De farm uitgebreid met een paard
Amerika's politiek loopt dood
in het Japanse slop
Lord Jimgentleman-straatveger
Dirk ontsnapt aan 6Gn groot Qsvaar
BELGIE WEER TER STEMBUS
Uit louter liefde
Vijf mensen gingen naar Canada (22)
Sparen, sparen
Emigranten
r~
Giethoornse trouwpartij in West-Friesland
De kans op C.V.P.-meerderheid is groot
Belgen lopen niet
meer warm
Vredesverdrag dringend nodig, maar
de militairen verzetten zich
Atoombom schept nieuw
onoplosbaar probleem
Londens ex-piloot verkoos geluk en schamel
bestaan boven welstand en wroeging
ZATERDAG 3 JUNI 1950
IIET VOORJAAR IS PRACHTIG. De
bergen, de bomen en de stad zijn
ontwaakt uit hun winterslaap; de lange
„poolnacht" is geweken voor een onge
lofelijk mooie lente. Op ons, die voor
de eerste maal het voorjaar in de
Rockies zien, maakt deze onherbergzame
wereld een diepe indruk. Een machtige
plantenwereld rijst op uit de rotsige
bodem en de onberekenbare Columbia
River bruist en kolkt met grote snel
heid door haar diepe bedding. Op de
bergtoppen en zelfs langs de weg ligt
op enkele plaatsen een dik pak sneeuw,
doch dit verhoogt slechts de schilder
achtigheid van het landschap, waarin
Revelstoke als een nietig plaatsje aan de
noordelijke oever van de rivier ligt.
Dirk en ik hebben samen een ka
mer gehuurd voor 25 in de maand.
Onze warme maaltijden gebruiken we
in een restaurant, doch de broodmaal
tijden maken we zelf klaar. Hierdoor
Jeven we zo goedkoop mogelijk en
kunnen we wat geld sparen om de
farm te verbeteren. Een pension zou
den we niet kunnen betalen, daar alles
erg duur is. Bovendien hebben we
vuil werk, waardoor zelfs de sterkste
kleren vlug slijten. Revelstoke is een
„division-point", waar de locomotie
ven door een hostler en twee assisten
ten gerepareerd en van brandstoffen
voorzien worden. Die twee helpers
zijn Dirk en ik.
Een week-end thuis.
niRK is verleden week voor het eerst
een week-end thuis geweest. De
nieuwe woning, die vlak bij het pas
gekochte stuk land staat,' hopen wij
volgende maand geheel klaar te krij
gen. Moeder heeft op alle mogelijke
manieren geprobeerd het interieur
gezellig te maken en ze is nu zelfs
bezig van een jute zak en wat ge
keurde wol een „Smyrna tapijt" te
maken. Onze eerste koe maakt het
uitstekend en ook het stierkalf dartelt
in blakende welstand rond. We kun
nen nu al wat melk aan de fabriek
leveren.
Dirk kreeg Zondagmorgen zijn thee
op bed. Moeder gaf hem er een door
haar gebakken koekje bij en toen Dirk
zichzelf nog eens rijkelijk van koek
voorzien had, voelde hij zich best thuis.
Zijn rust was echter van korte duur
De zon stond al geruime tijd aan de
Zondagse hemel, toen moeder Artje
en Dickie miste en hoe ze ook riep,
beide kinderen bleven spoorloos. De
woeste omgeving, dicht bij de bossen
en aan de voet van bergen die nog
maar zelden door mensen zijn betre
den, werkte niet bepaald kalmerend
voor de ongeruste moeder. Spoedig
waren allen gealarmeerd, doch hoe
men ook zocht en riep, de twee klein
tjes bleven onvindbaar. Van een buur
jongen hoorde Dirk, dat diens moeder
met twee kinderen naar een tuin op
de berg gegaan was. Dirk ging direct
in looppas de berg op in de richting
van de goudmijn, die daar ergens
moest zijn. Hij liep over een smal pad
langs scherpe rotsen, over omgevallen
bomen en door dichte struiken. Plot
seling stond hij voor een groot gat, dat
DIT WOELIGE LEVEN
Een LONDENS echtpaar heeft zijn
vier oudste kinderen laten emigre
ren naar Nieuw Zeeland. Dit ware op
zichzelf niets bijzonders; de ouders
geven als reden op: „Wij willen de
kinderen een kans geven in het le
ven". Het bijzondere zit in de leef
tijd van de „emigranten". De oudste
is twaalf jaar, de jongste vijf. Hun
vader verdient niet genoeg om de
kinderen voldoende eten en kleren te
geven daarom zijn ze door hun we
nende moeder op de boot gebracht; in
Nieuw Zeeland zal een oom 'n oogje
in het zeil houden. God zegene de
greep!
