Danny McCarihy verbouwereert Amerika
Morgenavond tegen de Finnen
SCHUDT UW
LEVER WAKKER
De vijfling van Dionne is
vijftien jaar geworden
Residentie
Hij wordt Duitser - en stelt daarmee
probleem in het licht der publiciteit
Misschien goed bedoeld,
maar foutief
een
Zonder Abe Lenstra en
Timmermans
Herkeuring van afgekeurden
Het Radioprogramma
Be «fin de dag
met IVOROI
Onze Damrubriek
lüH 11 HIS
Gratificatie rijkspersoneel
Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur
Onbekende toekomst
ondanks veel geld
Reorganisatie van het
Hoger Onderwijs
UNCI nodigt' Hamid II uit
AVONTUUR
(Van onze correspondent te New York)
r*ANNY MCCARTHY is de 22-jarige
u jongeman, die zjjn nationaliteit er
aan heeft gegeven om Duitser te mo
gen worden. Dat er terwijl er in
West-Europa millioenen zijn, die zich
op de lijst voor emigratie naar Ame
rika hebben laten plaatsen nu eens
een enkeling is, die niets liever wil
dan een enkel reisje voor het leven
New York—Bonn nemen, is op zich
zelf niet zo bijzonder. Onder die 150
millloen Amerikanen zullen er wel
meer z(jn, waardoor een streepje loopt,
zult ge zeggen.
Maar het staat wel vast dat Danny
McCarthy, ondanks zijn prille 22 jaren,
zijn vrienden in Amerika bevestigen,
niet tot deze laatste categorie behoort.
Er is geen vrouw in het spel en zijn
vrienden in Amerika bevestigen, dat
hij emotioneel zo stabiel k als men dat
van iemand van zijn leeftijd kan ver
wachten. Bovendien: de trek naar
Europa is de laatste tijd steeds sterker
geworden. Reisbureaux kunnen u vol
trots de statistieken laten zien van de
stijgende aantallen Amerikaanse stu
denten, die de zomer gebruiken om
uitvoerig door Europa te reizen. Parijs
stikt van de Amerikanen studenten,
schilders, schrijvers die zich in het
gemoedelijker leven van Europa beter
thuis voelen dan in het straffe tempo
van hun eigen land. Talloze hunner blij
ven in Europa wonen maar weinigen
hebben dat op zo'n dramatische manier
gedaan als Danny McCarthy, voor wie
de Amerikaanse nationaliteit niet goed
genoeg meer was.
Danny is Duitser geworden; maar er
zijn in het recente verleden ook Ame
rikanen geweest, die Russen wilden
worden; en een Engels perschef in
Moskou deed al evenzo; een andere
Brit, George Bidwell, die de activiteit
van de British Council in Warschau
leidde, werd plotseling Pool, omdat hij
zich niet kon verenigen met Engelands
rol als deelgenoot van „Amerika's mi
litante imperialisme", zoals hij dat zei.
Dit alles heeft voor Amerikanen de
kwestie van Danny McCarthy des te
pikanter gemaakt. De bladen hebben
meer regels aan Danny gewijd dan aan
de conferentie der Grote Vier in Pa
rijs; de radio-commentators belichten
mogelijke en onmogelijke aspecten van
het geval; en één televisie-station is
zover gegaan om 'n heel programma
te wijden aanhet foto-album van
Danny, alsof de bewegingloze plaatjes
van kinderstoel tot eerste lange broek
ook maar enige bijdrage voor een beter
begrip van het verschijnsel zouden
kunnen vormen.
Garry de Idealist.
Toen ruim een jaar geleden Garry
Davis zijn merkwaardige campagne
voor de „Wereldburgerschap" begon,
droegen de meeste Amerikanen hun
jeugdige landgenoot zeker geen kwaad
hart toe; velen beschouwden hem on
getwijfeld als een zonderling;, maar
zij, die meenden, dat het hem te doen
was om een Hollywood-baantje, via
een goed-uitgedachte publiciteits stunt,
zijn daarvan reeds lang teruggekomen.
