De Wereld der Vrouwen Drie schatjes van blouses Nederland werkt aan de artistieke ontwikkeling van zijn jeugd De nieuwe Nederlandse opera Indonesische aandelen M Stenen voor brood „De Gongspeelt voor onze schoolkinderen Onderwijstoneel trekt door het land Handschoenen PHILOMELA: Hendrik Andriessen componeerde, Jan Engelman dichtte 3remière op 23 Juni BLOUSE.. B.W.88d90 O. 6'/z- /8. 24. 32. W- Dieptepunt bereikt? KERKELIJK NIEUWS Benelux-Unie toch op 1 Juli? Geen taxi's in Londen ZATERDAG JT7XI 1950 ren tijd geleden dwaalde ik rond op een schilderijententoonstelling. Al weer zult u zeggen, en ik moet ant woorden: inderdaad. Ik ben nu een maal van mijn prille jeugd gechar meerd van schilderijen. Er loopt trouwens een picturale gtreek door mijn voorgeslacht: zoiets komt in de beste families voor. Maar afgezien van die erfelijkheid heb ik nog «en speciaal zwak voor schilde rijen-exposities. Ten eerste hangen de doeken rustig ep hun plaats en laten zich daar ook kalm bekijken in het volle licht. Zij flitsen niet met bliksemvaart voorbij op een wit doek, zij komen niet dreigend op u af of vervagen in een of andere nevelige situatie, waar aan u nauwelijks kop of staart hebt vastgemaakt of zij verschieten alweer tot een geheel verschillend beeld. Zij ►angen daar in de gloeiende weelde van hun kleuren of de weemoedige tederheid van hun grijzen en mauven en hebben iets van de eeuwigheid in hun verf en linnen gevangen. Zij boei en u niet door de importantie van hun onderwerpen, want een gerookte bok king op een oude krant kan oneindig magistraler indruk teweegbrengen dan het portret van douairière A tot Z. Voorts omgeven zij zich met een weldadige stilte. De versterker met gramofoonplaten vergiftigt ons overal het leven, behalve in de expositie zaal. Daar knistert hoogstens een ca talogus en de bezoekers lopen met be hoedzame stappen en fluisteren. Som migen, vermoed ik, omdat zij overwel digd zijn door wat zij zien en anderen, omdat zij van al het afgebeelde geen steek begrijpen maar dat voor nog zoveel ter wereld niet hardop zouden durven zeggen. Want, zegt u nu zelf: Hebt u ooit op een schilderijenten toonstelling de luidruchtige en zelf genoegzame critiek gehoord, waarvan de foyers van onze muziekzalen of schouwburgen in de pauze weerklin ken? Immers neen. Een schilderij Is «en geheimzinnig, onaantastbaar ding. Het is vervaardigd uit zeer reële bestand delen als verf en doek. Maar toch zegt het zwijgend en autoritair tot de beschouwer: Mens, sta stil en accep teer mij, zoals ik ben. Een stug ge vangen werkelijkheid, een afbeelding van vergankelijke dingen, die .noch tans eeuwig zullen duren. Daarom zit ik zo graag op een rood fluwelen bank in een schilderijenzaal en geniet van de stilte en de beschei den voetstappen evenzeer als van de schilderijen. Want stilte én beschei denheid worden zo schaars in deze wereld. Maar om op deze bepaalde expositie terug te komen (ik zeg u niet welke, ik zeg u niet waar, het zou overal ge beurd kunnen zijn), daar kwam op eens met harde hakken en luide stem men een middelbare schoolklas bin nen. Ik keek op en nam ze die luid ruchtige entrée volstrekt niet kwalijk. Integendeel. Een jong kalf staat on handig op de poten en een jong mens staat onhandig in het leven, het echte wel te verstaan. En beide doen des wegen dwaas en luidruchtig. Ik dacht: De schilderijen zullen hun wel mores leren. De macht van het zwijgende talent zal hun luidruchtigheid zeker onder beslag krijgen. Ik ken dat wel. En ik stond op en dwaalde onopval lend hun kant uit. Saskia heeft nu eenmaal het voordeel van bescheiden proporties, wat haar levenslang van pas gekomen is. De middelbare scho lieren staken een hoofd en meer bo ven haar uit en niemand vermoedde twee zéér gesplitste oren. Ik stond voor een prachtig, geheimzinnig stil leven en constateerde met voldoening: Het wérd stil. Een vleug van de grote adem des geestes streek over hun klein rumoer. Links en wat met hun figuur