De historie der Noordhollandse terpen verliest zich in het grijs verleden Een kwart eeuw geleden stierf Herman Heijermans Bollenmarkt moest na de oorlog weer worden veroverd r.VENDE MAGNEET MET mp Van Terp tot Afsluitdijk Hoogstwaarschijnlijk tien eeuwen oud Voortdurende eis: gezond, goed en goedkoop product Slecht bollenjaar en dit over de professor en zijn laboratorium Legende van Dirk Burger van Schoorel J le n ls :e zes weke weg, zéve weke wen En tai if man> de Magneet bleef fruus! 'n Bal op, TruusDan üep je as "ekes nePe de fcindere Bal op, He je nakeek ze wiste wel waarom je liert0ren maar niemcnd dan had je 'm wel de woorde uit z'n mond ZniT fl kijker benee k™"', «„gsfig „heb je ting (tijding, red.) van de MagnS^Z ™or da" »«>e9 je de Vrouw Marie of de Waakzaamheid of de ZZ' i- - Zei'd,e: "nee- terug, zo langzaam - liep je te huile denkend» en dan sl°te Elïefce dag kreeg je een schok door je htrsens rZV^T d~ je món elleke dag was je bij de toren biddend tot rZ k™dere hoorde - en nietTe lange leste dorst je nie me». T. maar de Magneet kwam v iUJDAG was - dorst je niemeer an de deur Z^bliZe ZnThf" °S dc hal Vehes<*<™ maande geduurd - twee maande - en toen - nZtn iiy Dat het twee - l0en nou toen gelofde ik 't wel De uisch wordt duur betaald Buiten zwalkte ergens op de zwarte zee de „Op hoop van zegen", worste lend met wind en golven en in het kleine huisje zaten Kniertje en de an dere vissersvrouwen en zij vroegen zich. terugdenkend aan vroegere ram pen. af wat er nu weer van hun man nen op de schepen buitengaats zou worden. „Spel van de zee in vier bedrij ven" noemde Herman Heijermans het, maar ik herinner mij hoe ik het als twaalfjarige knaap in al zijn rauwe werkelijkheid mee doorleefde, toen ik in een benauwd pijpela-achtig bios coopzaaltje heel het angstige en aan klagende gebeuren op het witte doek zag uitgebeeld. Het was verre vaneen spel. Het waren fel op het gemoed werkende momenten. Het was het le ven. Voor het voetlicht had het stuk honderden malen succes, omdat Heijer mans' suggestieve taal regelrecht sprak tot het hart van een groot publiek. Wie van ons ouderen herinnert zich in dit verband niet de grote actrice mevr. Esther de Boer—Van Rijk. die van „Kniertje" de creatie van haar le ven maakte? Die tijd ligt al ver achter ons. De loggers en de trawlers, die nu uitva ren zijn wel zeewaardig en veel en nog wreder leed houdt de wereld in zijn ban gevangen. Het stuk van Her man Heijermans heeft daarom een be paald deel van zijn waarde verloren. Toch zal het in de komende weken in vele plaatsen in Nederland door het beroeps- en amateurtoneel voor het voetlicht worden gebracht, omdat het op 22 November vijf en twintig jaar geleden is. dat Heijermans op zestig jarige leeftijd stierf. Dit wil een hulde en een gedachtenis zijn aan de man. die zijn veelzijdig talent in dienst stel de van het grote doel. dat allerwege méér werd nagestreefd: de verheffing van de lagere bevolkingsklassen, die dikwijls een strijd op leven en dood (men leze het spel ..De opgaande zon" maar eens! vochten om rechten, welke voor anderen doorgaans als vanzelf sprekend golden, ook voor hen te doen gelden. De wijzigingen in de sociale verhou dingen. die vooral na 1850 gingen op treden. deden een nieuwe dramaturgie ontstaan. waarin maatschappelijke vraagstukken 't dragende thema vorm den. Reeds bij de Noorse schrijver Hendrik Ibsen was dit waar te nemen Heijermans was de man in ons land. die zich sterk tot deze materie voelde aan getrokken. Zijn warmkloppend hart dreef hem er als het ware toe. De vra gen en worstelingen van de dag legde hij niet alleen neer in zijn» talrijke to neelwerken. waarvan naast Op hoop Van zegen" ook „Allerzielen" een zin nebeeldig spel en het drama .Ghetto" getuigen, maar