Drie Caballeros"D'MIW ex,ieriiiie"t ïa™
Met een dozijn plannen het nieuwe jaar in
In de kamer der solisten
VIJF MENSEN GINGEN NAAR CANADA (16)
In de vorsinachi huili de wilde hond
Familiehereniging bij de
roodgloeiende kachel
AMSTERDAMS PODIUM
WELKOM" MONTY!
n
DIT WOELIGE LEVEN
Len eiland - en dan
zonder radio!
Anglo- Amerikaans
atoomaccoord
Hoesten?
DAMPO-PASTIUES
ZATERDAG 14 JANUARI 1950
JJET IS VANDAAG WAT LAAT GEWORDEN eer ik tot schrijven kon komen,
maar dat vond vooral zijn oorzaak in het feit, dat ik eerst moest wachten
tot de inkt ontdooid was. Vooral 's nachts vriest het nu, dat het kraakt en er is
weinig, dat de volgende morgen niet dicht-, vast- of stukgevroren is. Al bijna
een maand ligt nu al sneeuw in het dal. Bij het houthakken in het bos staan we
soms tot ons middel in de sneeuw. Toch is die sneeuw nog verre te verkiezen
boven de vorst, die tegen het einde van het oude jaar inzette met rond drie en
twintig graden Fahrenheit. Vanuit de glasheldere sterrenhemel straalt dan een
vernietigende koude op het veld neer, scherp als een mes vlijmt de vorst door
tot In het huis en tot onder de dekens. Zelfs in bed lig je soms te rillen, vooral
als je dan denkt aan de prairiën, waar het op zulk een moment nog twee maal
zo hard vriest.
Maar wat mag dat eigenlijk hinderen,
langzaam maar zeker komen we
aan het doel, dat wij ons nu een half
jaar geleden stelden, toen we te Rot
terdam aan boord van de „Nieuw Am
sterdam" stapten en al het „oude" ach
ter cms lieten, om het „nieuwe" te be
ginnen.
Op een klein overstapstationnetje in
de Cariboo-mountains staan wij, Dirk
en ik, te wachten, 't Is al avond en
zowel van de dorpelingen als van de
enkele reizigers laat zich niemand
zien. Het station is in de steile berg,
die vanuit het groote Shuswapmeer
oprijst, uitgehakt. Seinhuis, wachtka
mer, hotel en pakhuis zijn in één ge-
bcruw ondergebracht, welk gebouw in
z'n volle breedte het meer is inge
bouwd. Over dit alles heerst nu de
bergwinter, die het wereldje hier tot
één grote ijskast maakt, waarin alle
leven schijnt te zijn opgehouden. De
trein uit het Oosten zal ongeveer twee
uur te laat zijn, krijgen we te horen en
dus verdwijnen ook wij maar „bin
nenshuis", waar we de twee meisjes
uit het restaurant bij het afwassen
gezelschap houden.
Dan dringt er opeens een diepe en
klagende echo vanaf de bergen aan
de overkant van het meer tot in het
station door. We maken, dat we op
het perron komen, waar we nog tien
minuten lopen te ijsberen voordat een
groot fel licht om de hoek verschijnt.
Met een donderend lawaai stormt de
reusachtig lange trein, langs de steile
bergwand aan de ene en het diepe
bergmeer aan de andere kant, op ons
af. De eerste verlichte ramen schieten
voorbij, een vlaag smook slaat op ons
neer waardoor we even niet kijken
kunnen, maar dan verschijnt er plotse
ling een bekend snuitje achter een
ooupéraam.
Daar zijn ze! Liesje, Dickie, Gert en
Maps, een beetje moe en verreisd, maar
ae zijn er. Vlug klimmen we de hoge
wagontrap op en helpen een handje
bij de „ontscheping". Na de achttien
dagen lange reis is het voor hen weer
eens een opluchting vaste grond onder
de voeten te hebben. Kamers hadc-.en
wij vóór hun aankomst al gereserveerd
in het hotelgedeelte en weldra instal
leerden we ons in de frisse en comfor
tabele ruimten.
De volgende dag, de laatste van het
oude jaar, konden Moeder en Vader
hun kinderen welkom heten in hun
nieuwe Canadese „home", 't Was een
goed besluit van het oude jaar, dat ons
tevens het einde van het eerste half
jaar Canada bracht.
