Louisiana Siory Vijftienduizend gezinnen willen van woning ruilen Landelijke ruilcenirale kan uiikomsi zijn Vaticaan een eenheidsfront Cultureel Nieuws n Makelaars werden echter uitgesloten AL VRIJ SPOEDIG werd het ver langen levendig naar een centraal woningruilbureau, eventueel opgezet met regeringssteun of door de over heid gedreven. Eerst thans begint het erop te lijken, dat we zoiets zullen krijgen. AMSTERDAMS PODIUM Hei Plein (Nocturne in bes mineur) HOOFDPIJN! Meesterlijke film van Robert Flaherty ZATERDAG 18 FEBRUARI 1950 (lil) DAUS PIUS XII, de Eugenio Pacelli, die in 1901 aan het staatssecretariaat van het Vaticaan werd verbonden, in 1917 nuntius werd te München, in 1930 als staatssecretaris alle draden in han den kreeg van het pruselijk bestuur en de pauselijke diplomatie over gans de wereld, is een politieke figuur van gro ter gezag, dan sinds eeuwen een paus mocht worden toegekend. Nooit echter ginds hij op 3 Maart 1939 tot de hoogste Katholieke kerkelijke waardigheid Werd verkozen, leidde zijn gescherpt politiek inzicht tot zulk een veelom vattende activiteit, als die, welke het gevolg moet zijn van het aangekon digde plan tot samenbundeling der Katholieke, Protestantse en Moham medaanse godsdiensten in een een heidsfront tegen het communistisch materialisme. In kort bestek over zagen we de historisch gegroeide moei lijkheden, die een samenwerking tus sen Katholieken en Protestanten kun nen belemmeren. Groter dan die zijn echter de afstanden, die er in reli gieus denken en daaruit voort vloeiend sociaal en politiek handelen bestaan tussen het Katholicisme het Mohammedanisme. De tussen Katholieken en Protestan ten bestaande gemeenschappelijke basis van Schriftopenbaring en kern- belijdenis (het Apostolicum) ont breekt tussen Katholicisme en Moham medanisme te enenmale. Hebben eerstgenoemden een gemeenschappe lijke stam, wortelend in het Joodse godsgeloof en de voornaamste elemen ten van de daarop voortgegroeide Christelijke oerbelijdenis en oudste traditie, die gemeenschappelijkheid ontbreekt bij Rome en de Islam vrij wel geheel. Het enige gezamenlijke bezit is het monotheïsme, het geloof in één God. Direct daarna gaan de wegen echter, in allerlei opzicht, wijd uit elkander. De uit het Arabie van de zevende eeuw opgekomen Islam, gevolg van de botsing der Joodse, Christelijke en animistisch-heidense invloedssferen, werd weliswaar door Mohammed ste vig gegrondvest Op het geloof aan de ene, enige God der „Schriftbezitters" (de Joden en de Christenen), maar zodra zijn godsdienst een strijdbaar karakter moest aannemen, maakte hij zich van de Joods-Christelijke invloe den volkomen los en stelde een eigen openbaring, teruggaan tot Abraham, in de plaats der hunne. In zijn theo logie werd aan Jezus van Nazareth de centrale plaats ontzegd; die was voor Mohammed zelf, die zich de grootste profeet van Allah noemde. Uit dien hoofde er is bij de Islam geen sprake van een triniteitsleer; de belijdenis wordt samengevat in het „Allah is groot en Mohammed is zijn profeet" Over de felheid, waarmede de Islam zich tegen de „Christenhonden" heeft teweer gesteld, behoeft niets te worden gezegd. Over de verwording der uit haar gegroeide sociale structuren, die langzaam-aan bezwijken onder het beukend geweld van de Westerse in vloeden, al evenmin. Maar de nadruk moet vallen op de politieke verbrokkeling, die de Mo hammedaanse eenheid heeft aangetast als gevolg van het opkomend natio nalisme der landen rond de oude wereldzee, in India, Indonesië en ir> mindere mate in Afrika. Als te stou ter dient de pauselijke greep te wor den gekenschetst, die gans dit mach tige conglomeraat van machtsvelden thans, met religieus Leitmotiv, tot politiek samenstemmend geheel wil vormen om het daarenboven nog eveneens met religieus Leitmotiv aan te hechten aan de „gefederaliseer de" Katholiek-Protestantse krachts ontplooiing in de oude en de