Danny McCarihy verbouwereert Amerika Morgenavond tegen de Finnen SCHUDT UW LEVER WAKKER De vijfling van Dionne is vijftien jaar geworden Residentie Hij wordt Duitser - en stelt daarmee probleem in het licht der publiciteit Misschien goed bedoeld, maar foutief een Zonder Abe Lenstra en Timmermans Herkeuring van afgekeurden Het Radioprogramma Be «fin de dag met IVOROI Onze Damrubriek lüH 11 HIS Gratificatie rijkspersoneel Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Onbekende toekomst ondanks veel geld Reorganisatie van het Hoger Onderwijs UNCI nodigt' Hamid II uit AVONTUUR (Van onze correspondent te New York) r*ANNY MCCARTHY is de 22-jarige u jongeman, die zjjn nationaliteit er aan heeft gegeven om Duitser te mo gen worden. Dat er terwijl er in West-Europa millioenen zijn, die zich op de lijst voor emigratie naar Ame rika hebben laten plaatsen nu eens een enkeling is, die niets liever wil dan een enkel reisje voor het leven New York—Bonn nemen, is op zich zelf niet zo bijzonder. Onder die 150 millloen Amerikanen zullen er wel meer z(jn, waardoor een streepje loopt, zult ge zeggen. Maar het staat wel vast dat Danny McCarthy, ondanks zijn prille 22 jaren, zijn vrienden in Amerika bevestigen, niet tot deze laatste categorie behoort. Er is geen vrouw in het spel en zijn vrienden in Amerika bevestigen, dat hij emotioneel zo stabiel k als men dat van iemand van zijn leeftijd kan ver wachten. Bovendien: de trek naar Europa is de laatste tijd steeds sterker geworden. Reisbureaux kunnen u vol trots de statistieken laten zien van de stijgende aantallen Amerikaanse stu denten, die de zomer gebruiken om uitvoerig door Europa te reizen. Parijs stikt van de Amerikanen studenten, schilders, schrijvers die zich in het gemoedelijker leven van Europa beter thuis voelen dan in het straffe tempo van hun eigen land. Talloze hunner blij ven in Europa wonen maar weinigen hebben dat op zo'n dramatische manier gedaan als Danny McCarthy, voor wie de Amerikaanse nationaliteit niet goed genoeg meer was. Danny is Duitser geworden; maar er zijn in het recente verleden ook Ame rikanen geweest, die Russen wilden worden; en een Engels perschef in Moskou deed al evenzo; een andere Brit, George Bidwell, die de activiteit van de British Council in Warschau leidde, werd plotseling Pool, omdat hij zich niet kon verenigen met Engelands rol als deelgenoot van „Amerika's mi litante imperialisme", zoals hij dat zei. Dit alles heeft voor Amerikanen de kwestie van Danny McCarthy des te pikanter gemaakt. De bladen hebben meer regels aan Danny gewijd dan aan de conferentie der Grote Vier in Pa rijs; de radio-commentators belichten mogelijke en onmogelijke aspecten van het geval; en één televisie-station is zover gegaan om 'n heel programma te wijden aanhet foto-album van Danny, alsof de bewegingloze plaatjes van kinderstoel tot eerste lange broek ook maar enige bijdrage voor een beter begrip van het verschijnsel zouden kunnen vormen. Garry de Idealist. Toen ruim een jaar geleden Garry Davis zijn merkwaardige campagne voor de „Wereldburgerschap" begon, droegen de meeste Amerikanen hun jeugdige landgenoot zeker geen kwaad hart toe; velen beschouwden hem on getwijfeld als een zonderling;, maar zij, die meenden, dat het hem te doen was om een Hollywood-baantje, via een goed-uitgedachte publiciteits stunt, zijn daarvan reeds lang teruggekomen. De idealen, die hij uitdroeg deden im mers geenszins