De farm uitgebreid met een paard Amerika's politiek loopt dood in het Japanse slop Lord Jimgentleman-straatveger Dirk ontsnapt aan 6Gn groot Qsvaar BELGIE WEER TER STEMBUS Uit louter liefde Vijf mensen gingen naar Canada (22) Sparen, sparen Emigranten r~ Giethoornse trouwpartij in West-Friesland De kans op C.V.P.-meerderheid is groot Belgen lopen niet meer warm Vredesverdrag dringend nodig, maar de militairen verzetten zich Atoombom schept nieuw onoplosbaar probleem Londens ex-piloot verkoos geluk en schamel bestaan boven welstand en wroeging ZATERDAG 3 JUNI 1950 IIET VOORJAAR IS PRACHTIG. De bergen, de bomen en de stad zijn ontwaakt uit hun winterslaap; de lange „poolnacht" is geweken voor een onge lofelijk mooie lente. Op ons, die voor de eerste maal het voorjaar in de Rockies zien, maakt deze onherbergzame wereld een diepe indruk. Een machtige plantenwereld rijst op uit de rotsige bodem en de onberekenbare Columbia River bruist en kolkt met grote snel heid door haar diepe bedding. Op de bergtoppen en zelfs langs de weg ligt op enkele plaatsen een dik pak sneeuw, doch dit verhoogt slechts de schilder achtigheid van het landschap, waarin Revelstoke als een nietig plaatsje aan de noordelijke oever van de rivier ligt. Dirk en ik hebben samen een ka mer gehuurd voor 25 in de maand. Onze warme maaltijden gebruiken we in een restaurant, doch de broodmaal tijden maken we zelf klaar. Hierdoor Jeven we zo goedkoop mogelijk en kunnen we wat geld sparen om de farm te verbeteren. Een pension zou den we niet kunnen betalen, daar alles erg duur is. Bovendien hebben we vuil werk, waardoor zelfs de sterkste kleren vlug slijten. Revelstoke is een „division-point", waar de locomotie ven door een hostler en twee assisten ten gerepareerd en van brandstoffen voorzien worden. Die twee helpers zijn Dirk en ik. Een week-end thuis. niRK is verleden week voor het eerst een week-end thuis geweest. De nieuwe woning, die vlak bij het pas gekochte stuk land staat,' hopen wij volgende maand geheel klaar te krij gen. Moeder heeft op alle mogelijke manieren geprobeerd het interieur gezellig te maken en ze is nu zelfs bezig van een jute zak en wat ge keurde wol een „Smyrna tapijt" te maken. Onze eerste koe maakt het uitstekend en ook het stierkalf dartelt in blakende welstand rond. We kun nen nu al wat melk aan de fabriek leveren. Dirk kreeg Zondagmorgen zijn thee op bed. Moeder gaf hem er een door haar gebakken koekje bij en toen Dirk zichzelf nog eens rijkelijk van koek voorzien had, voelde hij zich best thuis. Zijn rust was echter van korte duur De zon stond al geruime tijd aan de Zondagse hemel, toen moeder Artje en Dickie miste en hoe ze ook riep, beide kinderen bleven spoorloos. De woeste omgeving, dicht bij de bossen en aan de voet van bergen die nog maar zelden door mensen zijn betre den, werkte niet bepaald kalmerend voor de ongeruste moeder. Spoedig waren allen gealarmeerd, doch hoe men ook zocht en riep, de twee klein tjes bleven onvindbaar. Van een buur jongen hoorde Dirk, dat diens moeder met twee kinderen naar een tuin op de berg gegaan was. Dirk ging direct in looppas de berg op in de richting van de goudmijn, die daar ergens moest zijn. Hij liep over een smal pad langs scherpe rotsen, over omgevallen bomen en door dichte struiken. Plot seling stond hij voor een groot gat, dat DIT WOELIGE LEVEN Een LONDENS echtpaar heeft zijn vier oudste kinderen laten emigre ren naar Nieuw Zeeland. Dit ware op zichzelf niets bijzonders; de ouders geven als reden op: „Wij willen de kinderen een kans geven in het le ven". Het bijzondere zit in de leef tijd van de „emigranten". De oudste