nieuwe wereld. Wat de reactie van de nieuwe Joodse staat (en het wereldjodendomH op deze samenwerking met de Moham medaanse (met name de Arabische) landen zal zijn, behoeft nauwelijks betoog. Slechts scherpe afkeuring zal het Vaticaan ten deel vallen; men moet aannemen, dat Pius XII de niet te onderschatten gevolgen daarvan bij zijn plannen zal hebben overwogen Tegenover de als gevolg van dit Katho lieke initiatief te verwachten good will, die de R.K. kerk in Amerika zal oogsten, kan de tegenstand van Israël intussen nimmer opwegen. Zwaarder gewicht zal de vraag heb ben gehad: hoe de communistische autoriteiten zullen reageren in de binnen de Russische invloedssfeer ge trokken overwegend Katholieke lan den als Polen, Litauen, Hongarije. Kroatië en Tsjechoslowakije. De P°sitie der Kerk in deze landen im mers is een dér belangrijkste inzetten fan het thans begonnen hoge „spel" tussen Vaticaan en Kremlin. Waarom te ontkennen, dat de Rooms-Katho lieke kerk in de genoemde landen zware verliezen heeft geleden? En waarom te verdoezelen, dat de Kerk die met lange termijnen werkt bij haar totalitaire aanspraken de ver loren gegane gebieden niet mag en Plet kan vergeten? Daar komt nog bij, dat naarmate de spanningen tussen de Sowjetunie en Amerika toenemen, de kansen op on rust in West-Europa eerder toe- dan efnemen. Niet voor niets wordt in diplomatieke kringen gezegd, dat de stichting van de Mouvement Républi ®»in Populaire onder leiding van Bi dault aan een initiatief van de pause lijke zorg over Frankrijk is ontspro t®n en dat hetzelfde mutatis mutan dis geldt voor de Katholieke politieke herleving in Italië en Duitsland De thans door het Vaticaan voorge stelde samenbundeling van krachten hoewel godsdienstig van vormgeving. (Van onze parlementaire redacteur). JjE TIJD, dat in bijna elke straat enige woningen met een bordje „Te huur" aan de gevel prjjkten, dat men verhuisde, omdat er ergens anders een kast meer was of er van een ruimer uitzicht te genieten viel, omdat me- i rouw tegen de schoonmaak opzag of omdat men zich wel eens in een ge heel nieuwe omgeving wilde vestigen, schijnt voorbij! Na de oorlog is het woningprobleem wel zeer nijpend geworden en ver- hui zingen zijn vrijwel alleen nog mogelijk als het gelukt te ruilen. De moei lijkheid daarbij Is iemand te vinden, die eveneens van woonstee wenst te \eranderen. Een advertentie wilde nog wel eens helpen en als men daarmede geen succes had nam men zijn toevlucht tot een particulier woningruilbureau, die als paddestoelen uit de grond opschoten. Wjj behoeven aan het misbruik, dat een aantal exploitanten van zulk bureaux van de gelegenheid maakte, niet te herinneren. Z\j eisten soms zulke exhorbitante bedragen voor hun be middeling, dat politie-ingrjjpen noodzakelijk werd. Bovendien bevredigde hun dienst niet, omdat zij een te beperkt gebied betrekken. Met de woningruil zijn zich kort na de bevrijding ook gaan bemoeien de makelaars in onroerende goederen, die zich steeds op het gebied van de huur en de verhuur van huizen hadden be wogen en die niet veel anders meer te doen hadden, doordat hun taak door gemeentelijke diensten was overgeno men. Het was en is een bona-fide groep van personen, die lelijk in de wielen gereden werd door de beun hazen, die met weinig service grof geld trachtten te verdienen. De Vakgroep Tussenpersonen in On roerende Goederen drong er daarom bij de Prijsbeheersing op aan, dat zij prijzen voor de bemiddeling bij woj ningruil zou vaststellen. Aanvankelijk had de Prijsbeheersing daar geen oren naar, maar de misstanden werden zo erg, dat de overheid in Mei 1947 ein delijk de tarieven bepaalde. Inmiddels hadden de makelaars in onroerende goederen opgericht de Stichting Nederlandse Woningruil Centrale in Breda, waarbij zich twee andere organisaties aansloten, zodat deze stichting thans met tussen de 60 en 70 aangesloten bureaux de groot ste organisatie op het gebied van de woningruil in ons land is. Zij vraagt voor het eerste halfjaar 10.in schrijfgeld en voor ieder volgend half jaar ƒ2.50. Van de ƒ10.