Wij spraken met Faas Wilkes Nederlands programma een kwestie van millioenen! Hij zijn plaats „kijker" zal dertig gulden jaar moeien opbrengen De per Elf steden in West-Duitsland ruimen 50 millioen M3 puin op Ontginningsproject aan de Eemsmond Deeerste„nieuwe" haring onderweg is in Inter" op Televisie verovert de wereld (5) Een blik in een verre toekomst? Groie handicap voor de Duitsland wil ons terzijde streven Urk Vangsten en prijzen bevredigend Tienjarenplan voor 300.000.000 Mark wederopbouw VAN MARSDIEP TOT IJ Genova 1894 en Stade Red Star deden een bod M. J Adriani Engels INGEZONDEN STUKKEN Een Middelbare Meisjes school? juridische perikelen VRIJDAG t JUNI 1950 (Van onze speciale verslaggever) UOK BETREKKELIJK korte tijd is het geleden, dat de radio in ons leven haar intrede deed? W« leven mede door de verbijsterende vindingen der techniek in onze eeuw zo snel, dat wjj ternauwernood tijd tot bezinning krijgen 81 nlet beter' dan dat de nieuwsberichten op die en die golflengte door Hilversum I of II worden uitgezonden. Zij ver tellen u soms frappante technische bijzonderheden, waarvan wij in onze jeugd seifs niet droomden. Niet konden dromen, omdat deze wonderen der techniek nog niet bestonden, laat staan gemeengoed geworden waren. De kinderen van morgen zullen minachtend op ons, ouderen, neerzien, wan neer zfl op het scherm van hun televisietoestel de sportgebeurtenissen mee beleven, zonder koud en nat te worden op het sportveld. Zij zullen kleuren televisie even gewoon vinden als thans de technicolor in onze bioscopen. ZO zullen maar laten wij niet profeteren en maar kalm de toekomst afwachten. welke bns land nodig heeft, om het programma te distribueren in de be langrijkste bevolkingscentra. Dertig gulden per jaar. De bezitters van een televisietoestel, die zich een uitgave van ongeveer f 600 voor een eenvoudig apparaat getroost hebben, zuHen een kykersbij- drage van f 30 per jaar moeten op brengen. Geschat wordt, dat zich tenslotte ruim 200.000 Nederlanders als kopers van televisie-apparaten zullen aanmel den, waarmede de markt dan wel ver zadigd zal wezen. Wanneer deze voorspelling of wil men: speculatie opgaat, dan zou in 6 jaar tijd deze nieuwe belasting in to taal f 23.550.000 opbrengen en dus een definitieve televisiedienst zichzelf kun- Hoever staan wij nu in ons land met die televisie? In haar rapport aan de minister van Verkeer en Waterstaat, in April van het vorige jaar als technisch advies uit gebracht, heeft de door de regering onder presidium van prof. dr. ir. W Th. Bahler ingestelde Televisiecommis sie als haar oordeel uitgesproken, dat een mogelijke toepassing van de tele visie in Nederland gebonden is aan het bezit van tenminste zes zendkanalen, waarvan de draaggolffrequenties zover mogelijk uit elkaar moeten liggen. Indien de regering aanleiding zou kunnen vinden de invoering van expe rimentele televisie hier te lande in na dere overweging te nemen, dan zou deze, naar het oordeel der commissie, gebaseerd dienen te zijn op 625 beeld lijnen met de uitdrukkelijke bepaling, dat deze standaard tot 1960 zal gelden, teneinde zowel voor de industrie als voor toestelbezitters de vereiste stabili teit te verkrijgen. Wat kost het ons? Wat, zo zal menigeen zich afvra gen, zou invoering van de televisie in ons land de belastingbetalers gezamen lijk en ieder televisietoestelbezitter af zonderlijk kosten? Wij zijn in staat gesteld onze lezers uit een financieel rapport door de Te levisiecommissie in Augustus j.1. aan de ministers mr. Spitzen en prof. Rut ten uitgebracht, het antwoord te geven, dat stellig niet ieders tevredenheid zal hebben. De Televisiecommissie