verlegen stonden zij oog in oog tegenover enige zeer simpele din gen en dieren, die echter een eigen magisch leven kregen, ingeblazen door de schilder. Kijk, zei een jongen met iets als verbijstering in zijn stem: moet je dat konijntje zien.... Ik was verrukt. Nu zouden ze lang zaam aan stil worden en óók met be hoedzame stappen langs de doeken gaaf1 dwalen- Doeken, die zij waar- schijnlijk niet begrepen of in hun diepte doorpeilden, maar die hun toch iets zouden leren dat in geen enkel schoolboek staat. Dat de schoonheid eeuwig ig, en veelvormig, en niet ge bonden aan uiterlijke schittering of importantie. En toen, als een steek In de rug, was daar een luide, onverschillige leraarsstem, die commandeerde: Nou eh eerst hier es even kijken. Al lemaal hier komen staan hé jij hoort er toch ook bij, niet? En alle maal Je mond houden en luisteren als ik sta te praten. In deze zaal hangen schilderijen uit de eh uit de im pressionistische periode. Jullie weet wat impressionisme is dat is de stijl, waarbij Hé, waar kom jij van daan? Kon jij niet op tijd wezen? Het impressionisme, zei ik.... Ik keerde mij om en vluchtte naar de rust van de volgende zaal. Het zou me niets verwonderd hebben als ik te ruggeroepen was: Hé eh niet weglopen voordat ik aan de volgende periode toe ben. De jongen die het konijntje zo bewonderd had, keek uit het raam. Ik ben wat triest op een bank gaan zitten, zover mogelijk weg van dit brokstuk les-ln-schilderijen-zien. En ik dacht: Ach, mijnheer de leraar, moet dat nu zo? U zult er wel een heleboel van weten en een vracht boekjes erover gelezen hebben. En u bedoelt het allemaal misschien erg nuttig en instructief. Maar waarom vernielt u het kostbaarste wat die jonge mensen bezitten: het gevoel voor schoonheid, dat in hun leven van taken en proefwerken en rapporten toch al zo bitter weinig bevrediging vindt? Waarom maakt u van deze prachtige stillevens en landschappen en portretten een leg, een onuitstaan baar brokje schóól? Laat ze toch los, man; laat ze dwa len en kijken en genieten, desnoods zonder ismen maar met hart en ziel. Een schuchtere hand beroerde mijn mouw. Een eenzaam meiske naast mij zei, uit de grond van haar onwetend hart: Wat prèchtig, hé mevrouw? SASKIA. t s (Van onze Haagse redacteur) jyjen neemt de Nederlands jeugd tegen woordig mee naar onze musea en leert de jongens en meisjes daar schil derijen zien en waarderen. In verschil lende steden geven eerste klasse sym- phonie-orkesten uitvoèringen voor de jeugd, waarbij een mondelinge toelich ting verstrekt wordt. Het Scapino-ballet trekt het land door om de kinderen in te wijden in de mooie danskunst door de vertoning van aardige danspantomi- mes en nu zal ook het toneel niet ach terblijven om de jeugd in stad en dorp van goede stukken te lieten genieten. In Den Haag is namelijk opgericht de Stichting Onderwijstoneel „De Gong", die zich ten doel stelt ka raktervormend te werken en algemene kunstzin aan de Nederlandse jeugd bij te brengen door middel van artistiek en paedagogisch verantwoord jongeren- toneel. Zo ontwikkelt zich in ons land steeds meer het streven om het volk tot meer kunstzinnigheid op te voeden. Hoewel de Stichting Onderwijstoneel De Gong" pas op 1 September offi cieel in werking treedt, is reeds op 4 Maart in de Kleine Comedie in Den Haag een proefvoorstelling gegeven van „Het Spel van Valentijn", een his torische fantasie, geschreven door Frits Hemel en geregisseerd door Paul Steen bergen. Vele autoriteiten en vertegen woordigers van jeugdverenigingen woonden deze voorstelling, die zeer gunstig ontvangen werd, bij. Twee da gen daarna trad het gezelschap op voor de Haagse Kunststichting voor de Jeugd en achter elkaar gaf men toen een serie van 38 voorstellingen, die door 8000 leerlingen werden bijgewoond. Ook in Delft heeft men reeds 1800 kinderen van deze voorstellingen laten genieten Voor iedere beurs rvat was 'n uitstekende start, die moed gaf voor de toekomst. Vooral, door