vreemd aan. Het waren dezelfde idealen, die geleid hadden tot de Unie der Verenigde Staten van Amerika. Dat Garry de eerste phase van zijn arbeidsterrein voornamelijk in Europa zag, was al evenzeer ver klaarbaar. Daar immers was men ideo logisch maar bitter weinig tot toena dering gekomen. Ondanks Benelux en Westelijke Unie is er nog steeds een duidelijk onderscheid tussen Belg en Nederlander, Fransman en Italiaan. En een samenleving van volksgroepen, zoals men die hier in Amerika kent, waar nog zeer Pools voelende Polen in een en dezelfde buurt samenleven met pas uit Italië geëmigreerde Italia nen, zonder dat het ooit tot botsingen komt (terwijl er zelfs zeer veel toena dering kan worden waargenomen) is voor Europa nog een soort utopie. Groot raadsel. Waarom een Amerikaan echter Rus of Duitser zou willen worden, is voor de overgrote meerderheid van dit volk een volkomen raadsel. Het is ongetwij feld waar, dat vooral het Europese Universiteitsleven een fascinerende be koring kan hebben voor de Amerikaan, die hier veeleer naar de Hogescholen gaat om college te lopen in „zaken doen" en „auteurschap" dan om er de exacte wetenschappen te beoefenen. Het contrast, speciaal met de Duitse universiteiten, is ontzaglijk groot. Wie daar n.1. een cursus volgt over het dagbladwezen, zal niet leren hoe in een kleine stad rendabele exploitatie verkregen kan worden, maar moet zwoegen over de „rol van het dagblad in de gemeenschap" en kan zijn graad van doctor cum-laude behalen zonder nog te weten wat de betekenis is van een filetje of een 60 punts kopregel. De zaak van Danny McCarthy zou evenmin veel stof hebben doen op waaien als hij bijv. van Duitse afkomst was geweest. Doch ook dat is niet het geval. En het zonderlinge ervan is, dat zoveel lieden als hij en Garry Davis willen bewijzen, dat onze maatschap pij meer en betere internationale sa menwerking behoeft beginnen met hun paspoort te verwisselen voor een ander, en derhalve in de practijk pre cies het tegenovergestelde doen, dan zij wilden bereiken: een samengaan met andere nationaliteiten! Internationaal denken. Veel belangrijker dan het verschijn sel van Danny en Garry zelf is der halve de publieke belangstelling, die hun daden heeft verwekt. Wij kun nen er maar één reden voor vinden: het toenemende bewustzijn van het Amerikaanse publiek, dat het onver biddelijk gewikkeld is in het gehele in ternationale bestel en mede de verant woordelijkheid draagt voor wat er el ders in de wereld geschiedt. Die ver antwoordelijkheid is een druk gewor den. Zowel financieel als moreel. Per hoofd der bevolking heeft de Ameri kaan gedurende 1948 150 dollar (f 385) aan belasting betaald alleen al om Amerika's buitenlandse verplichtingen te financieren. En nu blijkt, dat on danks Marshall-plan, ondanks Ameri kaanse bezettingen in Duitsland en Ja pan, ondanks de Verenigde Naties, on danks bijeenkomsten der Grote Vier in Londen en Parijs, de wereld geen schrede gevorderd is in de richting van ware politieke ontspanning tussen Oost en West, is men geneigd de hand in eigen boezem te steken en zich af te vragen: maken w ij soms de grote fout? Men vraagt zich af, of Amerika's vorm van democratie tenslotte wel ge schikt is om, in overleg met de Rus sen, tot een blijvende vrede in de we reld te komen. Iq het kort: de Ameri kaan maakt zich ongerust. Over de toekomst, over de huidige koers van zijn politiek beleid, over de mogelijk heid, dat de