— is ƒ4.— bestemd voor de makelaar, die de wo ningzoekende heeft ingeschreven; 6.gaat naar de centrale kas in Breda, waarvan 1.besteed wordt voor propaganda. De cliënt ontvangt éénmaal per maand een boekje met een lijst van woningruil-adressen. Een derde heeft succes. jyjOGEN we de Stichting geloven, dan boeken 30 tot 40% van de In geschrevenen succes; een zeer hoog percentage, dat slechts geleidelijk be reikt werd, doordat zich steeds meer makelaars aansloten en het aantal adressen dus een aanzienlijke uitbrei ding onderging. In het parlement is meermalen de vraag gesteld, of het niet mogelijk is een landelijke woningruilcentrale op te richten. Bij de behandeling van zijn begroting voor 1950 deelde de minis ter van Binnenlandse Zaken, mr. F. G. C. J. M. Teulings, mede, dat over de oprichting besprekingen gevoerd wer den tussen de overheid en het bedrijfs leven. Deze onderhandelingen zijn blijkbaar niet zonder resultaat geble ven, want in Utrecht zal nu een lan delijke woningruilcentrale gevestigd worden. In deze centrale worden on dergebracht de inter-departementale ruilcentrale voor employé's van het Rijk, het Ruilcentrum van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten en de Stichting Woningzaken voor het Bedrijfsleven, welke laatste stichting tot stand gekomen was op initiatief van zeventien grote bedrijven, zoals Philips en Unilever, voorts de Neder landse Heide Maatschappij en een aan tal grote banken en die reeds in Utrecht gevestigd was. Opvallend is, dat de Vakgroep Tus senpersonen in Onroerende Goederen, die toch op het gebied van de bemid deling bij woningruil haar sporen ver diend heeft, niet mede is ingescha keld en zelfs niet in het overleg tus sen het Rijk en het bedrijfsleven is ge kend, noch gehoord. De Vakgroep zelf is daarover niet het minst verwonderd. Zij komt nu met haar critiek op 't Utrechtse plan. Dat is begrijpelijk. Men had inderdaad de Vakgroep in het overleg kunnen betrekken, of haar althans op de hoogte kunnen houden. Doch aan de andere kant schuilt er veel overdrevens, zo menen wij, in de bedenkingen, die zij tegen de landelijke woningruilcentrale op pert. Het zou de bedoeling van de Centrale zijn, zo voert de Vakgroep aan, allen die willen ruilen, waar zij ook wonen, te verplichten hun ver zoek om woningruil in te dienen bij de gemeente hunner Inwoning. De Vakgroep vreest hiervan verambte- ljjking en ziet het spook al opdoemen van de pressie door ambtenaren op de woningzoekenden om een huis te ac cepteren, dat die ambtenaren hebben uitgezocht. Daar gaat de vrijheid! re deneert de Vakgroep. Wanneer de gemeenten echter niet meer doen dan de bij hen ingekomen verzoeken doorsturen naar de lande lijke woningruilcentrale, wat kan de gegadigde daarvan dan voor nadeel ondervinden Evenmin behoeft het een bezwaar op te leveren, dat de cen trale in Utrecht de gegevens niet al leen stuurt aan de employé's van de bedrijven, maar ook aan de leiders er van, hoewel in dit geval het oefenen van druk door de bedrijfsleider op zfln ondergeschikten om een bepaalde wo ning te aanvaarden niet denkbeeldig is. Hier kan inderdaad een gevaar schuilen, vooral als sprake is van een drie-, vier- of nog-meerhoeks-ruil en de employé niet in de schakel opge nomen wil worden, omdat de aange boden woning hem niet aanstaat. Vijftienduizend gegadigden. QE landelijke centrale in Utrecht gaat de zaken groots opzetten. Zy heeft Hollerith-machines gehuurd, teneinde de gegevens snel te kunnen verwerken en snel te kunnen verzen den. Dit is geen overdreven inrichting, als men bedenkt, dat er naar schat ting 15.000 gezinnen in ons land zijn, die van woning wensen te ruilen. Zij is verder voornemens minstens één maal in de twee maanden de moge lijkheid