R Vijftigduizend emigranten sedert 1947 Wilt u in het B.W.? Zandvoort zet motorseizoen goed in Onze wekelijkse Puzzle-rubriek Emigratie geen tegenstelling met industrialisatie T. Cnossen Internationale races 1 Mei op EXCELLENTIE EXCELLENT Soldaten op weg naar huis geneesten verftoaitde fiuid Ons groeiend volk eist aller inspanning Door eNEEUW- EN HAGELBUIEN teil spijt gaan wij toch langzamerhand weer aan de zomersporten denken. Een belangrijk deel van de zomersportevenementen vor men ontegenzeggelijk de auto- en motor races en zeker die, welke op het prach tige Zandvoortse circuit worden gehou den. Dt wedstrijden welke de KNMV en KNAC op dit circuit ieder jaar weer or ganiseren beginnen een vermaardheid -e krijgen, die zelfs tot ver over onze gren zen doordringt. De Stichting Touring Zandvoort houdt hiermede terdege rekening en bij ieder nieuw seizoen kan worden vastgesteld dat men in Zandvoort geen winterslaap houdt doch met man en macht aan het werk ia om de grootst mogelijke service bij de wedstrijden te bieden. De tribunes zijn reed» aanzienlijk uitgebreid, zodat thans ruim vijfduizend bezoekers tegenover de Niet persé ingeschreven in het blauwe boek van de erfelijke adel. Vele bewijzen »an uitmuntendheid zijn nodig geweest om een zo hoge plaats te bereiken. Vakmanschap en karakter zijn betere getuigschriften dan de beweerde rechten op een voorrangsplaats. Excellent, uitblinkend boven het mid delmatige, naar voren tredend uit de stijl loze alledaagsheid, uitmuntend door fraaie vorm en kwaliteil zijn Hoefijzermeubelen *an de Tijdgeest inderdaad Bildcriiijkstraai 77-85 Amsterdam W. pit, het meest interessante punt van het circuit, kunnen plaats nemen. In Zand- voor is men ervan overtuigd dat de thans bestaande tribunes nog uitgebreid dienen te worden. De races van verleden jaar werden immers gemiddeld door 40.000 per sonen bezocht. Er zal echter slechts voetje voor voetje san alle toekomstplannen ge bouwd kunnen worden. En nu de races, dit op 7 Mei worden georganiseerd. In de eerste plaats zijn daar de wedstrijden in de „bromvliegen"- klasse, die steeds grote belangstelling ge nieten. De verwachting is dat Dick Re- nooy dit jaar niet meer op eenzame hoog te boven de andere deelnemers zal tore nen. De 250 cc klasse brengt een veld renners aan de start die vljwel tegen ei kaar zijn opgewassen. Kampioen Postma zal aan Slager, Simons, maar vooral aan Piet Knijnenburg zijn handen <vol krijgen, 't Meest spectaculaire nummer zal echter zijn de strijd tussen de zijspan-„kanon- nen". Hommel met zijn ouderwetse Har- ley Davidson en Cleutjens met zijn ook al niet nieuwe Rudge zullen wel in staat blijken om Dijkman, Zuur en Van Rooyen te bewijzen dat zij op hun oude machines heel wat mans zijn. Gistermiddag hebben wij aan de lijve ondervdnden wat het betekent in zo'n zij span een „ritje" te mogen maken. Van Rooyen was met zijn gloednieuwe ZUn dapp aan het trainen en toen hij na een viertal ronden het terrein opstoof, maak ten wij een domme opmerking tegen zijn zijnspanrijder. Het ging over snelheden in de zijspanraces. Wat hadden wij graag die woorden willen Inslikken I Prompt kregen wij immers vsn v. Rooyen een uitnodiging om eens een keer het parcours mee te rijden. Kort en goed: wij hébben gereden en voortaan zullen wij de zijspanraces, hoe hard er dan ook gereden wordt, met meer respect gadeslaan dan ooit tevoren. ■De wedstrijden in de 350 cc en halve li ter-klasse