In 1943 wilde een groep Duitsers vrede sluiten Over de oceaan; New York maakt een overweldigende indruk op ons Verfilmde tragedie van de Jodenhaat „Ehe im Schatten" werd 'n uitnemende Duitse rolprent Ylll mensen gingen naar Canada (2) Levenswens: Op het hoogste gebouw van de millioenenstad Een verenigde Arabische staat? Lied van de week Zoet en zuur een Amerikaans Onthullingen van journaliste Het nieuwe boek Schemeravond in Diamantstad MET „Ehe im Schatten" maakte de regisseur Kurt Maetzig zijn eerste tilro en hij deed dit op een wijze, waarvoor men veel waardering kan hebben. Zijn regie is strak en sober, leverde geen prestatie van bijzondere kunstzinnige betekenis, maar is van een ernstige gevoeligheid doortrok ken. Uitnemend tekent hij de wijze, waarop de Joden langzamerhand uit geschakeld worden; de aarzeling van E LIJNRN VAAT Tvm %T r»E LAATSTE LIJNEN VAN DE VASTF vi/at i de bel voor het avondeten klingelt luid *'ery,akken aan de horizon, naar beneden. Er is voor ons nu^Sellnkehl on Passa*iers wat nauwkeuriger te bezien. Niets ontvet ,!^emye verblijfplaatsen moeder is verbaasd over het cohort dlT hier °n" 0<>8: P" vooral vormden in de eerste plaats natuurlijk ,i geboden wordt. Voor Dirk Z dan ook al gauw met armen eTLen ïnhTT" e" h° rens verliep de eerste dag: en ook de na/»Hf a PParaa^ verward. Overi- zelfs het voortdurend stampen van de motoren meVh* biJzonderheden en vermocht ons niet in onze nachtrust te storen h"n r°nd 36 000 Pk' De volgende _dag bracht ons veel meer nieuws, stonden en schielijk omhoog keken langs die hoge gebouwen, keken we elkaar eens aan. Ik kreeg zo onge veer het gevoel alsof ik voor de klas geroepen was en een standje stond af te wachten. Artje en Dirk hadden aanvankelijk alleen maar belangstel ling voor de platte daken, maar al Door een gordijn van snn„,Ht, - spoedig had een potige neger Vader pn Moeder aangeklampt en binnen een in orde maakten. Aan boord reeds had zich een flink groepje emigranten gevormd en toen zij zich gezellig in het Grand Central miezerige regen ontwaarden we 'smor Kn IV1 gens de eerste vreemde kust, Cap de minim)ltT1 ,fa g.e^amPt en bmnen la Hève, een vrij steil uit zee oprijzende ailen in Ppn f? ?a ®n ,we. met z'n wal waarachter onze eerste aanleg- kp]d Wn f gelakte taxi gekreu- haven Le Havre ligt. Van zee uit hadden gfD angst vormt deze haven een vrij droevig weo- v' r Wel JtS beeld. Diep en ernstig zijn de wonden, wieien New Vork °P V16r door de oorlog in de stad en in de heenteiWJ™ T' °?8 havenwerken geslagen en de hoge en -- - - naar ada prachtige beboste heuvels vermogen de aanblik, ten minste van onze zijde, maar weinig te verfraaien. Het op- onthoud duurde overigens maar enkele Terminal Station weer samen voegde uren en om 12 uur werd de tocht, nu Was het voor mij en Dirk toch zeke^ naar Southampton, voortgezet. De re- noodzakelijk er even alleen tussen uit gen was inmiddels gelukkig opgehou- te komen. Vader, Moeder en Artie die den, hetgeen er ook ongetwijfeld toe zich bij avond helemaal nfet3 thu s bijdroeg dat de vaart langs het eiland voelden in het geharrewar van deze Wight door een brede baai naar stad, 2aten veili/bij de "nderen in d Southampton een onverwachte verras- wachtkamer, terwijl wij ons veront- sing was. Magnifiek was het uitzicht schuldigden en even later door nachte- aan beide zijden over het Engelse iijk New-York taxieden op weg naar landschap. de vervulling van één van m'n wensen: In de vroege ochtend van de derde de bestijging van