Pinksterboodschap van Prinses Wilhelmina
Krijgt de zon een concurrent?
Drie Schuttsvsers op „Schuttcvaers
Residentie
Vroeg op
eeuwfeest
„Te lang is de wereld blind geweest
voor de waarheid''
Landdag Chr. Vrouwen
bonden in Noord-Holland
Niet c/e bom maar de
atoomcentrale
Leges voor paspoorten
zullen worden verhoogd
Het Radioprogramma
Pim, Pam en Pom en
het Afrikaanse avontuur
5E!
AVONTUUR
H.K.H. Prinses Wilhelmina heeft Don
derdagavond voor de beide radio
zenders de volgende rede uitgesproken
ter gelegenheid van de Pinkstertjjd:
„De Heilige Geest, door God met
Pinksteren gezonden, moge ons niet
slapende vinden, in dromen verzonken,
over dingen die vergaan, zelfvoldaan
bij het gedenken van hetgeen door ons
niet wordt betracht.
Laten wij ons hoeden voor de groot
ste fout, die een mensch begaan kan,
door waar en diep geloof te verwarren
met geijkte termen en godsdienstige
begrippen.
Dat God's geest ons klaar wakker
vinde, bereid te „staan" voor wat ons
wachten moge en voorwaarts te gaan.
Immers hoe kan de Heilige Geest wo
ning bij ons maken en hoe kunnen wij
zijn taal spreken, „de taal die ieder
hart verstaat" indien ons hart niet hon
gert en dorst naar deze hemelse gave
met achterstelling van alle andere wen
sen en verlangens? Tenzij ons hart
brandende in ons is, bewust en vol ver
wachting om daarop weerklank te ge
ven, hoe kan die heilige kracht ons op
heffen tot Hem, Wiens komen de ver
lossing onzer zielen betekent?
Want is dit niet het waarmerk van
Zijne heilige tegenwoordigheid, dat de
verlossing daadwerkelijk voor onze
ogen geschiedt, terwijl toch geen van
ons die kracht bezit en geen van ons
ooit méér kan wezen dan een knecht
des Allerhoogsten?
Te lang is de wereld reeds blind ge
weest voor de waarheid dat noch ideo
logieën, noch stoffelijke belangen ons
kunnen brengen tot die inkeer, die
alleen bij machte is ons te leiden uit de
verbijsterende verwarring, waaruit wij
uitkomst zoeken, doch slechts wanhoop
vinden.
Voortgekomen uit het verkeerde be
ginsel vast te houden aan bepaalde stel
sels en bepaalde vormen, zijn de pogin
gen, over de geheele wereld onder
nomen, hoe verschillend zij zich mo-
Qmdat V voor Uw drie en dertig cen
ten in de week kunt verlangen dat
dit blad dagelijks aan beide kanten
wordt bedrukt met dingen, die U nog
niet wist, moest ik vanmorgen al om
vier uur de blote voeten op het koude
zeil zetten. Dat was de schuld van een
vriendelijke meneer, die gisteravond
had opgebeld, dat er iedere morgen
vroeg een raar beest bij hem over de
weg kroop. Het blies belletjes uit een
soort slurf en of we maar wilden ko
men kijken. We hebben er eerlijk om
geloot. Nu heb ik vorige week een
kettingbrief verscheurd en dat ral wel
de reden zijn, dat ik de sigaar was.
Op de trap zei een koude lucht
stroom door de openstaande brieven
bus treiterend goeie morgen, maar ik
besloot mij niet door de prille dag te
laten kisten en schopte de ochtend
ziekte weer door de spleet naar bui
ten. Het porceleinen handvat op het
gemak bediende ik met de zwier
waarmee Van Beinum zijn dirigent
stokje hanteert en nadat de flauwe
rubbersmaak van de beslagen tong
was gespoeld, knikte ik zelfs vriende
lijk tegen de poes, die dat gemier in de
halfduistere keuken verontwaardigd
zat aan te kijken. Een beetje melk ver
dreef de zwartgallige trek rond zijn in
Maartse escapades gerafelde snorren.
