Oostenrijks geduld is uitgeput Zo komen plagers te pas VOL BRIEVEN.' Residentie Bezettingskosten drukken zwaar op hei budget Oplossing blijft toch mogelijk Het nieuwe boek Doodstraf voor Frankenstein Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Onze mededelingen Prijsraadsel AVONTUUR Wat eigenlijk zeldzaam was De rollen omgedraaid Oplossing Prijsraadsel Het Radioprogramma (Van onze diplomatieke medewerker). MISSCHIEN MEER ALS een teken van hoop dan van vertrouwen hebben de vier ministers van buitenlandse zaken het vredesverdrag: voor Oostenrijk als laatste punt op hun agenda gezet. Hun plaatsvervangers, die de strijd in Londen na hun 163ste bijeenkomst tijdelijk hadden gestaakt, werden hals over kop naar Parijs geroepen om een rapport op te stellen. Het belangrijkste aan deze zaak is overigens, dat de ministers er mede ace oord gingen, de kwestie-Oosten rijk te bespreken, zelfs indien blijken mocht, dat men niet tot overeenstemming over Duitsland kan komen. Dr. Gruber, de Oostenrijkse minister van buitenland se zaken, heeft, vóór de conferentie in Parijs begon, in een rede voor het con gres van de Katholieke Volkspartij in Wenen nog eens de aandacht van de wereld gevestigd op het feit, dat zijn land, zelf door de nazi's onder de voet gelopen, vier jaren na afloop van de oorlog nog steeds door vreemde strijd krachten bezet is. Hij verklaarde, dat het geduld van het Oostenrijkse volk ui - geput is en dreigde, dat Oostenrijk, tenzij de vier mogendheden het spoedig over de bepalingen van een verdrag voor zijn land eens worden, de betaling van de bezettingskosten zou staken, de terugtrekking der geallieerde soldaten zou eisen en aanspraak zou maken op het recht een eigen leger op de been te brengen. trekken en de bezetting geheel aan de Russen overlaten. Oostenrijk een mislukking TNTUSSEN BIJFT OOSTENRIJK het sprekendste voorbeeld van politieke mislukking in Europa en het Oosten rijkse volk heeft het volste recht te betreuren, dat 10 procent van de staatsinkomsten gebruikt moeten wor den voor een bezetting, die door niets gerechtvaardigd is. Indien het de Rus sische regering werkelijk ernst is met haar wens naar een vreedzame rege ling in Europa, zou zij dit het gemak kelijkst in de Oostenrijkse kwestie kunnen bewijzen. Helaas is de hoop, dat Rusland, na maarschalk Tito's re bellie, niet langer de Zuidslavische eisen tot herziening der grenzen zou steunen, na de bijeenkomst van de plaatsvervangers in Maart in rook op gegaan. Het is zelfs mogelijk, dat Zuid- slavie's ongehoorzaamheid een extra hindernis is, want een vredesverdrag met Oostenrijk zou niet slechts bete kenen, dat Rusland zijn troepen uit dat land, maar ook uit Hongarije en Roemenie zou moeten terugtrekken en dit zou Moskou's vermogen om druk op de Zuidslavische regering uit te oefenen aanzienlijk verzwakken. Om deze reden zou misschien Belgrado zelf het als een wijze daad kunnen be schouwen, zijn onaanvaardbare eisen terug te nemen en accoord te gaan met het Oostenrijkse aanbod van speciale rechten voor de Sloveense minderheid in Karinthie. Indien een overeenstemming met Zuidslavie kon worden bereikt, zouden de overige geschilpunten weinig moei lijkheden bieden. De Westelijke mo gendheden hebben Rusland reeds 100 millioen dollar als betaling voor de Duitse bezittingen in Oostenrijk aan geboden en zouden misschien bereid zijn, de Russische eis