van de vervulling van de ver langens der ingeschreven gegadigden te onderzoeken. De landelijke woningruilcentrale zal ongetwijfeld nuttig werk kunnen ver richten. Het valt alleen te betreuren, dat de bona-fide makelaars, die reeds langer met dit bijltje hebben gehakt en vaak hun bemiddeling om niet aan boden om relaties te behouden of goodwill te kweken, zonder pardon voorbij gelopen zijn. 2WAAR OMHULLEN DE VLERKEN VAN DE NACHT het Rembrandts- plein. Mist en regen nestelen zich in alle gaten, ravijnen en spelonken, die daar zijn tussen de barokke veelheid van gebouwen en bouwsels. En in de gapende wond waar eens een bioscooptheater verrees. En boven de gevels van de hotels, de dancings, de tearooms en het grimmig bankgebouw. De vlerken aarzelen rondom het glimmend stenen ljjf van Meester Rembrandt, die gruwelijk eenzaam en onzegbaar treurig staat te peinzen in zijn verre gend plantsoentje. [-JET IS ZOJUIST half twaalf ge weest. De laatste bioscoopvoorstel lingen lopen leeg en de mensheid, voor een paar dagen weer volgeladen met illusie, gaat huiswaarts. Door de half- beslagen ruit van het hotel, waardoor ik vrijwel het gehele plein kan over zien, zijn ze te volgen: allemaal de zelfde soort mensen. Allemaal in de zelfde soort jas en mantel. Allemaal dezelfde bleke gezichten in het ver waaide licht van allemaal dezelfde pleinlantaarns. Allemaal vervuld van dezelfde soort illusie. Allemaal met de herinnering aan 't Harry Lime-motiet in hun hoofd gonzend. Allemaal met QEZE MAAND VERSCHIJNT in de Ver. Staten Carl Sandburgs werk: „Lincoln Collector", een verzameling brieven, documenten en verdere bij zonderheden over president Lincoln (18611865) en zijn tijd. De schrij- CARL SANDBURO .Lincolns leven.... ver, die bekendheid verwierf als Lin colns biograaf en als dichter werd in 1878 in Galesburg geboren. Als jon geman werkte hij als journalist en publicist. Hij kreeg naam als dichter, toen in 1914 zijn werk Chicago werd uitgegeven. Ook in Den Haag bracht het Rot terdams Toneel o.l.v. Ko Arnoldi een geslaagde première van Les mains sales (De vuile handen) van Jean Paul Sartre in de vertaling van Anna Blayian. J-JET IS NIET ALLEEN een vast staand feit, dat elk seizoen opnieuw alle vrouwen ter wereld de blik rich ten naar Parijs in gespannen verwach ting van de nouveauté's van de grote modehuizen, ook Parijs zelf heeft voor de vrouw zeer grote belangstelling. Dit komt opnieuw tot uiting in de tentoonstelling „Honderd vrouwen portretten", die op het ogenblik in de Lichtstad in de Galerie Charpentler wordt gehouden. Men treft er doeken aan, die nog nooit werden tentoon' gesteld of nagenoeg onbekend zijn ge bleken als La grande Mademoiselle van Mignard, dat op zijn familiekasteel was gebleven, La femme k la rose van Goya, terwijl men er ook de Catha- rine de Medicis van Clouet, meester werken uit Middeleeuwen en RenaiS' sance en modernen als Van Dongen, Bonnard en Picasso kan bewonderen. In het Gildehuis te Amsterdam wordt vanaf heden tot en met 18 Maart een tentoonstelling gehouden van schilderijen, pastels en crayons van Bram Agtsteribbe. JN DE GRONINGSE studentenwereld bestaan plannen om ook in de stad Groningen in samenwerking met het Amsterdamse theater De Uitkijk een avant-garde theater op te richten. De plannen zijn reeds in een vergevorderd stadium. De nieuwe film van Ingrid Bergman „Stromboli", die sinds enkele dagen in de Ver. Staten draait, is door de critici niet onverdeeld gunstig ontvangen. De Nederlandse bas-bari ton Rom Kalma heeft de eerste prijs gewonnen van het vocalistenconcours van radio-Frankfort. Er waren 88 deelnemers. Kalma, een leerling van Laurens Bogtman, zal 7 Maart met orkest voor radio-Frankfort optre den. Volgende week wordt in de Cité Universaire te Parijs een Nederlandse week gehouden. De restauratie van het Gothische stadhuis van Middelburg zal worden voltooid. Deze zomer komt een deel