dat niet alleen leerlingen van openbare scholen naar de opvoeringen zjjn komen kijken, maai ook de jongens en meisjes, die de Christelijke scholen bevolken. In de kringen van het Christelijk on derwijs maakt men wel bezwaar tegen het bezoeken van de schouwburg. Daar om heeft „De Gong" in Den Haag zijn voorstellingen gegeven in het Museum voor het Onderwijs, waar in de grote gehoorzaal een toneel gemaakt is. Wan neer het gezelschap in de toekomst het land zal doortrekken en tot in kleine dorpjes zal pogen bij de jeugd de liefde voor goede toneelspeelkunst op te wek ken dan zal men gebruik maken van zalen, die daar beschikbaar zijn, doch men zal ook niet schromen om in aula's van scholen en in gymnastieklokalen op een geïmproviseerd toneel aan de kinderen »en eenvoudig sprookje, of werken uit de Nederlandse of wereld literatuur voor te zetten. Zo veel mogelijk kinderen zullen met het toneel moeten kunnen kennis maken. Vandaar, dat de entreeprijs nimmer hoger is dan een kwartje. Van daar ook, dat men zich niet tot scholen zal beperken, maar ook voor jeugdver enigingen zal spelen en aan de zoge naamde vorming buiten schoolverband goede diensten zal bewijzen. Verantwoord repertoire Op het ogenblik ataat op het reper toire voor de kinderen van 6 tot 9 jaar Jan Klaassen", een toneelspel oyer de poppenkast met levende poppen van de auteur Leonard Roggeveen; voor de kinderen van 8 tot 14 jaar „Het Spel van Valentijn", en voor de rijpere jeugd zal een keuze gemaakt worden uit het bestaande klassieke repertoire. Begon nen wordt met „Adam in ballingschap" van Joost van den Vondel. Het verdere repertoire wordt voor het doel van „De Gong" speciaal geschreven. Aan deze Stichting is elk financieel gewin vreemd en wel om tot een maxi male ontplooiing van de gestelde idea len te komen. Het voordeel voor de jonge acteurs is, dat zij in het gezel schap naam kunnen maken en zich de weg kunnen effenen voor grote rollen. Een voordeel is ook, dat men jeugdige auteurs, componisten en décorontwer pers kan inschakelen. Met de gedegen opzet van „De Gong" zal zeker veel aan de artistieke ontwik keling van de jeugd bijgedragen kun nen worden. (Van onze speciale verslaggever) „De Nederlandse opera „Philomela", die in het Holland-Festival binnen kort haar première zal beleven, is eigenlijk b« verrassing geboren", aldus de componist Hendrik Andriessen, die ons een toelichting gaf op de tekst en muziek van deze opera. De geboorte is in zoverre een verrassing, dat de regering de opdracht gaf een Nederlandse opera te schrijven. Reeds lang was het een levens ideaal van Hendrik Andriessen om een dramatisch spel te componeren; de regeringsopdracht heeft daartoe nu de doorslag gegeven. De tekst schreef de dichter Jan Engelman, die zijn stof vond bij zijn Romeinse collega Ovidius, die ruim twintig eeuwen geleden de lotgevallen van de talrijke goden bezong. Het is de geschiedenis van Philomela, die Engelmen inspireerde om In prachtige Alexandrijnen over haar levenswandel en noodlottige dood te verhalen. Een extra verzorgd cachet geeft het als Uw handschoenen in dezelfde kleur of be ter nog van hetzelfde materiaal zijn als een ander onderdeel van Uw toilet, zoals Uw hoed, schoenen, sjaal of vestje. En ook bij een jurkje met korte mouw staat het leuk handschoentjes van dezelfde stof te dragen. Veel stof vragen ze niet, maar wel vaardige vingers om ze te ma ken. Voor da rug van de hand gebruikt u hetzelfde patroon als voor de onderkant zonder de duimopening. Alleen de inknip- pen tussen de vingers worden op de rug 1 cm langer. Men kan de naden aan de verkeerde kant of met fijne festonneer- steekjes op de goede kant maken. Het breedste gedeelte van de duimopening is 3% cm en ligt cm van de zijkant. De afstand tussen de punten D en B is ï'/i cm. Van B loopt een even lange inknip naar A. U naait de top van de duim dicht tot C en maakt een inknip tot B, welk punt l'/i cm vanaf de zijkant ligt. Dan zet u de duim