Oostenrijks geduld is uitgeput
Zo komen plagers te pas
VOL BRIEVEN.'
Residentie
Bezettingskosten drukken zwaar op hei budget
Oplossing blijft toch
mogelijk
Het
nieuwe
boek
Doodstraf voor Frankenstein
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
Onze mededelingen
Prijsraadsel
AVONTUUR
Wat eigenlijk zeldzaam was
De rollen omgedraaid
Oplossing Prijsraadsel
Het Radioprogramma
(Van onze diplomatieke medewerker).
MISSCHIEN MEER ALS een teken van hoop dan van vertrouwen hebben de
vier ministers van buitenlandse zaken het vredesverdrag: voor Oostenrijk als
laatste punt op hun agenda gezet. Hun plaatsvervangers, die de strijd in Londen
na hun 163ste bijeenkomst tijdelijk hadden gestaakt, werden hals over kop
naar Parijs geroepen om een rapport op te stellen. Het belangrijkste aan deze
zaak is overigens, dat de ministers er mede ace oord gingen, de kwestie-Oosten
rijk te bespreken, zelfs indien blijken mocht, dat men niet tot overeenstemming
over Duitsland kan komen. Dr. Gruber, de Oostenrijkse minister van buitenland
se zaken, heeft, vóór de conferentie in Parijs begon, in een rede voor het con
gres van de Katholieke Volkspartij in Wenen nog eens de aandacht van de
wereld gevestigd op het feit, dat zijn land, zelf door de nazi's onder de voet
gelopen, vier jaren na afloop van de oorlog nog steeds door vreemde strijd
krachten bezet is. Hij verklaarde, dat het geduld van het Oostenrijkse volk ui -
geput is en dreigde, dat Oostenrijk, tenzij de vier mogendheden het spoedig
over de bepalingen van een verdrag voor zijn land eens worden, de betaling van
de bezettingskosten zou staken, de terugtrekking der geallieerde soldaten zou
eisen en aanspraak zou maken op het recht een eigen leger op de been te
brengen.
trekken en de bezetting geheel aan de
Russen overlaten.
Oostenrijk een mislukking
TNTUSSEN BIJFT OOSTENRIJK het
sprekendste voorbeeld van politieke
mislukking in Europa en het Oosten
rijkse volk heeft het volste recht te
betreuren, dat 10 procent van de
staatsinkomsten gebruikt moeten wor
den voor een bezetting, die door niets
gerechtvaardigd is. Indien het de Rus
sische regering werkelijk ernst is met
haar wens naar een vreedzame rege
ling in Europa, zou zij dit het gemak
kelijkst in de Oostenrijkse kwestie
kunnen bewijzen. Helaas is de hoop,
dat Rusland, na maarschalk Tito's re
bellie, niet langer de Zuidslavische
eisen tot herziening der grenzen zou
steunen, na de bijeenkomst van de
plaatsvervangers in Maart in rook op
gegaan. Het is zelfs mogelijk, dat Zuid-
slavie's ongehoorzaamheid een extra
hindernis is, want een vredesverdrag
met Oostenrijk zou niet slechts bete
kenen, dat Rusland zijn troepen uit
dat land, maar ook uit Hongarije en
Roemenie zou moeten terugtrekken en
dit zou Moskou's vermogen om druk
op de Zuidslavische regering uit te
oefenen aanzienlijk verzwakken. Om
deze reden zou misschien Belgrado
zelf het als een wijze daad kunnen be
schouwen, zijn onaanvaardbare eisen
terug te nemen en accoord te gaan met
het Oostenrijkse aanbod van speciale
rechten voor de Sloveense minderheid
in Karinthie.
Indien een overeenstemming met
Zuidslavie kon worden bereikt, zouden
de overige geschilpunten weinig moei
lijkheden bieden. De Westelijke mo
gendheden hebben Rusland reeds 100
millioen dollar als betaling voor de
Duitse bezittingen in Oostenrijk aan
geboden en zouden misschien bereid
zijn, de Russische eis tot het ontvan
gen van 60 procent der Oostenrijkse
olieproductie te aanvaarden. Inderdaad
waren de verschillen zo klein, dat men
zich moeilijk los kon maken van de
verdenking, dat de Russische regering
slechts met het oog op Duitsland of
Zuidslavie, of misschien ook met het
oog op beide, een vredesverdrag voor
Oostenrijk welbewust op de lange baan
schuift. Deze verdenking bestaat nog
steeds en de vier ministers kunnen
moeilijk optimistisch zijn omtrent een
Oostenrijks verdrag, indien niet eerst
een of ander accoord over Duitsland is
bereikt.