tot het ontvan gen van 60 procent der Oostenrijkse olieproductie te aanvaarden. Inderdaad waren de verschillen zo klein, dat men zich moeilijk los kon maken van de verdenking, dat de Russische regering slechts met het oog op Duitsland of Zuidslavie, of misschien ook met het oog op beide, een vredesverdrag voor Oostenrijk welbewust op de lange baan schuift. Deze verdenking bestaat nog steeds en de vier ministers kunnen moeilijk optimistisch zijn omtrent een Oostenrijks verdrag, indien niet eerst een of ander accoord over Duitsland is bereikt. JNMIDDELS IS DE mogelijkheid niet uitgesloten, dat men evenals voor Duitsland ook voor Oostenrijk een of ander gematigd plan als alternatief voor volledige overeenstemming over een vredesverdrag overweegt. Onder een dergelijk plan zou de geallieerde controle-overeenkomst (die voor de tijd van zes maanden was opgesteld, maar er reeds meer dan dertig in wer king is) zodanig herzien kunnen wor den, dat de Oostenrijkse regering gro tere bevoegdheden zou krijgen. Boven dien zou de omvang der bezettingstr-1 - pen door een vergelijk tussen de vier mogendheden tot een minimum be perkt kunnen worden. Een „symboli sche bezetting" van deze soort, waar om reeds door de Oostenrijkse socialis ten is gevraagd, zou zeker lang niet alle wensen van dr. Gruber vervullen, maar in ieder geval zou zij enige ver lichting brengen aan het veélbeproefde Oostenrijk. JJET IS GEMAKKELIJK met dr. Gru- bers verbittering te sympathiseren en de redenen te begrijpen, weike hem er toe dreven, alle vier mogendheden aan te vallen, alsof zij gelijkelijk ver antwoordelijk zouden zijn. Desondanks zullen de Westelijke mogendheden waarschijnlijk van gevoelen zijn, dat zijn opmerkingen eerlijk noch bijzon der dienstig aan de overigens goede zaak van Oostenrijk zijn. De Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk zouden, zoals dr. Gruber weet, reeds lang met Rusland tot een accoord over Oostenrijk zijn kunnen komen, indien zij maar bereid waren geweest de Russische voorwaarden te accepteren. Deze waren en mis schien zijn ze het nog steeds dat aan Zuidslavie een stuk Oostenrijk en 150 millioen dollar schadevergoeding wordt gegeven, dat aan de Sloveense minderheid in Korinthie regionale au tonomie wordt verleend en dat Rus land zelf 60 procent van de Oostenrijk se olieproductie alsmede de slordige som van 150 millioen dollar als beta ling voor de Duitse bezittingen in Oos tenrijk, waarop de Russen volgens het verdrag van Potsdam aanspraak kun nen maken, zal ontvangen. Daar de Oostenrijkse regering deze eisen met evenveel nadruk van de hand wijst als de drie Westelijke mogendheden, kan zij deze laatsten moeilijk beschuldigen van obstructie tegen het sluiten van het vredesverdrag. Evenmin zou het dr. Gruber aangenaam zijn, indien de Amerikanen, Britten en Fransen hun troepen uit Oostenrijk zouden terug- „De wereld zonder mannen" door Tjeerd Adema. „De wereld zonder mannen" is de fantastische titel van een fantastisch boek verschenen in de serie „Het boek van de maand" bij A. W. Bruna Zn. te Utrecht en Antwerpen. Temidden van een reeks jongensboeken en oor spronkelijke detectiveromans, waarin nu eens niet Scotland Yard of de Sü- reté een voorname rol vervullen, komt Tjeerd Adema hier met dit boekje als een nieuwe ster aan het firmament der ontspanningslectuur. De schrijver is erin geslaagd, ons een wereld voor