Dergelijk matineus gescharrel werkt
bij mij altijd als een tonicum op de
complexen, die in de jonge jaren een
uitweg zochten in vadertje en moe
dertje spelen, zodat ik opgewekt be
dacht, dat ik voor het vertrek nog wel
enige bijdragen kon leveren tot het op
gang brengen van de huishouding.
Komaan, eerst het buitenzetten van de
vuilnisbak. Dat kon best even in
pyama gebeuren, want in onze nette
straat wordt het startschot voor het
verkeer pas tegen zeven uur gelost.
De bak klotste zwaar op de rand van
de stoep. En bij wijze van echo viel de
deur dicht.
7'oen mij vrouw na een paar minu
ten alarmsignalen op de huisbel nog
geen draad gaf, ben ik rillend wegge
lopen uit de Danny Kaye-situatie. In
het schuurtje heb ik in een oud tele
foonboek zitten lezen totdat de melk
boer verscheen. Dan immers komt
mijn vrouw beneden om een flesje pap
aan te nemen.
Op de krant lag een briefje, dat het
rare beest verstek had laten gaan.
BEREND.
gen voordoen, tevergeefs, omdat het
uitgangspunt van verlossing berust op
liefde.
Tenslotte moeten wij erkennen, dat
wij gewerkt hebben voor de Spijs die
vergaat onze daden, niet onze woor
den, getuigen van ons dat wij op dat
voedsel meer vertrouwd hebben dan op
het brood, dat van den hemel neer
daalt, zelfs in de verlatenheid van de
woestijn.
Ons rest niets dan afstand te doen
van onze schijnbare zelfgenoegzaam
heid en van alle dingen die wij ge
wrocht hebben ten koste van onze
naaste, om af te breken wat wij op
bouwden als zelfbescherming, zowel
verstandelijk, moreel, als stoffelijk,
want dit bleken noodlottige staketsels
te zijn, zowel tussen menschen onder
ling, als tusschen God en den mensch.
Niets rest ons dan. deze donkerste ure
der mislukking te helpen omzetten in
een volkomen keerpunt. Door niet lan
ger aan den leiband te loopen van be
rekening, geweld en vrees, doch ons toe
te vertrouwen aan de leiding van
Hem, „wandelende met Hem". Wiens
iiefde boven onze bevatting en al ons
denken uitgaat, Wiens hand in tegen
stelling tot de aardsche leidslieden, ons
leidt naar den eeuwigen vrede"
Deze rede werd, nadat de Prinses
haar uitgesproken had, vertaald in het
Hebreeuws. De wereldomroep zond de
rede uit naar Indonesië in het Neder
lands, waarna H.K.H. haar voorts in
het Engels en Frans uitsprak.
De Christelijke Vrouwenhemden In
Noord-Holland hielden in Bussum een
landdag. Per trein en autobus waren
honderden vrouwen naar Bussum ge
togen om de ochtendvergadering bjj
te wonen In de gereformeerde kerk.
Na een openingswoord van de pre
sidente, mevr. E. Frölich-Hoenderbos
te Beverwijk hield de oud-veldpredi
ker Ds. Jonkers een rede over de mi
litairen in Indonesië. Hij betoogde,
dat de jongens in Indonesië hard en
onverschillig zijn geworden en dat het
gevaar op alle hoeken loert. Niette
min uitte hij zjjn grote bewondering
voor de wijze, waarop de militairen
hun plicht doen. Critiek leverde hij op
de distributie van cigaretten onder
hen, omdat de soldaten naar zijn me
ning een te klein kwantum kregen.
De presidente van de afdeling Bus
sum, mevr. Van de Wetering, sprak
vervolgens over „stralend geloof",
waarbij zij naar voren bracht, dat
deze landdag er een is van bezinning.
