THE SNAKEPIT"
Twintig nationaliteiten vormen hier één volk
JiUerbug in San Francisco
i
(KefarmeA
Bij de vijftigste sterfdag van
GUIDO GEZELLE
VIJF MENSEN GINGEN NAAR CANADA (13)
De school het bindend element in de smeltkroes
Z T*"*h'Wiik
Kalfspoot en coyote's
Mooi resultaat door
goede samenwerking
Cultureel Nieuws
Een knappe film, die
bedenkingen oproept
nieuwe polder is aanvaardbaar, maar^—- 'and- Een n,enw hnis- ze"s een
over een 3.776.700 vierkante Van, V®4'863 vierkante mijl tegen-
wei iets bijzonders moeten zijn En dat «Plakte van Europa, dat zou toch
ongeveer achter de rug ta en wTlang^me^ de Start
dekken we dat we roer, id wat ingeburgerd raken, ont
dekken we dat we geen vreemde n,„ - -
sen in een zelfstandige staat. zön' maar zelfstandige men-
Y^ANT het is zeker niet zoals die boer
zo lekker venijnig zei, dat wij maar
heel voorzichtig moesten zijn, wilden we
niet naar 't „oude land" teruggestuurd
worden. Als een ieder inderdaad eens
naar z'n oude land terug zou gaan, dan
zou het er hier raar voor gaan staan.
Uit de volkstelling van 1941 bleek, dat
de bevolking van 11.506.655 zielen uit
meer dan twintig rassen en nationali
teiten is opgebouwd. Van al deze na
tionaliteiten één volk te maken, is niet
gemakkelijk geweest. Als een der be
langrijkste instellingen, welke tot het
geweldige resultaat van heden heeft
bijgedragen en nog bijdraagt is het on
derwijs. Zelfs bij een oppervlakkige
vergelijking van de structuur van het
onderwijswezen valt het grote verschil
al onmiddellijk op. Na de eerste acht
schooljaren (de elementeryschool) gaat
de leerling naai; de „Highschool", een
school, die met onze ulo vergeleken
kan worden. Deze hele periode van
twaalf jaar is verdeeld in twaalf klas
sen, hier aangeduid met „grade 1, gra-
de 2", etc. Wil de leerling ook na de
Highschool z'n opleiding vervolgen dan
heeft hij gedurende de laatste vier ja
ren een aantal onderwerpen meer te
bestuderen. Onderwerpen, die zoveel
mogelijk aansluiten bij z'n toekomstige
studie. Bestudering van deze vakken of
„cursussen" geeft bij geslaagde beëindi
ging een bepaald aantal punten of „cre-
dits" Voor het goed doorlopen van de
Highschool zijn 75 punten nodig. Als
minimum voor toelating aan een uni
versiteit 112. Een klein aantal vakken
is vereist. Voor een aantal andere vak
ken kan de leerling een keuze doen. Dit
geeft veel vrijheid aan de leerlingen
en ontdoet het studeren van het radi
calisme, waarmee de leerstof op andere
scholen de leerlingen wordt ingestampt.
Een paar jonge studenten ter plaatse
waren van mening, dat, hoewel alge
mene kennis heel goed was, de leerlin
gen toch niet teveel van hun „uiteinde
lijke" moesten worden afgeleid. Men
zou door de bomen het bos niet meer
zien. De opleiding mag dan vrij gespe
cialiseerd zijn, het gevolg, dat het in
tellect misschien binnen nauwere gren
zen blijft, het kleine gebiedje waarop
de student, de latere medeburger, zich
begeeft kan des te intensiever bewerkt
en begrepen worden. Bij dat alles komt
nog de grote mate van vrijheid op de
scholen, voor zover ik dat ten minste
heb kunnen waarnemen.
Sport neemt een belangrijke plaats
in op het schoolprogramma. Ook de
film heeft een plaatsje gekregen en
naast het „zwarte bord" heeft ook het
„witte bord" zeker naam gemaakt.
Het huisje, waarin mijn broer en
ik nu wonen.
