Wij
spraken
met Faas Wilkes
Nederlands programma een kwestie van
millioenen!
Hij
zijn plaats
„kijker" zal dertig gulden
jaar moeien opbrengen
De
per
Elf steden in West-Duitsland ruimen
50 millioen M3
puin op
Ontginningsproject aan de Eemsmond
Deeerste„nieuwe"
haring onderweg
is in
Inter" op
Televisie verovert de wereld (5)
Een blik in een verre
toekomst?
Groie handicap voor de
Duitsland wil ons terzijde streven
Urk
Vangsten en prijzen
bevredigend
Tienjarenplan voor
300.000.000 Mark
wederopbouw
VAN MARSDIEP TOT IJ
Genova 1894 en Stade
Red Star deden een bod
M. J Adriani Engels
INGEZONDEN STUKKEN
Een Middelbare Meisjes
school?
juridische perikelen
VRIJDAG t JUNI 1950
(Van onze speciale verslaggever)
UOK BETREKKELIJK korte tijd is het geleden, dat de radio in ons leven
haar intrede deed? W« leven mede door de verbijsterende vindingen der
techniek in onze eeuw zo snel, dat wjj ternauwernood tijd tot bezinning krijgen
81 nlet beter' dan dat de nieuwsberichten op
die en die golflengte door Hilversum I of II worden uitgezonden. Zij ver
tellen u soms frappante technische bijzonderheden, waarvan wij in onze jeugd
seifs niet droomden. Niet konden dromen, omdat deze wonderen der techniek
nog niet bestonden, laat staan gemeengoed geworden waren.
De kinderen van morgen zullen minachtend op ons, ouderen, neerzien, wan
neer zfl op het scherm van hun televisietoestel de sportgebeurtenissen mee
beleven, zonder koud en nat te worden op het sportveld. Zij zullen kleuren
televisie even gewoon vinden als thans de technicolor in onze bioscopen.
ZO zullen maar laten wij niet profeteren en maar kalm de toekomst
afwachten.
welke bns land nodig heeft, om het
programma te distribueren in de be
langrijkste bevolkingscentra.
Dertig gulden per jaar.
De bezitters van een televisietoestel,
die zich een uitgave van ongeveer
f 600 voor een eenvoudig apparaat
getroost hebben, zuHen een kykersbij-
drage van f 30 per jaar moeten op
brengen.
Geschat wordt, dat zich tenslotte
ruim 200.000 Nederlanders als kopers
van televisie-apparaten zullen aanmel
den, waarmede de markt dan wel ver
zadigd zal wezen.
Wanneer deze voorspelling of wil
men: speculatie opgaat, dan zou in 6
jaar tijd deze nieuwe belasting in to
taal f 23.550.000 opbrengen en dus een
definitieve televisiedienst zichzelf kun-
Hoever staan wij nu in ons land met
die televisie?
In haar rapport aan de minister van
Verkeer en Waterstaat, in April van
het vorige jaar als technisch advies uit
gebracht, heeft de door de regering
onder presidium van prof. dr. ir. W
Th. Bahler ingestelde Televisiecommis
sie als haar oordeel uitgesproken, dat
een mogelijke toepassing van de tele
visie in Nederland gebonden is aan het
bezit van tenminste zes zendkanalen,
waarvan de draaggolffrequenties zover
mogelijk uit elkaar moeten liggen.
Indien de regering aanleiding zou
kunnen vinden de invoering van expe
rimentele televisie hier te lande in na
dere overweging te nemen, dan zou
deze, naar het oordeel der commissie,
gebaseerd dienen te zijn op 625 beeld
lijnen met de uitdrukkelijke bepaling,
dat deze standaard tot 1960 zal gelden,
teneinde zowel voor de industrie als
voor toestelbezitters de vereiste stabili
teit te verkrijgen.
Wat kost het ons?
Wat, zo zal menigeen zich afvra
gen, zou invoering van de televisie in
ons land de belastingbetalers gezamen
lijk en ieder televisietoestelbezitter af
zonderlijk kosten?
Wij zijn in staat gesteld onze lezers
uit een financieel rapport door de Te
levisiecommissie in Augustus j.1. aan
de ministers mr. Spitzen en prof. Rut
ten uitgebracht, het antwoord te geven,
dat stellig niet ieders tevredenheid zal
hebben.