dan stelt voor op, dat een definitieve televisiedienst in ons land voorshands wellicht slechts een ver toekomstbeeld zal blijven. Immers, een definitieve televisie dienst op bescheiden schaal, n.l. IS pro gramma- en 6 testuren per tpeek, zal een Investering van 3.250.000 vra gen, terwijl de exploitatiekosten op f 2.750.000 per jaar geschat worden. Hierbij werd uitgegaan van een basis plan, uitgewerkt door onze industrie aan de hand van de ervaringen der experimentele televisie en met ge bruikmaking van cijfers uit Amerika en Engeland. Het kan iets goedkoper. Wanneer men met vele ingewijden aanneemt, dat het publiek, wanneer de televisie omstreeks 1952 een feit zou worden, allerminst tevreden zou wezen met een dienst van 18 uur en deze ge leidelijk zou moeten uitgroeien tot 30 uur, dan zouden de exploitatiekosten tot f 5.000.000 't jaars stijgen. Aangezien de opbouw en voorberei ding van een definitieve volledige dienst een drietal jaren zal vergen, zal in die jaren met een aanzienlijk min der bedrag dan f 2.750.000 per jaar vol staan kunnen worden, zodat de hier uit voortvloeiende voordelige verschil len ten gunste komen van de exploi tatie in de 3 4 4 jaar, wanneer de dienst volledig zijn beslag zal hebben gekregen. De commissie wil daarom een garan tiefonds vormen voor 6 jaar van f 16.500.000, vermeerderd met de in vestering van f 3.250.000. In Hilversum zou dan van een der bestaande studio's voor de televisie-uit zendingen gebruik gemaakt moeten worden, alsmede van een reportage staf en een dienst tot het verrichten van eigen filmopnamen. En deze stu dio zou door straalzenders verbonden moeten worden met de zes zenders, nen bedruipen, terwijl het garantiebe drag op de duur zal kunnen worden afgelost! De Televisiecommissie ziet zelf wel in, dat men op globale ramingen, die op even zoyele pijnlijke vergissingen in de practijk zouden kunnen uitlopen, niet mag afgaan in deze zorgelijke tij den, reden waarom zij er de voorkeur aan geeft, vooraf gedurende twee jaar een vastomlijnd experiment te houden. Het algemeen belang eist, dat 'n bloei ende televisieindustrie, welke zowel voor export als voor 'n te scheppen bin nenlandse markt werkt, zich niet dringt in de plaats van de gewone radio. Want dan zou onze radio-industrie het kind van de rekening worden. En dan is nog niet te overzien, wel ke uitwerking televisie op de waar lijk niet al te best florerende bioscoop- en filmwereld en op de andere amuse mentsinrichtingen zal hebben. Inmiddels vlot het internationale overleg over de televisie nog allerminst. De meeste landen houden met het onze vast aan een rooster van 625 lijnen, maar Frankrijk wil 819 beeldlijnen en Belgie, onze Beneluxpartner, aarzelt nog. Zolang er geen normalisatie bereikt wordt, zal televisie voorlopig een natio nale aangelegenheid blijven, omdat de uitwisseling van internationale pro gramma's onmogelijk is. En hoezeer ook technisch de televisie wellicht nog in haar kinderschoenen staat, is korte lings wel gebleken, toen door een of ander geheimzinnige, althans nog on bekende samenloop van omstandighe den, Londense televisie-toestellen-bezit ters op hun schermpjeeen Lenin- gradse uitzending te aanschouwen kre gen. Gewilde of toevallige televisie- propaganda van achter het IJzeren Gor dijn. (Van onze' correspondent te Hamburg) De burgemeester van Osnabriick heeft aan alle daarvoor in aanmerking komende instellingen van de Bondsrepubliek en aan Neder-Saksen het „tienjaren plan voor de ontginning en bewoonbaarmaking van het land van de Eems" overhandigd. Het plan, dat uit zeven delen bestaat, n.l. ontsluiting voor het ver keer, landbouwkundige