ogen te toveren, waarin de mannen uitsterven, waarin de laatste exem plaren van dat kostbare geslacht als precieuse kostbaarheden worden be waard en met zorgen omringd, totdat ook de laatste man van dit tranendal verdwijnt' en slechts de vrouwen over blijven. Vóór het zover is, doen zich echter vanzelfsprekend tal van ver wikkelingen voor, die een weinig licht zinnig, frivool als men wil, maar ner gens grof worden uiteengezet. Dat la ter ook de vrouwen de strijd tegen de voortwoekerende natuur moeten op geven, omdat ze allengs minder in aantal worde spreekt vanzelf. Een onderwerp, dat men eerder bij H. G. Wells zou vermoeden, bliikt Tjeerd Adema hier te beheersen. De manier waarop hij zijn lezers meeneemt naar de oplossing heeft echter met Wells niets uitstaande. Want hier heeft de schrijver volop de gelegenheid, de hu mor, waaraan ook zijn andere boeken zo rijk zün, los te laten op zijn lezers kring en haar vele aangename uren te verschaffen. Om een dergelijk onbe staanbaar onderwerp acceptabel te maken op zo'n manier, daartoe moet men een speciale knobbel hebben, die Adema in zijn „Wereld zonder man nen" blijkt te bezitten. Het Bijz. Gerechtshof te Arnhem heeft de S.D.-agent Frankenstein con form de eis van de procureur-fiscaal ter dood veroordeeld. Frankenstein maakte zich schuldig aan onmenselijk optreden jegens Jood se landgenoten, aan het vermoorden van illegale werkers en tal van ande re misdrijven o.a. te Vierhouten en op de Woeste Hoeve. 82. Er is iets vreselijks gebeurd! Terwijl alle matrozen toekeken hoe Pim op zijn achtste pannekoek stond te kieskauwen, is een sloep bemand met zeerovers de „Salmiak" genaderd en voordat de matrozen begrepen hebben was er nu eigenlijk aan de hand is, hebben de zeerovers de „Sal miak" geënterd. De kapitein is rade loos. Maar hij kan niets meer begin nen. De zeerovers zijn al aan dek ge klauterd en de aanvoerder, met een zwart» lap voor zijn ene oog, brult tot de verschrikte bemanning, dat zij zich over moeten geven. „Nooit!" briest de kapitein van de „Salmiak" en tegen zijn matrozen schreeuwt hij: „Vooruit verweer je. Sla er op los. Timmer ze van ons schip af!" „Geef je over!" brult de aanvoerder van de zeerovers weer en zwaait met zijn knots. „Qf we maken hutspot van jullie". „Hutspot met klapstuk", grommen de anderen. De matrozen van de. „Salmiak" dein zen angstig terug. winnen. Maar, Gerlof en Frank waren water en vuur bij elkaar, zodra de schoolbel van vier uur het sein gaf, dat de gulden vrijheid weer aanbrak. In school zelf was het anders. Toen na heftige kibbel partijen de hoofd onderwijzer zich met de knapen had bemoeid, hadden ze uiterlijk vrede gesloten. Ze ge- droegen zich dan ook in het „kippe- hok" als nette jon gens. Maar in wer- f kelijkheid was de strijdbijl nooit be graven. Op genie pige wijze vaak gingen hun plage- rijen door. Het was niet zozeer Gerlof als wel Frank, die daarin het sterkste s was. Hij, Frank, was indertijd ook begonnen. Tegen over de tengere blonde Gerlof, die wat bang van aard was, viel het niet moeilijk te al was de laatste de minste van de twee, zijn jongens-eer verbood hem, zich ongestraft op zijn kop te laten zit ten. Dus verweerde hij zich zo goed mogelijk. Het was gemakkelijk voor hem geweest, bij de hoofdonderwijzer zijn beklag in te dienen, maar hij wist al te goed, hoe anderen over klikken dachten. Daarom ging de stille