In 1943 wilde een groep Duitsers vrede sluiten
Over de oceaan; New York maakt een
overweldigende indruk op ons
Verfilmde tragedie
van de Jodenhaat
„Ehe im Schatten" werd 'n uitnemende
Duitse rolprent
Ylll mensen gingen naar Canada (2)
Levenswens: Op het
hoogste gebouw van de
millioenenstad
Een verenigde Arabische
staat?
Lied van de week
Zoet en zuur
een Amerikaans
Onthullingen van
journaliste
Het nieuwe boek
Schemeravond in Diamantstad
MET „Ehe im Schatten" maakte de
regisseur Kurt Maetzig zijn eerste
tilro en hij deed dit op een wijze,
waarvoor men veel waardering kan
hebben. Zijn regie is strak en sober,
leverde geen prestatie van bijzondere
kunstzinnige betekenis, maar is van
een ernstige gevoeligheid doortrok
ken. Uitnemend tekent hij de wijze,
waarop de Joden langzamerhand uit
geschakeld worden; de aarzeling van
E LIJNRN VAAT Tvm %T
r»E LAATSTE LIJNEN VAN DE VASTF vi/at i
de bel voor het avondeten klingelt luid *'ery,akken aan de horizon,
naar beneden. Er is voor ons nu^Sellnkehl on Passa*iers
wat nauwkeuriger te bezien. Niets ontvet ,!^emye verblijfplaatsen
moeder is verbaasd over het cohort dlT hier °n" 0<>8: P" vooral
vormden in de eerste plaats natuurlijk ,i geboden wordt. Voor Dirk
Z dan ook al gauw met armen eTLen ïnhTT" e" h°
rens verliep de eerste dag: en ook de na/»Hf a PParaa^ verward. Overi-
zelfs het voortdurend stampen van de motoren meVh* biJzonderheden en
vermocht ons niet in onze nachtrust te storen h"n r°nd 36 000 Pk'
De volgende _dag bracht ons veel
meer nieuws,
stonden en schielijk omhoog keken
langs die hoge gebouwen, keken we
elkaar eens aan. Ik kreeg zo onge
veer het gevoel alsof ik voor de klas
geroepen was en een standje stond af
te wachten. Artje en Dirk hadden
aanvankelijk alleen maar belangstel
ling voor de platte daken, maar al
Door een gordijn van snn„,Ht,
- spoedig had een potige neger Vader
pn Moeder aangeklampt en binnen een
in
orde maakten.
Aan boord reeds had zich een flink
groepje emigranten gevormd en toen
zij zich gezellig in het Grand Central
miezerige regen ontwaarden we 'smor Kn IV1
gens de eerste vreemde kust, Cap de minim)ltT1 ,fa g.e^amPt en bmnen
la Hève, een vrij steil uit zee oprijzende ailen in Ppn f? ?a ®n ,we. met z'n
wal waarachter onze eerste aanleg- kp]d Wn f gelakte taxi gekreu-
haven Le Havre ligt. Van zee uit hadden gfD angst
vormt deze haven een vrij droevig weo- v' r Wel JtS
beeld. Diep en ernstig zijn de wonden, wieien New Vork °P V16r
door de oorlog in de stad en in de heenteiWJ™ T' °?8
havenwerken geslagen en de hoge en -- - - naar ada
prachtige beboste heuvels vermogen
de aanblik, ten minste van onze zijde,
maar weinig te verfraaien. Het op-
onthoud duurde overigens maar enkele Terminal Station weer samen voegde
uren en om 12 uur werd de tocht, nu Was het voor mij en Dirk toch zeke^
naar Southampton, voortgezet. De re- noodzakelijk er even alleen tussen uit
gen was inmiddels gelukkig opgehou- te komen. Vader, Moeder en Artie die
den, hetgeen er ook ongetwijfeld toe zich bij avond helemaal nfet3 thu s
bijdroeg dat de vaart langs het eiland voelden in het geharrewar van deze
Wight door een brede baai naar stad, 2aten veili/bij de "nderen in d
Southampton een onverwachte verras- wachtkamer, terwijl wij ons veront-
sing was. Magnifiek was het uitzicht schuldigden en even later door nachte-
aan beide zijden over het Engelse iijk New-York taxieden op weg naar
landschap. de vervulling van één van m'n wensen:
In de vroege ochtend van de derde de bestijging van de 1250 feet hoge
dag aan boord werd het laatste stuk Empire State Building, het gigantische
Europa gepasseerd en wel de onwaar- bouwwerk, dat machtig als een Go-
schjjnlijk ver en eenzaam gelegen liath staat temidden van z'n toch even
vuurtoren van Bishop Rock, voorbij de machtige buren. In één korte zucht
Scilly-eilanden.