Zelfs wordt zo nu en dan met aan
dacht een bepaald radioprogramma be
luisterd, waarover dan na afloop wordt
nagepraat.
Deze gemoedelijkheid, eenvoud en
vrijheid op de school doen de kinderen
gemakkelijk opgaan in het „schoolwe-
reldje". Een wereld, waar niet alleen
het kind zich leert aanpassen en zich
onbewust ontwikkelt van wie weet wel
ke nationaliteit tot een echte Canadees.
De winter komt.
T)uCH met dit ene onderdeel, waar
mee het massale schip van staat te
doen heeft, hebben wij weinig te ma
ken. Voorlopig zijn er nog tientallen
grotere en kleinere zorgen. De winter
staat voor de deur en het losse werk
loopt gauw ten einde. We hebben een
paar goede maanden meegemaakt, maar
De 4 bestanddelen van Chela-
rine „4" lijn elk stuk voor
stuk al wereldberoemd. Haar
de eendrachtige samenwerking
in 1 tablet is bovendien zeer
belangrijk gebleken. De totale
werking is nóg krachtiger
en weldadiger dan met elk
middel afzonderlijk mogelijk
zou zijn. Wanneer een ander
middel bij pijnen of griep laait,
neem dan eens Chelarine ,,4
over een poosje moeten we toch het
bos in. Ook de vleespositie verdient
aandacht. Maar over dat punt geen
zorgen, daar zouden wij vorige week
wel voor zorgen. Zouden we, zeg ik.
We hadden al een uur rondgedoold in
de ochtendmist toen vlak vóór ons als
schaduwen twee grote coyotes of wolfs
honden opdoken. Even stonden ze ge
vangen in dat mooie stukje natuur, toen
zagen ze het geweer in onze handen.
Thuis was vader juist bezig met het
slachten van het tweede kalf. Wat zegt
u, vader, beter een kalfpoot in de pan
dan twee coyotes in het bos? Laat me
dat eens proeven!
GOVERT J. DE JONG
Zó ziet het landschap tr vit n onze nieuwe omgzvvng.
senhof' te Delft zal worden geopend,
zal ongeveer 75 werken vpn de be
kendste schilders van dit genre omvat-
QFSCHOON BEELDENDE kunst en ten. Onder hen is ^eorge Morland wel
luchtvaart wel zeer ver uiteenlopende de merkwaardigste figuur. Hij werd in
begrippen zijn, begrippen waarvan de
geboortedata eveneens duizenden jaren
verschil tonen, is ook hier een bepaal
de betrekking mogelijk. Dat blijkt in
de eerste plaats uit het feit, dat de
KLM enkele van haar toestellen ge
doopt heeft met namen van grote Ne
derlandse schilders. Aan de cabine-
wand van deze vliegtuigen treft men
een grote reproductie aan van de mees-
1763 geboren. Ondanks zijn zonderlin
ge levenswijze hij maakte vele
schulden en ging zich zeer aan drank
te buiten is Morland een der popu
lairste Engelse schilders op het vaste
land van Europa, in het bijzonder in
Frankrijk.
£)E NEDERLANDSE BOEKENWEEK
van 25 Februari tot 4 Maart
zal ditmaal worden ingeluid met de
ter, naar wie het toestel is vernoemd, première voor Nederland van het to-
Dit brengt passagiers dikwijls tot het
stellen van vragen. De stewardess is
dan volkomen in staat de weetgrage
buitenlander over onze Nederlandse
neelspel van Ben van Eysselsteijn: „Ba
zuinen om Jericho" onder regie van
Ben Royaards en gegeven door de spe
lers van de Kon. Nederlandse Schouw-
schilders in te lichten, dank zij de in- burg te Antwerpen: „Het nationaal to-
structies welke zij van de KLM ont
ving.