Russische dictatuur op een gegeven ogenblik toch weer een oorlog zal uitlokken. Democratie bovenal. Het is deze ongerustheid, die hem zoveel belang doet stellen in de de monstratiedaden van Garry Davis en Danny McCarthy. Maar zodra men de feiten gaat analyseren, kan de te leurstelling niet uitblijven: wereldbur gerschap prachtig; wij hebben daar aan zelf een eerste grote stoot gege ven. Maar Duitser worden, of Rus? Oogluikend instemmen met volkeren, die zo gemakkelijk vatbaar zijn voor een dictatuur, die hun de vrijheid af neemt en dwingt tót vervolging van minderheden? Nee daarvoor be dankt men toch. Zeker, er kleven fou ten aan het Amerikaanse systeem; en de regering is niet zonder feilen. Maar het Congres, dat de wil des volks ver tegenwoordigt, is een te gezonde rem; de functionaris, die het te bont heeft gemaakt, wordt er uit gegooid; de par tij, die op het juiste ogenblik het juis te politieke programma presenteert krijgt tenslotte de stemmen. Na een week van stomme verbazing en verbijstering begint men Danny te vergeten. Het is zijn goed recht om zijn nationaliteit er aan te geven; maar verder is het met zijn betekenis ge daan. D2t is in g»en geval een oplossing voor de problemen, die de Amerikaan bezig houden. en n ztilt 's morgens weer kiplekker uit bed springen. Elke dag moet uw-lever een liter gal in uw Ingewanden doen stromen, and"8 teert uw voedsel niet, het bederft U raakt verstopt, wordt humeurig en 'oom-N eem a plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter gal op te wekken en uw spi s- vertering en stoelgang op natuurlijke wijz* te regelen. DIJ HET VERTREK van het Neder- lands elftal naar de Scandinavische landen schreven wij, dat de ontmoeting tegen Denemarken ongetwijfeld zwaar der zou zijn dan die tegen Finland. De Denen werden verslagen en wij zouden dus met groot optimisme de strijd tegen de Finnen kunnen afwachten. De ver houdingen liggen thans echter geheel anders dan vóór de wedstrijd tegen De nemarken. Zondag kwam een betrekke lijk vers Oranje-team in het veld tegen een elftal dat als favoriet werd getipt. De elf Nederlanders in het Idraetspar- ken wisten dat zij zich tweemaal drie kwartier volkomen moesten geven om een gunstig resultaat te kunnen boeken. Het is maar zeer de vraag of die prik kel ook aanwezig zal zijn in Helsinki bij een Nederlandse ploeg die verzwakt is door het niet meespelen van Abe Lenstra en Timmermans en bovendien een vermoeiende reis achter de rug heeft. De Finnen zijn aanmerkelijk zwakker dan de Denen, dat staat vast, doch zij hebben het voordeel dat zij het veld inkomen met de wetenschap dat zij niets te verliezen hebben. Bovenstaand j overwegingen kunnen weieens oorzaak zijn dat het Oranje team op onverwachte tegenstand zal stuiten, zodat zeker niet het rekensom metje opgaat: van de Denen werd met 21 gewonnen, dus van Finland zullen wij met grotere cijfers winnen. Natuur lijk de mogelijkheid is er, maar dan mogen de tegenstanders niet onderschat worden. Tweede wedstrijd tegen Finnen. Zeven-en dertig jaar geleden vond de eerste voetbalwedstrijd plaats tussen de vertegenwoordigende elftallen van Fin land en Nederland. Het was tevens het laatste voetbalcontact, dat wij met de Finnen hadden. De 9—0 overwinning, die toen werd behaald, biedt dus geen enkel houvast ten aanzien van het voet- balpeil in Suomi. Meer zegt de 40 ne derlaag tegen het Engels B-elftal, een resultaat dat gelijk is aan dat