Be Zwarte fj rchidee De man, die roofdieren zijn vrienden noemt Het Nieuwe Boek Nieuwe Hemweg binnenkort open Islamitische fanatieke elementen willen Mohammedaanse staat Indonesië Michel van Been, dompteur van leeuwen Liefde en geduld, eindeloos geduld Amsterdam graaft nieuwe havens Oude weg verdwijnt Pim, Pam en Pom en het Afrikaanse avontuur Twee Noordholl stieren preferent verklaard all an swinton Bolle wangen S/w BLevas Heilige oorlog van Parui Islam Het Radioprogramma jOES IK HEM KWAM OPZOEKEN wu hy bezig met één van z*jn vele dagelijks karweitjes, het voederen van zijn dieren, zyn kleding ver schilde wel héél sterk van die, waarin lk hem de vorige avond had gezien. Toen een lederen cowboy-costuum, nu een eenvoudige, bruine overall. Een overall, zoals de werklieden van een scheepswerf die dragen, of de arbeiders in een grote fabriek. En het feit, dat een man zijn dieren voedert zou dan ook geen enkele aanleiding zjjn, om met die man te gaan praten, ware het niet, dat die man Michel van Been heet. Dat zegt u natuurlijk nog niets en daarom zal ik nog een stapje verder gaan. Miehei van Been heet des avonds Jefferson, en de dieren, die hij hier hun voer toewerpt zfln geen honden of konijnen, maar leeuwen, woest-ultziende koningen van de woestijn. Michel (Jefferson) van Been is leeuwentemmer, de dompteur van het circus Mul lens, dat thans onze provincie bereist. En leeuwentemmers zijn nu eenmaal mensen, die Je niet iedere dag tegenkomt, of te spreken krijgt. DAAR STAAT HIJ DAN en voedert zijn dieren. Hij heeft niets van de martiale figuur, die des avonds onder het geschetter van de fanfares en in het felle licht der schijnwerpers de piste betreedt. Alleen in zijn bruine ogen in de donkere Zuidelijke kop gloeit iets van de onverzettelijkheid, die deze man moet kenmerken en die hem in staat stelt, zijn gevaarlijk be roep uit te oefenen. Als hij als Jeffer son de kooi binnentreedt en zijn leeu wen stormen achter hem aan door het klaphek, dan zit u voor een veilig hoog ijzeren traliehek. Maar Jefferson heeft geen haag van tralies. Hij heeft slechts zijn witte zweepje en de blik in zijn ogen. Daarop dient hij zich te verla ten. Als vanzelf dringt dan de vraag naar voren, hoe hij dit wonder tot stand brengt. Een vraag, die iedere leek zich stelt. „La patience vient bout de tout" zegt Michel van Been. „Geduld over-, wint alles. Heus, de verhalen over de vreselijke folteringen die de dreren moeten doorstaan, zjjn uit de tjjd. Ook bij de dressuur van roofdieren hebben zich nieuwe ideeën een plaats ver overd. Ieder verstandig mens kan toch begrijpen, dat men met kwellingen bij deze dieren niets kan bereiken. Non, monsieur, geduld en liefde voor het dier. Zonder deze twee bereikt men niets." Geduld en vertrouwen „Als ik mijn leeuwen krijg zijn ze meestal een jaar of twee oud. De exemplaren die u hier ziet, zijn alle gevangen, dus niet in gevangenschap geboren. Daarmee is het het beste werken. Als ik mijn leeuwen pas heb, vertroetel ik ze, zoveel ik kan. Ze krij gen meer te eten, dan ze op kunnen en dan gaan ze heel langzaam aan hun verzorger wennen. Maar eens komt de dag, dat ik wil proberen, of er vol doende vertrouwen bij de dieren be staat en dan.wel, dan kruip ik bij hen in de keei. En daar heb ik, net als ieder ander mens, al mijn moed voor nodig. Maar dan pas kan ik zien, met welke dieren ik overweg zal kun nen en met welke ik minder goede resultaten zal hebben. Een leeuw