cultivering en bewoonbaarmaking, het regelen van de vloed en de indijkingen, opbouw van de economie, bevordering van de cültuur en noodzakelijke maatregelen tot bevordering van de gezondheid, heeft 274.267.430 D-marken van staatswege nodig en aan credieten 33.460.000 D-marken. Over de cultivering van het Eemsland heeft ook de Bondsdag gedebatteerd. van het land. Zij zullen in zeven kam pen worden ondergebracht. De uitvoe ring van de waterbouwkundige maat regelen wordt in handen van een on dernemer gelegd, terwijl de cultivering van de veengronden in eigen hand wordt gehouden. Het programma voor culturele in stellingen is zeer uitgebreid. Er zullen 54 lagere scholen, 27 landbouwscholen en acht ambachtsscholen nieuw wor den opgericht of uitgebreid worden. Daarbij komen nog 16 jongenstehuizen en 5 jeugdherbergen. Verder worden er 13 nieuwe ziekenhuizen gebouwd. In de afgelopen week was de aanvoer van paling tamelijk goed. Vooral Dinsdag waren de vangsten zeer bevredigend te noemen. Ge middeld varieerden deze de gehele week van 70—600 pond per vaartuig. Ondanks de gtot- tere aanvoer bleek dze niet in staat de prijzen *e beïnvloeden. De noteringen voor kunpaling waren per pond van f0,72-f 0,90. Ook de lijn- aalvissers boekten goede resultaten. Voor hen varieerden de vangsten per vaartuig van 40— 120 pond. De noteringen voor lijnpaling waren goed en varieerden per pond van f 0,92— f 1,30. De aanvoer van nest was iets minder. In totaal werd ongeveer 115 ton aangevoerd. Ee prijzen varieerden per bak van f 2,50— 3,64. De weekbesommingen der kuilvissers vari eerden vorige week per vaartuig van f 300,' tot f 850,-. Voor de lijnijaalvissers waren deze van f 200,- tot f 500,- per vaartuig. Door enkele vaartuigen werd Noordzeevis aangevoerd. De vangsten waren niet grcot en de prijzen voor verse vis waren nog aan de lage kant, n.l. voor middel schol van f 0.40 f 0,49 en kleine schol van f0,16—f0,22. Aangevoerd werd de afglopen week: 62.018 pond Wiilpaling, 6229 pond lijnpaling, 245 pond bot, 222.990 pond nest, 560 pond schol II, 2410 pond schol III, 600 pond schar en 228 Pond tong. De totale omzet aan de visafslag bedroeg ongeveer f 66.000,—. ,De ontginning van het Eemsland ts niet alleen een economische en binnen lands politieke, doch ook een buiten lands politieke noodzakelijkheid". Als motivering wijst de burgemeester van Osnabriick erop, dat Nederland in een memorandum een gedeelte van het Eemsland voor zich opeist, aangezien de Duitsers blijkbaar niet in staat zijn het land te ontginnen. Nederland had dezelfde veengebieden en woeste gron den aan de grens. Nu zijn daar bloeien de dorpen, brede landwegen en mo derne spoorwegen. De burgemeester vreesde, dat Ne derland bij de komende vredesonder handeling opnieuw met het verzoek voor de dag zal komen. Hij meent ech ter, dat dit oer-Duitse gebied niet ver loren mag gaan en dat het door zijn olievoorraden en met het oog op demo gelijkheid om daar duizenden vluch telingen werk te geven, een voor Duits land bijzonder waardevol gebied is. In het tienjarenplan wordt erop ge wezen, dat 25.000 ha land het eigen dom van de staat zijn. Daarvan zijn een kleine 9000 ha inmiddels ontgon nen of men is er nog mee bezig, terwijl tegen de 6.000 ha in handen zijn van de turfindustrie. Van de overblijvende 11 000 ha zullen in de jaren 1950 tot 1959 10.019 ha ontgonnen en geculti veerd worden. Voor particulier bezit zijn 84.000 ha veen en woeste gronden aanwezig Hiervan zullen in het kader van het tienjarenplan 50.000 ha ontgon nen worden. Dat zou betekenen, dat tot 1959 onge veer 2000 nieuwe grote boerderijen, 1000 kleine boerderijen en '0.000 bijbeho