JNMIDDELS IS DE mogelijkheid niet
uitgesloten, dat men evenals voor
Duitsland ook voor Oostenrijk een of
ander gematigd plan als alternatief
voor volledige overeenstemming over
een vredesverdrag overweegt. Onder
een dergelijk plan zou de geallieerde
controle-overeenkomst (die voor de
tijd van zes maanden was opgesteld,
maar er reeds meer dan dertig in wer
king is) zodanig herzien kunnen wor
den, dat de Oostenrijkse regering gro
tere bevoegdheden zou krijgen. Boven
dien zou de omvang der bezettingstr-1 -
pen door een vergelijk tussen de vier
mogendheden tot een minimum be
perkt kunnen worden. Een „symboli
sche bezetting" van deze soort, waar
om reeds door de Oostenrijkse socialis
ten is gevraagd, zou zeker lang niet
alle wensen van dr. Gruber vervullen,
maar in ieder geval zou zij enige ver
lichting brengen aan het veélbeproefde
Oostenrijk.
JJET IS GEMAKKELIJK met dr. Gru-
bers verbittering te sympathiseren
en de redenen te begrijpen, weike hem
er toe dreven, alle vier mogendheden
aan te vallen, alsof zij gelijkelijk ver
antwoordelijk zouden zijn. Desondanks
zullen de Westelijke mogendheden
waarschijnlijk van gevoelen zijn, dat
zijn opmerkingen eerlijk noch bijzon
der dienstig aan de overigens goede
zaak van Oostenrijk zijn.
De Verenigde Staten, Engeland en
Frankrijk zouden, zoals dr. Gruber
weet, reeds lang met Rusland tot een
accoord over Oostenrijk zijn kunnen
komen, indien zij maar bereid waren
geweest de Russische voorwaarden te
accepteren. Deze waren en mis
schien zijn ze het nog steeds dat aan
Zuidslavie een stuk Oostenrijk en 150
millioen dollar schadevergoeding
wordt gegeven, dat aan de Sloveense
minderheid in Korinthie regionale au
tonomie wordt verleend en dat Rus
land zelf 60 procent van de Oostenrijk
se olieproductie alsmede de slordige
som van 150 millioen dollar als beta
ling voor de Duitse bezittingen in Oos
tenrijk, waarop de Russen volgens het
verdrag van Potsdam aanspraak kun
nen maken, zal ontvangen. Daar de
Oostenrijkse regering deze eisen met
evenveel nadruk van de hand wijst als
de drie Westelijke mogendheden, kan
zij deze laatsten moeilijk beschuldigen
van obstructie tegen het sluiten van
het vredesverdrag. Evenmin zou het
dr. Gruber aangenaam zijn, indien de
Amerikanen, Britten en Fransen hun
troepen uit Oostenrijk zouden terug-
„De wereld zonder mannen"
door Tjeerd Adema.
„De wereld zonder mannen" is de
fantastische titel van een fantastisch
boek verschenen in de serie „Het boek
van de maand" bij A. W. Bruna Zn.
te Utrecht en Antwerpen. Temidden
van een reeks jongensboeken en oor
spronkelijke detectiveromans, waarin
nu eens niet Scotland Yard of de Sü-
reté een voorname rol vervullen, komt
Tjeerd Adema hier met dit boekje als
een nieuwe ster aan het firmament
der ontspanningslectuur. De schrijver
is erin geslaagd, ons een wereld voor
ogen te toveren, waarin de mannen
uitsterven, waarin de laatste exem
plaren van dat kostbare geslacht als
precieuse kostbaarheden worden be
waard en met zorgen omringd, totdat
ook de laatste man van dit tranendal
verdwijnt' en slechts de vrouwen over
blijven. Vóór het zover is, doen zich
echter vanzelfsprekend tal van ver
wikkelingen voor, die een weinig licht
zinnig, frivool als men wil, maar ner
gens grof worden uiteengezet. Dat la
ter ook de vrouwen de strijd tegen de
voortwoekerende natuur moeten op
geven, omdat ze allengs minder in
aantal worde spreekt vanzelf. Een
onderwerp, dat men eerder bij H. G.
