THE SNAKEPIT" Twintig nationaliteiten vormen hier één volk JiUerbug in San Francisco i (KefarmeA Bij de vijftigste sterfdag van GUIDO GEZELLE VIJF MENSEN GINGEN NAAR CANADA (13) De school het bindend element in de smeltkroes Z T*"*h'Wiik Kalfspoot en coyote's Mooi resultaat door goede samenwerking Cultureel Nieuws Een knappe film, die bedenkingen oproept nieuwe polder is aanvaardbaar, maar^—- 'and- Een n,enw hnis- ze"s een over een 3.776.700 vierkante Van, V®4'863 vierkante mijl tegen- wei iets bijzonders moeten zijn En dat «Plakte van Europa, dat zou toch ongeveer achter de rug ta en wTlang^me^ de Start dekken we dat we roer, id wat ingeburgerd raken, ont dekken we dat we geen vreemde n,„ - - sen in een zelfstandige staat. zön' maar zelfstandige men- Y^ANT het is zeker niet zoals die boer zo lekker venijnig zei, dat wij maar heel voorzichtig moesten zijn, wilden we niet naar 't „oude land" teruggestuurd worden. Als een ieder inderdaad eens naar z'n oude land terug zou gaan, dan zou het er hier raar voor gaan staan. Uit de volkstelling van 1941 bleek, dat de bevolking van 11.506.655 zielen uit meer dan twintig rassen en nationali teiten is opgebouwd. Van al deze na tionaliteiten één volk te maken, is niet gemakkelijk geweest. Als een der be langrijkste instellingen, welke tot het geweldige resultaat van heden heeft bijgedragen en nog bijdraagt is het on derwijs. Zelfs bij een oppervlakkige vergelijking van de structuur van het onderwijswezen valt het grote verschil al onmiddellijk op. Na de eerste acht schooljaren (de elementeryschool) gaat de leerling naai; de „Highschool", een school, die met onze ulo vergeleken kan worden. Deze hele periode van twaalf jaar is verdeeld in twaalf klas sen, hier aangeduid met „grade 1, gra- de 2", etc. Wil de leerling ook na de Highschool z'n opleiding vervolgen dan heeft hij gedurende de laatste vier ja ren een aantal onderwerpen meer te bestuderen. Onderwerpen, die zoveel mogelijk aansluiten bij z'n toekomstige studie. Bestudering van deze vakken of „cursussen" geeft bij geslaagde beëindi ging een bepaald aantal punten of „cre- dits" Voor het goed doorlopen van de Highschool zijn 75 punten nodig. Als minimum voor toelating aan een uni versiteit 112. Een klein aantal vakken is vereist. Voor een aantal andere vak ken kan de leerling een keuze doen. Dit geeft veel vrijheid aan de leerlingen en ontdoet het studeren van het radi calisme, waarmee de leerstof op andere scholen de leerlingen wordt ingestampt. Een paar jonge studenten ter plaatse waren van mening, dat, hoewel alge mene kennis heel goed was, de leerlin gen toch niet teveel van hun „uiteinde lijke" moesten worden afgeleid. Men zou door de bomen het bos niet meer zien. De opleiding mag dan vrij gespe cialiseerd zijn, het gevolg, dat het in tellect misschien binnen nauwere gren zen blijft, het kleine gebiedje waarop de student, de latere medeburger, zich begeeft kan des te intensiever bewerkt en begrepen worden. Bij dat alles komt nog de grote mate van vrijheid op de scholen, voor zover ik dat ten minste heb kunnen waarnemen. Sport neemt een belangrijke plaats in op het schoolprogramma. Ook de film heeft een plaatsje gekregen en naast het „zwarte bord" heeft ook het „witte bord" zeker naam gemaakt. Het huisje, waarin mijn broer en ik nu wonen. Zelfs wordt zo nu en dan met aan dacht een bepaald radioprogramma be luisterd, waarover dan na afloop wordt nagepraat. Deze gemoedelijkheid, eenvoud en vrijheid op de school doen de kinderen gemakkelijk opgaan in het „schoolwe- reldje". Een wereld, waar niet alleen het kind zich leert aanpassen en zich onbewust ontwikkelt van wie weet wel ke nationaliteit tot een echte Canadees. De winter komt. T)uCH met dit ene onderdeel, waar mee het massale schip van staat te doen heeft, hebben wij weinig te ma ken. Voorlopig zijn er nog tientallen grotere en kleinere zorgen. De winter staat voor de deur en het losse werk loopt gauw ten einde. We