rende bedrijven met een jaarlijkse op brengst van 35 millioen D-mark kunnen worden opgericht. Bovendien zullen 20.000 ha opnieuw bebost worden. Verkeerswegen. Voorwaarde voor de bewoonbaarma king is de aanleg van verkeerswegen in het Eemsland. Er zijn op het ogen blik hele landstreken, waar nooit een tram, trein of bus komt. Vooral ont breekt het aan een verbinding van Oost naar West, die het Eemsland tot een brug met het naburige Nederland zou maken. Voor het spoorwegnet in het Eems land zal in het kader van het tienjaren plan 4 tot 5 millioen D-mark nodig zijn. Aan wegen moet 332 kilometer met een totale kosten van 14,3 millioen worden aangelegd en 264 kilometer voor 6.7 millioen verbeterd worden Daarbij moeten 85 bruggen worden aangelegd, waarvan de kosten geschat worden op 4.3 millioen D-marken. Het net van waterwegen moet eveneens worden verbeterd, om een goede ver binding met Nederland te krijgen. Steunpunteu Voor de cultivering van de lande rijen, behorende tot de staat, zijn er 16 z.g steunpunten. Deze steunpunten zijn boerenhofsteden, waarvan de vaste ge bouwen na beëindiging van de cultive ring in de handen van de bewoners zullen overgaan. ZU worden ingericnt met de modernste apparaten, meststof fen en andere machines. Voor de cul tivering van de oppervlakten van de staat zijn 3000 arbeidskrachten nodig Door het arbeidsbureau kunnen 780 werklozen geleverd worden. 2 530 werk lozen moeten komen uit andere delen (Van onze correspondent te Bonn) Jn de Duitse Bondsrepubliek behoren de gesprekken over de woningbouw tot de orde van de dag. Geweldige ge tallen over het programma van de wo ningbouw gingen wekenlang van mond tot mond. Het leek er veel op, of een belangrijke voorwaarde voor de woningbouw vergeten, of althans op de achtergrond geschoven werd, n.l. het opruimen van het puin. In vele geval len is alleen daar, waar nog alechts een gedeelte van het puin werd opgeruimd, plaats voor nieuwbouw. Het is onmo gelijk bet puin in de binnenstad nog maar rustig te laten liggen en voorlo pig alleen aan de rand van de stad te gaan bouwen. Nog vers ligt het beeld in het ge heugen van door bommen vernielde woonwijken. Straten en verkeerswegen waren verwoest, met puin bedekt en volkomen van de aardbodem verdwe nen. De mensen, die daar binnen af zienbare tijd weer willen leven, wensen niet te wonen in ruïnes, doch in lichte en gezonde nieuwe woningen. Zij vin den het vanzelfsprekend, dat zij kun nen beschikken over stromend water liefst nog warm en koud dat zij een gasnaard kunnen laten plaatsen en dat met een diaai aan de knop het electrisch licht aangaat. Maar weini gen denken er aan, dat de gemeente- architecten zich het hoofd breken, hoe zij in zo kort mogelijke tijd uit dit puin weer een stad kunnen laten ver rijzen met behoorlijke woningen. Zij denken er niet aan, dat een goed func- tionnerende riolering, de aanleg van electriteits- en telefoonleidingen, de aanleg vui de water- en gasleiding evenveel hoofdbrekens en overleg kos ten als de bouw van huizen. Vaak zijn al deze onderaardse wer ken onuer het puin behouden gebleven of slechts licht beschadigd. Zal men ze weer gebruiken of zal men er niet rreer naar dijken en kanalen dicht gooien en alles nieuw aanleggen? De vaklieden voor de ondergrondse wer ken moeten precies nagaan, wat lonen der is. Zij kunnen daarbij vaak alleen maar schattingen maken, want er lig gen nog vele geheimen onder het puin verborgen, dingen die men niet heeft kunnen voorzien. Berekeningen en be palingen zijn echter zeer belangrijk „angezien ook hier evenals overal b}j de wederopbouw de kosten een doorslaggevende rol spelen. Graad der