de 1250 feet hoge dag aan boord werd het laatste stuk Empire State Building, het gigantische Europa gepasseerd en wel de onwaar- bouwwerk, dat machtig als een Go- schjjnlijk ver en eenzaam gelegen liath staat temidden van z'n toch even vuurtoren van Bishop Rock, voorbij de machtige buren. In één korte zucht Scilly-eilanden. In water, mist en wind verdween al les wat men op de reis ontmoette., Alles, behalve de kinderziekte van de nieuwbakken oceaantourist, de zee ziekte. Reeds de eerste dag op de Oce aan bracht een stevige wind een zoda nige deining, dat menige passagier al diezelfde avond met de traditionele plichtplegingen z'n offer aan Neptunus bracht. Ook van ons clubje werden ei het slachtoffer en het was zielig om de meewarige gezichten te zien. Lusteloos hangend in een stoel en rillend van de kou werden de uren doorgeworsteld. Overgeleverd aan de onbarmhartige grillen en grollen van onze onvaste woning werd het leed geleden, totdat eindelijk, eindelijk, na lang wachten de droge toast weer kon worden vervangen door de smakelijke en uitgebreide kost van de scheepskeu ken. Het weer kreeg tegen het einde van de reis echt zomerse ideeën en goed gehumeurd kon daarom weer met spanning de aankomst te New-York tegemoet worden gezien. De aan komst in de Hudsonmonding, waar 's nachts voor anker werd gegaan, le verde een buitengewoon schouwspel op. Als een fonkelende krans van fel flikkerende juwelen kringde de stad om de haven heen. Doodstil was de zomeravond en geen ander geluid van de wal drong tot ons door dan de ijle klanken van de talloze claxons der auto's, die in onafzienbare rij de lich ten van Brooklyns autobaan passeer den. Dieper werd de nacht, maar telkens mooier werd het uitzicht op de lich tende millioenenstad, waar het hart van de vrije wereld klopt. Hoog boven het licht van het schijnbaar fosforise- rend vrijheidsbeeld uit gleed onhoor baar stil een zeppelin voorbij, een ty pisch Amerikaanse reclamestunt voor één of andere oliesoort. De volgende morgen werden nog even de motoren in werking gesteld en de korte, maar bijna plechtige tocht langs de boorden van de Hudson naar de steigers werd begonnen. Een ieder was verrukt over het prachtige schouwspel, dat New-York opleverde, toen de zon juist opging en met haar vloed van gouden licht een machtig décor vormde en scherp de contouren van de ontwakende stad liet uitkomen. Op Amerikaanse bodem. Na een vlotte controle, welke vóór het verlaten van de boot door de Ame rikaanse immigratiedienst werd gehou den, konden we gaan en voet op Ame- rika's vaste wal zetten. Met behulp van een geroutineerde, bijzonder hulp vaardige douaneman „zeilden" we door al het gerommel heen en om even over één 's middags reden we in een grote bus New-York City binnen. De eerste ogenblikken, toen we alleen met onze bagage temidden van die mensenmassa In een bericht uit Beiroet in de „Daily Telegraph" wordt gerefereerd aan de mogelijkheid van de vorming van een verenigde Arabische staat onder de be scherming van Amerika en Groot- Brittannie. Nieuwe, geweldige economische in vloeden zijn aan het werk woestijn ontginningen en plannen voor olie- industrieën welke de thans op de voorgrond staande politieke strevingen on persoonlijkheden geheel van net voorste plan dra gen te verdringen, aldus schrijft de correspondent Clin Beid. „Het uiterste antwoord op dit alfes schijnt te zijn de oprichting van een verenigde Arabische staat, doch dan onder bescherming van een ot meer sterke Westerse