Oudejaarsavond werd binnen de fa
miliekring gezellig gevierd met olie
bollen, koekjes en chocolademelk. Bui
ten glansde de vorstnacht en huilde de
wilde hond, maar onder het dikbe-
sneeuwde dak van ons huis knetterde
het hout in de roodgloeiende kachel
«n werd het nieuws uit Holland ver
teld. Ook over de buitengewone mede
werking van Reisbureau Velthuys, dat
de gehele papieren lawine voor zijn
rekening genomen had.
De klok stond nie( stil en langzaam
ging het op niéuwjaar aan, al pratende
en tevreden zijnde over het jaar, dat
achter ons lag.
Nieuwjaarsdag.
t Was Zondag de eerste Januari. Des
morgens waren we met z'n drieën
gauw klaar in de stal, waardoor we een
ruime dag voor ons hadden. De twee
kinderen maakten de zaak al levendi
ger. Daarbij kwam nog visite van een
andere emigrant, de jonge Brabander
Vroegrijk. Een hoopgevende naam an
ders, vindt u niet? Na het eten ver
scheen voorts onze vriend Dop, die als
laatste de gehele ruimte nagenoeg op
vulde. Natuurlijk was er genoeg om
over te praten. Bovendien leer je van
eikaars ervaringen, goede en kwade,
waaraan zoals bleek niemand ont
komt. Deze vrolijke keuken duurde tot
laat in de namiddag, waarna alles weer
zijns weegs ging. Dop kreeg een lift
van Vroegrijk, die zich reeds de
weelde van een autootje heeft kunnen
verschaffen, Gert, Maps en de kinde
ren werden door hun werkgever met
de „car" gehaald en naar hun nieu
we woning gebracht, waaraan wij al
onze timmermanskunst hebben vertim
merd.
Wij, Dirk en ik, gingen na het avond'
eten naar onze tent om te trachten ons
Engels te verbeteren, door middel van
de kostelijke Engelse cursus „by cor-
respondence" voor nieuwe Canadezen.
Vader, Moeder en Artje bleven thuis.
Langs de kieren van de deur verscheen
een ruiggevroren randje
Zo begon het nieuwe jaar en wij zijn
er blij mee. We hebben plannen bij do
zijnen. En daarvoor zijn ook goede rede
nen. Als we de afgelopen zes maanden
overzien mogen we niet klagen. De
start, zowel vanuit Holland als hier in
de Okanaganvalley viel alleen erg te
gen Vanuit Holland, omdat we gehoopt
hadden allen tegelijk de grote stap te
kunnen doen. Helaas, getrouwde kin
deren stappen uit het oude in een
nieuw gezin met eigen zorgen en bij
zonderheden. Zodoende moesten wij als
één van de drie gezinnen alleen ver
trekken, alleen zoeken en trachten ons
te vestigen in dit vreemde maar gewel
dig mooie land. Eenmaal hier aange
komen kwamen we gauw in een ander
„dieptepunt": een huis en de installa
tie ervan.
Het belangrijkste echter was, dat we
ons een beetje de Engelse taal eigen
hadden gemaakt, hetgeen ons in staat
stelde de mensen beter te leren begrij
pen (en te doorzien), 't Waren een
paar rommelige maanden, van verhui
zen en arm zijn en verdedigen tegen
dat gekke idee hier van „Ik zal je te
rugsturen".
„Gevestigd".
Maar met het veranderen van werk
kring leerden we Canada, althans een
beetje, van een betere zijde kennen. Er
kwam wat meer geld op tafel, moeder
kon zich ^langzamerhand weer de di
verse huishoudelijke dingen aanschaf
ten. Er kwam een betere tafel, een
mooi stel stoelen, een fornuis, kannen,
borden en kopjes en nog meer van die
onmisbare voorwerpen. Bovendien
werd er, hoewel langzaam, toch aan de
emigratie van het tweede gezin binnen
de familiekring gewerkt, hetgeen na
tuurlijk ook weer in de goede richting
bijdroeg. De oogsttijd raakte voorbij
en Artje ging naar school, een mooie
wintervoorraad werd ingeslagen, kort
om we raakten wat men noemt „ge
vestigd". En nu bij de intrede van het
nieuwe jaar mogen we dan ook gerust
zeggen, dat we op het eigenlijke start
punt gekomen zijn, het punt waarop
we doelbewust aan een eigen bedrijf
gaan denken en werken. De „Ford", dé
attractie voor ons in Canada, is alweer
geschiedenis. De kosten wogen niet te
gen de voordelen op. Onze vriend ging
van de baan. Intussen nam de behoefte
aan goed licht toe en omdat de kabel
langs ons huis loopt vroegen we elec-
triciteit aan. Het kwam vlug voor el
kaar, we konden de petroleumlampen
opbergen. Om moeder het werk wat
te verlichten, werd met algemene stem
men tot de aankoop van een wasmachi
ne besloten.