volgens de letters in. Daar na gaat u de handschoen dicht maken, te beginnen bij de onderkant van de bin nennaad (wijsvinger), waarna u stuk voor stuk de spietjes, waarvan u er in totaal 6 nodig hebt, tussen de vingers zet om met de buitennaad te eindigen. De kap werkt u met een reepje stof aan de bin nenkant af. Philomela was een priesteres, begaafd met een uitnemende stem. Haar zuster Prqkne daarentegen was gehuwd met de oppermachtige veldheer Tereus. Uit dit huwelijk was een kind geboren. Prokne ontdekte, dat zij niet gelukkig was, het geen zij toeschreef aan het gemis van bepaalde eigenschappen, die Philomela wel bezat. Zij verzocht daarom Tereus naar haar geboortestad te reizen en haar zuster te bewegen enige tijd op het kasteel te komen wonen. Zij meen de dat de aanwezigheid van Philomela haar gemis aan geluk zou kunnen aan vullen. Tereus voldeed aan dit verzoek, maar op weg naar zijn kasteel overwel digde hij Philomela en sneed haar tong uit, in de hoop, dat zij zou doodbloe den. Teruggekomen bij Prokne, hing hij een leugenachtig verhaal op over de dood van haar zuster, doch Prokne vertrouwde hem niet, zodat zij er zelf op uit trok om Philomela te zoeken. Op de plaats waar Tereus Philomela had achtergelaten, vond Prokne haar zuster, gezeten in een tent met een doek voor de mond. De zusters besloten wraak te nemen op Tereus, maar deze doorzag hun plannen en doodde beiden en zich zelf. Op dit moment, dat in het laatste ta fereel van de opera valt, verplaatst de schrijver de toeschouwers plotseling naar het rijk der goden, waar we Tereus aantreffen als een verschrikkelijke vo gel, Prokne als een zwaan en Philo mela als een nachtegaal, die de gave van haar stem heeft teruggevonden. In deze laatste episode komt de strekking van de gehele opera tot uitdrukking: al Maakt u da handschoenen bij een Ja pon, dan kunt u de kap wat korter ma ken en er één of twee ruches langs zetten. Is uw Jurkje met kant gegarneerd, dan maakt u de rouches ook van kant. Het Is een precies werkje, maar het loont de moeite wel, dus waagt u het er eens op. Qngeveer anderhalve meter stof van 90 cm breed, een beetje tijd en handig heid en u heeft één van deze schattige blousjes. Het eerste kan zowel bij een sportieve rok als in een gekleed mantelpakje gedragen worden. U maakt in voor- en rugpand de figuurnaadjes, rimpelt de bovenkant op de aangegeven plaatsen in en stikt dan de pasjes op, die u op ruim 1 cm breedte nog eens afstikt. Het splitje van voren werkt u met een belegje af. Zij- en schoudernaden sluiten en tegen de mouwrandjes schuine repen stof zetten. De halsopening naait u tussen de dubbele stof van de kraag. Als sluiting neemt u een knoop en een lusje of twee eindjes bandfluweel, die u met het tegenzetten van het beleg gelijk mee naait en die met een strikje sluiten. VOOR EEN WARME zomeravond heeft Jacques Fath deze witte Japon ontworpen, die de schouders geheel on bedekt laat. Er worden een grote zwar te hoed, zwarte handschoenen en een shawl van zwarte geo.gette bij gedra gen. Wat men moeten brengt, zal verantwoord zijn. Welnu: in de eerste plaats bestaat „De Gong" uit jeugdige, enthousiaste beroepsspelers, die met vreugde hun artistieke en paedagogi- sche werk verrichten. In de tweede plaats staan de namen van de leden van het Stichtingsbestuur er borg voor dat verantwoord zal worden opgetreden. Als regisseurs zullen optreden de he ren Paul Steenbergen en Max Croiset «n de dames Fie Carelsen en Caro van Eyck. Gebruikt u witte zij, dan krijgt u met een kantje langs pasje en kraag iets extra gekleeds en ook als u het pasje van kantstof of bróderie maakt. Dit toont u no. 2. Voor haar, die nu eens liever geen kraag willen, een 2 cm breed boordje met striksluiting. No. 3 is een echt hoogzomer-modelletje. Het pasje vervalt en langs de boven kant maakt u een schuif, waardoor u een koordje haalt. Ook hier zorgt een kantje of gehaakt randje voor de „finishing touch". Dit blousje staat het leukst