Strijd tegen onkerkelijkheid in volle gang
Dienstweigering in het Rampjaar
Nederlands radio-team versterkt
banden met Frankrijk
Hef Nieuwe Boek
Predikant in algemene dienst als centrale figuur
Tal van factoren leidden
tot geestelijk verval
Uitzendingen in achttien verschillende talen
Belangrijk werk van
Franse omroep
Schoonmaak
ZATERDAG 11 MAART 1980
NED. HERV. KERK IN DE AANVAL
TB GING EEN SCHOK door de Algemene Synode der Nederlands Hervormde
Kerk. toen deze in de zomer van 1944 het rapport over de kerkelijke toestand
in Noord-Holland in handen kreeg, dat een speciale commissie na een jaar van
hard werken had ingediend. Men wist, dat het benoorden het IJ allerminst naar
wens ging. De cijfers van de Volkstelling van 1930 hadden een grote mate van
onkerkelijkheid bewezen. Ook was bekend, dat er van de honderdtwintig Her
vormde gemeenten meer dan dertig vacant waren en dat het vrijwel onmogelijk
was, voor deze vacatures predikanten te vinden. Gedelegeerden van Gemeente
opbouw, die het land waren doorgetrokken, hadden In dit gebied allerminst
opwekkende indrukken opgedaan. En nu lag daar het rapport van de commissie:
een beschouwing, statistieken, een grote kaart die de vacante plaatsen en de
kerkelijke verhoudingen in deze provincie aangaf. De leden van de Synode
beseften, dat er inderdaad een complex van zeer krachtige maatregelen nodig
zou zijn, wilde men voorkomen, dat een gehele provincie voor de Hervormde
Kerk verloren ging. In tal van gemeenten zag men immers geen uitweg meer
uit de moeilijkheden. Er zijn in die Synode-zitting de nodige besluiten genomen.
Weliswaar verhinderde het verloop van de oorlog, dat ze dadelijk werden uit
gevoerd, maar in de zomer van 1945 kon men toch starten. Er was een predikant
in algemene dienst benoemd, nX ds. J. H. Klein Wassink, te Alkmaar, en men
bad een Noodcommissie voor Noord-Holland ingesteld, die de nieuwbenoemde
predikant moest bijstaan in zijn zware taak.
de andere, tot een combinatie behoren
de gemeenten, helemaal niet of slechts
zeer moeilijk.
De remedie.
LIOE WAS die toestand zo moeilijk ge
worden? Ds. Klein Wassink geeft er,
als we er hem naar vragen, een zeer
uitgebreid antwoord op. De cijfers, zo
zegt hij, mogen misschien nog een stij
ging van de onkerkelijkheid aangeven,
in werkelijkheid is er, kan men wel
zeggen, een kentering ingetreden. In
de Zaanstreek is men uitgesproken an
ti-kerkelijk; elders kan men slechts van
onverschilligheid spreken. En deze is
welwillender geworden, sinds men in
de oorlog heeft begrepen, wat de Kerk
is.
Verschillende factoren hebben de ont
kerstening van de provincie Noord-Hol
land in de hand gewerkt. De bevolking
is er zeer individualistisch van aard, een
gevolg van het feit, dat de dorpen
eeuwenlang geïsoleerd hebben gelegen,
waardoor de binding aan de naaste maar
zwak werd ervaren. Bovendien heeft
men in de oude dorpen de neiging, de
zaken pp hun beloop te laten. Toen door
de inpolderingen van de zeventiende
eeuw de bevolking van het oude land
moest overschakelen van de zeevaart
op de landbouw, zijn de besten wegge
trokken. De rest bleef, hetgeen leidde
tot een verduffing van het dorpsleven.
Er kwam een zeker defaitisme. In de
droogmakerijen vindt men die geest
niet; daar leven nog Initiatief en durf.
Fatale ontwikkeling.
T)E HOLLANDER is bovendien sterk
verstandelijk van instelling. Hij voelt
weinig voor mystiek; hij wil weten, ver
klaren. Daardoor is hij in het laatst van
de vorige eeuw onder de indruk van de
natuurwetenschappen gekomen. Deze
bevredigden zijn wetensdrang. Het Mo
dernisme van die dagen deed hem geen
goed; dit sloot zich meer bij het weten
dan bij het geloof aan. De zedeleer van
de mensen is dan ook meer gegrondvest
op het beginsel van het „knapjes le
ven" dan op enige overweging van
godsdienstige aard. Toch is er stellig
een onderstroom van geloof, maar deze
durft zich niet meer uiten. Velen, die
er niet aan zouden denken, de banden
met de kerk te verbreken, gaan toch
niet naar de diensten; valse schaamte
weerhoudt hen. Daardoor bedraagt het
kerkbezoek meestal maar 8 tot 10 pro
cent van het zielental.