WEDEROM 5 JAAR GEëïST TEGEN
DE JACHTOPZIENER TE LISSE
De officier van justitie bij de Arron
dissementsrechtbank te 's-Gravenhage
persisteerde gistermorgen bij zijn eis:
5 jaar gevangenisstraf tegen de 65-
jarige jachtopziener W. H. S. uit
Lisse, die er van verdacht wordt, dat
hij op 31 Maart 1945, toen hij voor de
„Ortskommandantur" op de eenden-
jacht ging, een dodelijk schot heeft
gelost op G. H. de Kuyper uit Lisse.
(Van onze economische medewerker).
„Na de periode van straalvoortstuwing komen we in het tijdperk van de
vliegmachines, die worden voortbewogen door motoren, die hun kracht ont
lenen aan de atoomenergie". Met deze woorden zette dr. Plesman de vorige
week het mes in een uiterst teer onderwerp. De atoomperiode, die wH eigenlijk
alleen nog maar kennen door de bommen op Hiroshima en Nagasaki in Augus
tus 1945 en op Bikini in Juli 1946, wordt ons nu voor de verbaasde ogen gesteld
als een nabije werkelijkheid. Tot nu toe is bij het spreken over de atoomenergie
voornamelijk gedacht aan de atoombom; niet alleen in de hogere regionen van
politici en militairen maar ook door de massa van het publiek. Hierdoor werd
te veel uit het oog verloren, dat de elementen uranium, thorium en plutonium
na splitsing van hun atoomkernen (naast hun explosieve en radio-actieve krach
ten voor vernietiging) ook een gunstige hitte uitstralen, welke uitstekend benut
kan worden voor het opwekken van electrische energie.
nium geeft dezelfde energie als ca.
3000 ton steenkolen; de bedrijfsleider
kan dus a.h.w. dagelijks de grondstof
fen in zijn actetas mee naar de centrale
nemen.
Een geheel ander probleem is dat
van de grondstofvoorziening. Uranium
is tamelijk volop aanwezig; doch dit
moet, om het zo eens uit te drukken,
gezuiverd 'worden in U 235 en U 233;
het voor de splitsing bruikbare ura
nium (U 235) vormt echter maar 1/141
deel. Men zoekt nu naar wegen om
die 140 andere delen uranium (U 238)
voor de volle 100 pet. om te zetten in
plutonium, dat evenals uranium 235
gesplitst kan wqrden en daarbij hitte
geeft. Alle vindbare uranium was dan
te benutten voor de atoom-centrales;
thans is dat nog niet voor 1 pet. het
geval.
Doch niet alleen aan centrales denkt
men. ook voor schepen wil men atoom
energie gebruiken. Men aarzelt zelfs
niet om hiervoor f 80 millioen uit te
geven in de Ver. Staten. Zo tegen
1953/'54 hoopt men ons er meer van te
kunnen zeggen. Tegen die tijd zal ook
het atoomvliegtuig, waarvoor vooral
de Amerikaanse luchtmacht de groot
ste belangstelling koestert, wat meer
tot ontwikkeling zijn gekomen, zodat
de voorstelling van dr. Plesman nog
niet zo gek is geweest als zij op het
eerste gezicht wel lijkt. Dat natuurlijk
ondertussen de productie van atoom
bommen niet stil staat, zullen wij dan
maar op de koop toe moeten nemen.
Het is dus zo dat in principe grote
centrales mogelijk zijn, waar uranium
wordt gesplitst en waarbij een grote
hitte wordt ontwikkeld. Deze hitte
wordt dan gebruikt om water in stoom
om te zetten, welke daarna (evenals in
een normale elecrische centrale) een
turbine aandrijft die weer een electri
sche generator doet draaien, welke
daardoor electrische stroom kan leve
ren.
Wij zeiden in principe, omdat het
bouwen van die grote kerncentralen op
enorme moeilijkheden stuit, zelfs in de
Ver. Staten. In de eerste plaats toch
moeten én personeel én materialen be
schermd worden tegen de ,zich tege
lijkertijd ontwikkelde radio-actieve stra
Ien en tegen de voor een gunstige wer
king noodzakelijke hoge temperaturen.