strijd door. Petten en jassen verhangen, zo dat ze onvindbaar waren, na de gym nastiekles de schoenen verwisselen; het waren afgezaagde plagerijtjes, die Frank zo langzamerhand begonnen te vervelen. Hij wilde eens iets anders coen, maar wat? Het begon nu, in het late najaar al wat schemerig te wor den, zo omstreeks half vijf, de tijd dat Gerlof thuis kwam. Dat bracht zijn plaaggeest op een idee. Altijd ging Ger lof door de tuindeur achterom het huis binnen, dat wist Frank. „Wat zou ik hem fijn aan 't schrikken kunnen ma ken", dacht hij, „als ik dan eens achter die deur stond. Ik kan mijn pistool met klappers meenemen en dan mijn pet over mijn ogen. Haha, hij is toch zo bang, die Gerlof". Hij genoot al vol leedvermaak van de verwachte schrik van zijn slachtoffer. Gerlof ging die avond, na wat gevoetbald te hebben, zoals gewoonlijk naar huis, zonder e.-jg argwaan. Hij duwde de tuindeur open en plotseling hoorde men een ge schreeuw, alsof een stel waakhonden van de kettingen was losgebroken, ter wijl het lawaai nog vergroot werd door het geknal van de klappertjes. „Wat is daar aan de hand", klonk een forse mannenstem uit het huis. Hierop wilde Frank ijlings de wijk nemen, maar.... daar gleed hij uit op het vochtige gras en bleef kermend lig gen, zijn rechterbeen dubbelgevouwen onder zich. Dat was een heel ander ge luid dan die overwinnaarskreten van Wil Karei van Wessel in Den Helder nog even zijn adres opgeven aan Tante Iet? Nel Waiboer, Schermerdijk c. 29, Oterleek, zoekt een correspondentie- vriendinnetje. Zij is 10 jaar oud. Wie kan Martha Brinkman, Specht straat 30, Den Helder, helpen aan puntjes van Douwe Egberts koffie en thee? Zij krijgt voor haar verjaardag een album en wil daarvoor graag spoe dig alle plaatjes bij elkaar hebben. daarstraks. Hij probeerde overeind te komen maar zijn knie voelde, alsof er met naalden in gestoken werd. „Zou die verstuikt zijn", dacht Frank ang stig, toen hij eindelijk overeind ge krabbeld was en aanstalten maakte om weg te komen. Hinkend en kreunend van pijn bereikte onze held tenslotte de voordeur. Zijn gezwollen knie en enkel lieten geen twijfel over. „Lelijk verstuikt, jongen", zei vader. „Dat wordt een paar weken rusten met je been op een stoel" Zo ging het ook en het werden geen prettige dagen voor Frank. Hij kwam achter op school en alle jongens wisten waardoor. Maar één goed gevolg had dit avontuur; een maal op school terug was hij voorgoed van zijn plaagzucht genezen! Voor kinderen van 6 tot 12 jaar. In het onderstaande verhaaltje mogen jullie de ontbrekende woorden invul len. Voor ieder stipje moet een letter worden geplaatst en wanneer er dus vijf stipjes achter elkaar staan, ont breekt er een woordje van vijf letters. Jaap en Lies mochten op een Zater dagmiddag met Moeder naar een spee - tuin. Eerst dronken zij onder een kleu rigedie boven het tuintafeitje stond, een glaasje e Zij zaten daar heerlijk beschut tegen de warme Om het hardst zogen zij aan hun rietjes, maar al spoedig verlangden zij naar de speeltuin en ze holden weg. „Ik ga eerst op de zei Dies. „Pas op, val er niet af", zei Jaap, Lies ging steeds en moest zich stevig aan de t..w.n vasthouden. Jaap zocht een matje op en klom op de ,....n Daar gleed hij naar beneden. Heer lijk ging dat. „Zullen wij eens samen in de vroeg Lies? Jaap vond het best. „Ga jij maar op zo'n bankje zitten, dan draai ik het ding