van het in de oorlog zo deer lijk gehavende gebouw weer in ge bruik. Dat onze Rijksmusea en Rijks monumenten steeds weer een groot aantal bezoekers trekken, blijkt uit de volgende aantallen bezoekers geduren de het jaar 1949. Rijksmuseum te Amsterdam 427.100; Mauritshuis Den Haag 92.523; Openluchtmuseum Arn hem 108392; Muiderslot 48.865; Ruïne van Brederode bij Santpoort 34.060 en Slot Loevestein 9729. Mijnhardt Hoofdpijnpoeders. Doos 45 ct. Mijnharde Hoofdpijncabletten. Koker 75 ct. zal politiek van aard zijn, crmdat zij gericht is tegen het grondprincipe van de communistische wereldbeschouwing Zij zal daaraan behoeft niet getwij feld te worden het stempel van het Katholieke initiatief dragen, omdat de Rooms-Katholieke kerk de enige is die precies zo volstrekt universele aanspraken doet gelden als het com munisme. Quadragesimo Anno, de encycliek uit 1931, waarbij het Vati caan richtlijnen voor de sociale orde gaf, blijft onverminderd van kracht, óók voor wat betreft de onverenig baarverklaring van Christendom en socialisme. Wanneer de plannen tot frontvorming slagen, zal het Vaticaan na eeuwen opnieuw een rol van betekenis spelen in de wereldpolitiek. En zulks juist in een tijdsgewricht, waarin de dingen met feilloze noodwendigheid gestuwd worden haar beslissingen van zulk een wijde strekking, dat het aangezicht der wereld er door veranderd zal wor den. Dat paus Pius II niet aarzelt het volle gewicht van zijn gezag en van de kerkelijke macht in de weegschaal van het lot te werpen, geeft aan de historische belangrijkheid der komen de jaren slechts te sterker relief. Of zijn streven bij Protestanten en Mohammedanen (welk een combina tie!) het onthaal zal vinden, dat het om wèl te slagen niet "ntberen kan, dat blijft vooralsnog een open vraag. Het zal intussen uitermate interessant zijn de komende discussies nopens alle aspecten van het gestelde probleem met aandacht te volgen. Het gaat om de hoogste waarden van geest en cui tuur, om de grofste hartstochten die het machtsbegeren oproept, om vra gen van vrijheid en collectivisme, in dividu en massa-mens, om Europa's rol in de komende eeuwen en om de positie van ontwakend Azie in de wereld van morgen En om de vraag of Caesar god zal worden genoemd dan wel of zijn spoor zal worden over spoeld door de opkomende vloed van een in de dreiging der atoomzuilen herleefd religieus bewustzijn. Een angstige mensheid ziet gespan nen toe. £éN VAN DE MERKWAARDIGSTE FIGUREN In de filmwereld is Robert Flaherty. Na voor mijningenieur gestudeerd te hebben, zwierf hij jaren lang door het hoge noorden van Canada. Op één van zjjn expedities voor m(jnbouwondernemingen in 1919 nam hü een camera mee om voor zich zelf wat herinneringen vast te leggen aan de onbarmhartig primitieve maar grootse natuur. Die eerste film kwam nooit gereed. Terug in New-York ging Flaherty zijn opnamen monteren en gedachteloos stak hij daarbij een sigaar op. Iljj bracht 't er levend af, maar al zijn filmmateriaal ging verloren bij de ontzaglijke explosie, die volgde. Zo begon Flaherty's filmersloopbaan. Het jaar daarop trok hij weer naar het noorden en een bontfirma verzocht hem er een reclamefilmpje te maken over de bontwinning. Twee jaar later, in 1922, kwam de film klaar: „Nanook of the north". De opdrachtgevers waren er niet tevreden mee en da film werd vrijwel overal slecht ontvangen. Alleen enkele critici waagden het op te merken, dat Flaherty met „Nanook" een heel bijzonder werkstuk geleverd en een nieuw terrein voor de film ontsloten had: de documentaire. De tijd heeft die enkele critici gelijk gegeven. gINDSDIEN heeft Flaherty zich ge specialiseerd op de film en meer in het bijzonder op het documentaire genre, waarvan hij de vader is. In een filmstudio heeft hg nog nooit ge werkt, hetgeen een bgzonderheid is in de filmwereld. Het is trouwens ook een uniek verschgnsel, dat deze film regisseur in de dertig