geleden:
over het
Veertig jaar
vliegtocht
de eerste
Kanaal
NAPOLEON CONTRA VENUS
I
Dit
is de Tour de France
De Fransman Blerioi waagde de
sprong van Calais naar Dover
Hij liet
zijn krukken
maar thuis!
Culiureel Nieuws
Lied van de week
Vredesgedachien
Onimoeiing bij de Col d Aubisque
Een [ïalf geslaagd
Nederlands filmpje
ZATERDAG I JULI 1949
JULI 1909! De luchtvaart verkeerde
nog in haar beginstadium! Boven de
zee waagde men zich nietDit was
voor het Londense blad „Daily Mail"
een aanleiding om een prijs van
1000 (f 12000) nit te loven voor de
eerste, die het waagstuk zou aandur
ven, over het Kanaal te vliegen. Die
eerste was de Fransman Louis Blériot.
HET WILDE nog maar niet vlotten
met de vliegtuigtechniek, hoewel tal
van enthousiasten zich toelegden op
de verbetering van de bestaande, in
ons oog zeer primitieve toestellen,
waarmede men over het algemeen
meer ongelukken dan successen te
boeken had. Tot degenen, die met al
hun energie werkten aan de oplossing
van het probleem, behoorde Louis
Blériot. Na de „Ecole centrale des Arts
et Manufactures" te hebben doorlopen,
hield hij zich bijna ononderbroken be
zig met het nemen van proeven op het
gebied van de luchtvaart Hierbij deed
hy ruimschoots de ondervinding op,
dat alle begin moeilijk is. Successie
velijk sneuvelde een twaalftal machi
nes onder zijn handen, waarbij de
koene toekomstige luchtvaarder de
nodige kwetsuren opliep. Doch hier
door liet hij zich niet ontmoedigen. On
vermoeid zette hy zijn pogingen voort
en eindelijk werden zij met succes
bekroond. Dit succes was miniem, ver
geleken bij de prestaties onzer heden
daagse vliegers; maar voor die tijd was
het enorm. Hij maakti met zyn toe
stel vluchten van bijna een uur te
Douay en Juvisy. Nabij Issy nam hij
zelfs twee passagiers mede op een kor
te vlucht de eerste luchtreizigers.
Gelukkig kwamen zij er zonder onge
val af. Zijn verdiensten werden be
loond door de toekenning van de
helft van de „Osiris"-prijs ad 100.000
francs, ingesteld door het Instituut.
Een waagstuk met een speel
goed-vliegtuig.
DE TOEN 37-jarige Blériot was op
de goede weg! Op 11 Juli 1909 legde hij
de ongehoorde afstand van.40 kilo
meter door de lucht af, van Etampes
naar Orleans, waardoor hij de „Prix de
Voyages" won. Zijn eerzucht was ge
prikkeld. Kon hij zover over land vlie
gen, dan kon hy het ook over het wa
ter wagen. De door de „Daily Mail"
uitgeloofde prijs van duizend pond
sterling lokte. Er waren méér liefheb
bers voor; zijn ernstigste mededinger
was de Engelsman Latham. Deze waag
de een poging op 19 Juli, welke even
wel mislukte door een motorpanne.
Blériot begreep dat hy zich moest
haasten. Zijn machine werd grondig
nagezien, de motor zorgvuldig be
proefd. Toen stond het bij hem vast:
nu of nooit! Hij zou trachten over Het
Kanaal te vliegen van Calais naar
Dover, met een vrij primitief toestel,
te dien tijde het kleinste en lichtste
ter wereld. Het woog, met motor, be
stuurder, voorraad benzine en al.
250 kg; de motor ontwikkelde 22 pk.
Niet meer dan een tuk speeldgoed in
vergelijking met onze hedendaagse
reuzen der lucht!
„Ik waag er mijn huid aan!"