De idealen, die hij uitdroeg deden im
mers geenszins vreemd aan. Het waren
dezelfde idealen, die geleid hadden tot
de Unie der Verenigde Staten van
Amerika. Dat Garry de eerste phase
van zijn arbeidsterrein voornamelijk
in Europa zag, was al evenzeer ver
klaarbaar. Daar immers was men ideo
logisch maar bitter weinig tot toena
dering gekomen. Ondanks Benelux en
Westelijke Unie is er nog steeds een
duidelijk onderscheid tussen Belg en
Nederlander, Fransman en Italiaan.
En een samenleving van volksgroepen,
zoals men die hier in Amerika kent,
waar nog zeer Pools voelende Polen
in een en dezelfde buurt samenleven
met pas uit Italië geëmigreerde Italia
nen, zonder dat het ooit tot botsingen
komt (terwijl er zelfs zeer veel toena
dering kan worden waargenomen) is
voor Europa nog een soort utopie.
Groot raadsel.
Waarom een Amerikaan echter Rus
of Duitser zou willen worden, is voor
de overgrote meerderheid van dit volk
een volkomen raadsel. Het is ongetwij
feld waar, dat vooral het Europese
Universiteitsleven een fascinerende be
koring kan hebben voor de Amerikaan,
die hier veeleer naar de Hogescholen
gaat om college te lopen in „zaken
doen" en „auteurschap" dan om er de
exacte wetenschappen te beoefenen.
Het contrast, speciaal met de Duitse
universiteiten, is ontzaglijk groot. Wie
daar n.1. een cursus volgt over het
dagbladwezen, zal niet leren hoe in
een kleine stad rendabele exploitatie
verkregen kan worden, maar moet
zwoegen over de „rol van het dagblad
in de gemeenschap" en kan zijn graad
van doctor cum-laude behalen zonder
nog te weten wat de betekenis is van
een filetje of een 60 punts kopregel.
De zaak van Danny McCarthy zou
evenmin veel stof hebben doen op
waaien als hij bijv. van Duitse afkomst
was geweest. Doch ook dat is niet het
geval. En het zonderlinge ervan is, dat
zoveel lieden als hij en Garry Davis
willen bewijzen, dat onze maatschap
pij meer en betere internationale sa
menwerking behoeft beginnen met
hun paspoort te verwisselen voor een
ander, en derhalve in de practijk pre
cies het tegenovergestelde doen, dan
zij wilden bereiken: een samengaan
met andere nationaliteiten!
Internationaal denken.
Veel belangrijker dan het verschijn
sel van Danny en Garry zelf is der
halve de publieke belangstelling, die
hun daden heeft verwekt. Wij kun
nen er maar één reden voor vinden:
het toenemende bewustzijn van het
Amerikaanse publiek, dat het onver
biddelijk gewikkeld is in het gehele in
ternationale bestel en mede de verant
woordelijkheid draagt voor wat er el
ders in de wereld geschiedt. Die ver
antwoordelijkheid is een druk gewor
den. Zowel financieel als moreel. Per
hoofd der bevolking heeft de Ameri
kaan gedurende 1948 150 dollar (f 385)
aan belasting betaald alleen al om
Amerika's buitenlandse verplichtingen
te financieren. En nu blijkt, dat on
danks Marshall-plan, ondanks Ameri
kaanse bezettingen in Duitsland en Ja
pan, ondanks de Verenigde Naties, on
danks bijeenkomsten der Grote Vier in
Londen en Parijs, de wereld geen
schrede gevorderd is in de richting van
ware politieke ontspanning tussen
Oost en West, is men geneigd de hand
in eigen boezem te steken en zich af
te vragen: maken w ij soms de grote
fout? Men vraagt zich af, of Amerika's
vorm van democratie tenslotte wel ge
schikt is om, in overleg met de Rus
sen, tot een blijvende vrede in de we
reld te komen. Iq het kort: de Ameri
kaan maakt zich ongerust. Over de
toekomst, over de huidige koers van
zijn politiek beleid, over de mogelijk
heid, dat de Russische dictatuur op
een gegeven ogenblik toch weer een
oorlog zal uitlokken.
Democratie bovenal.