hebben een paar goede maanden meegemaakt, maar De 4 bestanddelen van Chela- rine „4" lijn elk stuk voor stuk al wereldberoemd. Haar de eendrachtige samenwerking in 1 tablet is bovendien zeer belangrijk gebleken. De totale werking is nóg krachtiger en weldadiger dan met elk middel afzonderlijk mogelijk zou zijn. Wanneer een ander middel bij pijnen of griep laait, neem dan eens Chelarine ,,4 over een poosje moeten we toch het bos in. Ook de vleespositie verdient aandacht. Maar over dat punt geen zorgen, daar zouden wij vorige week wel voor zorgen. Zouden we, zeg ik. We hadden al een uur rondgedoold in de ochtendmist toen vlak vóór ons als schaduwen twee grote coyotes of wolfs honden opdoken. Even stonden ze ge vangen in dat mooie stukje natuur, toen zagen ze het geweer in onze handen. Thuis was vader juist bezig met het slachten van het tweede kalf. Wat zegt u, vader, beter een kalfpoot in de pan dan twee coyotes in het bos? Laat me dat eens proeven! GOVERT J. DE JONG Zó ziet het landschap tr vit n onze nieuwe omgzvvng. senhof' te Delft zal worden geopend, zal ongeveer 75 werken vpn de be kendste schilders van dit genre omvat- QFSCHOON BEELDENDE kunst en ten. Onder hen is ^eorge Morland wel luchtvaart wel zeer ver uiteenlopende de merkwaardigste figuur. Hij werd in begrippen zijn, begrippen waarvan de geboortedata eveneens duizenden jaren verschil tonen, is ook hier een bepaal de betrekking mogelijk. Dat blijkt in de eerste plaats uit het feit, dat de KLM enkele van haar toestellen ge doopt heeft met namen van grote Ne derlandse schilders. Aan de cabine- wand van deze vliegtuigen treft men een grote reproductie aan van de mees- 1763 geboren. Ondanks zijn zonderlin ge levenswijze hij maakte vele schulden en ging zich zeer aan drank te buiten is Morland een der popu lairste Engelse schilders op het vaste land van Europa, in het bijzonder in Frankrijk. £)E NEDERLANDSE BOEKENWEEK van 25 Februari tot 4 Maart zal ditmaal worden ingeluid met de ter, naar wie het toestel is vernoemd, première voor Nederland van het to- Dit brengt passagiers dikwijls tot het stellen van vragen. De stewardess is dan volkomen in staat de weetgrage buitenlander over onze Nederlandse neelspel van Ben van Eysselsteijn: „Ba zuinen om Jericho" onder regie van Ben Royaards en gegeven door de spe lers van de Kon. Nederlandse Schouw- schilders in te lichten, dank zij de in- burg te Antwerpen: „Het nationaal to- structies welke zij van de KLM ont ving. In het Stedelijk Museum is thans een neel van Belgie". Als resultaat van de novelle-prijsvraag, uitgeschreven door de commissie voor de propaganda van tentoonstelling ingericht van schilde- het Nederlandse boek, is uit een aan- rijen, waarvoor de makers, daartoe door tal inzendingen bekroond de novelle de KLM in de gelegenheid gesteld, werden geïnspireerd door het schouw spel: Nederlandse steden en landschap pen uit de lucht gezien. Een en ander betekent een geheel nieuw experiment in de wereld van de schilderkunst. In de Whitworth Art. Galery in Man chester, zal in het kader van de drie Nederlandse weken, die aldaar wor- „De zaak Beukenoot". Deze novelle zal tijdens de boekenweek weer op de be kende wjjze besc'iikbaar worden ge steld. Er is opnieuw een prijsvraag voor het publiek aan verbonden. JN DE KERK van Certaldo bij Floren ce is het graf gevonden van Boc- caccio, de bekende schrijver van de „Decamerone". In Parijs is het elfde den gehouden, een tentoonstelling van wetenschappelijke en technische film- 133 werken van Nederlandse schilders uit de zeventiende eeuw worden inge richt. De tentoonstelling van Engelse jacht- schilderijen, die vandaag in het „Prin- congres geopend. Er werden o.a. films vertoond over biologie en ethnographie, alsmede van de beklimming van de Mont Kenyea, de hoogste top van Afrika. Wij ontvingen het Novembernummer van dit aan de historische schoonheid en de folklore van onze provincie ge wijde blad. Onder de kop „Over weging" begint het blad met nog eens de nadruk te leggen op de noodzake lijkheid om een historische optocht of schouwspel werkelijk zo historisch mo gelijk te doen zijn, ook wat kleder dracht en verdere attributen betreft. Grondige studie van deze materie en registratie van nog aanwezige oude voorwerpen en de toestand, waarin zij verkeren zal in deze van grote beteke nis kunnen zijn. Het kaasfeest te Edam was een dankbaar onderwerp voor Bram Soffree, St. Maarten wordt na tuurlijk niet vergeten en de Engels- Russische invasie wordt (in vervolg) besproken. Nico Splinter brengt een aardige schets in het Westfries, getiteld „De Krielkip". Opnieuw geeft het blad een aantal fraaie foto's, waarvan wij vooral willen noemen de mooie winter- opname van de Alkmaarse vest. De Italiaanse regering heeft de wet inzake de landbouwhervorming in Calabrie goedgekeurd. Deze hervor ming, welke reeds lange tijd door de boeren uit de streek werd geëist heeft betrekking op ongeveer 45.000 ha. AMSTERDAMS PODIUM £)E TWEE RIJEN' TINGELTANGELS OP DE ZEEDIJK waren griezelig mistroostig, zoals ze daar verregend in de mist stonden. Ze deden denken, die tingeltangels, aan speelgoedblokken, waarvan het kleurige papier was afgeweekt. Het was allemaal onzegbaar grauw, mistroostig en vaal. Het "as er dan ook ganselijk niet plezierig, daar op „De Dijk". Maar aan de smalle gevel van „San Francisco" hingen, zo slap als vaatdoeken, vlaggen. Neder landse vlaggen, Union Jacks, Stars Stripes, Noorse vlaggen en nog van andere nationaliteiten. En er plofte een lawine geluid door de dikbesmookto en beslagen ruiten. En twee negers, zwart als een tropennacht, In fonkel nieuwe confectiepakken en met alle kolenstof, gruis en roet an w eken v "ïir- plaat van hun glimmende koppen weggeschrobd, beenden als twee bewegende slagschaduwen naar binnen. Ik volgde in hun kielzog. huppelden en steigerden, §AN FRANCISCO! Het was er vol, het was er warm, er was een ont zaglijke hoeveelheid geluid en een achttal paren bewoog zich op aller vreemdste manier voort over het ultra-kleine dansvloertje. De twee ne gers waren halverwege de ingang en de zitplaatsen bij de tapkast gestrand en goten elk een glas bier naar bin nen, ter blussing van de machtige dorst, die ze als authentieke leden van het zwarte koor op lange deining, buitengaats, geleden hadden. De acht paren bewogen zich inmid dels op merkwaardige wijze voort. Ze maakten de bewegingen, die men in het jaar onzes Heren 1949 tot het mo derne dansen rekent. Het was hoogst interessant en behalve interessant ook uitzonderlijk spannend. Want deze tweemaal acht dansers sprongen en „Een blomken heb ik staan, nabij me, in de oude boekenrale..." "JOEN DE HERFSTWINDEN in het jaar 1899 over het wijde,, wazige Vlaamse land gingen, de bomen weer „den weg met wakke winterbldren strooiden", bldren, die „in 't diepe van den wagenslag hun stille grafstêe" kozen, kwam voor een groot zoon van dit land het einde. Het was of heel de natuur op die zeven en twintigste No vember treurde om een geliefde, nu hijdie haar schoonheid op zulk een onnavolgbare en enige wijze had be zongen, moest afscheid nemenEn toch was het die dag eigenlijk een goede dag, omdat met dat heengaan, met dat lang gehoopte „treden in het oneindig licht van het Vaderland", een einde kwam aan de ziekte, die Gezelle vele weken lang lichamelijk zeer had gekweld. A lom wordt Gezelle thans ter gelegen heid van zijn vijftigste sterfdag her dacht. Vele gesproken en geschreven woorden worden in deze dagen aan de priester-dichter, aan de mens Gezelle gewijd. Zelfs eert men in Belgie zijn nagedachtenis met het uitgeven van een postzegel, waarvan de extra baten ten goede zullen komen aan het Guido Ge- zelle-museum te Brugge, dat men el kaar in zijn geboortehuis heeft inge richt. Als ook wij stilstaan bij dit feit, dan menen wij niet een overzicht van zijn leven te moeten geven, maar wel enige aandacht te moeten besteden aan