Afscheid van dierbare
dingen
RED RIVER
Culiureel Nieuws
In Amsterdam bij Ice-Follies 1949
HET NIEUWE BOEK i
99
Veel geluk en veel zorgen, veel jaren van harde
arbeid blijven achter in Noord-Holland
Het oog gericht op de
toekomst!
Lied van de week
Vaderdag
SYMPHONIE VAN LIJN EN RHYTHME
Nieuwe Western in goede oude en grootse stijl
99
ZATERDAG 18 JUNI 1949
Vijf mensen gingen naar Canada 1
Op de Nieuw Amsterdam.
LANGZAAM, HAAST ONGEMERKT KOMT de scheepswand vry van de
kade. Het moment van vertrek is aangebroken. De talloos vele mensen
die zich voor ramen en deuren en langs de kanten verdringen, komen al meer
en meer in beweging. Wuivend en roepend en zwaaiend me? daXn en mut
sen wordt het laatste contact met de schepelingen onderbroken. De schijn
bar zo nietige sleepbootjes hijgen in de trossen en sjorren van jewelste. De
..Nieuw Amsterdam gaat de Waterweg op. Dan plots weergalmen zwaar en
Indrukwekkend drie korte stoten van de stoomfluit over de oude Maasstad.
De schelding is definitief en een nieuwe vaart is begonnen.
heden het stuk grond zouden kwijt ra
ken waarop Vader reeds meer dan 25
jaar zijn koeien weidde en molk en
waar hij ze ook opstalde. En het werd
beslist ernstig, toen nog vóór het ein
de van de winter het vee weg moest
en de stal gesloopt. Nu was dit laatste
niet zo'n erg mirakel, maar goede
raad was op dat moment toch duur.
Bovendien werkte destijds de weder
opbouw nog met roestige gewrichten
en de aannemers al met „ronde bedra
gen". Kortom: de wereld werd ons
erg benauwd en toen dan ook op een
vroege voorjaarsavond opnieuw deze
zaak ter sprake kwam, werd het plan
om te emigreren door de familie niet
gek ontvangen. Daar toch, in Canada,
zou grond genoeg zijn, daar toch zou
den we weer verantwoord aan een
direct doel kunnen werken, wij samen,
ouders en kinderen.
ALLEN, Vader, Moeder, Dirk en
Artje en ikzelf staan langs de
ralüng en kjjken neer op al het
gewriemel op die rommelige kade, wel
ke kalmpjes-aan schjjnt weg te dry-
ven. Er wordt eerst niet veel gezegd.
W|j zijn aangeraakt door een onbe
kend, klemmend gevoel, dat plotseling
een brok In je keel doet schieten. Maar
toch houden allen zich goed en als eni
ge uren later Hoek van Holland achter
ons verdwijnt is ook dit laatste af
scheid achter de rug.
Dit dan is het voorlopige, maar tast
bare resultaat van het plan, dat pre
cies een jaar geleden op een Zondag
avond binnen de familiekring werd
opgeworpen, het plan n.1. om gezamen
lijk naar Canada te emigreren. Al ge
ruime tijd was er sprake van, dat wij
als gevolg van militaire werkzaam-
CALZBURG BLIJFT in vele opzichten
de wereld van Apollo. In Juni
1950 zal er de eerste internationale
„Muziekolympiade" beginnen, waartoe
alle volkeren der wereld uitgenodigd
zullen worden. Deze Olympiade, uniek
in de cultuurgeschiedenis der mensheid,
zal gedurende de eerstkomende jaren
telkens in Juni in de geboortestad van
Wolfgang A. Mozart gehouden worden.
In 1950 is het de Olympiade voor zang
(zowel voor solisten als voor koren). In
het daarop volgende jaar vinden inter
nationale wedstrijden voor instrumen
ten plaats; het jaar 1952 zal aan de dans,
de dansmuziek en aan de kerkelijke
muziek gewijd zijn, terwijl in 1953 com
ponisten op alle gebieden van de toon
kunst naar de palm zullen dingen.
Om het tekort aan huisvesting tijdens
de „Salzburger Festspiele" op te van
gen, zullen enkele z.g. „camping-hotels"
worden ingericht. Dit zijn montage
gebouwen, die in Oostenrijk zelf wor
den gefabriceerd.