De Televisiecommissie dan stelt voor
op, dat een definitieve televisiedienst
in ons land voorshands wellicht slechts
een ver toekomstbeeld zal blijven.
Immers, een definitieve televisie
dienst op bescheiden schaal, n.l. IS pro
gramma- en 6 testuren per tpeek, zal
een Investering van 3.250.000 vra
gen, terwijl de exploitatiekosten op
f 2.750.000 per jaar geschat worden.
Hierbij werd uitgegaan van een basis
plan, uitgewerkt door onze industrie
aan de hand van de ervaringen der
experimentele televisie en met ge
bruikmaking van cijfers uit Amerika
en Engeland.
Het kan iets goedkoper.
Wanneer men met vele ingewijden
aanneemt, dat het publiek, wanneer de
televisie omstreeks 1952 een feit zou
worden, allerminst tevreden zou wezen
met een dienst van 18 uur en deze ge
leidelijk zou moeten uitgroeien tot 30
uur, dan zouden de exploitatiekosten
tot f 5.000.000 't jaars stijgen.
Aangezien de opbouw en voorberei
ding van een definitieve volledige
dienst een drietal jaren zal vergen, zal
in die jaren met een aanzienlijk min
der bedrag dan f 2.750.000 per jaar vol
staan kunnen worden, zodat de hier
uit voortvloeiende voordelige verschil
len ten gunste komen van de exploi
tatie in de 3 4 4 jaar, wanneer de
dienst volledig zijn beslag zal hebben
gekregen.
De commissie wil daarom een garan
tiefonds vormen voor 6 jaar van
f 16.500.000, vermeerderd met de in
vestering van f 3.250.000.
In Hilversum zou dan van een der
bestaande studio's voor de televisie-uit
zendingen gebruik gemaakt moeten
worden, alsmede van een reportage
staf en een dienst tot het verrichten
van eigen filmopnamen. En deze stu
dio zou door straalzenders verbonden
moeten worden met de zes zenders,
nen bedruipen, terwijl het garantiebe
drag op de duur zal kunnen worden
afgelost!
De Televisiecommissie ziet zelf wel
in, dat men op globale ramingen, die
op even zoyele pijnlijke vergissingen
in de practijk zouden kunnen uitlopen,
niet mag afgaan in deze zorgelijke tij
den, reden waarom zij er de voorkeur
aan geeft, vooraf gedurende twee jaar
een vastomlijnd experiment te houden.
Het algemeen belang eist, dat 'n bloei
ende televisieindustrie, welke zowel
voor export als voor 'n te scheppen bin
nenlandse markt werkt, zich niet dringt
in de plaats van de gewone radio. Want
dan zou onze radio-industrie het kind
van de rekening worden.
En dan is nog niet te overzien, wel
ke uitwerking televisie op de waar
lijk niet al te best florerende bioscoop-
en filmwereld en op de andere amuse
mentsinrichtingen zal hebben.
Inmiddels vlot het internationale
overleg over de televisie nog allerminst.
De meeste landen houden met het onze
vast aan een rooster van 625 lijnen,
maar Frankrijk wil 819 beeldlijnen en
Belgie, onze Beneluxpartner, aarzelt
nog.
Zolang er geen normalisatie bereikt
wordt, zal televisie voorlopig een natio
nale aangelegenheid blijven, omdat de
uitwisseling van internationale pro
gramma's onmogelijk is. En hoezeer
ook technisch de televisie wellicht nog
in haar kinderschoenen staat, is korte
lings wel gebleken, toen door een of
ander geheimzinnige, althans nog on
bekende samenloop van omstandighe
den, Londense televisie-toestellen-bezit
ters op hun schermpjeeen Lenin-
gradse uitzending te aanschouwen kre
gen. Gewilde of toevallige televisie-
propaganda van achter het IJzeren Gor
dijn.
(Van onze' correspondent te Hamburg)
De burgemeester van Osnabriick heeft aan alle daarvoor in aanmerking
komende instellingen van de Bondsrepubliek en aan Neder-Saksen het „tienjaren
plan voor de ontginning en bewoonbaarmaking van het land van de Eems"
overhandigd. Het plan, dat uit zeven delen bestaat, n.l. ontsluiting voor het ver
keer, landbouwkundige cultivering en bewoonbaarmaking, het regelen van de
vloed en de indijkingen, opbouw van de economie, bevordering van de cültuur
en noodzakelijke maatregelen tot bevordering van de gezondheid, heeft
274.267.430 D-marken van staatswege nodig en aan credieten 33.460.000 D-marken.
Over de cultivering van het Eemsland heeft ook de Bondsdag gedebatteerd.
van het land. Zij zullen in zeven kam
pen worden ondergebracht. De uitvoe
ring van de waterbouwkundige maat
regelen wordt in handen van een on
dernemer gelegd, terwijl de cultivering
van de veengronden in eigen hand
wordt gehouden.