Ik kan het niet helpen, maar dit
bericht is, naar mijn smaak, het
wreedste dat we in lange tijd te lezen
kregen. Dit is het verhaal van Klein
Duimpje in gemoderniseerde vorm,
maar dan als bittere werkelijkheid.
Méér dan welke economische ot
politieke beschouwing van welke knap
pe kop ook is dit een duidelijk beeld
van de hopeloosheid, die zich allengs
gaat nestelen in het hart van de
Europese mens. Dat een vader en een
Moeder hun kleuter van vijf, onder de
wankele hoede van een broertje van
twaalf, naar de andere kant van de
aardbol sturen, „om 'm een kans in
het leven te geven" d&t is in feite
een ten hemel schreiende aanklacht
tegen de maatschappij, die zulks nood
zakelijk maakt entoelaat.
Vijf jaar oud zijn en dan weg te
Moeten van je moeder, dan afscheid
te moeten nemen van je veilige thuis
en je broertjes en je kleine zusjes
en op een schip te worden gezet als
„emigrant" naar Nieuw Zeeland
In de tijd van de slavenjachten
Mochten de kleine negertjes tot min
stens hun twaalfde jaar bi) moeder
blijven.
Wie praat er nog van vooruitgang
JEREMIA BLOM
was uitgehouwen in de rotswand. Met
ztjn handen tastend langs de wanden,
nep hij de pikdonkere gang in. Zijn
oren suisden in de doodse stilte.
Hij pakte een stuk rots op en gooide
het voor zich uit en dat was zijn be
houd. Tot zijn grote schrik hoorde hij
hoe de kei neer kwam in een diep
stilstaand water, dat onzichtbaar en
onhoorbaar aan het eind van dit hol
was gelegen. Langzaam kroop Dirk
terug tot hij de ingang weer bereikt
had, waarna hij snel naar huis liep om
een lantaarn te halen. Op de terugweg
kwam hij de buurjongen tegen, die
aanbood met hem mee te lopen. Weer
ging het heuvelopwaarts en toen z>j
zo ver gekomen waren, dat zij niet
verder konden, zagen zij heel ver be
neden zich, vlak bij huis, de buur
vrouw met Artje en Dickie langs de
weg wandelen
Nu ook een paard
's Middags kwam er even een buur
man bij ons aanlopen, die terloops
vertelde, dat hij een paard te koop
wist en dat hij vader, zo deze dat wil
de, wel even met de auto naar de
eigenaar wilde brengen. Vader wilde
maar direct op stap gaan en hij vroeg
Dirk om mee te gaan als tolk. Het
paard bleek oud en bovendien erg
duur te zijn, zodat men niet lang be
hoefde te onderhandelen. Omdat men
nu toch op weg was, werd besloten
nog eens verder te zoeken. Inderdaad
had vader in een afgelegen settlement
geluk. Hij vond het paard, dat hij
nodig had; goed gezond, niet te oud
en niet te duur. De moeilijkheid was
echter, dat vader geen geld hij zich
had en dat de boer het paard direct
wilde leveren.
„Neem hem toch maar mee", zei de
eigenaar. „Ik ben niet van plan hem
nog een week gratis voer te geven.
Wanneer krijg ik het geld?"
„Volgende week".
„Afgesproken".
Nu kreeg Dirk een minder aange
naam karweitje; om kwart vóór vijf
ging hij met het paard aan de wandel
en pas om elf uur bereikte hij ons
huis, waar Artje én Maps hem al op
de weg stonden op te wachten. Vader
had inmiddels de stal, die de koe en
het kalf tot nu toe samen gedeeld had
den, gereed gemaakt voor de ontvangst
van een derde logee.
Een uur later daalde de stilte in en
om het huis; de nieuwe week werd
begonnen met een paar uur rust.