Het is deze ongerustheid, die hem
zoveel belang doet stellen in de de
monstratiedaden van Garry Davis en
Danny McCarthy. Maar zodra men
de feiten gaat analyseren, kan de te
leurstelling niet uitblijven: wereldbur
gerschap prachtig; wij hebben daar
aan zelf een eerste grote stoot gege
ven. Maar Duitser worden, of Rus?
Oogluikend instemmen met volkeren,
die zo gemakkelijk vatbaar zijn voor
een dictatuur, die hun de vrijheid af
neemt en dwingt tót vervolging van
minderheden? Nee daarvoor be
dankt men toch. Zeker, er kleven fou
ten aan het Amerikaanse systeem; en
de regering is niet zonder feilen. Maar
het Congres, dat de wil des volks ver
tegenwoordigt, is een te gezonde rem;
de functionaris, die het te bont heeft
gemaakt, wordt er uit gegooid; de par
tij, die op het juiste ogenblik het juis
te politieke programma presenteert
krijgt tenslotte de stemmen.
Na een week van stomme verbazing
en verbijstering begint men Danny te
vergeten. Het is zijn goed recht om
zijn nationaliteit er aan te geven; maar
verder is het met zijn betekenis ge
daan. D2t is in g»en geval een oplossing
voor de problemen, die de Amerikaan
bezig houden.
en n ztilt 's morgens weer
kiplekker uit bed springen.
Elke dag moet uw-lever een liter gal in
uw Ingewanden doen stromen, and"8
teert uw voedsel niet, het bederft U raakt
verstopt, wordt humeurig en 'oom-N eem a
plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES
om die liter gal op te wekken en uw spi s-
vertering en stoelgang op natuurlijke wijz*
te regelen.
DIJ HET VERTREK van het Neder-
lands elftal naar de Scandinavische
landen schreven wij, dat de ontmoeting
tegen Denemarken ongetwijfeld zwaar
der zou zijn dan die tegen Finland. De
Denen werden verslagen en wij zouden
dus met groot optimisme de strijd tegen
de Finnen kunnen afwachten. De ver
houdingen liggen thans echter geheel
anders dan vóór de wedstrijd tegen De
nemarken. Zondag kwam een betrekke
lijk vers Oranje-team in het veld tegen
een elftal dat als favoriet werd getipt.
De elf Nederlanders in het Idraetspar-
ken wisten dat zij zich tweemaal drie
kwartier volkomen moesten geven om
een gunstig resultaat te kunnen boeken.
Het is maar zeer de vraag of die prik
kel ook aanwezig zal zijn in Helsinki
bij een Nederlandse ploeg die verzwakt
is door het niet meespelen van Abe
Lenstra en Timmermans en bovendien
een vermoeiende reis achter de rug
heeft. De Finnen zijn aanmerkelijk
zwakker dan de Denen, dat staat vast,
doch zij hebben het voordeel dat zij het
veld inkomen met de wetenschap dat
zij niets te verliezen hebben.
Bovenstaand j overwegingen kunnen
weieens oorzaak zijn dat het Oranje
team op onverwachte tegenstand zal
stuiten, zodat zeker niet het rekensom
metje opgaat: van de Denen werd met
21 gewonnen, dus van Finland zullen
wij met grotere cijfers winnen. Natuur
lijk de mogelijkheid is er, maar dan
mogen de tegenstanders niet onderschat
worden.
Tweede wedstrijd tegen Finnen.
Zeven-en dertig jaar geleden vond de
eerste voetbalwedstrijd plaats tussen de
vertegenwoordigende elftallen van Fin
land en Nederland. Het was tevens het
laatste voetbalcontact, dat wij met de
Finnen hadden. De 9—0 overwinning,
die toen werd behaald, biedt dus geen
enkel houvast ten aanzien van het voet-
balpeil in Suomi. Meer zegt de 40 ne
derlaag tegen het Engels B-elftal, een
resultaat dat gelijk is aan dat van ons
Bondselftal, zij het dan ook dat de En
gelsen hier een sterker team hadden
geformeerd.
Radioreportage.
De interlandwedstrijd tegen de Finnen
zal over Hilversum I op de 301 meter
band worden uitgezonden. Om 17.55 uur
zal de reportage, welke door Aad van
Leeuwen wordt verzorgd, aanvangen.