Het programma voor culturele in
stellingen is zeer uitgebreid. Er zullen
54 lagere scholen, 27 landbouwscholen
en acht ambachtsscholen nieuw wor
den opgericht of uitgebreid worden.
Daarbij komen nog 16 jongenstehuizen
en 5 jeugdherbergen. Verder worden
er 13 nieuwe ziekenhuizen gebouwd.
In de afgelopen week was de aanvoer van
paling tamelijk goed. Vooral Dinsdag waren
de vangsten zeer bevredigend te noemen. Ge
middeld varieerden deze de gehele week van
70—600 pond per vaartuig. Ondanks de gtot-
tere aanvoer bleek dze niet in staat de prijzen
*e beïnvloeden. De noteringen voor kunpaling
waren per pond van f0,72-f 0,90. Ook de lijn-
aalvissers boekten goede resultaten. Voor hen
varieerden de vangsten per vaartuig van 40—
120 pond. De noteringen voor lijnpaling waren
goed en varieerden per pond van f 0,92—
f 1,30. De aanvoer van nest was iets minder.
In totaal werd ongeveer 115 ton aangevoerd.
Ee prijzen varieerden per bak van f 2,50—
3,64.
De weekbesommingen der kuilvissers vari
eerden vorige week per vaartuig van f 300,'
tot f 850,-. Voor de lijnijaalvissers waren
deze van f 200,- tot f 500,- per vaartuig.
Door enkele vaartuigen werd Noordzeevis
aangevoerd. De vangsten waren niet grcot en
de prijzen voor verse vis waren nog aan de
lage kant, n.l. voor middel schol van f 0.40
f 0,49 en kleine schol van f0,16—f0,22.
Aangevoerd werd de afglopen week: 62.018
pond Wiilpaling, 6229 pond lijnpaling, 245 pond
bot, 222.990 pond nest, 560 pond schol II,
2410 pond schol III, 600 pond schar en 228
Pond tong. De totale omzet aan de visafslag
bedroeg ongeveer f 66.000,—.
,De ontginning van het Eemsland ts
niet alleen een economische en binnen
lands politieke, doch ook een buiten
lands politieke noodzakelijkheid". Als
motivering wijst de burgemeester van
Osnabriick erop, dat Nederland in een
memorandum een gedeelte van het
Eemsland voor zich opeist, aangezien
de Duitsers blijkbaar niet in staat zijn
het land te ontginnen. Nederland had
dezelfde veengebieden en woeste gron
den aan de grens. Nu zijn daar bloeien
de dorpen, brede landwegen en mo
derne spoorwegen.
De burgemeester vreesde, dat Ne
derland bij de komende vredesonder
handeling opnieuw met het verzoek
voor de dag zal komen. Hij meent ech
ter, dat dit oer-Duitse gebied niet ver
loren mag gaan en dat het door zijn
olievoorraden en met het oog op demo
gelijkheid om daar duizenden vluch
telingen werk te geven, een voor Duits
land bijzonder waardevol gebied is.
In het tienjarenplan wordt erop ge
wezen, dat 25.000 ha land het eigen
dom van de staat zijn. Daarvan zijn
een kleine 9000 ha inmiddels ontgon
nen of men is er nog mee bezig, terwijl
tegen de 6.000 ha in handen zijn van de
turfindustrie. Van de overblijvende
11 000 ha zullen in de jaren 1950 tot
1959 10.019 ha ontgonnen en geculti
veerd worden. Voor particulier bezit
zijn 84.000 ha veen en woeste gronden
aanwezig Hiervan zullen in het kader
van het tienjarenplan 50.000 ha ontgon
nen worden.
Dat zou betekenen, dat tot 1959 onge
veer 2000 nieuwe grote boerderijen, 1000
kleine boerderijen en '0.000 bijbeho
rende bedrijven met een jaarlijkse op
brengst van 35 millioen D-mark kunnen
worden opgericht. Bovendien zullen
20.000 ha opnieuw bebost worden.