Wells zou vermoeden, bliikt Tjeerd
Adema hier te beheersen. De manier
waarop hij zijn lezers meeneemt naar
de oplossing heeft echter met Wells
niets uitstaande. Want hier heeft de
schrijver volop de gelegenheid, de hu
mor, waaraan ook zijn andere boeken
zo rijk zün, los te laten op zijn lezers
kring en haar vele aangename uren te
verschaffen. Om een dergelijk onbe
staanbaar onderwerp acceptabel te
maken op zo'n manier, daartoe moet
men een speciale knobbel hebben, die
Adema in zijn „Wereld zonder man
nen" blijkt te bezitten.
Het Bijz. Gerechtshof te Arnhem
heeft de S.D.-agent Frankenstein con
form de eis van de procureur-fiscaal
ter dood veroordeeld.
Frankenstein maakte zich schuldig
aan onmenselijk optreden jegens Jood
se landgenoten, aan het vermoorden
van illegale werkers en tal van ande
re misdrijven o.a. te Vierhouten en op
de Woeste Hoeve.
82. Er is iets vreselijks gebeurd!
Terwijl alle matrozen toekeken hoe
Pim op zijn achtste pannekoek stond
te kieskauwen, is een sloep bemand
met zeerovers de „Salmiak" genaderd
en voordat de matrozen begrepen
hebben was er nu eigenlijk aan de
hand is, hebben de zeerovers de „Sal
miak" geënterd. De kapitein is rade
loos. Maar hij kan niets meer begin
nen. De zeerovers zijn al aan dek ge
klauterd en de aanvoerder, met een
zwart» lap voor zijn ene oog, brult tot
de verschrikte bemanning, dat zij zich
over moeten geven. „Nooit!" briest de
kapitein van de „Salmiak" en tegen
zijn matrozen schreeuwt hij: „Vooruit
verweer je. Sla er op los. Timmer ze
van ons schip af!" „Geef je over!"
brult de aanvoerder van de zeerovers
weer en zwaait met zijn knots. „Qf we
maken hutspot van jullie". „Hutspot
met klapstuk", grommen de anderen.
De matrozen van de. „Salmiak" dein
zen angstig terug.
winnen. Maar,
Gerlof en Frank
waren water en
vuur bij elkaar,
zodra de schoolbel
van vier uur het
sein gaf, dat de
gulden vrijheid
weer aanbrak. In
school zelf was het
anders. Toen na
heftige kibbel
partijen de hoofd
onderwijzer zich
met de knapen had
bemoeid, hadden
ze uiterlijk vrede
gesloten. Ze ge-
droegen zich dan
ook in het „kippe-
hok" als nette jon
gens. Maar in wer- f
kelijkheid was de
strijdbijl nooit be
graven. Op genie
pige wijze vaak
gingen hun plage-
rijen door. Het was
niet zozeer Gerlof
als wel Frank, die
daarin het sterkste s
was. Hij, Frank,
was indertijd ook
begonnen. Tegen
over de tengere
blonde Gerlof, die
wat bang van
aard was, viel het
niet moeilijk te
al was de laatste de minste van de
twee, zijn jongens-eer verbood hem,
zich ongestraft op zijn kop te laten zit
ten. Dus verweerde hij zich zo goed
mogelijk. Het was gemakkelijk voor
hem geweest, bij de hoofdonderwijzer
zijn beklag in te dienen, maar hij wist
al te goed, hoe anderen over klikken
dachten. Daarom ging de stille strijd
door. Petten en jassen verhangen, zo
dat ze onvindbaar waren, na de gym
nastiekles de schoenen verwisselen;
het waren afgezaagde plagerijtjes, die
Frank zo langzamerhand begonnen te
vervelen. Hij wilde eens iets anders
coen, maar wat? Het begon nu, in het
late najaar al wat schemerig te wor
den, zo omstreeks half vijf, de tijd dat
Gerlof thuis kwam. Dat bracht zijn
plaaggeest op een idee. Altijd ging Ger
lof door de tuindeur achterom het huis
binnen, dat wist Frank. „Wat zou ik
hem fijn aan 't schrikken kunnen ma
ken", dacht hij, „als ik dan eens achter
die deur stond. Ik kan mijn pistool
met klappers meenemen en dan mijn
pet over mijn ogen. Haha, hij is toch zo
bang, die Gerlof". Hij genoot al vol
leedvermaak van de verwachte schrik
van zijn slachtoffer. Gerlof ging die
avond, na wat gevoetbald te hebben,
zoals gewoonlijk naar huis, zonder
e.-jg argwaan. Hij duwde de tuindeur
open en plotseling hoorde men een ge
schreeuw, alsof een stel waakhonden
van de kettingen was losgebroken, ter
wijl het lawaai nog vergroot werd door
het geknal van de klappertjes.