verwoestingen J)E NIEUWSTE METHODE om de graad der verwoestingen vast te stellen bestaat daarin, dat men wiskun dig de totale hoeveelheid puin van een stad gelijkmatig over de gehele opper vlakte van de stad verdeelt en de dikte van de daardoor verkregen puinlaag meet. Op deze manier zou b.v. de stad Mainz, die een totale hoeveelheid puin van 1,8 millioen m3 heeft, onder een laag van 185 cm verdwijnen. Andere steden hebben een nog grotere hoeveel heid puin en wel: Dortmund 10,5 mil lioen m3, Essen 12 millioen, Frankfort 13 millioen, Keulen 30 millioen, Ham burg 43 millioen en Berlijn 75 millioen m3. Wanneer men bedenkt, dat na de capitulatie de noodzakelijkste techni sche middelen vaak zelfs schoppen en pikhouwelen ontbraken en dat er ontelbare andere dingen eerst gedaan n.oesten worden, dan kan men in West- Duitsland tevreden zijn nu blijkt, dat de steden tot nu toe 50.190.000 m3, dat is 31% van hun puin hebben opgeruimd. Met veel energie en volharding en dikwijls met zeer primitieve hulpmid delen heeft Ie bevolking zich aan het werk gezet om het puin op te ruimen. In Kiel is 76'/», in Hamburg 25%, Han- nover 34'/t, Dusseldorf 17%, Bremen 30%, Wiesbaden 60*/., Stuttgart 33%, München '0%, Koblenz 45%, Freiburg 38'/« en Berlijn 30% puin geruimd. Waar eerst nog met schoppen moei zaam steen voor steen werd verwijderd, kwam later een smalspoor, waarover het puin in kipkarren werd wegge voerd. Voor een gedeelte rijden er op de schoongemaakte stukken grond weer trams; men is daar met de funde ring bezig, of er staan inmiddels al de muren voor de nieuwe woningen. De nieuwe haring is onderweg. Voor zover thans bekend zijn op het ogen blik twee schepen naar IJmuiden on derweg, n.1. de Katwijkse logger „Ka- rel Doorman" en de - Sch 9 „Prinses Marijke". De „Prinses Marijke", ichip- per W. F. Rog, komt met een vaart van elf mijl per uur naar Nederland. Het schip heeft dertig kantjes haring aan boord, die Vrijdagmorgen om acht uur in IJmuiden worden verwacht. Om streeks half tien kan de nieuwe haring in Scheveningen zijn. De vangsten van de eerste dag zijn tegengevallen. Schepen die tien of meer kantjes hadden, behoorden tot de uitzonderingen. V- Een droevig ongeluk is te St. Maar tensbrug gebeurd, waar een elf-jarig jongetje van een tractor viel en over reden werd door de aanhangwagen. Het kind was vrijwel direct dood. In de Tweede Landdwarstraat te Alkmaar is een vijfjarige knaap met zijn armpje in een electrische -wringer bekneld geraakt. Het apparaat moest worden gedemonteerd alvorens de jongen kon worden bevrijd. Wonder boven wonder was de arm niet ge broken Door de heer A. B. J. Prak ken, lid van Gedeputeerde Staten, is op het raadhuis van Langedijk het stichtingsbestuur van het proefbedrijf Geestmerambacht geïnstalleerd. f- De afdeling „Zeevang" van het Ne derlandse Rode Kruis, omvattende de dorpen Kwadijk, Middelie en Warder, ontving van het hoofdbestuur een her inneringsbord ten geschenke, omdat in die dorpen in 1949 het meest voor het Rode Kruis is geofferd In aan sluiting hierop een mooi bericht over Het Witte Kruis: in Wijdenes en Oos- terleek zijn op acht na alle gezinnen lid der plaatselijke afdeling. In Heemskerk is de zeven-jarige Corrie Denneman tegen een passeren de vrachtauto opgelopen. Het meisje is de volgende dag in het ziekenhuis te Beverwijk aan de gevolgen over leden. Vierhonderd personen hebben ge durende de Pinksteren gebruik ge maakt van de gelegenheid tot bezich tiging van het historische raadhuis van Jisp. IN het laatste dozijn jaren heeft het Nederlandse voetbal twee spelers van bij zondere capaciteiten opgeleverd, zogenaamde „geboren voetballers", die