Verkeerswegen.
Voorwaarde voor de bewoonbaarma
king is de aanleg van verkeerswegen
in het Eemsland. Er zijn op het ogen
blik hele landstreken, waar nooit een
tram, trein of bus komt. Vooral ont
breekt het aan een verbinding van
Oost naar West, die het Eemsland tot
een brug met het naburige Nederland
zou maken.
Voor het spoorwegnet in het Eems
land zal in het kader van het tienjaren
plan 4 tot 5 millioen D-mark nodig
zijn. Aan wegen moet 332 kilometer
met een totale kosten van 14,3 millioen
worden aangelegd en 264 kilometer
voor 6.7 millioen verbeterd worden
Daarbij moeten 85 bruggen worden
aangelegd, waarvan de kosten geschat
worden op 4.3 millioen D-marken. Het
net van waterwegen moet eveneens
worden verbeterd, om een goede ver
binding met Nederland te krijgen.
Steunpunteu
Voor de cultivering van de lande
rijen, behorende tot de staat, zijn er 16
z.g steunpunten. Deze steunpunten zijn
boerenhofsteden, waarvan de vaste ge
bouwen na beëindiging van de cultive
ring in de handen van de bewoners
zullen overgaan. ZU worden ingericnt
met de modernste apparaten, meststof
fen en andere machines. Voor de cul
tivering van de oppervlakten van de
staat zijn 3000 arbeidskrachten nodig
Door het arbeidsbureau kunnen 780
werklozen geleverd worden. 2 530 werk
lozen moeten komen uit andere delen
(Van onze correspondent te Bonn)
Jn de Duitse Bondsrepubliek behoren
de gesprekken over de woningbouw
tot de orde van de dag. Geweldige ge
tallen over het programma van de wo
ningbouw gingen wekenlang van
mond tot mond. Het leek er veel op, of
een belangrijke voorwaarde voor de
woningbouw vergeten, of althans op de
achtergrond geschoven werd, n.l. het
opruimen van het puin. In vele geval
len is alleen daar, waar nog alechts een
gedeelte van het puin werd opgeruimd,
plaats voor nieuwbouw. Het is onmo
gelijk bet puin in de binnenstad nog
maar rustig te laten liggen en voorlo
pig alleen aan de rand van de stad te
gaan bouwen.
Nog vers ligt het beeld in het ge
heugen van door bommen vernielde
woonwijken. Straten en verkeerswegen
waren verwoest, met puin bedekt en
volkomen van de aardbodem verdwe
nen. De mensen, die daar binnen af
zienbare tijd weer willen leven, wensen
niet te wonen in ruïnes, doch in lichte
en gezonde nieuwe woningen. Zij vin
den het vanzelfsprekend, dat zij kun
nen beschikken over stromend water
liefst nog warm en koud dat zij
een gasnaard kunnen laten plaatsen en
dat met een diaai aan de knop het
electrisch licht aangaat. Maar weini
gen denken er aan, dat de gemeente-
architecten zich het hoofd breken, hoe
zij in zo kort mogelijke tijd uit dit
puin weer een stad kunnen laten ver
rijzen met behoorlijke woningen. Zij
denken er niet aan, dat een goed func-
tionnerende riolering, de aanleg van
electriteits- en telefoonleidingen, de
aanleg vui de water- en gasleiding
evenveel hoofdbrekens en overleg kos
ten als de bouw van huizen.
Vaak zijn al deze onderaardse wer
ken onuer het puin behouden gebleven
of slechts licht beschadigd. Zal men ze
weer gebruiken of zal men er niet
rreer naar dijken en kanalen dicht
gooien en alles nieuw aanleggen? De
vaklieden voor de ondergrondse wer
ken moeten precies nagaan, wat lonen
der is. Zij kunnen daarbij vaak alleen
maar schattingen maken, want er lig
gen nog vele geheimen onder het puin
verborgen, dingen die men niet heeft
kunnen voorzien. Berekeningen en be
palingen zijn echter zeer belangrijk
„angezien ook hier evenals overal
b}j de wederopbouw de kosten een
doorslaggevende rol spelen.
Graad der verwoestingen
J)E NIEUWSTE METHODE om de
graad der verwoestingen vast te
stellen bestaat daarin, dat men wiskun
dig de totale hoeveelheid puin van een
stad gelijkmatig over de gehele opper
vlakte van de stad verdeelt en de dikte
van de daardoor verkregen puinlaag
meet.