ZONDAGMORGEN 25 Juli. Er staat
een stevige wind. Heel vroeg, om 3 uur,
wordt de vertegenwoordiger van de
„Daily Mail" uit zijn bed gehaald. Het
spel zal beginnen. Als hij per auto arri
veert op de plaats, bekend onder de
naam van „Les Baraques", staat daar
de machine gereed, waarmede de koe
ne vlieger de sprong van 33 kilometer
over het water naar Dover zal wagen.
Op een duin zat Blériot rustig toe te
zien, terwijl men de laatste toebereid
selen maakte. Zijn vriend en mede
werker Leblanc controleerde alles nog
eens terdege. Ausain, die de motor had
geleverd, inspecteerde deze uiterst
nauwkeurig; immers, motorpech was
de oorzaak van Lathams mislukking
geweest. Dat mocht Blériot niet ge
beuren! De zitplaats van de machine
was bedekt met een rubber kussen of
ring, welke met lucht werd gevuld.
Stortte de vlieger in zee, dan kon hij
zich daaraan vastklemmen om drijven
de te blijven.
Om tien minuten over 4 was alles
gereed. Blériot stond op, enigszins pijn
lijk, want hij had zijn voet gebrand bij
het springen van een motor. Hij wierp
zijn krukken, waarvan hij zich tijdelijk
bediende, weg met de uitroep: „Die
dingen heb ik gelukkig niet meer no
dig, voordat ik hier terugkom!" Toen
wendde hij zich lachend tot Ausain
met de woorden: „Denk er om: ik waag
er mijn huid aan!", waarop Ausain ant
woordde: „Van de motor ben ik zeker".
Welke richting uit naar Dover?
BLéRIOT zette zich in of liever:
op zijn machine.de motor ronkte.
de machine verhief zich van de grond.
De vlieger maakte een kleine proef
vlucht; hij beschreef twee wijde cir
kels en daalde daarop langzaam. Hij
zette de motor af en zeide: „Alles gaat
prachtig nu over het Kanaal!" Hij
vroeg nog lachend aan Leblanc: „Zeg,
welke richting moet ik uit naar Do
ver?" waarop deze hem toeriep: „Je
volgt de torpedoboot maar!" De Franse
regering had namelijk een torpedoboot
ter beschikking gesteld, welke de
koene luchtreiziger zou volgen om hem
assistentie te verlenen, indien dit nodig
mocht blijken.
Weder ronkt de motor... Blériot
Wendde de kop van zijn machine naar
de zee.Het was toen half vijf 's mor
gens. 25 Juli een historisch ogenblik:
de eerste tocht met een vliegtuig over
het Kanaal had een aanvang genomen!
Het toestel vloog weg met een snelheid
van 65 kilometer per uur. Weldra was
het nog slechts als een stip tegen de
lucht te zien daarna verdween het
geheel uit het gezicht. Er was geen
sprake van, dat de torpedoboot het kon
volgen: terwijl Blériot reeds te 4 uur
53 voet aan wal zette op Engelse bo
dem, arriveerde de torpedoboot eerst
te half 7 in de haven van Dover.
Ondanks de stevige wind leverde de
overtocht generlei moeilijkheden op.
De motor hield zich kranig en het
vliegtuig beantwoordde geheel aan de
verwachtingen. „Op een gegeven ogen
blik, toen ik niets anders zag dan lucht
en water", verklaarde Blériot na af
loop, „kreeg ik een gevoel van zeeziek
te (ik had de vorige ^vond niet gegeten)
doch dit duurde niet langer dan tien
minuten".
Het onbekende monster In de
lucht.