is twaalf jaar, de jongste vijf. Hun vader verdient niet genoeg om de kinderen voldoende eten en kleren te geven daarom zijn ze door hun we nende moeder op de boot gebracht; in Nieuw Zeeland zal een oom 'n oogje in het zeil houden. God zegene de greep! Ik kan het niet helpen, maar dit bericht is, naar mijn smaak, het wreedste dat we in lange tijd te lezen kregen. Dit is het verhaal van Klein Duimpje in gemoderniseerde vorm, maar dan als bittere werkelijkheid. Méér dan welke economische ot politieke beschouwing van welke knap pe kop ook is dit een duidelijk beeld van de hopeloosheid, die zich allengs gaat nestelen in het hart van de Europese mens. Dat een vader en een Moeder hun kleuter van vijf, onder de wankele hoede van een broertje van twaalf, naar de andere kant van de aardbol sturen, „om 'm een kans in het leven te geven" d&t is in feite een ten hemel schreiende aanklacht tegen de maatschappij, die zulks nood zakelijk maakt entoelaat. Vijf jaar oud zijn en dan weg te Moeten van je moeder, dan afscheid te moeten nemen van je veilige thuis en je broertjes en je kleine zusjes en op een schip te worden gezet als „emigrant" naar Nieuw Zeeland In de tijd van de slavenjachten Mochten de kleine negertjes tot min stens hun twaalfde jaar bi) moeder blijven. Wie praat er nog van vooruitgang JEREMIA BLOM was uitgehouwen in de rotswand. Met ztjn handen tastend langs de wanden, nep hij de pikdonkere gang in. Zijn oren suisden in de doodse stilte. Hij pakte een stuk rots op en gooide het voor zich uit en dat was zijn be houd. Tot zijn grote schrik hoorde hij hoe de kei neer kwam in een diep stilstaand water, dat onzichtbaar en onhoorbaar aan het eind van dit hol was gelegen. Langzaam kroop Dirk terug tot hij de ingang weer bereikt had, waarna hij snel naar huis liep om een lantaarn te halen. Op de terugweg kwam hij de buurjongen tegen, die aanbood met hem mee te lopen. Weer ging het heuvelopwaarts en toen z>j zo ver gekomen waren, dat zij niet verder konden, zagen zij heel ver be neden zich, vlak bij huis, de buur vrouw met Artje en Dickie langs de weg wandelen Nu ook een paard 's Middags kwam er even een buur man bij ons aanlopen, die terloops vertelde, dat hij een paard te koop wist en dat hij vader, zo deze dat wil de, wel even met de auto naar de eigenaar wilde brengen. Vader wilde maar direct op stap gaan en hij vroeg Dirk om mee te gaan als tolk. Het paard bleek oud en bovendien erg duur te zijn, zodat men niet lang be hoefde te onderhandelen. Omdat men nu toch op weg was, werd besloten nog eens verder te zoeken. Inderdaad had vader in een afgelegen settlement geluk. Hij vond het paard, dat hij nodig had; goed gezond, niet te oud en niet te duur. De moeilijkheid was echter, dat vader geen geld hij zich had en dat de boer het paard direct wilde leveren. „Neem hem toch maar mee", zei de eigenaar. „Ik ben niet van plan hem nog een week gratis voer te geven. Wanneer krijg ik het geld?" „Volgende week". „Afgesproken". Nu kreeg Dirk een minder aange naam karweitje; om kwart vóór vijf ging hij met het paard aan de wandel en pas om elf uur bereikte hij ons huis, waar Artje én Maps hem al op de weg stonden op te wachten. Vader had inmiddels de stal, die de koe en het kalf tot nu toe samen gedeeld had den, gereed gemaakt voor de ontvangst van een derde logee. Een uur later daalde de stilte in en om het huis; de nieuwe week werd begonnen met een paar uur rust. Te Oudendijk zijn Mejuffrouw Evelien de Hart en de heer Piet Zeekant in letterlijke zin in het huwelijksbootje gestapt. Ze maakten de tocht van de ouderlijke woning naar het raadhuis en weer terug met een versierde