Strijd tegen onkerkelijkheid in volle gang Dienstweigering in het Rampjaar Nederlands radio-team versterkt banden met Frankrijk Hef Nieuwe Boek Predikant in algemene dienst als centrale figuur Tal van factoren leidden tot geestelijk verval Uitzendingen in achttien verschillende talen Belangrijk werk van Franse omroep Schoonmaak ZATERDAG 11 MAART 1980 NED. HERV. KERK IN DE AANVAL TB GING EEN SCHOK door de Algemene Synode der Nederlands Hervormde Kerk. toen deze in de zomer van 1944 het rapport over de kerkelijke toestand in Noord-Holland in handen kreeg, dat een speciale commissie na een jaar van hard werken had ingediend. Men wist, dat het benoorden het IJ allerminst naar wens ging. De cijfers van de Volkstelling van 1930 hadden een grote mate van onkerkelijkheid bewezen. Ook was bekend, dat er van de honderdtwintig Her vormde gemeenten meer dan dertig vacant waren en dat het vrijwel onmogelijk was, voor deze vacatures predikanten te vinden. Gedelegeerden van Gemeente opbouw, die het land waren doorgetrokken, hadden In dit gebied allerminst opwekkende indrukken opgedaan. En nu lag daar het rapport van de commissie: een beschouwing, statistieken, een grote kaart die de vacante plaatsen en de kerkelijke verhoudingen in deze provincie aangaf. De leden van de Synode beseften, dat er inderdaad een complex van zeer krachtige maatregelen nodig zou zijn, wilde men voorkomen, dat een gehele provincie voor de Hervormde Kerk verloren ging. In tal van gemeenten zag men immers geen uitweg meer uit de moeilijkheden. Er zijn in die Synode-zitting de nodige besluiten genomen. Weliswaar verhinderde het verloop van de oorlog, dat ze dadelijk werden uit gevoerd, maar in de zomer van 1945 kon men toch starten. Er was een predikant in algemene dienst benoemd, nX ds. J. H. Klein Wassink, te Alkmaar, en men bad een Noodcommissie voor Noord-Holland ingesteld, die de nieuwbenoemde predikant moest bijstaan in zijn zware taak. de andere, tot een combinatie behoren de gemeenten, helemaal niet of slechts zeer moeilijk. De remedie. LIOE WAS die toestand zo moeilijk ge worden? Ds. Klein Wassink geeft er, als we er hem naar vragen, een zeer uitgebreid antwoord op. De cijfers, zo zegt hij, mogen misschien nog een stij ging van de onkerkelijkheid aangeven, in werkelijkheid is er, kan men wel zeggen, een kentering ingetreden. In de Zaanstreek is men uitgesproken an ti-kerkelijk; elders kan men slechts van onverschilligheid spreken. En deze is welwillender geworden, sinds men in de oorlog heeft begrepen, wat de Kerk is. Verschillende factoren hebben de ont kerstening van de provincie Noord-Hol land in de hand gewerkt. De bevolking is er zeer individualistisch van aard, een gevolg van het feit, dat de dorpen eeuwenlang geïsoleerd hebben gelegen, waardoor de binding aan de naaste maar zwak werd ervaren. Bovendien heeft men in de oude dorpen de neiging, de zaken pp hun beloop te laten. Toen door de inpolderingen van de zeventiende eeuw de bevolking van het oude land moest overschakelen van de zeevaart op de landbouw, zijn de besten wegge trokken. De rest bleef, hetgeen leidde tot een verduffing van het dorpsleven. Er kwam een zeker defaitisme. In de droogmakerijen vindt men die geest niet; daar leven nog Initiatief en durf. Fatale ontwikkeling. T)E HOLLANDER is bovendien sterk verstandelijk van instelling. Hij voelt weinig voor mystiek; hij wil weten, ver klaren. Daardoor is hij in het laatst van de vorige eeuw onder de indruk van de natuurwetenschappen gekomen. Deze bevredigden zijn wetensdrang. Het Mo dernisme van die dagen deed hem geen goed; dit sloot zich meer bij het weten dan bij het geloof aan. De zedeleer van de mensen is dan ook meer gegrondvest op het beginsel van het „knapjes le ven" dan op enige overweging van godsdienstige aard. Toch is