In het Stedelijk Museum is thans een
neel van Belgie". Als resultaat van de
novelle-prijsvraag, uitgeschreven door
de commissie voor de propaganda van
tentoonstelling ingericht van schilde- het Nederlandse boek, is uit een aan-
rijen, waarvoor de makers, daartoe door tal inzendingen bekroond de novelle
de KLM in de gelegenheid gesteld,
werden geïnspireerd door het schouw
spel: Nederlandse steden en landschap
pen uit de lucht gezien. Een en ander
betekent een geheel nieuw experiment
in de wereld van de schilderkunst.
In de Whitworth Art. Galery in Man
chester, zal in het kader van de drie
Nederlandse weken, die aldaar wor-
„De zaak Beukenoot". Deze novelle zal
tijdens de boekenweek weer op de be
kende wjjze besc'iikbaar worden ge
steld. Er is opnieuw een prijsvraag
voor het publiek aan verbonden.
JN DE KERK van Certaldo bij Floren
ce is het graf gevonden van Boc-
caccio, de bekende schrijver van de
„Decamerone". In Parijs is het elfde
den gehouden, een tentoonstelling van wetenschappelijke en technische film-
133 werken van Nederlandse schilders
uit de zeventiende eeuw worden inge
richt.
De tentoonstelling van Engelse jacht-
schilderijen, die vandaag in het „Prin-
congres geopend. Er werden o.a. films
vertoond over biologie en ethnographie,
alsmede van de beklimming van de
Mont Kenyea, de hoogste top van
Afrika.
Wij ontvingen het Novembernummer
van dit aan de historische schoonheid
en de folklore van onze provincie ge
wijde blad. Onder de kop „Over
weging" begint het blad met nog eens
de nadruk te leggen op de noodzake
lijkheid om een historische optocht of
schouwspel werkelijk zo historisch mo
gelijk te doen zijn, ook wat kleder
dracht en verdere attributen betreft.
Grondige studie van deze materie en
registratie van nog aanwezige oude
voorwerpen en de toestand, waarin zij
verkeren zal in deze van grote beteke
nis kunnen zijn. Het kaasfeest te Edam
was een dankbaar onderwerp voor
Bram Soffree, St. Maarten wordt na
tuurlijk niet vergeten en de Engels-
Russische invasie wordt (in vervolg)
besproken. Nico Splinter brengt een
aardige schets in het Westfries, getiteld
„De Krielkip". Opnieuw geeft het blad
een aantal fraaie foto's, waarvan wij
vooral willen noemen de mooie winter-
opname van de Alkmaarse vest.
De Italiaanse regering heeft de
wet inzake de landbouwhervorming in
Calabrie goedgekeurd. Deze hervor
ming, welke reeds lange tijd door de
boeren uit de streek werd geëist heeft
betrekking op ongeveer 45.000 ha.
AMSTERDAMS PODIUM
£)E TWEE RIJEN' TINGELTANGELS OP DE ZEEDIJK waren griezelig
mistroostig, zoals ze daar verregend in de mist stonden. Ze deden denken,
die tingeltangels, aan speelgoedblokken, waarvan het kleurige papier was
afgeweekt. Het was allemaal onzegbaar grauw, mistroostig en vaal. Het "as
er dan ook ganselijk niet plezierig, daar op „De Dijk". Maar aan de smalle
gevel van „San Francisco" hingen, zo slap als vaatdoeken, vlaggen. Neder
landse vlaggen, Union Jacks, Stars Stripes, Noorse vlaggen en nog van
andere nationaliteiten. En er plofte een lawine geluid door de dikbesmookto
en beslagen ruiten. En twee negers, zwart als een tropennacht, In fonkel
nieuwe confectiepakken en met alle kolenstof, gruis en roet an w eken v "ïir-
plaat van hun glimmende koppen weggeschrobd, beenden als twee bewegende
slagschaduwen naar binnen. Ik volgde in hun kielzog.
huppelden en steigerden,
§AN FRANCISCO! Het was er vol,
het was er warm, er was een ont
zaglijke hoeveelheid geluid en een
achttal paren bewoog zich op aller
vreemdste manier voort over het
ultra-kleine dansvloertje. De twee ne
gers waren halverwege de ingang en
de zitplaatsen bij de tapkast gestrand
en goten elk een glas bier naar bin
nen, ter blussing van de machtige
dorst, die ze als authentieke leden
van het zwarte koor op lange deining,
buitengaats, geleden hadden.