van ons Bondselftal, zij het dan ook dat de En gelsen hier een sterker team hadden geformeerd. Radioreportage. De interlandwedstrijd tegen de Finnen zal over Hilversum I op de 301 meter band worden uitgezonden. Om 17.55 uur zal de reportage, welke door Aad van Leeuwen wordt verzorgd, aanvangen. De uitzending sluit om 19.50 uur. Bij de Tweede Kamer is ingediend het wetsontwerp tot herkeuring van afgekeurden. In de memorie van toe lichting op dit wetsontwerp wordt o.m. gezegd, dat de voorgenomen her keuring voornamelijk moet gelden voor de lichtingen, ouder dan die van 1941. Het is de bedoeling, de gelegen heid tot herkeuring open te stellen tot ongeveer de normale leeftijdsgrens, die er bestaat voor de dienstplichti gen met de rang van officier, dus tot omstreeks 45 jaar. HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten cm 6, 8 en 11 uur. VARA: 6.20 Gramo- foonplaten. 6.30 Strijdkrachten. 7.00 Lezingen. 7.15 Blaaskwartet. -- VPRO: 7.30 Voor de jeugd. VARA: 8.10 Holland Festival. 9.05 Malando. 9.30 Verkiezingsuitslagen. 10.45 Er zijn maar weinig.... 11.15 Verkiezingsuit slagen. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten o.n 7, 8 en 11 uur. NCRV: 6.00 Onze Nederlandse koren en korpsen. 6.30 Orgelcon cert. 7.15 Nieuws uit Indonesië. 7,45 Piano duo. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Verkie zingsuitslagen. 9.45 Holland Festival. 10.25 Viool en piano. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Kamerorkest, 11.30 Muziek. VOOR DONDERDAG HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. AVRO: 8.15 Ochtendvaria. 12.00 Deens-programma. 1.20 Aansluiting B.B.C. 5.55 Voetbalreportage „Fin land—Nederland". 8.05 Prof. Dr. T. H. Rut ten. 8.15 Holland Festival. 10.40 Viool en piano. 11.15 Promenade-orkest. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. KRO: 8.30 Hoogmis. 12.33 Metropole-orkest. 1.20 „Om en om". NCRV: 6.15 CNV-kwartier. 6.30 NCRV-koor. 7.15 Nederlandse organisten. 8.05 Programma-proloog. 8.15 Plaatvaria. 9.00 Be tekenis van de Gemeenteraadsverkiezingen. 9.15 Gramofoonmuziek. 9.30 „Vrij en Blij", Tanden blank en rein; aden fris als morgendauw. Oplossing probleem 70 (auteur H. N. J. Winter). Stand: Zw. 7 sch. op: 5, 8, 9, 15, 16, 20, 40 en dam op 6. Wit 8 sch. op: 17, 19, 21, 22, 28, 29, 34, 45. Opl.: 1. 29—24 (16 x 18), 2. 19—13 (6 x 19 sl. 4 sch.), 3. 13 x 2f (20 x 29), 4. 45 x 14!! wint. En nu nog even 't volgende standje: Zw. 5 sch. op: 23, 24, 33, 34, 45. Wit 5 sch. op: 32, 35, 43, 44, 48. Zwart aan zet verliest door 3338? want wit liet volgen: 3228 (38 x 40), 28 x 39 (45—50 gedw.), 35 x 44 (50— 45 gedw.), 44—40 (45 x 43), 48 x 39. Ter oplossing voor deze week: Probleem 71 van M. Hendrinks Jr. iü IP 1P Zw. 9 sch. op: 7, 8, 12, 18, 19, 24, 28 29 36 Wit'9 sch. op: 16, 38, 39, 40, 41, 43, 44, 45, 48. Wit speelt en wint. Naar het ANP verneemt is te ver wachten, dat met betrekking tot het geven van een gratificatie aan rijks personeel de regering dezelfde ge dragslijn zal volgen als verleden jaar, dat wil zeggen, dat aan hen, die een salaris hebben van minder dan 4560 over 1949 een gratificatie zal worden toegekend van 2 pet. van het salaris, met een maximum van 50 gulden per persoon. 