Weldra kwamen de krijtrotsen van
de Engelse kust in het gezicht; en daar
Blériot gelukkig de goede koers had
gehouden, kon hij zich oriënteren naar
het Kasteel van Dover. Vervolgens
kreeg hij de haven in het oog. Dover
zelf lag nog in diepe rust. Alleen zij,
die kennis droegen van het telegram,
waarin Blériots vertrek werd aange
kondigd, en acht hadden geslagen op
het afgesproken kanonschot, tuurden
over de zee in de richting van de Fran
se kust. Een stip, die groter werd; mo
torgeronk in de lucht, luider en luider
daar vloog de eerste mechanische
vogel uit Frankrijk op een hoogte van
40 50 meter boven de stad. Blériot
ontdekte een ruim veld achter het
Kasteel van Dover, dat hem geschikt
leek om te landen. Hij beschreef twee
ruime cirkels en zette toen de machine
QNS LAND IS NIET verwend op het
gebied der beeldhouwkunst. Daar
om is het goed, dat men in Arnhem het
initiatief nam in het park Sonsbeek een
internationale tentoonstelling van
beeldhouwwerk in te richten, die in
deze mooie omgeving beter dan in
welk museum ook tot haar recht komt.
Men heeft hier een kans werken te
zien uit vele landen, die men in een
mensenleven waarschijnlijk slechts een
maal zo harmonieus opgesteld zal zien.
Men kan er rustig naar kijken, genie
ten van de prachtige vormen en de
werking van licht en schaduw. In Sep
tember wordt aan de vrije academie
voor beeldende kunsten te Den Haag
een afdeling „cultuurwetenschappen"
geopend. Naar aanleiding hiervan zeide
de heer G. M. de Gelder, docent in de
wijsbegeerte: „Wij zijn er van over
tuigd, dat de cultuur in het
algemeen en het onderwijs in het bij
zonder beter doordrongen moet worden
van het besef, dat de mens niet als een
mechanische veelheid van eigenschap
pen, doch als een organische totaliteit
van factoren en functies moet worden
begrepen. Wanneer dit begrip wordt
ontwikkeld, zal niet alleen het dage
lijkse leven en samenleven der mensen
een ander aanzien verkrijgen, doch zal
aan de grond; weliswaar vrij onzacht,
doch zonder het toestel te beschadigen.
De eerste Fransman was door de lucht
op Engelse bodem gearriveerd! Een
vermakelijke bijzonderheid: in de na
bijheid bevond zich een aantal vrouwen
en kinderen; toen deze het lawaai van
de motor boven hun hoofden hoorden
en het „wondermachien" in de lucht
ontwaarden, vluchtten zij schreeuwend
en gillend de huizen binnen, sloten de
deuren en schoven de grendels er voor!
Het wonderlijke was volbracht! Hoe
veel honderdduizenden zouden in de
loop der jaren het voorbeeld van deze
pionier niet volgen en door de lucht
Engeland bereiken! Maar Louis Blériot
komt de eer en de verdienste toe, dat
hij de eerste is geweest, die deze
overtocht tot een goed einde wist te
brengen, een feit, dat door de Franse
regering werd beloond met zijn benoe
ming tot ridder van het Legioen van
Eer.
CHARLEY CHAPLIN
...„Monsieur Verdoux"
cok datgene wat wij „cultuur" noemen
vervolledigd worden".
Op de oude kunst- en antiekbeurs te
Delft heeft het Toledo-museum in
Ohio een schilderij aangekocht van
Melchior d' Hondecouter.
JN DEN HAAG GING deze week de
première voor Nederland van de
Arthur Rank-film „Met Scott naar de
Zuidpool", een reconstructie van diens
beroemde tocht in 1909. Het is een ver
haal van mannen, die met de inzet van
hun uiterste krachten de sleden, voor
raden en hun vermoeide lichamen voort
sleepten over sneeuw en ijs om op de
Zuidpool de vlag van hun land te
planten en daar dan tot de teleurstel
lende ontdekking te komen, dat de
Noor Amundsen hun was voorgeweest.
Dan begint de terugtocht De drie
laatstovergeblevenen onder wie Scott
zelf, vallen als slachtoffer van de
doorgestane ontberingen op vijftien k.m.
van het depot dat hun redding zou
hebben gebracht. De film, in kleuren,
brengt o.a. prachtige opnamen van het
poolijs, welke speciaal door een uitge
zonden kleine opname-eenheid, zijn
vervaardigd.