De acht paren bewogen zich inmid
dels op merkwaardige wijze voort. Ze
maakten de bewegingen, die men in
het jaar onzes Heren 1949 tot het mo
derne dansen rekent. Het was hoogst
interessant en behalve interessant ook
uitzonderlijk spannend. Want deze
tweemaal acht dansers sprongen en
„Een blomken heb ik staan, nabij me, in de oude boekenrale..."
"JOEN DE HERFSTWINDEN in het
jaar 1899 over het wijde,, wazige
Vlaamse land gingen, de bomen weer
„den weg met wakke winterbldren
strooiden", bldren, die „in 't diepe van
den wagenslag hun stille grafstêe"
kozen, kwam voor een groot zoon van
dit land het einde. Het was of heel de
natuur op die zeven en twintigste No
vember treurde om een geliefde, nu
hijdie haar schoonheid op zulk een
onnavolgbare en enige wijze had be
zongen, moest afscheid nemenEn
toch was het die dag eigenlijk een
goede dag, omdat met dat heengaan,
met dat lang gehoopte „treden in het
oneindig licht van het Vaderland",
een einde kwam aan de ziekte, die
Gezelle vele weken lang lichamelijk
zeer had gekweld.
A lom wordt Gezelle thans ter gelegen
heid van zijn vijftigste sterfdag her
dacht. Vele gesproken en geschreven
woorden worden in deze dagen aan de
priester-dichter, aan de mens Gezelle
gewijd. Zelfs eert men in Belgie zijn
nagedachtenis met het uitgeven van een
postzegel, waarvan de extra baten ten
goede zullen komen aan het Guido Ge-
zelle-museum te Brugge, dat men el
kaar in zijn geboortehuis heeft inge
richt.
Als ook wij stilstaan bij dit feit, dan
menen wij niet een overzicht van zijn
leven te moeten geven, maar wel enige
aandacht te moeten besteden aan Ge-
zelle's werk, waarin zich tenslotte veel
van des dichters wezen weerspiegelt,
ofschoon wij niet ontkennen, dat meer
kennis van zijn levensloop en het mi
lieu waarin hij verkeerde, verhelderend
kan werken. Wat dit laatste betreft, is
het echter mogelijk elders ruimschoots
zijn licht op te steken. Het is met poëzie
nog meer dan met proza zó, dat van
hetgeen er geschreven en uitgegeven
wórdt, slechts een gering deel die be-
regisseur Anatole Litvak, die voor deze
figuur het geestelijk klimaat moest
scheppen, zijn hoofdrolspeelster in de
gelegenheid moest stellen deze rol tot
een gaal geheel uit te bouwen, maar
BEROEMDE GENEESMIDDELEN
IN EEN TABLET -
DSYCHO-ANALYSE EN FILM zijn geen vreemden voor elkaar. „Das Kabinett
des Dr. Caligari", een film uit 1920 van Robert Wiene, en Pabst's „Geheim-
nisse einer Seele" uit 1926 zijn twee vroege voorbeelden van films, die volledig
steunden op door de psycho-analyse verworven kennis. Veel filmregisseurs
hebben in de loop der jaren van de ontwikkeling der psychologie en psycho- tevemToch^het ka"rakter"Van de "film
analyse gebruik gemaakt, maar eerst sedert de laatste oorlog is men ertoe ge- J^en S nlTtot tonell
komen de kennis van het onbewuste in de mens als middel tot sensatie te ge- mocht vervalien) en het heei niet
bruiken. Een luguber bedrijf, waarmee de film op een wel heel gevaarlijk spoor door de acteursprestatie mocht laten
komt. Bevrediging van sensatiezucht is zeker met te rechtvaardigen, wanneer overheersen The snakepit" werd een
hierdoor het toch al zo wankele geestelijk evenwicht van hen, die louter om bijzonder gaaf gecomponeerde film,
sensatie te genieten naar de bioscoop gaan, bedreigd wordt. strak geregiaseerd goed geSpeeld ook