waar dig insluiten in de reeks van vooroorlogse namen zoals Göbel, De Korver, De Natris, Bakhuys, Smit e.a. Het is maar een korte reeks, want zelfs een speler als Anderiessen met zijn zes en veertig officiële interlandwedstrijden zouden we, bij alle eerbied voor zijn capaciteiten, niet bij de geboren voetballers willen rekenen, omdat hij naar onze smaak eerder een door ijverige training „gemaakte voetballer" was. Die twee individuele uitblinkers uit het laatste dozijn jaren zijn natuurlijk Abe Lenstra en Faas Wilkes, al begint Piet Kraak in zijn vorm van 1950 hen te naderen. Abe Lenstra was er eigenlijk vóór de oorlog al bij, want de Fries debuteerde op de Olympische Dag van 1939 met een officieuze wedstrijd tegen Joegoslavië, gevolgd door een officieel debuut in 1940, maar pas na de oorlog werd hij de grote speler die we thans kennen. £N FAAS WILKES? Die kwam gedu rende de bezetting uit in Xerxes' voorhoede, waarin de oud-internatio naal Lagendaal hem de fijne knepen vgn het voetbalspel geleerd had, en hij maakte zijn debuut in de eerste na oorlogse interlandwedstrijd te Luxem burg (1946) om sindsdien steeds herko zen te worden slechts éénmaal moest hij in verband met een blinde- Door illllltlllllllllliflIIHHUIHf darm-operatie verstek laten gaan totdat hij in Juli van het vorig jaar door zijn overgang naar het beroeps- voetbal verloren ging voor het Neder landse elftal. In zijn 19 interlandwed strijden in ruim drie jaar tjjds had hij 16 doelpunten gemaakt en na zijn ver dwijnen uit de Nederlandse voor hoede brak de periode der nullen aan die tegen Engeland B. eindelijk werd afgesloten. En hoe! Over Wilkes' verblijf in Italië doen de meest verschillende geruchten de ronde. Volgens de een bevalt dat be roepsvoetbal hem goed, om(lat hij ei veel geld verdient en zich na een moeilijke midwinterperiode heeft we ten aan te passen aan de Italiaanse stijl, volgens de ander zou hij niets liever willen dan weggaan uit zijn club Internazionale te Milaan, waar aan hij echter door een tweejarig con tract verbonden is tot Juli van het volgend jaar, waarvoor hij bij het af sluiten van dat contract in Juli 1949 een handgeld van vele tienduizenden guldgns kreeg. Alle begin moeilijk \(/AT IS ER NU VAN WAAR? Wij hebben er eens rustig met hem over gepraat, toen we hem onlangs bij een wedstrijd van Internazionale troffen en we zijn geneigd te concluderen, dat de waarheid, gelijk zo vaak het geval is, in het midden ligt. Ontegenzeg lijk heeft het elftal van de Milaanse club in het algemeen en Wilkes in het bijzonder een paar zeer slechte weken doorgemaakt in het begin van dit jaar, waarin wedstrijd na wedstrijd verloren werd en de Nederlander, die zich, zo als we konden merken, nog maar zeer gebrekkig in het Italiaans uitdrukt, niet voldoende met zijn medespelers en clubleiders kon verstaan. Maar In- ter's zwarte periode is weer voorbij de club speelt weer behoorlijk voetbal en eindigt op de derde plaats van de ranglijst achter de kampioensclub Ju- ventus (Turijn) en achter de plaatse lijke concurrente Milano, waarvoor ae Zweden Gren, Nordahl en Liedholm uitkomen. „Binnenkort krijg ik een paar maan den vacantie, die ik in Nederland kan doorbrengen", vertelde Wilkes ons. „Contractueel" ben ik nog een jaar aan Inter verbonden, ik kan dus nooit uit eigen beweging weggaan, maar als er een andere profclub gevonden wordt, die bereid is aan Inter de helft van dat tweejarig contract over te nemen, kan mijn club me altijd over doen. Nooit echter voor langer dan dat ene nog resterende jaar, want daarna ben ik vrij man en kan zelf uitmaken of ik een nieuw contract met Inter zal zien te krijgen of