Ter gelegenheid van de Strauss-her-
denkingen in Oostenrijk heeft de Oos
tenrijkse „munt" een Straussmedaille
geslagen met het portret van de compo
nist. Door de Oostenrijkse PTT wordt
een herdenkingszegel uitgegeven.
De Wiener Sangerknaben zijn op
tournee in Zuid-Amerika.
Zorgen, zorgen
Het is natuurlijk gemakkelijk te be
grijpen, dat Dirk en Artje en ikzelf
er onmiddelljjk vierkant vóór waren.
Maar voor Vader en Moeder was dat
natuurlijk iets Einders. Voor hen zou
een gedeelte van hun leven worden
afgesloten, waarin zij naast veel, zéér
veel zorgen en leed ook hun hoogste
geluk hadden gekend. Bijna dertig ja
ren ploeterde en zweette Vader nu al
om zijn vee te onderhouden en te
verzorgen; parken, sportvelden en wei
den werden in die jaren met de zeis
gemaaid en hij was met al dit werk,
met al die mensen waarmee hij werk
te en met zijn paard en koeien ver
groeid. Dit nu, wat hij na al die jaren
werken onder Hollandse hemel had
bijeengegaard, was hem niet in de
schoot gevallen. En ook Moeder, die
zelf een jeugd van hard boerenwerk
heeft gekend, zette destijds de bieten
op stuk, terwijl de kleine in het luwtje
van wat stro zijn zuigelingen-slaapje
deed. Voor hen betekende emigratie
méér dan alleen maar „weggaan" en
„Engels leren". Maar de banden wer
den nauw aangehaald, terwijl er voor
de kinderen op eigen bedrijf helemaal
niets overbleef. En zo kon dan de zo
terloops gedane emigratie-suggestie
tot een vast plan rijpen.
De eerste brieven gingen zee in, er
werd nauwer gekeken bij de huishou
delijke uitgaven en wij praatten tot
laat in de avond over tractoren, prai
riën en paarden totdat Dirk s nachts
van ontembare mustangs droomde en
Artje zich al bezorgd maakte, dat ze
geen tractor kon rijden. Maar, ondanks
dat en de ontzaglijk trage gang van
zaken kwam er toch langzaam maar
zeker schot in de zaak en kregen wij
begin Mei het bericht, dat wij a. h.
einde van de maand konden vertrek
ken. Gelukkig, dat was tenminste iets
en Dirk en ik rekten nog eens extra
de spieren om het bedrijfje zo goed
mogelijk te kunnen verkopen. De
nieuwe eigenaar was (hoe bestaat het)
gauw gevonden en ook Gusta, ons
paard, kreeg een andere baas. Dit wa-
ren allemaal voor Moeder en vooral
voor Vader erg moeilijke en vervelen
de dingen. Maar met welk een be
wonderenswaardige opofferingsgezind
heid sloegen zij zich door alles heen!
En met diezelfde kracht werd ook de
laatste dag geleefd. Vader schudde
vele handen en kreeg uit handen van
een deel van de vrienden, welke hij zich
gemaakt had, een gouden vulpen.
Moeder nam afscheid van haar beide
getrouwde kinderen, die met hun ge
zinnen (voorlopig) achterblijven, een
hand, een zoen en dan draait zy zich
om en duwt haar zakdoek tegen haar
ogen...... Vader kijkt wat afwezig en
ik weet, dat het héél moeilijk voor hem
is.
De toekomst.
AAR AAN alle dingen, lelijk en
mooi, komt een einde. Zo ook aan
de tijd van plannen maken en afscheid
nemen. Nu zit ik aan een aardig bu
reautje, terwijl de scheepsmotoren
alles doen trillen en ik het water hoor
klotsen tegen de wanden. Holland ligt
ver achter ons en Den Helder nog ver
der. Véél bleef achter, dat wij wellicht
nooit zullen weerzien, of later, veel
latermaar dan eerst nadat wij
ons van echte HollEindse burgers tot
volwaardige Canadezen hebben opge
werkt.