wel rond", zei hij. Hij pakte een stang en begon te du wen. „Hè, dat valt niet mee hoor. Zo'n ding moest electrisch gaan, of met een machine, net als op de s Eigen lijk moest je ook 10 cent per rit beta len. Daar ga ik dan straks een voor kopen om op te frissen". „Dank je wel, ik kom er al uit", zei Lies lachend, ,,'t Gaat mij te 1m". „Jongens", riep r, „jullie moeten de 1nog opdrinken, want wij moeten naar ...s" Het r.van Lies was geknakt. Jaap stak zijnin zijn .k, om er thuis zijn .k mee te drinken. Even l...r gingen ze opgewekt met Moeder huiswaarts. Het is niet nodig dat jullie het gehele verhaaltje overschrijven. Zend alleen maar een lijstje van de ontbrekende woordjes in. Vóór Zaterdag 18 Juni worden de oplossingen verwacht. Voor jongens en meisjes van 6 tot en met 12 jaar. Tinie Bakker, jij hebt dus een verhuizing achter de rug. Vind je het prettig in het nieuwe huis en in de nieuwe straat? Aardig van je dat je weer postzegels gaat sparen. Martha Brinkman, wij zijn bijna gelijk jarig, meisje. Jij een dagje eerder dan ik. Kijk maar eens onder de mededelingen. Ik hoop, dat je alle plaatjes op tijd bij elkaar zult krijgen. - „Engelina", jij mag ook meedoenn, hoorl Ik hoop gauw eens wat meer van je te horen. Cobi Kliffen, een hartelijke groet voor jou, meisje. V, Botter, hoe is je voornaam? Schrijf die eens, want anders weet ik niet of je een jongen of een meisje bent. „Elfje", jij bent ook welkom, net als je zusje. Ik vind het prettig dat jullie mee gaan doen. Martha Visser, aardig van je, dat je zo trouw helpt sparen. Henk Nelle- stein, hoe gaat het met de hagedissen? Leven ze nog? Wat heerlijk dat je een nieuwe fiets krijgt. Ben jè soms gauw jarig? Trudie Voets, hoe gaat het met Moortje? Mag je hem houden? Ik vind Haarlem een mooie stad. Jij ook? „Tuimelaar", je briefje kwam de vorige keer te laat, zodat ik je nu pas kan antwoorden. Wat heb jij een goede verjaardag gehad, zeg! Vooral die fiets is zo'n prachtig cadeau. Gelukkig dat het boek zo naar je zin was. Heb je nu al gezwommen, Tuimelaar? Herman Slort, hartelijk dank voor alles wat je voor de zieken hebt gezonden. Wij zijn er blij mee. „Sneeuw klokje", wat gaf jij een gezellig verslag van die gecostumeerde optocht. In gedachte zag ik die kleurige stoet al voorbijtrekken. „Madeliefje", ga jij 's middags nog steeds niet daar school, meisje? Zusje zal het wel prettig vinden dat je haar elke middag gezelschap houdt. Pieter Bijl, ik zal je wat sigarenbandjes zenden, dan moet je er maar eens uit zoeken wat je nog niet hebt. Wat doen jullie bij de Padvinderij met sigarenbandjes, Piet? Ik dank je wel voor de bandjes, die je mij hebt gezonden. „Vergeet-mij-nietje", wat zal jouw huis er gezellig uitzien met al die bloeiende rozen! Gelukkig dat de blauwe duif weer teruggekomen is. Is zijn staart al weer beter? „Raponseltje", nog van harte gefeliciteerd met je verjaardag! Jij bent niet vergeten, zeg! Wordt het spaarvarken al goed vetgemest? Anneke Schenk, als je de briefjes naar het adres van de krant stuurt, krijg ik ze heel spoedig, meisje. Gezellig dat je mee gaat doen. „Duinroosje", jij bent nummer 2. Vind je dat goed? Leuk dat je al een keer bij Tinie Kuiper bent geweest en dat zij jou ook heeft opgzocht. Daar moet je mij nog eens wat over vertellen, hoor! Ida Bremmers, gelukkig dat het boek zo naar je zin was. Heb je het al uit? Ik dank je wel voor de