In water, mist en wind verdween al
les wat men op de reis ontmoette.,
Alles, behalve de kinderziekte van de
nieuwbakken oceaantourist, de zee
ziekte. Reeds de eerste dag op de Oce
aan bracht een stevige wind een zoda
nige deining, dat menige passagier al
diezelfde avond met de traditionele
plichtplegingen z'n offer aan Neptunus
bracht. Ook van ons clubje werden ei
het slachtoffer en het was zielig
om de meewarige gezichten te zien.
Lusteloos hangend in een stoel en
rillend van de kou werden de uren
doorgeworsteld. Overgeleverd aan de
onbarmhartige grillen en grollen van
onze onvaste woning werd het leed
geleden, totdat eindelijk, eindelijk, na
lang wachten de droge toast weer kon
worden vervangen door de smakelijke
en uitgebreide kost van de scheepskeu
ken.
Het weer kreeg tegen het einde van
de reis echt zomerse ideeën en goed
gehumeurd kon daarom weer met
spanning de aankomst te New-York
tegemoet worden gezien. De aan
komst in de Hudsonmonding, waar
's nachts voor anker werd gegaan, le
verde een buitengewoon schouwspel
op. Als een fonkelende krans van fel
flikkerende juwelen kringde de stad
om de haven heen. Doodstil was de
zomeravond en geen ander geluid van
de wal drong tot ons door dan de ijle
klanken van de talloze claxons der
auto's, die in onafzienbare rij de lich
ten van Brooklyns autobaan passeer
den.
Dieper werd de nacht, maar telkens
mooier werd het uitzicht op de lich
tende millioenenstad, waar het hart
van de vrije wereld klopt. Hoog boven
het licht van het schijnbaar fosforise-
rend vrijheidsbeeld uit gleed onhoor
baar stil een zeppelin voorbij, een ty
pisch Amerikaanse reclamestunt voor
één of andere oliesoort.
De volgende morgen werden nog
even de motoren in werking gesteld
en de korte, maar bijna plechtige
tocht langs de boorden van de Hudson
naar de steigers werd begonnen. Een
ieder was verrukt over het prachtige
schouwspel, dat New-York opleverde,
toen de zon juist opging en met haar
vloed van gouden licht een machtig
décor vormde en scherp de contouren
van de ontwakende stad liet uitkomen.
Op Amerikaanse bodem.
Na een vlotte controle, welke vóór
het verlaten van de boot door de Ame
rikaanse immigratiedienst werd gehou
den, konden we gaan en voet op Ame-
rika's vaste wal zetten. Met behulp
van een geroutineerde, bijzonder hulp
vaardige douaneman „zeilden" we door
al het gerommel heen en om even over
één 's middags reden we in een grote
bus New-York City binnen. De eerste
ogenblikken, toen we alleen met onze
bagage temidden van die mensenmassa
In een bericht uit Beiroet in de „Daily
Telegraph" wordt gerefereerd aan de
mogelijkheid van de vorming van een
verenigde Arabische staat onder de be
scherming van Amerika en Groot-
Brittannie.
Nieuwe, geweldige economische in
vloeden zijn aan het werk woestijn
ontginningen en plannen voor olie-
industrieën welke de thans op de
voorgrond staande politieke strevingen
on persoonlijkheden geheel van net
voorste plan dra gen te verdringen,
aldus schrijft de correspondent Clin
Beid. „Het uiterste antwoord op dit
alfes schijnt te zijn de oprichting van
een verenigde Arabische staat, doch dan
onder bescherming van een ot meer
sterke Westerse mogendheden".