Vergeten echter kunnen en zullen
wy Den Helder nooit. Daarvoor was
dat deel van ons leven te groot en te
veel bewogen. Voor de eerste maal in
ons leven verdween de zon achter een
vreemde horizon. Southampton en
Le Havre komen eerst nog, voordat
de steven naar New-York wordt ge
wend. Veel vreemds en veel moeilijk
heden zullen ons wachten, maar wij
allen zijn er van overtuigd, dat (a!s
zovele duizenden vóór ons) wy het
beste zullen geven, dat in ons is.
Tot weerziens, allemaal in Noora-
Holland!
GOVERT J. DE JONG.
Laat ie fijn zijn, kameraden,
Morgen is het vaderdag.
Dat geeft vreugde in den lande,
Meer dan enig ding vermag.
Heus, mijn borst zwelt al van
blijdschap
En mijn neus krult van plezier.
Morgen vaderdag.' en daarom
Span ik nu vol vreugd mijn lier.
't Is toch ook niet meer dan
billijk,
Dat men eens aan vader denkt.
Vrijwel niemand, die gewoonlijk
Aan die stakker aandacht schenkt.
Brengt de ooievaar een kleintje,
Dan draait alles Om mama.
Zij krijgt allerhande lekkers,
Maar geen schepsel denkt aan pa.
Vaderdag! ditmaal geen bloemen,
Taart, textielgoed of servies.
JDassensokken, drank, sigaren,"
Dat is héden het devies.
Daarvan spreken d' advertenties
Waar de krant weer vol mee
staat.
't Is dl vaderdag m'n vrinden,
Wat de klok op heden slaat.
Viel hij nu maar op 1 Juli,
Dan was 't dubbel feest in
't land,
Want dan raken' wij, o wonder,
In- en tevens uit de brand.
Heel ons landje hult die dag zich
In één grote rookkolom.
Zelfs mijn vriend de filosoof en
Onze Jeremia Blom.
Ja, bij déze vreugde, mannen,
Zinkt de vaderdag in 't niet.
't Gaf mij ook de inspiratie
Voor mijn wekelijkse lied.
Want dit is het mooist cadeautje
Dat men ons wel geven kon.
Morgen vaderdag en tevens
De tabak straks van de bon.
JABSON
AMSTERDAM-ZUID DEED DIE AVOND DENKEN aan een woestijn, *o stil,
zo vaal, zo volledig vereenzaamd. Het was er zo desolaat als het alleen maar
desolaat kan zijn in Amsterdam-Zuid op een Zondagavond tegen half negen.
Er was niet véél waaraan een mens zich kon verheugen. Alleen het chocomel-
meisje lachte haar bruine, gezonde nutricia-lach op het affiche van Neêrlanda
gezondste drank. En een coca-colameisje lachte even hardnekkig in de wijde
straat, die als een leeggestroomd kanaal door de bakstenen woestenij liep.
Maar ergens in Zuid rumoerde het. Daar werden tientallen luxe auto's gepar
keerd, nieuw, glanzend en luxueus, stuk voor stuk demonstraties van armlastig
en verpauperd Holland. Er stonden
touringcars uit Groningen en Gelder- .•wavI-N/I <r I I I (TMTn A ITVl CU
land. En honderden fietsen. Het was I vj) U I r I l-rl I )/AII |vj)!i
nabij het Rai-gebouw dat lag te zwem- PODIUM'
men in het stekende licht van helle
daglichtlampen. Aan de gevel stormde een welgevormde dame door al dat ver
blindende licht. Ze zag er goed uit. Ze had schaatsen aan de voeten en die
schaatsende dame verkondigde de mensheid dat er binren in dit gebouw een
ijsrevue liep: „Ice-Follies 1949".
Ik zei u al dat Zuid die avond een woestijn was en ik schoof de deuren door,
die toegang boden tot de Ice-Follies.
Nee, 't Raigebouw was uitverkocht zei de man, maar hij wilde wel eens
vragen of er nog een fauteuil over was. Je kon nooit weten en misschien had
ik geluk, zei het onpersoonlijke wezen in een admiralerig uniform. Laat ik nu
geluk hebben! De fauteuil was er! Mijn vreugde kende geen grenzen en over»
trof zelfs m'n verbijstering over de bijna vijf guldens die deze fauteuil kostte.