87. Pim omhelst zijn vriend Pepi dankbaar. „Zonder jou had ik het nooit gered", roept hij uit. „Jongens, wat heb ik genoten", zegt (Pepi met een voldaan gezicht. Wat kon ik ze gced raken vanuit die luchtkoker! Maar ik moet zeggen, dat jij die zeerovers steeds goed in dit hoekje onder de luchtkoker hebt gelokt. „Maar ik wil je wel bekennen, dat ik doodsangsten heb uitgestaan", bekent Pim. Toen die tweede zeerover met die grote knots op mij afkwam". „Maar je ziet, het is sterk met ons apen, één slag en ze lig gen op apegapen", roept Pepi vrolijk. „Kijk eens hoe lief ze daar liggen te slapen". „Ja maar laten we ze binden, voor ze weer tot bewustzijn komen" zegt Pim angstig. „Daar ben ik voor te vinden, laten wij ze stevig binden", roept Pepi en pakt meteen een grote rol touw, die hij om de bewusteloze zeerover heenwikkelt. J^EYTH MTNRO, een Amerikaanse journalist, is een der weinigen, die de beroemde Frans-Canadese Dionne- vUfüng in Callander jarenlang heeft mogen helpen. Hij heeft met de vijf zusjes gespeeld, hjj heeft „zelfs" de eerste luiers voor haar aangedragen. H(j zag elk van haar opgroeien van baby tot kind en van kind tot jong meisje. HU werd later haar zaakwaar nemer. Tot de vUfling 10 jaar werd. Op 28 Mei werden de meisjes 15 jaar. Voor de lezers van Collier's schreef Munro zJjn indrukken nu hU haar na 5 jaar weer heeft ontmoet. Als men het plaatsje Callander ver laat om de Dionne-vöfling op te zoe ken, gaat men de weg naar het plat teland in. Daar buiten ziet men dan de oude boerenhoeve van Oliva Dionne en aan de andere zijde van de weg het grote ruime Dionne-home, van gele steen, een beetje uit de toon op die grauwe rotsachtige heuvel met een achtergrond van pijnbomen en sparren Er omheen een omheining van ijzer- draad, zoals al sinds haar geboorte, 15 jaar geleden. Om nieuwsgierigen buiten te houden. Maar de versperring sluit de meisjes zelf ook af van de buitenwereld. Zij weten niet anders meer dan dat zij „omheind" zijn. Men voelt, bij een ontmoeting, dat zij die beschutting dan missen. Er staan drie gebouwen op deze gronden binnen de draadversperring. Het woonhuis van Dionne voor zijn ge zin met dertien kinderen; verder een kapelletje met huisvesting voor de drie onderwijzeressen van de vijfling, non netjes, en dan nog een klein gebouw tje, dat wereldberoemd werd als de Defoe-kinderkamer, thans de school „Villa Notre-Dame". Dit schooltje heeft slechts 15 leerlingen: de vijfling en tien andere meisjes, die de zusters met zorg hebben uitgekozen. Deze „import" moet de meisjes er aan wen nen met anderen om te gaan dan eigen familieleden. Streng tijdschema. De dag is voor de vijfling precies en streng op rooster ingedeeld. Om half zeven staan de meisjes op en wonen in haar eigen kapelletje de mis bij, op gedragen door haar eigen zielzorger pater Poirer. Dan helpen zij moeder het ontbijt klaar maken, doen de af was, maken haar bed op en om half negen beginnen de lessen. Tussen de middag helpen zij weer in het huis houden; zij hebben er beslist alle vijf aanleg voor. Om half twee weer naar school. Tot zes uur studie. Maar na het avondeten is er nog anderhalf uur huiswerk te doen. Zij moeten om half tien naar bed; en al Iaat dit dagroos- ter weinig tijd over voor vrije tijd, zij' doen toch regelmatig aan sport: schaatsen, ski, tafeltennis. Zij kunnen zwemmen en zij zijn goede amazones. En alles binnen de omheining, hoe vreemd het ook klinkt. Zo groeien de vijf op. Zij zijn oud voor haar leeftijd, vertelt zuster Aimee de moederoverste. Zij zijn nu 15, maar njen zou haar al zeker 17 geven. De meisjes zijn ook meer in zichzelf ge keerd dan anderen op die leeftijd. Zuster