„elevaterden" we naar omhoog en
stapten eerst uit naast de bar op de
102e verdieping. Het uitzicht hier van
af het tamelijk brede „pad" rond het
restaurant was overweldigend mooi.
De duisternis was al ingevallen en de
stad heel diep beneden ons werd door
een spinrag van helder verlichte stra
ten in ontelbare brokjes verdeeld. Het
uitzicht was tot ver op zee en tot diep
over de bergen, die wazig verlicht wer
den door de juist ondergegane zon.
De vele lange bruggen en hoge wol
kenkrabbers, die als je er op of vóór
staat, je de adem doen inhouden van
pure bewondering en verbazing, han
gen nu als slap gespannen draden over
het water of heffen reikhalzend de
toppen naar ons op en alles lijkt klein
en armoedig. Met het toenemen van
de donkerte werd het lichtend panora
ma beneden ons rijker geschakeerd.
Van achter het Terminal station breekt
plotseling een smalle lange lichtbun
del omhoog, die langzaam langs de
hoge gevels strijkt. Een moment lijkt
het alsof de hele wereld voor je voeten
ligt, een grote platte sidderende we
reld vol rusteloos voortjagende men
sen, toeterende, auto's, gillend en don
derend rollende treinen en alles ligt
daar neergesmakt, van hoog tussen
de wolken tot diep in de grond. En
geen seconde staat dit groots gemaak
te mechanisme stil.
Nog geen twee minuten later zitten
we weer achter een benauwend maar
geroutineerd manoeuvrerende neger-
chauffeur. Ik weet, dat wij beiden blrj
zijn, dat we leven en dit mogen bele
ven.
De hele familie- en vriendenschaar
zit nog bijeen en we moeten ons klaar
maken voor het volgende gedeelte. Om
10.30 uur vertrekken we uit New-York
van onder de grond.
GOVERT J. DE JONG.
Als ik zo de krant eens opsla,
Weet ik eerlijk waar niet goed
Of ik om de nieuwsberichten
Huilen of wel lachen moet.
Vrouwlief danste haast de Samba,
Toen zij hoorde dat het vet
En de boter voortaan vrij zijn.
Nou, ik gun haar graag die pret.
Maar ik kreeg bijkans de stuipen,
Toen ik om die zelfde tijd,
Met het allernieuwste nieuwtje
„Huurverhoging" werd verblijd,
't Leven is wel schoon, m'n
vrinden,
Variërend tot en met,
Daarom is van hogerhand mijn
Achterspatbord pas ontsmet.
Eer ik toe keek werd, pro Deo,
Op bevel van Hermandad,
Door een volgeling van
Rembrandt,
't Wettisch wit er op geklad.
Voorts stond deze week in
't teken
Van de stemming zo ge weet.
En vooral de laatste dagen
Liep men zich geducht in
't zweet,
'k Zou niet gaarne alle foto's,
Die mijn bus in zijn gegaan,
Bij mij in de kamer hangen,
'k Liep er zó weer uit vandaan.
Maar dat was ook niet de opzet,
Hoofdzaak was 't geschreven
woord,
En ik hoop van harte dat men
In de raad daar méér van hoort.
Candidaten en beloften
Waren er voldoende, zat!
Waar wanneer er daden volgen,
Ddn betekent het eerst wat.
Doch zoals wij allen weten,
Zijn er daden goed en kwaad,
Daarom dient men steeds
te vragen:
„Kdn-die-daad-wel, candidaat?"
Mogen dan ook in de toekomst,
Al de leden, rijp en groen,
Tot het heil van hun gemeente,
Steeds maar grootse daden doen!
JABSON
(Van onze correspondent te Berlijn)
Qe bekende Amerikaanse journaliste j
Dorothy Thompson, die op het ogen
blik in Duitsland vertoeft, vertelt hier
voor het eerst, hoe de tegenstanders
van het nationaal-socialisme in 1943
probeerden om vrede te sluiten met de
geallieerden. In Juni 1943, een jaar
vóór de mislukte aanslag op Adolf
Hitier, kwam Graaf Helmuth von
Moltke, die toentertijd verbonden was
aan het Duitse ministerie van Oorlog,
bij de westelijke geallieerden en in het
bijzonder bij de Verenigde Staten in
Ankara met een voorstel, dat uitging
van een belangrijke groep Duitse offi
cieren, hogere ambtenaren van de ci
viele sectoren en politieke tegenstan
ders van het nationaal-socialisme.