Ernest O. Hauser: „Gemaskerde
Mensen"; Uitg. Zuidhollandse
Uitg. Mij., Den Haag.
Een zeldzaam, mooi uitgegeven ver
taling uit het Engels van het beste
boek, dat wij ooit over de Japanners,
hun denken en hun doen, hebben ge-
De geschiedenis van een ge
mengd bericht.
In dit bij de uitgeverij „Phoenix"
verschenen boek, in Frankrijk be-
kroona met de Prix Goncourt, wordt
een gemengd bericht uit de krant
ontleed. Een bericht, waarin sprake is
lezen. De schrijver, een Amerikaan, van moord op een jonge vrouw door
die lang tussen de zonen en dochters haar echtgenoot,
ALEXANDER POESJKIN
Dezer dagen is alom in de Sow-
jetunie de 150ste geboortedag
herdacht van Alexander Sergeje-
witsj Poesjkin, een van de grootste
Russische dichters.
Wij kondigden reeds aan dat in Den
Haag in het kader van het Holland
Festival een tentoonstelling van mo
derne strijkinstrumenten zal worden
gehouden. De expositie wordt gehouden
in het Gemeentemuseum Stadhouders-
laan 41 en wel van 19 Juni tot 17 Juli.
MADAT DE BEROEMDE „Stephans-
dom" te Wenen reeds verleden jaar
van een betonnen dak voorzien werd,
is kortgeleden de ijzerconstructie voor
het puntdak klaar gekomen. De voor de
afwerking benodigde 250.000 dakpannen
Worden door een Tsjechoslovaakse fa
briek geleverd en in het voorjaar van
1950 zal het historische dak in zijn oude
glans hersteld zijn.
Orson Welles, de Amerikaanse cineast
®n filmacteur, die een belangrijke rol
speelt in de „Zwarte Roos" waarvan de
eerste scenes te Ouarzazate zijn ver
filmd, is te Mogador aangekomen, be
hoord door de mooie omgeving en de
oude stadswallen en heeft besloten er
*ijn „Othello" te filmen.
In de Beurs te Charleroi is een inter
nationale tentoonstelling van teken
kunst en kunstgeschiedenis geopend.
Het oudste lid van de Synode en
hoge vertegenwoordiger van de evange
lische kerk dr. Josef Kreneck is op 64
Jarige leeftijd te Praag overleden. Hij
studeerde theologie te Wenen en New
York en was doctor honoris causa aan
verschillende buitenlandse universitei
ten.
van Nippon leefde, is doorgedrongen
tot de, voor Westerse begrippen zon
derlinge en absurde psyche van de
Japanners. En hij schrijft er zó goed
en zó indringend over, dat zijn boex
instructiever is geworden dan stapels
verhandelingen van vele deskundigen.
Uitermate interessant.. En typogra
fisch een juweeltje!
Inhuldiging 1948.
Bij het Uitgeversbedrijf „De Spie-
ghel" in Amsterdam verscheen een
klein boekje over de inhuldiging van
Koningin Juliana, dat zijn waarde
vooral ontleent aan de fraaie kleuren
foto's.
Hans Martin; Danseresje; Uitg.
Strengholt, Amsterdam.
De negende druk van het nog altijd
frisse en boeiende boek, dat Hans
Martin in 1909 schreef. Het was zijn
eersteling en hij behoeft er zich, nu hij
veertig jaar later gepensionneerd
directeur van de K.L.M. is geworden,
stellig niet voor te schamen. Het
wordt nog graag gelezen!
Jean Jacques Gautier, de schrijver,
heeft op dit gegeven een boeiende ro
man gebouwd en daarin het leven van
een gewone Franse arbeider in het
licht gesteld. Het geeft een wrang
beeld van zijn drie huwelijken, waar
van twee een positieve mislukking
werden. Alleen het middelste brengt
hem enig geluk, doch slechts kort,
want de dood maakt een einde aan 't
sprankje levensgeluk. Daaraan vooraf
gaat zijn huwelijk met een meisje uit
zijn eigen dorp, een meisje dat „naar
hoger" streeft en hem weet te bewe
gen naar Parijs te gaan, waar alles zo
veel beter en gelukkiger zou zijn dan
in het eenvoudige mijnwerkersdorp.