Bij Tel Aviv is op drie Juli de eerste
steen gelegd voor de bouw van de
eerste filmstudio in Israël. De elec-
Als het waar is, wat ze schrijven,
En wie twijfelt er nog aan?
Breekt er op t gebied van
vechten
Straks een heel nieuw tijdperk
aan.
De atoombom, moet u weten.
Wordt alweer antiek geheten.
Nu heeft men iets nieuws
bedacht;
Gas, waarvan men huilt en lacht.
Nu, het kan wel.lollig worden
Als men met dat spul begint.
Alhoewel ik hoop, m'n vrinden,
Dat men sieh eerst nog bezint.
Maar AU het er van mocht komen,
Dit toch liever dan atomen,
t Wordt misschien nog
onverwacht;
Jozef huilt en Harry lacht.
Moog'lijk krijgt de grote vier
straks,
Door dat lachgas, een twee, drie,
d' IngewikkeUte problemen,
In tien tel onder de knie.
Dan niet meer oneindig klessen
Over al die vijven, zessen,
Zoals nu vaak wordt gedaan.
Geef maar acht, gó zal t nog
gaan.
Maar nu eventjes heel ernstig:
Is hét 'feit'Ujk niét bedroefd,
Dat de mens geregeld toch 'weer
Nieuwe wapenen behoeft?
Wanneer zal de tijd eens komen
Dat men zwijgt over atomen
En nog véél meer moordend lood,
Waar de mens de mens mee
doodt?
't Leven kan zo mooi zyn,
vrienden,
't Is maar wat men er van maakt.
Waarom dan niet alle ruzie,
Alle vijandschap gestaakt?
Maar.... urtl men de vrede
toinnen.
Dan in eigen kring beginnen,
Want wat geeft al het gepraat,
Als men zélf niet doet de daad?
JABSON
zal door Philips
trische installatie
worden uitgevoerd.
QP DE ST. ODILIENBERG, die als
een acropool in het Limburgse land
schap staat, is een belangrijke oud
heidkundige vondst gedaan, bestaande
uit een stukje gouden inlegwerk, waar
schijnlijk uit de tiende eeuw. Het ver
toont in de vorm van kleine geslepen
er. in het goud bevestigde stukjes steen
de figuur van een gekruisigde Christus.
In de Stadsdoelen te Delft werd een
internationale conferentie gehouden
over de electronenmicroscopie. De Ne- weer voor
WE WAREN DIE DAG NIET NAAR HET LAND GEGAAN. Het was wa
onmenselijk warm voor de vreemdeling nit het Noorden die het, zwervi
door het Znidfranse land. in zijn hoofd had gehaald om hier, bij een boer li
een gehncht aan de voet van de Pyreneeën, tussen Pan en Lourdes, mee V
helpen aan het binnenhalen van de oogst De korenschoven die kwistig ove
de vele velden rond de verzameling rose, wit of geen gekalkte boerderi
stonden opgesteld, hadden de dorpelingen al enkele dagen onder de meedogen
loos brandende zon bezig gehouden. Die morgen stapten de jonge boer en zij:
gast op twee lichtgebouwde Franse fietsen, het voor deze dag aan de ond
baas met zijn onafscheidelijke alpinopet overlatend de vaalbruine koeien t
gaan wijden op de eerste, glooiende berghellingen. Ze reden langs slingerend
asfaltwegen en grappige, overgroeide bergpaden naar het Zuiden, in de richt
van de niet eens zo ver verwijderde Spaanse grens. Op weg naar een ont
moeting met de renners van de Tour de France. Op weg naar een van de hog
bergpassen waaraan de oude Franse provincie Béarn zo rijk is en waaraanSd
Franse sportbladen in hun voorbeschouwingen, elk Jaar weer, heel wat woorder
plegen te wijden: de Col d'Aublsque, 1708 meter boven de zeespiegel.