Te Oudendijk zijn Mejuffrouw Evelien de Hart en de heer Piet Zeekant in
letterlijke zin in het huwelijksbootje gestapt. Ze maakten de tocht van de
ouderlijke woning naar het raadhuis en weer terug met een versierde
motorschuit.
^ONDAG gaat het Belgische kiezers
volk ter stembus. Het moet Kamer,
Senaat en Provinciale Raden samen
stellen. Voor Kamer en Provinciale Ra
den zal de uitslag in de nacht van Zon
dag op Maandag bekend zijn. De Senaat
echter wordt op ingewikkelde wijze sa
mengesteld. Direct gekozen worden
Zondag 106 Senatoren de helft van
het aantal Kamerleden. Indirect wor
den gekozen 46 Senatoren, die door de
nieuwe Provinciale Raden moeten wor
den aangewezen en dan worden nog
23 senatoren gecoöpteerd, zodra direct
gekozen en provinciale Senatoren in de
derde week na de verkiezingen bijeen
komen. Niettemin zal men zich Zon
dagnacht ook van de definitieve ge
daante van de Senaat een duidelijke
voorstelling kunnen vormen.
Tot dusver is de verkiezingscam
pagne zeer rustig verlopen. Het pu
bliek is kennelijk lusteloos en de ver
gaderingen worden matig bezocht. Een
mat kiezerscorps dus, maar niettemin
verkiezingen van ongewone betekenis!
Want Belgie staat voor de vraag of het
de komende wetgevende periode door
één partij, de Christelijke Volkspartij,
staat te worden geregeerd. De kans
daarop is groot.
Sinds de verkiezingen van 26 Juni
1949 heeft de Christelijke Volkspartij
in de Senaat reeds de absolute meer
derheid (92 van de 175 zetels). In de
Kamer is zij er maar twee zetels van
af gebleven. De samenstelling van de
Kamer is n.L: Kath. 105; Soc. 66; Lib.
20; Comm. 12 zetels. Het Belgische kies
stelsel bevoordeelt sterk de grootste
partijen en de C.V.P., die in 1949: 43.5
pet. van de stemmen verkreeg, behoeft
dit percentage maar weinig te zien stij
gen om ook in de Kamer van de abso
lute meerderheid zeker te zijn.
Liberaal-Socialistische kartel.
CR IS ECHTER een verschil met vorig
jaar. Want in Limburg en Luxem
burg hebben de socialisten en liberalen
een kartel gevormd en gemeenschappe
lijke lijsten ingediend. Dat lag voor de
hand, want met bijna 250.000 stemmen
kregen de katholieken daar verleden
jaar 24 mandaten in handen, doch de
socialisten en liberalen, die toen ge
scheiden optrokken, met bijna 100.000
stemmen, slechts één.
De onzekere massa, die bij de verkie
zingen de doorslag geeft, kan men op
14 pet. van het kiezerscorps schatten.
Want in 1949 verkreeg de C.V.P. 43.5
pet van de stemmen en op 12 Maart van
dit jaar sprak bij de Volksraadpleging
57.7 pet. zich uit voor terugkeer des
Konings. Het verlies, dat de katholie
ken zullen ondergaan door de kartel
vorming van socialisten en liberalen
wordt waarschijnlijk goedgemaakt door
ss
een duidelijk aanwijsbaar deel van de
massa van 14 pet. Bij deze verkiezin
gen ontbreken immers vrijwel de lijsten
van dissidente groepen (waaronder de
Kath. Vlaamse Concentratie de belang
rijkste is), die verleden jaar ruim drie
pet. van de stemmen behaalden. Blijft
als factor van onzekerheid de groep van
vooral liberale maar ook socialistische
kiezers, die bij de Volksraadpleging
voor de terugkeer des Konings hebben
gestemd.
Voor overgang naar de Chr. Volks
partij moet vooral de liberale leiding
beducht zijn. Verleden jaar boekte de
liberale partij een aanzienlijke winst,
vooral dankzij een handige propaganda
voor belastingverlaging. Liebaert, de
liberale minister van Financiën, heeft
de gedane beloften slechts ten dele
kunnen gestand doen en de leus: belas
tingverlaging is daar minder bruikbaar
dan verleden jaar, al gingen de liberalen
er nog eens de verkiezingsstrijd mee in.