Deze aantekening is noodzakelijk bij waanzin herkent en zo langzamerhand in de bijrollen, fraai van beeld en dik-
The snakepit" („De slangenkuil"), een geneest. Een zeldzame krachttoer, zoals wijls bijzonder aangrijpend. Een film
'film die zich afspeelt in een Ameri- zij deze drie aspecten die elk voor die in de geschiedenis der cinematogra-
kaans krankzinnigengesticht. Ze vertelt zich een eigen leven leiden, elkaar fie een plaats zal behouden! Maar on-
het verhaal van een jonge vrouw, die doorkruisen zelfs en tevens samen tot danks al haar opmerkelijke kwalitei-
volkomen apathisch is. Na ettelijke één persoonlijkheid verenigd blijven ten toch een film, die ons niet zonder
vergeefse pogingen slaagt een psychi- laat leven. bedenkingen laat tegen haar genre,
ater er in haar bewustzijn te wekken Eenzelfde krachttoer presteerde de LONG-SHOT
en de oorzaak van haar geestesziekte te
herkennen: een vals schuldgevoel, dat
terugvoert naar haar kinderjaren en
samenhangt met een tekort aan ont
vangen liefde. „The snakepit" levert
onderwijl nog een ernstige critiek op
misstanden in Amerikaanse sanatoria
voor geesteszieken (vandaar de verge
lijking met de „slangenkuil" waarin
eertijds krankzinnigen ter genezing
geworpen werden) maar heeft blij
kens een op last van de filmkeuring
aangebrachte verklaring niets van
doen met de „mooie Nederlandse inrich
tingen" op dit gebied. Door deze sociale
critiek zal de film ongetwijfeld voor
Amerika van belang geweest zijn. Voor
ons is ze dat minder. Maar wel moeten
we erkennen met een knap dikwijls
aangrijpend werk te doen te hebben.
Olivia de Havilland (die reeds in
„The dark mirror" eveneens een
psycho-analytische thriller opviel in
een uitnemend gespeelde dubbelrol)
geeft hier een opzienbarende creatie te
z'en als de tot krankzinnigheid verval
len hoofdfiguur. Sober gespeeld, levend
en gevoelig, heel intelligent en met een
prachtige beheersing. En bij deze twee
waanzinnig wordende toouw en de ge
heel waanzinnige voegt zij nog een
derde van zeker even groot formaat:
die van de vrouw, die zichzelf in haar
Oliuta de Havilland speelt de rol van de schrijfster Virginia Stuart Cun-
ningtiani, die in een krankzinnigengesticht verpleegd moet worden, waar
zij eerst na een langdurig proces van psycho-analyse de krachten her
vindt weer zichzelf te zijn.
langstelling behoudt, welke het geniet
gedurende korte of langere tijd na de
publicatie ervan. Het meeste geraakt
spoedig weer in het vergeetboek, een
klein deel blijkt langer overeen te
stemmen met de „smaak" van het le
zend publiek, al is die smaak niet altijd
een juiste graadmeter voor de waarde
van het werk. Slechts een gering deel
is van blijvende waarde.
Het oeuvre van Guido Gezelle, dat
enkele tientallen jaren meer dan ge
wone aandacht trok, zal waarschijnlijk
slechts in een enkel opzicht waarde
blijven behouden. Dit door de wijze
waarop de dichter de schoonheid van
de natuur en dan vooral het frag
mentarische van die natuur bezingt.
Die is uniek en op weinig andere plaat
sen in de wereldliteratuur terug te vin
den. De bijna kinderlijke eenvoud,
waarin Gezelle zijn impressies weer
geeft, de ontroerende toon in het dik
wijls door hemzelf geschapen woord,
slaat een brug tussen de mens en dat
kleine in zijn omgeving, waaraan hij
anders zonder aandacht voorbijgaat.