WEER ZIJN ZE, zoals elk jaar op de
laatste Junidag, vertrokken uit
het centrum van Parijs, van de lang
zamerhand traditioneel geworden start
plaats op de brede place du Palais
Royal, vóór de grote magazijnen van
het Louvre. En weer hebben 120 ren
ners uit Belgie, Spanje, Italië, Neder
land, Frankrijk, Zwitserland en Lu
xemburg de sportieve strijd met el
kaar aangebonden. Opnieuw zetten ze
al hun krachten in, zijn ze bezig ge
durende 25 lange dagen de 4817 km
van de Ronde van Frankrijk 1949 met
een gemiddeld dagtraject van 192 km
af te leggen. Vierduizend, achthonderd
en zeventien kilometer dat is ruim
21 maal de afstand AmsterdamMaas
tricht van gehucht tot gehucht, van
dorp tot dorp en van stad tot stad.
De Fransman Jean Robic, de écla
tante overwinnaar van de 34ste Tour
in 1947, heeft eens, toen men hem
voor de zoveelste maal vroeg hoe hij
die prachtige overwinning had be
haald, eenvoudig en kortweg geant
woord: „Eh bien, mon cher, il faut
rien faire que pédaler nou, beste
jongen, je hoeft alleen maar te trap
pen...." En nu zullen er sommige
critici zijn die iets mompelen over het
intrappen van open deuren, maar het
is toch heel juist gezegd door deze
Bretonse wielrenner. Maar hij vergat
te vertellen over de buitengewone
wilskacht, het grote uithoudingsver
mogen en de uitstekende lichamelijke
conditie waarover men moet beschik
ken om deze krachtinspanning 25 da
gen, met enkele rustdagen er tussen,
in regen, wind, storm of brandende
zon vol te houden. Want Frankrijk
kent ons Noordelijke Klimaat, maar
ook de droge, hete en haast tropisch
aandoende zomers van het Zuiden.
En wanneer we terugdenken aan de
jaren toen we dit internationale sport
evenement in geuren en kleuren, le
vend temidden van de mensen- en hui
zenmassa van Parijs, mochten mee
beleven, komen de herinneringen ons
ogen. Het enthousiasme
derlandse pianist Willy Meeuwisse is
benoemd tot lid van de jury van het
„Conservatoire Nationale" te Parijs.
Het Holland Festival wordt voort
gezet. In de Kurzaal te Scheveningen
gaat Dinsdag 12 Juli een avond onder
de titel „Drie eeuwen dans". Het resi
dentieorkest speelt Woensdag 13 Juli
o.a. Debussy", Lys Gauty zingt Donder
dag, Vrijdag 15 Juli dirigeert Eduard
van Beinum Benjamin Brittens „Spring
Symphony" een werk voor orkest met
zangstemmen (Jo Vincent, Peter Pears
en Kathleen Ferrièr), dat hier voor het
eerst wordt uitgevoerd. Zondag 17 Juli
draait nog eens Charlie Chaplins film
„Monsieur Verdoux".
van allen, ook van hen die anders
heus niet elke dag het eerst onder de
rubriek „sport" van hun lijfblad ple
gen te kijken. Het was alsof de grote
meerderheid van de Fransen geduren
de deze spannende weken geen be
langstelling meer had voor het overi
ge wereldgebeuren. Het was een na
tionale zaak geworden voor de Fran
sen: hun „Tour". Sportmagazijnen
hielden met grote, buiten aangebrach
te borden de standen bij en riepen
door versterkte luidsprekersinstallaties
het laatste nieuws om. Allen leefden
in gedachten mee met de renners die
ergens „sur les routes de France"
zwoegden voor de overwinning, die
J)E NEDERLANDSE BIOSCOOPBOND heeft enige maanden geleden een
prijsvraag' voor cineasten uitgeschreven. Aan dit lofwaardig initiatief
verleende het departement van O. K. en W. zyn medewerking: voor het
verfilmen van de twee in deze prijsvraag te bekronen scenario's zou een
regeringssubsidie van twintig duizend gulden beschikbaar gesteld worden.