is nu eenmaal geen aap. En uit zichzelf leert hij niet graag kunstjes. En nu nog dien ik zonder ophouden op mijn hoede te zijn voor twee exemplaren uit mijn groep. Zo praat hij verder, terwijl zijn leeu wen rusteloos op hun voer wachten. Een beweging van zijn hand, een korte uitroep houdt hen in bedwang. „Allez, Frasquita, terug!" „Frasquita" is de leeuw, die op Jeffersons bevel over een strak gespannen touw wandelt De trots, die uit Van Beens toon spreekt, als hij over deze stunt praat is alles zins begrijpelijk. Want nog nooit is het een dompteur gelukt, iets derge lijks tot stand te brengen. MICHEL VAN BEEN heeft aller minst een gemakkelijk leven. „Tra- vailler, toujours travailler.travailler comme un cheval" zegt hij zelf. Wer ken als een paard. Maar al dat werken maakte hem vertrouwd met zijn ge vaarlijke vak, waaraan hij al van jongsaf gewend Is. Zijn vader was dompteur, zijn grootvader ook, en zelfs zijn overgrootvader reisde al met wil de dieren. FRASQUITA .evenwicht. loen oe gedrongen fransman, die zich nu Jefferson noemt, acht jaar oud was, stond hjj al met een klein num mer in de piste. Jonge leeuwen, hye na's en tijgers luisterden naar zjjn be velen, al kwamen die dan ook met een hoge jongensstem. „Nou ja,' zegt Jefferson, „natuur lijk krijgt een onwillige knaap wel eens een tik. maar qui aime bien, chfttie bien. Wie zijn kinderen lief heeft, kastijdt ze." En als kinderen beschouwen Jeffer son en zijn jonge vrouw deze leeuwen, waar zij dag en nacht voor klaar staan. Ge moest eens kunnen zien, met welk een zorg de zeven jonge dieren om ringd worden, die op deze tournée ge boren werden! In één woord vorstelijk! Zelfs de meest over het paard getilde baby zou het niet beter getroffen kun nen hebben. Dan neemt Jefferson afscheid met een snelle handdruk. Er valt nog veel werk te doen voor hem. Zijn leeuwen kijken hem na, als hij zich verwijdert Zo is het leven van een dompteur. Enerverend, gevaarlijk. Een mannelijk beroep, dat een grote mate van behen digheid en kracht eist, maar doorzet tingsvermogen en een sterke wil.. Maar ook, dat alleen met geduld en een grote liefde voor dieren kan wor den uitgeoefend. Op die regel maakt Michel van Been geen uitzondering- Het Augustusnummer van het - be kende blad „De Speelwagen" staat nog in het teken van het zo prachtig ge slaagde zilveren feest van het Histo risch Genootschap „Oud WeSt-Erles- land". Naast de tekst vindt de lezer een stel fraaie foto's, die men met ge noegen zal bekijken. Dit geldt niet in het minst voor de tekeningmontage over twee volle pagina's, die de thuis blijvers wel dubbel en dwars toont, toe prettig, gezellig en interessant het feest in Hoorn is geweest. Doch hier blijft het vanzelfprekend niet bij. De serie „Westfriese kerken" wordt voortgezet met een gedegen ar tikel over Schellinkhout, Jan Visser schreef een geslaagd stemmingsstukje onder de titel „Schemeravond in het woud", C. Silver-Lunteren doet ons te gast zijn op een boerenkermis tijdens het einde van de vorige eeuw, een merkwaardige geschiedenis uit Spier dijk deed kapelaan B. Voets naar de pen grijpen en mr. C. Steinmetz ver telt over de opening van het museum Nieuwenkamp in Edam. De rubrieken „Allemanswerk" en „Op doorreis" zijn als steeds weer zeker het lezen waard Opnieuw een nummer dus, dat ons over verleden en heden van ons ge west weer veel heeft te vertellen. MOEDER, een loflied op het moederschapdoor Joseph Kar dinaal Mindszenty, Prins