motorschuit. ^ONDAG gaat het Belgische kiezers volk ter stembus. Het moet Kamer, Senaat en Provinciale Raden samen stellen. Voor Kamer en Provinciale Ra den zal de uitslag in de nacht van Zon dag op Maandag bekend zijn. De Senaat echter wordt op ingewikkelde wijze sa mengesteld. Direct gekozen worden Zondag 106 Senatoren de helft van het aantal Kamerleden. Indirect wor den gekozen 46 Senatoren, die door de nieuwe Provinciale Raden moeten wor den aangewezen en dan worden nog 23 senatoren gecoöpteerd, zodra direct gekozen en provinciale Senatoren in de derde week na de verkiezingen bijeen komen. Niettemin zal men zich Zon dagnacht ook van de definitieve ge daante van de Senaat een duidelijke voorstelling kunnen vormen. Tot dusver is de verkiezingscam pagne zeer rustig verlopen. Het pu bliek is kennelijk lusteloos en de ver gaderingen worden matig bezocht. Een mat kiezerscorps dus, maar niettemin verkiezingen van ongewone betekenis! Want Belgie staat voor de vraag of het de komende wetgevende periode door één partij, de Christelijke Volkspartij, staat te worden geregeerd. De kans daarop is groot. Sinds de verkiezingen van 26 Juni 1949 heeft de Christelijke Volkspartij in de Senaat reeds de absolute meer derheid (92 van de 175 zetels). In de Kamer is zij er maar twee zetels van af gebleven. De samenstelling van de Kamer is n.L: Kath. 105; Soc. 66; Lib. 20; Comm. 12 zetels. Het Belgische kies stelsel bevoordeelt sterk de grootste partijen en de C.V.P., die in 1949: 43.5 pet. van de stemmen verkreeg, behoeft dit percentage maar weinig te zien stij gen om ook in de Kamer van de abso lute meerderheid zeker te zijn. Liberaal-Socialistische kartel. CR IS ECHTER een verschil met vorig jaar. Want in Limburg en Luxem burg hebben de socialisten en liberalen een kartel gevormd en gemeenschappe lijke lijsten ingediend. Dat lag voor de hand, want met bijna 250.000 stemmen kregen de katholieken daar verleden jaar 24 mandaten in handen, doch de socialisten en liberalen, die toen ge scheiden optrokken, met bijna 100.000 stemmen, slechts één. De onzekere massa, die bij de verkie zingen de doorslag geeft, kan men op 14 pet. van het kiezerscorps schatten. Want in 1949 verkreeg de C.V.P. 43.5 pet van de stemmen en op 12 Maart van dit jaar sprak bij de Volksraadpleging 57.7 pet. zich uit voor terugkeer des Konings. Het verlies, dat de katholie ken zullen ondergaan door de kartel vorming van socialisten en liberalen wordt waarschijnlijk goedgemaakt door ss een duidelijk aanwijsbaar deel van de massa van 14 pet. Bij deze verkiezin gen ontbreken immers vrijwel de lijsten van dissidente groepen (waaronder de Kath. Vlaamse Concentratie de belang rijkste is), die verleden jaar ruim drie pet. van de stemmen behaalden. Blijft als factor van onzekerheid de groep van vooral liberale maar ook socialistische kiezers, die bij de Volksraadpleging voor de terugkeer des Konings hebben gestemd. Voor overgang naar de Chr. Volks partij moet vooral de liberale leiding beducht zijn. Verleden jaar boekte de liberale partij een aanzienlijke winst, vooral dankzij een handige propaganda voor belastingverlaging. Liebaert, de liberale minister van Financiën, heeft de gedane beloften slechts ten dele kunnen gestand doen en de leus: belas tingverlaging is daar minder bruikbaar dan verleden jaar, al gingen de liberalen er nog eens de verkiezingsstrijd mee in. Belangrijker is nog, dat veel liberale Koningsgezinden, m.a.w. veel Vlaamse liberalen teleurgesteld zijn over het uit blijven van een oplossing van de Ko ningskwestie en de Brusselse en Waal se liberalen in dit opzicht niet zonder zonden achten. Men