hebben een internationaal ka rakter. Scott, Newcombe en Willoughby, drie Engelse renners en vermoedelijk een Zweed en een Fransman zullen uitkomen tegen de snelste Nederlandse rijder». Dat de sterkste Nederlanders aan de start zul len komen ligt voor de hand, daar de ra ces in Zandvoort meetellen voor het Ne derlandse kampioenschap. Dat Zandvoort het seizoen dus goed inzet, ls wel duide lijk. General R. L. Howze, op weg van Djarkarta naar Amsterdam, pas seerde 27 April Gibraltar. General W. M. Black vertrok op 23 April van Djakarta en wordt 18 Mei te Amsterdam verwacht Skaugum, van Djakarta naar Rot terdam vertrok 27 April uit Port Said; wordt 5 Mei in Rotterdam verwacht. Cheshire, 16 Mei verwacht van Djakarta naar "totterdam (25 April van Melbourne naar Sydney). Puzzle 133. Een moeilijke letter- puzzle. (Opl.) De 15 bedoelde woorden waren: 1. Verbond, 2. Oliebol, 3. Overjas, 4. Rijkunst, 5. Johanna, 6. Almanak, 7. Armoede, 8. Rechter, 9. Steking, 10 Wambuis, 11. Erfenis, 12. Ellende, .3. Latafel, 14. Dambord, 15. Eboniet. Voor'enkele woorden was nog een andere samenstelling mogelijk o.a verband voor 1, lazaret voor 13. Deze woorden zijn natuurlijk ook goedge keurd. Maar steeds vormden de eerste letters het woord: Voorjaarsweelde. Tal van keurig verzorgde opl. kwa men binnen en na loting onder de in zenders van een goede opl. is de we kelijkse prijs 4 f 5 ditmaal gewonnen door: de heer C. den Hartog, Midden weg U8, Den Helder. Geflliciteerd! Deze prijs zal worden toegezonden En nu onze nieuwe opgave. Puzzle 134. De Twee Vergeten Cij fers. Iemand had een getal van elf cijfers gedeeld door 92384 en de deling was precies uitgekomen. Het quotiënt (de uitkomst van de deling) wist hij niet meer en van het deeltal was hij twee cijfers vergeten. Het volgende wist hij nog: 56 x 05495 X 28. De twee ontbrekende cijfers waren verschillend. Welke cijfers moeten op de plaats der kruisjes staan, wil de deling door 92384 precies uitkomen? De gehele oe werking moet ingezonden worden. Oplossingen (per briefkaart) tot en met Donderdag 4 Mei aan de Redactie van dit blad (Er wordt weer een prijs f5 verioot). yOOR MIJ LIGT een lijstje van acht vragen, die tezamen bedoeld zijn als een soort aflopende wekker voor de Nederlandse huisvrouw. U moet name lijk weten, dat het voor haar hoog tijd is om wakker te worden. Er staat immers een nieuw Burgerlijk Wetboek op stapel; dat werd tussen twee haakjes tijd, we doen er nu al anderhalve eeuw mee, dus u snapt.... En aangezien de rechtspositie van de huisvrouw bij het opstellen van dat nieuwe Wetboek natuurlijk ter sprake zal komen is het wel zeer dienstig, dat de vrouwen en bloc haar opinie in de zen zullen kenbaar maken. Doen zij dat niet, dan begrijpt u wel dat de heren opstellers er zich niet druk over zul len maken en zitten we straks misschien wéér anderhalve eeuw met een Bur gerlijk Wetboek, waarin wij geacht worden alleen maar plichten te hebben en nul komma nul rechten. Vindt u dat niet zo erg? Men moet geen hei! roepen voor men over de brug is, en dus doen we ver standig om dat vragenlijstje eens nauw keurig te bestuderen, alvorens we enthousiast Ja! of verontwaardigd Nee! roepen. Het is ten slotte niet alle dag kermis, en men fabriceert evenmin alle dag een Burgerlijk Wetboek. Daar gaat hij dan. Vraag 1 en 2 mogen we wel over slaan met het oog op de plaatsruimte: wie wij precies als huisvrouw beschou wen en wèt wij onder een