Nieis nieuws onder de Zon! Verkeerde gulheid liN Mim m ww vol Bmvtm Spook der werkloosheid doemi op in het beknelde Finland R Kranten, tunnels, gas en staking Hef Radioprogramma Onze mededelingen Prijsraadsel Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Oplossing Prijsraadsel Koren op de communistische molen Laatste Amerikaanse bezettingstroepen verlieten Korea AVONTUUR ESIDENTIE JTEN TAXAMETER kende het oude Rome al. Daar waren huurkoetsen, waaraan een vernuftig bronzen appa raat bevestigd was, die vertellen kon den hoeveel stadiën (mijlen) de wagen had afgelegd bij zijn aankomst. De koetsier hoefde dan maar de.... steen tjes te tellen, die in het apparaat vio len na zoveel wiel-omwentelingen. Elk steentje was datt een mijl. Inderdaad was men in die oude tijden vaak heel knap in het bedenken van zulke ingewikkelde technische zaken, die met de eenvoudigste middelen op gebouwd moesten worden. Keizer Theophilus, die van 829 tot 842 in Kon- stantinopel (Byzantium) regeerde had naast zijn troon twee gouden leeuwen staan. Als de keizer zitten ging verhie ven de leeuwen zich een weinig en stieten een gebrul uit. En dat alles had den Griekse handwerkslieden in elkaar geknutseld. De krant kende men natuurlijk ook al in de Romeinse tijd. Caesar stelde in 39 v. Chr. de zogenaamde acta diurna, later ook wel de acta urbis in, vrijwel letterlijk te vertalen met dagelijkse handelingen en gebeurtenissen van de stad. Deze „kranten" brachten officieel en gewoon nieuws, Er waren in die tijd al heel wat burgers, die hun geld verdienden als correspondent van dié bladen, door het nieuws uit Rome naar de provincie te zenden. Toch was cr een groot verschil in verspreiding van die Romeinse couranten; zij werden namelijk niet in honderdduizenden ge drukt, doch slechts in een enkel exem plaar geschreven! Bliksemafleiders hebben wii aan Beniamin Franklin te danken; dat weet iedere schooljongen. Toch zetten de Egyptenaren al masten met gouden spitsen op de stadstorens, Ook is het bekend, dat op de grote tempel van Jeruzalem gouden spitsen stonden en koperen bulzen en goten, die contact met, de aarde hadden en aldus een voortreffelijke bliksemgeleiding vorm den. Het graven van tunnels Is een uiter mate nauwkeurig werk. De ingenieurs die spoorwegtunnels in het bergland projecteerden, weten daarvan mee ie praten. Meestal begint men het werk van twee kanten en dan is de moeilijk heid om op dezelfde plaats uit te Ko men. Daarvoor is een indrukwekkende verzameling meetinstrumenten zeker nodig. Toch waren de ingenieurs van koning Hiskia in Jerusalem al zo kmn. dat zij in de laatste eeuw voor Chris tus' geboorte een tunnel bouwden, thans bekend als de Sllva tunnel, met oen zelfs voor onze moderne bouw meesters verbluffende juistheid van berekening. Toen de beide schachten bijeenkwamen bleek er een hoogtever schil van slechts 30 cm te zijn. In Pa lestina werden in de grijze oudheid meer tunnels gegraven; die bij Gezor ging tot 30 meter diepte en was zo b'-"'d als de Londense Underground. Gas als brandstof kenden onze voor vaderen ook al. In zijn kronieken be richt de Griek Ktesias, dat in de vijfde eeuw v. Chr, de Griekse huizen van Karamanie verwarmd werden door erbranding van aardgas. En ge moet niet denken, dat de staking een uitvin ding van deze tijd is. Al was het nog maar even vijftig jaar geleden, dat de c rste staking in ons land geregistreerd werd. zowel Livius als Ovidlus vertel len al van stakingen. De merkwaardig ste was die van de muzikanten in 