HEEFT GELEEFD
OP DE PLAATSEN WAAR JEZUS
Met een Nederlands predikant
oodsfotograaf in vogelvlucht
door het Heilige Land
en een
Kerstfeest
I D
ook te Vaieotte» heerst de winter en bei kan er gedacfet koud ztya
ULKE DAG is de zon een paar minuten vroeger onder de horizon gedoken
En de winter is haast onmerkbaar nader geslopen. Daar buiten lijkt
het leven verstard, de schijnbaar dode bomen steken hun naakte, knoestige
armen tegen de loodgrijze luchten. Kou en duisternis hebben ons onwille
keurig de gedachte bijgebracht, dat het leven langzaam van ons weg
vloeit
MAAR IN HET kortste der dagen staat daar plotseling een ster aan
de hemel. Het is Kerstmis geworden. Het Kerstlicht straalt ons tegen als
een symbool van het wederkerende leven, als het bewijs, dat wij door het
diepst van het duister zijn gegaan, dat elke nieuwe dag ons tot het leven
terugvoert, dat het tijdstip der wedergeboorte is genaderd.
DE KERSTVREUGDE klinkt uit de metalen stemmen der klokken, uit
de zang der gelovigen in de bedehuizen, uit het engelenkoor, dat vrouwen
bij de kerstboom laten horen.
Ontwaakt tot nieuw leven, het donker wijkt voor het licht van de
Kerstnacht, de ster is ook voor ons aan de hemel verschenen, de jubelzang
def engelen was ook voor onze oren bestemd.
Ontwaakt en verheugt u met ons want het is Kerstmis geworden.
ER ZIJN KERSTDAGEN geweest waarop wij als kleine kinderen ver
rukt naar de sparreboom keken, de wonderboom waarin het licht der flak
kerende kaarsjes duizendvoudig weerkaatst werd in glazen lovertjes van
ragfijne slingers. Wij hebben Kerstdagen gekend waarop allen, die eens
in 't ouderlijk huis tezamen waren, van heinde en verre weer bij elkaar
waren gekomen en een gelukkig ouderpaar de kring rondkeek en er zich
over verheugde, dat op deze gewijde stonde allen als vanouds weer bijeen
waren.
WAT WAS HET, dat ons altijd weer zo bijzonder heeft getroffen, dat
ons ontroerd het hoofd deed heffen als wij daar rond de kerstboom zaten?
Het was het oude Kerstverhaal, de simpele vertelling van het kindeke,
dat daar in een armoedige stal werd geboren en bestemd was de Koning
der Koningen in alle mensenharten te zijn.
ALS OP DE KERSTAVOND het licht tot onze harten is doorgedrongen
begrijpen wij meer dan ooit, dat, hoe vijandig volkeren tegenover elkaar
mogen staan, eens de tijd zal komen, dat er vrede op aarde en in mensen
een welbehagen zal zijn.
Dan zal bewaarheid worden, dat liefde voor alles wat ons omringt het
enige is, dat ons leven inhoud en betekenis kan geven. Moge dan in het
donkerste der dagen de Kerstgedachte ons de ontroering brengen, die ons
doordringt van de gedachte, dat wij tegenover allen, die ziek en zwak en
die hulpbehoevend en bedroefd zijn, een taak hebben, die wij niet mogen
misverstaan.
„een vriendelijk gezicht zulk een herder te
zien optrekken
Oi?: r->-~ - -
en dat de mensen de vensters van hun woningen
met houten schotten blinderen
SLECHTS VOOR één plaats schijnt
men een uitzondering te kunnen
maken wat betreft de rust en de stilte
die er heersen, n.L voor het meer van
Galilea. Déér ademt alles nog de
geest van het verleden. D&Ar waant
men zich nog in de oude tijd. Als de
reiziger wandelt langs de oever van
dit meer zou hij niet eens vreemd
ophoren als hij een stem tot de vis
sers, die op het strand hun netten
zitten te repareren, hoorde zeggen:
„Verlaat uw schip en volg Mij!" On
uitsprekelijk heerlijk is de rust, die
hier heerst. Vissers zitten in hun
bootjes hun eentonig bedrijf uit te
oefenen. In de verte grauwen de ber
gen. Aan de overkant ligt het on
herbergzame Decapolis. Het water
van het meer is bijzonder doorzichtig
en het trof mij telkens hoeveel mooie
rose schelpjes op het strand waren te
vinden. De inwoners rijgen deze
schelpjes 'aan koorden en bieden ze
als een sierlijke halsketting de dames
aan. Interessant is het ook om met de
roeiboot over te varen naar de cita
del van Tiberias, een vervallen bouw
werk, dat geen betekenis meer heeft,
maar de sfeer van voorbijgegane
eeuwen duidelijk oproept.