Een andere technische toepassing
werd gekocht om de stilte wat te ver
drijven en wel een prachtig Philipsra-
diotoestel, het mooiste toestel binnen
de f 200.grens.
Dit mogen dan kleine, weinig zeggen
de dingen zijn, voor ons betekende het
prachtige stappen vooruit.
We mogen dus dankbaar zijn! Ook
zijn we gezond en hebben werk. Gert
en Maps, Liesje en Dikkie als leden
van de familie hebben hun gewenste
plaats, met ons in Canada, nu ingeno
men. Ook zij hebben een gezellig en
warm huisje en Gert komt als derde
man in het bos helpen kappen. Zo
staat het nieuwe jaar er voor ons goed
voor. Geen sneeuw of vorst zal cns
enthousiasme verminderen en het
werk, dat ons wacht, houdt dit enthou
siasme levendig. Eén ding echter
dreigt het ons in één opzicht niet ge
makkelijk te gaan maken, en dat is het
geen waarvoor je je op het bureaucra
tische apparaat moet verlaten. Want
we zijn nog niet verenigd, nog zijn we
een gedeelde familie. Dat zal onze
moeilijkste taak in 1950 zijn. Daar ech
ter, waar we alleen maar op eigen
handen en wil behoeven te vertrouwen,
schijnt de zon aan een wolkenvrije he
mel. Maar daarvoor zijn we ook jong
en leven in zo'n jong land! Een geluk
kig nieuwjaar, allen in Holland!
GOVERT J. DE JONG.
Op de luchtvaartbasis te Muroc, Californie, worden op het ogenblik proef
nemingen gedaan, teneinde de gevolgen van vliegrampen voor passagiers
te beperken. Een door een raket aangedreven slee, met één persoon be
mand, gaat in enorme vaart over rails, waarbij met tussenpozen plotseling
wordt geremd. Hierdoor ontstaan schokken, die gelijk zijn aan die waarmee
een vliegtuig op de grond kan botsen. De proefnemingen worden door vrij
willigers gedaan, die achterste voren moeten plaats nemen. Een camera is
op de slee gedemonteerd, om de reacties vast te leggen.
JEMAND VAN DE STAF OPENDE, niet zonder waardigheid, de deur voor mjj
en toen bevond ik me in één der merkwaardigste vertrekken van Neder
land: in de Solistenkamer van het Amsterdams Concertgebouw.
Een grote gouden kroon hing er rustig en mild te branden. Aan één der
hoge wanden hing een spiegel. Lang en smal; een glanzend zilveren baan tegen
de strak-blauwe bekleding van de wand. Aan één der wanden bevond zich de
vermaarde pastel-tekening van Willem van Konijnenburg, voorstellende het
sterven van Jezus. Op een oude schoorsteen een oude klok, rustig en bedacht
zaam de tijd voorttikkend. En lange, blauw-fluwelen gordijnen. En met blauw
fluweel overtrokken stoelen, kleine fauteuils en een paar chaises longues.
Blauw behang en een blauw kleed op de grond. Aan de wand de conterfeit-
sels van zeer oude, zeer ernstige heren: voormalige bestuursleden van het Con
certgebouw en vroegere burgemeester van Amsterdam.
En dit is dan de Solistenkamer. Hier hebben zoals eens een andere tove-
maken solisten en dirigenten zich ge
reed „op" te komen. Hier horen ze dat
verre, en toch zo beangstigend nabije,
geruis van de polyp, die zich in de
zaal aan het roeren is en wier naam
Publiek is. Hier rekken ze de laatste
minuten, seconden, onderdelen van
seconden vóór het verschijnen in de
helle lichtbundels op het Podium. Van
hier vertrekken ze, en hoe komen ze,
na het „nummer", terug. Met de don
der van het applaus op de hielen of
voor de stilte uit die bleef hangen na
de mislukking.