Er zijn nog andere omstandigheden,
die een opbloei van het kerkelijke le
ven in de weg staan. Doordat tal van
kleine gemeenten hebben te wortselen
met financiële tekorten, is het nodig
combinaties te vormen. Dat is een
kwaad ding. In de plaats, waar de pre
dikant woont, gaat het dan doorgaans
nog wel. Aangezien echter de binding
aan de persoon zeer sterk is, gaat het in
JO STONDEN de zaken ook in 1944,
toen de' Synode te beslissen kreeg.
De instelling van het ambt van predi
kant in algemene dienst en van de
noodcommissie voor Noord-Holland wa
ren twee bewijzen van de zorg der Sy
node voor het verwaarloosde pand.
Sindsdien is er heel wat gebeurd. Ds.
Klein Wassink vertelt er enthousiast
over. Zijn beroepingsbrief omschreef
in een zestal punten, wat er van hem
werd verwacht en dat was heel wat:
bevorderen, dat de vacante gemeenten
worden bezet, hulpkrachten aanstellen
in die piaatsen, waar een langdurige
vacature te verwachten is, kerkelijke
colleges en gemeenten activeren, aller
lei instanties dienen met advies en
voorlichting enz. enz.
De nieuw benoemde predikant begon
met te streven naar bezetting van de
vacatures. De studentenarbeid werd op
touw gezet. Theologische studenten uit
Leiden, Utrecht en Amsterdam kwamen
's zomers paarsgewijze een paar weken
in een vacante gemeente werken. Zij
gingen op huisbezoek, zetten het kerke
lijke kaartsysteem weer op poten,
preekten en legden vaak een band,
die na verloop van tijd leidde tot een
beroep dat dan doorgaans sufcees had.
De jongemensen hadden immers het
terrein enigermate leren kennen. Daar
door verzwakte het kwaad gerucht, dat
al te lang het aanzien van dit gewest
had geschaad.
In combinaties van gemeenten wer
den godsdienstonderwijzers benoemd
ter assistentie van de predikant. Hier en
daar zijn ook WIKA's aangesteld, de in
Driebergen opgeleide „Werkers In Ker
kelijke Arbeid". De Noodcommissie
plaatste er vier in vacante gemeenten;
ook hebben sommige gemeenten ze zelf
aangesteld. Verder kregen een aantal
gemeenten een subsidie tot dit doel.
Er is een provinciaal centrum in Ber
gen-Binnen gesticht, dat het middelpunt
is van al het werk. Het dient als con
ferentie-oord en als kadervormingscen
trum en is als zodanig eigenlijk allang
weer te klein, zo groot blijkt de belang
stelling ervoor te zijn.
Ook is sinds kort de gezinszorg aan
gepakt Men heeft de diaconieën aange
spoord, hun werk op een nieuwe ma
nier aan te pakken. Er is een regionale
sociale werkster aangesteld, mej. A.
Bos, die sinds 15 Februari acht meisjes
in opleiding heeft. Bovendien heeft de
commissie nauw contact met de ver
enigingen Kinderzorg en Tot Steun, die
zich beide bezighouden met de zorg
voor het verwaarloosde kind. Op dit
terrein heeft men een verrassende ont
wikkeling kunnen opmerken. De, Hol
lander staat trouwens open voor een ge-
looi. dat uit de werken spreekt
Wanneer men nu de predikant in al
gemene dienst vraagt, wat te midden
van dit alles zjjn taak is, geeft hj) een
heel simpel antwoord: Olie tussen de
raderen zijn. Soms kan met een betrek
kelijke kleinigheid heel veel worden
bereikt Soms moet er langdurig worden
geconfereerd, alvorens er resultaten en
verbeteringen mogen worden verwacht.
Dat maakt de taak van ds. Klein Was
sink tegelijkertijd boeiend en vermoei
end. Steeds immers kan men weer iets
anders verwachten. Natuurlijk kan men
nu nog niet zeggen, dat er resultaten
zijn behaald. Wel is er in vergelijking
tot een vijftiental Jaren geleden Iets aan
het veranderen. Ds. Klein Wassink
hoopt van harte, dat men over vijf en
twintig Jaar zal kunnen zeggen: Het
was goed, dat dit werk werd aangepakt.