mogendheden". „elevaterden" we naar omhoog en stapten eerst uit naast de bar op de 102e verdieping. Het uitzicht hier van af het tamelijk brede „pad" rond het restaurant was overweldigend mooi. De duisternis was al ingevallen en de stad heel diep beneden ons werd door een spinrag van helder verlichte stra ten in ontelbare brokjes verdeeld. Het uitzicht was tot ver op zee en tot diep over de bergen, die wazig verlicht wer den door de juist ondergegane zon. De vele lange bruggen en hoge wol kenkrabbers, die als je er op of vóór staat, je de adem doen inhouden van pure bewondering en verbazing, han gen nu als slap gespannen draden over het water of heffen reikhalzend de toppen naar ons op en alles lijkt klein en armoedig. Met het toenemen van de donkerte werd het lichtend panora ma beneden ons rijker geschakeerd. Van achter het Terminal station breekt plotseling een smalle lange lichtbun del omhoog, die langzaam langs de hoge gevels strijkt. Een moment lijkt het alsof de hele wereld voor je voeten ligt, een grote platte sidderende we reld vol rusteloos voortjagende men sen, toeterende, auto's, gillend en don derend rollende treinen en alles ligt daar neergesmakt, van hoog tussen de wolken tot diep in de grond. En geen seconde staat dit groots gemaak te mechanisme stil. Nog geen twee minuten later zitten we weer achter een benauwend maar geroutineerd manoeuvrerende neger- chauffeur. Ik weet, dat wij beiden blrj zijn, dat we leven en dit mogen bele ven. De hele familie- en vriendenschaar zit nog bijeen en we moeten ons klaar maken voor het volgende gedeelte. Om 10.30 uur vertrekken we uit New-York van onder de grond. GOVERT J. DE JONG. Als ik zo de krant eens opsla, Weet ik eerlijk waar niet goed Of ik om de nieuwsberichten Huilen of wel lachen moet. Vrouwlief danste haast de Samba, Toen zij hoorde dat het vet En de boter voortaan vrij zijn. Nou, ik gun haar graag die pret. Maar ik kreeg bijkans de stuipen, Toen ik om die zelfde tijd, Met het allernieuwste nieuwtje „Huurverhoging" werd verblijd, 't Leven is wel schoon, m'n vrinden, Variërend tot en met, Daarom is van hogerhand mijn Achterspatbord pas ontsmet. Eer ik toe keek werd, pro Deo, Op bevel van Hermandad, Door een volgeling van Rembrandt, 't Wettisch wit er op geklad. Voorts stond deze week in 't teken Van de stemming zo ge weet. En vooral de laatste dagen Liep men zich geducht in 't zweet, 'k Zou niet gaarne alle foto's, Die mijn bus in zijn gegaan, Bij mij in de kamer hangen, 'k Liep er zó weer uit vandaan. Maar dat was ook niet de opzet, Hoofdzaak was 't geschreven woord, En ik hoop van harte dat men In de raad daar méér van hoort. Candidaten en beloften Waren er voldoende, zat! Waar wanneer er daden volgen, Ddn betekent het eerst wat. Doch zoals wij allen weten, Zijn er daden goed en kwaad, Daarom dient men steeds te vragen: „Kdn-die-daad-wel, candidaat?" Mogen dan ook in de toekomst, Al de leden, rijp en groen, Tot het heil van hun gemeente, Steeds maar grootse daden doen! JABSON (Van onze correspondent te Berlijn) Qe bekende Amerikaanse journaliste j Dorothy Thompson, die op het ogen blik in Duitsland vertoeft, vertelt hier voor het eerst, hoe de tegenstanders van het nationaal-socialisme in 1943 probeerden om vrede te sluiten met de geallieerden. In Juni 1943, een jaar vóór de mislukte aanslag op Adolf Hitier, kwam Graaf Helmuth von Moltke, die toentertijd verbonden was aan het Duitse ministerie van Oorlog, bij de westelijke geallieerden en in het bijzonder bij de