Aimee gelooft, dat zij echte „psychologen" zijn. Want zij schijnen ieder, die haar ontmoet, te „wikken en te wegen". Dat is geen boosaardig heid van ze! Die karaktertrek schijnt haar door de omstandigheden aange groeid te zijn. Niet zo erg vreemd, als men weet hoe de meisjes van haar ge boorte af tot jaren daarna een soort strijdpunt waren tussen ouders en de staatsopvoeders. Toen zij dat beseften, voelden zij tegenover iedere partij een zekere reserve. De tragiek van dr. Defoe. Eigenlijk was deze situatie een tra gische domheid van vader Dionne zelf zonder dat hij het dóór had. Hij had een contract gesloten aangaande de vijfling met de wereldtentoonstelling in Chicago. Zoiets werd de publieke opinie te bar. En de staat greep in. Dr. Defoe, een korte dikke dorpsdok ter, die het bestaan had de vijfling in het leven te houden hetgeen de me dici nog nooit tevoren was gelukt kreeg toen de zorg voor de kinderen. Hij wilde er „prinsessen van maken". De ouders hadden hun dochters als alle andere kinderen willen zien opgroeien. De tragiek van beroemdheid. Na 5 jaar won de ouderlijke liefde het „gevecht". Langzaamaan ver loor dr. Defoe terrein en in 1941 kre gen de ouders hun kinderen terug. Dr. Defoe stierf in 1943, levensmoe, na zijn verloren geïdealiseerd gevecht. Hij had zijn leven gewijd aan de vijf ling; hij meende het beste voor te heb ben. De meisjes maken een verlegen in druk. Misschien wel schuchter. Dat brengt haar afzondering mee. Yvonne is zo'n beetje woordvoerster bjj een bezoek. Maar toch een tikkeltje koel- beleefd. De meisjes zeggen niet veel op de gewone nieuwsgierige vragen: vind je het huiswerk niet vervelend, kokkerellen jullie graag? Z(j knikken maar eens. Alleen Yvonne en ook Emi- lie zeggen „ja". Maar Marie reageert niet eens. Zij is de stilste van de vijf. Met haar had men het meest getobd. Een zwak hartje bij de geboorte (het enige couveuse-kindje). Telkens gaf dr. Defoe enkele druppels rum. Dan flikkerde het leven weer wat op, maar men was altijd bang voor de volgende dag. Zij woog amper 1% pond. Marie moest, 3 maanden oud, een beenbe handeling met radiumbestraling on dergaan. Het been bleef altijd zwak ker dan het andere. Zij helpt moeder graag in het huishouden. Onzekere toekomst ondanks millioenen. Vraagt men de zusjes wat zij willen worden, dan schudden zij het hoofd. Zij weten het niet. Zelfs haar vader heeft er nog geen idee^van. Hij oppert: muziek. Maar dan toch niet als amu sement, dat hebben de meisjes al la ten doorschemeren. Zij hebben de men sen al jong genoeg moeten „amuse ren" in de eerste 9 jaar van haar le ven: 't publiek mocht toen achter gla» zien, hoe de vijfling zich in de kinder kamer vermaakte. Soms 10.000 bezoe kers per dag. Er zijn zeker 5 millioen van die toeristen op Dionne's hoev» geweest! Zij behoeven zich niet bezorgd te maken over geld. Er is 1.500 000 in de vijfling-fondsen. Zij zijn dus „wel gesteld". Maar zij malen niet om geld. Zij kennen ook niet de genoeglijke „uit jes" en hebben geen vriendjes. Zij leven daar afgesloten, omgeven door een draadversperring. Dat maakt haar het leven niet gemakkelijker. Zij moeten beschermd worden tegen haar eigen roem. Maar eens moeten zij toch leven in de buitenwereld van nu. En wat dab? Zullen zij dat dan kunnen? Staatscommissie biedt rapport aan De staatscommissie, die op 11 April 1946 werd ingesteld om aan de mi nister van Onderwijs, K. en W. rap port uit te