Reden tot juichen dus, nu er van overheidswege zo plotseling sympathie be
toond werd voor het werk der Nederlandse filmers. De in het uitzicht ge
stelde overheidssteun is echter schyn gebleken. De twee bekroonde scenario's
zyn verfilmd en de beide filmers hebben eik hun tien mille ontvangen. Maar
hun werd tevens op het hart gebonden, dat er van een subsidie geen sprakei
was, dat zjj het geld slechts als geleend dienden te beschouwen en de bateq
die hun films mochten afwerpen dus in de rijkskas moesten terugstorten,
totdat de schuld van tienduizend gulden vereffend zou zijn
£EN VAN DE BEKROONDE FILMS den. En dit is het begin van een nieu-
„Napoleon contra Venus" van Rudi
Hornecker, is thans in omloop ge
bracht. Het is een film geworden,
waartegen men veel eritiek kan aan
voeren, maar aan de andere kant heeft
dit werkje ook verdiensten, die de bur
ger moed geven en ons in onze over
tuiging schragen, dat de Nederlandse
film in ieder geval geen doodgeboren
kind is.
Veel critici hebben zich geërgerd
aan het feit, dat Hornecker zijn film
tot ondertitel gaf „De charmante ge
schiedenis van twee beeldjes". Inder
daad een tactische fout van de cineast,
die beter had kunnen nalaten zijn pu
bliek te suggereren, dat het zijn werk
charmant diende te vinden. Dit ene
woordje in de titel schonk te hoge
verwachtingen of maakte kopschuw.
Had het er niet gestaan, dan zou veler
oordeel meer in de lijn van 's filmers
(stille) verlangens geweest zijn. Want
het historietje is charmant. Twee
beeldjes staan naast elkaar in de eta
lage van een antiquair: Napoleon en
Venus. Ze worden gescheiden: het
ene wordt gekocht door een wat stu
dentikoze jongeman, het andere door
een bakvisje. Deze twee komen met
elkaar in contact en er ontwikkelt zich
een kleine, schuchtere romance, waar
in de beeldjes weer een rol spelen: ze
worden uitgewisseld als symbool van
een prille gelukkige liefde. Het geluk
blijkt echter niet erg bestendig en
overleeft het eerste onschuldige con-
flictje niet. De idylle sterft, de beeld
jes worden tragische symbolen en ver
dwijnen mitsdien in twee prulleman-
we idylle, want Napoleon en Venus
vinden elkaar terug op de vuilnishoop.
De antiquair treft ze daar op zijn
scharreltocht en het einde is als het
begin: twee beeldjes in een snuiste-
rijen-etalfige. Hun prijs is echter ge
stegen: ze zijn echt antiek geworden.
J-JORNECKER heeft dit gegeven heel i wijl de marsmuziek heroïsch door
luchtig, origineel en zonder nadruk
behandeld. Hij heeft slechts oog gehad
voor de humor van dit geval en zo
ging hij ook in zijn regie met speels
heid te werk. Het eerste gedeelte van
zijn filmpje heeft vele kostelijke mo
menten. Wanneer het Vensbeeldje ver
kocht wordt, wellen uit de gipsen
ogen van de alleen in de etalage ach
tergebleven Napoleon dikke tranen,
die later de sporen blijken van een
regenbuitje, dat tegen het etalageven
ster klettert. Even later in de film
komt een man In de winkel een oude
gramofoon aanbieden. H(j draait een
plaat met marsmuziek en legt achte
loos zijn sigaar op een doosje vuur
werk. Zevenklappers en bengaals vuur
ontploffen; in de uitdragerswinkel
wordt een ravage aangericht; het Na
poleonbeeldje staat te trillen en ter-
En hier begint een der hoogtepunten van „Napoleon contra Venus*.