„Wat is daar aan de hand", klonk een
forse mannenstem uit het huis. Hierop
wilde Frank ijlings de wijk nemen,
maar.... daar gleed hij uit op het
vochtige gras en bleef kermend lig
gen, zijn rechterbeen dubbelgevouwen
onder zich. Dat was een heel ander ge
luid dan die overwinnaarskreten van
Wil Karei van Wessel in Den Helder
nog even zijn adres opgeven aan Tante
Iet?
Nel Waiboer, Schermerdijk c. 29,
Oterleek, zoekt een correspondentie-
vriendinnetje. Zij is 10 jaar oud.
Wie kan Martha Brinkman, Specht
straat 30, Den Helder, helpen aan
puntjes van Douwe Egberts koffie en
thee? Zij krijgt voor haar verjaardag
een album en wil daarvoor graag spoe
dig alle plaatjes bij elkaar hebben.
daarstraks. Hij probeerde overeind te
komen maar zijn knie voelde, alsof er
met naalden in gestoken werd. „Zou
die verstuikt zijn", dacht Frank ang
stig, toen hij eindelijk overeind ge
krabbeld was en aanstalten maakte om
weg te komen. Hinkend en kreunend
van pijn bereikte onze held tenslotte
de voordeur. Zijn gezwollen knie en
enkel lieten geen twijfel over. „Lelijk
verstuikt, jongen", zei vader. „Dat
wordt een paar weken rusten met je
been op een stoel" Zo ging het ook en
het werden geen prettige dagen voor
Frank. Hij kwam achter op school en
alle jongens wisten waardoor. Maar
één goed gevolg had dit avontuur; een
maal op school terug was hij voorgoed
van zijn plaagzucht genezen!
Voor kinderen van 6 tot 12 jaar.
In het onderstaande verhaaltje mogen
jullie de ontbrekende woorden invul
len. Voor ieder stipje moet een letter
worden geplaatst en wanneer er dus
vijf stipjes achter elkaar staan, ont
breekt er een woordje van vijf letters.
Jaap en Lies mochten op een Zater
dagmiddag met Moeder naar een spee -
tuin. Eerst dronken zij onder een kleu
rigedie boven het tuintafeitje
stond, een glaasje e Zij zaten
daar heerlijk beschut tegen de warme
Om het hardst zogen zij aan hun
rietjes, maar al spoedig verlangden zij
naar de speeltuin en ze holden weg.
„Ik ga eerst op de zei Dies.
„Pas op, val er niet af", zei Jaap,
Lies ging steeds en moest zich
stevig aan de t..w.n vasthouden. Jaap
zocht een matje op en klom op de
,....n
Daar gleed hij naar beneden. Heer
lijk ging dat.
„Zullen wij eens samen in de
vroeg Lies?
Jaap vond het best.
„Ga jij maar op zo'n bankje zitten,
dan draai ik het ding wel rond", zei hij.
Hij pakte een stang en begon te du
wen.
„Hè, dat valt niet mee hoor. Zo'n
ding moest electrisch gaan, of met een
machine, net als op de s Eigen
lijk moest je ook 10 cent per rit beta
len. Daar ga ik dan straks een
voor kopen om op te frissen".
„Dank je wel, ik kom er al uit", zei
Lies lachend, ,,'t Gaat mij te 1m".