Tenslotte is er dan de verbintenis
met de immorele Fernande, welke tot
een catastrophe leidt en hem ertoe
brengt eigen rechter te spelen en een
einde te maken aan dit leven, dat
slechts erop schijnt ingesteld om dat
van anderen te verwoesten.
Een wrang boek zonder veel levens
vreugde, maar een aangrijpend stuk
werkelijkheid, door de Franse auteur
knap en boeiend verteld. B.
|_JET WaS geen fauteuil! Het was een
stoel. Vastgespijkerd aan tientallen
andere stoelen, zoals ze bij u thuis en
bij mij in de keuken staan. Te slecht
voor de kamer, te goed voor de schuur.
Nu ja, een kniesoor die daarover valt.
Ik zat tussen een kleine drie of vier
duizend volksgenoten en begreep in
eens, dat dit de reden was, dat het zo
stil in Amsterdam was. Deze volks
genoten rookten, dronken limonade,
aten ijs-met-slag, lachten en praatten.
De voorstelling was nog net niet be
gonnen.
Daarna kwam een heer, wiens rok-
costuum van aanzienlijk beter kwali
teit was dan de uitspraak zijner moe
dertaal. Hij had het over de nationale
en internationale kampioenen en hij
poogde oprecht geestig te zijn. Het was
tragisch, maar hij was alleen maar ver
velend. Als verontschuldiging moge
dienen, dat hij voor de dertigste maal
in successie geestig moest zijn. Hij was
geen artist. Alleen maar een goedge-
klede burgerman. Een fout in de Ice-
Follies-regie. Toen kwamen ze.
'yióóR ONS LAG de arena. Een grote
kunst-ijsbaan. De schijnwerpers
straalden hard op het groene kunstijs,
dat van boven langzaam smolt en van
onderen even langzaam aanvroor. De
baan deed denken aan een groene spie
gel.
En terwijl het orkest losbarstte, bar
baars hard en ontstellend onmelodieus,
reden de eerste rijders en rijdsters de
baan op en dat was een recht feestelijk
en het mensdom opbeurend schouw
spel Eerst was er de voorstelling van
de artisten, daarna volgden de num
mers. Van kampioenen en anonimi.
ifan ijsgrootheden en ijsgeringheden.
Er waren prima ballerina's die de illu
sie wekten lichter dan de lucht te zijn
en er waren timide beginnelingen, die
alsmaar geen kans zagen het te win
nen van de eerste wetten der zwaar
tekracht. Ik hoorde namen afroepen:
klinkende, internationaal geurende
namen, en namen die je in de adres
lijst van ieder Nederlands dorp aan
treft.
De groene, rode, paarse en helblauwe
schijnwerpers waren gericht op deze
schaatsende meisjes en mannen en de
lichtbakken poogden de vaart der dan
senden bij te houden. Vergeefse moeite.
Ze waren sneller dan het licht, dat
wanhopig trachtte zijn poliepen-tenta
kels om de figuren op die ijsbaan te
slingeren.
Het ijs schitterde en vonkte. En het
licht spatte in de zilverglanzende
schaatsen aan de voeten der danseres-
QE WILD-WEST-FILM KORTWEG DE WESTERN bestaat thans
meer dan dertig jaar en hoewel zij naar de geest zich nauwelijks ontwik
keld heeft naar de vorm uiteraard wel: de filmtechniek maakte in de
laatste dertig jaar een geweldige vooruitgang is zü nog steeds een der ge»
Iiefdste filmgenres. En wat dit betreft kan men zich verwonderen over het
publiek van de Western, dat zich in al die jaren prettig blijft voelen bij een
tot schablone geworden filmgegeven. Het is overigens verklaarbaar: de
Western vindt een onmiddellijke weerklank in het onderbewustzijn van dui
zenden bioscoopgangers. De toeschouwer in het theater het is een erkend
feit in de psychologie heeft een sterke geneigdheid zichzelf te vergeten en
opgenomen te geraken in de sfeer van het spel, dat aan hem vertoond wordt:
hy gaat zichzelf onbewust ermee vereenzelvigen. Een duidelijk voorbeeld
leveren kinderen, die een poppenkastvertoning volgen. Zij voelen zich ten
slotte zo sterk bij de handeling betrokken, dat zij aan de poppen in het spel
raad gaan geven: „pas op, de duivel staat achter je!" En het publiek bij een
boksmatch bijvoorbeeld maakt stootgebaren. Zo ook by de film. De toeschou
wer heeft een onderbewuste neiging zich te identificeren met een figuur
(gewoonlijk, maar niet altyd, een hoofdfiguur) in de film. In de Western is
dit voor hem al byzonder aanlokkeiyk, omdat hierin ideale manneiyke eigen
schappen, heldenmoed, trouw, doortastendheid, kracht het thema vormen.