De uitzending sluit om 19.50 uur.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
het wetsontwerp tot herkeuring van
afgekeurden. In de memorie van toe
lichting op dit wetsontwerp wordt
o.m. gezegd, dat de voorgenomen her
keuring voornamelijk moet gelden
voor de lichtingen, ouder dan die van
1941. Het is de bedoeling, de gelegen
heid tot herkeuring open te stellen tot
ongeveer de normale leeftijdsgrens,
die er bestaat voor de dienstplichti
gen met de rang van officier, dus tot
omstreeks 45 jaar.
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
cm 6, 8 en 11 uur. VARA: 6.20 Gramo-
foonplaten. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Lezingen.
7.15 Blaaskwartet. -- VPRO: 7.30 Voor de
jeugd. VARA: 8.10 Holland Festival. 9.05
Malando. 9.30 Verkiezingsuitslagen. 10.45 Er
zijn maar weinig.... 11.15 Verkiezingsuit
slagen.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
o.n 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.00 Onze
Nederlandse koren en korpsen. 6.30 Orgelcon
cert. 7.15 Nieuws uit Indonesië. 7,45 Piano
duo. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Verkie
zingsuitslagen. 9.45 Holland Festival. 10.25
Viool en piano. 10.45 Avondoverdenking. 11.15
Kamerorkest, 11.30 Muziek.
VOOR DONDERDAG
HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. AVRO: 8.15
Ochtendvaria. 12.00 Deens-programma. 1.20
Aansluiting B.B.C. 5.55 Voetbalreportage „Fin
land—Nederland". 8.05 Prof. Dr. T. H. Rut
ten. 8.15 Holland Festival. 10.40 Viool en
piano. 11.15 Promenade-orkest.
HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten
om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.30
Hoogmis. 12.33 Metropole-orkest. 1.20 „Om
en om". NCRV: 6.15 CNV-kwartier. 6.30
NCRV-koor. 7.15 Nederlandse organisten. 8.05
Programma-proloog. 8.15 Plaatvaria. 9.00 Be
tekenis van de Gemeenteraadsverkiezingen.
9.15 Gramofoonmuziek. 9.30 „Vrij en Blij",
Tanden blank en rein; aden
fris als morgendauw.
Oplossing probleem 70
(auteur H. N. J. Winter).
Stand: Zw. 7 sch. op: 5, 8, 9, 15, 16,
20, 40 en dam op 6.
Wit 8 sch. op: 17, 19, 21, 22, 28, 29,
34, 45.
Opl.: 1. 29—24 (16 x 18), 2. 19—13
(6 x 19 sl. 4 sch.), 3. 13 x 2f (20 x 29),
4. 45 x 14!! wint.
En nu nog even 't volgende standje:
Zw. 5 sch. op: 23, 24, 33, 34, 45.
Wit 5 sch. op: 32, 35, 43, 44, 48.
Zwart aan zet verliest door 3338?
want wit liet volgen: 3228 (38 x 40),
28 x 39 (45—50 gedw.), 35 x 44 (50—
45 gedw.), 44—40 (45 x 43), 48 x 39.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 71 van M. Hendrinks Jr.
iü IP 1P
Zw. 9 sch. op: 7, 8, 12, 18, 19, 24,
28 29 36
Wit'9 sch. op: 16, 38, 39, 40, 41, 43,
44, 45, 48.
Wit speelt en wint.
Naar het ANP verneemt is te ver
wachten, dat met betrekking tot het
geven van een gratificatie aan rijks
personeel de regering dezelfde ge
dragslijn zal volgen als verleden jaar,
dat wil zeggen, dat aan hen, die een
salaris hebben van minder dan 4560
over 1949 een gratificatie zal worden
toegekend van 2 pet. van het salaris,
met een maximum van 50 gulden per
persoon.