311 v. Chr. in Rome. Zij genoten elk jaar op staatskosten een grote feestmaaltijd, doch in dat jaar besloot de overheid het privilege om redenen van bezuini ging te schrappen. De muzikanten gin gen toen in staking en trokken alle naar Tibur, w .arschijnlijk ook om hun onontbeerlijkheid in de hoofdstad goed te doen gevoelen. De Romeinse magis traten bezonnen zich op een list; zij zonden afgezanten naar Tibur, die er in slaagden om alle muzikanten in een dagenlang drinkgelag beschonken te krjigen. Toen kwamen de Romeinen met een colonne vrachtwagens, waar zii de laveloze muzikanten op thuis brachten. Met dwang weliswaar, doch het privilege werd terstond in ere her steld, zodat deze oudste staking „ge wonnen" werd door de werknemers, En nu we toch op deze luchthartige r.ieuwtjes, die geen nieuws zijn, zjjn terecht gekomen, is ook vermeldens waard, dat d regie van applaus, zoals Eitler en andere moderne dictatoren die invoerden ais achtergrond voor sprekers of van officiële plechtigheden, ook al in het Romeinse Keizerrijk be stond. Nero huurde vaak 3000 lieden, die klappen ïoesten en hun bijval luide uitschreeu—den wanneer een 'van Nero's gunstelingen 'ets in- het open baar presteren moest .Dit legertje van beroeps noplaudisseurs stond onder strenge discipline; hun leider genoot een jaf-wedtte van 40.000 sertertiën. Eén ding is er zeker gelijk gebleven cbor alle eeuwen: het kinderspeelgoed, Ook de kindertjes van de Romeinen e" Grieken speelden met ponnen, reden op hobbelpaarden, hadden een bal en een snringtouw en hielden van schommel en draaimolen. „Zwarte Piet" kenden ze alle ook, en het paedagogisch ver werpelijke: „pas op voor"was even eens een angstaanjagend begrip. Eeuwen na de Punische oorlogen drei gen de Romeinse moeder nog met: .Pas op, anders komt Hannibal je halen!". HILVERSUM I, 301 M- Nieuwsberichten urn 6, 8 en 11 uur. AVRO. 6.15 Reportage tour de France. 6,20 Reportage tenniskam pioenschappen. 6.30 Strijdkrachten. 7-— Kobus Kwint. 7.10 Metvopole orkest, 7.45 De R.V.D. antwoordt. 8.05 In bet radio zoeklicht. 8,15 Amerikaans student enk oor. 8.50 Hoorspel. 9,20 Residentie orkest- 10.— Oude en nieuwe pro blemen. 10.15 The swinging nightingales. 11.15 Rhythmische muziek. 11.45 gr. pL HILVERSUM II, 415 M. Nieuwsberichten om 7% 8 11 uur. NCRV. 6.- Leger des Heils- kwavtier. 6.15 C.M.B.-kwartier. 6.30 Orgel bespeling. 7,15 Nederlandse organisten, 7.30 Actueel geluid." 8.05 Programma proloog. 8.15 Tlaatvavia. 9.— Vacantie-voorpret. 9.15^ Saus souci. 9.35 Sweelinek kwartet. 10.05 De vaart der valken. 10.25 NCRV-koor. 10.45 ^vondoverdenking. 11.15 Populair avondcon- MET INGANG VAN HEDEN ZENDER- WISSELING, HILVERSUM II, 415 M. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 6, 8 en 11 uur. VARA. 8.15 Ope rette melodieën. AVRO. 12.30 Reportage ten niskampioenschappen. 1.15 The Avroleans" VARA. 6.15 De VARA feliciteert. 6.45 Om roepkoor. 7.— Denk om de bocht. 7.15 „Steun wettig gezag", VPRO. 7.30 Voordrachten.. 7 50 Tien voor acht. 8.05 Het Röntgen-kwartet. 8.30 Lezing. 8.55 Zo juist verschenen. VARA. 9 Men vraagt en wij draaien. 9.30 Orgel spel. 10.— Buitenlands weekoverzicht. 10.15 Swing and sweet, VPRO, 10.45 Avondwijding. VARA. 11.15 Joh. Brahms-programma. HILVERSUM I, 301 M, Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. NCRV. 8.15 Te deum laudamus, 12.— Omroepkoor. 12,33 Om roeporkest. 6,15 Leaing, 6.30 Strijdkrachten. 7,15 Geestelijke liederen. 7.30 Actueel geluid. 745 Het studentenleven, 8.05 Programma proloog. 