Nazareth wemelt van timmermanswinkels
INTER Ot ER JERUZALEM! Wjj zijn meestal niet gewoon Palestina in
onze gedachten met sneeuw en ijs te verbinden. Liever stellen wjj óns
dit land voor zoals wij het zelfs eens bezocht hebben in de lentedagen, be
dekt met duizend fleurige bloemen, viooltjes en kleine witte anemonen, die
een verrukkelijk gezicht voor het oog zijn! Maar het kan nu eenmaal niet
ontkend worden: ook in Palestina heerst de winter en het kan er geducht
koud zijn. De temperaturen zakken snel beneden het vriespunt. Het kan zelfs
gebeuren, zoals wij het ln de maanden Maart en April eens hebben meege
maakt, dat de top van de berg Hermon nog met sneeuw bedekt ligt als de
lente al lang haar intree in het land heeft gedaan. Het was een verrukkelijk
gezicht. Wij zaten op het platte dak van ons hotel te schrijven, toen wij plot
seling links van ons tegen de blauwe hemel iets zagen schitteren: het was
de Hermon, die z'n besneeuwde top als een diamantonkroon in de zon liet
stralen. Bedenken wij bovendien, dat Palestina aan de Westzijde open ligt
tegen de zeekant en dat aan de Oostelijke zjjde de winden over de bergen
komen geblazen, dan verwondert het ons niet, dat het 's winters boven het
{Palestijnse landschap kan stuiven van de sneeuw en dat de mensen de
vensters van hun woningen dan met houten schotten blinderen.
J-JOE HEEL ANDERS is Palestina in
de lentedagen! Als de winter voor
bij is en de wind de eerste luwte aan
brengt^ ontluikt de natuur snel en dan
trekt het Palestijnse landschap z'n
keurigste gewaad aan. De grond bloe-
semt en geurt. Toch moet men zich
zelfs in die dagen het landschap niet
al te fleurig voorstellen. Over het al
gemeen is de natuur in Palestina dor.
Er overweegt ^en bruine, gore kleur.
De grond is verschroeid door zomer
hitte. Wilde struiken groeien overal.
Doornige planten bedekken de grond,
die met kalk- en kiezelsteen bezaaid
is. Onder zulke omstandigheden vroeg
ik mij wel eens af, wat de herders
eigenlijk hun schapen kunnen bieden
als zij ze over de kale velden doen
weiden. Toch was het een vriendelijk
gezicht zulk een herder aan het hoofd
van zijn kudde door het landschap te
zien optrekken.
Nu ik erover schrijf, word ik her
innerd aan wat ik meemaakte, toen
ik eens op de heuvel stond, die bui
ten Bethlehem ligt. Terwijl ik daar
stond te genieten van het landschap,
zag ik in de diepte een herder met
z'n kudde de heuvel opkomen. Toen
we dic{it bij elkander waren, probeer
den wij met gebaren ons voor elkan
der verstaanbaar te maken. Ik vroeg
hem wat beneden in het veld het
kleine stukje groen gras betekende,
dat fris en vrolijk afstak tegen de
bruinverschroeide omgeving. Hij
scheen mij te begrijpen. Plotseling
sloeg hjj zijn beide armen uit en
maakte een beweging van vleu
gels, die in beweging zijn. Toen
begreep ik, wat mij later ook e
vestigd is geworden, dat dit groene
stukje gras het veld is waar de her
ders de wacht hielden bij hun kudde
in de heilige Kerstnacht, toen de en
gelen naar beneden kwamen. Ut
pure eerbied voor dit gewijde plekje
verzorgen de omwoners dit met
doenlijke liefde. Zelfs in de heetste
zomerdagen storten zij er emmers
water op uit en zo is het te verklaren,
dat, terwijl alles in de omgeving ver
schroeid en dor is, dit stuk gras groen
en fris is gebleven.
In Nazareth.
yAT? BETHLÈM "%aaf Nazareth is
eigenlijk maar één stap. Want ter
wijl in Bethlehem het „kind" Jezus
werd geboren, is Nazareth het stadje
waar dit kind als „knaap" geleefd
heeft en als knechtje van zijn vader
in de timmermanszaak van Jozef ls
opgegroeid. Nazareth is typisch Pa
lestijns. Toen ik het stadje bezocht
lag het tussen de bloeiende bomen
verscholen. Er worden in deze kleine
stad allerlei ambachten uitgeoefend,
maar het meest beoefende is het tim
mermansambacht. Telkens zag ik
kleine timmermanswinkeltjes waar de
mensen hun wagens, hun spaden en
ploegen hadden heengebracht om ge
repareerd te worden. Het stadje heeft
dus de traditie goed bewaard en Jo
zefs zaak heeft in de loop der eeuwen
talrijke filialen gekregen.