Deze kamer gonst van historie. Hij
gonst van opperste roem en diepste
vernedering. Hier werden carrière*
gemaakt en hier werden torenhoge
illusies gebroken. Hier werden tranen
gestort. Door mannen en door vrou
wen. Tranen van onbeschrijfelijke
blijdschap en tranen van bitterste
ontgoocheling.
In deze kamer waren, zestig jaar
lang, alle groten der aarde, al die
mannen en vrouwen die de wereld
iets schoons te geven hadden of alleen
maar meenden dat ze dit konden. In
deze kamer waren ze: Louis Zimmer-
mann en Evert Cornelis. Hier zat Men
gelberg na te genieten van de magi
sche macht van zijn dirigeren, als hij
wist dat Amsterdam opnieuw aan zijn
voeten lag. Artist tot in zijn vinger
toppen en zeer gevreesd. Ook in deze
kamer. Er zit iets aandoenlijks in dat
een zo groot kunstenaar als mens zo
moest falen. Hier was Stokowsky en
hier was Myra Hess en Askenase. Hier
rustte Jehudi Menuhin uit, na een
uitpuilend Concertgebouw betoverd te
naar de kinderen van Hameln beto
verde. Hier maakte Jo Vincent zich
gereed om haar prachtige liederen te
zingen In de schoonste aria's van Bach.
Hier rustte een vermoeide Bruno Wal-
ter uit. Hier liep Richard Tauber rono.
nerveus en geladen. Hier kwam Jac-
ques Thibaud terug van het Podium,
na een uur lang een van spanning be
vroren zaal vastgehouden te hebben
met zijn zingend instrument, dat de
macht heeft hoorbaar te zijn, zelfs het
allerijlste pianissimo, tot in de aller
verste uithoeken van de zaal. Hier
maakt Van Beirium zich gereed, hier
komt hij terug.
Zestig jaren lang kwamen en gingen
in deze kamer de grote mannen van
de wereldpodia. De machtige polyp in
de zaal zag ze nooit dóór. Die wist
niets van hun spanning, van hun ge
jaagdheid, van hun twijfel, van hun
Donderdagavond heeft op een
brug te Amsterdam een straat-
brand gewoed. Een pop, die een
oude jas aan had, welke overgo
ten was met een brandbare stof,
brandde hevig. Bij de pop was
een bord gehangen waarop ge
schilderd stond „Montgomery".
De brandende overblijfselen rijn
door een agent van de waterpo-
litie in het water van de gracht
geworpen. De daders zijn onbe
kend. Zoals bekend bevond
Montgomery zich gisteren in
Amsterdam.
onrust, van hun radeloze angst, van
hun bekommernis om naar dat podium
te gaan. Want nooit wetl zo'n artist
helemóól zeker of het opnieuw zal
gelukken. Of hij wéér geholpen zal
worden door die wonderlijke, hemel
se macht die Inspiratie heet, zonder
welke het niet kan en niet gaat.
In deze kamer is gebeden en ge
smeekt om hulp, om bijstand en om
kracht. Door hen die de spitsroeden
van de Publieke Smaak nog moesten
doorlopen, maar ook door hen, wier
namen al vele jaren de aureool droe
gen van wereldvermaardheid.
,Als deze lange, smalle spiegel eens
kon spreken! Maar ze spreekt niet. Ze
vertelt niets van tranen, wanhoop en
teleurstelling. Die vertelt niets van
de groten der aarde, die zich hier,
dodelijk vermoeid en uitgeput, de kle
ren van het lijf rukten en wegzakten
in een dier kleine, blauwe fauteuil
tjes. Die vertelt niets van de kunste
naars die begrepen dat hun carrière
eindigend was. Die vertelt niets van
al die radeloosheid en al die glorie,
Die vertelt niet hoè klein, timide, be
angst grote figuren kunnen zijn in
deze kleine kamer.
Het gonst er, in de Solistenkamer
van het Amsterdamse Concertgebouw,
van roem en succes, van treurnis en
van moedeloosheid. Er is geen kamer
denkbaar in dit land, waar zoveel
angst was als een bedeesde man kwam
aanzeggen dat het tijd was. Hora est:
de Tijd is gekomen. De tijd om te ver
schijnen voor het vriendelijkste en
wreedste, het dankbaarste en vergui
zendste, het snelst reagerende en aller
moeilijkst in beweging te brengen or
ganisme ter wereld: het Publiek.