Wanneer dit voorstel aangenomen, of
zelfs maar in overweging genomen zou
zijn, had het de oorlog aanzienlijk ver
kort, en waren millioenen mensen
levens gespaard gebleven. Eveneens
zou dan de politieke chaos en de split
sing tussen Oost en West, die tenge
volge van de verovering van Duitsland
onvermijdelijk was, verhinderd zijn.
Onder groot gevaar voor eigen leven
had de Duitse groep 't voorstel schrif
telijk vastgelegd en aan een officier
van het strategische bureau, met wie
zij in Ankara in verbinding konden
treden, toestemming gevraagd, het
voorstel of aan een vroegere Ameri
kaanse ambassadeur in Berlijn of aan
een Amerikaanse journalist door te ge
ven, op wiens discretie de groep meen
de te kunnen vertrouwen. De vroegere
ambassadeur verklaarde, dat hij geen
interesse voor het voorstel had en de
journalist is er nooit mee in kennis ge
steld.
Het voorstel was een memorandum
van zeven kantjes, dat de opvattingen
van de leden van de groep weergaf en
verklaarde, dat de Duitse oppositie uit
twee groepen bestond: de ene groep
was voor een Oostelijke, Russisch
vriendschappelijke oriëntatie,de ande
re voor een pro-Westelijke oriëntatie.
Dé eerste was, aldus het memorandum,
sterker dan de laatste, in het bijzonder
in het leger. In de kringen van de
luchtmacht had zij de meest aanhan
gers. De drijvende kracht achter de
Oostelijke vleugel was de traditionele
(Bismarckse) opvatting van een be
langengemeenschap tussen de beide
zich aanvullende machten van Duits
land en Rusland, welke opvatting 1 id-
de tot de samenwerking van het Sow-
jet-Rusland en de Duitse republiek in
de tijd van het Rapalloverdrag in 1924,
toen de „Reichswehr" en het Rode Le
ger tot een verstrekkende overeen
komst wat betreft de militaire samen
werking kwamen. Het memorandum
gaat verder met de verklaring, dat,
hoewel de westelijke groepen wat hun
aantal betreft, zwakker zijn, zij toch
door talrijke mensen worden vertegen
woordigd die sleutelposities in de mi
litaire en civiele sectoren innemen en
waaronder zich verder nog leidende
functionnarissen van kerken, vakver
enigingen, industrie en geestelijk leven
bevinden. Naar 't oordeel van het me
morandum vinden deze groepen een
volkomen militaire nederlaag van het
nationaal-socialisme van Duitsland een
morele en politieke noodzakelijkheid
en zijn het eens met de eis tot onvoor
waardelijke capitulatie.
Het memorandum verzocht om met
de Westelijke geallieerden te komen
tot een belangengemeenschap om daar
door de oorlog te verkorten.
Het stelde voor, dat het Duitse leger
in het Oosten een linie zou betrekken,
die ongeveer gelijk liep met de Duits-
Poolse grens, terwijl het in het Wes
ten tegenover een aanval op grote
schaal zou terugtrekken en op die ma
nier de weg voor de bezetting van
Duitsland door de geallieerden zou
vrijgeven, waarna dan de troepen in
Oost-Duitsland zich moesten overgeven.
Het memorandum onderstreepte 'e
volgende twee punten:
1. Een krachtig offensief in het Wes
ten; 2. Overleg met de Duitse verzets
beweging betreffende het oprukken.
Verder werd in het memorandum
voorgesteld, dat bij de landing van de
geallieerden een provisorische anti
nationaal socialistische regering zou
worden geïnstalleerd, die in samenwer
king met de geallieerden de verant
woording zou dragen voor niet-milita-
ristische opdrachten. Het memorandum
waarschuwde voor het gevaar, dat
voor de Europese volkeren kon voort
spruiten uit een verbond tussen het
communisme en de door de kringen
van het leger ondersteunde nationaal-
socialisme.