„Jongens", riep r, „jullie moeten
de 1nog opdrinken, want wij
moeten naar ...s"
Het r.van Lies was geknakt.
Jaap stak zijnin zijn .k, om er
thuis zijn .k mee te drinken.
Even l...r gingen ze opgewekt met
Moeder huiswaarts.
Het is niet nodig dat jullie het gehele
verhaaltje overschrijven. Zend alleen
maar een lijstje van de ontbrekende
woordjes in. Vóór Zaterdag 18 Juni
worden de oplossingen verwacht.
Voor jongens en meisjes van 6 tot en met 12 jaar.
Tinie Bakker, jij hebt dus een verhuizing achter de rug. Vind je het prettig in
het nieuwe huis en in de nieuwe straat? Aardig van je dat je weer postzegels gaat sparen.
Martha Brinkman, wij zijn bijna gelijk jarig, meisje. Jij een dagje eerder dan ik. Kijk
maar eens onder de mededelingen. Ik hoop, dat je alle plaatjes op tijd bij elkaar zult
krijgen. - „Engelina", jij mag ook meedoenn, hoorl Ik hoop gauw eens wat meer van
je te horen. Cobi Kliffen, een hartelijke groet voor jou, meisje. V, Botter, hoe is je
voornaam? Schrijf die eens, want anders weet ik niet of je een jongen of een meisje
bent. „Elfje", jij bent ook welkom, net als je zusje. Ik vind het prettig dat jullie mee
gaan doen. Martha Visser, aardig van je, dat je zo trouw helpt sparen. Henk Nelle-
stein, hoe gaat het met de hagedissen? Leven ze nog? Wat heerlijk dat je een nieuwe
fiets krijgt. Ben jè soms gauw jarig? Trudie Voets, hoe gaat het met Moortje? Mag
je hem houden? Ik vind Haarlem een mooie stad. Jij ook? „Tuimelaar", je briefje
kwam de vorige keer te laat, zodat ik je nu pas kan antwoorden. Wat heb jij een goede
verjaardag gehad, zeg! Vooral die fiets is zo'n prachtig cadeau. Gelukkig dat het boek
zo naar je zin was. Heb je nu al gezwommen, Tuimelaar? Herman Slort, hartelijk
dank voor alles wat je voor de zieken hebt gezonden. Wij zijn er blij mee. „Sneeuw
klokje", wat gaf jij een gezellig verslag van die gecostumeerde optocht. In gedachte zag
ik die kleurige stoet al voorbijtrekken. „Madeliefje", ga jij 's middags nog steeds niet
daar school, meisje? Zusje zal het wel prettig vinden dat je haar elke middag gezelschap
houdt. Pieter Bijl, ik zal je wat sigarenbandjes zenden, dan moet je er maar eens uit
zoeken wat je nog niet hebt. Wat doen jullie bij de Padvinderij met sigarenbandjes, Piet?
Ik dank je wel voor de bandjes, die je mij hebt gezonden. „Vergeet-mij-nietje", wat
zal jouw huis er gezellig uitzien met al die bloeiende rozen! Gelukkig dat de blauwe
duif weer teruggekomen is. Is zijn staart al weer beter? „Raponseltje", nog van harte
gefeliciteerd met je verjaardag! Jij bent niet vergeten, zeg! Wordt het spaarvarken al
goed vetgemest? Anneke Schenk, als je de briefjes naar het adres van de krant stuurt,
krijg ik ze heel spoedig, meisje. Gezellig dat je mee gaat doen. „Duinroosje", jij bent
nummer 2. Vind je dat goed? Leuk dat je al een keer bij Tinie Kuiper bent geweest en
dat zij jou ook heeft opgzocht. Daar moet je mij nog eens wat over vertellen, hoor!
Ida Bremmers, gelukkig dat het boek zo naar je zin was. Heb je het al uit? Ik dank
je wel voor de postzegels en de sigarenbandjes, Ida. Bennie Bremmers, wat heb jij een
leuke tekening gemaakt. Ik was er blij mee, Bennie. Weet je al vair wie de duif is?
Henk van Zon, jammer, dat jullie verloren hebben. De volgende keer beter! Vind je
hagedissen geen leuke, vlugge diertjes? Het is aairdig, dat je ze weer losgelaten hebt.