er stellig een onderstroom van geloof, maar deze durft zich niet meer uiten. Velen, die er niet aan zouden denken, de banden met de kerk te verbreken, gaan toch niet naar de diensten; valse schaamte weerhoudt hen. Daardoor bedraagt het kerkbezoek meestal maar 8 tot 10 pro cent van het zielental. Er zijn nog andere omstandigheden, die een opbloei van het kerkelijke le ven in de weg staan. Doordat tal van kleine gemeenten hebben te wortselen met financiële tekorten, is het nodig combinaties te vormen. Dat is een kwaad ding. In de plaats, waar de pre dikant woont, gaat het dan doorgaans nog wel. Aangezien echter de binding aan de persoon zeer sterk is, gaat het in JO STONDEN de zaken ook in 1944, toen de' Synode te beslissen kreeg. De instelling van het ambt van predi kant in algemene dienst en van de noodcommissie voor Noord-Holland wa ren twee bewijzen van de zorg der Sy node voor het verwaarloosde pand. Sindsdien is er heel wat gebeurd. Ds. Klein Wassink vertelt er enthousiast over. Zijn beroepingsbrief omschreef in een zestal punten, wat er van hem werd verwacht en dat was heel wat: bevorderen, dat de vacante gemeenten worden bezet, hulpkrachten aanstellen in die piaatsen, waar een langdurige vacature te verwachten is, kerkelijke colleges en gemeenten activeren, aller lei instanties dienen met advies en voorlichting enz. enz. De nieuw benoemde predikant begon met te streven naar bezetting van de vacatures. De studentenarbeid werd op touw gezet. Theologische studenten uit Leiden, Utrecht en Amsterdam kwamen 's zomers paarsgewijze een paar weken in een vacante gemeente werken. Zij gingen op huisbezoek, zetten het kerke lijke kaartsysteem weer op poten, preekten en legden vaak een band, die na verloop van tijd leidde tot een beroep dat dan doorgaans sufcees had. De jongemensen hadden immers het terrein enigermate leren kennen. Daar door verzwakte het kwaad gerucht, dat al te lang het aanzien van dit gewest had geschaad. In combinaties van gemeenten wer den godsdienstonderwijzers benoemd ter assistentie van de predikant. Hier en daar zijn ook WIKA's aangesteld, de in Driebergen opgeleide „Werkers In Ker kelijke Arbeid". De Noodcommissie plaatste er vier in vacante gemeenten; ook hebben sommige gemeenten ze zelf aangesteld. Verder kregen een aantal gemeenten een subsidie tot dit doel. Er is een provinciaal centrum in Ber gen-Binnen gesticht, dat het middelpunt is van al het werk. Het dient als con ferentie-oord en als kadervormingscen trum en is als zodanig eigenlijk allang weer te klein, zo groot blijkt de belang stelling ervoor te zijn. Ook is sinds kort de gezinszorg aan gepakt Men heeft de diaconieën aange spoord, hun werk op een nieuwe ma nier aan te pakken. Er is een regionale sociale werkster aangesteld, mej. A. Bos, die sinds 15 Februari acht meisjes in opleiding heeft. Bovendien heeft de commissie nauw contact met de ver enigingen Kinderzorg en Tot Steun, die zich beide bezighouden met de zorg voor het verwaarloosde kind. Op dit terrein heeft men een verrassende ont wikkeling kunnen opmerken. De, Hol lander staat trouwens open voor een ge- looi. dat uit de werken spreekt Wanneer men nu de predikant in al gemene dienst vraagt, wat te midden van dit alles zjjn taak is, geeft hj) een heel simpel antwoord: Olie tussen de raderen zijn. Soms kan met een betrek kelijke kleinigheid heel veel worden bereikt Soms moet er langdurig worden geconfereerd, alvorens er resultaten en verbeteringen mogen worden verwacht. Dat maakt de taak van ds. Klein Was sink tegelijkertijd boeiend en vermoei end. Steeds immers kan men weer iets anders verwachten. Natuurlijk kan men nu nog niet zeggen, dat er resultaten zijn behaald. Wel is er in vergelijking tot een vijftiental Jaren geleden Iets aan het veranderen. Ds. Klein Wassink hoopt