Er wordt echter met man en macht
aan het oplossen van deze moeilijkhe
den gewerkt en inderdaad denkt men
in de Ver. Staten in 1952 een eerste
volledige atoomcentrale klaar te heb
ben. Niet omdat men daar nu verlegen
zit om deze uranium-energie, maar om
verder te kunnen experimenteren zo
wel met het eindproduct, de bijproduc
ten en de grondstoffen.
Als de kolen schaars worden
Hier komt het kostenprobleem om de
hoek kijken. Laten wij nu nog maar
eVen buiten beschouwing laten dat die
centrale ca. f 50 millioen zal kosten,
dan is de eerste vraag of die atoom
energie goedkoper is dan de energie,
opgewekt uit kolen. Men is op dit punt
uiterst voorzichtig en verscheidene uit
latingen spreken elkaar dan ook min
of meer tegen. Toch nemen Amerikaan
se economen wel aan, dat de kosten
van een atoomcentrale voor het op
wekken van 1 kwh electrische energie
iets hoger liggen dan die van een ko
lencentrale, welke gelegen is in een
kolengebied en waar dus de transport
kosten van de kolen naar de centrale
een geringe rol spelen.
Maar zodra de kolen van verre moe
ten komen, zodra de kolen (een nieuw
punt!) schaars worden, dan zal de
atoom-energie voordeliger worden. Bo
vendien worstelt deze centrale nimmer
met een transportprobleem 1 kg ura-
TIEN JAAR GEëïST TEGEN
EX-POLITIE-INSPECTEUR
Gisteren behandelde het Bijzonder
Gerechtshof te Den Haag, gepresi
deerd door jhr. Mr. P. van Meeuwen,
opnieuw de zaak tegen de oud-inspec
teur van politie te 's-Gravenhage, M.
J. M. Gemmecke, die terecht stond
terzake, dat hij in Nederland in dienst
was getreden bij de waffen S.S.. Uit
e eninmiddels ingesteld psychiatrisch
onderzoek bleek, dat G. verminderd
toerekeningsvatbaar was.
De advocaat-fiscaal mr. Aron van
Voorst tot Voorst eiste een gevange
nisstraf van 10 jaar. Verdachte's
raadsman mr. A. J. M. van Dal be
pleitte clementie, Uitspraak over 14
dagen. Bi) de eerste behandeling was
15 jaar geëist.
Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland achten het gewenst, dat een
nieuwe verordening op de heffing en
invoering van leges wordt gemaakt
en dat de leges voor de afgifte en de
verlenging van paspoorten wordt ver
hoogd; voor een enigszins belangrijke
bijschrijving in een paspoort zal leges
moeten worden geheven; ook een
collectieve lijst voor gezelschapsrei-
zen naar 't buitenland, voor zoveel het
iedere daarop vermelde persoon be
treft, zal onder de legesheffing moe
ten worden gebracht.
De leges voor de afgifte van een
paspoort wordt dan f 3.50 (nu f 2),
voor verlenging f 2.50 (nu f 2); voor
elke bijschrijving van de naam van
de echtgenoot of echtgenote f 2.50 en
voor elke persoon vermeld op een
collectieve lijst voor gezelschapsrei-
zen naar het buitenland f 1.
De kosten van verlenging van pas
poorten bedroegen in 1948 f 60.000,
de ontvangsten bedroegen ongeveer
f 35.000 aan leges. Als de nu voorge
stelde verhoging door de Provinciale
Staten wordt goedgekeurd, zal de
ontvangst aan leges ongeveer f 64.000
bedragen.
Opstand in gevangenis
te Caleutta
In de gevangenis te Caleutta zijn de j
communistische gevangenen in op
stand gekomen, omdat zij niet in cel- j
len wilden worden opgesloten. Hier
bij werden 51 personen gewond. Een
der opstandelingen is in het zieken
huis overleden. De door de gevange
nen gestichte brand werd geblust,
voordat veel schade was aangericht.