J. M. Selleger-Elout.Jienau",
uitgeverij Servire, Den Haag.
Deze zeer aardige roman voor oudere
meisjes gaat over Joan, die door haar
broers Kenau wordt genoemd. Zij is
het oudste dochtertje uit een groot ge
zin. Ze heeft een vast, trots en eerlijk
karakter, met sterke sympathieën en
antipathieën, die haar dikwijls ln
moeilijkheden brengen. Vooral op
school geeft dit veel problemen, vooral
als Joan, gedreven door een gevoel
van rechtvaardigheid en door haar
spontaan karakter, voor anderen in
de bres meent te moeten springen. La
ter zien we naast Joan, als ze bij haar
tante in Utrecht woont, waar ze het
gymnasium bezoekt, de meisjesstuden
ten, die, onbewust, meehelpen aan de
vorming van Joan's nieuwe, mildere
levensopvatting. Het boek is goed ge
schreven. Voor oudere meisjes een
prachtig bezit!
Naar de Tropen.
De bekende firma Douwe Egberts te
Joure, is er in geslaagd een stuk re
clame te geven dat er in alle opzich
ten mag zijn.
Het is een reisverhaal Nederland—
Indonesië, waarin een groot aantal
prachtige kleurenfoto's is opgenomen
dat dit boekwerk tot een standaard
werk maakt De tekst werd geschreven
door W. G. N. de Keizer, tropenkenne,-
by uitstek en -een van de kundigste
Nederlandse journalisten. De kleuren
foto's zijn van Wim Berssenbrugge en
Mr. A Hustinx.
Het boek is prachtig geschreven er.
neemt ons mee laftgs de routes over
zee en door de lucht. De schoonhei^
van de natuur wordt op meesterlijke
wijze weergegeven en door buitenge
woon goed geslaagde foto's tot leven
gebracht.
Wie wat waar? Jaarboek 1950.
Uitgeverij „Wie wat waar"
Rotterdam.
Wie is het, wat is er precies gebeurd,
waar heeft het plaats gevonden?
Dat zijn de vragen, die ieder zien
wel eens stelt en als het gebeurtenis
sen in 1949 betreft, kan men daarop
dadelijk het antwoord vinden in het
handige jaarboekje „Wie wat waar",
dat in chronologische volgorde mede
delingen doet over alle opmerkelijke
gebeurtenissen uit binnen en buiten
and. Men vindt hierin o.a. de namen
van alle Nederlandse gemeenten pro-
vinciegewjjs ingedeeld, de samenstel
ling der Kamers, met namen en adres
sen van alle leden der Staten-Gene
raai. Verder tal van wetenswaardig
heden op economisch en financieel
gebied, bijzonderheden over Indone
sië en onze bezittingen in de West
over sportgebeurtenissen, politie en
justitie, metereologie, schepen en ha
vens, planten muziek en componisten
wereldpolitiek, landen en wapenen
ordetekenen en tal van andere ge
gevens welke men te enigertijd zal
willen kennen.
Goed boek van Wesllriese schrijfsler
lei Paris, Radiodillusion Frangaise
(Van onze correspondent te Parijs).
QE CHAMPS ELYSéES is de mooiste avenue van de wereld. Geen buiten
lander, die ln Parijs komt, zal niet minstens een paar maal van de Place)
de I'Etoile naar de Place de la Concorde vice versa flaneren om al die smaak
volle etalages en ai die zo elegant aangeklede Parislennes te kunnen bewon
deren. Zy zullen daar de chicste café's van Parys gezien hebben, waarvoor de
l'arjjzenaars ln deze zeldzaam zachte winter nog altyd buiten hun kopje
zwarte koffie of hun glas witte wijn drinken; zy zullen een-blik werpen in
die luxueuse Parys bars, waar de filmsterren van de gehele wereld elkaar
ontmoeten; zy zullen de allerduurste auto's met de meest uitheemse num
merborden langs de trottoirs zien staan en zy zullen een blik laten glijden
over de hoge statige hulzen, die langs de avenue staan. Maar aan het ge
bouw op nummero 18 van de Champs Elysées zullen zy niets byzonders zien.
En toch klopt hier het hart van de reusachtige nationale Franse radio-
omroep, die met zjjn 67 zenders één van de grote der wereld is.
[^ATEN WLJ dit onopvallende gebouw
eens naar binnen stappen en met
de lift naar de vijfde etage gaan. Daar
werkt een Nederlandse ploeg van een
man of v()f, die belast is met de voor
Nederland bestemde uitzendingen van
de Franse radio. Er is een Franse chef.