jaar, dat hg nu al met een camera werkt, in to taal slechts zeven grote (en een paar kleine) films gemaakt heeft. Maar die zeven films zgn dan ook bgzon- dere producten. Alle worden ze be heerst door het thema van de mens, die een strgd voert om zich in de pri mitieve natuur te handhaven. Zgn laatste film, „Louisiana Sto ry", kan als bekroning gelden van Flaherty's oeuvre. Ze werd opgenomen in de Petit Anse Bayou in een uit hoek van Zuid-Louisiana. Een bayou is een landstreek van bossen, meren en moerassen, te midden waarvan slechts enkele Franse kolonisten le ven op kleine terpen, in een nog vrg- wel maagdeigk oer-landschap. Ver schillende jaren leefde Flaherty in dit gebied om het door en door te leren kennen en het wezen ervan geheel te ervaren. (Zo ging hg trouwens voor al zgn films te werk). Het resultaat was een unieke film van bgzondere grootsheid. Hoofdfiguur in deze film is een na tuurkind, een jongen van goed twaalf jaar, zoon van kolonisten. In d« we reld van dit kind dringt de moderne beschaving binnen: de rust van het landschap wordt opgeschrikt door 't geronk van een motorboot, die een drgvende boortoren achter zich sleept. Machines worden opgesteld en werk lui beginnen een boorput te slaan. Het kinder ervaart dit alles met een men geling van vrees, verwondering en nieuwsgierigheid, die echter lang zaam aan plaats maken voor vriend schap tot de mensen, die proberen olie uit het moeras te winnen. Zo wordt in dit figuurtje de ontmoeting getekend van de primitieve, elemen taire natuur en de voorschry tiende techniek, 't Kind, dat nog één is met die natuur en vervuld van het geloof in geesten, weerwolven en magische natuurkrachten, ziet de techniek fa len: er komt geen olie, de proefboring mislukt. Maar dan gaat deze jongen hulp bieden: hg bezweert de boorput met een levende kikvors en werpt er ten slotte wat zout in, dat hg in een amulet om zgn hals droeg. En waar de techniek tekort schoot, gelooft hg het werk volbracht te hebben: want de olie welt op en de bron gaat spui ten. De technici slagen erin er een sluitstuk op te plaatsen en trekken dan verder naar nieuwe proefvelden. DAT IS ALLES: een verhaal van een proefboring, maar dan door de ogen van een natuurkind gezien vanuit de primitieve natuur. Ook al big kt, dat deze rolprent niet aJtgd De twaalfjarige Joseph Boudreaux, een natuurkind, speelt prachtig ongedwongen de hoofdrol in Robert Flaherty's grootse film Louisiana Story". tot een evenwicht komt de men sen heeft Flaherty niet altgd weten te beheersen in één groep met de na.- tuur het is toch een grandioze film geworden. Wonderigk mooi van foto grafie, prachtig en suggestief (door de NederlandsAmerikaanse Helen van Dongen gemonteerd vooral de scène van het gevecht tussen het kind en een alligator en nog fraaier de scè nes van het olieboren en uitnemend met geluid geïllustreerd: weinig dia logen, maar in hoofdzaak natuurge luiden en een, zeer krachtig de film beelden ondersteunende, boeiende film muziek van Virgil Thomson. Wat deze film echter maakt tot een kunstwerk van eerste orde, is haar bgzondere gave atmosfeer, die hier de film zo danig beheerst, dat zg tot een waar gedicht werd, een prachtige lofzang op de majestueuze grootsheid en mystieke schoonheid van de natuur. LONG-SHOT. restanten filmmuziek en tingeltangel- muziek en cafémuziek' in hun oren. Allemaal op weg naar een donker huls. Een zelfde huis in dezelfde soort straat in hetzelfde Amsterdam. Zo'n plein, omtrent middernacht, biedt geen verheugend beeld. Dat plein is nat van nevel en nat van regen. En de men sen zgn nat en de huizen. En het wa ter straalt van de gummi uniformjas sen der agenten en het straalt vanaf de parapluietjes der meisjes, die uur na uur hun zelfde drentelgangetjes maken op het trottoir onder het raam. Het Plein is moe, dat uur. Heel de avond heeft de amusements-zee ge golfd en gedeind. Overal was voor geld