beroep ver staan is niet met twee woorden ge- zegd. Maar wij zullen het er allen wel over eens zijn, dat elke lezeres van dezeregelen, die juist eens even ge makkelijk is gaan zitten nadat zij zes lange weekdagen heeft gedraafd ten gerieve van haar huis, bevattende een echtgenoot en eventuele kinderen, zich met enig recht „huisvrouw" mag noemen. En onder beroep zullen we maar stilzwijgend verstaan elke wet telijk erkende manier om aan de kost te komen. Vraag 3. Meent u, dat de huisvrouw een beroep vervult? U denkt aan dat: „aan de kost komen" en zegt: „Néé hoewel ja toch Als ik er niet was moest mijn man een huishoudster nemen k raison van zoveel of op ka mers gaan wonen.* Ik vervang boven dien een stoet personeel en scheel hem idem zoveel in de belasting. Dus ja? Mooi, vervolgt vraag 3 dan dood ernstig (ik zeg het wat minder of ficieel); wie is dan uw werkgever? Uw man? (laat het hem asjeblieft niet horen!) of uw gezin? (voor het me rendeel nog onmondig en dus niet be voegd om personeel in dienst te heb ben). Of bent u misschien in dienst van de overheid? (Hebt u een aan stelling van B. en W. in uw trouw boekje liggen?) U ziet, het wordt al lichtelijk nete lig. Maar dan moet u de volgende horen: Vraag 4: Meent u, dat de huisvrouw onder dezelfde verplichte sociale ver zekeringen moet vallen als de rest van het werkend mensdom? Ai, wat zijn we begonnen. De huis vrouw een voorwerp van aanhoudende zorg der regering. Zegeltjes plakkende, haar kinderbijslag opstrijkende, pen sioen trekkende ik houd mijn hart vast. Krijgen we nu ook vakverenigin gen van huisvrouwen, geschakeerd naar godsdienstige en politieke rich ting, met haar vrijgestelden, en heb ben wij straks als uiterst machtsmid del wellicht stakingen te verwachten? Werkloosheidskassen» zullen wij voor lopig wel niet nodig hebben, maar wel hebben we er dan natuurlijk rekening mee te houden, dat éls wij straks ein delijk met een fikse griep in bed zijn gekropen en de controlerende genees heer na een dag of wat aan onze spon de verschijnt om na te gaan of wij de gemeenschap niet met een smoesje op lichten.... Van ziekte gesproken! Vraag 5: Meent u (populair gezegd), dat èls de huisvrouw onder de Ziekte wet valt, zij dan ook recht heeft op enige papieren guldens, of zou u heil geschikter vinden dat zij van over heidswege een hulpje kreeg thuisge stuurd? Waarmee (aanvulling van Sas- kia) in het eerste geval natuurlijk weer enige slordige millioenen gemoeid zijn, en in het tweede geval een heirleger van plaatsvervangsters van staatswege moet worden aangeworven, gekeurd, opgeleid, in de kleren, eventueel uni form gestoken, gehuisvest, betaald en gepensionneerd, óók alweer met behulp van enige nog slordiger millioenen. Waarbij men niet nalaten kan voor de zoveelste maal aan de veelbezongen jon gedame, zoete lieve Gerrltje geheten, te vragen: wie dat betalen zal? Vraag 6. Meent u, dat de gehuwde huisvrouw recht heeft op een bepaald bedrag van het gezinsinkomen? Met andere woorden: Meent u, dat u elke Zaterdag of elke laatste van de maand het spaarvarken uit uw kinderjaren te voorschijn moet halen en uw echt vriend decreteren: Asjeblieft meneer, sVP er mijn perceiRen maar in. Ik schiet al aardig op naar mijn tiende paar Nylons of een snoepreisje naar de Rivièra. Ach, laten wij toch ophouden, wij zitten er nu al tranen bij te lachen of te huilen. Natuurlijk vervult de huisvrouw een beroep. Praat me er niet van. Je