postzegels en de sigarenbandjes, Ida. Bennie Bremmers, wat heb jij een leuke tekening gemaakt. Ik was er blij mee, Bennie. Weet je al vair wie de duif is? Henk van Zon, jammer, dat jullie verloren hebben. De volgende keer beter! Vind je hagedissen geen leuke, vlugge diertjes? Het is aairdig, dat je ze weer losgelaten hebt. Martha Koster, heb je pleizier en mooi weer gehad in Rotterdam? Je moet mij eens schrijven of het boek naar je zin was. Veel dank voor het zilverpapier, Martha. - Maps Tessclaar, Piet Numans, Elly en Arie van Vuuren, Willy Slotemaker, Wimmi Brans, Janny v, d. Burg, Joukje Oost, Janny, Wim en Thijs Bakker, Willy Weemhoff, Harmen Dijkstra en Roelie ledema, jullie zijn hartelijk welkom bij ons. Jongens cn meisjes, de briefjes voor ons volgende correspondentiehoekje verwacht ik graag vóór Zaterdag 18 Juni. Dag allemaal! Hartelijke groeten van TANTE IET. 115 IN DE TJEERD ADEMA „Cato!" riep jonkheer Van Waar denburg, „kom eens binnen!" Zij trad de kamer in en keek blij verrast naar het stralende gezicht van haar verloofde, waaruit alle apathie als bij toverslag was verdwenen. „Ik heb je verteld", zei hij, „dat ik vertrouwen had in mijn plaatsvervan ger. Ik kan je nu meedelen, dat mijn heer Steensma mij zo juist iets ver teld heeft, waardoor elke reden om moedeloos te zijn van mij weggeno men is". „Maar dat is prachtig!" riep het meisje enthousiast. Er gleed een schaduw over het ge zicht van haar verloofde. „Hoewel",zei hijer iets gebeurd is, dat ik van ganser harte betreur. De dood van een jonge, plichtsgetrouwe vrouw, een der meest intelligente en betrouwbaarste mede werksters van ons gezantschap". „Ik mag niet langer storen", zei Steensma opstaande. „Ga, mijn vriend", zei jonkheer Van Waardenburg, „en kom mij spoedig vertellen, dat alles in orde is geko men. Is het niet prachtig, Cato?" vroeg hij, zich tot zijn verloofde richtend. „U is een tovenaar, mijnheer Steens ma", zei de jonge vrouw glimlachend. „Als ik niet verstandiger was, dan was hij in staat om vandaag nog uit zijn bed te komen". „Ik ben slechts boodschapper ge weest van goede berichten, freule", zei Steensma bescheiden. Hij nam afscheid van de jonker, die hem krachtig beide handen drukte. „Ik vraag nogmaals vergeving", zei deze, „dat ik mij straks een ogenblik zo kon vergeten, dat ik u...." Steensma glimlachte. „O, maar dat is volkomen begrijpelijk", zei hij. „Hoor ik het?" vroeg de heer Van Waardenburg, „hoor ik het zodra alles achter de rug is?" „Nog dezelfde dag", beloofde Steens ma. Hij volgde op haar verzoek de freule naar haar vertrekken. „Ik ben blij, meneer Steensma", zei ze, „dat u er in geslaagd is hem er weer bovenop te helpen. Ik hoop dat wij u spoedig weer hier mogen be groeten". „Dank u, freule", zei Steensma. „Hopelijk zal ik mij mijn volgend be zoek in een mij beter passend costuum kunnen verschijnen". Het meisje liet haar blik een ogen blik over zijn oude, verkleurde en ge lapte overall gaan. „Het spreekwoord, dat de kleren de man maken, gaat niet altijd op", zei ze glimlachend. „Ik hoop, dat u mjj excuseert, mijn heer Steensma, maar ik heb een af spraak en moet afscheid van u nemen. Er is zo juist iemand gearriveerd, die er grote prijs op stelt u een ogenblik te mogen spreken. Hij zal u zo dade lijk uitgeleide doen". Zy belde en verzocht de bediende, die een bescheiden tikje op de deur had gegeven, binnen te