Het is interessant te vernemen, dat
het memorandum reeds toen duideJ'.'k
de moeilijkheden zag, die zich bij een
verdeling van Duitsland en de daaruit
voortvloeiende strijd tussen Rusland
en het Westen van Duitsland, zouden
voordoen.
Phill Philips: Het Sloehill-
mysterie.
Bij Bruna in Utrecht verscheen deze
thriller van een tot dusver onbekend
schrijver. Er is natuurlijk een moord,
en nog wel een die met een degen
gepleegd is, er is veel scherpzinnig
heid en veel geheims, kortom: een
mysterieroman, die zich in niets on
derscheidt van duizend andere. Zeer
leesbaar, zeer spannend en bestemd
om gauw vergeten te worden. Lectuur
voor een vacantiedag met regen.
Rein Brouwer: Dauw over
dorstig land; Maar de zon
overwon.
Van deze beide boeken uit de Gro
ninger trilogie bracht de uitgever
Leopold te Den Haag respectievelijk
de zesde en de vierde druk. En deze
toeken verdienen dat! Want zij zijn
het eerste grote romanwerk, dat in zo
schitterende vorm vertelt over het
leven op het platteland van Gronin
gen. Rein Brouwer, die (indien wij
ons niet vergissen) met dit werk debu
teerde, heeft zich al direct een schrij
ver van formaat getoond, die bewees,
dat men over de feiten van het leven
boeiend en prachtig kan schrijven
zonder te verzinken in het moeras
van psycho-analytische verwrongen-
heden. Dit is gezonde, verheffende
literatuur. En daaraan hebben we in
ons van ongezonde werken overvulde
wereldje ten zeerste behoefte.
1
A
'CDAuivSi
P ODIUM v
0/
yoEN IK ACHT JAAR WAS vertelde m'n vader m\j, dat er in Zuld-Afrika
diamanten werden gevonden; en dat naar die diamanten gegraven werd
door negers; en dat iedere avond iedere neger een flesje wonderolie moest
leegdrinken, omdat dit de enige manier was om na te gaan of de negers niet
stlekum, en op niet nadar aan te duiden plaatsen, gevonden diamanten ach
terover probeerden te drukken. Van dat jaar af dateert mjjn belangstelling
voor diamant.
J-JET ZAL de meeste lezers wel zyn
vergaan als m(j die jarenlang zijn
hart ophaalde aan en zwelgde in ver
halen, waarin het „goud, zilver en
edelgesteente" hun romantische rol
speelden. Verhalen van schatgravers en alchimisten, tempelrovers en schat
rijke Indische vorsten. Van koningen en vorstinnen, edelmannen en edel-
vrouwen, die zich den volke toonden met brillanten en robijnen, smaragden
een saffieren getooid. Ahwelk een wereld van rijkdom en schoonheid......
en hoe vèr was deze wereld verwijderd van de onze, waarin glazen kralen
en een doublé ringetje hun schamele illusie poogden te wekken.
En nu, na al die jaren, ligt in een paar zalen van de Diamantbeurs op het
Amsterdamse Weesperplein een verbijsterend fortuin aan diamant tentoon
gesteld. Diamant uit New-York en Parijs, uit Brussel, Londen en Amster
dam. Vlaggen waaien uit op het Weesperplein en er is veel politiemacht daar
vereend. Twee weken lang is Amsterdam Diamantstad.
een mensenhart? Of is zo'n veronder
stelling al te dwaas?
Zou er één materie ter wereld zijn,
die tegelijk zoveel geluk en zoveel
rampspoed bracht? Hoeveel misdaad,
leugen en wreedheid werden in de loop
der eeuwen niet bedreven in naam van
deze stof .gedolven uit het donkere
hart der zwarte aarde en symbool van
schoonheid en geluk, rijkdom en
macht
Twee weken lang zal Amsterdam
Diamantstad zijn. Twee weken zullen
zich mensen voor de vitrines verdrin
gen. De een zal zich een ogenblik ge
lukkig achten bij het zien van zoveel
waterheldere schoonheid. De ander
zal het heimwee en de weemoed in zich
voelen omhoogkruipen, omdat het lot
hem of haar zo ver hield van de we
reld waarin de mens diamant draagt.
