het Casino te Blankenberghe, 't Gentse Scala, Urania in Zürich of in het Concertgebouw te Amsterdam en het gebouw voor Kun sten en Wetenschappen in Den Haag. Enzovoorts. En in al die plaatsen bracht deze Noordhollandse jongen zijr nummer en in elke plaats rijpte zijn talent. Het was in November van het jaar 1947, dat ik in deze rubriek schreef over de snel rijzende ster aan de Ne derlandse cabarethemel: Toon Her mans. Ik voorspelde Hermans een snelle carrière en die heeft hij prompt gekregen. Sneller ,dan enig artist in dat ellebogen-wereldje. In datzelfde Podium noemde ik de naam van Menno Grondsma. Ik geloof (en ik hoop) dat het ook met deze carrière wel in orde komt. Wie zó hard werkt, wie zijn nummer zó serieus brengt, die wordt niet in de steek gelaten door de muzen, van wie het (in laat ste instantie, toch moet komen. Ook a' is het dan de tiende muze! JN AMSTERDAM beweert men het volgende: als het City theater een goed cabaretnummer brengt, is de film slecht. Als het City theater een goede film brengt, is het cabaret waardeloos. Deze bewering bleek die middag feilloos iuist te zijn. Er draaide een kleurenfilm, welker naam Ik ben vergeten, maar waarin de hoofdrol verzorgd werd door een zekere juf frouw Rita Hayworth. Nóóit in al m'n levensjaren heb ik zoveel baarlijke nonsens, zoveel kleverige „sex" zo veel misselijk sentiment op tien minu ien celluloid vergaard gezien! Want slechts tien minuten was de temptatie van dit brok filmcultuur aan te zien. Als dergelijke filmbeeldromans wor den gekocht en betaald met het scha mele beetje Nederlandse deviezen, vraag ik me eeriyk en in gemoede af, welke overheidsinstantie de moed heeft dit met zijn handtekening te be krachtigen. Het was bedroevend, dat zülk goed cabaret was omiyst met zülk door trapt waardeloos gefilm! ANTHONY VAN KAMPEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 5