ook in zijn achttien bundels „Schetsen", die zo populair werden, dat ze naar Heijermans' pseu doniem de naam „Falklandjes" kregen Ter gelegenheid van ziin tiende sterf dag verscheen bij Em. Querido te Am sterdam een bloemlezing uit deze Falklandjes, bijeengebracht door H Dekking en F Mijnssen Men zal er goed aan doen deze bundel nog eens uit een wellicht ver verwijderd hoekje van de boekenkast te nemen om een avond werkeliik te genieten van de sprankelende humor, de fijn doorvoel de tragiek en de scherpe opmerkings gave, die dit werk van Heijermans met een^grïte1 Kt601"31 kleinkunst met een grote K kunnen doen dragen diS°rinrdaa,d- want al moge dan aikwijls de tragiek van kleine levens iemand Zf™ b°Ventoon -eren aan von?,t Vernuft en een schat heeft?n,i alS. Hermans bezat, grote n!aafJn dikwijls een even fnger.dmri aT VieUgde en bliJdsehap T Ms A S- Falkland schreef titel van L n avonturen", de trein" roman „De moord in de rein spreekt voor zichzelf en van het méilge Spei "Schakels" behoeft niet af zien ha re v worden dan dat de on- duïenïl l opvoeringen nog voort- Heul g ,ei®nde ls' waaruit blijkt, dat Heijermans humor ook na tientallen L en. "0g altljd velen kan vermaken, feit, dat een gezaghebbend man als Anton van Duinkerken nog onlangs bevestigde, toen hij in een beschou wing constateerde, dat er na Herman Heijermans geen Nederlands toneel schrijver is geweest, die een oeuvre schiep, dat op de planken blééf. Er is daarom volop reden tot dit herdenken, dat men kan doen thuis met een wat geel geworden deeltje Schetsen bij de haard of door het bij wonen van de opvoering van een zij ner stukken en de leraar Nederlands op zijn school zal het zeker doen door een bijzonder uur te wijden aan deze belangrijke figuur uit onze eigen let terkunde. W. K. "[O IX'IDT DE ZINSPREUK van het Historische Genootschap „Oud Wesfc- Friesland". Voor de meesten echter, die er behagen in scheppen zich te verdiepen in het verleden, zal in de regel noch de gedachte aan eer voor het! voorgeslacht, noch de vrees om de eigen naam niet woord te zullen zijn, eent der drjjfveren zijn, waardoor ze worden geleid. Ze beleven er eenvoudig hun genoegen aan na te vorsen, hoe vroegere geslachten hier hebben geleefd, boe ze hebben moeten strijden en soms wisten te overwinnen. Die overwin ningen waren het schoonst, wanneer het bloedeloze waren van de zich ver heffende mens op de natuur. Onlangs werd in een gesprek het woord „terp" gebruikt. Die terpen vor men een deel uit de historie van ons volk, dat zich geleideBjk aan heeft opn gewerkt tot hét volk van de beste waterbouwers ter wereld. Het zou die naam nooit hebben verworven, wanneer niet tot in de grijze oudheid een felle strijd was gevoerd met de waterwolf. Hoezeer die eens werd gevreesd, bljjkt reeds uit die naam zelf, een naam, die iets onheilspellends bevat. Da mens, de Nederlander en in het bijzonder de Nederlander van de waterkant, heeft de strijd gewonnen. De worsteling begon met het opwerpen van terpen, ze waren het eerste verdedigingsmiddel, dat werd aangewend tegen de watervloeden, gebrekkig en vaak onvoldoende. Natuurlijk denken de meesten, wanneer over terpen wordt gesproken, aan Friesland, het land van de terpen. Ze vergeten, dat ook Noord-Holland er verschillende kent. Met deze Noord-Hollandse terpen nu willen we ons in dit artikel bezig houden. (Van onze redacteur). VKEHEBBE?