Ge- zelle's werk, waarin zich tenslotte veel van des dichters wezen weerspiegelt, ofschoon wij niet ontkennen, dat meer kennis van zijn levensloop en het mi lieu waarin hij verkeerde, verhelderend kan werken. Wat dit laatste betreft, is het echter mogelijk elders ruimschoots zijn licht op te steken. Het is met poëzie nog meer dan met proza zó, dat van hetgeen er geschreven en uitgegeven wórdt, slechts een gering deel die be- regisseur Anatole Litvak, die voor deze figuur het geestelijk klimaat moest scheppen, zijn hoofdrolspeelster in de gelegenheid moest stellen deze rol tot een gaal geheel uit te bouwen, maar BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN EEN TABLET - DSYCHO-ANALYSE EN FILM zijn geen vreemden voor elkaar. „Das Kabinett des Dr. Caligari", een film uit 1920 van Robert Wiene, en Pabst's „Geheim- nisse einer Seele" uit 1926 zijn twee vroege voorbeelden van films, die volledig steunden op door de psycho-analyse verworven kennis. Veel filmregisseurs hebben in de loop der jaren van de ontwikkeling der psychologie en psycho- tevemToch^het ka"rakter"Van de "film analyse gebruik gemaakt, maar eerst sedert de laatste oorlog is men ertoe ge- J^en S nlTtot tonell komen de kennis van het onbewuste in de mens als middel tot sensatie te ge- mocht vervalien) en het heei niet bruiken. Een luguber bedrijf, waarmee de film op een wel heel gevaarlijk spoor door de acteursprestatie mocht laten komt. Bevrediging van sensatiezucht is zeker met te rechtvaardigen, wanneer overheersen The snakepit" werd een hierdoor het toch al zo wankele geestelijk evenwicht van hen, die louter om bijzonder gaaf gecomponeerde film, sensatie te genieten naar de bioscoop gaan, bedreigd wordt. strak geregiaseerd goed geSpeeld ook Deze aantekening is noodzakelijk bij waanzin herkent en zo langzamerhand in de bijrollen, fraai van beeld en dik- The snakepit" („De slangenkuil"), een geneest. Een zeldzame krachttoer, zoals wijls bijzonder aangrijpend. Een film 'film die zich afspeelt in een Ameri- zij deze drie aspecten die elk voor die in de geschiedenis der cinematogra- kaans krankzinnigengesticht. Ze vertelt zich een eigen leven leiden, elkaar fie een plaats zal behouden! Maar on- het verhaal van een jonge vrouw, die doorkruisen zelfs en tevens samen tot danks al haar opmerkelijke kwalitei- volkomen apathisch is. Na ettelijke één persoonlijkheid verenigd blijven ten toch een film, die ons niet zonder vergeefse pogingen slaagt een psychi- laat leven. bedenkingen laat tegen haar genre, ater er in haar bewustzijn te wekken Eenzelfde krachttoer presteerde de LONG-SHOT en de oorzaak van haar geestesziekte te herkennen: een vals schuldgevoel, dat terugvoert naar haar kinderjaren en samenhangt met een tekort aan ont vangen liefde. „The snakepit" levert onderwijl nog een ernstige critiek op misstanden in Amerikaanse sanatoria voor geesteszieken (vandaar de verge lijking met de „slangenkuil" waarin eertijds krankzinnigen ter genezing geworpen werden) maar heeft blij kens een op last van de filmkeuring aangebrachte verklaring niets van doen met de „mooie Nederlandse inrich tingen" op dit gebied. Door deze sociale critiek zal de film ongetwijfeld voor Amerika van belang geweest zijn. Voor ons is ze dat minder. Maar wel moeten we erkennen met een knap dikwijls aangrijpend werk te doen te hebben. Olivia de Havilland (die reeds in „The dark mirror" eveneens een psycho-analytische thriller opviel in een uitnemend gespeelde dubbelrol) geeft hier een opzienbarende creatie te z'en als de tot krankzinnigheid verval len hoofdfiguur. Sober gespeeld, levend en gevoelig, heel intelligent en met een prachtige beheersing. En bij deze twee waanzinnig wordende toouw en de ge heel waanzinnige voegt zij nog een derde van zeker even groot formaat: die van de vrouw, die zichzelf in haar Oliuta de Havilland speelt de rol van de schrijfster Virginia Stuart Cun- ningtiani, die in een krankzinnigengesticht