Verenigde Staten in Ankara met een voorstel, dat uitging van een belangrijke groep Duitse offi cieren, hogere ambtenaren van de ci viele sectoren en politieke tegenstan ders van het nationaal-socialisme. Wanneer dit voorstel aangenomen, of zelfs maar in overweging genomen zou zijn, had het de oorlog aanzienlijk ver kort, en waren millioenen mensen levens gespaard gebleven. Eveneens zou dan de politieke chaos en de split sing tussen Oost en West, die tenge volge van de verovering van Duitsland onvermijdelijk was, verhinderd zijn. Onder groot gevaar voor eigen leven had de Duitse groep 't voorstel schrif telijk vastgelegd en aan een officier van het strategische bureau, met wie zij in Ankara in verbinding konden treden, toestemming gevraagd, het voorstel of aan een vroegere Ameri kaanse ambassadeur in Berlijn of aan een Amerikaanse journalist door te ge ven, op wiens discretie de groep meen de te kunnen vertrouwen. De vroegere ambassadeur verklaarde, dat hij geen interesse voor het voorstel had en de journalist is er nooit mee in kennis ge steld. Het voorstel was een memorandum van zeven kantjes, dat de opvattingen van de leden van de groep weergaf en verklaarde, dat de Duitse oppositie uit twee groepen bestond: de ene groep was voor een Oostelijke, Russisch vriendschappelijke oriëntatie,de ande re voor een pro-Westelijke oriëntatie. Dé eerste was, aldus het memorandum, sterker dan de laatste, in het bijzonder in het leger. In de kringen van de luchtmacht had zij de meest aanhan gers. De drijvende kracht achter de Oostelijke vleugel was de traditionele (Bismarckse) opvatting van een be langengemeenschap tussen de beide zich aanvullende machten van Duits land en Rusland, welke opvatting 1 id- de tot de samenwerking van het Sow- jet-Rusland en de Duitse republiek in de tijd van het Rapalloverdrag in 1924, toen de „Reichswehr" en het Rode Le ger tot een verstrekkende overeen komst wat betreft de militaire samen werking kwamen. Het memorandum gaat verder met de verklaring, dat, hoewel de westelijke groepen wat hun aantal betreft, zwakker zijn, zij toch door talrijke mensen worden vertegen woordigd die sleutelposities in de mi litaire en civiele sectoren innemen en waaronder zich verder nog leidende functionnarissen van kerken, vakver enigingen, industrie en geestelijk leven bevinden. Naar 't oordeel van het me morandum vinden deze groepen een volkomen militaire nederlaag van het nationaal-socialisme van Duitsland een morele en politieke noodzakelijkheid en zijn het eens met de eis tot onvoor waardelijke capitulatie. Het memorandum verzocht om met de Westelijke geallieerden te komen tot een belangengemeenschap om daar door de oorlog te verkorten. Het stelde voor, dat het Duitse leger in het Oosten een linie zou betrekken, die ongeveer gelijk liep met de Duits- Poolse grens, terwijl het in het Wes ten tegenover een aanval op grote schaal zou terugtrekken en op die ma nier de weg voor de bezetting van Duitsland door de geallieerden zou vrijgeven, waarna dan de troepen in Oost-Duitsland zich moesten overgeven. Het memorandum onderstreepte 'e volgende twee punten: 1. Een krachtig offensief in het Wes ten; 2. Overleg met de Duitse verzets beweging betreffende het oprukken. Verder werd in het memorandum voorgesteld, dat bij de landing van de geallieerden een provisorische anti nationaal socialistische regering zou worden geïnstalleerd, die in samenwer king met de geallieerden de verant woording zou dragen voor niet-milita- ristische