ergens anders in Frankrijk of Italië zal gaan voetbal len, als men mij betere conditiee aan biedt, maar dat is allemaal nog zo ver vooruit". Hoog genoteerd. QP DE INVENTARISLIJST van zijn club staat Wilkes vermeld als de duurste der drie buitenlanders, die erin spelen: 180.000 gulden acht Inter hem waard en dai hele bedrag moet over een jaar zijn afgeschreven! Boven hem staan de vier Italiaanse internationals van zijn club met 'n waarde van 240.000 tot 270.000 gulden per persoon, maar deze spelers hebben veel langere con tracten. In de laatste weken hebben Genova 1894 uit Genua en Stade Red Star uit Parijs geprobeerd om Wilkes over te nemen door een van hun beste spelers, resp. de Italiaanse international Gualazzi en de Franse international Hon aan te bieden met daarnaast nog een flink bedrag in contanten, doch tot dusverre hebben deze onderhandelingen geen succes opgeleverd. Tenzij er dus nieuwe aanbiedingen komen, blijft Wilkes in Milaan, waar hij 500 gulden salaris per maand vee- dient plus premies van 100 gulden per overwinning en 50 gulden per gelijk spel. En nu we hem in Internazionale hebben zien spelen, geloven we dat in geen enkc 'e andere Italiaanse of Franse profclub de eigen voetbalstijl van Wilkes zo goed tot zijn recht zal ko men als juist in dit elftal, dat het be faamde magische vierkant uit het dop perspilsysteem niet beschouwt als het hoogste goed ter aarde, omdat de voorhoede bestaat uit vijf individua listen, die ruimte laten voor de fantasie en schotvaardigheid van een binnen- speler als Wjlkes. Nog steeds voetbalt Wilkes „bij vla gen", zoals ons andere voetbaltalent Lenstra dat ook kan, hij kan een Jaar minuten niets uitvoeren om 'dan in eens een rush van dertig, veertig stap pen te ondernemen met de bal aan zijn voèten. Een vechtersnatuur heeft hij niet, al is hij ook lichamelijk gehard geworden in de profschool. Binr.en- spelers als Wilkes en Lenstra laten zich Hever leiden door hun intuïtie dan geleid te worden door voetbal theorieën, al zijn die ook nog zo nut tig voor minder markante persoonlijk heden. Zodra het Nederlands elftal welbewust het stopperspilsysteem ging toepassen, had Wilkes, die in de vier wedstrijden van 1946 acht doelpunten gemaakt had, afgedaan als goalgetter Voor zijn andere acht doelpunten in 1947, 1948 en 1949 had hij vijftien wed strijden nodig! (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) (Buiten verantwoordelijkheid van de redactie) In Den Helder hebben bij twee in richtingen voor Middelbaar Onderwijs: de Rijks HBS (met A- en B-afdeling) en het Gemeentelijk Lyceum (met HBS A en B, en gymnasium a en b). In vele plaatsen van ons land bestaat daarnaast een Middelbare Meisjes school (M.M.S.), eveneens behorende tot het middelbaar onderwijs, echter niet bestemd als weg naar het hoger onderwijs (Universiteit). Zo'n M.M.S. beoogt meer de algemene vorming naar de aard der meisjes. Over het algemeen schijnen meisjes na de tweede en derde klasse meer moeite te hebben met algebra, meet kunde, natuur- en scheikunde, dan de jongens. Dit zijn op een M.M.S. dan ook geen examen-vakken. Daarentegen wordt meer aandacht besteed aan taal en letterkunde en zijn er vakken toe gevoegd, die juist voor meisjes Inte ressant zijn: kunstgeschiedenis, mu ziek, handwerken, voordrachtskunst, handenarbeid of huishoudelijke vak ken. Veelal is de gang van zaken als volgt: na een gemeenschappelijk eer ste klasse HBS-onderwijs volgt bij het tweede leerjaar de splitsing in HBS en MMS. Wanneer tien vijftien ouders in Den Helder en omgeving samen werken, kan actie worden gevoerd. Het moet in een stad met bijna vijf en dertig duizend inwoners