zou eerder van zeven beroepen in één kunnen spreken. En zo verantwoorde lijk als haar zevenvoudig beroep is er geen enkel in de hele maatschappij te vinden. Iedereen mag fouten maken ej? krijgt daarvoor te gelegener tijd een veeg uit de pan. Maar als de huis vrouw fouten maakt als zij Jantje's levertraan vergeet is Jantje op latere leeftijd een voos mannetje: als zij de worst, die een beetje dubieus riekt, per abuis toch op tafel zet is de hele fa milie morgen een gemengd bericht. Als zij Marietje op de gevaarlijke leeftijd aan haar lot overlaat zal Marietje over een paar jaar misschien een doodonge lukkige levensmoede Marie zijn.... Maar moet dat allemaal in het Bur gerlijk Wetboek? Zullen we het toch maar niet liever aan onze eigen good will, en die van dat geliefde nest van ons overlaten? Zullen we het voor lopig nog maar doen zonder al die goedbedoelde vaderlijke zorg der over heid, en in deze langzamerhand dood- gereglementeerde samenleving dat zware en veeleisende beroep van „huisvrouw" straks met trots tot het „enig onbeschermde, maar ook enig vrije" verklaren. SASKIA. JACQUES FATH heeft een ge streepte katoenen stof voor dlt lichte zomerjaponnetje gekozen. Het bovenste deel is tot aan het kleine uiitte kraagje gesloten. De plooien van dit deel laten zoveel ruimte, dat <je schouders bedekt zijn, in de taille verdwijnen ze onder de brede lakceintuur, Me de heupen actenkueeri. AAN HET EINDE VAN DIT JAAR zal het aantal emigranten, dat sedert 1947 ons land verliet, de vijftigduizend hebben overschreden Dit i, TLer bevredigend verloop. JLr zijn mensen, die dit met heT oog de 'en mil „oen bewoner» van ons land - nauwelijks de moeite waard achten dte o™er honderdduizenden mensen spreken alsof het aardappelen zijn ZU t erlie^n uTt al of niet \erlaten van het land ls een zuiver persoonlijke daad. De vrije bur- ^"ri^rdeZTeTd Tf vMg^id iL ïfi V re*Pr,nS of-Ml welke Instantie ook, dooh allerminst een goede voorlichting, voorbereiding en IN DE TWEEDE PLAATS zou een ge- forceerde uittocht van b.v. een mil- lioen inwoners uit ons land naar den vreemde een ernstige storing van onze volkshuishouding teweeg brengen. De toenemende consumptie van een sterk groeiende bevolking is van een evident belang voor onze land- en tuin bouw, de „homemarket" wordt ook voor onze industriële producten steeds belangrijker. Niemand kan met zekerheid zeggen, wanneer het stadium van overbevol king bij een volk bereikt is. Telde onze bevolking op dit ogenblik acht inplaats van tien millioen. zo zou dit geen en kele zekerheid bieden ten aanzien van een mindere omvang van de werkloos heid. Belgie levert daarvoor het be wijs, Een vergelijking tussen de beide buurlanden is uiterst leerzaam. In 1900 telde Belgie 6.694.000 bewoners en Ne derland 5.104.000. Sedert een halve eeuw is deze verhouding volkomen ge wijzigd. Op 1 Januari 1950 had Neder land de 10 millioen aanmerkelijk over schreden en telde Belgie niet meer dan 8.750.000 inwoners. Een ander cijfer werpt nog een dui delijker licht op de situatie. In 1947 werden in Nederland geboren 267.348 kinderen en stierven er 77.646 mensen: een accres alzo van 189.702. In Belgie bedroeg het aantal levend geborenen in dat jaar 114.270 en het aantal overle denen 108.443; een overschot van slechts 5.827 derhalve. PRODUCTIEVE GROEPEN Dit heeft o.m. ten gevolge een veel sterkere relatieve groei van het aan tal personen in de productieve leeftijds groepen