Hora est.... de Tijd is gekomen
Het is maar een klein stukje, van die
Solistenkamer naar het met licht
overstroomde podium. Voor velen een
weg naar overwinning en roem. Voor
evenvelen de kortste route naar wan
hoop en vergetelheid.
Er zijn maar weinig kamers in Ne
derland, denk ik, waar men zó wordt
geconfronteerd met de vergankelijk
heid, ijdelheid en tijdelijkheid van de
mens en rijn Kunst als hier. En er
had waarlijk geen ander beeld aan die
blauwe wand kunnen hangen dan dat
beeld van de dood Christi. Het beeld,
dat van vele dingen vertelt, maar van
één zeer in het bijzonder: van berus
ting. A'NTHONY VAN KAMPEN
J)E ONTWIKKELINGSLIJN in het
werk van Walt Disney, de duivels
kunstenaar van de tekenfilm, Is voor
ons wat moeilijk te volgen, omdat wjj
z|jn films niet in dezelfde volgorde te
zien krijgen, als ze vervaardigd wer
den. „Sneeuwwitje", dat in 1989 ge
reed kwam, was in Nederland nog vóór
de oorlog te zien, maar de film „Pi-
nocchio" uit datzelfde jaar werd hier
eerst in 1949 uitgebracht. Na „Pinoc-
chio" probeerde Disney andere wegen
in te slaan in de richting van abstrac
te fantasieën en ook naar een samen
gaan van beeld en muziek. „Fantasia"
(uit 1940, hier begin 1948 uitgekomen).
Een jaar na „Fantasia" ontstond
„Bambi", waarin Disney weer terug
greep naar de sfeer en de werkmethode
van „Sneeuwwitje". „Bambi" kwam
hier eind 1948 uit; voordien was hier
echter nog „Saludos Amigos" te zien,
een film, die Disney in 1942 maakte
naar aanleiding van een reis boven en
door Zuid-Amerika, en een film, die
al is ze dan ook vrij kort be
schouwd kan worden als het beste
werk, dat Disney ooit gemaakt heeft.
Resultaat van diezelfde reis door Zuid-
Amerika is ook de film „Three cabal-
lero's" uit 1944, die thans in Neder
land te zien is, en waarin Disney in
allerlei richtingen en stijlen werkte,
soms afgrijselijke kitsch opleverde,
maar soms ook in enkele fragmenten
het geniale van „Saludos Amigos" be
naderde.
In
Disney zijn bekende tekenfilmgestal
ten te combineren met gefotografeer
de levende figuren. Een experiment,
dat interessant zou kunnen zijn, maar
het hier allerminst werd. Eigenlijk is
't een mislukking geworden echter
niet in technisch opzicht: men staat
versteld over de vindingrijkheid, hei
raffinement en de technische beheer
sing die Disney en zijn staf weten te
ontplooien. De combinatie van fanta
siefiguren en werkelijkheid is hier
echter een banaal grapje op een goed
deels vrij vulgair peil met zonne
badende badpakmeisjes en zo. Disney
had ook hier nog enkele bijzondere
vondsten (hij laat bijvoorbeeld een
„De drie caballeros" experimenteerde Walt Disney met een combinatie van
tekenfilm en werkelijkheid.
hanengevecht zien, waarin de gete
kende figuren telkens overgaan in een
paar vechtende mannen, het geheel
opgelost in overrompelende en sug
gestieve kleurbewegingen), maar ook
in deze betere momenten bereikte Dis-
Three caballero's" probeerde ney geen eenheid, omdat de sfeer van
het getekende poppetje en die van de
gefotografeerde acteur aan elkaar
tegengesteld zijn, elk zijn eigen leven
heeft en zijn eigen wetten stelt.