8.15 Het C.N.V. jubileert. 10.45 Axondoverdenking. 11,15 Beroemde concer ten. 11.50 gr.pl. Iedere avond vóór het slapengaan kwam Hankle trouw bij Mammie op schoot zitten, om samen met haar plaatjes te kijken in het grote vertel selboek. Dat was al begonnen, toen hij nog zo klein was, dat hij niet eens goed kon praten en alleen met „ta-ta" en juichkreetjes zijn instemming betoon de. Maar, wat groter geworden, was hij zo vertrouwd en bevriend geraakt met Wollie, het schaapje, Knorrie, het big getje en Waffie, de hond, dat het on denkbaar was, rustig te gaan slapen, zonder hen eerst weer bekeken te heb ben. Daarna volgde dan trouw een kort verhaal, dat hij evenmin kon missen, al zagen zijn 'oogjes soms dik van de slaap en hoorde je tot in de achterkamer het smakkend zuigen op zijn duimpje. De laatste dagen was moeder met een verhaal bezig, waarin een stout jongetje weer heel erg braaf werd, doordat hij zo'n lief klein zusje had gekregen. Hij wilde zijn korstjes brood netjes opeten; likte niet meer zoals eerst aan alles, wat hem lekker scheen op tafel, en gaf zelfs van zijn mooiste speelgoed af en toe iets weg aan kind- j.es, die niets hadden. „Dief hé?" zei moeder hardop tegen Hankie's zusje, Geesje, die, dat wist ze maar al te goed, zelden iets van haar spulletjes aan anderen kon afstaan. Ze v/as al vijf jaar geweest, maar nie mand, zelfs haar liefste vriendinnetje, mocht nooit iets van het hare gebrui ken. Een beetje beschaamd keek ze meoder aan en zei heel royaal: „Nou, dat zou ik ook vast doen". „Dat is lief van je, Geesje, erg lief" zei moeder, haar bemoedigend toeknikkend. Maar direct daarop legde ze zacht haar vin ger op de mond, sloot heel voorzichtig het boek en droeg kleine Hankie, die reeds in slaap was gevallen, zachtjes naar zijn kamertje. Geesje dacht ondertussen nog eens duchtig na over hetgeen moeder straks verteld had. Als dat zo lief was, iets weg te geven aan arme kindjes, nou, dan wilde zij moeder eens gauw laten zien, dat zij dat ook kon. De volgende morgen vóór schooltijd was het veel drukker dan op andere dagen in de straat. Je hoorde de grote vuilniswagen reeds de hoek omkomen en ieder, die zjjn as-emmer nog niet buiten had ge zet, haastte zich, dat te doen. Hankie was zoet in de kamer met zijn blokjes bezig en Geesje was, zo meende moe der, in de voortuin. Ze had haar daar druk zien heendribbelen met veel speelgoed in haar boodschappenmand. Na een uurtje, toen alle emmers ge leegd waren, wilde moeder juist de hare binnen zetten, toen ze Geesje blij lachend in de goot zag spelen, terwijl haar lege mand boven op de grote vuilnisemmer stond. „Waar is je speel goed, Geesje?" vroeg moeder verwon derd. „Alles aan de kindjes gegeven. Lief, hè, Mam?" „Aan de kindjes?.... Welke kindjes?" „U weet wel, Mam. De kindjes, die wel eens in de emmers kijken, die hebben niets, hè Mam." „Wat heb je dan wel Weggegeven?" was moeder's enigszins verontruste vraag. „Al het speelgoed van Emmie heb ik er in gestopt". „Van je zusje?" „Ja Mam, en U had eens moeten zien, hoeveel kindjes er blij mee waren. Nou ben ik toch zeker erf lief, hè Mam?" zei Geesje vleiend. „Kind, wat heb je gedaan?" zei moeder met tranen in haar ogen. „Al het mooie speelgoed van je zusje in de vuilnisemmer ge stopt, stoute meid, en je eigen speelgoed gehouden?" „Maar dat had ik ook alle maal van Sinterklaas, en dat mag je nooit weggeven, hè Mam?" „Het is vreselijk kind." zei moeder zuchtend- Die avond las ze uit het'grote vertelsel boek voor, terwijl Emmie