Op deze manier zou b.v. de stad
Mainz, die een totale hoeveelheid puin
van 1,8 millioen m3 heeft, onder een
laag van 185 cm verdwijnen. Andere
steden hebben een nog grotere hoeveel
heid puin en wel: Dortmund 10,5 mil
lioen m3, Essen 12 millioen, Frankfort
13 millioen, Keulen 30 millioen, Ham
burg 43 millioen en Berlijn 75 millioen
m3. Wanneer men bedenkt, dat na de
capitulatie de noodzakelijkste techni
sche middelen vaak zelfs schoppen
en pikhouwelen ontbraken en dat er
ontelbare andere dingen eerst gedaan
n.oesten worden, dan kan men in West-
Duitsland tevreden zijn nu blijkt, dat
de steden tot nu toe 50.190.000 m3, dat
is 31% van hun puin hebben opgeruimd.
Met veel energie en volharding en
dikwijls met zeer primitieve hulpmid
delen heeft Ie bevolking zich aan het
werk gezet om het puin op te ruimen.
In Kiel is 76'/», in Hamburg 25%, Han-
nover 34'/t, Dusseldorf 17%, Bremen
30%, Wiesbaden 60*/., Stuttgart 33%,
München '0%, Koblenz 45%, Freiburg
38'/« en Berlijn 30% puin geruimd.
Waar eerst nog met schoppen moei
zaam steen voor steen werd verwijderd,
kwam later een smalspoor, waarover
het puin in kipkarren werd wegge
voerd. Voor een gedeelte rijden er op
de schoongemaakte stukken grond
weer trams; men is daar met de funde
ring bezig, of er staan inmiddels al de
muren voor de nieuwe woningen.
De nieuwe haring is onderweg. Voor
zover thans bekend zijn op het ogen
blik twee schepen naar IJmuiden on
derweg, n.1. de Katwijkse logger „Ka-
rel Doorman" en de - Sch 9 „Prinses
Marijke". De „Prinses Marijke", ichip-
per W. F. Rog, komt met een vaart van
elf mijl per uur naar Nederland. Het
schip heeft dertig kantjes haring aan
boord, die Vrijdagmorgen om acht uur
in IJmuiden worden verwacht. Om
streeks half tien kan de nieuwe haring
in Scheveningen zijn.
De vangsten van de eerste dag zijn
tegengevallen. Schepen die tien of
meer kantjes hadden, behoorden tot de
uitzonderingen.
V- Een droevig ongeluk is te St. Maar
tensbrug gebeurd, waar een elf-jarig
jongetje van een tractor viel en over
reden werd door de aanhangwagen.
Het kind was vrijwel direct dood.
In de Tweede Landdwarstraat te
Alkmaar is een vijfjarige knaap met
zijn armpje in een electrische -wringer
bekneld geraakt. Het apparaat moest
worden gedemonteerd alvorens de
jongen kon worden bevrijd. Wonder
boven wonder was de arm niet ge
broken Door de heer A. B. J. Prak
ken, lid van Gedeputeerde Staten, is
op het raadhuis van Langedijk het
stichtingsbestuur van het proefbedrijf
Geestmerambacht geïnstalleerd.
f- De afdeling „Zeevang" van het Ne
derlandse Rode Kruis, omvattende de
dorpen Kwadijk, Middelie en Warder,
ontving van het hoofdbestuur een her
inneringsbord ten geschenke, omdat
in die dorpen in 1949 het meest voor
het Rode Kruis is geofferd In aan
sluiting hierop een mooi bericht over
Het Witte Kruis: in Wijdenes en Oos-
terleek zijn op acht na alle gezinnen
lid der plaatselijke afdeling.
In Heemskerk is de zeven-jarige
Corrie Denneman tegen een passeren
de vrachtauto opgelopen. Het meisje
is de volgende dag in het ziekenhuis
te Beverwijk aan de gevolgen over
leden.
Vierhonderd personen hebben ge
durende de Pinksteren gebruik ge
maakt van de gelegenheid tot bezich
tiging van het historische raadhuis
van Jisp.