moet bovendien be denken, dat liberaal stemmen in Belgie niet betekent, dat men niet katholiek is. Minder bezorgd voor afval van Ko ningsgezinden zijn de socialisten. Zij rekenen zelfs op een kleine vooruit gang, te behalen ten koste van de communisten. Tweeërlei propaganda. En de Christelijke Volkspartij? Zij maakt uiteraard jacht op de liberalen en de socialisten, die voor 's Konings terugkeer stemden. Haar woordvoerders betogen voor een deel, dat de Koning op de troon moet terugkeren, zonder dat het parlement voorwaarden stelt. Daartoe is een absolute meerderheid nodig. Maar zeker evenzoveel r.k. pro pagandisten stellen het wat anders: De C.V.P. moet de absolute meerderheid behalen, opdat een krachtige regering kan worden gevormd. De Koningskwes tie kan dan worden opgelost. Dit ver schil in nuance komt overeen met de giraden van Koningsgezindheid onder de katholieken. Het is echter duidelijk, dat deze pro paganda tot gevolg kan hebben, dat een deel van de liberale Koningsgezin den wordt weerhouden toe te geven aan de verleiding katholiek te stem men. Want katholiek stemmen ter wille van de Koning betekent voor hen ook, dat Belgie vier jaar lang door een ka tholieke meerderheid clericale meer derheid zegt men hier wordt gere geerd. En de beduchtheid daarvoor de schoolstrijd woedt hier nog steeds! zou hen er toe kunnen brengen de liberale candidaten trouw te blijven. Te meer omdat men toch niet het gevoel heeft, dat de Koning terug zal komen om in lengte van dagen te regeren. (Van onze diplomatieke medewerker) ^USTRALIE heeft onlangs het besluit genomen, zijn troepen uit Japan terug te trekken. Als reden voor deze maatregel gaf Canberra op een reorganisatie en versterking van de Australische defensie. Bijzonder overtuigend klinkt dat niet. Australië onderhoudt in Japan slechts een uiterst kleine bezettingsmacht, die niet meer dan een symbolische betekenis heeft. Dat zonder terugtrekking daarvan een reorganisatie der Australische landverdediging moeilijk of zelfs on mogelijk zou zijn, lijkt onwaarschijnlijk. Andere factoren zullen het dus geweest zijn, die Canberra tot dit besluit bewogen hebben, zo moet men wel veronder stellen. En wanneer men de situatie in Japan bestudeert, wordt het ook spoedig duidelijk, welke deze andere factoren zijn. Australië wenst zich tijdig te distan- ciëren van een nieuw, gevaarlijk probleem, dat zich met grote snelheid in het aan onheilspellende vraagstukken toch al zwangere Verre Oosten ontwikkelt. der de door het Westen gewenste voor waarden, was medewerking eraan van de Sowets niet te verwachten. Men stelde zich voor, Japan een ontwa pend Japan de souvereiniteit te her geven, het gros van de bezettingstroe pen terug te trekken en, ter beveili ging van de eigen en van de Japanse belangen, dfe defensie van het gebied in eerste aanleg over te laten aan enige gespecialiseerde Amerikaanse eenhe den, geconcentreerd op nauwkeurig omgrensde bases, waar contact met de Japanners nauwelijks zou geschieden. Een jaar geleden hadden de Japan ners zich gaarne bij deze voorwaarden neergelegd. Er kwam echter niets van, omdat de Amerikaanse militairen tegen het besluit van de staatslieden verzet aantekenden, Zij hadden er toen reeds de lucht van dat het Amerikaanse monopolie van de atoombom niet veel meer dan een illusie was. En zij redeneerden nu als volgt: Okinawa, onze sterkste basis in het Verre Oosten, zal tegen een aan val met atomische wapenen van de zijde van de Sowjetunie niet te ver dedigen zijn. Het eiland is daarvoor te klein. Met enkele vaste bases op de Japanse eilanden zelf zal het niet an ders gesteld zijn. Zij kunnen in een