voor haar lege speelgoedplank zachtjes zat te huilen. Maar Geesje leerde toch, wat over te hebben voor anderen, want haar speel goed werd door moeder verdeeld tussen Emmie en haar. Maar nooit heeft ze weer iets ervan in de vuilnisbak ge stopt. Tiny Kuiper, Sternstraat 44, Den Hel der, wil afstand doen van een jong ka tertje. Het diertje is op 18 Mei geboren en kan worden gehaald als het zes weken oud is. Wie kan Cootje Kolk. Geestersingel 36, Alkmaar aan wat buitenlandse postzegels helpen? Kinderen die deze week hun naam niet in het correspondentie-hoekje vin den en toch naar Tante Iet hebben ge schreven, krijgen per brief antwoord. Voor kinderen beneden 12 jaar. Zoek in de onderstaande zinnetjes verborgen bloemennamen. In elke zin schuilt één bloemennaam. 1. Kleine zus kent alle liedjes die moeder haar heeft geleerd. 2. Om tien uur gingen wij pas te rug naar huis. 3. Ik vond in de zak van mijn oude regenjas mijn potlood terug. 4. Wil je mij eens wat van je reis vertellen? 5. Vader denkt dat de oude visser in geVaar verkeert. De oplossingen kunnen vóór Zondag 10 Juli worden gezonden naar het 1>Z- reau van dit blad. 300. Zonder gesnapt te worden, be reiken Pim. Pam en Pom de vaste wal. „Zo, dat Is dat", roept Pim vro lijk, als ze alle drie op de kade staan. „En nu eens kijken of we Pepi kun nen vinden". „Ja, maar Pepi is toch allang met de trein mee? Hij is toch door een agent naar het station ge bracht?" roept Pam, die zich nog niet erg op zijn gemak voelt in zo'n vreemd land. „Kom, doorlopen", ge biedt Pim. „Pepi zou aan het einde van de kade op ons wachten, Kijk, daar is-ie al". Pim wijst op een figuur, die in de verte zichtbaar wordt. Ze rennen er heen. „En is het je gelukt?" ïoept Pim. „En of", antwoordt Pepi, „lk ging detrein aan de voorkant in en aan de achterkant doek ik meteen de coupé weer uit". „Goed gedaan", prijst Pim. „Zo en nu kunnen we je tenminste zelf naar je vader brengen". „Ik ben erg blij, dat ik jullie alle drie weer terug zie", zegt Pepi voldaan en dan stappen ze met hun viertjes het oerwoud tegemoet. Voor jongens en meisjes beneden 12 jaar. Deze week is het eigenlijk geen zak vol brieven, maar een mand vol brieven gewenden, jongens en meisjes.JulHe moeten weten, dat ik een grote papiermand van de redactie heb geleend om al mijn post te vervoeren. Er waren grote pakken bij met postzegels en zilver papier en het leek precies op een mand met geschenken voor de St. Nicolaasavond. Nu eens kijken wat er allemaal xxit die mand te voorschijn is gekomen.. Eerst een doosje met sigarenbandjes, postzegels en zilverpapier van Martha Visser. Hartelijk dank voor alles, Marthal Wij zijn er blij mee. Steef Overhand, de meeuwenfamilie belooft dit jaar dus weer groot te worden. Vind jij het ook zo mooi om de natuur in te trekken en het leven van de vogels te leren kennen? Je zult je er over verbazen hoeveel x^ogelsoorten er nog zijn die je nooit hebt opgemerkt. Karei van Wessel, bedankt voor het adres. Ik heb nog wat postzegels voor je, die ik je zal toezenden. Henk Nellestein, ik zou de hagedissen nu maar weer laten lopen als ik jou was. Vroeger heb ik ook wel hagedissen gehad, maar als ik ze een poosje had bekeken, gaf ik ze de vrijheid maar weer. Als je ze lang gevangen houdt, gaan ze toch meestal dood en dat is jammer, 't Zijn zulke grappige diertjes. Bedankt voor je goede wensen, Henk. Ik had mooi weer hoor! „Dwergje" jij behoort eigenlijk niet in dit hoekje, omdat je al twaalf jaar bent. De vorige week heb ik je brief