Pri maat «an Hongarije. - Uitgave Fontein, Utrecht. Toen Joseph Mindszenty in de hoog ste klas van het gymnasium een opstel had gemaakt over het onderwerp: „De vreugden en zorgen van een moeder", schreef zijn leraar er onder: „Uitste kend! Echt doorvoeld". Het opstel werd de aanleiding tot het boek, dat thans voor ons ligt in een goede Nederlandse vertaling. Wij geloven, dat ook na het lezen van dit zinrijke werk het woord „uistekend" volkomen op zijn plaats is. De zeer vele psychologische facetten van het moederschap worden met zulk een fijne pen beschreven, worden in een dermate warme en tedere taal naar voren gebracht, dat wij het werk van de Kardinaal in vele handen wensen. Het zal het jonge gezin tot een steun en een richtsnoer zijn. Dat het boek uit een Rooms-Katholieke gedachtensfeer werd geschreven, behoeft ons inziens voor andersdenkenden geen bezwaar te zijn. De heiligheid van het moederschap staat in het middelpunt. De tekeningen van Frans Lammers, die het boek il lustreren, vormen met de tekst een goed geheel. Minister Stikker zal heden per vliegtuig uit New York naar Neder land vertrekken. (Van onze reizende redacteur) rjE HEMWEG wordt binnenkort voor het verkeer gesloten. Als u zelden in Amsterdam komt zal u dat weinig zeggen, maar bent u een geregeld be zoeker van de hoofdstad dan weet u, dat dat een der drukste verkeerswegen van het land ls. Hij verbindt de stad met de Hembrug, of liever met de rijkspont over het Noordzeekanaal, die naast de brug, welke alleen het spoor wegverkeer dient, ligt. Toen vóór de oorlog de ponten over de grote rivieren stuk voor stuk door verkeersbruggen vervangen werden steeg de naijver van allen, die geregeld van het Noorden uit naar Amsterdam moeten en omge keerd, van jaar tot jaar, maar tot dus ver tevergeefs. De ppnt is er nog altijd en er zal ook nooit een brug voor in de plaats komen, omdat de scheepvaart daar te veel last van zou hebben. De spoorbrug moet ook verdwijnen. Met tertijd maar wanneer? zullen treinen en auto's hier ter plaatse vla een tunnel passeren. Nog steeds Straat der Zuchten. De Hemweg is dus nog altijd de Straat der Zuchten. Altijd staan er lange slierten voertuigen en altijd mopperen er de haastige reizigers en de vrachtautochauffeurs. Dat kan voor lopig alleen maar erger worden, want het verkeer langs de weg neemt toe. De Hemweg wordt vervangen door een nieuwe straat, die in aanleg is. Zij ligt van de stadsrand af vlok langs de spoor lijn, verder naar het Westen dus. De (Van onze agrarische medewerker) Door het dagelijks bestuur van het N.R.S. werden zes stieren preferent verklaard in de tweede klasse, waaronder twee Noordhollandse. Het zijn de stieren Cupido van de Waard en Dina Lindberghs Adema. Uit de betreffende rapporten vermelden we het volgende: Cupido van de Waard. De stier werd op 23 Februari 1941 geboren bij R. L. Waiboer te Anna Paulowna en als éénjarige verkocht aan P. Kistemaker te Noord Beemster. ïn het voorjaar van 1945 werd hij, wegens kwaadwilligheid, geslacht. De Cupido-dochters vormen als geheel een uniforme groep melkrijke koeien. Rij het onderzoek, dat plaats had op 21 Juli 1949, werden 50 dochters bezichtigd, verdeeld over 13 verschillende bedrijven. Het gemiddelde vetgehalte van 60 dochters bedraagt 3.93% vet; dat van hun 60 moeders 3.66%. Alzo een uitstekende vererving. Dina Lindberghs Adema. Dina Lindberghs Adema werd op 28 April 1943 geboren bij Gebr. Ruyter, De