Een man komt in de uitdragerswinkel een gramofoon aanbieden en
laat per ongeluk een doos Vuurwerk ontploffenVoor de originele
filmer voldoende aanleiding om bij het geluid van de marsmuziek uit
de gramofoon en ontploffingen van het vuurwerk herinneringen op
te roepen aan Napoleons glorietijd, verteld door oude prenten aan
.de muren. t
schettert, dwaalt de camera langs de
wanden van de winkel, waar allerlei
prenten van glorieuze veldslagen uit
Napoleon's tijd hangen. De gramo'
foonveer raakt ten slotte ontspannen
de muziek sterft weg in langgerekt
mineur en een prent van de verslagen
keizer besluit deze beeldenreeks, die
rijk is aan typische filmhumor.
De film is stom; er wordt geen
woord in gesproken; de beelden wor
den echter voortreffelijk geïllustreerd
door muziek van Karsemejjer. Horne'
cker verzorgde de regie en de mon
tage, zelf stond hij niet aan de camera.
En dit is merkbaar: de filmbeelden
dragen sterk het stempe' van de ca
meraman Otto van Njjenhoff, wiens
werk weliswaar technisch goed ver
zorgd is, maar verder star blijft,
weinig soepel is en wat dogmatisch,
daar hij vooral tekort schiet in dyna
mische verbeeldingskracht. Zolang de
film zich tot de uitdragerswinkel be
paalt, heeft zij sfeer, maar daarbuiten
mist zij een tinteling van leven. Het
acteren is in „Napoleon contra Ve
nus" de zwakste zijde: Hornecker had
slechts enkele toneelspelers tot zijn
beschikking van wie er maar twee
filmervaring hadden: Gimberg en Co-
lani (jeune premier in de t(jd van de
Oostenrijkse stomme film!) voor
de rest deed hij 'n beroep op amateurs.
Dit vrij moeilijk te hanteren spelers
materiaal heeft hij niet voldoende aan
zijn intenties kunnen onderwerpen,
waardoor vooral in het tweede deel
der film het acteren helaas een stun
telige indruk maakt, zwak hier, ge
chargeerd daar.
Deze bezwaren mogen ernstig schij
nen, ze nemen echter niet weg, dat
„Napoleon contra Venus" wat haar
zuiver filmieke kwaliteiten betreft
alleszins aanvaardbaar en soms zelfs
verheugend genoemd kan worden. In
al haar luchtigheid toont deze rolprent
dat de maker zich ernstig en met
vrucht bezonnen heeft niet alleen op
de technische, maar vooral ook op de
artistieke mogelijkheden van het film
materiaal. En dit is belangrijker dan
^jn- duidelijk falen op andere punten,
v LONG-SHOT.
toch maar voor één man zou zijn weg
gelegd.
QP EEN MOOIE MEIDAG vroegen w
Jean Garnault, secretaris-generaa
van de Tour, om een onderhoud. H
ontving ons spinnijdig op zijn burea
in het gebouw van het bekende sport
blad 1'Equipe in de Rue Montmartre
brulde dat hij geen tijd had om wi
dan ook te ontvangen en vertelde me
grote nadruk dat hij twee dagen ge
leden een reporter van een groot Pa
rijs avondblad eigenhandig de deu
had uitgesmeten. Iemand trachtte hen
een vraag te stellen, maar werd des
kundig afgesnauwd. Garnault ha<
geen tijd, werd ons door zijn aantrek
kelijke secretaresse, even later in eei
aangrenzend vertrek meegedeeld. Ei
zy gaf ons ieder een gestencild papie:
met de reeds lang bekende namen vai
de deelnemende renners, de route ei
het tijdschema. Tot slot kwam de noga
Amerikaans aandoende mededeling da
er, ten behoeve van de organisatie vat
de Tour de France tot die dag 600<
brieven waren verzonden, 9000 tele
foongesprekken waren gevoerd en da
er 1200 stuks sportkleding, 480 valhel
men en niet minder dan 6000 veld
flessen waren aangeschaft. Toen kon
den de heren van de pers wel gaan..