Gezelle weet stil te staan, waar ande
ren zich snel voortspoeden. Het is of
hij ons, druk bezig zijnde mensen, plot
seling op de schouder tikt en zegt:
Luister een ogenblik.
De navond komt zo stil, zo stil
zo traagzaam aangetreden,
dat geen en weet, wanneer de dag
of waar hij is geleden.
'k en hoore niets, al om end om,
van 't zoetgekeelde vogelendom,
't en zij, het donker loof beneên,
den nachtegaal zijn avondbeên.
Hij zingt! Ach, wist hij zelf hoe schoon
hij zingt! Het is onwetend,
dat zingend hij mijne ooren boeit,
en aan zijn' kele ketent.
En zie eens!
De vogels zijn gaan slapen, in
hunne onbekende wiegen;
ze rusten en ze zwijgen nu:
de vlindermuizen vliegen.
'k Ontgeve 't mij, maar, zag ik niet
zoo zaan een' sterre pinken,
en, evengauw verdwenen, in
den diepen hemel zinken?
Gezelle's poëzie vormt een tegen
wicht voor een groot deel van het let
terkundige werk van heden, dat zich
er op toelegt de geestelijke spanningen
en hun mogelijke analyse uit te wer
ken, spanningen, waaraan men zich
juist tracht te onttrekken. Er worden
dikwijls nog meer problemen opgewor
pen, terwijl men juist naar een oplos
sing zoekende is. Daarom ligt voor
vandaag nog waarde in het werk van
Gezelle, omdat zijn poëzie ons een
ogenblik vermag te heffen uit de haast
en repwereld van elke dag, boven de
spanningen van ons persoonlijke leven.
Er mag dan een geestelijke groei zijn
waar te nemen, die zich niet meer
schijnt aan te passen bij de eenvoudige
gedachten, het schone woord van deze
dichter, men mag zich meer aangetrok
ken gevoelen tot hartstochtelijker, ero
tischer of dieperdelvende taal, wij mo
gen toch hopen, dat de „tale", waarnaar
..de ziele luistert" blijvend gehoor zal
vinden. Wanneer de Guido Gezelle-
herdenking daartoe iets kan bijdragen,
zal ze niet vruchteloos zijn geweest.
W. K.
wipten, huppelden en
zwaaiden en gleden over het vloertja
op een wijze, die toch wel adembene
mend surieus was. Men danste daar
namelijk de Jive en de Jitterbug (ge
benedijde erfenis van ons óók de Vrij
heid brengende Yankees) en zulks
Amerikaanser dan de Amerikanen. Er
was een jongmens, die kans zag zich
letterlijk van top tot teen te bewegen
en niets, volstrekt-letterlijk niets, aan
zijn gehele lichaam bleef ook maar
één fractie van een seconde in rust.
Hoe de jongen het uithield was me een
raadsel. Hij transpireerde ontzaglijk
en wierp, halverwege zijn demonstra
tie van 't kangeroe-complex, z'n
truitje uit; iets dat in San Francisco
kennelijk gewaardeerd wordt, gezien
de reacties van de rondom zittende en
wild adhaesie betuigende dames.
Onder het truitje vertoonde zich 'n
doorgezweten shirt. Deze jonge man
bevond zich in trance. Z'n ogen glans
den met een verrukte straling naar 't
plafond van San Francisco en hij deed
zijn uiterste best steeds groter, ho
ger en onstuimiger sprongen te ma
ken. Ik denk, dat menig Congo-neger,
en ook menige papoea van centraal
Nieuw-Guinea, met ontzag naar deze
blanke volksgenoot zou hebben opge
keken. Hij had het ver in de kunst ge
bracht. De muziek (dat wil zeggen:
het geluid) was tomeloos. Nooit aan
schouwde ik ook een pianist, die wre
der, meedogenlozer, koortsachtiger zijn
instrument mishandelde dan deze
man, in wiens ogen overigens een
heilig koortsvuur smeulde.