Woudhoeve. Ooster-Blolcker, waar hij nog steeds ter dekking staat. Tot dusverre werden van hem bij het Stam boek geregistreerd 278 vrouwelijke en 247 mannelijke afstammelingen. Het onderzoek op de afstammelingen had plaats op 21 en 22 Juli 1949. Er werden daarbij bezichtigd 115 dieren, afkomstig uit 31 verschillende bedrijven. De dochters van Dina Lindberghs Adema vormen in doorsnee een groep typische, even- rcdi. e en sterk gebouwde dieren, die als regel adel vertonen en goede uiers en melktekens bezitten. Het gemiddeld vetgehalte van de melk van 67 dochters bedraagt 3.97%, dat van de 67 bij behorende moeders 3.98%. Hieruit blijkt, dat Dina Lindberghs Adema in staat is een hoog gemidd-M vetgehalte nagenoeg te handhaven. 175. Voordat Pim, Pam en Pom van hun ontzetting bekomen zijn, ver water niet te koud?" vraagt hij heel beleefd. Maar Pepi geeft geen ant- schijnt er ook bij hen een Panko-ne- woord, want hij ziet juist dat Pim, ger in de hut. „Ik heb opdracht gekre- Pam en Pom voorgeleid worden. „Nu gen van Koning Dubbeldik om U te het water zal straks wel iets warmer waarschuwen! Wilt U mij maar vol- worden," roept de vriendelijke kok gen." Pim, Pam en Pom worden van uit en wenkt de bewaker van de drie de haken af getild en volgen zwijgend de neger naar het plein midden in het hondjes om wat dichterbij te komen „Zo jongens," zegt hij heel vriendelijk dorp. Daar wacht hun een nieuwe tegen Pim, Pam en Pom. „Nu zijn we' schrik. De vrolijk lachende kok heeft Pepi juist in de ketel gestopt. „Is het allemaal weer gezellig bij elkaar. Ik hoop, dat jullie klaar zijn! groei van de haven heeft dat noodza kelijk gemaakt. Ja, de groei van de haven. Het mag dan zo zijn, dat de zeescheepvaart op Amsterdam nog altijd niet weer het vooroorlogse peil heeft bereikt een gevolg van de Amerikaans—Engelse vervoerspolitiek in West-Duitsland, die Hamburg en Bremen bevoordeelt bo ven de Beneluxhavens het ge meentebestuur kijkt vèr vooruit en zorgt nu al voor een hopelijk zonniger toekomst. Vandaar, dat er nieuwe ha vens gegraven worden ten Westen van de stad. Het uitbreidingsplan van de stad voorziet in de aanleg van een nieuw haveneomplex. dat reikt tot aan het Zijkanaal F, dat Halfweg met het Noordzeekanaal verbindt, welke ha ven nog slechts gedeeltelijk in uitvoe ring is. fjorden alle plannen verwezenlijkt, dan zal eenmaal het haven- en In- rustriegebied van Amsterdam tot hal verwege de kust reiken. De afstand tussen de hoofdstad en haar voorstad IJmuiden-Beverwijk, die binnen een mensenleeftijd een omvang van meer dan 100.000 inwoners zal hebben, wordt dan zeer gering, om van Haar lem, dat al tegen de gemeente Velsen (waarin Umuiden ligt) aangroeit, maar niet te spreken. Heel Holland „én grote stad te worden Het belangrijkste werk, dat thans wordt uitgevoerd, is een uitbreiding van de Houthaven, die al een opper, vlakte had van 180 h.a. Er komen nu op initiatief van de heer Ben Pouli. di recteur van de Maatschappij de Fijn houthandel een zeehaven en een binnenhaven bij met daartussen in een houtveem, waar allerlei buitenlandse houtsoorten, vooral Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse, zullen worden opgesla gen. behandeld en overgescheept. De grote loods krijg* een oppervalkte van 100 bij 150 meter en een hoogte van 23 meter Een kleinere triplexloods komt ernaast Men zal In West Europa tever geefs naar een tweede etablissement van de zelfde grootte zoeken. Wereldrecord heien, Er