al beantwoord en ook over je poesje geschre ven onder de mededelingen. Deze week zal ik het nog even herhalen. Geravd Schmidt, har telijk dank voor de postzegels. Dat was weer een geweldig werk om ze allemaal zo keurig op te plakken, Gerard. Je verzoekje heb ik onder de mededelingen geplaatst. Hiddo Schmidt, wat heb je mooi geschreven zeg! Ik was blij met fyet zilverpapier. Dat zijn mooie kleurtjes. Jij peutert de bonbons zeker voorzichtig uit hun zilveren jasjes. Maartje de Waard, wat prettig, dat je ook met ons mee gaat doen. Ja, jij hebt veel broertjes en zusjes zeg, maar dat is toch ook wel erg gezellig denk ik. 't Lijkt mij ook zo heerlijk oxn vlak bij de zee te wonen, zoals jij. Je schreef een gezellige brief, Maartje. „Madeliefje", ik kan best begrijpen, dat je het niet prettig vindt om 's middags te rusten, maar misschien knap je al weer spoedig zover op, dat het niet lang meer nodig is. Gelukkig dat het boek van„ je zusje zo mooi is. Martha Brinkman, wat aardig, dat zoveel mensen je aan punten hebben geholpen. Nu is je album dus helemaal compleet. Prachtig zeg! Er zijn nog veel hartelijke mensen in de wereld. Dat heb jij nu ook ontdekt, hè! Cohi Kliffen, als ik plaatjes van leden van de Koninklijke familie heb, zal ik om je denken hoor! Heb je al een flinke verzameling? Klaasje de Ruiter, ik ontving een brief van je Moeder en zo kwam ik te weten, dat jij al een ï>aar maanden in Nunspeet bent. Daar is het mooi, hè! Nu maar alles doen wat de dokter en de zusters zeggen, zodat je gauw beter wordt, Klaas. Spaar je nog postzegels? Ik zal Moeder nog even terug schrijven hoor! - Henk van Zon, heb je het schoolreisje al achter de rug? Ik ben er benieuwd naar waar je met de klas naar toe bent geweest. Henk Ufkes, wel bedankt voor het zilver papier en de sigarenbandjes. Ik vind het prettig, dat je mee gaat doen, Henk. - Coba de Vroome, als je zin hebt mag je altijd mee doen hoor. Dat behoef je niet te vragen als je een poosje niet hebt geschreven. Je bent altijd weer welkom, meisje! - „Margriet", je hebt een aardige schuilnaam gevonden. Ik houd ook zo van Margrieten. Is het schoolreisje al achter de rug, of moet het feest nog plaats vinden? Je moet mij toch eens wat vertellen over dat zoeken naai.' Coloradokevers, Heb jij er ook al een paar gevangen? Joke van Marle, Ruda Geerlings, Corrie Hop, Gerard Zwart, Siman Veerdig en Kees Bakker, jullie zijn welkom bij ons. Jongenns en meisjes, de brieven voor ons volgende' correspondentiehoekje verwaoht ik graag vóór Zondag 10 Juli, Dag allemaal. Hartelijke groeten van TANTE IET. Jaap en Lies mochten op een Zater dagmiddag met moeder naar een speel tuin. Eerst dronken zij onder een kleurige parasol die boven het tuintafeltje stond, een glaasje linonade. Zij zaten daar heerlijk beschut tegen de warme zon. Om het hardst zogen zij aan hu» rietjes, maar al spoedig verlangden zy naar de speeltuin en ze holden weg. 1 „Ik ga eerst op de schommel", zei Lies. „Pas op, val er niet af", riep Jaap. Lies ging steeds hoger en moest zien stevig aan de touwen vasthouden. Jaap zocht een matje op en klom op de glubaan. Daar gleed hij naar bene den, Heerlijk ging dat. „Zullen we eens samen in de draai molen?", vroeg Lies. Jaap vond het best. „Ga jij maar op zo'n bankje zitten, dan draai ik het ding wel rond", zei hij. Hij pakte een stang en begon te duwen, „Hè, dat valt niet mee hoor, Zo'n ding moest electrisch gaan, of met een machine, net als op de kermis. Eigen lijk moest je ook 10 cent per rit beta