Daarmee dropen de meeste journa
listen maar af, behalve een klein, tem
peramentvol mannetje, die bij eer
nadere kennismaking de corresponden
van een bekend Italiaans sportweek
blad bleek te zijn. Samen zijn we toer
tot het bureau van de sous-directeur
doorgedrongen, ergens in een kleir
kamertje in de nok van het gebouw
Hy ontving ons, in dit huis vol tegen
stellingen, haast uitbundig. Stoelen er
sigaretten werden haastig binnenge
bracht en de pers is nooit uitgebreider
te woord gestaan dan in dit gezellige
en rommelige hok, dat een sprookjes
achtig uitzicht bood over de uitge
strekte huizenzee van de Seinestad.
yOOR ONS lag de route nationale, de
asfaltweg, die voorbij de eerste
bocht, even buiten het vriendelijke
dorpje Gourette, stijl omhoog gaat naar
de Col d'Aublsque. Langs de weg ston
den, zoals overal in het land waar de
Tour de France voorbij trekt, de
nieuwsgierigen in groepjes bijeen. Het
was het kan niet vaak genoeg ge
zegd worden warm. De zon scheen
onbarmhartig op ons neer en bij alle
huizen die dit dorpje rijk is, waren de
houten luiken, op een stnalle kier na
gesloten.
Dan, ineens, en toch nog onverwacht,
schiet <le eerste renner voorbij. Wie is
het ?Robic? Vietto? Nee, het was Fach-
leitner, of, zoals deze renner van de
Franse nationale ploeg door zijn ka
meraden en bewonderaars wordt ge
noemd: Fach. Hij is alweer, letterlijk
glimmend van het transpireren, uit het
gezicht verdwenen. Dan volgen de mo
toren van de begeleidende motorpoli
tie. Lichte khaki-uniformen op donke
re motoren. Dan een groepje renners,
Verbeten, vermoeide gezichten.
Het publiek herkent zijn favorieten,
de Italianen Bartali en Coppi krijgen
een applausje, Robic maakt een frisse
indruk en daar zijn ook Caput de veel
belovende Bobet en de Belgische
cracks Impanis, Ockers en Schotte.
,Fach" ligt bijna een minuut voor,
weet een deskundige, gewapend met 'n
indrukwekkende stopwatch, te vertel
len. Zal de favoriet deze kleine voor
sprong na de stijle beklimming hebben
kunnen handhaven?
Auto's vol met officials, équipe-lei
ders en persmensen snorren voorbij.
Sommige Franse en Belgische sport
bladen hebben hun eigen wagen, waar
op de naam van het blad aan alle kan
ten met schreeuwerige letters te lezen
is. Ook de wagen met een filmapparaat
op het dak ontbreekt niet. En tussen
al deze vierwielige, soms luxueuse ver
voermiddelen zwoegt hier en daar een
groepje renners, allen nat van het
zweet en met harde, uitdrukkingloze
gezichten over het stuur gebogen.
De toeschouwers langs de weg zyn
Zuidelijk-enthousiast. Wanneer een fa-'
voriet wordt herkend, krijgt hy een
ovatie, die soms aanzwelt tot een mas-,
saai gejuich zodra de renner het pitto-
resque gemeentehuis passeert, waar
behalve het merendeel van de bewo
ners, ook 't voltallige college van bur
gemeester en wethouders staat opge
steld. Achter hen houdt de kleine
dorpsharmonie er met pittige Franse
marsen de moed in. Dan komen, vlak
achter de laatste renners, de hekken
sluiters, weer motorpolitie. De kara
vaan is voorbij, de muziek blaast een
iets te snelle Marseillaise, alle alpino
petjes gaan af, de dorpsagent staat
strak in de houding....
JOHAN N. SCHAAKE.
H M. KONINGIN JULIANA ZAL
TENTOONSTELLING „JEUGD
VAN NEDERLAND" OPENEN
H-M. Koningin Juliana heeft zich
bereid verklaard de nationale tentoon
stelling „Jeugd van Nederland", die
van 19 Augustus tot en met 18 Sep
tember in het RAI-gebouw te Amster
dam zal worden gehouden, officieel
te openen.