in ons vaderland, dan in Belgie. Beperkt men zich tot de thans aanwe zige bevolking, dan zal in 1963 de po tentiële beroepsbevolking in Nederland (d.w.z. het aantal personen van 15 t/m 64 jaar) met ongeveer 20 pCt. zijn toe genomen. Daartegenover zal omstreeks 1963 de totale productieve bevolking in Iandeif als Belgie, Frankrijk en Enge land nog vrijwel gelijk zijn aan het huidige aantal. En om nog één vergelijking te ma ken: op basis van de huidige tenden ties zal in 1970 Nederland een bevol king tellen van ruim 12 millioen, Bel gie een van nog geen 9 millioen. Vast staat dat het aantal niet beslis send is ten opzichte van de werkloos heid. Deze is in Belgie, ondanks de veel gunstiger economische omstandig heden waaronder dit land uit de oor log kwam aanmerkelijk groter dan in ons land. Het vraagstuk van de ar- Een echte Canadese farm. - De silo wordt gevuld met groene mois 18. JN 1950 MAG MEN het aantel emigran ten schatten op circa 18.006, vermoe delijk verdeeld over de volgende lan den: Canada 7000; Anstralle 5500: Ver enigde Staten 3000: Znld-Afrika 1000 en andere landen 1500. De landbouw-emigratie blijft zien richten op Canada en de Verenigde Staten en in mindere mate op Nieuw- Zeeland en Australië, die van geschool de arbeiders op Zuid-Afrika en ook Australië, van ongeschoolde arbeiders naar Australië. Natuurlijk vraagt men naar de resul taten. Ten aanzien van de ongeschoolde arbeiders in Australië is de ervaring nog te kort om een definitief oordeel uit te spreken. De aanvankelijke indruk is gunstig, althans wat de -tewerkstelling en de verdiensten betreft. Doch ten aanzien van de plaats, die deze mensen in het volksleven zullen innemen, moeten we ons oordeel nog voorbehouden. Directeur van de Centrale Stichting Landbouw-Emigratie beidsmogelijkheid is zeer gecompliceerd en hangt samen met allerlei omstandig heden, die niet enkel door economische factoren worden bepaald. Het bevolkingsoverschot is in' Neder land de laatste jaren zeer hoog ge weest. Intussen vertonen zich tekenen, die op een aanmerkelijke verlaging wij zen. Het geboortecijfer loopt terug. De eerste twee maanden van de jaren 1948, 1949 en 1950 geven <je volgende cijfers: 26,8; 2SJ2 en 23,6. Het topjaar was 1946, n.l. 30,2 en het vooroorlogs cijfer bedroeg 20,3. Doch ook bij daling tot het gemiddelde van de jaren '36/39 moeten we rekening houden met een jaarlijkse aanwas van circa 120.000 zielen. Dit eist het ineenslaan van alle han den, het presteren van het uiterste op elk terrein: landbouw, handel, scheep vaart en industrie. Daarnevens stimu lering van de emigratie. SUCCES IN CANADA De emigratie van agrariërs naar Ca nada ia, dit mag dankbaar geconsta teerd worden, succesvol. Een belangrijk aantal is er nu reeds in geslaagd zich zelfstandig te vestigen, 't zij door ter mijnkoop, deelpacht of in een enkel ge val pacht. Dit succes hebben onze landgenoten voornamelijk aan twee eigenschappen te danken: hun betrouwbaarheid en hun werklust. Canada biedt grote mo gelijkheden. De snelle ontwikkeling op het gebied van mijnbouw, oliewinning en industrialisatie ontnemen aan dit land het eenzijdig landbouwkarakter. Inzake de export van landbouwpro ducten openbaren zich de eerste moei lijkheden, doch tevens vindt men in de Verenigde Staten een steeds belangrij ker markt. De Nederlanders voelen er zich spoedig thuis. Zij blijven geen vreemdelingen. Dit is van grote bete kenis. In feite wordt daardoor