opdrachten. Het memorandum waarschuwde voor het gevaar, dat voor de Europese volkeren kon voort spruiten uit een verbond tussen het communisme en de door de kringen van het leger ondersteunde nationaal- socialisme. Het is interessant te vernemen, dat het memorandum reeds toen duideJ'.'k de moeilijkheden zag, die zich bij een verdeling van Duitsland en de daaruit voortvloeiende strijd tussen Rusland en het Westen van Duitsland, zouden voordoen. Phill Philips: Het Sloehill- mysterie. Bij Bruna in Utrecht verscheen deze thriller van een tot dusver onbekend schrijver. Er is natuurlijk een moord, en nog wel een die met een degen gepleegd is, er is veel scherpzinnig heid en veel geheims, kortom: een mysterieroman, die zich in niets on derscheidt van duizend andere. Zeer leesbaar, zeer spannend en bestemd om gauw vergeten te worden. Lectuur voor een vacantiedag met regen. Rein Brouwer: Dauw over dorstig land; Maar de zon overwon. Van deze beide boeken uit de Gro ninger trilogie bracht de uitgever Leopold te Den Haag respectievelijk de zesde en de vierde druk. En deze toeken verdienen dat! Want zij zijn het eerste grote romanwerk, dat in zo schitterende vorm vertelt over het leven op het platteland van Gronin gen. Rein Brouwer, die (indien wij ons niet vergissen) met dit werk debu teerde, heeft zich al direct een schrij ver van formaat getoond, die bewees, dat men over de feiten van het leven boeiend en prachtig kan schrijven zonder te verzinken in het moeras van psycho-analytische verwrongen- heden. Dit is gezonde, verheffende literatuur. En daaraan hebben we in ons van ongezonde werken overvulde wereldje ten zeerste behoefte. 1 A 'CDAuivSi P ODIUM v 0/ yoEN IK ACHT JAAR WAS vertelde m'n vader m\j, dat er in Zuld-Afrika diamanten werden gevonden; en dat naar die diamanten gegraven werd door negers; en dat iedere avond iedere neger een flesje wonderolie moest leegdrinken, omdat dit de enige manier was om na te gaan of de negers niet stlekum, en op niet nadar aan te duiden plaatsen, gevonden diamanten ach terover probeerden te drukken. Van dat jaar af dateert mjjn belangstelling voor diamant. J-JET ZAL de meeste lezers wel zyn vergaan als m(j die jarenlang zijn hart ophaalde aan en zwelgde in ver halen, waarin het „goud, zilver en edelgesteente" hun romantische rol speelden. Verhalen van schatgravers en alchimisten, tempelrovers en schat rijke Indische vorsten. Van koningen en vorstinnen, edelmannen en edel- vrouwen, die zich den volke toonden met brillanten en robijnen, smaragden een saffieren getooid. Ahwelk een wereld van rijkdom en schoonheid...... en hoe vèr was deze wereld verwijderd van de onze, waarin glazen kralen en een doublé ringetje hun schamele illusie poogden te wekken. En nu, na al die jaren, ligt in een paar zalen van de Diamantbeurs op het Amsterdamse Weesperplein een verbijsterend fortuin aan diamant tentoon gesteld. Diamant uit New-York en Parijs, uit Brussel, Londen en Amster dam. Vlaggen waaien uit op het Weesperplein en er is veel politiemacht daar vereend. Twee weken lang is Amsterdam Diamantstad. een mensenhart? Of is zo'n veronder stelling al te dwaas? Zou er één materie ter wereld zijn, die tegelijk zoveel geluk en zoveel rampspoed bracht? Hoeveel misdaad, leugen en wreedheid werden in de loop der eeuwen niet bedreven in naam van deze stof .gedolven uit het donkere hart der zwarte aarde en symbool van schoonheid en geluk, rijkdom en macht Twee weken lang zal Amsterdam Diamantstad zijn. Twee weken zullen