van harte, dat men over vijf en twintig Jaar zal kunnen zeggen: Het was goed, dat dit werk werd aangepakt. J. M. Selleger-Elout.Jienau", uitgeverij Servire, Den Haag. Deze zeer aardige roman voor oudere meisjes gaat over Joan, die door haar broers Kenau wordt genoemd. Zij is het oudste dochtertje uit een groot ge zin. Ze heeft een vast, trots en eerlijk karakter, met sterke sympathieën en antipathieën, die haar dikwijls ln moeilijkheden brengen. Vooral op school geeft dit veel problemen, vooral als Joan, gedreven door een gevoel van rechtvaardigheid en door haar spontaan karakter, voor anderen in de bres meent te moeten springen. La ter zien we naast Joan, als ze bij haar tante in Utrecht woont, waar ze het gymnasium bezoekt, de meisjesstuden ten, die, onbewust, meehelpen aan de vorming van Joan's nieuwe, mildere levensopvatting. Het boek is goed ge schreven. Voor oudere meisjes een prachtig bezit! Naar de Tropen. De bekende firma Douwe Egberts te Joure, is er in geslaagd een stuk re clame te geven dat er in alle opzich ten mag zijn. Het is een reisverhaal Nederland— Indonesië, waarin een groot aantal prachtige kleurenfoto's is opgenomen dat dit boekwerk tot een standaard werk maakt De tekst werd geschreven door W. G. N. de Keizer, tropenkenne,- by uitstek en -een van de kundigste Nederlandse journalisten. De kleuren foto's zijn van Wim Berssenbrugge en Mr. A Hustinx. Het boek is prachtig geschreven er. neemt ons mee laftgs de routes over zee en door de lucht. De schoonhei^ van de natuur wordt op meesterlijke wijze weergegeven en door buitenge woon goed geslaagde foto's tot leven gebracht. Wie wat waar? Jaarboek 1950. Uitgeverij „Wie wat waar" Rotterdam. Wie is het, wat is er precies gebeurd, waar heeft het plaats gevonden? Dat zijn de vragen, die ieder zien wel eens stelt en als het gebeurtenis sen in 1949 betreft, kan men daarop dadelijk het antwoord vinden in het handige jaarboekje „Wie wat waar", dat in chronologische volgorde mede delingen doet over alle opmerkelijke gebeurtenissen uit binnen en buiten and. Men vindt hierin o.a. de namen van alle Nederlandse gemeenten pro- vinciegewjjs ingedeeld, de samenstel ling der Kamers, met namen en adres sen van alle leden der Staten-Gene raai. Verder tal van wetenswaardig heden op economisch en financieel gebied, bijzonderheden over Indone sië en onze bezittingen in de West over sportgebeurtenissen, politie en justitie, metereologie, schepen en ha vens, planten muziek en componisten wereldpolitiek, landen en wapenen ordetekenen en tal van andere ge gevens welke men te enigertijd zal willen kennen. Goed boek van Wesllriese schrijfsler lei Paris, Radiodillusion Frangaise (Van onze correspondent te Parijs). QE CHAMPS ELYSéES is de mooiste avenue van de wereld. Geen buiten lander, die ln Parijs komt, zal niet minstens een paar maal van de Place) de I'Etoile naar de Place de la Concorde vice versa flaneren om al die smaak volle etalages en ai die zo elegant aangeklede Parislennes te kunnen bewon deren. Zy zullen daar de chicste café's van Parys gezien hebben, waarvoor de l'arjjzenaars ln deze zeldzaam zachte winter nog altyd buiten hun kopje zwarte koffie of hun glas witte wijn drinken; zy zullen een-blik werpen in die luxueuse Parys bars, waar de filmsterren van de gehele wereld elkaar ontmoeten; zy zullen de allerduurste auto's met de meest uitheemse num merborden langs de trottoirs zien staan en zy zullen een blik laten glijden over de hoge statige hulzen, die langs de avenue staan. Maar aan het ge bouw op nummero 18 van de Champs Elysées zullen zy niets byzonders zien. En toch klopt hier het hart van de reusachtige nationale Franse radio- omroep, die met zjjn 67 zenders één van de grote der wereld is. [^ATEN WLJ dit onopvallende gebouw eens naar binnen stappen en met