verpleegd moet worden, waar zij eerst na een langdurig proces van psycho-analyse de krachten her vindt weer zichzelf te zijn. langstelling behoudt, welke het geniet gedurende korte of langere tijd na de publicatie ervan. Het meeste geraakt spoedig weer in het vergeetboek, een klein deel blijkt langer overeen te stemmen met de „smaak" van het le zend publiek, al is die smaak niet altijd een juiste graadmeter voor de waarde van het werk. Slechts een gering deel is van blijvende waarde. Het oeuvre van Guido Gezelle, dat enkele tientallen jaren meer dan ge wone aandacht trok, zal waarschijnlijk slechts in een enkel opzicht waarde blijven behouden. Dit door de wijze waarop de dichter de schoonheid van de natuur en dan vooral het frag mentarische van die natuur bezingt. Die is uniek en op weinig andere plaat sen in de wereldliteratuur terug te vin den. De bijna kinderlijke eenvoud, waarin Gezelle zijn impressies weer geeft, de ontroerende toon in het dik wijls door hemzelf geschapen woord, slaat een brug tussen de mens en dat kleine in zijn omgeving, waaraan hij anders zonder aandacht voorbijgaat. Gezelle weet stil te staan, waar ande ren zich snel voortspoeden. Het is of hij ons, druk bezig zijnde mensen, plot seling op de schouder tikt en zegt: Luister een ogenblik. De navond komt zo stil, zo stil zo traagzaam aangetreden, dat geen en weet, wanneer de dag of waar hij is geleden. 'k en hoore niets, al om end om, van 't zoetgekeelde vogelendom, 't en zij, het donker loof beneên, den nachtegaal zijn avondbeên. Hij zingt! Ach, wist hij zelf hoe schoon hij zingt! Het is onwetend, dat zingend hij mijne ooren boeit, en aan zijn' kele ketent. En zie eens! De vogels zijn gaan slapen, in hunne onbekende wiegen; ze rusten en ze zwijgen nu: de vlindermuizen vliegen. 'k Ontgeve 't mij, maar, zag ik niet zoo zaan een' sterre pinken, en, evengauw verdwenen, in den diepen hemel zinken? Gezelle's poëzie vormt een tegen wicht voor een groot deel van het let terkundige werk van heden, dat zich er op toelegt de geestelijke spanningen en hun mogelijke analyse uit te wer ken, spanningen, waaraan men zich juist tracht te onttrekken. Er worden dikwijls nog meer problemen opgewor pen, terwijl men juist naar een oplos sing zoekende is. Daarom ligt voor vandaag nog waarde in het werk van Gezelle, omdat zijn poëzie ons een ogenblik vermag te heffen uit de haast en repwereld van elke dag, boven de spanningen van ons persoonlijke leven. Er mag dan een geestelijke groei zijn waar te nemen, die zich niet meer schijnt aan te passen bij de eenvoudige gedachten, het schone woord van deze dichter, men mag zich meer aangetrok ken gevoelen tot hartstochtelijker, ero tischer of dieperdelvende taal, wij mo gen toch hopen, dat de „tale", waarnaar ..de ziele luistert" blijvend gehoor zal vinden. Wanneer de Guido Gezelle- herdenking daartoe iets kan bijdragen, zal ze niet vruchteloos zijn geweest. W. K. wipten, huppelden en zwaaiden en gleden over het vloertja op een wijze, die toch wel adembene mend surieus was. Men danste daar namelijk de Jive en de Jitterbug (ge benedijde erfenis van ons óók de Vrij heid brengende Yankees) en zulks Amerikaanser dan de Amerikanen. Er was een jongmens, die kans zag zich letterlijk van top tot teen te bewegen en niets, volstrekt-letterlijk niets, aan zijn gehele lichaam bleef ook maar één fractie van een seconde in rust. Hoe de jongen het uithield was me een raadsel. Hij transpireerde ontzaglijk en wierp, halverwege zijn demonstra tie van 't kangeroe-complex, z'n truitje uit; iets dat in San Francisco kennelijk gewaardeerd wordt, gezien de reacties van de rondom zittende en wild adhaesie betuigende dames. Onder het truitje vertoonde zich 'n doorgezweten shirt. Deze jonge man bevond zich in trance. Z'n ogen glans den met een verrukte straling naar 't plafond van San Francisco en hij deed zijn uiterste best steeds groter, ho ger en onstuimiger sprongen te ma ken. Ik denk, dat