zich mensen voor de vitrines verdrin gen. De een zal zich een ogenblik ge lukkig achten bij het zien van zoveel waterheldere schoonheid. De ander zal het heimwee en de weemoed in zich voelen omhoogkruipen, omdat het lot hem of haar zo ver hield van de we reld waarin de mens diamant draagt. Er zullen er zijn wier hebzucht wordt opgewekt door zoveel hopeloos onbe reikbaar schoons, en weer anderen die langs de met uiterst raffinement ver lichte vitrines dolen zonder de ver rukkelijke verbeeldingskracht, welke het zien van diamanten tot een opper ste vreugde maakt. Maar wie de gave heeft zich een moment gelukkig te kunnen voelen bij het zien van het schoonste wat de donkere aarde de mens gaf, zal stil verder gaan. Aan hem is Diamantstad wèl-besteed. {-{ET IS NIET goed bij zoveel grandeur te spreken van zoveel leed en mi sère, verbonden aan diamant. Ik weet niet of dat verhaal van die ne gers, waarmee ik deze kroniek van daag begon, waarheid bevat. Maar de mannen, die diamant dolven voor vor- stenvrouwen, altaren en de rijken der hoofdsteden van vijf werelddelen, het zij in Zuid-Afrika, hetzij in India of Brazilië, zijn er niet rijk van gewor den. In de aarde, diep verborgen, ligt de diamant en hij moet aan de opper vlakte worden gebracht door de mens. Die mens moet in pijn en zweet .het daar begraven en weggeborgen zon licht omhoog brengen. Hèm mist men, in Diamantstad op het Weesperplein; tussen de handelaren en de fabrikan ten, de klovers en de slijpers, en tus sen de vriendelijke vrouwen, die van vitrine tot vitrine drentelen en de ge- maskerde harpijen, die in het verbor gene, zeer heimelijk hun ziel en zalig heid afwegen bij het aanschouwen van zoiets koninklijks als diamant. In Diamantstad ontmoet men niet de man uit Kimberly noch de man uit de Braziliaanse mijnen, uit Belgisch Congo of uit Siërra Leone. Ze zijn er niet. Ze bleven thuis, in hun eigen Diamantstad, die diep onder de korst der aarde ligt en waar geen flonkering heerst als nu in Amsterdam, op het Weesperplein. ANTHONY VAN KAMPEN. WERKGEVERS GAAN MASSAJEUGDWERK STEUNEN. Naar het ANP verneemt beraamt het Centraal Sociaal Werkgevers Verbond plannen om het in nood verkerende massajeugdwerk financieel te steunen. J^ET IS EEN bijzonder voorrecht als men door die zalen mag lopen na het sluitingsuur. Dan zijn de kinderen weg, die zich staan te vergapen aan 's werelds meest verblindende schat ten. Dan zijn de vrouwen weg, die ein deloos lang voor één vitrine blijven staan en denken aanja, de hemel weet waaraan ze denken! En dan zijn er nog maar enkelen der suppoosten over, wier yzig-koele ogen je tijdens heel de ommegang in je rug voelt ste ken. Het fluisteren der menigte was ver stomd, het zoemen der schijven ver stild, het schuifelen der voeten had opgehouden. Alleen het zachtgele licht vloeide over deze Amsterdamse schat kamer en buiten, ver weg, klonk ern stig en nadrukkelijk het slaan van 'n oude stadsklok. Daar lagen de diamanten en het was de eerste maal in mijn leven, dat ik er zoveel en' zo schone bij elkaar zag. Brillanten archideeën in platina ge monteerd; brillanten palmtakjes met smaragdjes bezet; een diamanten glo be met diamanten sterrenhemel; een schip van diamant; de Amsterdamse Stedenmaagd getooid met geslepen diamant;, gouden broches in de vorm van een pauw, gegoten en geëmail leerd, en bezet met brillanten, diaman ten, smaragden en robijnen. In een kleine vitrine ligt de diamant onzer jeugd. Ik bedoel: de diamant waarvan wij lazen toen we