PR ZIJN TWEE genres wild-west- men in de tweede, meer dynamische,
i i» „i an soort de hoofdschotel. Dit laatste gen
re, de film van het „walde" Westen,
is in de loop der jaren zoals te
verwachten was aanzi;nlijk ont
aard; voorbeelden zyn er te over.
De „betere" soort Western is wat
op de achtergrond geraakt: de pro
ductie van het andere, meer inferieure,
genre verzekerde nu eenmaal het ge
makkelijkste publieke succes. Des te
verheugender is het dan ook weer eens
een Western van het goede soort te
ontmoeten. Zo'n film is „Red River",
geen meesterwerk en ook niet een
film, waarin nu helemaal niet gevoch-
ging, dat de film amusement is voor ontberingen en opofferingen, van hoop
een groot publiek. Amusement, dat en van machteloosheid tegenover een
soms tot kunst kan stijgen weliswaar,
maar in de eerste plaats toch ver
strooiing! En wanneer deze van goed
gehalte is en een verantwoorde ten-
denz heeft, dan heeft zij alle recht op
belangstelling.
„PED RIVER" is het verhaal van
enkele farmers, die tachtig jaar
geleden voor de eerste maal een tocht
over duizenden mijlen waagden met
een goede tienduizend runderen, waar
voor zij een afzetgebied moeten zoe
ken. De tocht blijkt onnoemelijk zwaar
en gevaarvol. Het land waardoor zij
trekken is onherbergzaam, water en
voedsel zyn schaars. De veedrijvers
lot, dat sterker biykt te zijn dan de
moed en de macht van een groepje
mannen. De regisseur Howard Hawks
bereikte in dit deel van de film een
bijzondere kracht. De opnamen treffen
heel zuiver de sfeer van het land
schap, imponerend groots, maar te
vens dreigend en geladen van vyan-
digheid. Het vakmanschap, waarmee
zij gemaakt zijn grenst soms aan het
ongelooflijke. Enkele honderden me
ters film werden byvoorbeeld gewijd
aan het op hol slaan van de immense
kudde vee; verschillende camera's wer
den daarvoor midden tussen de in pa
niek voortrennende dieren gebracht!
Bovendien bereikt de montage in deze
film bijzonder sterke werkingen: by
verliezen hun vertrouwen in de onder- 'lef begin van de tocht flitsen bïjvoor-
films, die zich eigeniyk al deze 30
jaar lang naast elkaar en onveran
derd gehandhaafd hebben. In het eer
ste genre staat het vechten tegen de
natuur op de voorgrond: hier is in de
eerste plaats aan de orde de strijd
van de mens om zich te handhaven
in een barre, vijandige landstreek.
Het ligt dan ook voor de hand, dat dit
soort films gewooniy'k historische
onderwerpen behandelde, voornamelijk
uit de tijd der voortrekkers. Belang
rijk hierin was ook een vrij sterk so
ciaal element: de overwinning van het
gemeenschapsbelang op de persoonlijke
voorkeur van de enkeling; dapperheio
zegeviert over laagheid, recht over
macht en geweld. Het primitieve leven
in dit genre Westerns, wordt in de
tweede soort geaccentueerd. Daarin
staat de ruwheid van gewoonten en
zeden in de nog niet gecultiveerde
streken op de voorgrond. De hande
ling krijgt een sterkere bewogenheid.