Er zullen er zijn wier hebzucht wordt
opgewekt door zoveel hopeloos onbe
reikbaar schoons, en weer anderen die
langs de met uiterst raffinement ver
lichte vitrines dolen zonder de ver
rukkelijke verbeeldingskracht, welke
het zien van diamanten tot een opper
ste vreugde maakt.
Maar wie de gave heeft zich een
moment gelukkig te kunnen voelen bij
het zien van het schoonste wat de
donkere aarde de mens gaf, zal stil
verder gaan. Aan hem is Diamantstad
wèl-besteed.
{-{ET IS NIET goed bij zoveel grandeur
te spreken van zoveel leed en mi
sère, verbonden aan diamant. Ik
weet niet of dat verhaal van die ne
gers, waarmee ik deze kroniek van
daag begon, waarheid bevat. Maar de
mannen, die diamant dolven voor vor-
stenvrouwen, altaren en de rijken der
hoofdsteden van vijf werelddelen, het
zij in Zuid-Afrika, hetzij in India of
Brazilië, zijn er niet rijk van gewor
den. In de aarde, diep verborgen, ligt
de diamant en hij moet aan de opper
vlakte worden gebracht door de mens.
Die mens moet in pijn en zweet .het
daar begraven en weggeborgen zon
licht omhoog brengen. Hèm mist men,
in Diamantstad op het Weesperplein;
tussen de handelaren en de fabrikan
ten, de klovers en de slijpers, en tus
sen de vriendelijke vrouwen, die van
vitrine tot vitrine drentelen en de ge-
maskerde harpijen, die in het verbor
gene, zeer heimelijk hun ziel en zalig
heid afwegen bij het aanschouwen van
zoiets koninklijks als diamant.
In Diamantstad ontmoet men niet
de man uit Kimberly noch de man uit
de Braziliaanse mijnen, uit Belgisch
Congo of uit Siërra Leone. Ze zijn er
niet. Ze bleven thuis, in hun eigen
Diamantstad, die diep onder de korst
der aarde ligt en waar geen flonkering
heerst als nu in Amsterdam, op het
Weesperplein.
ANTHONY VAN KAMPEN.
WERKGEVERS GAAN
MASSAJEUGDWERK STEUNEN.
Naar het ANP verneemt beraamt het
Centraal Sociaal Werkgevers Verbond
plannen om het in nood verkerende
massajeugdwerk financieel te steunen.
J^ET IS EEN bijzonder voorrecht als
men door die zalen mag lopen na
het sluitingsuur. Dan zijn de kinderen
weg, die zich staan te vergapen aan
's werelds meest verblindende schat
ten. Dan zijn de vrouwen weg, die ein
deloos lang voor één vitrine blijven
staan en denken aanja, de hemel
weet waaraan ze denken! En dan zijn
er nog maar enkelen der suppoosten
over, wier yzig-koele ogen je tijdens
heel de ommegang in je rug voelt ste
ken.
Het fluisteren der menigte was ver
stomd, het zoemen der schijven ver
stild, het schuifelen der voeten had
opgehouden. Alleen het zachtgele licht
vloeide over deze Amsterdamse schat
kamer en buiten, ver weg, klonk ern
stig en nadrukkelijk het slaan van 'n
oude stadsklok.
Daar lagen de diamanten en het was
de eerste maal in mijn leven, dat ik er
zoveel en' zo schone bij elkaar zag.
Brillanten archideeën in platina ge
monteerd; brillanten palmtakjes met
smaragdjes bezet; een diamanten glo
be met diamanten sterrenhemel; een
schip van diamant; de Amsterdamse
Stedenmaagd getooid met geslepen
diamant;, gouden broches in de vorm
van een pauw, gegoten en geëmail
leerd, en bezet met brillanten, diaman
ten, smaragden en robijnen.