Martha Koster, heb je pleizier en mooi weer gehad in Rotterdam? Je moet mij eens
schrijven of het boek naar je zin was. Veel dank voor het zilverpapier, Martha. - Maps
Tessclaar, Piet Numans, Elly en Arie van Vuuren, Willy Slotemaker, Wimmi Brans,
Janny v, d. Burg, Joukje Oost, Janny, Wim en Thijs Bakker, Willy Weemhoff, Harmen
Dijkstra en Roelie ledema, jullie zijn hartelijk welkom bij ons.
Jongens cn meisjes, de briefjes voor ons volgende correspondentiehoekje verwacht ik
graag vóór Zaterdag 18 Juni.
Dag allemaal!
Hartelijke groeten van
TANTE IET.
115
IN DE
TJEERD ADEMA
„Cato!" riep jonkheer Van Waar
denburg, „kom eens binnen!"
Zij trad de kamer in en keek blij
verrast naar het stralende gezicht van
haar verloofde, waaruit alle apathie
als bij toverslag was verdwenen.
„Ik heb je verteld", zei hij, „dat ik
vertrouwen had in mijn plaatsvervan
ger. Ik kan je nu meedelen, dat mijn
heer Steensma mij zo juist iets ver
teld heeft, waardoor elke reden om
moedeloos te zijn van mij weggeno
men is".
„Maar dat is prachtig!" riep het
meisje enthousiast.
Er gleed een schaduw over het ge
zicht van haar verloofde.
„Hoewel",zei hijer iets
gebeurd is, dat ik van ganser harte
betreur. De dood van een jonge,
plichtsgetrouwe vrouw, een der meest
intelligente en betrouwbaarste mede
werksters van ons gezantschap".
„Ik mag niet langer storen", zei
Steensma opstaande.
„Ga, mijn vriend", zei jonkheer Van
Waardenburg, „en kom mij spoedig
vertellen, dat alles in orde is geko
men. Is het niet prachtig, Cato?"
vroeg hij, zich tot zijn verloofde
richtend.
„U is een tovenaar, mijnheer Steens
ma", zei de jonge vrouw glimlachend.
„Als ik niet verstandiger was, dan
was hij in staat om vandaag nog uit
zijn bed te komen".
„Ik ben slechts boodschapper ge
weest van goede berichten, freule", zei
Steensma bescheiden.
Hij nam afscheid van de jonker, die
hem krachtig beide handen drukte.
„Ik vraag nogmaals vergeving", zei
deze, „dat ik mij straks een ogenblik
zo kon vergeten, dat ik u...."
Steensma glimlachte. „O, maar dat
is volkomen begrijpelijk", zei hij.
„Hoor ik het?" vroeg de heer Van
Waardenburg, „hoor ik het zodra alles
achter de rug is?"
„Nog dezelfde dag", beloofde Steens
ma.
Hij volgde op haar verzoek de freule
naar haar vertrekken.
„Ik ben blij, meneer Steensma", zei
ze, „dat u er in geslaagd is hem er
weer bovenop te helpen. Ik hoop dat
wij u spoedig weer hier mogen be
groeten".
„Dank u, freule", zei Steensma.
„Hopelijk zal ik mij mijn volgend be
zoek in een mij beter passend costuum
kunnen verschijnen".
Het meisje liet haar blik een ogen
blik over zijn oude, verkleurde en ge
lapte overall gaan.
„Het spreekwoord, dat de kleren de
man maken, gaat niet altijd op", zei
ze glimlachend.
„Ik hoop, dat u mjj excuseert, mijn
heer Steensma, maar ik heb een af
spraak en moet afscheid van u nemen.
Er is zo juist iemand gearriveerd, die
er grote prijs op stelt u een ogenblik
te mogen spreken. Hij zal u zo dade
lijk uitgeleide doen".
Zy belde en verzocht de bediende,
die een bescheiden tikje op de deur
had gegeven, binnen te komen.
„Bastiaan!!" riep Steensma blij ver
rast.
Het gezicht van Bastiaan straalde
van voldoening.
„U is dus toch weer terecht, man
heer", zei hij.