Niet op gemeenschapsbelangen of op
persoonlijke moed valt 't accent, maar
voornameiyk op list, kracht, geweld.
Achtervolgingen en gevechten in
het eerste, meer epische, genre Wes
tern slechts één der elementen vor-
neming en menen, dat, wanneer men
een andere weg volgt door minder
gevaarlijk gebied, er veel spoediger
een marktplaats gevonden zal kun
nen worden, waar men het vee kan
verkopen. Maar de leider van het
transport biykt onverzetteiyk, wil de
eenmaal ingeslagen koers blyven vol
gen en verdringt zyn teleurstelling
over de tegenslagen in een terreur
beeld over het filmdoek reeksen
close-ups van veedrijvers, die schreeu
wend de dieren in beweging proberen
te brengen een dergeiyke montage
is niet nieuw, maar wanneer zy be
kwaam toegepast wordt (wat hier
zeker het geval is) levert zy een zeer
verrassend, suggestief en sterk beel
dend effect op. Romantiek en tragiek
wisselen elkaar af: een liefde eindigt
over zgn mannen. De oplossing ligt tijdens een gevecht met Indianen, een
andere liefde begint met een soort-
geiyk gevecht; spanningen van aller
lei orde laden de film: gevechten van
mannen onderling en van mannen te
gen het lot, dat hun leven bedreigt:
ook hier voor de hand: de andere lei
der van de groep zijn stiefzoon
schaart zich aan de zijde der muiten
de veedrgvers en voert het transport
langs de andere route, inderdaad met
conflict tussen de twee farmers vindt
tydens een vuistgevecht een onver
wacht einde in een niet onvermake-
ïyke verzoening.
De intrige, die door dit verhaal loopt
je houdt de overhand. Al deze ele
menten tezamen maken mèt een goed
acteren, zowel in de hoofd- als in de
by rollen „Red River" tot een alleszins
aanvaardbare publiekfilm. En het
ten of geschoten wordt integen-
deel - maar in ieder geval een rol- spoedig succes. Het hierdoor ontstane cen gelukkig niet opdringerig moraal-
fio hnii/Jt da ntrofVio»»/? A 1 r)»».
prent, die een goede koers vaart, niet
in excessen vervalt en vooral een film,
waarin de ondertoon zuiver is en
vooral de worsteling tegen de natuur
elementen en de verhouding gemeen- 0-,
schap-individu in deze strijd het ac- is zo weer als in de meeste Wes- middendeel van deze rolprent over
cent krygen; daarenboven is „Red terns tameiyk schablone-achtig: de grote trek met de runderen is
River" een film, die met vakmanschap goede natuur overwint de kwade, bovendien zo imposant en stygt tot
gemaakt is. En daarom verdient deze Maar men is geneigd dit op de koop zulk een hoog peil, dat „Red River"
rolprent ook al is hier van film- toe te nemen, want de film biedt veel het van de middelmaat der publiek-
kunst geen sprake de aandacht, meer en belangrykers. Hoofdzaak is films zelfs aanzienlijk en seer lofwaar-
Want belangrijker dan artistieke hier het verhaal van het transport wint
maatstaven is nog steeds de doos bet stegge lanV vastnet van LONG-SHOT.
ten. Die danseressen waren in één en
dezelfde seconde op alle plaatsen op
de baan. Dat waren de Engelse rijd
sters, de beroemde kampioenen, waar-
tfgen de Hollandse het moesten af
leggen.
Bijna twee en een half uur duurde
dit grand spectacle. Het ys dooide in
de hitte der. lampen en de hitte der
duizenden volksgenoten die zaten te
transpireren. Er kwam geen einde aan
die glitsende ijzers op dat dofgroene
en helblinkende ijs. Telkens opnieuw
reden de kampioenen aan en dansten
hun Weense dansen, Mexicaanse tan
go's, gedeelten uit klassieke balletten,
spitsen-dansen en acrobatische dansen.