is nog een nieuwigheid: de kade aan "de kant van de zeehaven bestaat uit 570 damplanken van gewapend be ton. die stuk voor stuk 10.700 kg wegen Nog nimmer ter wereld zijn zulke zware stukken zij hadden een lengte van 18 meter! Ingeheid De Amster damse aannemer A. Faas heeft het echter aangedurfd en hij zal zijn werk enige maanden eerder kunnen ople veren dan waartoe hij verplicht is. Het houtveem zal het volgend jaar in bedrijf komen. Tegen die tijd zal de Hemweg voor een goed deel weggebag gerd zijn om de zeeschepen toegang te verschaffen. Dit veem. dat mèt de ha vens 7 millioen gulden kost. is een po ging om Amsterdam te maken tot d e zetel van de gehele West Europese handel in fijne houtsoorten. Er is een goede kans, dat die poging zal slagen. 56 DOOR „Brrr! Was ik me daar even bang! Ik zaï nooit weer dezelfde zijn". Oh ja", zei Sam, „dat zul je wel. Eii' je' zult zelfs nog beter zijn, nu die bijgelovigheid betreffende die slangen beet opgeruimd is. Bovendien zul je spoedig voor goed daar zitten, waar je geen gifslangen meer te vrezen hebt. Hugh stak de hand uit en plukte een ofchidee, zo groot als zijn handpalm, roetzwart, prachtig getekend, perfect. En dus zijn de beide verhalen van Hulpé waar. Eerst die Aragón-schat en nu dit. Ik heb beter geboerd dan ik ver wacht had. Jammer, dat die oude Don Arturo deze niet gëvonden heeft. Dat zou zijn vreugdebeker hebben doen overlopen". Hij wees naar het Noor den En dat completeert het schilde rij.!. ofschoon hij daar waarschijnlijk een hekel aan zou hebben gehad." Misschien op een afstand van twaalf mijlen zagen zij door een inkeping in de bergen een glimp van één van die meren, die overal in de Cordilleras ver spreid liggen. Hugh ging voort: „Een watervlieg tuig brengt ons van de kust in een paar uur hierheen." Met enige moeite keerde hij weer tot de werkelijkheid terug. „Maar we hebben nog heel wat te doen vóór het zover is. We kunnen deze later wel be wonderen. Ik moet zien, dat ik Pas- quale te pakken krijg, want anders neemt het ons jaren vóór we hier uit zijn." Hij keek naar boven naar de berg, die daar hoog boven hen uitstak. Hij ging vrij steil omhoog, maar was, zoals zij zagen, toch wel te beklimmen. Het bovenste gedeelte week terug en be stond uit kale grijze rotsen, hier en daar onderbroken door lage. olijfgroe ne bosjes met verweerde roodbruine stammetjes. Hugh keek eens naar de hoek, die de zon met de berg maakte en wees toen naar de rots. „Dat moet ongeveer de Hjn zijn, waarlangs wij naar de stad terug moeten gaan. We zullen van hier uit rechts aanhouden. Daar heeft de berg weer een gemakkelijker helling omlaag. We zullen het langs die kant moeten proberen. „Kijk nu eens hier Dit werk moet systematisch bekeken worden. Om Pas- .quale nog te pakken te krijgen, zullen we hard voort moeten maken en ik zal onmiddellijk na aankomst nog niet in staat zijn voort te gaan. Jullie, moet in touw blijven, tot ik vertrokken ben Dan kunnen jullie rusten. Als we nu een behoorlijk plan maken, kunnen we onderweg de détails wel uitdenken en daar onmiddellijk mee beginnen, zodra we binnen komen. O.K.?" Het was voor Sam niet O.K., maar het was duidelijk, dat het momenteel niet het moment was, om daarover te praten. En daarom knikte hij toestem mend „Mooi. Zodra we binnen zijn, ga ik een bad nemen. Dan helpen jullie mij een van beiden, om die wondjes te ver binden, terwijl de ander fourageert. Je kunt met de Jivantés wei met tekens