„U ziet wel, mijnheer Steensma",
zei de freule, „dat u hier nog meer
vrienden heeft, dan u verwachtte. Ik
ben u heel dankbaar, dat u onze pa
tiënt weer zoveel levensmoed heeft
gegeven".
Zij reikte de ingenieur de hand en
gaf Bastiaan een vriendelijk knikje.
„Ik kan je de zorg voor mijnheer
Steensma wel overlaten", zei ze. „Ik
begrijp, dat u beiden nog wel iets' te
praten heeft. Er is mijnerzijds geen
enkel bezwaar, dat die bespreking hier
wordt gehouden".
Zij verliet het vertrek en Steensma
keek glimlachend naar de trouwe be
diende.
„Hoe komt het, dat je hier bent,
Bastiaan?" vroeg hy.
„Ik ben opgebeld door freule Cato
mynheer. Zy vertelde mij, dat de jon-
ker ziek was en hier verpleegd werd
en vroeg mij zo spoedig mogelyk voor
te komen om hem te verzorgen. Ik ben
direct op de trein gestapt en een half
uur geleden gearriveerd. Ik had nog
geen gelegenheid met de jonker te
spreken, mynheer".
„Dat begryp ik", zei Steensma. „Zie
je, Bastiaan, ik heb de jonker wat
verteld en ik geloof, dat ik hem in
een half uur verder op de weg van
beterschap gebracht heb, dan de dok-
doen" 6611 PMr W6ken 20U kunnen
Bastiaan liet een snelle blik over de
lappen van de overall glijden
„Toen ik u voor het laatst sprak,
aïider6™ 't ZC1 hy' "vroeg u mÜ. een
ander costuum voor u te halen Ik
geloof, mynheer, dat u er nog steeds
gen» m geslaagd is iets beters te krij-
„Dat Js meer schijn dan werkelijk-
Toen George III, de populaire koning
van Engeland, van wie algemeen be
kend is, dat hy van een goede grap
hield, tijdens een dagenlange tocht t«
paard eens in een dorpsherberg over»
nachtte, bestelde hij des morgens b|J
het ontbijt een ei. De waard bracht het
ei, inderdaad een pracht van een ei.
Maar toen de rekening kwam, bleek
dit eitje een guinje (21 shilling) te
kosten. De koning keek de herbergier
eens aan en sprak lachend: „de eieren
schijnen hier nogal zeldzaam schaars
te zijn". „Nee, dat niet", kwam het on
verwachte antwoord, „eieren hebben
we hier in overvloed, maar koningen
niet!"
Schaterend trok koning George zijn
beurs en de sluwe waard ontving bo
ven zijn hoge rekening nog een rui
me fooi.
Elsje moest naar bed. Het was tijd,
maar zoals steeds, geen lieve woordjes
konden haar erheen krygen. Eindelyk
bood vader aap, bij haar bedje te gaan
zitten, tot zij in slaap was gevallen.
Weg gingen ze de trap op, de uitgelaten
Elsje juichend op vader's schouder.
Moeder wat vermoeid, leunde beha-
gelijk achterover in haar stoel. Ze was
blij, dat het naar bed brengen toch nog
zo prettig verliep. Maar.... na een
kwartier, zelfs na een half uur:nog
geen vader. Eindelijk hoorde ze iets
van de trap komen. Wie kan zich haar
verbazing voorstellen, toen ze kleine
Els in haar pyama'tje zag binnenko
men met een vingertje op de lippen.
„Stil mama, ik heb papa net in
slaap gekregen!"
De verborgen meisjesnamen waren:
Anna, Coba, Hennie, Hilda, Jannie,
Emma, Nellie.
De laatste lettergrepen van Anna en
Jannie werden door sommige kinderen
verwisseld. Dit werd niet fout gere
kend.
De pryzen werden gewonnen door:
Jellie Bulthuis, Westwoud O. 35.
Rietje Hoffman, Brakkeveldweg 38,
Den Helder.
Klaas Schenk, Burgemeester van
Nienesstraat 17, Beverwijk (11 jaar).
Ina Jongen, Raadhuisweg 3, Heiloo.
Jan Blokker, Boerdijk M. 6. Oost
woud N.-H.
Gefeliciteerd allemaal!
De prijzen worden toegezonden.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Sport-
praatje. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Kobus Kwint.