87. Pim omhelst zijn vriend Pepi
dankbaar. „Zonder jou had ik het
nooit gered", roept hij uit. „Jongens,
wat heb ik genoten", zegt (Pepi met
een voldaan gezicht. Wat kon ik ze
gced raken vanuit die luchtkoker! Maar
ik moet zeggen, dat jij die zeerovers
steeds goed in dit hoekje onder de
luchtkoker hebt gelokt. „Maar ik wil
je wel bekennen, dat ik doodsangsten
heb uitgestaan", bekent Pim. Toen die
tweede zeerover met die grote knots
op mij afkwam". „Maar je ziet, het is
sterk met ons apen, één slag en ze lig
gen op apegapen", roept Pepi vrolijk.
„Kijk eens hoe lief ze daar liggen te
slapen". „Ja maar laten we ze binden,
voor ze weer tot bewustzijn komen"
zegt Pim angstig. „Daar ben ik voor
te vinden, laten wij ze stevig binden",
roept Pepi en pakt meteen een grote
rol touw, die hij om de bewusteloze
zeerover heenwikkelt.
J^EYTH MTNRO, een Amerikaanse
journalist, is een der weinigen, die
de beroemde Frans-Canadese Dionne-
vUfüng in Callander jarenlang heeft
mogen helpen. Hij heeft met de vijf
zusjes gespeeld, hjj heeft „zelfs" de
eerste luiers voor haar aangedragen.
H(j zag elk van haar opgroeien van
baby tot kind en van kind tot jong
meisje. HU werd later haar zaakwaar
nemer. Tot de vUfling 10 jaar werd.
Op 28 Mei werden de meisjes 15 jaar.
Voor de lezers van Collier's schreef
Munro zJjn indrukken nu hU haar na
5 jaar weer heeft ontmoet.
Als men het plaatsje Callander ver
laat om de Dionne-vöfling op te zoe
ken, gaat men de weg naar het plat
teland in. Daar buiten ziet men dan de
oude boerenhoeve van Oliva Dionne en
aan de andere zijde van de weg het
grote ruime Dionne-home, van gele
steen, een beetje uit de toon op die
grauwe rotsachtige heuvel met een
achtergrond van pijnbomen en sparren
Er omheen een omheining van ijzer-
draad, zoals al sinds haar geboorte,
15 jaar geleden. Om nieuwsgierigen
buiten te houden. Maar de versperring
sluit de meisjes zelf ook af van de
buitenwereld. Zij weten niet anders
meer dan dat zij „omheind" zijn. Men
voelt, bij een ontmoeting, dat zij die
beschutting dan missen.
Er staan drie gebouwen op deze
gronden binnen de draadversperring.
Het woonhuis van Dionne voor zijn ge
zin met dertien kinderen; verder een
kapelletje met huisvesting voor de drie
onderwijzeressen van de vijfling, non
netjes, en dan nog een klein gebouw
tje, dat wereldberoemd werd als de
Defoe-kinderkamer, thans de school
„Villa Notre-Dame". Dit schooltje
heeft slechts 15 leerlingen: de vijfling
en tien andere meisjes, die de zusters
met zorg hebben uitgekozen. Deze
„import" moet de meisjes er aan wen
nen met anderen om te gaan dan eigen
familieleden.
Streng tijdschema.
De dag is voor de vijfling precies en
streng op rooster ingedeeld. Om half
zeven staan de meisjes op en wonen
in haar eigen kapelletje de mis bij, op
gedragen door haar eigen zielzorger
pater Poirer. Dan helpen zij moeder
het ontbijt klaar maken, doen de af
was, maken haar bed op en om half
negen beginnen de lessen. Tussen de
middag helpen zij weer in het huis
houden; zij hebben er beslist alle vijf
aanleg voor. Om half twee weer naar
school. Tot zes uur studie. Maar na
het avondeten is er nog anderhalf uur
huiswerk te doen. Zij moeten om half
tien naar bed; en al Iaat dit dagroos-
ter weinig tijd over voor vrije tijd, zij'
doen toch regelmatig aan sport:
schaatsen, ski, tafeltennis. Zij kunnen
zwemmen en zij zijn goede amazones.
En alles binnen de omheining, hoe
vreemd het ook klinkt.
Zo groeien de vijf op. Zij zijn oud
voor haar leeftijd, vertelt zuster Aimee
de moederoverste. Zij zijn nu 15, maar
njen zou haar al zeker 17 geven. De
meisjes zijn ook meer in zichzelf ge
keerd dan anderen op die leeftijd.