jong wa ren: de Cullinan, gevonden in 1905 en bewerkt in 1908 in opdracht van de Engelse koning door een Nederlandse klover; de grootste diamant, die ooit op aarde werd gevonden; 3024 karaat. Ergens, in een andere vitrine, een mo del van het wereldwonder: de Koh-I- Noor, in 1852 geslepen door L. Voor zanger. Ook een Nederlander. En je loopt van vitrine tot vitrine en ziet de schatten der aarde. Daar ligt een diamant, tooisel voor de groten der wereld. Een klein, onnoemelijk klein Sieraad, misschien eenmaal gedragen door een vrouw van koninklijke bloede, een vorstin, of een edelvrouw. Een kleine steen, die is als een druppel water, die plotseling is blijven liggen, gevangen door een helle zonnestraal en zo bleef voortbestaan. En de een zame courantier voor de vitrine zoekt naar de woorden om zijn impressie van dit mengsel van water en hel zonlicht weer te geven en hij weet tegelijk: hij zal het nooit kunnen. Hoe grof en on volledig, hoe grauw, taai en dof zijn de woorden, die men bij elkaar zoekt om in een verre verte de suggestie te geven van zoveel klaarheid, zuiverheid en adeldom. J-JET WORDT zo stil in de zalen, dat zelfs de vilten voetstappen van de enkele bewakers irriteren. Het is alsof het gele licht hoorbaar langs het glas der vitrines spoelt en het wonder daar achter opneemt. Er zijn diamanten, die mild en teer te glanzen liggen. En weer andere, die fel, haast vjjandig- koel schitteren. Zou het kunnen zijn, dat diamant iets kan overnemen van yORIG JAAR werd te New-York voor het eerst sinds lange tjjd een Duitse film vertoond onder de titel „Marriage in the shadow". Een rolprent, die niet gemaakt was in de Engels-Amerikaanse, maar in de Russische zone van Duits land. Maanden achtereen draaide deze film in de grootste theaters van New- York. Het succes dat zij daar oogstte, werd weliswaar lang niet geëvenaard door de ontvangst in de bioscopen van Europa, maar ook in de oude wereld heeft deze film „Ehe im Schatten", „Huwelijk in de schaduw" bU een groot publiek waardering geoogst. Niet enkel omdat het hier een inderdaad goede film betreft, maar vooral om haar geestelijke achtergrond, die ervan getuigt, dat Duitsland niet identiek is met nat.-socialisme en dat er in het buitenland van nu inder daad krachten aan het werk zijn ter bevordering van een nieuw inzicht en van een hervorming van de Duitse geest in menselijker zin. J7HE IM SCHATTEN" - thans ook in Nederland te zien houdt zich bezig met het lot der Jo den onder het Nazi-regiem. De film is gebaseerd op het thema van de door de Nazi's gebrandmerkte „Misch-ehe" een huwelijk hier tussen een niet- Joods toneelspeler en een Joodse col lega. De film begint in 1933, wanneer inDuitsland het nationaal-socialisme aan de macht komt. Rassen-theorieën rl<«n opgeld en het anti-semitisme ont wikkelt zich sterk. De Joden-boycott demonstreert zich in excessen en rechtstreekse terreur; maar het me rendeel der Duitsers en zelfs der Jo den onder hen meent dat het op de duur niet zo'n vaart met die vervol gingen zal lopen: de geboorte van een nieuwe tijd gaat noodzakelijk met zware pijnen gepaard, deze behoeven echter niet inhaerent te blijven aan die tijd, denkt men. Maar de nieuwe tijd ontwikkelt zich verder: de tot dan toe gevierde actrice mag al spoedig niet meer optreden en moet zich om de carrière van haar echtgenoot niet in gevaar te brengen, voortdurend angstvallig op de achtergrond houden. Afgunstige collega's intrigeren en de protectie van een vroegere aanbidder, die tot