In de werveling der acht paren was
het moeilijke het ene paar van het
dere te scheiden. Er waren een paar
jongens met opvallende biceps onder
hun fleurige frokjes. Er waren wat
Noren. Er was een Zweeds matroos,
die alsmaar z'n muts naar de meisjes
langs de muur wierp en er waren een
paar jongens van andere navys. Be
nevens dan wat jongelui, die kennelijk
tot de vaste en onvervalste inventaris
van „de Dijk" behoorden.
Een ober gilde me iets in 't (toch al
vrijwel totaal verdoofde) oor en ik heb
het woord „bier" teruggehuild, met aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
veronderstellend, dat het om iets
dergelijks wel begonnen zou zijn. Het
klopte.
Er kwam een aantal seconden pauze
en de paren wisselden van partner.
Daarna volgde opnieuw een eruptie uit
de muzikale vulkaan. De twee negers
stonden als twee machtige pilaren
aan de kant, om daama twee meisjes
van de Dijk ten dans te voeren. Het
ging nogal onstuimig en op z'n negers,
en het was maar goed, dat beide
jongedochters een nogal potige indruk
maakten. Na vier minuten waren alle
vaderlandse, Noorse, Zweedse en an
dere Jitterbuggers van de vloer weg
ge jitterbugd en alleen de beide zonen
van Afrika nog over. Ik ben ervan
overtuigd, dat ze, dank zij een magisch
medicijnman ergens in het allerdon-
kerste oerbos van hun bakermat, voor
zien waren van dubbel-scharnierende
gewrichten. Het werd een demonstra
tie van uiterste uitersten, waartoe het
menselijk lichaam in staat is. Op het
zelfde ogenblik waren beide negers in
alle vier hoeken van de dansvloer. Ze
schoten door elkaar heen als raketten
en soms was daar alleen nog maar 'n
donkere schemering van twee kronke-
lende, glijdende, wegglippende licha
men.
San Francisco zag ademloos toe. De
beide nimfen die waren ondergegaan
in de machtige grijparmen van
Afrika, waren alleen nog maar slappe
ledepoppen, die zich willoos overgele
verd lieten meevoeren in de ziedende
draaikolk, de kokende baaierd dezer
neger-acrobatiek. En toen, ten slotte,
na tien minuten, het orkest niet meer
kón en neerviel van oververmoeidheid,
toen sleurde een der beide zwarte pi
laren nog eenmaal z'n partner over
gans de vloer om haar daarna met een
super-de-luxe schuiver meters van
zich af te werpen. Daarna namen zij
hun tweede biertje aan de tapkast
van San Francisco.
]K HEB ME laten vertellen door een
man in San Francisco, dat San
Francisco niet alleen een beroemde
instelling is, maar een internationaal
vermaarde. Men kent de tent in Sid-
ney en Archangel. In Galvestone en
in New-Orleans. In Londen's Soho en
de kasbah van Algiers. Men kent San
Francisco overal waar zeelui aan de
wal zijn. Dorstige zeelui, zeelui die
willen dansen en zeelui, die zat zijn
van de deining, zèt van kolenstof en
zat van tremmen.
En in de gure herfst- en winter-
winden, die over de scheepsdekken
vlagen, op elk der zeven zeeën en in
elke golf en iedere baai, wordt de naam
San Francisco genoemd: café-dan
sant. Waar gejitterbugd wordt, op de
D^k in Amsterdam. Het huis met de
vlaggen. Met de kleine dansvloer en
het pote orkest. San Francisco: stei
gertje van de eenzame zeeman. San
Francisco: kijkspel voor de provinciaal
die zich verbijstert aan de wilde orgiën
van een internationaal publiek en:
pleisterplaats van mannen, die in gans
de wereld geen eigen tafel hebben,
waar ze hun benen onder kunnen ste
ken.
En ten slotte dan óók nog: laatste
der roemruchte etablissementen op de
Dijk, die zich zieltogend in z'n na
dagen bevindt.
ANTHONY VAN KAMPEN.