De opstandelingen gingen het gevan
genispersoneel en de te hulp geroepen
speciale politie met stenen, flessen en
kapotte meubels te lijf onder het ge
roep: „lang leve de revolutie".
De kleinste kater en de grootste bulldog. die op een Londense ten
toonstelling te zien waren.
VOOR HEDENAVOND
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 6, 8 en 11 uur. VARA: 6.15 De Vara
feliciteert. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Denk om
de bocht. 7.15 Piano-duo. VPRO: 7.30
Voordrachten. 7.50 Tien voor acht. 8.05 Zang
eu piano. 8.3(J Lezing. 8.55 Zo juist versche
nen. VARA: 9.00 Men vraagt.... en wij
draaien. 9.30 Hoorspel. 10.00 Buitenlands
weekoverzicht. 10.15 Swing and sweet. VP
PO: 10.45 Avondwijding. VARA: 11.15 Gro
ninger Orkest-Vereniging.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
om 7, 8 en 11 uur. KRO: 6.00 Metropole
orkest. 6.20 Actualiteiten. 6.45 Klankbeeld.
7.15 School en radio. 7.30 „Uit het land van
Hertog Jan". 8.05 De gewone man. 8.12
Radio Philharmonisch-orkest. 9.12 Orgelspel.
9.35 Gramofoonplaten. 10.00 De tien geboden
10.45 Avondgebed. 11.45 Gramofoonmuziek.
VOOR ZATERDAG
HILVERSUM I, 601 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 6, 8 en 11 uur. VARA: 8.15
Ambrose en orkest. 12.00 Johan Jong (orgel).
1.00 Strijdkrachten. 1.30 Metropole-orkest. 6.15
Piano-soli. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Artistieke
staalkaart. VPRO: 7.30 Lezen in de Bijbel.
VARA: 7.45 Voor de Nederlanders in Duits
land. 8.05 Dingen van de dag. 8.15 Accor-
deola. 8.45 „De bonte bal". 9.45 Socialistisch
commentaar. 10.00 Vindobona schrammel'n.
10.25 Nieuwe flitsen. 10.40 Orgelspel, tl.15
Sfeer van rhythme. 11.40 „The Inkspots".
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.30
Pluk de dag. 12.00 Amusements-orkest. 3.30
Musjette-klanken. 6.00 Rhythm. sextet. 6.30
Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Septet Johnny
Ombach. 7.15 Actualiteiten. 7.25 Uit Franse
opera's. 7.45 Kampvuren langs de Evenaar.
8.05 De gewone man. 8.20 Lichtbaken. 9.00
Orkest zonder naam. 9.45 Kruisklank-puzzle.
10.00 Amusements-orkest. 10.30 Koorzang. 11.15
Radio Philharmonisch-orkest.
honderdjarig bestaan
yyAARIN DIE VERDIENSTEN heb
ben bestaan zal ongetwijfeld op
de komende honderdste algemene ver
gadering worden uiteengezet. En het
Is een aardige gedachte van het tegen
woordige bestuur die nazaten van de
oprichter, die nog de naam Schutte
vaêr dragen, uit te nodigen daarbij
aanwezig te zijn. Het zijn een tachtig
jarige dame uit Amsterdam-Zuid en
twee bejaarde heren uit Rotterdam en
Aerdenhout, allen kleinkinderen.
Willem Jan Schuttevaêr werd gebo
ren in 1798 en groeide derhalve op te
midden van de troebelen der Bataafse
Republiek, hét Koninkrijk Holland, de
Franse overheersing, de Stichting van
het Koninkrijk der Nederlanden en al
wat daarmee samenhing. Als zoon van
een schipper stapte hij op 14-jarige
leeftijd aan boord van een tjalk en
bleef sedertdien de binnenwateren be
varen tot hij 39 was geworden. Toen
vestigde hij zich ais koopman aan de
wal in zijn geboortestad, waar hij een
gezien man was en gemeenteraadslid
werd. Met belangstelling bleef hij ech
ter het wel en wee der schippers vol
gen; de schippers bleven hem als een
der hunnen beschouwen; terecht. Het
was dan ook in het geheel niet vreemd,
dat hij in 1849, twaalf jaar nadat hij
zijn schip voorgoed aan de loswal had
gemeerd, het initiatief nam tot oprich
ting van een vereniging van schippers
83. De zeerovers staan aan dek van
de „Salmiak" en eisen dat de be
manning zich over zal geven. „Nooit",
is het antwoord van de kapitein en
dan wendt hij zich woedend tot Pim.