het al of niet-slagen beheerst. Er zijn niet veel mensen, die, na een paar jaar ervaring opgedaan, te hebben, terug willen. Men voelt zich vrij, men kan de armen uit slaan, na een mislukking behoeft men het hoofd niet te laten hangen. Dit alles zou nog beter gaan, indien de emigranten na een paar jaar erva ring in staat gesteld werden hun ach tergelaten bezit in de valuta van het immigratieland ter beschikking te krij gen. Daaromtrent bestaat nog geen uit zicht. Een credietregeling, die mogelijk is, zou-eveneens gunstig werken. Dit alles neemt niet weg, dat in de eerste tijd moeilijkheden te overwin nen vallen. Niet alle Canadezen zijn engelen, r" -ijn er inderdaad vele so- ciaal-vor-- -o en breed-denkende men sen onder, je ontvangst en de eerste Tabaksteelt in Zuid-Ontario. - Vele in deze maanden doen wel zeer veel af of toe ten opzichte van de indruk, die men verkrijgt. Een goede of een slechte wo ning is voor de vrouw al voor vijftig procent beslissend bij haar oordeel. Treft men het gunstig, dan is men zelf ook veel vlugger „ingespeeld", past men zich gemakkelijker aan. Soms, vooral bij jonge mensen, gaat het ge smeerd. Wij ontvingen een brief van een jong paar, uit de omgeving vdn Alkmaar, dat zich goed voorbereid had en te recht kwam op een gemengd bedrijf. Zij kregen de bovenverdieping van het „farmhouse" ter beschikking, voorzien van electrisch licht en badkamer, ont vangen melk, eieren, groenten en brandstof boven hun loon. Het jonge vrouwtje helpt een paar uur per dag bij het wassen der eieren en samen ver dienen zij 100 dollar per maand plus de genoemde ennjlumenten. In Juli van 't vorig jaar zijn zij vertrokken en ze konden nu al berichten een aardig be drag te hebben gespaard. De farmer en diens vrouw nemen -hen dikwijls mee in hun auto naar de stad en familie. Is het te verbazen, dat dit stel in zijn schik en vol moed is? Want hier ligt het geheim om voor uit te komen, n.l. de koopkracht van de gespaarde dollars. Een paar duizend dollar vertegenwoordigt een reëel ka pitaal. Men kan er iets mee doen. De zuinige Nederlander doet hier wonde ren mee. Nederlanders verdienen goede lonen cultuur. Ook het geestelijk klimaat ligt in Ca nada goed en daarom is, naar onze me ning. dit land nog steeds één van de meest geschikte emigratie-gebieden i-oor onze landgenoten, al menen we dat ook Nieuw-Zeeland en Australië goede kansen bieden. NOODZAAK! LANGZAMERHAND dringt de wense lijkheid en noodzakelijkheid van emigratie wel in alle kringen van ons volk door. Soms hoort men nog de klacht: de besten gaan weg. Of dit al of niet juist is, laten we thans in het midden, doch wil onze emigratie in de toekomst met succes doorgezet worden, dan behoort de „grondlaag" inderdaad van prima kwaliteit te zijn. Hierin ligt de waarborg voor een natuurlijke groei. Daarbij dient men oog te hebben voor de gevolgen van veel wijder# strekking. Emigratie uit ons land betekent ver lichting van de gevolgen verbonden aan de snelle aanwas van onze bevol king. Zij betekent echter ook ontwik keling van gebieden, die wachten op arbeidskrachten: de opbouw van jonge volken, die een steeds groter aandeel in het wereldgebeuren krijgen en zij vormt een schakel in de geschiedenis van onze tijd, zoals ook de Verenigd# Staten van Amerika, mede dank zij d# emigratie, in honderdvijftig jaar tijd* een natie zijn geworden van de eerst# rang.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 7