Jean Sonkin, die Nederland goed kent
en dig politiek verantwoordeiyk is voor
die dagelykse uitzending naar Neder
land; verder zjjn er een Nederlands
meisje, dat de mode-uitzendingen en
de uitzendingen voor de vrouw maakt,
oen kunstredacteur, een sportredac
teur en een economisch medewerker
Deze Nederlandse ploeg heeft tot taak
de vriendschapsbanden tussen Neder
land en Frankrjjk via de radio zo
nauw mogelijk aan te halen. En dit
gebeurt in een dagelijkse uitzending
van een half uur, die 's avonds van
half elf tot elf uur via de zender Lille
op 247 meter wordt uitgezonden.
Zo zendt de Franse radio ln 18 ver
schillende talen naar 23 verschillende
landen uit en u begrijpt dus, dat u
in die gangen van dat grote, ietwat
sombere gebouw van de Franse Ra
dio, één van de 32 van de R.D.F. in
Parijs, al de talen van onze verdeelde
uitzendingen naar het buitenland, die
natuurlijk handen vol geld kosten,
staan onder leiding van de heer Leon
Rollin. Natuurlijk ^vordt er ook heel
wat geruild.
Ruil met Nederland.
QOK MET NEDERLAND bestaat er
een drukke uitwisseling, vooral
met de AVRO en de KRO. Al deze
programma's worden door de Franse
Radio in de taal van het betreffende
land gemaakt. De programma's, die
„Dame Radio", zoals men de Radio-
diffusion hier noemt, uit het buiten
land op platen ontvangt, worden door
een speciaal daarvoor ingestelde zen
der in de lucht gestuurd. Dit is Pans
Inter, de meest beluisterde zender van
Parys. Paris Inter zendt iedere week
ook minstens twee programma's in hei
Frans over Nederland uit. Dit zijn
montages, die door de Wereldomroep
in Hilversum op platen zijn opgeno
men en naar Parys gestuurd worden
en die zich in Frankrijk reeds een
grote populariteit hebben verworven.
Of het zijn montages, die de Neder
landse sectie met uit Nederland ge
stuurde platen maakt. Mocht u dus
eens ln Parijs zyn en u zet een radio
aan, dan moet u niet verwonderd zyn,
wanneer u „In een blauw geruite
kiel" hoort zingen.
Behalve Paris Inter Zjjn er ln Parys
nog twee landelijke zenders, te weten
de Parijse en de, Nationale, die ieder
hun eigen genre hebben. De Paryse
zender zendt alleen lichte program
ma's uit, dansmuziek, variété, chan
sons, cabarets enz. en de nationale
zender alleen de ernstige program
ma's, zoals concerten, hoorspelen
conferenties enz. Deze Indeling heeft
men dit jaar voor het eerst doorge
voerd en, naar gebleken is, tot grote
tevredenheid van de luisteraars.
Dure liedjes.
De beroemde Franse chansonniers,
zoals Tino Rossi, Charles Tremet,
Maurlce Chavelier -en Edith Piaf heb
ben allemaal een vast wekelflks kwar
tier op de Franse radio. Dit zyn ont
stellend kostbare kwartiertjes, want
mensen met zulke namen zingen niet
voor niets. Ik weet bijv., dat een bui
tenlandse radio Chevalier gevraagd
had een uitzending te komen maken.
De man met de strooien hoed vroeg
voor dat kwartiertje zingen een halt
millioen francs.
Er zjjn duidelijke verschillen tus
sen de programma's van de R.D.F. en
die van de Nederlandse radio. Over 't
algemeen kan men zeggen, dat er
voor de Franse microfoons veel min
der gepraat wordt dan voor de Ne
derlandse. De ervaring heeft nameiyh
geleerd, dat 80% van de Franse luis
teraars hun radio op een ander sta
tion afstellen, wanneer zij een uitzen
ding horen, waarin meer dan 90 se
conden achter elkaar gesproken wordt
Het gedeelte, dat aan de klassieke
muziek besteed wordt, is helaas klei
ner dan in Nederland, maar het sym
pathieke Franse chanson vult meer
dan de helft van de dag, hetgeen ove
rigens ook wel eens eentonig is.