„Zo laat nu eens zien, dat je ook nog
wat anders kan dan pannekoeken
eten. Je bent toch zo sterk!" De arme
Pim staat te beven op lijn benen. Nu
verwacht de kapitein van hem, dat
hij de zeerovers zal verslaan. Maar
hoe in hemelsnaam? „Ja, nu sta je
met je mond vol tanden", briest de
kapitein. „Eten ja, dat kan je. Vier-
rtP WOENSDAG 15 EN DONDERDAG 16 JUNI a-s. zal In de Buitensociëteit
0 te zsft stl waar honderd jaar geleden de vereniging „Eendracht
maakt macht" gesticht werd, haar eeuwfeest worden gevierd. Nooit van ge
hoord" Geen wonder, want reeds in 1863 besloten de leden dit mag hier
wel eens met nadruk als een unicum vermeld worden die naam af te
schaffen om de vereniging voortaan te noemen naar...... de oprichter en
voorzitter Willem Jan Schuttevaêr. Een beter en sympathieker middel om
de verdiensten van deze geboren, getogen en gezeten Zwollenaar te eren ware
moeilik te vinden geweest.
i uit Zwolle, Hasselt, Zwartsluis, De'
Schippersvereniging neraenKlidemsvaart, Meppel en Hogeveen.
Twee redenen.
£TR WAREN twee aanleidingen: belde
al even merkwaardig. De eerste
was de oprichting in dezelfde stad van
de Vereniging tot Bevordering der Pro
vinciale Welvaart, die het voornemen
koesterde haar landontginningsplannen
ongevraagd te doen financieren door
de schippers door middel van tolhef
fing op het Zwarte Water. De tweede
was de aankondiging van regerings
wege om Schokland te doen ontrui'
men en aan de golven prijs te geven.
Verzetten de schippers zich ln 't eer
ste geval om louter geldelijke reden,
in het tweede geval betoogden zij (met
succes), dat Schokland, al dan niet be
woond, behouden moest blijven als een
beschermend „oppertje" tegen Zuid
westerstormen.
Er kwamen van lieverlee meer vraag
stukken te behandelen; het archief van
de thans Koninklijke Vereniging
„Schuttevaêr", die nu 45 afdelingen en
3000 leden telt, vermeldt er honderden.
Zij hielden de band sterk en gaf het
voortbestaan reden. De oprichter bleef
voorzitter tot 1887 en was daarna se'
crearis tot zijn dood in 1881. Zijn op'
volger was de Fries U. O. de Jong uit
Bolsward, die tot 1891 aan de helm'
stok bleef. Toén verscheen de markan
te Drent mr. Harm Smoenge, die 44
jaar lang de vereniging leidde. Toen
de dood hem riep in 1935 nam de Rot
terdammer mr. W. C. van Dam de
voorzittershamer over. De jublierende
vereniging gaat derhalve met zijn nieu'
we voorzitter de tweede eeuw in.
{-JET SPREEKT VANZELF, dat
„Schuttevaêr" onder de 13.000 bin
nenschippers, die Nederland telt, een
belangrijk steunpunt is. En dat was en
is nog nodig, want nimmer tevoren
heeft dit aloude bedrijf zulk een snelle
en ingrijpende evolutie doorgemaakt
als juist in de laatste eeuw. Eerst ver'
schenen de spoorwegen, toen de rader
boten, vervolgens kwam de ijzeren
scheepshuid in zwang en tegelijk daar
mee het hypotheekwezen met als ge'
volg een teveel aan tonnage. Vervol
gens verscheen de scheepsmotor, die
de vervoerscapaciteit van de binnen'
sloot zonder aanwas (maar door ver
snelling) verdrievoudigde. En daarna
meldde zich dan nog de vrachtauto.