IN het laatste dozijn jaren heeft het Nederlandse voetbal twee spelers van bij
zondere capaciteiten opgeleverd, zogenaamde „geboren voetballers", die waar
dig insluiten in de reeks van vooroorlogse namen zoals Göbel, De Korver, De
Natris, Bakhuys, Smit e.a. Het is maar een korte reeks, want zelfs een speler
als Anderiessen met zijn zes en veertig officiële interlandwedstrijden zouden we,
bij alle eerbied voor zijn capaciteiten, niet bij de geboren voetballers willen
rekenen, omdat hij naar onze smaak eerder een door ijverige training „gemaakte
voetballer" was. Die twee individuele uitblinkers uit het laatste dozijn jaren
zijn natuurlijk Abe Lenstra en Faas Wilkes, al begint Piet Kraak in zijn vorm
van 1950 hen te naderen. Abe Lenstra was er eigenlijk vóór de oorlog al bij,
want de Fries debuteerde op de Olympische Dag van 1939 met een officieuze
wedstrijd tegen Joegoslavië, gevolgd door een officieel debuut in 1940, maar
pas na de oorlog werd hij de grote speler die we thans kennen.
£N FAAS WILKES? Die kwam gedu
rende de bezetting uit in Xerxes'
voorhoede, waarin de oud-internatio
naal Lagendaal hem de fijne knepen
vgn het voetbalspel geleerd had, en
hij maakte zijn debuut in de eerste na
oorlogse interlandwedstrijd te Luxem
burg (1946) om sindsdien steeds herko
zen te worden slechts éénmaal
moest hij in verband met een blinde-
Door
illllltlllllllllliflIIHHUIHf
darm-operatie verstek laten gaan
totdat hij in Juli van het vorig jaar
door zijn overgang naar het beroeps-
voetbal verloren ging voor het Neder
landse elftal. In zijn 19 interlandwed
strijden in ruim drie jaar tjjds had hij
16 doelpunten gemaakt en na zijn ver
dwijnen uit de Nederlandse voor
hoede brak de periode der nullen aan
die tegen Engeland B. eindelijk werd
afgesloten. En hoe!
Over Wilkes' verblijf in Italië doen
de meest verschillende geruchten de
ronde. Volgens de een bevalt dat be
roepsvoetbal hem goed, om(lat hij ei
veel geld verdient en zich na een
moeilijke midwinterperiode heeft we
ten aan te passen aan de Italiaanse
stijl, volgens de ander zou hij niets
liever willen dan weggaan uit zijn
club Internazionale te Milaan, waar
aan hij echter door een tweejarig con
tract verbonden is tot Juli van het
volgend jaar, waarvoor hij bij het af
sluiten van dat contract in Juli 1949
een handgeld van vele tienduizenden
guldgns kreeg.
Alle begin moeilijk
\(/AT IS ER NU VAN WAAR? Wij
hebben er eens rustig met hem over
gepraat, toen we hem onlangs bij een
wedstrijd van Internazionale troffen
en we zijn geneigd te concluderen, dat
de waarheid, gelijk zo vaak het geval
is, in het midden ligt. Ontegenzeg
lijk heeft het elftal van de Milaanse
club in het algemeen en Wilkes in het
bijzonder een paar zeer slechte weken
doorgemaakt in het begin van dit jaar,
waarin wedstrijd na wedstrijd verloren
werd en de Nederlander, die zich, zo
als we konden merken, nog maar zeer
gebrekkig in het Italiaans uitdrukt,
niet voldoende met zijn medespelers
en clubleiders kon verstaan. Maar In-
ter's zwarte periode is weer voorbij
de club speelt weer behoorlijk voetbal
en eindigt op de derde plaats van de
ranglijst achter de kampioensclub Ju-
ventus (Turijn) en achter de plaatse
lijke concurrente Milano, waarvoor ae
Zweden Gren, Nordahl en Liedholm
uitkomen.
„Binnenkort krijg ik een paar maan
den vacantie, die ik in Nederland kan
doorbrengen", vertelde Wilkes ons.
„Contractueel" ben ik nog een jaar
aan Inter verbonden, ik kan dus nooit
uit eigen beweging weggaan, maar als
er een andere profclub gevonden
wordt, die bereid is aan Inter de helft
van dat tweejarig contract over te
nemen, kan mijn club me altijd over
doen. Nooit echter voor langer dan dat
ene nog resterende jaar, want daarna
ben ik vrij man en kan zelf uitmaken
of ik een nieuw contract met Inter
zal zien te krijgen of ergens anders in
Frankrijk of Italië zal gaan voetbal
len, als men mij betere conditiee aan
biedt, maar dat is allemaal nog zo ver
vooruit".