Zuster Aimee gelooft, dat zij echte
„psychologen" zijn. Want zij schijnen
ieder, die haar ontmoet, te „wikken en
te wegen". Dat is geen boosaardig
heid van ze! Die karaktertrek schijnt
haar door de omstandigheden aange
groeid te zijn. Niet zo erg vreemd, als
men weet hoe de meisjes van haar ge
boorte af tot jaren daarna een soort
strijdpunt waren tussen ouders en de
staatsopvoeders. Toen zij dat beseften,
voelden zij tegenover iedere partij een
zekere reserve.
De tragiek van dr. Defoe.
Eigenlijk was deze situatie een tra
gische domheid van vader Dionne zelf
zonder dat hij het dóór had. Hij had
een contract gesloten aangaande de
vijfling met de wereldtentoonstelling
in Chicago. Zoiets werd de publieke
opinie te bar. En de staat greep in.
Dr. Defoe, een korte dikke dorpsdok
ter, die het bestaan had de vijfling in
het leven te houden hetgeen de me
dici nog nooit tevoren was gelukt
kreeg toen de zorg voor de kinderen.
Hij wilde er „prinsessen van maken".
De ouders hadden hun dochters als alle
andere kinderen willen zien opgroeien.
De tragiek van beroemdheid.
Na 5 jaar won de ouderlijke liefde
het „gevecht". Langzaamaan ver
loor dr. Defoe terrein en in 1941 kre
gen de ouders hun kinderen terug. Dr.
Defoe stierf in 1943, levensmoe, na
zijn verloren geïdealiseerd gevecht.
Hij had zijn leven gewijd aan de vijf
ling; hij meende het beste voor te heb
ben.
De meisjes maken een verlegen in
druk. Misschien wel schuchter. Dat
brengt haar afzondering mee. Yvonne
is zo'n beetje woordvoerster bjj een
bezoek. Maar toch een tikkeltje koel-
beleefd. De meisjes zeggen niet veel
op de gewone nieuwsgierige vragen:
vind je het huiswerk niet vervelend,
kokkerellen jullie graag? Z(j knikken
maar eens. Alleen Yvonne en ook Emi-
lie zeggen „ja". Maar Marie reageert
niet eens. Zij is de stilste van de vijf.
Met haar had men het meest getobd.
Een zwak hartje bij de geboorte (het
enige couveuse-kindje). Telkens gaf
dr. Defoe enkele druppels rum. Dan
flikkerde het leven weer wat op, maar
men was altijd bang voor de volgende
dag. Zij woog amper 1% pond. Marie
moest, 3 maanden oud, een beenbe
handeling met radiumbestraling on
dergaan. Het been bleef altijd zwak
ker dan het andere. Zij helpt moeder
graag in het huishouden.
Onzekere toekomst ondanks
millioenen.
Vraagt men de zusjes wat zij willen
worden, dan schudden zij het hoofd.
Zij weten het niet. Zelfs haar vader
heeft er nog geen idee^van. Hij oppert:
muziek. Maar dan toch niet als amu
sement, dat hebben de meisjes al la
ten doorschemeren. Zij hebben de men
sen al jong genoeg moeten „amuse
ren" in de eerste 9 jaar van haar le
ven: 't publiek mocht toen achter gla»
zien, hoe de vijfling zich in de kinder
kamer vermaakte. Soms 10.000 bezoe
kers per dag. Er zijn zeker 5 millioen
van die toeristen op Dionne's hoev»
geweest!
Zij behoeven zich niet bezorgd te
maken over geld. Er is 1.500 000 in
de vijfling-fondsen. Zij zijn dus „wel
gesteld". Maar zij malen niet om geld.
Zij kennen ook niet de genoeglijke „uit
jes" en hebben geen vriendjes.
Zij leven daar afgesloten, omgeven
door een draadversperring. Dat maakt
haar het leven niet gemakkelijker. Zij
moeten beschermd worden tegen haar
eigen roem. Maar eens moeten zij toch
leven in de buitenwereld van nu. En
wat dab? Zullen zij dat dan kunnen?