* in de oorlogsjaren gemeend, dat er direct na de bevrijding een enorme vraag naar bloembollen in het buitenland zou oestaan. Het tegendeel bleek waar; men had in die jaren gemerkt, dat men het ook wel zonder bloembollen kon stellen. De markt moest opnieuw w or- en veroverd. Het bljjft een voortdurende strijd tegen soms onredelijke kwaliteitseisen en deviezenbepalingen en tegen een groeiende concurrentie. was al een enorme vooruitgang, toen de Algemene Vereniging voor Bloem bollencultuur begon een jaarlijkse sub- sidie van 500.te geven. De Over heid stelde zich aanvankelijk op het standpunt, dat wij alleen te maken hadden met bloembollenziekten. Maar we kunnen de ziekten niet afdoende bestrijden, als we het leven van de ge zonde bollen niet door en door kennen. Ik ben daarom blij, dat het laborato rium in Lisse is gevestigd, waar we de bol in zijn natuurlijke omgeving kunnen bestuderen. Daarom hebben we ook direct contact met de kwekers; zonder dit contact hadden we niet half zo veel kunnen bereiken. Het jaarlijkse budget is nu al enige ton nen groot en een exportheffing voor ziet in de bijdragen van de kwekers Amerikaanse ambassadeur naar Margraten Heden zullen de Amerikaanse am bassadeur en zijn dochter, miss Heler- een bezoek brengen aan het Ameri kaanse militaire kerkhof te Margraten. Zij zullen vergezeld zijn van de heer en mevrouw John Begg en de militai re attaché der Verenigde Staten. troepenschip „tabinta" naar nederland vertrokken Het troepentransportschip „Tabinta is op 4 November uit Tandjong Priok naar Nederland vertrokken. Aan boord bevinden zich de volgende gesloten on derdelen: Het derde bataljon van het Sarderegiment jagers, de le hulpver- bandplaats-afdeling en het 32e Spitfire squadron van de luchtmacht Nederland. brand in communistisch hoofdkwartier Gisteren is brand uitgebroken in het hoofdkwartier in Noord-Parijs van het „Front National", een groep van com- niunistische organisaties. Drie personen kwamen in de vlammen om, terwijl vier anderen ernstig zijn gewond. De oorzaak van de brand is niet bekend. be hoge commissie in berlijn He Amerikaanse Hoge Commissie in Duitsland heeft bekendgemaakt, dal een aantal hoofden van buitenlandse missies, onder wie vice-admiraal J. M. de Booy, het hoofd van de Nederland- missie te Berlijn, om accreditering bij de Hoge Commissie heeft verzocht Meer vliegtuigen naar parijs Met ingang van 27 November zal de KLM de frequentie van de dienst Am sterdam—Parijs verhogen, waardoor aan vele verzoeken wordt tegemoet Sekomen. Er zal een ochtendvliegtuig worden ingelegd, dat omstreeks 9.1' thr van Schiphol zal vertrekken. £)IT VERTELDE Nederlands eerste bollenspecialist, prof. dr. E. van Slogteren, directeur van het Labora torium voor Bloembollenonderzoek in Lisse, in een onderhoud, dat wij dezer dagen met hem mochten hebben. Ruim dertig jaar systematisch wetenschap pelijk onderzoek hebben veel inzicht verschaft in het leven van de bolge wassen, in de aard der verschillende ziekten en de bestrijding daarvan. Het is echter niet voldoende, dat de kwe kers gezonde bollen afleveren, het komt er op aan hoe de bollen in het buitenland bloeien. In het buitenland stelt men zijn eisen, soms onredelijke, en wjj hebben er maar aan te voldoen. Men wijt vaak aan de bollen, wat een gevolg is van verkeerde behandeling na de afscheep. Vooral in de Verenig de Staten is men erg lastig en prof. Van Slogteren is verschillende malen naar Amerika geweest om de betrok ken autoriteiten een beter begrip bij te brengen van de behandeling en de kwaliteit van de door Nederlandse kwekers geleverde bollen. Het is een slecht jaar geweest voor de bollen. In Mei en Juni moet hei eigenlijk warm zjjn en in September en October koel. Dit jaar was het pre cies verkeerd, wat helemaal niet goed is voor de vroegbloei en de groei kracht. Wanneer men, zoals op grote schaal gebeurt, de bollen in Augustus al naar Amerika stuurt, maken ze veel te ho ge temperaturen mee. Hoe goed de bollen ook zijn als ze worden verzon den, onderweg gaat er op die manier vaak heel veel van de kwaliteit ver loren. De warenhuizen in de Verenigde Staten willen ze zo vroeg