Deze opeenvolging van ingrijpende ge
beurtenissen het zou te ver voeren
er van geval tot geval op in te gaan
hebben enige schippers in het Rak
van-Ongemak gebracht en dan was het
„Schuttevaêr", die een lijntje over
gooide en de boel wist te redden. De
vereniging is duizenden tot nut ge
weest en zij kan dat zeker nog een
eeuw lang blijven, want wat er verder
nog moge gebeuren, in Nederland zal
de binnenvaart niet verdwijnen en zal
dat stoere ras van schippers niet uit
sterven.
dubbele porties wou meneer hebben.
E nzorg nu dbn maar eens, dat je
vierdubbele klappen kunt uitdelen".
„Hoera, Pim zal ons helpen", roepen
de matrozen opgelucht, nu ze er aan
denken, hoe sterk Pim wel is. „Nu
Pim, we zullen het maar aan je over
laten," zegt de kok en geeft Pim een
vriendschappelijk klopje op de schou
der. „Excuseer me, ik heb nog wat
werk te doen". En voor Pim weet wat
er gebeurt, staat hij alleen in de
kombuis.
116
IN DE
DOOR
TJEERD ADEMA
„Een week geleden, mijnheer", zei
Bastiaan, „stonden er twee heren op
de stoep. Ze vroegen of u thuis was".
„En heb je ze kunnen overtuigen,
dat ik sinds mijn vertrek naar het
ziekenhuis niet meer thuis geweest
was, Bastiaan?" vroeg Steensma be
langstellend.
„Ik geloof het wel, mijnheer", zei
Bastiaan. „De volgende dag kwam er
een man met een pet op van de water
leiding. Hij moest in alle kamers zijn
cm de buizen en kranen na te kijken
Ik heb hem even bezig gezien, maar
hij keek meer in de kasten en onder
de bedden dan naar de kranen. Ik heb
er toen aan getwijfeld, of het werke
lijk iemand van de waterleiding ge
weest is".
Steensma glimlachte. „Het zal wel
een gecamoufleerde brigadier van de
recherche zijn geweest", zei hij. „Heb
je niets meer van onze achtervolgers
gemerkt, Bastiaan?"
„Niets, mijnheer", zei Bastiaan.
„Sinds uw vertrek heb' ik de indruk,
dat het huis niet meer geschaduwd
wordt. De mannen van meneer Don
ker zijn nog enkele nachten in dienst
geweest, maar ik heb ze toen maar af
gezegd".
„Dat is best", zei Steensma. „Ik
geloof wel, Bastiaan, dat ons van die
zijde geen gevaar meer zal dreigen.
Tenminste jou niet. Wat mij be
treft.
„Wilt u, dat ik die mannen weer
zal opbellen, mijnheer?" vroeg Bas
tiaan bezorgd.
„Doe geen moeite, beste kerel" zei
Steensma, „degene, die het op mij
voorzien heeft is een vrouw en wat
/ie zich in het hoofd haalt kunnen
geen tien nachtwakers er uit boKsen
„Wilt u misschien van het huis ge
bruik maken, mijnheer?" vroeg Bas
tiaan.
„Dank je, Bastiaan", zei Steensma.
„Als je weet, dat ik een ontvluchte
moordenaar ben en dat de politie mij
voortdurend op de hielen zit, zul je
wel begrijpen, dat mijn eigen huis, of
in elk geval de woning, welke men
denkt dat de mijne is, de laatste
plaats is, waar. ik mij met succes kan
verstoppen. Ik hoop binnen afzien
bare tijd weer een man te zijn, die
in alle eer en deugd door de residen
tie kan wandelen. Als het zover is,
Bastiaan, moet je eens een avondje
bij me komen. We zullen dan nog
eens als ouwe krijgsmakkers onze
herinneringen ophalen".