Maar wat ik nog veel aangrijpen
der vond is het volgende: Nergens in
Palestina zjjn er zoveel kinderen te
vinden als juist hier. Het wemelt in
Nazareth van jongetjes en meisjes van
10 tot 15 jaar. Hoogstmerkwaardig
Het stadje waar Hjj als knaap op
groeide, waar Hjj met zijn makkers
op straat knikkerde of op de hellingen
van de heuvels speelde, is tegenwoor
dig de plaats in Palestina waar de
kinderen het sterkst vertegenwoor
digd zjjn! Zou het toeval zijn? Of
heeft de bevolking van Nazareth er
prjjs op gesteld, dat de stad van het
Kind Jezus ook de stad zou bljjven,
waar de mensen er hun eer in stellen
veel kinderen voort te brengen?
Misschien vraagt u, mijn lezer, of
men werkelijk nog ergens de oude
sfeer, zoals die 20 eeuwen geleden
was, aantreffen kan. Laat mij daarop
antwoorden, dat iemand, die op dit
ogenblik Palestina bezoekt, veel moei
te heeft die sfeer terug' te vinden.
Tegenwoordige bezoekers vertellen
ons, dat er een ellendige na-oorlogse
sfeer heerst: kerkgebouwen zijn nog
met prikkeldraad afgezet. Men komt
in Jeruzalem borden tegen waarop
staat: „Gevaar! Mijnen!" 's Avonds
worden schijnwerpers gebruikt om
gevaarlijke plaatsen te belichten.
Een heel andere blik geeft de to
taal verwoeste stad Kapernaüm. Wie
de Bjjbel kent herinnert zich, dat te
gen deze stad de felste voorspellin
gen werden uitgesproken. „Kaper
naüm, gjj die tot de hemel toe ver
hoogd zijt, gij zult tot de hel toe neder-
gestoten worden"' een voorspelling-
die ln de meest letterlijke zin vervuld
is: heel Kapernaüm is een ruïne. De
hagedis vindt er zjjn woning; de nacht
uil laat er zjjn ijzig gekrijs horen. Van
de beroemde synagoge, die er eens
stond is, op het fundament na, niets
meer over. De met een kroon ver
sierde stad heeft haar kroon verloren!
Jeruzalem:
Het middelpunt van heel Palestina
blijft echter Jeruzalem, de parel van
het land. Toen ik deze stad bezocht,
viel het mij reeds op hoe modern zjj
is geworden. Door een net van lucht
lijnen is zij in het wereldverkeer op
genomen en met alle plaatsen ver
bonden. Tweemaal per dag wordt de
post per vliegmachine meegenomen
ken. Om van Jeruzalem naar Haifa
en een halve dag later worden uw
brieven in Den Haag of Amsterdam
besteld. Helaas is er nu in Jeruzalem
heel wat verwoest. Het prachtige
King David-hotel, waar ik logeerde,
werd door het oorlogsgeweld getrof
fen. Wegen zjjn kapot en open gebro-
te rijden moet men een grote omweg
maken.
iiiiiniiiiiiiiiii!
iiifiiiiiifiiiiiiiiii
e Israëlische totograat Y. Eisenstark heelt kortgeleden een
reis gemaakt langs al die plaatsen in het Heilige Land,
waarvan de namen voor allen, die vertrouwd zijn met de
bijbelsche geschieden,s, een bekende klank hebben. Uit zijn
collectie publiceren wij hierbij zeven prachtige opnamen. De
heer Eisenstark, d e te Jeruzalem woon', won in de atgelo-
pen zomer de eerste prijs op een tentoonstelling van loto-
gral isch werk, die daar ter plaatse werd gehouden.
De tekst bij de toto s is van de hand van de Haagse predi
kant-journalist ds. A. G. Barkey Wolf, die dit jaar gedurende
geruime tijd heelt gereisd langs tal van plaatsen in Palestina.
Maar, zoals we weten, is deze stad,
evenals het overige land, weer in
Joodse handen. En de Joden zijn een
knap volk, een arbeidzaam volk en
vooral een volk met nationale
trots, 't Zal niet rusten voordat Jeru
zalem, dat ze als het heilig Sion be
schouwen, volledig hersteld is en dan
Het meer van Galileadaar ademt alles nog
de geest van het verleden
zal, tegelijk met het herstel, het toe-
ristenvervoer naar het Heilige Land
weer toenemen. We zijn daar bljj over.
Want bjj wie komt nooit eens het
verlangen op dit land van nabij te
mogen zien? Maar zelfs als dit voor
recht niet voor ons weggelegd is,
staan we in deze Kerstdagen met het
gezicht naar het Heilige Land gewend,
wetende dat vanuit dit Oosten het
licht is opgegaan, niet het licht van
kunst, wetenschap of cultuur, maar 't
licht der Wereld Zelf, dat in onze
harten geschenen heeft.
i
„Wereld verloren,
Christus geboren,
Juicht nu, juicht nu, o Christenheid!"
Kapèrnaum eens onderwerp van felle profetiën thans ruïne
Citadel van Tiberias, vervallen bouwwerk, dat de sfeer van
voorbijgegane eeuwen oproept