7.10 Metropole-orkest. 7.45 De Regerings
voorlichtingsdienst antwoordt. 8.05 In het Ra
dio-Zoeklicht. 8.15 Omroep-orkest, 9.00 Blij
spel. 10.00 Negro-spirituals. 10.45 Oude en
nieuwe problemen. 11.15 André Kostelanetz ea
orkest. 11.30 Gramofoonplaten.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
oin 7, 8 en 11 uur. KRO: 6.15 Land- en
Tuinbouw. 6.30 Populaire orgelbespeling. 7.30
Actueel geluid. 8.05 Programma-proloog. 8.15
Plaatvaria. 9.00 Gemeenteraadsverkiezingen.
9.20 Sweelinck-kwartet. 10.05 De Vaart der
Volken. 10.25 NCRV-kwartet. 10.45 Avond
overdenking. 11.15 Beroemde concerten. 11.45
Gramofoonplaten.
VOOR VRIJDAG
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. - VARA: 8.15
Cor Steyn (orgel). AVRO: 12.00 Joop Wal
vis (orgel). 1.15 Orkest Piet van Dijk.
VARA: 6.15 De Vara feliciteert. 6.30 Strijd
krachten. 7.00 Denk om de bocht. 7.15 Piano
duo. VPRO: 7.30 Voordrachten. 7.50 Tien
voor acht. 8.05 Muziek. 8.30 Prof. Dr. L. v.
Holk. 8.55 Zo juist verschenen. VARA: 9.00
Men vraagt.... en wij draaien. 9.30 Hoor
spel. 10.00 Buitenlands weekoverzicht. 10.15
Swing and sweet. VPRO: 10.45 Avondwij-
ding. VARA: 11.15 Groninger Orkestver
eniging.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.15
Pluk de dag. 12.03 Amusementsorkest. 1,20
Promenade-orkest. 6.00 Metropole-orkest. 6.20
Actualiteiten. 6.45 Klankbeeld. 7.15 „School
en radio", 7.30 „Uit het land van hertog
Jan". 8.05 De gewone man. 8.12 Radio Phil-
harmonisch-orkest. 9.12 Orgelspel. 9.35 Gra
mofoonplaten. 10.00 „De tien geboden". 10.45
Avondgebed. 11.45 Gramofoonmuziek.
heid, Bastiaan", zei Steensma glim
lachend. „Weet je, toen je me voor
het laatst zag, werd ik verdacht van
moord op een jonge dame en ik had
bloedvlekken op myn kleren.
Ik vroeg je daarom een ander pak
voor my te halen".
„Ik heb het direct gedaan, mijn
heer", zei Bastiaan. „Toen ik er mee
terugkwam, was uw kamer leeg. Een
zuster, die het bed afhaalde, zei, dat
u vertrokken was, maar zij wist niet
waarheen. Ik moest de koffer maar
achter laten. Ik heb mij werkelyk on
gerust over u gemaakt".
„Je bent een beste kerel", zei Steens
ma. „Ik vermoed, dat je zuster Blanca
hebt gesproken. Zuster Angelica zou
je ongetwyfeld beter over myn toen
malige verblyfplaats hebben ingelicht^'.
„Is het onbescheiden, mynheer".
vroeg Bastiaan, „als ik vraag, waar
dat geweest is?"
„Helemaal niet", zei Steensma glim
lachend. „Ik zat, populair gesproken,
in de nor, Bastiaan".
„Maar men heeft de vergissing na
tuurlijk ontdekt en u weer losgela
ten", veronderstelde Bastiaan.
„Dat wil zeggen", zei Steensma, „ze
hebben wel een vergissing ontdekt,
maar pas nadat ik weer op vrye voe
ten was. Of, dat ben ik eigenlyk nog
niet eens, beste kerel. Ik ben een ont
vluchte gevangene. Als je zo dadelyk
even het hoofdbureau van politie op
belt, dat je me gesproken hebt, kun
je nog het geld voor de uitzet van je
toekomstige vrouw verdienen, dat wil
zeggen als je ooit van plan bent in het
huwelyksbootje te stappen. Zyn ze.....
zyn ze van de recherche nog aan ons
huis geweest, Bastiaan?"
(Wordt vervolgd).