Belangrijker is nog, dat veel liberale
Koningsgezinden, m.a.w. veel Vlaamse
liberalen teleurgesteld zijn over het uit
blijven van een oplossing van de Ko
ningskwestie en de Brusselse en Waal
se liberalen in dit opzicht niet zonder
zonden achten. Men moet bovendien be
denken, dat liberaal stemmen in Belgie
niet betekent, dat men niet katholiek is.
Minder bezorgd voor afval van Ko
ningsgezinden zijn de socialisten. Zij
rekenen zelfs op een kleine vooruit
gang, te behalen ten koste van de
communisten.
Tweeërlei propaganda.
En de Christelijke Volkspartij? Zij
maakt uiteraard jacht op de liberalen
en de socialisten, die voor 's Konings
terugkeer stemden. Haar woordvoerders
betogen voor een deel, dat de Koning
op de troon moet terugkeren, zonder
dat het parlement voorwaarden stelt.
Daartoe is een absolute meerderheid
nodig. Maar zeker evenzoveel r.k. pro
pagandisten stellen het wat anders: De
C.V.P. moet de absolute meerderheid
behalen, opdat een krachtige regering
kan worden gevormd. De Koningskwes
tie kan dan worden opgelost. Dit ver
schil in nuance komt overeen met de
giraden van Koningsgezindheid onder
de katholieken.
Het is echter duidelijk, dat deze pro
paganda tot gevolg kan hebben, dat
een deel van de liberale Koningsgezin
den wordt weerhouden toe te geven
aan de verleiding katholiek te stem
men. Want katholiek stemmen ter wille
van de Koning betekent voor hen ook,
dat Belgie vier jaar lang door een ka
tholieke meerderheid clericale meer
derheid zegt men hier wordt gere
geerd. En de beduchtheid daarvoor
de schoolstrijd woedt hier nog steeds!
zou hen er toe kunnen brengen de
liberale candidaten trouw te blijven. Te
meer omdat men toch niet het gevoel
heeft, dat de Koning terug zal komen
om in lengte van dagen te regeren.
(Van onze diplomatieke medewerker)
^USTRALIE heeft onlangs het besluit genomen, zijn troepen uit Japan terug
te trekken. Als reden voor deze maatregel gaf Canberra op een reorganisatie
en versterking van de Australische defensie. Bijzonder overtuigend klinkt dat
niet. Australië onderhoudt in Japan slechts een uiterst kleine bezettingsmacht,
die niet meer dan een symbolische betekenis heeft. Dat zonder terugtrekking
daarvan een reorganisatie der Australische landverdediging moeilijk of zelfs on
mogelijk zou zijn, lijkt onwaarschijnlijk. Andere factoren zullen het dus geweest
zijn, die Canberra tot dit besluit bewogen hebben, zo moet men wel veronder
stellen. En wanneer men de situatie in Japan bestudeert, wordt het ook spoedig
duidelijk, welke deze andere factoren zijn. Australië wenst zich tijdig te distan-
ciëren van een nieuw, gevaarlijk probleem, dat zich met grote snelheid in het
aan onheilspellende vraagstukken toch al zwangere Verre Oosten ontwikkelt.
der de door het Westen gewenste voor
waarden, was medewerking eraan van
de Sowets niet te verwachten. Men
stelde zich voor, Japan een ontwa
pend Japan de souvereiniteit te her
geven, het gros van de bezettingstroe
pen terug te trekken en, ter beveili
ging van de eigen en van de Japanse
belangen, dfe defensie van het gebied in
eerste aanleg over te laten aan enige
gespecialiseerde Amerikaanse eenhe
den, geconcentreerd op nauwkeurig
omgrensde bases, waar contact met de
Japanners nauwelijks zou geschieden.
Een jaar geleden hadden de Japan
ners zich gaarne bij deze voorwaarden
neergelegd.
Er kwam echter niets van, omdat de
Amerikaanse militairen tegen het besluit
van de staatslieden verzet aantekenden,
Zij hadden er toen reeds de lucht van
dat het Amerikaanse monopolie van
de atoombom niet veel meer dan een
illusie was. En zij redeneerden nu als
volgt: Okinawa, onze sterkste basis in
het Verre Oosten, zal tegen een aan
val met atomische wapenen van de
zijde van de Sowjetunie niet te ver
dedigen zijn. Het eiland is daarvoor te
klein. Met enkele vaste bases op de
Japanse eilanden zelf zal het niet an
ders gesteld zijn. Zij kunnen in een
twee of drie raids van de aarde weg
gevaagd worden. Om onze „levens
lijn" in het gebied van de Stille Zuid
zee naar behoren te kunnen verdedi
gen, hebben wij geheel Japan nodig
Daarom mag er geen vredesverdrag
gesloten worden; dan blijven wij heer
er, meester in Japan.