spreken ik ben op heel goeden voet met hen gekomen, toen jullie vertrok ken waart. Als ik gegeten heb, ga ik slapen. Jullie zorgen, dat je cassava krijgt en bakt een hoop koeken. Als je honing te pakken kunt krijgen snij er dan een aantal open en doe er honing tussen. Zo neen, gebruik dan bananen Er is ergens in net dorp wel touw en ik zal je mijn borstrok geven, om een pak te maken. Maak een pak, dat ste vig in elkaar zit en gemakkelijk te dragen is en we) van ongeveer dertig pond A's ik geslapen heb. ga ik weer wat eten en dan ga ik op pad. O.K.?" (Wordt vervolgd) <^ï>CX>r „Eerste peloton buiten aantreden voor etenhalen." Er wordt terugge- bromt „datte we komen." [AOOR HET DRUKKE gedoe in de kamer klatert plotseling de uit» werking van bolle wangen op een blaasinstrument. Dat kan niemand anders dan de hpornblazer zijn, die het een of ander te vertoeteren heeft. Iedereen luistert en probeert uit de manier-waarop te ohtdekken wat dit betekenen kan. Het is rap stil binnen de kamermuren. „Aantreden voor de polonaise", verbreekt een breed-gekaakt sol- daat-in-spé de luisterende stilte „Zal wel niet voor ons zijn, want we benne nog geen eens blauw", meent Theodoor uit Amsterdam. „As je die menageklep van je niet dicht houdt, zal ik je lichtgrijze glibberdingen van een mooi don kerblauw randje voorzien. Ken best wezen, dat er een pelotonsorder van het generale opperbevel moet wor den voorgelezen". Theodoor richt z'n brillenglazen op het zware stuk geschut, dat hem zo hevig met te genvuur beantwoordt. „Zeg, vader, die menageklep van jou doet me zo waar nog een lichie opgaan. Mis schien fluit die snuiter daarbuiten wel, omdat we ons bikkesement moeten halen. Ik zal tenminste m'n etensbakkie maar laten aanruk ken Hij keert het geschut de rug toe en begint te graven in z'n plunje- zak. Alles wordt onderste boven gewoeld, Z'n grijpstuivers duiken langs overhemden en schoenbor stels steeds dieper naar beneden, totdat er een vork bovenkomt. De duikpogingen worden zolang her haald tot het gehele bestek, be staande uit twee blikken, een bord, vork, mes en lepel, op tafel dob bert. „Alleen van dit grappie krijg je ai honger.,,, ben benieuwd wat voor gijntjes die kok heeft klaargestoomd,,., zal wel op z'n Spaans zijn. Afijn, jongens, gaan jullie mee lunchen? Of is het (fine ren? het geeft ook niks, als je maar lol hebt." De jongens zoeken ook hun eet gerei bij elkaar. Voor het open raam verschijnt het gladgeschoren gezicht van een sergeant. Langzaam sijpelt de kamer leeg. Op de gangen is het druk. Van de bovenverdieping stroomt het ook mensen met etensblikjes. Buiten proberen enkele sergeants de troep „met vieren" op te stellen. Het gaat sleoht, heel slecht. Alles zwengelt door elkaar. Dan dondert het, flink hard, dat we in tempo moeten op stellen. Traag schuifelt het voeten, heel onwennig. Niemand van de mensen met blik in de hand be grijpt waarom dit nu nodig is. De eetzaal is misschien honderd meter verder. Moet je daar nu voor in het gelid lopen? Het wordt een klein gedachtenmuiterijtje. Nog steeds niet in de rij, klinkt er reeds een „Voorwaarts.,.. mars". De één staat nog te dromen, de andee staat nog te praten en een derde volgt het bevel op. Het hobbelt. De troep wordt binnen de tien pas op mees terlijke wijze geheel uit elkaar ge rafeld. De stemming stijgt dadelijk. Het bevel vindt het wel goed zo en laat de troep voor wat zij is. Zal 0"er een paar dagen wel anders gaan. Ergens