een hoge post in de Nazi-Kul- tur-bescherming is geklommen, kan haar niet meer redden. Haar echtge noot wordt voor de keus gesteld zich van zijn vrouw te laten scheiden (met het gevolg, dat zij gedeporteerd zal worden), of het recht te verliezen om als toneelspeler op te treden. Het echtpaar ziet dan geen uitweg meer om zijn diep geschokt menselijk waardigheids besef niet op te offeren en kiest vrijwillig de dood. Het door Hans Schweikart geschre ven scenario is gebaseerd op het leven van de Joodse acteur Joachim Gott- schalk, die in 1941 met zijn gezin een toevlucht zocht in de dood. Aan zijn nagedachtenis en die van alle Joden, die onder de Nazi-terreur de dood vonden, is de film „Ehe im Schatten' ongedragen. Zij is heel sober gehou den en legt alle nadruk op de trage die van de J oden vervolging zelf. De film geelt een aangrijpend beeld van de angsten en spanningen, die de Jo den onder de nationaal-socialistische druk hebben moeten doormaken. De ergste vormen van de vervolgingen laat de film buiten beschouwing: de deportaties, de concentratiekampen, d gaskamers en crematoria. Deson danks is „Ehe im Schatten" al onthut send genoeg en ontroert zij diep, ook al ontkomt men niet aan ae Indruk, dat hier en daar de probleemstelling wat geforceerd is en er wat te veel met een ongenuanceerde zwart-wit- iegenstelling werd gewerkt. Dat bo vendien in deze film wat eenzijdig de schuld der nazi's en niet meer alge meen die van de Duitsers geaccen tueerd wordt en dat soms ook te zeer de aandacht gevraagd wordt voor „het geval" hier het door de vervolgin gen bedreigde levensgeluk van het echtpaar en pas in de tweede p'aats voor het leed der Joden in het algemeen, waarvan dit „geval" slechts een symptoom is, werkt enigszins storend, maar dit neemt niet weg, dat .Ehe im Schatten" toch overtuigt van -ren diepe ernst en een streven naar oprechte waarachtigheid, die sterk aangrijpt. velen om hun iand te verlaten, omdat zij nog vertrouwen hebben in de toe komst; de groeiende vertwijfeling bij en steeds heviger wordende vervol ging. Knap voert hij zijn film naar een eerste climax: de pogroms kort voor de tweede wereldoorlog, waarbij de SA er zijn beestachtig genoegen in schiep Joodse eigendommen te ver melen. De orgie van machtswellust, geweld en rechtsverkrachting vatte Maetzer hier samen in enkele beelden4 van een ontstellend realisme, die meer uitdrukken dan lange betogen het Kunnen doen. De film neeft meer van dergelijke bijzonder expressieve gedeelten: de actrice moet haar distributiekaarten afhalen aan het loket voor gemengde huwelijken; in de rij staat daar een Joodse vrouw, wier man gestorven blijkt; daarmee heeft zij haar be staansrecht verloren en zij wordt voor deportatie weggesleept. Radeloos van angst gaat de actrice weer naar huis en bij iedere stap, die ze zet, bon zen haar de woorden door het hoofd: ie volgende, de volgende! In deze scène zijn de camerabeelden en het daaraangekoppelde geluid zo expres sief. dat alle ellende, leed, vernede ring, dreiging en ontstellende, waan- zinnigmakende angst die tezamen het leven bepaalden van de Joden in een der meest beschamende perioden der mensheid ten volle gekarateri- seerd worden. En hierdoor levert „Ehe im Schatten" een diep treffend plei dooi op voor menselijkheid, meer dan door zware half-filosofische dialogen, waarmee eveneens de film vooral in het eerste deel - het probleem der rassenwaan poogt te benaderen. LONG-SHOT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 5