de lift naar de vijfde etage gaan. Daar werkt een Nederlandse ploeg van een man of v()f, die belast is met de voor Nederland bestemde uitzendingen van de Franse radio. Er is een Franse chef. Jean Sonkin, die Nederland goed kent en dig politiek verantwoordeiyk is voor die dagelykse uitzending naar Neder land; verder zjjn er een Nederlands meisje, dat de mode-uitzendingen en de uitzendingen voor de vrouw maakt, oen kunstredacteur, een sportredac teur en een economisch medewerker Deze Nederlandse ploeg heeft tot taak de vriendschapsbanden tussen Neder land en Frankrjjk via de radio zo nauw mogelijk aan te halen. En dit gebeurt in een dagelijkse uitzending van een half uur, die 's avonds van half elf tot elf uur via de zender Lille op 247 meter wordt uitgezonden. Zo zendt de Franse radio ln 18 ver schillende talen naar 23 verschillende landen uit en u begrijpt dus, dat u in die gangen van dat grote, ietwat sombere gebouw van de Franse Ra dio, één van de 32 van de R.D.F. in Parijs, al de talen van onze verdeelde uitzendingen naar het buitenland, die natuurlijk handen vol geld kosten, staan onder leiding van de heer Leon Rollin. Natuurlijk ^vordt er ook heel wat geruild. Ruil met Nederland. QOK MET NEDERLAND bestaat er een drukke uitwisseling, vooral met de AVRO en de KRO. Al deze programma's worden door de Franse Radio in de taal van het betreffende land gemaakt. De programma's, die „Dame Radio", zoals men de Radio- diffusion hier noemt, uit het buiten land op platen ontvangt, worden door een speciaal daarvoor ingestelde zen der in de lucht gestuurd. Dit is Pans Inter, de meest beluisterde zender van Parys. Paris Inter zendt iedere week ook minstens twee programma's in hei Frans over Nederland uit. Dit zijn montages, die door de Wereldomroep in Hilversum op platen zijn opgeno men en naar Parys gestuurd worden en die zich in Frankrijk reeds een grote populariteit hebben verworven. Of het zijn montages, die de Neder landse sectie met uit Nederland ge stuurde platen maakt. Mocht u dus eens ln Parijs zyn en u zet een radio aan, dan moet u niet verwonderd zyn, wanneer u „In een blauw geruite kiel" hoort zingen. Behalve Paris Inter Zjjn er ln Parys nog twee landelijke zenders, te weten de Parijse en de, Nationale, die ieder hun eigen genre hebben. De Paryse zender zendt alleen lichte program ma's uit, dansmuziek, variété, chan sons, cabarets enz. en de nationale zender alleen de ernstige program ma's, zoals concerten, hoorspelen conferenties enz. Deze Indeling heeft men dit jaar voor het eerst doorge voerd en, naar gebleken is, tot grote tevredenheid van de luisteraars. Dure liedjes. De beroemde Franse chansonniers, zoals Tino Rossi, Charles Tremet, Maurlce Chavelier -en Edith Piaf heb ben allemaal een vast wekelflks kwar tier op de Franse radio. Dit zyn ont stellend kostbare kwartiertjes, want mensen met zulke namen zingen niet voor niets. Ik weet bijv., dat een bui tenlandse radio Chevalier gevraagd had een uitzending te komen maken. De man met de strooien hoed vroeg voor dat kwartiertje zingen een halt millioen francs. Er zjjn duidelijke verschillen tus sen de programma's van de R.D.F. en die van de Nederlandse radio. Over 't algemeen kan men zeggen, dat er voor de Franse microfoons veel min der gepraat wordt dan voor de Ne derlandse. De ervaring heeft nameiyh geleerd, dat 80% van de Franse luis teraars hun radio op een ander sta tion afstellen, wanneer zij een uitzen ding horen, waarin meer dan 90 se conden achter elkaar gesproken wordt Het gedeelte, dat aan de klassieke muziek besteed wordt, is helaas klei ner dan in Nederland, maar het sym pathieke Franse chanson vult meer dan de helft van de dag, hetgeen ove rigens ook wel eens eentonig is. Dan is er ten slotte nog een feit, waarop gewezen dient te worden en dat