bij een wijde vrolijk gekleurde rok. Vindt u de keuze te moeilijk, maak ze dan maar alle drie! (Van onze economische medewerker) Indonesië is voor velen thans alleen nog maar het' land, waaruit onze militairen zo spoedig mogelijk zullen terugkomen, waarover de kranten van tijd tot tijd op standen en gevechten wisten te berichten en waarvan men zich weinig illusies meer maakt, omdat de band zo goed als door gesneden is. Dit laatste moge dan staats rechtelijk al het geval zijn, ln economisch opzicht z(Jn die banden nog heel sterk. Dat hopen wU althans. De grote cultures toch, al is het nu rubber, koffie, suiker, thee, palmolie, ta bak of copra, de mijnbouw- en petroleum- ondernemingen alsmede de handel- en scheepvaartmSatschappijen, zij zorgen voor de productie en het transport, zij hebben het economische leven van Indo nesië voor een goed deel in handen. De leiding dezer ondernemingen zit gedeeltelijk ln Indonesië, gedeeltelijk in Nederland, maar wat veel' belangrijker nog is. dat is dat de bezitters van deze bedrijven, dus de aandeelhouders, voor een groot deel in ons land wonen. Voor al die aandeelhouders (die heus niet al len „kapitalisten" zijnl) is het belang rijk hoe de effectenbeurs in Amsterdam hun aandelen waardeert. Op pijnlijk nauwgezette wijze wordt hier geregis treerd hoe het publiek, die onbekende massa van kopers en verkopers, denkt over Indonesische fondsen. En gaat de duim naar beneden, dat wil dit zeggen, dat er geen vertrouwen meer is, dat er aandelen aangeboden worden en dat de koersen (dus de verkoopprijzen) dalen. Een bezitter van een aandeeltje H.V.A. (suikefaandeel) kreeg hier enige tijd ge leden f 840 voor, doch op 16 Mei J.l. nog maar 550 (op 9 Mei 1940 zelfs f 1650). Voor een aandeel Senembah (ta bak) werd enkele maanden geleden 1380 gegeven en op 16 Mei JJ. 910, terwijl, om een laatste voorbeeld te geven, Am sterdam Rubber dit jaar nog op een ge geven ogenblik werd verkocht voor f 1580, maar op 16 Mei J.l. was het niet meer waard dan 1140. Er zitten dus geweldige schommelingen in, die voor de bezitters evenzovele ver liezen betekenen. Onze voorbeelden wa ren voor de vuist weg genomen. Om een juister beeld te krijgen van de geweldige waardevermindering, die zich de laatste maanden heeft voltrokken, kunnen we beter kijken naar de cijfers van het koers- gemiddelde, zoals die door het ANP in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek dagelijks worden ge publiceerd en waarin dus alle aande len z(Jn opgenomen. Sterke waardevermindering Welnu, op 15 April 1948 startten wij dan met een koersgemiddelde voor al die fondsen van 85; in December 1948 (de 2e politiële actie) zien wij een gemiddelde van 66, dat in September 1949 (na de de valuatie is gestegen tot 70 doch welk ge middelde tijdens de Ronde Tafel-confe rentie in November 1949 weer zakte tot 54. Januari 1950 bracht weer een opleving tot 70, doch de onrust rondom Makassar en Ambon deed velen verkopen, waar door een laagterecord in Mei werd ge boekt van 48,5. In twee jaren tljds dus een waardevermindering van liefst 43 Dit is heel erg. Daarom achten wij het zo gunstig, dat die storm kennelijk Is uitgewoed. De berichten uit Indonesië worden wat vriendelijker (grotere expor ten en minder onveiligheid) en het pu bliek beseft, dat de daling te ver is ge gaan. dat de huidige koersen niet in over eenstemming zijn met de economische werkelijkheid, die hogere koersen recht vaardigt. het leed van de hele wereld ii niet b|j machte om de waarde van het lied aan te tasten. Het gedicht van Jan Engelman heeft niet veel van een opera-libretto, waar. door Hendrik Andriessen voor een bij zonder moeilijke aesthetische en tech nische taak stond. \Er kon hier geen sprake van een z.g.n. nummer-opera zijn; de opbouw van het muziekdrama uit vrijwel op zich zelf staande zang en orkeststukken zou in strijd zijn met het wezen van de tekst. Nochtans leid de het gedicht tot sommige zelfstandige vormen, die op de