De kitsch die Disney bij dit expe
riment te zien biedt, moeten we ech
ter op de koop toe nemen om te kun
nen genieten van een aantal prach
tige verbeeldingen, zo origineel en zo
charmant en zo vol ook van werke
lijk artistieke betekenis, dat men ge
neigd is deze merkwaardige Disney
zijn falen te vergeven, omdat zijn ge-
die raamvertelling is het wat sullige
en eigenwijze eendje Donald Duck,
dat op zijn verjaardag een groot pak
met geschenken krijgt. De grote ver
redden in een badkuip, die dreigt te
zinken, totdat de vindingrijke pin-
guin op de gedachte komt het water,
dat door het afvoergat binnenstroomt,
via de sproeier van de douche weer
te lozen). Kostelijk is ook het daarop
volgende verhaal, dat uit het ver-
jaarspakket komt, dat van de vlie
gende ezel, vol bekoorlijke en over
rompelende vondsten, geheel in de
trant van ,de „klassieke" Disney met
zijn onuitputtelijke verbeeldingskracht.
In de beste delen van zijn film laat
Disney alle werkelijkheidsuitbeelding
varen en schept hij een nieuwe wer
kelijkheid van zijn satyrische fanta
sieën. In tomeloze vaart ontspruiten
die fantasieën aan penseel en teken
pen als een spel van kleuren, lijnen en
vlakken en vooral een spel van rhyth-
me. En hier is dan ook Disney's ge
nie vol-op aan het werk. De teken
drift, die het nerveus gehanteerde
penseel leidt, verwerkelijkt zich hier
in het beweeg van kleuren en lijnen,
waarin het rhythme van die dritt
levende gestalte krijgt. Onder de hand
van de tekenaar groeit hier een wer
kelijk stuk filmkunst, vol dynamische
beweging, vol fantasie geladen en voi
poëzie en humor. Hier ook komt er
geen eind aan de stroom van koste
lijke vondsten (het mallotige treintje
door het onwezenlijke bos; het eendje,
dat zich probeert op te blazen; de
rassing daaruit is een filmtoestel, abstracte lijn- en kleurexperimenten,
waarin een film zit, die eerste ver
haal van de bundel het avontuur
laat zien van Pablo de kouwelijke
Pinguin. Pablo kan het in de jjsstre-
ken van de Zuidpool niet harden en
gaat op zoek naar warmer streken.
Heel wat pogingen mislukken, maai
ten slotte zaagt hij zich uit het ijs een
waarin dit dwaze eendje opgeslokt
wordt; figuren, die van gestalte ver
anderen, zich verdubbelen en zelfs ver
vijfvoudigen en zichzelf ten slotte
verliezen in een rhythmisch wervelen
van niets dan vlakken, lijnen, kleu
ren). Hier is Disney's geniale fanta
sie op haar best en onovertroffen. En
kust voert naar een tropisch eilandje,
waar hij zijn roodgloeiend kacheltje
niet meer nodig heeft en zijn blauw-
verkleumde borst eindelijk eens bruin
kan braden. Dit verhaal van Pablo is
een meesterlijke vertelling geworden
nie zich soms ook werkelijk groots vol fantasie en humor (het afscheid
schip, dat hem langs Zuid-Amerika s om deze brokken werkelijk unieke en
weet te uiten. „De drie caballero's" is
een bundel korte verhalen samengevat
van de pinguïns bijvoorbeeld en het
avontuur op de oceaan, wanneer het
in een raamvertelling. De held van jjsschlp wegsmelt en Pablo zloh moet
autonome tekenfilmkunst is „Three
caballeros" het zien meer dan waard.
Een film waarvan ieder genieten kan-
de doodgewone bioscoopganger, die
eens lachen wil, en ook de film-fijn
proever, die zich dan ondanks Dis
ney's kitsch-experimenten zeker niet
bekocht zal voelen
LONG-SHOT.
gINDS koning Faroek zijn snor en
zijn nieuwste verovering weer van
de voorpagina's verdwenen zijn (wat
zal er van dat lieve meisje terecht
komen?) blijft er iedere dag nog aó
veel beteuterd-makend nieuws op ons
toespringen, dat het hoogste ideaal
langzamerhand een onbekend eiland
zonder radio is geworden. Het klap
peren van de klappers en het branden
van de branding is, wat mij betreft,
lawaai genoeg. En op dat eiland kun
je ten slotte voldoende eigen teelt
planten om 'n draaglijk leven te hebben
Maar voorlopig zitten we nog in dit
woelige leven en ln Amerika gaan ze
televisie in kleuren uitzenden; Chur-
chill vloog van Madeira naar Londen
(van zon naar mist) om zich hees te
schreeuwen aan verkiezingsleuzen; de
communisten veroverden een brugge-
hoofd op Hainan en Montgomery is in
Amsterdam wezen informeren hoe het
met onze slagschepen staat.