is, dat men voor een Franse mi crofoon veel meer kan zeggen dan voor een Nederlandse. In Nederland heeft ieder grapje, dat ook maar enigszins gewaagd is, dozijnen protestbrieven tot gevolg. Maar de Franse cabare tlers vertellen soms grapjes, die lk hier niet graag zou willen navertel len, ofschoon ze zeer geestig zyn! J. VisserRoosendaal: Terwijl de Schepen Wachtten. Uit?. „West-Friesland", Hoorn. De titel moge wat alarmerend lui den, maar een „dienstweigering is het toch wel geweest, daar in West-Fries land, toen de mannen onder de wape nen werden geroepen om het land te helpen verdedigen tegen de vier vij anden, Frankrijk. Engeland. Munster en Keulen, die het in het rampjaar 1672 bespronge hadden. .JHeeren Gecomit- teerde Raden in West-Friesland en het Noorderkwartier" hadden de hoplieden in de verschillende dorpen „scherpelljk aangezegd, dat ze met al hun op geweer staande manschappen, niemand uitge zonderd, naar Leek moesten vertrek ken en vandaar met schepen naar Den Helder". Als iemand het niet deed zou hij aan den lijve gestraft worden Nochtans.... geen der mannen te Ven huizen, Ooster- en Westerblokker, de dorpen in De Streek en langs de dijk voldeed aan zijn plicht en de schepen bleven op de rede van Leek vergeefs wachten. Dat kwam zo, omdat de vrouwen een spaak in het wiel staken. Alle weerbare mannen weg, midden in de hooitijd en terwijl er aan de dijken nog zoveel moest geschieden om ze bestand te maken tegen de najaarsstor men. terwijl bovendien de Fransen, die al voor Utrecht lagen, straks het land misschien zouden overstromen? Daar moest iets tegen gebeuren en het was nog wel de vrouw van IJsbrand Pietersz Visser, de burgemeester van Venhuizen, die het oproer ontketende en alle vrouwen er toe kreyg. dat zii zich meester maakten van de geweren van hun mannen en dat zij alle mond kost, die de mannen mee moesten ne men op hun reis naar Den Helder verstopten, zodat er geen man aan de oproep uit Hoorn gevolg kon geven. Nu, de zaak werd spoedig gesust men zag te Hoorn in, dat deze levée en masse (waar men tegenwoordig al lang niet meer van staat te kijken) toch wel wat onbesuisd was afgekondigd terwijl bovendi'-.i de geruchten omtrent eep landing van de Engelsen en Fran sen bij Petten onluist bleken. En dus werd. naar 's lands wijs. genoegen ge nomen met de onkomst onder de wa penen van ben die er zich vrijwillig voor opgaven. Het Wpstfriese vrouwen- oproer had het beoogde resultaat ge had en daar per slot van rekening de Fransen Holland toch niet hebben kun nen vermeesteren en de redeloosheid en radeloosheid van volk en regering spoe dig kalmeerden nadat er weer een Oranje aan het hoofd van de Unie was gekomen, mag men aannemen, dat de vrouwen van Venhuizen en omgeving de republiek toch niet ernstig ln ge vaar hebben gebracht. De gebeurtenissen welke we hierbo ven samenvatten, vormen als het ware de apotheose van de roman van me vrouw Visser Roosendaal en we gaan nu maar af óp haar woord, dat ze zich aldus ongeveer hebben toegedragen, fn onze geschiedenis zal men er tevergeefs naar zoeken, maar daar staan wel meer dingen niet in die toch van belang zijn geweest en men krijgt de Indruk, dat de schrijfster wel degelijk studie heeft gemaakt van haar stof en van de Westfriese toestanden uit de tijd, waar in ze haar verhaal laat spelen, al geeft ze er dan geen gedocumenteerde verant woording van. Men vraagt zich echter o.a. af, of de schrijfster aan het zeven tiende eeuwse Den Helder niet een strategische betekenis schenkt welke het toen bepaald nog niet bezeten kan hebben, daar het nog maar een volko men onbetekenend plaatsje was. Hoe dit zij wanneer men het boek voornamelijk om het verhaal neemt, dan is het zeer zeker welgeslaagd te noemen. Mevrouw Visser kan vertellen en wat ze verhaalt over de lotgevallen