Ik vergat alles: de zwetende mannen
r.aast me, de vervelende kerel die met
tergend doorzettingsvermogen steeds
opnieuw ijs-met-slag probeerde te
verkopen. Ik vergat de woestijn die
buiten lag en de wrede hardheid van
de stoel die fauteuil werd genoemd.
En mijn oog verzadigde zich aan een
symphonie van lijn en rhythme. Daar
danste de mens en die mens was schoon
van vorm en schoon van beweging.
Indien de danskunst de poëzie van de
beweging is, dan is de ijs-danskunst de
overtreffende trap van die poëzie. Het
was haast ongelofelijk te weten dat deze
vliegende, zwevende, dansende figuren
deel uitmaakten van het menselijk ras,
waartoe wyzelf behoren en waartegen
men iedere dag moet aankijken.
Wij, de kortbenigen, smalschouderigen,
kaalhoofdigen, hooggerugden, platvoe-
tigen! Wij, met onze kippenborsten en
kromme ruggen, met ballonkuiten en
spillebenen. Wij. met onze grauwe ge
zichten, hangbuikjes en jubeltenen.
Wij, krampachtig 's levens weg gaand
in corsetten en gordels, met knellende
schoenen en te nauwe vesten. Wij,
strompelaars met eksterogen, O- en X-
benen.
De Ice-Follies 1949 danstenvoort,
ovér het glinsterend veld van gestold
water, snel en licht, schoon en gracieus.
En dat dansen werd een hymne aan de
lijn van het menselijk lichaam en een
herinnering aan de dagen van Hellas
en Sparta, toen de eksteroog en de
platvoet nog net niet waren uitge
vonden.
Zo zou men nog veel kunnen schrij
ven over dit feest der lichtvoetigheid,
maar zulks is gevaarlijk in een land van
klei en modder, bezadigdheid, zwarte
vesten en géne voor te veel aanschou
wing van 's mensen naturel. Dit alles
begint verdacht te ruiken naar frivo
liteit en lichtzinnigheid en zwaarder
zonde dan deze kent men in de lage
landen niet.
De dame op gevorderde leeftijd die
voor me zat en na elk nummer oor
verdovend met haar kleverige slag
roomhandjes, klapte had natüürlijk ge
lijk toen ze in de pauze zei dat „deze
mensen geen toekomst hebben". En z.e
had opnieuw gelijk toen ze opmerkte
dat „deze mensen het hard hebben en
dat ze bijna allemaal aan lager wal
komen". En „dat 't armoe troef is". En
„ik ben maar blij dat m ij n dochter er
niet bij is!"
JEGEN HET EINDE stond er water
op de baan. Soms golfde het óp
tegen de bliksemende schaatsijzers en
het licht der schijnwerpers golfde
mee. Het scherpe krassen en schuren
van de schaatsen op het ijs kreeg een
dieper, donkerder klank. En toen het
afgelopen was en het legioen der dui
zenden naar huis ging, lag daar alleen
nog het water, een beetje goor, een
oeetje vies. Op een hoop lagen de tri
cots van de artisten. Ze zaten bij el
kaar en rookten een sigaret. En mis
schien vroegen ze zich wel af hoe het
mogelyk is dat men zó weinig gage
verdient bij een zó massaal publiek.
Na de blauwberookte Rai-zaal stond
de avond koel en zuiver over Amster-
aam-Zuid. De auto's ruisten weg en
de touringcars, knorrige gelakte bees
ten, schoven de straat uit. Een kwar
tier later was Zuid weer de woestyn.
Aan de gevel van het Rai-gebouw
brandde nog één pit.
De mensheid schoof huiswaarts, ge
drukt door zorg en met niet de minste
behoefte lichter dan de lucht te zyn.
Er warer veel gebogen hoofden op
straat en heel veel slenteraars. In de
late tram hingen wat slaperige man
nen tegen het raam en de bestuurder
zat als een stokoude gnoom achter zyn
apparaat. Nergens was meer een spoor
van Hellas en Sparta. We waren weer
by en onder elkaar. We waren weer
grauw met de grauwen.
Alleen de chocomel-meisjes lachten
hun zonnige lach' de duistere nacht in.
Aan hen bleef, even nog, de herinne
ring haken aan de Ice-Follies 1949.
ANTHONY VAN KAMPEN