mogelijk zijn. De ondergetekende zal gaarne bijvals betuigingen in ontvangst nemen. F. W. SCHREUDER Den Helder, Juni 1950. Julianapark 1, telefoon 2615. RECHT CONTRA BILLIJKHEID Het is onlangs in onze gemeente voor gekomen, dat een zakenman Uit zijn huls werd gezet en zijn Inventaris op straat ls komen te staan, met alle gevolgen van dien. De zaak was n.l. aldus: De heer X, zakenman, bewoonde een huis in de gemeente Den Helder, hetwelk hij in huur had van heer Y, rentenier, die eigenaar was van dat huis. De heer Y wilde zijn eigendom zelf gaan bewonen om daarin een rustige oude dag te ge nieten. Hij begon derhalve een procedure tot ontruiming van zijn eigendom tegen de heer X. zakenman. De edelachtbare heer Kantonrechter wees de vordering van de heer Y, rentenier, toe op grond van de overweging dat de heer X, zaken man, zelf een huis met bedrijfsterrein ln eigendom bezat in dezelfde gemeente (Julianadorp). De heer X, zakenman, begon nu een procedure tot ontruiming tegen de be woner van zijn eigendom in Julianadorp. De edelachtbare heer Kantonrechter wees deze vordering echter af op grond van hem moverende redenen. Wat stond nu heer X, zakenman, te doen? Hij verkeer de in een impasse. Hij moest het thans door hem bewoonde perceel ontruimen om met zijn bedrijf naar elders te ver trekken. Maar waarheen? De gemeente had geen huis met bedrijfsruimte voor heer X, zakenman, beschikbaar. Gevolg was dat, ondanks het vonnis tot ontrui- heer X, de zakenman, toch ln het door hem bewoonde perceel moest blijven zit ten. De gemeente, zich met het oordeel van de Kantonrechter niet eens voelende, handhaafde de situatie zoals deze was geweest. Heer X, zakenman, bleef dus het betreffende perceel bewonen ondanks het togen hem Uitgesproken vonnis om te ontruimen. Deze toestand werd twee jaar lang gehandhaafd. Heer Y. rentenier, bleef echter op ont ruiming aandringen. De gemeente had echter geen bedrijfspand, twee jaren ge- leden niet, thans ook nog niet. De ge meente kon echter wel een huis beschik baar stellen voor de heer X, zakenman, doch zeer zeker niet gelijkwaardig aan het door de heer X, zakenman, bewoonde perceel, evenmin een huls met bedrijfs ruimte. Heer Y, rentenier, drong steeds aan op ontruiming en wat geschiedde? De gemeente, een andere politieke constella tie in haar bestuur te zien gevend, gaat „om" en sanctionneert de ontruiming. Gevolg ls dat heer X, zakenman, moet ontruimen en zelfs gedwongen wordt te ontruimen, doordat hij metterdaad met behulp van de sterke arm uit het huis wordt gezet. Gevolg is dan ook dat thans het bedrijf van de heer X, zakenman, ka pot en verwoest is, in tweeën gescheurd, zulks ter wille van de heer Y, rentenier. Geschiedde hier recht? Moreel gezien geschiedde hier bitter onrecht, administratief gezien ging dit al les volgens de regelen van het „recht". Hier gold het aloude adagium: „Sum mum jus, summa injurla" (Het hoogste recht is het hoogste onrecht). Had nu de gemeente geen taak gehad? De gemeente heeft immers tot taak de belangen van zijn inwoners juist af te wegen. Hier had de gemeente dit juister kunnen doen. De gemeente had dit vonnis van de Kantonrechter kunnen f rusteren, omdat hier een zakenman moest wijken voor een rentenier. Moest hier het recht (in casu onrecht) zwaarder wegen dan de billijkheid (in casu recht)? Dit bovenstaande doet zich aan ons rechtsbewustzijn voor als onrecht. Wie naar recht zoekt, houdt geen monoloog, maar roept op, vraagt antwoord. Dit ts de kreet, de oproep van een zakenman, die een antwoord vraagt, die recht zoekt. Den Helder, Juni 1950. W. C. KOPPEN I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 5