brengen inzake de ver nieuwing van het Hoger Onderwijs, heeft haar arbeid afgesloten en haar rapport aan de regering voorgelegd. Zij stelt daarin voor een geheel nieu we Hoger-Onderwijswet tot stand te doen komen, waarbij onder meer aan de Technische Hoogeschool een eigen plaats in die wet wordt toegekend. Voorts stelt de commissie vast, dat docerend en ander personeel zal moe ten worden uitgebreid en, dat de sala riëring moet worden verbeterd. Voorts dient zorg te worden gedragen voor een aan de eisen der wetenschap aangepaste materiële outillering in de vorm van goed uitgeruste laboratoria enz. Hoogleraren moeten meer vrije tijd krijgen voor wetenschappelijk on derzoek. De commissie adviseert aan de be staande rangen van hoogleraren en leden van de wetenschappelijke staf enkele toe te voegen, teneinde passen de honorering te verkrijgen. Voorts adviseert de commissie de instelling van een Hoge Academische Raad, van sub-faculteiten en de invoering van enkele nieuwe titels. De U.N.C.I. heeft een uitnodiging gezonden aan Hamid de tweede, de voorzitter van de B.F.O., waarin de sultan en vijf andere7 vertegenwoordi gers van gebieden in Indonesië, an dere dan de republiek, leden van ,de B.F.O., uitgenodigd worden deel te nemen met voorbehoud- van rechten, aanspraken en posities der partijen in de besprekingen, welke momenteel te Batavia worden gehouden onder auspiciën van de Unci". Deze formele uitnodiging is een ge volg van het besluit d.d. tien Juni van de Nederlandse en Republikeinse delegaties. Tijd en plaats van de eerste bijeenkomst, waarbij de ver tegenwoordigers van de B.F.O. uitge nodigd zullen worden, zullen nader door de UNCI worden vastgesteld. 120 IN DE DOOR tjeerd adema Hij bedankte mevrouw De Leeuw hartelijk voor de gastvrije ontvangst en nam in de vestibule met enke e Voorden afscheid van haar dochter. „U vergeet toch onze afspraaK niet?" zei ze hartelijk, „u komt zodra u in gevaar verkeert. Wij zullen hier Vel een veilige schuilplaats vinden Hij dankte en keek haar aan. Als op de middag van de confron tatie vonden hun ogen elkaar en y voelde zich weer wegzinken in i klaarblauwe diepte. Een woord steeg hem uit het maar hij sprak het nog niet uit. „Astrid!" Hij opende vlug de deur en Rep haastig naar de auto. D« chauffeur Van Ginkel had het deurtje van de cabine al openge maakt en deelde hem mede, dat hy net op tijd buiten was gekomen, om dat hij Van Ginkel bang was, dat meneer hem misschien niet ge hoord had en daarom juist van plan was „nog effetjes een drukkie op de toeter te geve". DE BLAUWE CHEVROLET Toen ir. Steensma van zijn hospita hoorde, dat „die vrouw van hierover" ook een huurder voor haar kamer had gevonden, interesseerde hem dat maar matig. Het was, zelfs bij volle maan, niet elles rozengeur en maneschijn in de straat der witte rozen. Er woonden heel wat Leidse burgers, die moeite hadden het moede hoofd boven wa ter te houden en in een stad, waar Minerva zetelt, zijn in de regel meer kamers welke te huur staan dan stu denten, die er in trekken. De kwestie kreeg een geheel ander aanzien, toen zij de volgende mor gen vertelde, dat dè man, die de ka mer aan de overkant gehuurd had, een buitenlander was en dat juffrouw Van Houten een stukadoorsweduwe, die als zijn hospita fungeerde hem niet verstaan kon. Ze had vis gekocht en toen me neer, die tussen twee haakjes dol op gebakken scholletjes bleek te zijn, de schotel had zien staan, had