„Graag, meneer", zei Bastiaan glim
lachend.
Steensma stond op en Bastiaan ge
leidde hem hoffelijk naar de voor
deur.
De bediende in de zwarte livrei
was zo vriendelijk een paar passen
terzijde te gaan, toen zij hem in de
corridor passeerden en van achter de
half opende deur van een vertrekje
volgden 'n paar vrouwenogen nieuws
gierig de zonderlinge bezoeker.
Betsie, de keukenmeid van Huize
„Zonnehof', slaagde er niet in van
Bastiaan te vernemen of de knappe
jongeman in de gelapte overall, die
hy zo hoffelijk had uitgelaten, nu
werkelijk een doodgewone chauffeur
dan wel een verklede baroi was ge
weest.
ASTRID
Enkele dagen gingen zondtr emo
tionele gebeurtenissen voorbij
Hij trok er zo nu en dan met zijn
gastheer op uit om enkele trachten
winteraardappelen naar Haailem te
brengen en amuseerde zich de rest
van de tijd binnenshuis met het ma
ken van enige machinetekeiingen,
welke als voorbeeld voor de cursist
Van Ginkel moesten dienen, beievens
het lezen van enkele boeken, dia zijn
hospita voor hem uit de Openbare
Leeszaal had gehaald.
Hij maakte een ..levensgrote" vlie
ger voor het vijfjarig zoontje van
zijn buurman, die dat wil ze/gen
het zoontje zo nu en dan ovei de
tuinschutting klom op hoop van ze
gen, dat mevrouw Van Ginkel sog
een vergeten koekje ln u a tromrrel-
tje zou ontdekken en hij verwierf
diens onvoorwaardelijke vriendschap
toen hij bereid bleek een financieel
offer te brengen voor vijftig meter
vliegertouw, dat netjes om een plank
je was gewonden.
De kleine Albert had niets liever
gedaan dan met zijn grote, vrijgevige
vriend naar het naastbij gelegen wei
land trekken om het kunstproduct zo
spoedig mogelijk op vliegkracht en
betrouwbaarheid te toetsen, maar
Steensma maakte er zich met een
grapje van af met de gedachte, dat er
teveel van zijn vrijheid afhing om no
deloos risico's te lopen.
Wanneer hij in de ruime cabine
met zijn gastheer van lange tochten
terugkeerde en de chauffeur er alles
op zette om tegen etenstijd bij moe
der de vrouw te kunnen zijn, kwam
de kleine Albert de auto vaak een
kwartier ver tegemoet. Hij herkende
van verre niet alleen de omtrek en
de kleuren van de wagen, maar hoor
de ook aan het geluid van de motor,
dat zijn vrienden in aantocht waren.
Als hij de wagen naderen zag, stel
de hij zich midden op de rijweg op,
stak als een geroutineerde verkeers
agent zijn handje als stopteken naar
boven en was een en al spraakzaam
heid en verrukking als de wagen
stopte en Steensma hem in de cabine
tilde, waar hij, tussen zijn twee
„dikke" vrienden, in een voor ham
duizelingwekkend tempo naar de gf"
rage werd gereden en daarna aan oe
hand van „Oom" Smit huiswaarts
toog om, via de tuinschutting, weer
te worden afgeleverd aan zijn moe
der, die altijd blij was, als zij de
jeugdige avonturier weer heelhuids
onder haar bereik had.
Hoewel zijn huisgenoten hem nim
mer naar zijn particuliere omstandig
heden vroegen, was het begrijpelijk,
dat. zij 's avonds op hun eigen kamer
veel over hem spraken.
Naarmate de dagen verstreken en
hij niet naar Den Haag terugkeerde,
was het verhaal van de neven en de
onbetrouwbare financiële onderne
ming in een steeds onwaarschijnlijker
licht gekomen.
(Wordt vervolgd