Staatscommissie biedt rapport
aan
De staatscommissie, die op 11 April
1946 werd ingesteld om aan de mi
nister van Onderwijs, K. en W. rap
port uit te brengen inzake de ver
nieuwing van het Hoger Onderwijs,
heeft haar arbeid afgesloten en haar
rapport aan de regering voorgelegd.
Zij stelt daarin voor een geheel nieu
we Hoger-Onderwijswet tot stand te
doen komen, waarbij onder meer aan
de Technische Hoogeschool een eigen
plaats in die wet wordt toegekend.
Voorts stelt de commissie vast, dat
docerend en ander personeel zal moe
ten worden uitgebreid en, dat de sala
riëring moet worden verbeterd.
Voorts dient zorg te worden gedragen
voor een aan de eisen der wetenschap
aangepaste materiële outillering in de
vorm van goed uitgeruste laboratoria
enz. Hoogleraren moeten meer vrije
tijd krijgen voor wetenschappelijk on
derzoek.
De commissie adviseert aan de be
staande rangen van hoogleraren en
leden van de wetenschappelijke staf
enkele toe te voegen, teneinde passen
de honorering te verkrijgen. Voorts
adviseert de commissie de instelling
van een Hoge Academische Raad, van
sub-faculteiten en de invoering van
enkele nieuwe titels.
De U.N.C.I. heeft een uitnodiging
gezonden aan Hamid de tweede, de
voorzitter van de B.F.O., waarin de
sultan en vijf andere7 vertegenwoordi
gers van gebieden in Indonesië, an
dere dan de republiek, leden van ,de
B.F.O., uitgenodigd worden deel te
nemen met voorbehoud- van rechten,
aanspraken en posities der partijen in
de besprekingen, welke momenteel te
Batavia worden gehouden onder
auspiciën van de Unci".
Deze formele uitnodiging is een ge
volg van het besluit d.d. tien Juni
van de Nederlandse en Republikeinse
delegaties. Tijd en plaats van de
eerste bijeenkomst, waarbij de ver
tegenwoordigers van de B.F.O. uitge
nodigd zullen worden, zullen nader
door de UNCI worden vastgesteld.
120
IN DE
DOOR
tjeerd adema
Hij bedankte mevrouw De Leeuw
hartelijk voor de gastvrije ontvangst
en nam in de vestibule met enke e
Voorden afscheid van haar dochter.
„U vergeet toch onze afspraaK
niet?" zei ze hartelijk, „u komt zodra
u in gevaar verkeert. Wij zullen hier
Vel een veilige schuilplaats vinden
Hij dankte en keek haar aan.
Als op de middag van de confron
tatie vonden hun ogen elkaar en y
voelde zich weer wegzinken in i
klaarblauwe diepte.
Een woord steeg hem uit het
maar hij sprak het nog niet uit.
„Astrid!"
Hij opende vlug de deur en Rep
haastig naar de auto.
D« chauffeur Van Ginkel had het
deurtje van de cabine al openge
maakt en deelde hem mede, dat hy
net op tijd buiten was gekomen, om
dat hij Van Ginkel bang was,
dat meneer hem misschien niet ge
hoord had en daarom juist van plan
was „nog effetjes een drukkie op de
toeter te geve".
DE BLAUWE CHEVROLET
Toen ir. Steensma van zijn hospita
hoorde, dat „die vrouw van hierover"
ook een huurder voor haar kamer had
gevonden, interesseerde hem dat maar
matig.
Het was, zelfs bij volle maan, niet
elles rozengeur en maneschijn in de
straat der witte rozen. Er woonden
heel wat Leidse burgers, die moeite
hadden het moede hoofd boven wa
ter te houden en in een stad, waar
Minerva zetelt, zijn in de regel meer
kamers welke te huur staan dan stu
denten, die er in trekken.
De kwestie kreeg een geheel ander
aanzien, toen zij de volgende mor
gen vertelde, dat dè man, die de ka
mer aan de overkant gehuurd had,
een buitenlander was en dat juffrouw
Van Houten een stukadoorsweduwe,
die als zijn hospita fungeerde hem
niet verstaan kon.