Dan is er ten slotte nog een feit,
waarop gewezen dient te worden en
dat is, dat men voor een Franse mi
crofoon veel meer kan zeggen dan voor
een Nederlandse. In Nederland heeft
ieder grapje, dat ook maar enigszins
gewaagd is, dozijnen protestbrieven
tot gevolg. Maar de Franse cabare
tlers vertellen soms grapjes, die lk
hier niet graag zou willen navertel
len, ofschoon ze zeer geestig zyn!
J. VisserRoosendaal: Terwijl
de Schepen Wachtten. Uit?.
„West-Friesland", Hoorn.
De titel moge wat alarmerend lui
den, maar een „dienstweigering is het
toch wel geweest, daar in West-Fries
land, toen de mannen onder de wape
nen werden geroepen om het land te
helpen verdedigen tegen de vier vij
anden, Frankrijk. Engeland. Munster
en Keulen, die het in het rampjaar 1672
bespronge hadden. .JHeeren Gecomit-
teerde Raden in West-Friesland en het
Noorderkwartier" hadden de hoplieden
in de verschillende dorpen „scherpelljk
aangezegd, dat ze met al hun op geweer
staande manschappen, niemand uitge
zonderd, naar Leek moesten vertrek
ken en vandaar met schepen naar Den
Helder". Als iemand het niet deed zou
hij aan den lijve gestraft worden
Nochtans.... geen der mannen te Ven
huizen, Ooster- en Westerblokker, de
dorpen in De Streek en langs de dijk
voldeed aan zijn plicht en de schepen
bleven op de rede van Leek vergeefs
wachten.
Dat kwam zo, omdat de vrouwen
een spaak in het wiel staken. Alle
weerbare mannen weg, midden in de
hooitijd en terwijl er aan de dijken
nog zoveel moest geschieden om ze
bestand te maken tegen de najaarsstor
men. terwijl bovendien de Fransen,
die al voor Utrecht lagen, straks het
land misschien zouden overstromen?
Daar moest iets tegen gebeuren en het
was nog wel de vrouw van IJsbrand
Pietersz Visser, de burgemeester van
Venhuizen, die het oproer ontketende
en alle vrouwen er toe kreyg. dat zii
zich meester maakten van de geweren
van hun mannen en dat zij alle mond
kost, die de mannen mee moesten ne
men op hun reis naar Den Helder
verstopten, zodat er geen man aan de
oproep uit Hoorn gevolg kon geven.
Nu, de zaak werd spoedig gesust
men zag te Hoorn in, dat deze levée
en masse (waar men tegenwoordig al
lang niet meer van staat te kijken) toch
wel wat onbesuisd was afgekondigd
terwijl bovendi'-.i de geruchten omtrent
eep landing van de Engelsen en Fran
sen bij Petten onluist bleken. En dus
werd. naar 's lands wijs. genoegen ge
nomen met de onkomst onder de wa
penen van ben die er zich vrijwillig
voor opgaven. Het Wpstfriese vrouwen-
oproer had het beoogde resultaat ge
had en daar per slot van rekening de
Fransen Holland toch niet hebben kun
nen vermeesteren en de redeloosheid en
radeloosheid van volk en regering spoe
dig kalmeerden nadat er weer een
Oranje aan het hoofd van de Unie was
gekomen, mag men aannemen, dat de
vrouwen van Venhuizen en omgeving
de republiek toch niet ernstig ln ge
vaar hebben gebracht.
De gebeurtenissen welke we hierbo
ven samenvatten, vormen als het ware
de apotheose van de roman van me
vrouw Visser Roosendaal en we gaan
nu maar af óp haar woord, dat ze zich
aldus ongeveer hebben toegedragen, fn
onze geschiedenis zal men er tevergeefs
naar zoeken, maar daar staan wel meer
dingen niet in die toch van belang zijn
geweest en men krijgt de Indruk, dat
de schrijfster wel degelijk studie heeft
gemaakt van haar stof en van de
Westfriese toestanden uit de tijd, waar
in ze haar verhaal laat spelen, al geeft
ze er dan geen gedocumenteerde verant
woording van. Men vraagt zich echter
o.a. af, of de schrijfster aan het zeven
tiende eeuwse Den Helder niet een
strategische betekenis schenkt welke
het toen bepaald nog niet bezeten kan
hebben, daar het nog maar een volko
men onbetekenend plaatsje was.
Hoe dit zij wanneer men het boek
voornamelijk om het verhaal neemt,
dan is het zeer zeker welgeslaagd te
noemen. Mevrouw Visser kan vertellen
en wat ze verhaalt over de lotgevallen
van haar Westfriese mensen Is onder
houdend en de moeite waard. Vooral
van Welmoet IJsbrands. de dochter van
de burgemeester die het parool van de
opstand rondbrengt langs de omliggende
dorpen, heeft zij een sympathieke fi
guur gemaakt, die men het levensge
luk gaarne gunt dat er aan het eind
van het boek voor haar gaat blinken.