In een kleine vitrine ligt de diamant
onzer jeugd. Ik bedoel: de diamant
waarvan wij lazen toen we jong wa
ren: de Cullinan, gevonden in 1905 en
bewerkt in 1908 in opdracht van de
Engelse koning door een Nederlandse
klover; de grootste diamant, die ooit
op aarde werd gevonden; 3024 karaat.
Ergens, in een andere vitrine, een mo
del van het wereldwonder: de Koh-I-
Noor, in 1852 geslepen door L. Voor
zanger. Ook een Nederlander. En je
loopt van vitrine tot vitrine en ziet
de schatten der aarde. Daar ligt een
diamant, tooisel voor de groten der
wereld. Een klein, onnoemelijk klein
Sieraad, misschien eenmaal gedragen
door een vrouw van koninklijke bloede,
een vorstin, of een edelvrouw. Een
kleine steen, die is als een druppel
water, die plotseling is blijven liggen,
gevangen door een helle zonnestraal
en zo bleef voortbestaan. En de een
zame courantier voor de vitrine zoekt
naar de woorden om zijn impressie van
dit mengsel van water en hel zonlicht
weer te geven en hij weet tegelijk: hij
zal het nooit kunnen. Hoe grof en on
volledig, hoe grauw, taai en dof zijn
de woorden, die men bij elkaar zoekt
om in een verre verte de suggestie te
geven van zoveel klaarheid, zuiverheid
en adeldom.
J-JET WORDT zo stil in de zalen, dat
zelfs de vilten voetstappen van de
enkele bewakers irriteren. Het is alsof
het gele licht hoorbaar langs het glas
der vitrines spoelt en het wonder daar
achter opneemt. Er zijn diamanten,
die mild en teer te glanzen liggen. En
weer andere, die fel, haast vjjandig-
koel schitteren. Zou het kunnen zijn,
dat diamant iets kan overnemen van
yORIG JAAR werd te New-York voor het eerst sinds lange tjjd een Duitse
film vertoond onder de titel „Marriage in the shadow". Een rolprent, die niet
gemaakt was in de Engels-Amerikaanse, maar in de Russische zone van Duits
land. Maanden achtereen draaide deze film in de grootste theaters van New-
York. Het succes dat zij daar oogstte, werd weliswaar lang niet geëvenaard door
de ontvangst in de bioscopen van Europa, maar ook in de oude wereld heeft deze
film „Ehe im Schatten", „Huwelijk in de schaduw" bU een groot publiek
waardering geoogst. Niet enkel omdat het hier een inderdaad goede film betreft,
maar vooral om haar geestelijke achtergrond, die ervan getuigt, dat Duitsland
niet identiek is met nat.-socialisme en dat er in het buitenland van nu inder
daad krachten aan het werk zijn ter bevordering van een nieuw inzicht en van
een hervorming van de Duitse geest in menselijker zin.
J7HE IM SCHATTEN" - thans
ook in Nederland te zien
houdt zich bezig met het lot der Jo
den onder het Nazi-regiem. De film is
gebaseerd op het thema van de door
de Nazi's gebrandmerkte „Misch-ehe"
een huwelijk hier tussen een niet-
Joods toneelspeler en een Joodse col
lega. De film begint in 1933, wanneer
inDuitsland het nationaal-socialisme
aan de macht komt. Rassen-theorieën
rl<«n opgeld en het anti-semitisme ont
wikkelt zich sterk. De Joden-boycott
demonstreert zich in excessen en
rechtstreekse terreur; maar het me
rendeel der Duitsers en zelfs der Jo
den onder hen meent dat het op de
duur niet zo'n vaart met die vervol
gingen zal lopen: de geboorte van
een nieuwe tijd gaat noodzakelijk met
zware pijnen gepaard, deze behoeven
echter niet inhaerent te blijven aan
die tijd, denkt men. Maar de nieuwe
tijd ontwikkelt zich verder: de tot dan
toe gevierde actrice mag al spoedig
niet meer optreden en moet zich om
de carrière van haar echtgenoot niet
in gevaar te brengen, voortdurend
angstvallig op de achtergrond houden.