komen. „Bastiaan!!" riep Steensma blij ver rast. Het gezicht van Bastiaan straalde van voldoening. „U is dus toch weer terecht, man heer", zei hij. „U ziet wel, mijnheer Steensma", zei de freule, „dat u hier nog meer vrienden heeft, dan u verwachtte. Ik ben u heel dankbaar, dat u onze pa tiënt weer zoveel levensmoed heeft gegeven". Zij reikte de ingenieur de hand en gaf Bastiaan een vriendelijk knikje. „Ik kan je de zorg voor mijnheer Steensma wel overlaten", zei ze. „Ik begrijp, dat u beiden nog wel iets' te praten heeft. Er is mijnerzijds geen enkel bezwaar, dat die bespreking hier wordt gehouden". Zij verliet het vertrek en Steensma keek glimlachend naar de trouwe be diende. „Hoe komt het, dat je hier bent, Bastiaan?" vroeg hy. „Ik ben opgebeld door freule Cato mynheer. Zy vertelde mij, dat de jon- ker ziek was en hier verpleegd werd en vroeg mij zo spoedig mogelyk voor te komen om hem te verzorgen. Ik ben direct op de trein gestapt en een half uur geleden gearriveerd. Ik had nog geen gelegenheid met de jonker te spreken, mynheer". „Dat begryp ik", zei Steensma. „Zie je, Bastiaan, ik heb de jonker wat verteld en ik geloof, dat ik hem in een half uur verder op de weg van beterschap gebracht heb, dan de dok- doen" 6611 PMr W6ken 20U kunnen Bastiaan liet een snelle blik over de lappen van de overall glijden „Toen ik u voor het laatst sprak, aïider6™ 't ZC1 hy' "vroeg u mÜ. een ander costuum voor u te halen Ik geloof, mynheer, dat u er nog steeds gen» m geslaagd is iets beters te krij- „Dat Js meer schijn dan werkelijk- Toen George III, de populaire koning van Engeland, van wie algemeen be kend is, dat hy van een goede grap hield, tijdens een dagenlange tocht t« paard eens in een dorpsherberg over» nachtte, bestelde hij des morgens b|J het ontbijt een ei. De waard bracht het ei, inderdaad een pracht van een ei. Maar toen de rekening kwam, bleek dit eitje een guinje (21 shilling) te kosten. De koning keek de herbergier eens aan en sprak lachend: „de eieren schijnen hier nogal zeldzaam schaars te zijn". „Nee, dat niet", kwam het on verwachte antwoord, „eieren hebben we hier in overvloed, maar koningen niet!" Schaterend trok koning George zijn beurs en de sluwe waard ontving bo ven zijn hoge rekening nog een rui me fooi. Elsje moest naar bed. Het was tijd, maar zoals steeds, geen lieve woordjes konden haar erheen krygen. Eindelyk bood vader aap, bij haar bedje te gaan zitten, tot zij in slaap was gevallen. Weg gingen ze de trap op, de uitgelaten Elsje juichend op vader's schouder. Moeder wat vermoeid, leunde beha- gelijk achterover in haar stoel. Ze was blij, dat het naar bed brengen toch nog zo prettig verliep. Maar.... na een kwartier, zelfs na een half uur:nog geen vader. Eindelijk hoorde ze iets van de trap komen. Wie kan zich haar verbazing voorstellen, toen ze kleine Els in haar pyama'tje zag binnenko men met een vingertje op de lippen. „Stil mama, ik heb papa net in slaap gekregen!" De verborgen meisjesnamen waren: Anna, Coba, Hennie, Hilda, Jannie, Emma, Nellie. De laatste lettergrepen van Anna en Jannie werden door sommige kinderen verwisseld. Dit werd niet fout gere kend. De pryzen werden gewonnen door: Jellie Bulthuis, Westwoud O. 35. Rietje Hoffman, Brakkeveldweg 38, Den Helder. Klaas Schenk, Burgemeester van Nienesstraat 17, Beverwijk (11 jaar). Ina Jongen, Raadhuisweg 3, Heiloo. Jan Blokker, Boerdijk M. 6. Oost woud N.