van haar Westfriese mensen Is onder houdend en de moeite waard. Vooral van Welmoet IJsbrands. de dochter van de burgemeester die het parool van de opstand rondbrengt langs de omliggende dorpen, heeft zij een sympathieke fi guur gemaakt, die men het levensge luk gaarne gunt dat er aan het eind van het boek voor haar gaat blinken. Doch ook de andere figuren zijn over het algemeen welverzorgd uit de pen gekomen. Zelfs de weinig sympathieke Aagt Evers, die haar verweesd nichtje Grietje bij zich in huis neemt, maar het kind daar laat verkommeren, wordt met enkele trekken toch meer als een deerniswekkend dan een van inborst slecht mens getekend, omdat het leven zoveel van haar genomen heeft, dat ze zich aan niets in dat leven meer hech ten wil en alleen daarom, gelijk de ouden zeiden „haar hart verhardt". Met veel liefde heeft de schrijfster zich in de verscheidene typen van het wat roerige maar toch gewoonlijk in zichzelf besloten Westfriese volk ver diept: al heeft zij ze dan missohien een wat te modern geestelijk gewaad aan getrokken. waardoor hun gesprekken en hun creaties op de gebeurtenissen niet geheel in het kader van de tijd passen. Doch er zijn gevoelens die eeuwig zijn, en voorzover die een rol in het verhaal spelen kan men ze niet alleen accepteren, maar het ook dank baar erkennen, dat mevrouw Vlsser- Roosendaal er op zo eenvoudige, hel dere wijze over wist te schrijven. WITSEN ELIAS. Bakboordsvuur. Bij Engelhard, van Embden en Go te Amsterdam is van de hand van Anton Beuving onder bovenstaande titel een zeemansroman verschenen. Een rood harig jongetje, verschopt en bespot, groeit op tot ecii stoere zeeman, een man die echter geheel zijn gedachten- leven Instelt op een jeugdliefde. Ook het latere leven van „de rooie" gaat, evenmin als zijn jeugd, over rozen, doch de grote ontgoocheling komt pas, wanneer hij moet ervaren, dat het meisje hem allerminst trouw is en zich bezondigt aan een minder eer bare levenswandel. Het slot is een moord. Een knap geschreven roman, stoer en fors, maar eerlijk en oprecht Een waar stuk zeemansleven. Nieuwe uitgaven van „Hormonio" Bij de muziekuitgeverij „Harmonia" zijn twee muziekwerkjes verschenen. Het eerste ls voor orgel (zonder pe daal) of harmonium en draagt de ti tel .Oude Meesters". Er zijn verschet- dene orgelcomposities ln opgenomen, o.a. van J. Pz, Sweelinck, J. S. Bach, W. F. Bach, J. J Froberger, J. G. Töpfer e.a. Het tweede werkje is voor piano en gecomponeerd door Tom Schults. Het is getiteld „Children's Happiness" en bestaat uit drie delen. Lied van de week Hol de zon die is gekomen, En, wat nogal logisch is, 0<5Jc de grote voorjaarsschoonmaak, Want dat kan gewoon niet mis. Met de eerste zonnestralen Die je woning binnen gaan Vliegt je inboedel naar buiten, ls het met de rust gedaan. O, waar moet een man zich bergen Als mama de scepter zwaait Èn de hele lieve wereld Enkel om de schoonmaak draait. Rust is hem niet meer beschoren, Hfj is ballast, anders niet, Die mama het allerliefste Maar meteen verdwijnen ziet. Zit hij even tn een hoekje Dan zegt moeder: „Hoepel op' Help me liever met de kasten Maak eens gauw een beetje sop. Hé, nou sta je op het schone, Doe toch niet zo euvels dom, Luister.' baby ligt te huilen, Draai hem gauw een luier om." Arme mannen, lk beklaag u ln die nare schoonmaaktijd, Zónder vrouwen, mét tirannen, En geen grein gezelligheid. Met wat korstjes op een bordje Of een opgewarmde prak, En met tranen in de open Wegens al d' amoniak. Doch laat dit ons maar een tot troost zijn. Dat er weer een eind aan komt En dat moeder na de schoonmaak Niet meer op haar ega bromt. Na de regen komt de zon weer: Oók de schoonmaak gaat voorbij En dan is het, welk een vreugde. Allemaal weer koek en ei. JABSON

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 11