twee of drie raids van de aarde weg gevaagd worden. Om onze „levens lijn" in het gebied van de Stille Zuid zee naar behoren te kunnen verdedi gen, hebben wij geheel Japan nodig Daarom mag er geen vredesverdrag gesloten worden; dan blijven wij heer er, meester in Japan. Weliswaar lieten de staatslieden zich door deze argumenten niet overtuigen maar daar ook de militairen op hun standpunt bleven staan, kibbelt men in Washington nu reeds een jaar lang ove- de beste oplossing, zonder tot een bc sluit te zijn gekomen. Wanneer ergens het „deliberante TOEN bijna een jaar geleden de Ame rikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Acheson, en zijn' Britse collega Bevin, die in dat geval optrad als ver tegenwoordiger van het gehele Britse gemenebest, de Japanse kwestie be spraken, kwamen zij tot de slotsom, dat een vredesverdrag met Tokio niet lai-ger kon worden uitgesteld. Een be zetting heeft de neiging, zichzelf te overleven. Niemand minder dan gene raal McArthur, de opperbevelhebber van het Amerikaanse bezettingsleger in Japan, heeft eens verklaard: „Een bezetting wordt na drie jaren nutte loos; na vijf jaren wordt zij gevaar lijk". In Japan heeft men het gevaarlijke punt bereikt. De stemming tegenover de Amerikanen, in de eerste periode van de bezetting ongetwijfeld welwil lend, is via onverschilligheid zo lang zamerhand in afkeer van alles wat Amerikaans is omgeslagen. Het zijn werkelijk niet slechts de communisten die in de huidige verkiezingscampagne (4 Juni moeten de Japanners naai de stembus, om het parlement voor egn deel te vernieuwen) met de leuze opereren: „De Amerikanen het land uit en geen 5 vierkante centimeter Japanse grond voor vreemde militaire bases". Dat zoiets zou gaan gebeuren, zagen Acheson en Bevin tijdig in. Het ver schil in levenswijze tussen de arme Japanner en de naar verhouding rijke bezetter is nu eenmaal te groot, om op de duur niet tot wrevel aan Japans' zijde te moeten leiden Het vredesver drag, dat de Amerikaanse en Britse staatslieden voor ogen stond, moest een separaat vredesverdrag zijn. On- Senatu perit Saguntum" (terwijl de Senaat vergadert, valt Saguntum) op zijn plaats is, is het wel in dit geval. Niet alleen, dat de stemming in Japan, zoals al gezegd, inmiddels zeer in het nadeel der Amerikanen is omgeslagen, bovendien heeft in China Mao Tse Toeng zich sindsdien geheel van de macht meester gemaakt. Dat moet de Japanners wel doen terugschrikken voor het sluiten van een separaat vre desverdrag. Want hoezeer zij ook een verdrag met de Ver. Staten in het Britse Gemenebest wensen, met China moeten zij vroeg of laat in ieder geval tot een overeen komst komen. De Japanse industrie kan dat enorme afzetgebied op de duur eenvoudig niet missen. En dan zou wel eens kunnen blijken, dat ze kere bepalingen van een eventueel tussen het Westen en Japan te sluiten verdrag die nieuwe meesters in China niet zinnen. Een jaar geleden zouden er met het Chinese nationalistische re giem gemakkelijker zaken te doen ge weest zijn. Voor het Westen houdt dit overigens het gevaar in, dat zelfs in dien de Japanners onder de gewenste voorwaarden een verdrag sluiten, zij dit. later, bij de onvermijdelijke onder handelingen met China en de Sowjet unie, zullen verloochenen, als dit in hun kraam te pas komt. Het is dus wel een gevaarlijke im passe, waarin de Amerikanen zich met hun politiek van uitstel gemanoeu vreerd hebben. Generaal Bradley, de voorzitter van het Amerikaanse co mité van stafchefs, en zijn hoogste chef, de minister van Defensie, John son, gaan nu persoonlijk naar Japan om alsnog een uitweg te zoeken. Maar het heeft er ten