Ze had vis gekocht en toen me
neer, die tussen twee haakjes dol op
gebakken scholletjes bleek te zijn, de
schotel had zien staan, had hij iets
van „aufbringen" gezegd en de juf
frouw had daaruit begrepen, dat hij
dacht, dat hij de vissen zag „opsprin
gen".
Zij had uitvoerig van nee geschud
en gewezen, dat ze allemaal openge
sneden en schoongemaakt waren, maar
toen had hij weer Iets gezegd van
„obenbringen", terwijl hij toch zien
kon, dat de beesten zich niet meer
bewegen konden, omdat zelfs de kop
pen d'r af waren.
De stukadoorsweduwe had zich ten
einde raad aan een vrije Duitse ver
taling van „ze bennen ommers hard-
stikke dood' gewaagd en toen had hij
geknikt en gezegd: '„Sie können sie
aufbringen".
„Je kunt, wat mij betreft zelf op
springen", had de weduwe toen ge
dacht, maar ze had dat natuurlijk niet
gezegd, want ze was veel te blij, dat
ze de kamer goed verhuurd had, maar
later was er een man geweest, die in
Duitsland gewerkt had en die had
verklaard, dat die man blijkbaar zin
in een visje had en haar alleen had
willen beduiden, dat hij ze boven bij
zijn maaltijd wilde hebben.
Juffrouw Van Houten was een nog
jonge en aantrekkelijke weduwe, die
graag met haar huurders een gezellig
praatje maakte. De vorige was een
levenslustig student geweest en ze had
zich, op hoop van zegen, van haar be
scheiden inkomsten de aankoop van
een aardig bloesje en een plooirokje
gepermitteerd om, als ze hem 's avonds
de koffie bracht, zo verleidelijk mo
gelijk te voorschijn te kunnen komen.
Je kon toch nooit weten, nietwaar?
Ten slotte was de Pa van de jonge
man verschenen, die niet zo dom bleek
als zijn zoon had kunnen worden. Die
had hem een minder gevaarlijk onder
dak by een oude aansprekersweduwe
bezorgd en zij juffrouw Van Hou
ten had nu die isegrim op kamers
gekregen en allegesprekken na tafel
waren onmogelijk geworden, omdat je
de man doodgewoon niet verstaan kon.
Ze had zich dat heel anders voorge
steld en het geld voor een nieuw per
manentje al op zij „gelegen", maar als
je de zaken goed bekeek, kon ze de
centen wel sparen of er nog beter
een dictionnaire voor kopen. Waar of
niet?
Ze klaagde 's morgens aan de deur
haar nood aan de buren van links en
van rechts en het was niet te verwon
deren, dat ook mevrouw Van Ginkel
van haar beslommeringen kennis had
genomen en er in eigen huis eens wat
over vertelde.
Als men niets beters te doen had,
was het wel gezellig om er eens naar
te luisteren, maar ir. Steensma inte
resseerde zich dadeijk meer voor de
levende Duitser dan voor de dode
scholletjes en liet zich de ramen van
de verhuurde bovenkamer wijzen, van
waaruit men precies op het huisje van
de chauffeur Van Ginkel kon kijken.
Hij dacht aan de Duitse pension
gast in het dorpje, waar jonkheer Van
Waardenburg zijn intrek had geno
men en interesseerde zich nog meer
voor zyn geheimzinnige buurman,
toen hij tot de ontdekking kwam, dat
de man vrijwel altijd voor het venster
zat en blijkbaar niets anders te doen
had dan naar buiten te kijken.
Hy liep de straat eens in en zag,
dat de man geen blik van em af had.
'Het was een klein heertje met een
bolrond hoofd, die een bril droeg met
dikke hoornen randen en zodra hy
hem voor het raam zag staan, kreeg
Steensma de indruk, dat hij hem meer
gezien had, maar hy trachtte zich te
vergeefs te herinneren, waar en wan
neer dat geweest was.
Hy overdacht de mogelijkheid, dat
hy opnieuw geschaduwd werd, wat
ditmaal vry gemakkelyk was, omdat
men het pand van de familie Van
Ginkel niet aan de achterzijde kon
verlaten.
(Wordt vervolgd).