mogelijk hebben en de exporteurs haasten zich aan dit verlangen te voldoen. Maar daar liggen ze dan in gloeiend hete etalages. Voor de tuinbollen is dat nog niet zo erg, maar de binnen- bloeiers moeten hierdoor byna zeker mislukken. Veel export naar Zuideljjk halfrond. Voor wat de uitvoer naar het zui delijke halfrond betreft, gaat het be ter. De export naar Australië, Nieuw- Zeeland, Zuid-Afrika en Zuid-Ameri- ka heeft na de oorlog een grote vlucht genomen, mede dank zij de om standigheid, dat wij er in geslaagd zijn het seizoensverschil tussen de bei de halfronden te overbruggen en de bloeitijd van de bollen door kunstbe werking een half jaar te vertragen of te verlaten. Wij hebben hierbij de af- scheeptrjd meer in de hand, doordat die behandeling coöperatief gebeurt. Prof. Van Slogteren vertelt, dat hoe wel het Laboratorium zich in de loop van de jaren een zekere na5m heeft verworven, men niet stil mag zitten. Want alleen door de allerbeste kwali teit zal de Nederlandse bol zich op de duur kunnen blijven handhaven. In de Verenigde Staten hebben zich Ne derlandse kwekers gevestigd, die de Nederlandse bol beconcurreren En in Bellsville bij Washington hebben de Amerikanen een laboratorium ge sticht, dat zeker tien maal zoveel wetenschappelijke medewerkers telt als dat in Lisse. De professor klaagt niet over de medewerking al kan men zich nog met roerei-, zoals wel wenselijk zou zijn. Wij zijn vrij goed uitgerust, zegt hij. En als wjj het vergelijken met toen ik fn 1917 met dit werk begon, mogen we uiterst tevreden zijn. Toen ston- i den de kwekers met g,rot®..',eru_g !1n" 'ding tegenover ons werk. Bijdragen de kosten van het onderzoek werden door de kwekers niet verleend en het En nu: virusonderzoek, JN HET VOORJAAR is achter het Bloembollenlaboratorium in alle stilte een laboratorium voor virus- onderzoek in gebruik genomen. Het onderzoek naar viren, de verwekkers van tal van ziekten waarmee de mens heid te kampen heeft zoals gele koorts, influenza, verkoudheid, mond- en klauwzeer en de degeneratieziekte bij de aardappelen, is in de laatste vijf tien jaren over de gehele wereld met kracht ter hand genomen. De strijd daartegen is niet gemakkelijk. De diagnose is erg moeilijk, want men kan de viren niet als bacteriën en pa rasieten in reincultuur kweken en ze blijven ook in de beste microscoop on zichtbaar. Wel hebben wij enige nut gehad van de electronenmicroscoop, waarvan er in Delft een staat, en waarmee we vele duizenden malen kunnen vergroten. Maar werkelijk nut zouden wij er pas van hebben, als wij zelf over een electronenmicroscoop konden beschik ken. Bij de tulpen wordt het breken van de kleur door een virus veroorzaakt. In de tijd van de tulpenwindhandel, toen de gebroken tulpen zeer in trek waren, maakten de oude kwekers zonder iets van viren te weten op grond van hun ervaringen al intuïtief gebruik van het feit, dat zieke bol len, die op gezonde werden geënt, nieuwe brekingen opleverden. Parasi taire ziekten geven de kwekers meest al een verlies in opbrengst, dat bij de 100% ligt en deze ziekten zijn be trekkelijk eenvoudig te bestrijden. Vel den met virusziekte geven maar 20 tot 25% verlies, een verlies, dat vele kwe kers vaak aan allerlei andere oor zaken toeschrijven. Met serumbehandeling hebben we, zo zegt de profes-or, bevredigende resultaten verkregen voor de moei lijke diagnose van de virusziekten en het gevolg is geweest, dat dit serolo- gisch onderzoek hier nu ook op an dere producten wordt toegepast, zoals op suikerbieten, aardappelen en uien. Dit jaar hebben wij een hoeveelheid van 70 liter serum geproduceerd, waar voor heel wat komt kijken. De ver dachte planten worden door de kwe kers zelf met serum behandeld. Ove rigens is het niet de bedoeling om alle