len. Daar ga ik dan straks een ijsje voor kopen om op te frissen". Dank je wel, ik kom er al uit", zei Lies lachend. ,,'t Gaat mij te langzaam. „Jongens", riep moeder, „jullie moe ten de limonade nog opdrinken, -want wij moeten naar huis". Het rietje van Lies was geknakt. Jaap stak zijn rietje in zijn zak om er thuis zijn melk mee te drinken. Even later gingen ze opgewekt met moeder huiswaarts. De prijzen werden deze week gewon nen door: Nelly Beemster, Dorpsstraat B. 57, Benningbroek. x 3e en 4e klas L. O. van df Berfre? Schoolvereniging, Bergen, N.-H. Jan Buisman, Nes G. 38. Schagen. Willy Huyg, Alkmaarscheweg 57, Beverwijk. Joke van Marle, Vosstraat 18, Den Helder. Gefeliciteerd, jongens en meisjes! De 1 boeken worden toegezonden. (Van onzo correspondent te Helsinki) j^adat de Finnen de levensmiddelen en thans ook het textiel van de bon konden doen en ook de voorziening van grondstoffen enigzins is gewaarborgd, doemt een nieuwe moeilijkheid op, die de communisten niet bepaald ongele gen komt: de werkloosheid. Eindo Maart werden in dit land met zijn vier mtlUoen inwoners ruim 50.000 werklo zen geregistreerd. Men verwacht ech ter, dat dit aantal gedurende de vol gende winter nog r.al oplopen en men vreest zeifs, dat het record-aantal werkzoekenden dat in 1932 werd ge teld, nl. 92,000, nog zal worden over schreden. De socialistische regering laat na tuurlijk niets achterwege, om dit spook te bannen. Voor het budget jaar 1949 heeft de Rijksdag reeds 240 millioen Finse Mark voor de bestrijding der werkloosheid goedgekeurd. Dit bedrag bleek evenwel veel te weinig te zijn Omdat de catogtrophale toestand vlugge hulp noodzakelijk maakte, werd dit uitgetrokken bedrag zonder da Rijksdag er in te kennen, liefst tien keer uitgegeven, nl, 2356 millioen Fin se Mark. Dit beleid, alsmede het verschil van mening hoe het vraagstuk der werk loosheid moet worden aangepakt, leid de tot een crisis. Tenslotte werd de po litiek van minister-president Fager- holrji met 94 tegen 92 stemmen, dus met/ de kleinst mogelijke meerderheid, goedgekeurd. Dit kon slechts gebeuren, omdat de 38 communisten met tranen in hun ogen de socialisten, die over 54 der 200 zetels beschikken, steunden. Dus slechts door de communisten en de afwezige burgerlijke volksvertegen woordigers (Fagerholm heeft zijn zieke mannen zelfs met brancards laten ha len) kon de socialistische regering in het zadel blijven. Zwakke positie der communisten. De communisten zijn uiteraard be vreesd door een nieuw kabinet op bre dere basis geheel op de achtergrond te worden gedrongen. Overal bespeurt men, hoe zwak zij al eigenlijk op hun voeten staan. Bij de laatste bijeenkomst van alle vakverenigingen in Helsinki konden de communisten niet één voor stel tegen de wil van de socialisten In dom 'ten, omdat nagenoeg alle vak verenigingen door de socialisten wor den geleid. Een communistische spreker ver klaarde onlangs, dat het aantal leden van zijn partij 57.000 bedroeg. We laten in het midden, of dit cijfer juist is en merken slechts op, gd&t de socialisten ruim 80.000 leden hebben. De commu nistische pers staat er ook niet al te best voor.. De bladen „Vapaa Sana" en „Työkansan Sanomat", die, volgens hun eigen opgaven, vier jaar geleden met resp. 44.000 en 70,000 exemplaren verschenen, kunnen zich thans met een oplaag van resp. 18.000 en 20.000 exemplaren nog net staande houden. Het grootste sociaal-democratische blad, de „Suomen Sosialidemokraatti" komt daarentegen nog met 45,000 exemplaren uit. De