wordt een vraag gesteld: „Nou, kerel, vertel eens, hoe voel je je nu in het leger?" Het ant woord is spontaan, meeslepend: „Als een boer op z'n Zondags",* Het heir der hongerigen stopt na commando. Hier moet de eetzaal zijn. Wonderlijk vlot mag de massa de drempel van het eetpaleis over schrijden. In de gang hangt een pu blicatiebord met allemaal gewich tige papiertjes er op. Veel leger orders met nummer en forse hand tekeningen sieren het triplex. In akelig groen grijpt een benige hand naar formulieren. In hetzelfde groen, maar minder akelig, staat er onder: „Gegevens kosten levens". Iedereen loopt er langs en iedereen leest het. Het imponeert. „Zal je die griet van jou niet teveel schrijven, het ken mij me haehie kosten". Een laatste blik op het akelige groen alvorens de zaal te betreden. „Vast geen dameshand", zegt iemand, die het weten kan. (Van onze parlementaire redacteur) Er zjjn de laatste weken verontrustende berichten uit Indonesië gekomen over het fanatieke en bloedige optreden van de Darul Islam. Vooral sedert het begin van de Ronde Tafel-conferentie is deze beweging zeer actief geworden en vormt zij een voortdurende bedreiging van de orde en dg rust. Telkens opnieuw hoort men van terreur-acties van deze benden. Republikeinse legerkringen hebben meegedeeld, dat circa 8000 man troepen van de Darul Islam in West-Java Repu blikeinse troepen en Nederlandse convooien aanvallen. Voortdurende bedreiging van rust en orde Wat is eigenlijk die Darul Islam, die niet alleen een hinderlijke actie van benden ontplooit, maar die ook d<t>r intimidatie en propanganda zijn invloed op de bevolking probeert te vergroten? De Darul Islam erkent niet de vorming van de Verenigde Staten van Indonesië, van de federale gemeenschap, die met Nederland een unie zal aangaan, doch wenst een Islamietische Indonesische staat, waarin uiteraard vrijheid van godsdienst ver te zoeken zou zijn. Daar voor heeft hij nu de Heilige Oorlog uit geroepen. De Darul Islam is ontstaan uit de in de Japanse tijd gevormde Mohamme-, daanse vrijscharen Hirbullah (soldaten van Allah) en Sabililah (volgelingen van de Heilige oorlog van Allah). Er bestaan op Java en Sumatra tal van Mohammedaanse organisaties. Zij vonden haar overkoepeling in de Mas- jumi, de politieke partij, die op 8 No vember 1945 in Djokja voor de radio de oorlog aan Nederland verklaarde. De Masjumi is weliswaar in het voor lopige Republikeinse parlement de grootste partij, doch op het totale aan tal leden is zij ver in de minderheid. Bovendien telt zij verscheidene gema tigde elementen. Extremen tegen samenwerking. Maar ondanks dit blijven de extreem- gerichte Islamietische elementen een gevaar voor de Republikeinse regering en de samenwerking tussen Nederland en Indonesië. Want er bestaat een dui delijke tegenstelling tussen de Repu bliek en de Darul Islam. Vandaar, dat laatstgenoemde sedert de onderhande lingen tussen de Nederlanders en de Indonesiërs in Den Haag de kop hefti ger opsteekt dan ooit te voren. De Da rul Islam beseft heel goed, dat de Isla mietische staat Indonesië nooit kans van slagen zal hebben, als op de Ronde Tafel-conferentie overeenstemming wordt bereikt. Hij slaat alle orders tot het staken van het vuren in de wind, vecht lustig door, bestrijdt openlijk de TNI, valt de Nederlanders aan. moordt, plundert en sticht brand. Strijd met Oosters fatalisme. De benden vechten met een verbeten fanatisme, maar ook met een