Weliswaar lieten de staatslieden zich
door deze argumenten niet overtuigen
maar daar ook de militairen op hun
standpunt bleven staan, kibbelt men in
Washington nu reeds een jaar lang ove-
de beste oplossing, zonder tot een bc
sluit te zijn gekomen.
Wanneer ergens het „deliberante
TOEN bijna een jaar geleden de Ame
rikaanse minister van Buitenlandse
Zaken, Acheson, en zijn' Britse collega
Bevin, die in dat geval optrad als ver
tegenwoordiger van het gehele Britse
gemenebest, de Japanse kwestie be
spraken, kwamen zij tot de slotsom,
dat een vredesverdrag met Tokio niet
lai-ger kon worden uitgesteld. Een be
zetting heeft de neiging, zichzelf te
overleven. Niemand minder dan gene
raal McArthur, de opperbevelhebber
van het Amerikaanse bezettingsleger
in Japan, heeft eens verklaard: „Een
bezetting wordt na drie jaren nutte
loos; na vijf jaren wordt zij gevaar
lijk".
In Japan heeft men het gevaarlijke
punt bereikt. De stemming tegenover
de Amerikanen, in de eerste periode
van de bezetting ongetwijfeld welwil
lend, is via onverschilligheid zo lang
zamerhand in afkeer van alles wat
Amerikaans is omgeslagen. Het zijn
werkelijk niet slechts de communisten
die in de huidige verkiezingscampagne
(4 Juni moeten de Japanners naai de
stembus, om het parlement voor egn
deel te vernieuwen) met de leuze
opereren: „De Amerikanen het land
uit en geen 5 vierkante centimeter
Japanse grond voor vreemde militaire
bases".
Dat zoiets zou gaan gebeuren, zagen
Acheson en Bevin tijdig in. Het ver
schil in levenswijze tussen de arme
Japanner en de naar verhouding rijke
bezetter is nu eenmaal te groot, om op
de duur niet tot wrevel aan Japans'
zijde te moeten leiden Het vredesver
drag, dat de Amerikaanse en Britse
staatslieden voor ogen stond, moest
een separaat vredesverdrag zijn. On-
Senatu perit Saguntum" (terwijl de
Senaat vergadert, valt Saguntum) op
zijn plaats is, is het wel in dit geval.
Niet alleen, dat de stemming in Japan,
zoals al gezegd, inmiddels zeer in het
nadeel der Amerikanen is omgeslagen,
bovendien heeft in China Mao Tse
Toeng zich sindsdien geheel van de
macht meester gemaakt. Dat moet de
Japanners wel doen terugschrikken
voor het sluiten van een separaat vre
desverdrag. Want hoezeer zij ook een
verdrag met de Ver. Staten in het
Britse Gemenebest wensen, met
China moeten zij vroeg of laat
in ieder geval tot een overeen
komst komen. De Japanse industrie
kan dat enorme afzetgebied op de
duur eenvoudig niet missen. En dan
zou wel eens kunnen blijken, dat ze
kere bepalingen van een eventueel
tussen het Westen en Japan te sluiten
verdrag die nieuwe meesters in China
niet zinnen. Een jaar geleden zouden er
met het Chinese nationalistische re
giem gemakkelijker zaken te doen ge
weest zijn. Voor het Westen houdt dit
overigens het gevaar in, dat zelfs in
dien de Japanners onder de gewenste
voorwaarden een verdrag sluiten, zij
dit. later, bij de onvermijdelijke onder
handelingen met China en de Sowjet
unie, zullen verloochenen, als dit in
hun kraam te pas komt.
Het is dus wel een gevaarlijke im
passe, waarin de Amerikanen zich met
hun politiek van uitstel gemanoeu
vreerd hebben. Generaal Bradley, de
voorzitter van het Amerikaanse co
mité van stafchefs, en zijn hoogste
chef, de minister van Defensie, John
son, gaan nu persoonlijk naar Japan
om alsnog een uitweg te zoeken. Maar
het heeft er ten minste de schijn van
dat zij terug zullen keren in de over
tuiging, dat het Verre Oosten opnieuw
een onoplosbaar probleem rijker ge
worden is.