Hoog genoteerd.
QP DE INVENTARISLIJST van zijn
club staat Wilkes vermeld als de
duurste der drie buitenlanders, die erin
spelen: 180.000 gulden acht Inter hem
waard en dai hele bedrag moet over een
jaar zijn afgeschreven! Boven hem
staan de vier Italiaanse internationals
van zijn club met 'n waarde van 240.000
tot 270.000 gulden per persoon, maar
deze spelers hebben veel langere con
tracten.
In de laatste weken hebben Genova
1894 uit Genua en Stade Red Star uit
Parijs geprobeerd om Wilkes over te
nemen door een van hun beste spelers,
resp. de Italiaanse international
Gualazzi en de Franse international
Hon aan te bieden met daarnaast nog
een flink bedrag in contanten, doch tot
dusverre hebben deze onderhandelingen
geen succes opgeleverd.
Tenzij er dus nieuwe aanbiedingen
komen, blijft Wilkes in Milaan, waar
hij 500 gulden salaris per maand vee-
dient plus premies van 100 gulden per
overwinning en 50 gulden per gelijk
spel. En nu we hem in Internazionale
hebben zien spelen, geloven we dat in
geen enkc 'e andere Italiaanse of Franse
profclub de eigen voetbalstijl van
Wilkes zo goed tot zijn recht zal ko
men als juist in dit elftal, dat het be
faamde magische vierkant uit het dop
perspilsysteem niet beschouwt als het
hoogste goed ter aarde, omdat de
voorhoede bestaat uit vijf individua
listen, die ruimte laten voor de fantasie
en schotvaardigheid van een binnen-
speler als Wjlkes.
Nog steeds voetbalt Wilkes „bij vla
gen", zoals ons andere voetbaltalent
Lenstra dat ook kan, hij kan een Jaar
minuten niets uitvoeren om 'dan in
eens een rush van dertig, veertig stap
pen te ondernemen met de bal aan zijn
voèten. Een vechtersnatuur heeft hij
niet, al is hij ook lichamelijk gehard
geworden in de profschool. Binr.en-
spelers als Wilkes en Lenstra laten
zich Hever leiden door hun intuïtie
dan geleid te worden door voetbal
theorieën, al zijn die ook nog zo nut
tig voor minder markante persoonlijk
heden. Zodra het Nederlands elftal
welbewust het stopperspilsysteem ging
toepassen, had Wilkes, die in de vier
wedstrijden van 1946 acht doelpunten
gemaakt had, afgedaan als goalgetter
Voor zijn andere acht doelpunten in
1947, 1948 en 1949 had hij vijftien wed
strijden nodig!
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.)
(Buiten verantwoordelijkheid van
de redactie)
In Den Helder hebben bij twee in
richtingen voor Middelbaar Onderwijs:
de Rijks HBS (met A- en B-afdeling)
en het Gemeentelijk Lyceum (met
HBS A en B, en gymnasium a en b).
In vele plaatsen van ons land bestaat
daarnaast een Middelbare Meisjes
school (M.M.S.), eveneens behorende
tot het middelbaar onderwijs, echter
niet bestemd als weg naar het hoger
onderwijs (Universiteit). Zo'n M.M.S.
beoogt meer de algemene vorming
naar de aard der meisjes.
Over het algemeen schijnen meisjes
na de tweede en derde klasse meer
moeite te hebben met algebra, meet
kunde, natuur- en scheikunde, dan de
jongens. Dit zijn op een M.M.S. dan
ook geen examen-vakken. Daarentegen
wordt meer aandacht besteed aan taal
en letterkunde en zijn er vakken toe
gevoegd, die juist voor meisjes Inte
ressant zijn: kunstgeschiedenis, mu
ziek, handwerken, voordrachtskunst,
handenarbeid of huishoudelijke vak
ken.
Veelal is de gang van zaken als
volgt: na een gemeenschappelijk eer
ste klasse HBS-onderwijs volgt bij het
tweede leerjaar de splitsing in HBS en
MMS. Wanneer tien vijftien ouders
in Den Helder en omgeving samen
werken, kan actie worden gevoerd.
Het moet in een stad met bijna vijf en
dertig duizend inwoners mogelijk zijn.