wel wat amusement te koop. Er is gelachen en gedanst. In de louche tentjes om de hoek kwelen de laatste sensuele saxofoonklanken. Portiers staan huiverend en gemelyk te wach ten op het einde. Er schuift een groepje provincialen voorbg. Elk heeft aan zgn arm een fel opgeschilderde marionet hangen, die eens, lang, lang geleden, van vrouweigke origine was. Mannen en marionetten worden opge slurpt door een donkere steeg, maar vanonder de vlerken van de nacht klinkt hun lachen na, en dat lachen is van een sinistere holheid. Zó moe ten eens de Schikgodinnen, toen ze heersten op Aarde, gelachen hebben. In Heck's Popularis worden de eer ste lichten uitgedraaid, maar de valse vissenbek steekt even aanmatigend en brutaal naar voren. In de Kroon Over 't Rembrandtsplein te middernacht staan de kellners te wachten tot de laatste heren en dames bereid zgn heen te gaan. Er is geen harder, bit ser, guurder en leger wereld denkbaar dan die van het Rembrandtsplein te middernacht. Het Plein der verloren illusies. Het Plein der moegedrentelde meisjes. Het Plein der moedeloze ta xi's, die als in elkaar gekrompen step- pedieren staan te wachten. Het Plein der afgewerkte buffetjuffrouwen. Het Plein der havelozen en huis-lozen. Het Plein der eenzamen, die weten, dat straks de lange reis naar het einde van de nacht weer begint. Nacht zon der illusies en nacht zonder veel hoop voor morgen. In de kamer achter me staat een kast. Daarnaast nog een kleinere kast. En een tafel met een bgbel erop. Die bgbel is een rustpunt van per- soonigkheid in dat radeloos onper- soonigke vertrek. Onpersoonlgk zgn de afschuweigke reproducties van Van Gogh-schildergen. Onpersoonlgk is het behang, onpersoonlgk de melkwitte ballonnetjes der lichtpunten. Het is daar in die kamer alleen maar netjes. En schoon. Maar nergens een bloem. Nergens een voorwerp dat een warme, milde herinnering opwekt aan een man of een vrouw, die hier eerder was. Voor mg. Er is geen enkele at mosfeer hier, nog niet een uiterste herinnering aan de aanwezigheid van een eerder geweest mens. En het een zaamst van al, en het meest onper soonlgk, is het bed. Strak en kil ais een woestgn. Tegen de ruiten slaat de regen nieu we vlagen neer. Het is haast midder nacht. Rembrandt staat er nog steeds in al zgn moedeloze moed. Er is niets groots en menseigks en nobels aan dat vereenzaamd Plein. Daar beneden zal geen Tristan zgn Isolde ontmoe ten. Onder dit hotelbalcon zal nooit een Julia zich tot haar geliefde over- buigen. Op dat asfalt wandelt geen Beatrgs. Daar beneden is niets dat glanst, of het moest de regen zgn op het plaveisel. Daar is niets dat schit tert, flitst en flonkert. Ergens in de verte komt een toren klok een nieuwe dag aanzeggen. Het is tgd te gaan slapen in dat witte, smalle bed, dat klaar staat. De gordgnen ruisen dicht en ik vraag me af of in deze kamer, voor dit venster, bg dit bed, eens die jonge dichter gestaan heeft, Jan Campert,- toen hg die bewogen zinnen schreef: Wie 's avonds voor de vensters staat hij ziet den warmen gloed die boven Leidsche en Rembrandtsplein de wolken walmen doet, hij ziet, wanneer hij oogen heeft, de onbewogen wacht van Heerengracht en Keizersgracht bij 't ingaan van den nacht. Ik denk het niet. Er is te veel gru- weigk proza in dit uur, rondom en op het Plein van Rembrandt, om ook maar één woord poëzie geboren te doen worden. Want dit is de harde wereld van de grote stad op het uur, dat staat aan het begin van de reis naar het einde van de nacht. ANTHONY VAN KAMPEN. Proces Judith Coplon verdaagd De openbare behandeling van de zaak tegen Judith Coplon, een 23-jarige voormalige Amerikaanse ambtenaar en Valentin Goebitsjef. een Russische ingenieur, die v ij de VN werkzaam was, is onverwacht opgeschort. Zy worden beschu.digd van samenzwe ring om Amerikaanse defensie-gehei men ia handen te krijgen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 3