hij iets van „aufbringen" gezegd en de juf frouw had daaruit begrepen, dat hij dacht, dat hij de vissen zag „opsprin gen". Zij had uitvoerig van nee geschud en gewezen, dat ze allemaal openge sneden en schoongemaakt waren, maar toen had hij weer Iets gezegd van „obenbringen", terwijl hij toch zien kon, dat de beesten zich niet meer bewegen konden, omdat zelfs de kop pen d'r af waren. De stukadoorsweduwe had zich ten einde raad aan een vrije Duitse ver taling van „ze bennen ommers hard- stikke dood' gewaagd en toen had hij geknikt en gezegd: '„Sie können sie aufbringen". „Je kunt, wat mij betreft zelf op springen", had de weduwe toen ge dacht, maar ze had dat natuurlijk niet gezegd, want ze was veel te blij, dat ze de kamer goed verhuurd had, maar later was er een man geweest, die in Duitsland gewerkt had en die had verklaard, dat die man blijkbaar zin in een visje had en haar alleen had willen beduiden, dat hij ze boven bij zijn maaltijd wilde hebben. Juffrouw Van Houten was een nog jonge en aantrekkelijke weduwe, die graag met haar huurders een gezellig praatje maakte. De vorige was een levenslustig student geweest en ze had zich, op hoop van zegen, van haar be scheiden inkomsten de aankoop van een aardig bloesje en een plooirokje gepermitteerd om, als ze hem 's avonds de koffie bracht, zo verleidelijk mo gelijk te voorschijn te kunnen komen. Je kon toch nooit weten, nietwaar? Ten slotte was de Pa van de jonge man verschenen, die niet zo dom bleek als zijn zoon had kunnen worden. Die had hem een minder gevaarlijk onder dak by een oude aansprekersweduwe bezorgd en zij juffrouw Van Hou ten had nu die isegrim op kamers gekregen en allegesprekken na tafel waren onmogelijk geworden, omdat je de man doodgewoon niet verstaan kon. Ze had zich dat heel anders voorge steld en het geld voor een nieuw per manentje al op zij „gelegen", maar als je de zaken goed bekeek, kon ze de centen wel sparen of er nog beter een dictionnaire voor kopen. Waar of niet? Ze klaagde 's morgens aan de deur haar nood aan de buren van links en van rechts en het was niet te verwon deren, dat ook mevrouw Van Ginkel van haar beslommeringen kennis had genomen en er in eigen huis eens wat over vertelde. Als men niets beters te doen had, was het wel gezellig om er eens naar te luisteren, maar ir. Steensma inte resseerde zich dadeijk meer voor de levende Duitser dan voor de dode scholletjes en liet zich de ramen van de verhuurde bovenkamer wijzen, van waaruit men precies op het huisje van de chauffeur Van Ginkel kon kijken. Hij dacht aan de Duitse pension gast in het dorpje, waar jonkheer Van Waardenburg zijn intrek had geno men en interesseerde zich nog meer voor zyn geheimzinnige buurman, toen hij tot de ontdekking kwam, dat de man vrijwel altijd voor het venster zat en blijkbaar niets anders te doen had dan naar buiten te kijken. Hy liep de straat eens in en zag, dat de man geen blik van em af had. 'Het was een klein heertje met een bolrond hoofd, die een bril droeg met dikke hoornen randen en zodra hy hem voor het raam zag staan, kreeg Steensma de indruk, dat hij hem meer gezien had, maar hy trachtte zich te vergeefs te herinneren, waar en wan neer dat geweest was. Hy overdacht de mogelijkheid, dat hy opnieuw geschaduwd werd, wat ditmaal vry gemakkelyk was, omdat men het pand van de familie Van Ginkel niet aan de achterzijde kon verlaten. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 3