door virus aangetaste bollen te ver delgen. Sommige fraaie variëteiten kunnen zelfs .lleen maar door be smetting worden verkregen, zoals de bekende Rembrandttulp. Maar we moeten de virus wel onder controle houden. En hiermede eindigde het onderhoud met prof. Van Slogteren, die, zoals hij mededeelde, geen leerprofessor meer is, maar een resea-chprofessor, die zich vrijwel uitsluitend met onderzoe kingen bezig houdt en nog maar enkele' colleges geeft aan de Land bouwhogeschool in Wageningen. Een paar vriendelijke ogen in een niet kunnen navertellen waarom. innemend gezicht, dat indruk maakt door het brede en hoge voorhoofd en de imposante grijze volbaard, ziedaar professor Van Slogteren, die rnjj in zjjn werkkamer van het laboratorium in Lisse ontvangt. „Ik had u na een kwartier weg wil len werken," zegt hjj later na een paar uur te hebben verteld van zijn levenswerk en nadat we het lab van onder tot boven zijn doorgewandeld. We gaan langs de 24 koelcellen, waar in alle mogelijke klimaatsoorten ter wereld kunnen worden nagebootst en de accumulatorenbatterijen en de mo toren, die de stroomlevering onmid dellijk overnemen als de electrische centrale eens onverhoopt uitvalt. Op deze wandeling ko men we door de werk vertrekken van us assistenten, laborar. ten en analyster; waar ik o.a. dooi microscopen mag kij ken naar duizendvou dig vergrote aaltjes die eens de narcissen cultuur met onder gang bedreigden. Ii de kelder bezoeker we de konjjnenstal waar honderden ko nijnen en ook mai motten vertoeven on hun medewerking t< verlenen bij de se rumproductie voor d bestrijding van viru.- ziekten. In de kasst kijk ik naar tomatei en tabaksplanten, die ik allerminst in een laboratorium voor noodzakelijkheid daarvan, al zou ik bloembollenonderzoek had verwacht. Maar na alle hooggeleerde uiteenzet tingen ben ik wel overtuigd van de In de oorlog hadden we hier veel meer tabak staan, zegt de professor, die voor Churchill in het sigaren ro ken nauwelijks onder doet. Een an dere kas is met kostbaar en uiterst fijn bronsgaas helemaal geïsoleerd, om er zeker van te zijn, dat de virus- proeven niet door binnenkomende bladluizen, de overbrengers van de vi ren, onbetrouwbaar worden. Bij het binnengaan moeten we door een sluis, die van tijd tot tijd met nicotinedam- pen wordt gedesinfecteerd. Dat is no dig, zegt de professor, om ongecon troleerde infectie te voorkomen. Wij weten b.v. niet of u luisvrrj bent. Bladluisvrij dan altijd. Dirk Burger van Schoorel somt er in zijn Chronyk van Schagen (omstreeks 1732) 13 op en hij knoopt er een allerzondelingst verhaal aan vast. Ziehier hoe hij begint: De eerste Perzoonen: 1. Daar was een perzoon die Tjalle genaamd wierde, die heeft de hoogte van Tjallewal gemaakt. 2. Aaf, de Zuster van deze voor- schrevene Tjalle, maakte een hoogte genaamt Avendorpen maakte haar Vlieberg nog hooger. 3. Deeze voorschreve Tjalle zyn Zoon, die maakte de Loete, te genwoordig aan Schagen. 4. Nog een Perzoon genaamd Kre sing, die maakte Kresing-werff. Enzovoorts. Op deze wijze ontstaan Tjaarsdorp, Grootewal, de Oudemans Caags hoogtens, de Nesch, Wiebe werff, de Hoep, Lutjewei, Hemkewerff en de groote Keynse. Noord-Holland telt 16 terpen. Een opsomming uit deze tijd van Mr. J. Belonje en L. Melchior geeft het volgende beeld: 1. Avendorp, 3 5 Meter hoog. Bij graafwerk werd er in gevonden een kluitje zilveren dinaars van Boudewijn II van Utrecht (1178 —1196). Tjaarsdorp, ongeveer even hoog. Eenigenbrug, ca. 5 M. hoog. Hemkewerf. de Hale. 't Hoog, grote volgebouwde terp. De Dorpen, twee terpen aan het Zuideinde van Schagen. De Witte Paal, grotendeels af gegraven. De oude Caag-terpen, 2 terpen, grotendeels afgegraven. 