menig Congo-neger, en ook menige papoea van centraal Nieuw-Guinea, met ontzag naar deze blanke volksgenoot zou hebben opge keken. Hij had het ver in de kunst ge bracht. De muziek (dat wil zeggen: het geluid) was tomeloos. Nooit aan schouwde ik ook een pianist, die wre der, meedogenlozer, koortsachtiger zijn instrument mishandelde dan deze man, in wiens ogen overigens een heilig koortsvuur smeulde. In de werveling der acht paren was het moeilijke het ene paar van het dere te scheiden. Er waren een paar jongens met opvallende biceps onder hun fleurige frokjes. Er waren wat Noren. Er was een Zweeds matroos, die alsmaar z'n muts naar de meisjes langs de muur wierp en er waren een paar jongens van andere navys. Be nevens dan wat jongelui, die kennelijk tot de vaste en onvervalste inventaris van „de Dijk" behoorden. Een ober gilde me iets in 't (toch al vrijwel totaal verdoofde) oor en ik heb het woord „bier" teruggehuild, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid veronderstellend, dat het om iets dergelijks wel begonnen zou zijn. Het klopte. Er kwam een aantal seconden pauze en de paren wisselden van partner. Daarna volgde opnieuw een eruptie uit de muzikale vulkaan. De twee negers stonden als twee machtige pilaren aan de kant, om daama twee meisjes van de Dijk ten dans te voeren. Het ging nogal onstuimig en op z'n negers, en het was maar goed, dat beide jongedochters een nogal potige indruk maakten. Na vier minuten waren alle vaderlandse, Noorse, Zweedse en an dere Jitterbuggers van de vloer weg ge jitterbugd en alleen de beide zonen van Afrika nog over. Ik ben ervan overtuigd, dat ze, dank zij een magisch medicijnman ergens in het allerdon- kerste oerbos van hun bakermat, voor zien waren van dubbel-scharnierende gewrichten. Het werd een demonstra tie van uiterste uitersten, waartoe het menselijk lichaam in staat is. Op het zelfde ogenblik waren beide negers in alle vier hoeken van de dansvloer. Ze schoten door elkaar heen als raketten en soms was daar alleen nog maar 'n donkere schemering van twee kronke- lende, glijdende, wegglippende licha men. San Francisco zag ademloos toe. De beide nimfen die waren ondergegaan in de machtige grijparmen van Afrika, waren alleen nog maar slappe ledepoppen, die zich willoos overgele verd lieten meevoeren in de ziedende draaikolk, de kokende baaierd dezer neger-acrobatiek. En toen, ten slotte, na tien minuten, het orkest niet meer kón en neerviel van oververmoeidheid, toen sleurde een der beide zwarte pi laren nog eenmaal z'n partner over gans de vloer om haar daarna met een super-de-luxe schuiver meters van zich af te werpen. Daarna namen zij hun tweede biertje aan de tapkast van San Francisco. ]K HEB ME laten vertellen door een man in San Francisco, dat San Francisco niet alleen een beroemde instelling is, maar een internationaal vermaarde. Men kent de tent in Sid- ney en Archangel. In Galvestone en in New-Orleans. In Londen's Soho en de kasbah van Algiers. Men kent San Francisco overal waar zeelui aan de wal zijn. Dorstige zeelui, zeelui die willen dansen en zeelui, die zat zijn van de deining, zèt van kolenstof en zat van tremmen. En in de gure herfst- en winter- winden, die over de scheepsdekken vlagen, op elk der zeven zeeën en in elke golf en iedere baai, wordt de naam San Francisco genoemd: café-dan sant. Waar gejitterbugd wordt, op de D^k in Amsterdam. Het huis met de vlaggen. Met de kleine dansvloer en het pote orkest. San Francisco: stei gertje van de eenzame zeeman. San Francisco: kijkspel voor de provinciaal die zich verbijstert aan de wilde orgiën van een internationaal publiek en: pleisterplaats van mannen, die in gans de wereld geen eigen tafel hebben, waar ze hun benen onder kunnen ste ken. En ten slotte dan óók nog: laatste der roemruchte etablissementen op de Dijk, die zich zieltogend in z'n na dagen bevindt. ANTHONY VAN KAMPEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1949 | | pagina 3