Omdat het personeel 5 procent meer
in het loonzakje krijgt worden de
treinretourtjes 15 procent duurder en
omdat de retourtjes duurder worden,
worden de handelsreizigers weer duur
der en omdat de handelsreizigers weer
duurder worden worden de sokken en
de soepgroenten en de steelpannen en
de platte borstels weer duurder en
daar staan we dan met 5 procent en
minder waar. Maar het bier is weer
best.
De Duitse handelsbalans is nog
sterk passief; de Belgische socialis
ten schreeuwen om de val van Eys-
kens en een aanverwant effecten
schandaal schreeuwt om opklaring;
Schallenberg had contact met gehei
me agenten zo beweert een Haagse
krant en de dito politie zegt weer nee;
in Egypte komt de Wafd aan het be
wind en de Finse regering krijgt een
vertrouwensvotum; in Den Haag ont
ploft een haard omdat er een granaat
tussen de kolen zat en in dezelfde
stad liet een parketambtenaar (doe
wel en zie niet om) twee belastende
dossiers verdwijnen.
Binnenkort komt „de Sultan van
Marokko" (genaamd en geheten Aria
Meijer Schwencke) voor de perszuive
ring, maar de heren Bos en Van der
Kooij (zich noemende Plaisier) zullen
niet meer achter de groene tafel zit
ten als zuiverlingen, dewijl zij om een
deviezenakkefietje met burgemeester
Visser een poosje uit de circulatie ge
nomen zijn. Leuk idee voor de mensen,
die door dat tweetal uit hun beroep
zijn gezet!
De Republiek van Sukarno gaat
negara's ontbinden en zal het bestuur
over Oost-Java en Pasundan tot zich
trekken, de huidige autoriteiten schij
nen ter plaatse aan het heibelen te
slaan en intussen deelt kapitein Wes
terling (liever Turks dan Unoos) de
lakens uit over een particuliere leger
macht van dertigduizend man.
De Italiaanse regering is in de cri
sis gesneefd; Duitsland wordt een zee
varende mogendheid („denn wir fah-
ren.meneer Nehroe wil in een
hurrie Japan op de been helpen; de
Amerikaanse mijnwerkers zijn terug
gejaagd in de mijnen en Ome Sam
zal Tito helpen als de nood aan de
man komt.
Dat is de nieuwsoogst van één dag.
En dan zijn er de verkeersongelukken,
de bankspringerijen, de huwelijks-
zwendelzaken en de moorden met
voorbedachten rade nog niet bij.
Maar tijdens de vacantie van Ko
ningin Juliana gaat Prinses Marijke
logeren bjj haar Grootmoeder en
derhalve zal er tenminste één Vrouw
in Nederland zijn, die gelukkige da
gen beleeft.
Voor de rest: geef me een onbekend
eiland. En zonder radio!
JEREMIA BLOM.
P)E BRITTEN hebben dezer dagen
een nieuw voorstel aan Amerika
gedaan in de kwestie van de productie
van de atoombom in het bijzonder en
die van het atoomonderzoek in het al
gemeen. De kernpunten van dit voor
stel zijn, dat de
Britten, Amerika
nen en Canadezen
evenals in de oor
log het atoomon
derzoek gemeen
schappelijk zullen
verrichten, dat de
productie van de atoombom in de Ver
enigde Staten geconcentreerd zal blij
ven en dat Groot-Brittannie en Canada
in geval van nood gebruik van de Ame
rikaanse voorraad atoombommen zul
len mogen maken. Ongetwijfeld ge
tuigt dit voorstel van gezond verstand,
want het helpt het gevaar van een
atomische bewapeningswedloop binnen
de grenzen van de Westerse ruimte
voor een groot deel uit de wereld.
Het enige, wat men er tegen kan op
merken, is, dat het Britse voorstel
slechts in een overeenkomst met een
looptijd van drie jaren voorziet. Ideëel
gezien zouden de landen van het Wes
ten nooit behoefte aan eén nationale
atomische bewapening mogen hebben.
En wanneer dit misschien wat al te
rtvolutionncir klinkt, waarom dan niet
begonnen met een overeenkomst voor
twintig jaar even lang als de duur
van het Atlantisch Pact?