typisch Oosters fatalisme. Deze „soldaten in de Heilige oorlog" geloven, dat zij on kwetsbaar zijn en dat zij, zo z)j moch ten sneuvelen, heilig worden. Onder de kreet „Allahoe akbar!" (God is groot) vallen zij. ongedekt, hun vijanden aan. Geen wonder, dat in vier dagen van hard» gevechten bij Garut en Tasik- malaja, ten zuid-oosten van Bandung, de benden van de Darul Islam tachtig man verloren, zonder dat aan de Ne derlandse kant één soldaat sneuvelde. De Nederlandse troepen werken thans in deze steek met de Republikeinse strijdkrachten samen. In zeker zin is dit samengaan verheugend, omdat daar door de kans bestaat, dat aan het op treden van de benden de kop kan wor den ingedrukt en rust, orde en veilig heid zullen terugkeren. HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om lx. 8 en 11 uur. 6.30 Strijdkrachten. 7.30 Actueel geluid. 8.05 Programma-proloog. 8.35 Sans Souci. 8-45 NCR V-koor. 9.10 Lezing over Jongens in Indonesië. 9.30 Sweelünck- kwartet. 10.00 Met band en plaat voor U praat. 10.45 Avondoverdenking. 11.15 Resi dentie-orkest. 11.40 Orgelspel. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten cm 6, 8 en 11 uur. 6.30 Avro Radio- filmkrant. 7.00 Muziek. 8.05 Radioscoop. 10.35 Viool en piano. 11.15 Avro Swing-corner. VOOR DINSDAG HILVERSUM I, 301 m. Nieuwsberichten om 7, 8, 1, 7, 8 en 11 uur. - 8.15 Pluk de dag. 9.00 Lichtbaken. 9.25 Omroop-Kamer- o:kest. 10.15 Tsjechische orkestwerken. 10.40 Schqolradio-uitzending. 11.00 Muziek houdt fit 11.40 Sonate voor viool-solo. 12.03 Piano recital. 12.30 Voor Land- en Tuinbouw. 12.30 Lunchconcert. 1.20 Cantate. 1.50 Omroep- Karaerorkest. 2.30 Onder ons. 3.00 School radio-uitzending. 3.30 Piano-duo. 4.00 Do Zonnebloem. 4.30 Ziekenlof. 5.15 Lang zullen ze leven. 6.00 Amusements-orkest. 6.20 Sport- pr aatje. 6.30 Strijdkrachten. 7.15 OrgelspeL 8.05 De gewone man. 8.12 Nederlandse solo- werken. 8.55 Radio Philharmonisch-orkest. 9.55 Opera. 10.45 Avondgebed. 11.15 Reportage. 11.25 Licht Avondconcert. HILVERSUM II, 415 m. Nieuwsberichten om 7f 8, 1, 6, 8 en 11 uur. 8.15 Ochtend- varia. 9.00 Symphonie. 9.85 Aubade. 10.15 Arbeidsvitaminen. 11.00 Lexiie Delsen zingt 11.30 De Wekker. 12.00 Orgelspel. 12.30 Voor Land- en Tuinbouw. 12.40 Surinaamse n.uziek. 1.15 Hongaars-programma. 2.00 Met naald en schaar. 2.30 Radio-matinée. 2.45 Honderd beroemde componisten. 4.40 De Schoolbel. 5.00 Avro's Kinderkoor. 5.30 Staf- muziek. 6.15 Tom Erich, piano. 6.30 Radio- truziekjournaal. 7.15 Actei het voetlicht. 7.30 Avroleans. 10.10 Nederlands Volksliederenkwar- tet. 10.30 Maria Zaraora en haar orkest. 11.15 C 7 a mof oonmu ziek RADIODISTRIBUTIE-DIENST LIJN III: 7.05 Gram 7.30 Kron. 7.40 Gymn. 7.50 Gram. 8.05 Concert. 8.15 Eng. H.S.: Philip Green en orkest. 9.10 Verz. pr. 10.00 Orgel. 10.30 Eng. H.S.i Bobby Howell en orkest. 11.00 Eng. L.P.; Gram. 11.45 Voor dracht. 12.00 VI. Br.: Volksliedjes. 12.32 Lon Logist en sextet. 1.15 Gram. 2.00 Londan Symph-orbhestra3.00 Eng. L.P« Charles Er- nesco en sextet. 3.30 Jack Simpson en, se*teh 4.00 NWDR: Piano-werken. 4.30 Eng. H.Sj Gram. 5.00 Kootwijk: Batavia. 6.00 Fr. Br.i Voor de soldaten. 6.30 VI. Br.: Vood de sol daten. 7.30 Eng. L.P.: Melachrino-orkest. 8.00 .tuck's way". 8.30 Verz. pr. 9.00 Lichte mu ziek. 9.30 „Round the Halls". 10.15 „Topie for to-night". 10.20 „Olde Tyme Dance Or- cbestra". 11.00 Voordracht. 11.15 Raebura- oikest.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 5