OP HET MATJE
UivuiiL,,. x cLici-cOiiiereniie heeft
ons twee-en-'n half millioen harde
guldens gekost. Dat is, aangezien het
feest tien weken aanhield, 250.000 gul
den per week. Wanneer men het ahn-
tal deelnemende praters op honderd
stelt is dat derhalve volgens
Bartjes 2500 gulden per man per
week. Daar kun je ten slotte een
biefstukje van laten bakken in de
goeie boter. En dat er een heleboel
van die boter op allerlei hoofden bleef
zitten is natuurlijk een gans ander
verhaal. Maar allé, de heer Van Maar-
seveen is via de R.T.C. een gelukkig
en tevreden minister geworden; en
dat moet ons een offertje waard zijn;
de heer Van Maarseveen is een goed
mens.
Hoe betrekkelijk is toch dit warre-
lige leven! Want het sproeterige
meisje, dat vanmiddag stond te bib
beren voor de rechter, was twintig jaar
lang precies zo deugdelijk geweest als
de heer Van Maarseveen en ze had
niet eens geprofiteerd van de halve
ton representatiekosten of van de 25
mille onvoorziene uitgave»-. Misschien
had ze zelfs nog nooit van de Ronde
Tafel-conferentie gehoord; ze zag er
meer uit als een filmdeskundige dan
als een toekomstig opvolgster van
mevrouw FortanierDe Wit.
Ze had gestolen uit liefde, zei de
zwaaierige advocaat in een epiloog, die
hij met sterk-dramatische accenten
over het voetlicht bracht.
Dat had ze trouwens zelf al, in
minder dure woorden, op de groene
tafel gesnikt. Henk-van-me, die jon-
gen-waar-ik-vast-mee-ga, zogezegd,
was bezig geweest om jarig te worden
en d'r vriendin had een maand tevo
ren een huwelijk gepleegd en ze had
een nieuwe lamp op d'r fiets gekocht
en de gramofoonplaten van Duke El-
lington en Louis Armstrong waren zo
duur tegenwoordig en ze rookte veel...
Enfin, toen de dag van het verja
ringsfeest nader schreed had ze op
zwart zaad en op gloeiende kolen ge
zeten en uit het tasje van een collega
pikte ze een briefje, waarop De Neder
landse Bank in beter dagen aan toon
der vijfentwintig gulden betaalde.
Maar dat was ontdekt en een hoog
blonde rechercheur had er binnen het
kwartier de complete biecht uit los
gepeuterd. „Ze bekende vlot," zei de
roodharige speurder met innige vak
vreugde.
De rechter gaf een hele paedagogi-
sche cursus, maar hij gebruikte kloe-
ker woorden dan professor Waterink.
Met veel van losbandige jeugd en veel
van onverantwoordelijkhedens en zo.
Het meisje spoelde dat alles weg met
perelend tranensap en ze zei wel twin
tig keer: ,,'k zal 't nooit meer doen.
Nooit meer. Heus niet." Waarop de
rechter sprak: „Dat zeggen ze hier al
lemaal".
Het eindigde met vijftig gulden
boete, omdat haar lei tot dusver schoon
was. En aangezien die vijftig gulden
in de centenla van meneer Lieftinck
komen heeft sproeterige Leny, door
verbreking van de wet, in ieder geval
vgftig gulden bijgedragen in de twee-
en-'n half millioen van de RondS
Tafel-conferentie. Waarmee ze intus
sen niets te maken had, want déér
waren alleen fatsoenlijke mensen. Men
moet in dit leven deugdelijk onder-
Scheid maken. Waar gaan we hc -n als
fabrieksmeisjes zich onvoorziene uit
gaven veroorloven zonder te beschik
ken over een halve ton representatie
geld? KAR EL.
J7EN ONBERISPELIJK GEKLEED MAN, met een keurig onderhouden bruine
baard, schoon gezicht en handen en gemanicuurde nagels, duwde een gele
kaf door de straten van Londen. De inhoud van zijn wagen bestond uit afval en
vuil, opgeveegd van de Londense straten. Voetgangers bleven staan, om naar
hem te kijken, automobilisten remden, politieagenten stonden verbaasd. Want
deze man, een welopgevoed mens van goede kom-af, is een straatveger, een
werkman van de stadsreiniging. Iedere dag veegt hij de straten aan, gekleed in
een gewassen zijden overhemd, een opgeperste pantalon en dure sandalen. Hij
veegt en duwt zijn wagen voort, waarbij een spaniel hem op de hielen volgt.