't Hoge Land, Barsingerhorn grote terp, ca. 4 M. hoog. Tjallewal, grote langwerpige terp. Tolke, grote langwerpige terp. Kleine Keins, grote terp, 4 5 M. hoog in een bocht van de West- friese Zeedijk. Leeuwenhorn of Grote Keyns, gemeente Zijpe, flauw aflopend plateau, ca. 1 M. boven gemiddeld polderniveau. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 10. 11. 12. 13. 14. PROF. VAN SLOGTEREN blijven hangen. Narcissen in Octobei. In nog een andere kas snijdt de pro fessor voor mij o wonder in Octo ber eigenhandig een bos lente vreugd, diepgekleurde kloknarcissen waarvoor ik op weg naar huis tal van bewonderende blikken oogst. Ik kom in het fotografisch atelier, waar kleu renfoto's worden gemaakt, die voor propaganda in het buitenland worden gebruikt. En tot slot komen we bij een hypermoderne centrifuge, zojuist voor dure dollars uit Duitsland ge ïmporteerd. Hij maakt 60.000 omwen telingen per minuut ®n het is geen onnodige voorzorg, dat er een gewa pend beton muurtje om is gebouwd, want delen die er van zouden afsprin gen zouden een grotere snelheid heb ben dan een geweerkogel. „Ik had u na een kwartier weg wil len werken," zegt hij, want zo lang zamerhand wordt het veel te druk. In het afgelopen jaar heb ik ruim 400 gasten moeten ontvangen, die overal vandaan kwamen, uit Nieuw-Zeeland en Canada, uit Zuid-Afrika en Zuid Amerika. Professor laat een vol gas tenboek zien. Ik hoop niet, dat uw bezoek het begin is van een hele serie journalisten, zoals vóór de oorlog. Want wij zijn er niet om reclame te maken, maar om wetenschappelijk werk te doen. Prof. van Slogteren begrijpt ech ter, dat de lezers in Noord-Holland waar zoveel bollencultuur is, er wel recht op hebben iets te weten van wat er in Lisse wordt gedaan om de bloem bollenteelt en de export op peil te hou- den en vooruit te brengen. En hij ver telt er graag over. Want van een enkele opdracht in 1947 om een onder hoek in te stellen naar het aaltjesziek bij de narciseen groeide dit via een onderzoek naar het geelziek bij de hyacinthen uit tot een proefstation voor de bollencultuur, die de bewon dering van de gehele wereld afdwingt Men behoeft het dus niet te tragisch op te vatten als hij zegt, dat hij in Lisse is bljjven hangen en dat hij al tijd naar de tropen heeft gewild. De tropen heb ik toch gezien, zegt hij, toen ik door de Verenigde Naties werd uitgenodigd om rapport uit te bren gen over een ziekte, die de cacao cultuur aan de Afrikaanse Goudkust dreigde te yernietigen. Cornelissenwerf. De Hoep, langwerpige terp, ge heel volgebouwd met huizen. Al deze terpen, met uitzondering van de nummers 3, 10 en 14 bevinden zich in Schagen of in de onmiddellijke nabijheid daarvan. De beide vermelde schrijvers zijn van oordeel, dat om trent de ouderdom er van eerst met zekerheid iets kan worden gezegd, zo dra de nodige afgravingen onder toe zicht hebben plaats gehad. 334 of 1334? Intussen mag deze laatste uitlating, hoezeer misschien ook juist, geen be letsel zijn te trachten er toch iets meer van aan de weet te komen. Dirk Burger van Schoorel plaatst de bouw in 334, wat echter tegenwoordig algemeen als onjuist wordt beschouwd. Mr.Belogne en Melchior aanvaarden dit jaartal niet, zonder verder te zeg gen, hoe het dan wel zou moeten zijn. Mr. W. C. Braat zegt in zijn artikel in de Toelichting bij de Geologische kaart van Nederland, dat v. Schoorel eenvoudig 1000 jaar heeft weggelaten, omdat het anders niet paste in een rijmpje, dat hij geeft en ook zijn we de bewering tegengekomen, dat om streeks 1300 de gewoonte bestond om bij het aangeven van jaartallen het duizendtal weg te laten, een gebruik, waarvan Van Schoorel wellicht het slachtoffer is geworden. Echter het jaar 1334 is stellig ook onjuist. Immers, toen bestond de Westfriese Zeedijk reeds. De meeste van de genoemde terpen liggen daar binnen en