betreffende plaat sen de dramatische situatie het vereiste relief geven. In raar geheel is de ope ra doorgecomponeerd, d.w.z. de ken merkende motieven beheersen de ont wikkeling der compositie, zonder tra ditionele afsluitingen. De beknopte in leiding van deze opera, beginnende met het thema van Tereus, is feitelijk de expositie van het symphonisch element dat in de instrumentale delen van het werk optreedt. Het orkest-stuk, dat aansluit aan het eerste tafereel en het tweede aan het eerste verbindt, is de doorwerking van de inleiding; de ont wikkeling van Tereus' muziek wordt hier geconfronteerd met de muziek van Philomela. In deze doorwerking gaat de muziek dus in zekere zin aan de handeling vooraf. Wij worden nader voorbereid op de tragedie. Het ballet in het zesde tafereel is een Scherzo in deze ontwikkeling. De metamor- phose van Tereus, Prokne en Philo mela is vastgelegd in een symphoni- sche finale. Ons land is niet rijk aan oorspron kelijke Nederlandse opera's. Met grote belangstelling ziet daarom het muziek- lievende publiek uit naar de eerste op voering door de Nederlandse Opera van dit werk van twee Nederlandse kunste naars. De gala-première is op Vrijdag 23 Juni in de Stadsschouwburg in Am sterdam. Ned. Herv. Kerk. Drietal te Delft (vac. K. H. van Win gerden): W. Vroegindewey te Huizen(NH), H. A. van Slooten te Wierden en G. M. van Dieren te Ede. Beroepen te Arnemulden (toezegging): N. Kleermaker te Genemuiden. Aangenomen naar Lobith (als bijz. hulpprediker)H. N. Fruyt, emeritus predikant aldaar. Be dankt voor Aalburg (toezegging)H. A. Leenmans te Bleskensgraaf; voor Stad aan 't Haringvliet: ds J. Spelt, woonach tig te Amersfoort. Gereformeerde Kerk. Viertal te Amsterdam (twee vacatures): 3. van Buuren te IJmuiden-Oost, C. Gil huis te Eindhoven, M. de Goede te Utrecht en P. Robbers te Rotterdam. Beroepen te Zaandam (vac. C. J. Wielenga)P. J. O. de Bruyne te Drach ten: te Bunde (Oost-Friesland): H. Tien te Ihrhove (Oost-Friesland). Examens. De classis Amsterdam heeft préparatoir geëxamineerd en beroepbar verklaard de heren P. B. Suurmond en H. Vollenhove, beiden te Amsterdam-Zuid en beiden can- didaat aan de V.U. Gereformeerde Kerken art. 31 K.O. Bedankt voor Zaamslag: J. F. Hey te Hasselt. Aan de Theologische Hoge school te Kampen zijn geslaagd voor het propaedeutisch examen: de heren J. Bos en A. Veefkind. Gereformeerde Gemeenten. Bedankt voor Katwijk aan Zee: F. Mallan te Brulnisse. Oud Gereformeerde gemeenten. Beroepen te GrafhorstM. A. Mie- ras te Krimpen a.d. IJsel. Op de beurslunch van het Departe ment Zuid-Limburg der Nederlandse Maatschappij voor nijverheid en han del heeft professor iBaudhuin van de Leuvense Universiteit en bekend Belgisch economisch deskundige ge sproken over „De Benelux op econo misch gebied". Hij verklaarde zulks, naar hij zeide, op gezag van welinge lichte bronnen te Brussel dat de economische Benelux-Unie wel op 1 Juli 1950 zal ingaan. Dit in tegenspraak met vrij recente beweringen, dat deze datum van ingang zou zijn uitgesteld. Er wordt thans gestaakt door vier duizend Londense taxibestuurders, die zijn aangesloten bij het machtige vak verbond der „Unie van algemene en transportarbeiders". Vijftienhonderd leden van de „Londense Unie van taxi bestuurders" hebben besloten hun sta kende collega's, „ten volle te steunen" Het is echter nog niet duidelijk of laatstgenoemden ook in staking zullen gaan. De stakers wensen twintig pro cent meer te krijgen van het door hen voor ritten ontvangen bedrag. SMUT'S TOESTAND ONVERANDERD Volgens een gistermiddag uitgege ven officieel bulletin is in de toestand van Generaal Smuts geen verandering gekomen. Een bekende Zuidafrikaanss specialist, dr. Frank Forman. is gis teravond per vliegtuig uit Kaapstad in Pretoria gearriveerd. Ook de doch ter van generaal Smuts, mevrouw Nabcraft Clark, arriveerde gister avond uit Londen te Pretoria.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1950 | | pagina 7