Tegen een nieuwsgierig voorbijganger heeft hij eens gezegd: „Misschien ben
ik wel geen goede straatveger, maar ik doe mijn werk graag en ik zou het
liever niet willen verliezen. En nu moet ik opschieten, want ik moet de kar nog
terugbrengen. Mijn vrouw wacht op me. Ik zou u wel eens aan haar willen
voorstellen. Zij is een schat". En weg was hij, zonder verdere verklaringen. Het
mysterie van Knightsbridge bleef bestaan.
Met vouw in de broek en
zijden overhemd achter de
vuilniskar
EEN. verkeersagent zei: „Ze zeggen,
dat hij in een luxe-flat in de buurt
van Mayfair woont". En een collega-
straatveger bromde: „De snaak doet
ons allemaal verstomd staan. Hij moet
het duvelse baantje doen om een oi
andere weddenschap r zoiets. Ten
minste, dat denken we. Maar u moest
zijn vrouw eens zien. Zij is een schoon
heid en een echte dame bovendien."
De ambtenaren van de reinigings
tienst willen geen verklaring geven.
Als hij de straat wil gaan vegen, is dat
zijn zaak en van niemand anders".
Maar zij hebben hem de bijnaam van een positie, die hem 1100 pond per jaar
„Lord Jim" gegeven. „De Hertog" en opleverde, op en werd straatveger voor
„De graaf van Monte Christo". Enige
dagen geleden kreeg hij een paar extra
vrije uren om enkele belastingkwesties
te gaan regelen. Toen hij terugkwam
nam hjj zijn kar over van de collega,
die voor hem had waargenomen, greep
zijn bezem en begon te vegen.
Een dergelijke figuur trekt natuur
lijk de aandacht, zelfs in een stad als
Londen, waar men toch wel een en
ander gewend is. En dus begonnen de
journalisten te speuren en te snuffe
len, nèt zo lang tot zij wisten, met wie
ze te doen hadden.
Hij zocht de waarheid
De gebaarde straatveger van Knights
bridge is Laurie Page, voormalig Bri-
tish-European-Airways-piloot. Hij gaf
vijf pond per week. „Ik moet werk
doen, dat werkelijke waarde heeft voor
de gemeenschap en voor mijn mede
mensen" zei Page. „Maar zulke baan
tjes zijn zeldzaam. Ik heb de waarheid
ontdekt en de waarheid heeft mij be
vrijd. Ik ben gelukkig, mijn vrouw is
gelukkig. En over niet al te lange tijd
verwachten wij onze eerste baby".
Gedurende de oorlog was Laurie
Page commandant van een bommen
werper. Hij huwde een 23-jarige ex-
actrice. Zij wonen in Charles Street,
bij Park Lane.
Mr. Page behoort tot geen enkele
kerk. „Mijn kerk is op straat" zei hij,
„op de straat des levens. Ik predik tot
niemand. Ik probeer als een Christen
te leven en niet het Christendom te
prediken. Ik heb mijn betrekking vaar
wel gezegd, omdat er geen waarheid in
school. Het was niet goed, om zoveel
geld te verdienen. Ik heb allerlei baan
tjes geprobeerd, maar ze deugden geen
van alle. Toch moest ik mijn brood
verdienen en opeens werd het me dui
delijk. Een baan. die ik kon hebben,
zonder mijn geweten te belasten.
Straatvegen."
Laurie's moeder is het allerminst met
bem eens. "oor haar was het besluit
van haar zoon een bittere slag. En ook
zijn vrouw E: en was in het begin
niet enthousiast. „Het leek zo moeilijk
om weelde op te geven t i de be
trekkelijke armoede, waarmee we nu
te kampen hebben Maai thans weet ik,
dat Laurie en "t een geluk gevonden
hebben, dat niemand ter wereld kan
overtreffen. Ik ben liever de vrouw
van een straatveger en gelukkig, dan
de echtgenote van een millionnair,
waarbij ik me ellendig voel".