Afgunstige collega's intrigeren en de
protectie van een vroegere aanbidder,
die tot een hoge post in de Nazi-Kul-
tur-bescherming is geklommen, kan
haar niet meer redden. Haar echtge
noot wordt voor de keus gesteld zich
van zijn vrouw te laten scheiden (met
het gevolg, dat zij gedeporteerd zal
worden), of het recht te verliezen om
als toneelspeler op te treden. Het
echtpaar ziet dan geen uitweg meer
om zijn diep geschokt menselijk
waardigheids besef niet op te offeren
en kiest vrijwillig de dood.
Het door Hans Schweikart geschre
ven scenario is gebaseerd op het leven
van de Joodse acteur Joachim Gott-
schalk, die in 1941 met zijn gezin een
toevlucht zocht in de dood. Aan zijn
nagedachtenis en die van alle Joden,
die onder de Nazi-terreur de dood
vonden, is de film „Ehe im Schatten'
ongedragen. Zij is heel sober gehou
den en legt alle nadruk op de trage
die van de J oden vervolging zelf. De
film geelt een aangrijpend beeld van
de angsten en spanningen, die de Jo
den onder de nationaal-socialistische
druk hebben moeten doormaken. De
ergste vormen van de vervolgingen
laat de film buiten beschouwing: de
deportaties, de concentratiekampen,
d gaskamers en crematoria. Deson
danks is „Ehe im Schatten" al onthut
send genoeg en ontroert zij diep, ook
al ontkomt men niet aan ae Indruk,
dat hier en daar de probleemstelling
wat geforceerd is en er wat te veel
met een ongenuanceerde zwart-wit-
iegenstelling werd gewerkt. Dat bo
vendien in deze film wat eenzijdig de
schuld der nazi's en niet meer alge
meen die van de Duitsers geaccen
tueerd wordt en dat soms ook te zeer
de aandacht gevraagd wordt voor „het
geval" hier het door de vervolgin
gen bedreigde levensgeluk van het
echtpaar en pas in de tweede
p'aats voor het leed der Joden in het
algemeen, waarvan dit „geval" slechts
een symptoom is, werkt enigszins
storend, maar dit neemt niet weg, dat
.Ehe im Schatten" toch overtuigt van
-ren diepe ernst en een streven naar
oprechte waarachtigheid, die sterk
aangrijpt.
velen om hun iand te verlaten, omdat
zij nog vertrouwen hebben in de toe
komst; de groeiende vertwijfeling bij
en steeds heviger wordende vervol
ging. Knap voert hij zijn film naar
een eerste climax: de pogroms kort
voor de tweede wereldoorlog, waarbij
de SA er zijn beestachtig genoegen in
schiep Joodse eigendommen te ver
melen. De orgie van machtswellust,
geweld en rechtsverkrachting vatte
Maetzer hier samen in enkele beelden4
van een ontstellend realisme, die meer
uitdrukken dan lange betogen het
Kunnen doen.
De film neeft meer van dergelijke
bijzonder expressieve gedeelten: de
actrice moet haar distributiekaarten
afhalen aan het loket voor gemengde
huwelijken; in de rij staat daar een
Joodse vrouw, wier man gestorven
blijkt; daarmee heeft zij haar be
staansrecht verloren en zij wordt
voor deportatie weggesleept. Radeloos
van angst gaat de actrice weer naar
huis en bij iedere stap, die ze zet, bon
zen haar de woorden door het hoofd:
ie volgende, de volgende! In deze
scène zijn de camerabeelden en het
daaraangekoppelde geluid zo expres
sief. dat alle ellende, leed, vernede
ring, dreiging en ontstellende, waan-
zinnigmakende angst die tezamen
het leven bepaalden van de Joden in
een der meest beschamende perioden
der mensheid ten volle gekarateri-
seerd worden. En hierdoor levert „Ehe
im Schatten" een diep treffend plei
dooi op voor menselijkheid, meer dan
door zware half-filosofische dialogen,
waarmee eveneens de film vooral
in het eerste deel - het probleem der
rassenwaan poogt te benaderen.
LONG-SHOT