minste de schijn van dat zij terug zullen keren in de over tuiging, dat het Verre Oosten opnieuw een onoplosbaar probleem rijker ge worden is. OP HET MATJE UivuiiL,,. x cLici-cOiiiereniie heeft ons twee-en-'n half millioen harde guldens gekost. Dat is, aangezien het feest tien weken aanhield, 250.000 gul den per week. Wanneer men het ahn- tal deelnemende praters op honderd stelt is dat derhalve volgens Bartjes 2500 gulden per man per week. Daar kun je ten slotte een biefstukje van laten bakken in de goeie boter. En dat er een heleboel van die boter op allerlei hoofden bleef zitten is natuurlijk een gans ander verhaal. Maar allé, de heer Van Maar- seveen is via de R.T.C. een gelukkig en tevreden minister geworden; en dat moet ons een offertje waard zijn; de heer Van Maarseveen is een goed mens. Hoe betrekkelijk is toch dit warre- lige leven! Want het sproeterige meisje, dat vanmiddag stond te bib beren voor de rechter, was twintig jaar lang precies zo deugdelijk geweest als de heer Van Maarseveen en ze had niet eens geprofiteerd van de halve ton representatiekosten of van de 25 mille onvoorziene uitgave»-. Misschien had ze zelfs nog nooit van de Ronde Tafel-conferentie gehoord; ze zag er meer uit als een filmdeskundige dan als een toekomstig opvolgster van mevrouw FortanierDe Wit. Ze had gestolen uit liefde, zei de zwaaierige advocaat in een epiloog, die hij met sterk-dramatische accenten over het voetlicht bracht. Dat had ze trouwens zelf al, in minder dure woorden, op de groene tafel gesnikt. Henk-van-me, die jon- gen-waar-ik-vast-mee-ga, zogezegd, was bezig geweest om jarig te worden en d'r vriendin had een maand tevo ren een huwelijk gepleegd en ze had een nieuwe lamp op d'r fiets gekocht en de gramofoonplaten van Duke El- lington en Louis Armstrong waren zo duur tegenwoordig en ze rookte veel... Enfin, toen de dag van het verja ringsfeest nader schreed had ze op zwart zaad en op gloeiende kolen ge zeten en uit het tasje van een collega pikte ze een briefje, waarop De Neder landse Bank in beter dagen aan toon der vijfentwintig gulden betaalde. Maar dat was ontdekt en een hoog blonde rechercheur had er binnen het kwartier de complete biecht uit los gepeuterd. „Ze bekende vlot," zei de roodharige speurder met innige vak vreugde. De rechter gaf een hele paedagogi- sche cursus, maar hij gebruikte kloe- ker woorden dan professor Waterink. Met veel van losbandige jeugd en veel van onverantwoordelijkhedens en zo. Het meisje spoelde dat alles weg met perelend tranensap en ze zei wel twin tig keer: ,,'k zal 't nooit meer doen. Nooit meer. Heus niet." Waarop de rechter sprak: „Dat zeggen ze hier al lemaal". Het eindigde met vijftig gulden boete, omdat haar lei tot dusver schoon was. En aangezien die vijftig gulden in de centenla van meneer Lieftinck komen heeft sproeterige Leny, door verbreking van de wet, in ieder geval vgftig gulden bijgedragen in de twee- en-'n half millioen van de RondS Tafel-conferentie. Waarmee ze intus sen niets te maken had, want déér waren alleen fatsoenlijke mensen. Men moet in dit leven deugdelijk onder- Scheid maken. Waar gaan we hc -n als fabrieksmeisjes zich onvoorziene uit gaven veroorloven zonder te beschik ken over een halve ton representatie geld? KAR EL. J7EN ONBERISPELIJK GEKLEED MAN, met een keurig onderhouden bruine baard, schoon gezicht en handen en gemanicuurde nagels, duwde een gele kaf door de straten van Londen. De inhoud van zijn wagen bestond uit afval en vuil, opgeveegd van de Londense straten. Voetgangers bleven staan, om naar hem te kijken, automobilisten remden, politieagenten stonden verbaasd. Want deze man, een