Doch ook de andere figuren zijn over
het algemeen welverzorgd uit de pen
gekomen. Zelfs de weinig sympathieke
Aagt Evers, die haar verweesd nichtje
Grietje bij zich in huis neemt, maar
het kind daar laat verkommeren, wordt
met enkele trekken toch meer als een
deerniswekkend dan een van inborst
slecht mens getekend, omdat het leven
zoveel van haar genomen heeft, dat ze
zich aan niets in dat leven meer hech
ten wil en alleen daarom, gelijk de
ouden zeiden „haar hart verhardt".
Met veel liefde heeft de schrijfster
zich in de verscheidene typen van het
wat roerige maar toch gewoonlijk in
zichzelf besloten Westfriese volk ver
diept: al heeft zij ze dan missohien een
wat te modern geestelijk gewaad aan
getrokken. waardoor hun gesprekken
en hun creaties op de gebeurtenissen
niet geheel in het kader van de tijd
passen. Doch er zijn gevoelens die
eeuwig zijn, en voorzover die een rol
in het verhaal spelen kan men ze niet
alleen accepteren, maar het ook dank
baar erkennen, dat mevrouw Vlsser-
Roosendaal er op zo eenvoudige, hel
dere wijze over wist te schrijven.
WITSEN ELIAS.
Bakboordsvuur.
Bij Engelhard, van Embden en Go te
Amsterdam is van de hand van Anton
Beuving onder bovenstaande titel een
zeemansroman verschenen. Een rood
harig jongetje, verschopt en bespot,
groeit op tot ecii stoere zeeman, een
man die echter geheel zijn gedachten-
leven Instelt op een jeugdliefde. Ook
het latere leven van „de rooie" gaat,
evenmin als zijn jeugd, over rozen,
doch de grote ontgoocheling komt pas,
wanneer hij moet ervaren, dat het
meisje hem allerminst trouw is en
zich bezondigt aan een minder eer
bare levenswandel. Het slot is een
moord. Een knap geschreven roman,
stoer en fors, maar eerlijk en oprecht
Een waar stuk zeemansleven.
Nieuwe uitgaven van „Hormonio"
Bij de muziekuitgeverij „Harmonia"
zijn twee muziekwerkjes verschenen.
Het eerste ls voor orgel (zonder pe
daal) of harmonium en draagt de ti
tel .Oude Meesters". Er zijn verschet-
dene orgelcomposities ln opgenomen,
o.a. van J. Pz, Sweelinck, J. S. Bach,
W. F. Bach, J. J Froberger, J. G.
Töpfer e.a. Het tweede werkje is
voor piano en gecomponeerd door
Tom Schults. Het is getiteld „Children's
Happiness" en bestaat uit drie delen.
Lied van de week
Hol de zon die is gekomen,
En, wat nogal logisch is,
0<5Jc de grote
voorjaarsschoonmaak,
Want dat kan gewoon niet mis.
Met de eerste zonnestralen
Die je woning binnen gaan
Vliegt je inboedel naar buiten,
ls het met de rust gedaan.
O, waar moet een man zich
bergen
Als mama de scepter zwaait
Èn de hele lieve wereld
Enkel om de schoonmaak draait.
Rust is hem niet meer
beschoren,
Hfj is ballast, anders niet,
Die mama het allerliefste
Maar meteen verdwijnen ziet.
Zit hij even tn een hoekje
Dan zegt moeder: „Hoepel op'
Help me liever met de kasten
Maak eens gauw een beetje sop.
Hé, nou sta je op het schone,
Doe toch niet zo euvels dom,
Luister.' baby ligt te huilen,
Draai hem gauw een luier om."
Arme mannen, lk beklaag u
ln die nare schoonmaaktijd,
Zónder vrouwen, mét tirannen,
En geen grein gezelligheid.
Met wat korstjes op een bordje
Of een opgewarmde prak,
En met tranen in de open
Wegens al d' amoniak.
Doch laat dit ons maar een
tot troost zijn.
Dat er weer een eind aan komt
En dat moeder na de schoonmaak
Niet meer op haar ega bromt.
Na de regen komt de zon weer:
Oók de schoonmaak gaat voorbij
En dan is het, welk een vreugde.
Allemaal weer koek en ei.
JABSON