-H. Gefeliciteerd allemaal! De prijzen worden toegezonden. VOOR HEDENAVOND HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 6, 8 en 11 uur. AVRO: 6.15 Sport- praatje. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Kobus Kwint. 7.10 Metropole-orkest. 7.45 De Regerings voorlichtingsdienst antwoordt. 8.05 In het Ra dio-Zoeklicht. 8.15 Omroep-orkest, 9.00 Blij spel. 10.00 Negro-spirituals. 10.45 Oude en nieuwe problemen. 11.15 André Kostelanetz ea orkest. 11.30 Gramofoonplaten. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten oin 7, 8 en 11 uur. KRO: 6.15 Land- en Tuinbouw. 6.30 Populaire orgelbespeling. 7.30 Actueel geluid. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Plaatvaria. 9.00 Gemeenteraadsverkiezingen. 9.20 Sweelinck-kwartet. 10.05 De Vaart der Volken. 10.25 NCRV-kwartet. 10.45 Avond overdenking. 11.15 Beroemde concerten. 11.45 Gramofoonplaten. VOOR VRIJDAG HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. - VARA: 8.15 Cor Steyn (orgel). AVRO: 12.00 Joop Wal vis (orgel). 1.15 Orkest Piet van Dijk. VARA: 6.15 De Vara feliciteert. 6.30 Strijd krachten. 7.00 Denk om de bocht. 7.15 Piano duo. VPRO: 7.30 Voordrachten. 7.50 Tien voor acht. 8.05 Muziek. 8.30 Prof. Dr. L. v. Holk. 8.55 Zo juist verschenen. VARA: 9.00 Men vraagt.... en wij draaien. 9.30 Hoor spel. 10.00 Buitenlands weekoverzicht. 10.15 Swing and sweet. VPRO: 10.45 Avondwij- ding. VARA: 11.15 Groninger Orkestver eniging. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.15 Pluk de dag. 12.03 Amusementsorkest. 1,20 Promenade-orkest. 6.00 Metropole-orkest. 6.20 Actualiteiten. 6.45 Klankbeeld. 7.15 „School en radio", 7.30 „Uit het land van hertog Jan". 8.05 De gewone man. 8.12 Radio Phil- harmonisch-orkest. 9.12 Orgelspel. 9.35 Gra mofoonplaten. 10.00 „De tien geboden". 10.45 Avondgebed. 11.45 Gramofoonmuziek. heid, Bastiaan", zei Steensma glim lachend. „Weet je, toen je me voor het laatst zag, werd ik verdacht van moord op een jonge dame en ik had bloedvlekken op myn kleren. Ik vroeg je daarom een ander pak voor my te halen". „Ik heb het direct gedaan, mijn heer", zei Bastiaan. „Toen ik er mee terugkwam, was uw kamer leeg. Een zuster, die het bed afhaalde, zei, dat u vertrokken was, maar zij wist niet waarheen. Ik moest de koffer maar achter laten. Ik heb mij werkelyk on gerust over u gemaakt". „Je bent een beste kerel", zei Steens ma. „Ik vermoed, dat je zuster Blanca hebt gesproken. Zuster Angelica zou je ongetwyfeld beter over myn toen malige verblyfplaats hebben ingelicht^'. „Is het onbescheiden, mynheer". vroeg Bastiaan, „als ik vraag, waar dat geweest is?" „Helemaal niet", zei Steensma glim lachend. „Ik zat, populair gesproken, in de nor, Bastiaan". „Maar men heeft de vergissing na tuurlijk ontdekt en u weer losgela ten", veronderstelde Bastiaan. „Dat wil zeggen", zei Steensma, „ze hebben wel een vergissing ontdekt, maar pas nadat ik weer op vrye voe ten was. Of, dat ben ik eigenlyk nog niet eens, beste kerel. Ik ben een ont vluchte gevangene. Als je zo dadelyk even het hoofdbureau van politie op belt, dat je me gesproken hebt, kun je nog het geld voor de uitzet van je toekomstige vrouw verdienen, dat wil zeggen als je ooit van plan bent in het huwelyksbootje te stappen. Zyn ze..... zyn ze van de recherche nog aan ons huis geweest, Bastiaan?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 4