Russen weten blijkbaar nog niet, welke politiek zij in dit land aan hun kwetsbare flank moeten inslaan. Zo kunnen soms over kleinigheden val len, zoals b.v. nu, over het hoofd zien, dat ex-president Ryto, die in 1946 als oorlogsmisdadiger tot tien jaar tucht huis werd veroordeeld, wegens zijn slechte gezondheidstoestand werd ont slagen. Het ontbreekt de communisten voor al aan goede leiders. En het ziet er naar uit, dat de overgebleven fanatici in hun machteloze woede tot andere dan demo -vatische middelen hun toe vlucht willen -«men. Er wordt reeds gewag gemaakt van geheime bijeen komsten die plaats zouden vinden in huizen met dubbele uitgangen. Derge lijk gedoe valt natuurlijk in een land, waar nog iedereen vrij voor zijn me ning mag uitkomen, onaangenaam op. En toch hebben de communisten Fa gerholm moeten steunen, om niet ge heel op de achtergrond te worden ge drongen. Ze '-open nu echter, dat 3e werkloosheid, die gedurende de winter weer zal toenemen, hun nieuwe krach ten brengt. Daarom besteedt Fager holm aan het werkloosheidsvraagstuk de meeste „andacht. Hij hoopt thans het gehele probleem door meer of min der kunstmatige werkverschaffing uit de Gereld te helpen. Vele van zijn te genstanders zijn daarentegen de me ning toegedaan, dat de Finse Mark naar beneden moet men spreekt zelfs van 15 pet! Zo zou men dan de mogelijkheid hebben, met het buitenland te concur reren, want de exporteurs ondervinden thans door de te hoge pi-ijzen de m^- te last. Men redeneert in deze kringirP* dus als volgt; goedkopere Mark toenemende export meer werk minder werklozennog minder com munisten. En dat is dan toch wel de moeite waard, om over een verande ring van de wisselkoers na te denken. (Nadruk verboden) De laatste afdelingen van de Ameri kaanse bezettingstroepen in Korea zijn Woensdagmorgen per schip vertrokken. Het vertrek van de 1.510 manschappen en officieren uit de haven Inchonwerd gadegeslagen door de commissie der V. N, voor Korea, die hiervan verslag zal uitbrengen aan de Algemene Ver gadering. De besprekingen over handel en betalingen tussen Engeland en Spanje, gedurende het op 1 Juli beginnende jaar, zijn te Londen met succes tot een einde gebracht. 133 IN DE DOOR TJEERD ADEMA Hij zweeg even en keek Steensma opnieuw aan. „Ben u aan de Post?" ..Zoals u ziet", zei Steensma. De oude man knikte. „Zo, zo, dus u ben aan de Post". „Ja". „Ennewon u niet in Den Haag?" „Nee", zei Steensma tussen twee happen door. „In Leiden!" De oude knikte begrijpend. „Dus u woont in Leiden". „Inderdaad", zei Steensma, „in Leiden". „Enneben u nou zo maar's voor een nachie van huls?" Steensma knikte. „Zo, zo", zei de man. „Enne Ir. Steensma verslikte zich in de laatste slok van zijn bier. „Hóór eens", ?e1 hij, „heeft u misschien ook een naald en een draad?" De oude keek hem peinzend aan „Zeker wat kapot", bedacht hij met een blik naar de bestellerscape. „Goed geraden", prees Steensma, „Nee, 't zit in mijn broek. Ik heb ik ben thuis over mijn hekje ge klommen en toen „Dat's lelijk", zei de man, zijn wenkbrauwen fronsend. Hij slofte naar achter en kwam met de jonge vrouw terug, „As u de broek effetjes uittrekt", zei ze dienstvaardig, „U ken'wel zo lang in 't keukentje zltte". „Dandan moest ik maar met een gaan slapen", bedacht Steensma. „Ik ben vanmorgen al zo vroeg op geweest. Ik zal de broek wel bulten de deur leggen". „Best", zei de vrouw. Achter de oude man klom hij een cm al trapje op en stond even later voor een ijzeren ledikant, dat er zin delijk