De ondergetekende zal gaarne bijvals
betuigingen in ontvangst nemen.
F. W. SCHREUDER
Den Helder, Juni 1950.
Julianapark 1, telefoon 2615.
RECHT CONTRA BILLIJKHEID
Het is onlangs in onze gemeente voor
gekomen, dat een zakenman Uit zijn huls
werd gezet en zijn Inventaris op straat ls
komen te staan, met alle gevolgen van
dien. De zaak was n.l. aldus:
De heer X, zakenman, bewoonde een
huis in de gemeente Den Helder, hetwelk
hij in huur had van heer Y, rentenier,
die eigenaar was van dat huis. De heer Y
wilde zijn eigendom zelf gaan bewonen
om daarin een rustige oude dag te ge
nieten. Hij begon derhalve een procedure
tot ontruiming van zijn eigendom tegen
de heer X. zakenman. De edelachtbare
heer Kantonrechter wees de vordering
van de heer Y, rentenier, toe op grond
van de overweging dat de heer X, zaken
man, zelf een huis met bedrijfsterrein ln
eigendom bezat in dezelfde gemeente
(Julianadorp).
De heer X, zakenman, begon nu een
procedure tot ontruiming tegen de be
woner van zijn eigendom in Julianadorp.
De edelachtbare heer Kantonrechter wees
deze vordering echter af op grond van
hem moverende redenen. Wat stond nu
heer X, zakenman, te doen? Hij verkeer
de in een impasse. Hij moest het thans
door hem bewoonde perceel ontruimen
om met zijn bedrijf naar elders te ver
trekken. Maar waarheen? De gemeente
had geen huis met bedrijfsruimte voor
heer X, zakenman, beschikbaar. Gevolg
was dat, ondanks het vonnis tot ontrui-
heer X, de zakenman, toch ln het door
hem bewoonde perceel moest blijven zit
ten.
De gemeente, zich met het oordeel van
de Kantonrechter niet eens voelende,
handhaafde de situatie zoals deze was
geweest. Heer X, zakenman, bleef dus
het betreffende perceel bewonen ondanks
het togen hem Uitgesproken vonnis om
te ontruimen. Deze toestand werd twee
jaar lang gehandhaafd.
Heer Y. rentenier, bleef echter op ont
ruiming aandringen. De gemeente had
echter geen bedrijfspand, twee jaren ge-
leden niet, thans ook nog niet. De ge
meente kon echter wel een huis beschik
baar stellen voor de heer X, zakenman,
doch zeer zeker niet gelijkwaardig aan
het door de heer X, zakenman, bewoonde
perceel, evenmin een huls met bedrijfs
ruimte.
Heer Y, rentenier, drong steeds aan
op ontruiming en wat geschiedde? De
gemeente, een andere politieke constella
tie in haar bestuur te zien gevend, gaat
„om" en sanctionneert de ontruiming.
Gevolg ls dat heer X, zakenman, moet
ontruimen en zelfs gedwongen wordt te
ontruimen, doordat hij metterdaad met
behulp van de sterke arm uit het huis
wordt gezet. Gevolg is dan ook dat thans
het bedrijf van de heer X, zakenman, ka
pot en verwoest is, in tweeën gescheurd,
zulks ter wille van de heer Y, rentenier.
Geschiedde hier recht?
Moreel gezien geschiedde hier bitter
onrecht, administratief gezien ging dit al
les volgens de regelen van het „recht".
Hier gold het aloude adagium: „Sum
mum jus, summa injurla" (Het hoogste
recht is het hoogste onrecht).
Had nu de gemeente geen taak gehad?
De gemeente heeft immers tot taak de
belangen van zijn inwoners juist af te
wegen. Hier had de gemeente dit juister
kunnen doen.
De gemeente had dit vonnis van de
Kantonrechter kunnen f rusteren, omdat
hier een zakenman moest wijken voor
een rentenier. Moest hier het recht (in
casu onrecht) zwaarder wegen dan de
billijkheid (in casu recht)?
Dit bovenstaande doet zich aan ons
rechtsbewustzijn voor als onrecht. Wie
naar recht zoekt, houdt geen monoloog,
maar roept op, vraagt antwoord. Dit ts
de kreet, de oproep van een zakenman,
die een antwoord vraagt, die recht zoekt.
Den Helder, Juni 1950. W. C. KOPPEN
I