het zou dwaasheid zijn te veronderstellen, dat onze voorouders zich de enorme opofferingen van het aanleggen van zulke naar hun begrip stellig geweldige hoogten zouden heb ben getroost in een tijd, toen dit niet meer nodig was. Hiermee hebben we intussen reeds een grens bepaald: de terpen moeten ouder zijn dan de Westfriese zeedijk. En hoe oud is deze? Helaas, we weten het niet. P. Schuitemaker zegt in „De West friese dijk en zijn onderhoud van de vroegste tijden tot heden", dat de naam van de zeedijk het eerst wordt genoemd in 1250 in de Codex Egmon- danus. Daarin wordt' gesproken over het land rondom Schagen, „dat door zeevloeden, die de dijken geheel had den omvergeworpen, reeds sedert vele jaren was vernield en nu onlangs met grote kosten door de zorg van de abt van Egmond met een nieuwe dijk was voorzien." De vernieuwde dijk was vermoede lijk die tussen St. Maarten en de Schager Zijdewind of Tolkeweg bij Valkoog. In 1250 was de dijk er dus al, ze was zelfs geruime tijd vernield geweest. En hoelang was ze er daar voor? De moeilijkheid wordt nog groter, wanneer we vernemen, dat er zeer vermoedelijk nog twee dijken zijn ge weest, beide Noordelijker dan de Westfriese Zeedijk, waarvan de noor delijkste volgens dr. W. C. Braat on geveer heeft bestaan tot omstreeks 't jaar 1000, de andere, de zogenaamde „weg van Paludanus", tot omstreeks 1200. De meest waarschijnlijke verklaring dunkt ons per slot van rekening die van mr. Braat. Hij redeneert als volgt: De Friese terpen ontstonden in de le tot de 4e eeuw op de klei. West- Friesland lag in die dagen achter de duinen op veen en betrekkelijk veilig. Toen echter omstreeks 400 het oude duinlandschap door de zee werd ver nield, kan de bevolking niet blijven, omdat van veen geen terpen konden worpen opgeworpen. Ze trok meet zuidelijk en dit is de reden, dat de Friezen later voorkwamen langs de hele kust van Nederland en zelfs nog verder zuidelijk. In de 9e eeuw was het oorspronke lijk veengebied zodanig opgeslibd, dat het weer bewoonbaar was geworden. Het was daarmee in dezelfde toestand gekomen als Friesland 1000 jaar eer der: men vond er nu de opgeslibde klei Daarbij kwam, dat zich langs de zee een nieuwe hoge duinketen had ge vormd, het jonge duinlandschap, dat we tegenwoordig nog onderscheiden naast het oude. Aan de hand van verschillende over blijfselen meent hij dan te mogen aan nemen, dat de noordelijkste dijk te gen het eind van de negende eeuw werd aangelegd en omstreeks het midden van de 10e eeuw weer werd prijs gegeven. De bewoners moeten last van water hebben gekregen en hij vermoedt, dat die er toen toe zijn overgegaan de terpen, die we thans nog in Noord-Holland vinden, aan te leggen. Hij meent deze opvatting bevestigd te zien op grond van opgravingen, die alleen hebben plaats gehad in de terp Avendorp. Daaruit bleek, dat deze tot op volle hoogte (ca. 2.50 M.) was op geworpen en wel volgens gevonden scherven in de 9e of 10e eeuw. Een schervenvondst te Eenigenburr geeft dezelfde globale datering. Onze Noordhollandse terpen zijn dus waarschijnlijk rond 1000 jaar oud. Ze dateren uit de dagen, toen ook de dijk reeds zijn entree had gemaakt, maar de terp, die veel minder arbeid vroeg, een welkome uitkomst bood, wanneer de djjk te zwak bleek. Men moet zich van die eerste dijken ook geen te grote voorstelling maken. Het waren ver moedelijk niet meer dan zomerkaden, voornamelijk bestaande uit wier en aarde en waarvan de substantie aan deed als een soort tufsteen. Eerst in de loop der eeuwen groeiden ze uit tot onze machtige zeeweringen, waarbij doorbraken niet meer te duchten zyn. r. it •r e il tt h i- )- n k g e n ij le i- n i- le ït ij Gt k e rm n ij r 9 n )- n U v- lm n e 9

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 3