welopgevoed mens van goede kom-af, is een straatveger, een werkman van de stadsreiniging. Iedere dag veegt hij de straten aan, gekleed in een gewassen zijden overhemd, een opgeperste pantalon en dure sandalen. Hij veegt en duwt zijn wagen voort, waarbij een spaniel hem op de hielen volgt. Tegen een nieuwsgierig voorbijganger heeft hij eens gezegd: „Misschien ben ik wel geen goede straatveger, maar ik doe mijn werk graag en ik zou het liever niet willen verliezen. En nu moet ik opschieten, want ik moet de kar nog terugbrengen. Mijn vrouw wacht op me. Ik zou u wel eens aan haar willen voorstellen. Zij is een schat". En weg was hij, zonder verdere verklaringen. Het mysterie van Knightsbridge bleef bestaan. Met vouw in de broek en zijden overhemd achter de vuilniskar EEN. verkeersagent zei: „Ze zeggen, dat hij in een luxe-flat in de buurt van Mayfair woont". En een collega- straatveger bromde: „De snaak doet ons allemaal verstomd staan. Hij moet het duvelse baantje doen om een oi andere weddenschap r zoiets. Ten minste, dat denken we. Maar u moest zijn vrouw eens zien. Zij is een schoon heid en een echte dame bovendien." De ambtenaren van de reinigings tienst willen geen verklaring geven. Als hij de straat wil gaan vegen, is dat zijn zaak en van niemand anders". Maar zij hebben hem de bijnaam van een positie, die hem 1100 pond per jaar „Lord Jim" gegeven. „De Hertog" en opleverde, op en werd straatveger voor „De graaf van Monte Christo". Enige dagen geleden kreeg hij een paar extra vrije uren om enkele belastingkwesties te gaan regelen. Toen hij terugkwam nam hjj zijn kar over van de collega, die voor hem had waargenomen, greep zijn bezem en begon te vegen. Een dergelijke figuur trekt natuur lijk de aandacht, zelfs in een stad als Londen, waar men toch wel een en ander gewend is. En dus begonnen de journalisten te speuren en te snuffe len, nèt zo lang tot zij wisten, met wie ze te doen hadden. Hij zocht de waarheid De gebaarde straatveger van Knights bridge is Laurie Page, voormalig Bri- tish-European-Airways-piloot. Hij gaf vijf pond per week. „Ik moet werk doen, dat werkelijke waarde heeft voor de gemeenschap en voor mijn mede mensen" zei Page. „Maar zulke baan tjes zijn zeldzaam. Ik heb de waarheid ontdekt en de waarheid heeft mij be vrijd. Ik ben gelukkig, mijn vrouw is gelukkig. En over niet al te lange tijd verwachten wij onze eerste baby". Gedurende de oorlog was Laurie Page commandant van een bommen werper. Hij huwde een 23-jarige ex- actrice. Zij wonen in Charles Street, bij Park Lane. Mr. Page behoort tot geen enkele kerk. „Mijn kerk is op straat" zei hij, „op de straat des levens. Ik predik tot niemand. Ik probeer als een Christen te leven en niet het Christendom te prediken. Ik heb mijn betrekking vaar wel gezegd, omdat er geen waarheid in school. Het was niet goed, om zoveel geld te verdienen. Ik heb allerlei baan tjes geprobeerd, maar ze deugden geen van alle. Toch moest ik mijn brood verdienen en opeens werd het me dui delijk. Een baan. die ik kon hebben, zonder mijn geweten te belasten. Straatvegen." Laurie's moeder is het allerminst met bem eens. "oor haar was het besluit van haar zoon een bittere slag. En ook zijn vrouw E: en was in het begin niet enthousiast. „Het leek zo moeilijk om weelde op te geven t i de be trekkelijke armoede, waarmee we nu te kampen hebben Maai thans weet ik, dat Laurie en "t een geluk gevonden hebben, dat niemand ter wereld kan overtreffen. Ik ben liever de vrouw van een straatveger en gelukkig, dan de echtgenote van een millionnair, waarbij ik me ellendig voel".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 5