uitzag. De oude stak een stompje kaars aan en zette het op een tafeltje, „U blaast 't wel uit", zei hij, „Natuurlijk", beloofde Steensma. „Enne..., hoe laat wil u wakker gemaakt worre?" „Laten we afspreken om acht uur", bedacht Steensma. „Dat's best", knikte de oude, „Wel- teruste!" „Welterusten kastelein!" zei Steens ma. Hij wachte tot de man van het trapje was gestommeld, trok zijn broek uit en legde die netjes opgevouwen op het portaaltje. Toen sloot hij zijn kamerdeur af, legde de documenten zekerheidshalve onder zijn kussen en kroop met een sterk verlangen naar rust en eenzaam heid tussen de hagelwitte lakens. DE ONBEREIKBARE De volgende morgen sloeg de oude man met de knokkels van zijn rech ter hand tegen de kamerdeur en ver kondigde, dat het acht uur was. „Hier is de broek", zei hij en Steens ma opende voorzichtig de deur en nam door een kiertje de uniformbroek in ontvangst, waarin een winkelhaak met zwart naaigaren stevig, hoewel niet onzichtbaar gerepareerd was. Hij waste zich en kleedde zich aan. Hij stopte de doeumenten veilig in zijn binnenzak, haalde de ring uit de enveloppe en stak hem aan zijn linker ringvinger. Het was een eenvoudige gouden ring met een bloedrode steen, waarin een witte ster was gesneden. Een half uur later zat hij achter een tafeltje met vier sneedjes brood, een half gevuld potje jam en een hompje kaas en om half tien was hij op we# naar het grote regeringsge bouw, waarin de staatsman vertoefde, die hl) nog dezelfde morgen zou moe ten spreken. Tegen tien uur stapte hij de hall binnnen, waar een brede trap welker wit-marmeren treden met een mooie wijnrode loper belegd waren, naar hogere ambtelijke sferen voerde. In een glazen kamertje zat een ge- uniformde portier, die enkele brieven sorteerde en opkeek, toen Steensma zich in de hall vertoonde. „Extra bestelling?" vroeg hij on verschillig. „Nee, nee", zei Steensma, die in dit marmeren milieu onwillekeurig zijn bestellerspet had afgenomen, „nee, nee, ik moet iemand spreken". „Ik geloof niet, dat de heren al alle maal present zijn", zei de portier. „Wie had u moeten hebben?" „De minister", zei Steensma. De portier trok zijn gezicht in een stijf ambtelijk glimlachje. „Jullie van de Post zijn nou altijd even grappig", zei hij. „Verleden week was er hier eentje, die zei, dat de secretaris-generaal net zo'n dwerg keesje had als hij. Hij had een teefje en hij wou graag jonge hondjes heb ben. Of ik nou's even dat Wbestje van de secretaris-generaal te leen wou vragen. Stel je voor, het hondje van de secretaris-generaal met een „Een mesalliance", zei Steensma glimlachend. „Wat zegt u?" vroeg de portier. „O, niets, ik dacht zo maar wat". „Ja ja", zuchtte de portier, „en zo heb je alle dagen wat. M'n collega is ziek en nou zit ik d'r alleen voor. Dat valt. wacht effe...." De telefoon in zijn kantoortje rin kelde en hij greep vlug de hoorn van de haak. „Portier!" zei hij. Een onverstaanbaar masaal geluid knetterde uit de hoorn. „Goed, meneer, zeker, meneer", zei de portier beleefd. „Ik moet effe naar boven", zei hij. Hij beklom langzaam en statig de marmeren trap en Steensma zette zich zuchtend op een stoel. Het begon tot hem door te dringen, dat het niet gemakkelijk zou zijn de minister te spreken te krijgen. Hij hing zijn cape en pet aan een kapstok in een zijgangetje en had zich juist in afwachting weer op een rood pluchen stoeltje gezet, toen de portier weer in zijn hokje verscheen. (Wordt vervolgd). i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 4